NIEUWE LEIPSCHE COURANT VAN ZATERDAG 21 MEI 1927 TWEEDE BLAD. HEILIG EERGEVOEL. Wnnt ik scha°m<le mii van den koning oei heir en ruiters te bego°r<m. nm ons t? helnen tecren den vi"and on den wei omdat wü tot don koning hoid rten ^e^proken zeggende: D^ hend o^es fted* ten goede ov^r pH'en die Hem zoekpn mg_«r 7"n° ste-^e on 7rn toorn over allen, die Hem veraten. Ezra 3 22 Alle eerzucht is uit den booze. Maar een ziel zonder eergevoel fe niet goed. Ze zou toonen ontzonken te zijn aan 't besef, dat „een goede naam beter is dan olie". Ze zou niet den lof verdienen zon der zelfzucht te zijn, maar vallen on der 't vonnis van alle zelfliefde te hebben uitgeschud. Ongevoe1 ikheid voor eer en goeden inaam is ze'fvenïchting, is eerloosheid Eergevoel is een der kostelijkste prikkels, die God, in Zijn algemeene goedheid, ook bij den gevallen mensen nog werken doet ten goede; een schild! dat Hij. Die Zijn eigene eer liefheeft, Tiog bindt aan den arm van den zon daar, die eigen eer versmeet. En die prikkel gaat weer heilig!ijk werken, en dat schild weer heiliglijk blinken bij wie zélf in Christus weer geheiligd werd. Dan richt het eergevoel, gekomen! in den dienst der liefde onzes Gods, zich op de eere van den mensch-God* in ofis, op onzen naam als kind van. God, als Christen. Dat js het Christelijke eergevoel. Van zulk godvruchtig eergevoel «preekt ons de Schrift bij tal vani Gods heiligen. Abraham deed het afwijzen alle aan deel in den buit, veroverd op de ko mingen uit het Noorden* David deed het worstelen in zijn gebeden tot God, tegen den hoon en Taster zijner vijanden. Paulus zette het in venveer tegen de booze naspraak der valsche lee raars. Treffend voorbeeld ervan geeft ons de H. Schrift ook in Ezra. Ezra was de tweede, die zich rta Zerubbabel opmaakte, om, aan het hoofd van een deel der Babylonische ballingen terug te keeren naar Jeru- lem. Aan de rivier Ahava, in Babylonië heeft hij verzameld de duizenden, die zich onder zijn leiding stellen. Onder de toebereidselen voor den tocht, denkt hij ook aan de gevaren, die op de lange ,reis van allerlei volks stammen hen, weerloos als ze zijn, kunnen bedreigen. Zal hij koning Arthasasta om gewa pend geleide verzoeken? De koning, die op allerlei wijze toon Üe den roden gunstig gezind te zijn, zal het nem stellig niet weigeren. En op .zichzelf is er niets, dat 'hem van een dergelijk verzoek be hoeft terug te houden. En toch. neen, hij zal het niet vra gen. Hadden hij en zijn helpers, toen ze voor den koning stonden, en deze hun 6prak van de bezwaren en gevaren van hun tocht, niet met fieren moed ge sproken van hun God, Wiens „hand! ten goede is over allen, die Hem zoo ken en Die machtig is om hen tegen alle vijanden te beschermen. En nu zullen ze tot hém gaan om „een heir en ruiters te begeeren?" Maar daarmee zouden ze hun moe dig beroep op de hulpe des Heeren teniet doen: daarme.e^ hun eere, aIs mannen, die op den God Israëls hun vertrouwen stellen, voor den koning ■wegwerpen. Neen, deze schande zullen ze niet over zich brengen. „Ik schaamde mij", schrijft Ezra later, „van den koning een heir cn ruiters te begeeren, om ons te helpen tegen den vijand op den weg, onidac FEUILLETON. DORPSTOONEELEN. 41) 0 U kunt bij dit werk te allen tijde van mijn grootste belangstelling verzekerd zijn. Ook heb ik daaromtrent reetas kennis gegeven aan de koninklijke re geering, opdat u vandaar eenige onder steuning bij de oprichtingskosten zou ten deel worden, waaraan, gezien de grooté welwillendheid en verstandhou ding der hoogere regeering opzichtens de beteekenis van bet landelijke ver- eenigingswezen, niet te twijfelen is. Ik hoop u binnenkort ter bespreking van een en ander persoonlijk bij uiij te kun nen begroeten en zie gaarne eenig be richt daaromtrent te gemoet." Het was voor Volker een ongekende vreugde bet gezicht van Witzenstetter te zien. Eerst een streng ambtsgezicht, dan verwondering, verlegenheid, van lieverlede een beminnelijk glimlachje, welwillendheid en vriendelijkheid. Kuchend en hoestend begon de heer Witzenstetter: „Zeer mooi, mijnheer de onderwijzer, werkelijk, zeer mooi. U zult er zeker wel veel pleizier-in heb ben. Hm. hm.,'dat is een hooge er kenning van bevoegde zijde, maar hm zooals ik reeds zeide, ee hm. verdiende erkenning. Het is voor zeker een moeilijk werk, en u ziet reeds, aan hoeveel aanvechtingen liet blootgesteld is, alleen als hm, hm,' we tot den koning hadden gesproken, zeggende: „De hand onzes Gods 19 ten goede over allen, die Hem zoe ken". Dat was godvruchtig eergevoel. Heilige zelfliefde, in den band der liefde tot God Heilige liefde tot eigen eer als gc- lloovigen, die tot wortel had de liefde tot de eere Gods. Was er van dit heilig eergevoel, als christelijk eergevoel, maar meer bij ons. Meer vrees, dat we onze eere als; geloovigen bij de wereld te graDbel zullen werpen, door metdaden te logenstraffen wat we in woorden be lijden. Ach, de woorden klinken vaak ge- loovig en moedig genoeg de woor den. waarmee we spreken van wat Goa en van wat Christus voor ons is, van wat, wie gelooft, aan zijn God en aan zijn Heiland heeft, in leed en strijd en moeite. Maar als dan het leed en de stnjdl en de moeite op ons afkomen ach, hoe schaamteloos werpen we dan vaak aanstonds onze eere als Chiste- nen weg, door onze toevlucht te nemer* tot dezelfde middelen, waarmee ook: de wereld zich zoekt te behelpen. En wij die, door bij het geloovïga woord ook de geioovige daad te voe gen, een aanbeveling voor het geloof (bii de wereld moesten zijn, wij versmijten met onze eigene eere, do ieere van het geloof, en met jfe eere van het geioot, de eere onzës Gods, voor de oogen dier zetade wereld Laat Ezra's heilig eergevoel, zijn heinge schaamte tijdig genoeg bij ons doen opkomen, om ons voor deze &cnande te bewaren. DOOR GENADE. Zwaar geslagen door de zonde, was ik als het vogelijn, dat, getroffen door den jager, vleugellam zich bergt van pijn. 't Kan niet meer de lucht doorklieven met een vaart, oneindig groot, niet de zon haar loflied bieden; 't kan slechts wachten op den doocL Zijns gelijke was ik zondaar, diep geknakt door eigen schuld; maar God lof, een zaalge vrede is 't die nu mijn hart vervult. 'ik Vond een Heeler mijner wonden diep met mijne smart begaan. Hij wiesch mij van al mijn zonden, zag m' als kind in Christus aan. Als een ad'laar za l 'k eens stijgen, dien de zonne heeft gekust, om aan Jezus' hart te vinden: eeuw'ge vreugde, zaal'ge rust. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen, te Opheusden: J. Bus, te Aalburg en Heesbeen. Te Nieuw- poort: P. A. A. Klüsener, cand. te Zeist Te Maassluis: N. Luijendijk, te Nieuwerkerk a. d. IJssel. Te Sluip wijk: J. Ronge, te HoogBlokland. Bedankt, voor Lutjegast (toez.): R. Bruins, te Oosternieland c. a. Voor Doeveren: H. R. Meeuwenburg, em. pred. te Zeist. Aangenomen, naar Hoogeland (toez.): H. R. ^leeuwenberg, em. pred. te Zeist. Naar Nieuwe Pekela: P. J. van Veen, hulpprediker te Dedems- vaart. CHR. GEREF. KERK. Beroepen, te Hillegom: A. M. Berkhoff, te Amsterdam. Te Schie dam: J. B. G. Kroes, te Bussum-Naar- den. BEVESTIGING. INTREDE E5Ï ArSCKEID. Ds. D. Keck nam Zondag afscheid van de Ned. Herv. Gemeente te Garde ren met een predlcatie over Zacb. 1 5b. Na de predicatie sprak de consu lent, Ds. G. van Montfrans, van Barne- veld, den tcheidenden eeraar toe en deed hem toezingen P* 121 4. Dp dienst werd o.m. bijgewoond door den Burgemeester van Barneveld en Ds. van Amstel, van Putten. de welwillendheid der overheden en u\Ver meerderen u ter zijde staat, kunt u getroost uws weegs gaan. Toen ik u straks, eenige hm bezwaren maakte, zoo gebeurde dit alleen uit een goede bedoeling, geheel en al als hm uw welwillende vriend, U is nog jong, en de jeugd is dikwijls wat vurig. Ik meende dus, hy voorzichtig, -mijn beste heer onderwij zer." Volker had moefte om ernstig te blij ven, toen hij vroeg: „Moet ik mis schien op die twee klaagschriften nu een antwoord ten protocol brengen, dan „Volstrekt niet noodig; ik zal de zaak wel regelen. Ik ben nu genoeg zaam georiënteerd." Met overdreven beleefdheid geleidde mijnheer Witzenstetter den onderwij zer naar het portaal en toen Volker de deurklink rends in de hand had. klonk het hem no^ maals op den allervrien delijkste]! toon na: „Maar voorzichtig, mijn beste heer onderwijzer, voorzich- Het was den Zondag vóór Pinkste ren. Volker zat onder den lindeboom voor het schoolhuis en las een boek. Van tijd tot- tijd wierp hij een Mik op zijn bijenhuis. Lustig vlogen de bijen in den zonneschijn. Volkers gedach'en waren echter noch bij het boek, noch bij de bijen; hij overlegde, op welke manier hij het best een aanzoek zou kunnen doen om de hand van Marga- Ds. D. J. V e 1 s i n k hoopt 26 Juni afscheid te hemen van de Geref. Kerk te Arum om 3 Juli d.a.v. bevestigd te worden te Musselkanaal. Bevestiger is Ds. J. H. Beumee, te 2de Excloërmond Zondag 12 Juni hoopt cand. J. F. de Gier, van Waarder, zijn intrede te doen in de Geref. Kerk te Zuidwolde, na des morgens bevestigd te zijn door Ds. G. Verrij, van Harck-nberg. DE ZUIDERZEE-PROVINCIE. Vdn Hervormde zijde wordt ijverig onderzocht, hetgeen er straks zal moe ten worden gedaan om in de droogge malen Zuiderzee nieuwe kerkgebou wen te stichten. De vraag komt, is er ook voor de Gereformeerde Kerken in dit opzicht een taak te vervullen. Dr. Bouma wees er in het „Geref. Kerkblad voor Dren te en Overijsel" onlangs op, dat bij de Geref. Kerken de orde een andere moet Zijn. Zij hebben niet een kerk genootschap, dat in afdeelingen ver deeld is en dat voor haar strak9 nieuw te stichten afdeeling den weg bereiden kan. En het zal dan ook in de lijn lig gen te wachten op eh totdat de kerk des Heeren zich in het drooggelegde gebied openbaart. Dat wil evenwel weer niet zeggen, dat er niets te doen is. En met name de provinciën, die aan de Zuiderzee grenzen hebben zien daarvan reken schap te geven. Immers als niet a"e voorteekenen bedriegen zal er wel niet 'n twaalfde of Zuiderzeeprovincie ko men, maar zullen de droge stukken ge voegd worden bij een naastliggende provincie. In dat geval zal ook Noord- Holland op een niet zoo klein deol mo gen rekenen De vraag is nu hebben deze Kerken maar af te wachten, of en waar zich leden vestigen gaan, of is er toch wel iets te doen. Voorloopig afwachten meent Noord- Hollandsch Kerkblad. Misschien is er straks, als eenmaal de polders tot bouwgrond moeten wor den gemaakt, toch wel iets te doen. We zullen dan weer voor het vraag stuk komen te staan, zegt de Redactie verder, züllen de Gereformeerden, die in aanmerking komen om tot de nieu we bevolking te behooren, zich maar verspreid vestigen* bier één en daar één, naar dat het uitkomt? Om zoo in de wereld zich als Gereformeerden te openbaren? Of zullen ze zich meer bij een vestigen, in proepen, zoodat dade lijk een geordend kerkelijk leven moge lijk is? Voor beide wijzen is iets te zeggen. Voor de laatste, dunkt ons, toch wel het meest. Het is mogelijk, dat de laatste me thode niet eens besproken behoeft te worden, omdtt het praktisch niet zoo gebeuren kan. Dat neemt niet weg, dat het vraag stuk wel overweging Verdient. Ook met het oog op andere omstandighe den. We herinneren aan de bouwblok ken in onze steden. Misschien hebben we nog we! eens aanleiding om op deze kwestiê terug te komen. Ze kan ook voor de Zuiderzee van belang worden. DE CODEX ARGENTEUS. Men schrijft aan het Handelsblad: - Het jaar 1927 telt verscheidene ju bilea van bekende universiteiten. Zoo viert de „Eberliardina" te Tübingen in Juli haar 450-jarig, de „Philippina" te Marburg in Juli haar 400-jarig be staan. Zeer veel de aandacht trekken zal echter het 450-jarig bestaan der universiteit van Upsala in Zweden. Voor dit jubileum wordt sinds lang ge werkt aan een nauwkeurige photogra- fische reproductie van de 187 bladen van den Codex Argenteus, den Ulfilas- bijbel. Deze bijbel kunstig met zil veren letters op rood perkament ge schilderd (vandaar „Codex Argenteus" zilveren handschrift) is de beroemd heid van Upsala. Het is welhaast het eenige handschrift van de in de 4e eeuw door bisschop Ulfilas vervaardig de Gothische vertaling van den bijbel. De codex was eeuwen lang zoek, werd in den 30-jarigen oorlog door Zweden in Praag gevonden en naar Stockholm overgebracht, verdween later opnieuw en dook in Nederland op om hier ten slotte na den Westfaalschen vr<jj1e door de universiteit van Upsala te worden retha. Aanvankelijk meende hij er op een der Pinksterdagen persoonlijk hèen te gaan, doch daarna twijfelde hij, of dit de juiste weg was. Adam Thomhof scheen liem vijandig ge stemd; diens naam stond immers het derde onder het klaagschrift. Verder echter wist Volker, daar hij op het land yas groot gebracht, hoe zeer som mige gebruiken bij de boerenmenschen van den ouden stempel in eere wer den gehouden, en hij zelf hield naar zijn tot nog toe opgedane ervaringen die gewoonten, en gebruiken voor ze genrijke wetten van goede tucht en orde. Een gewoonte nu was het in deze streek, de hand van het aangebeden meisje door een tusschenpersoon te laten vragen. Dien weg besloot Volker nu ook te volgen. Hij wist nog niet of hii George Es- ser dan wel Joos, Relnhardt om dezen dienst zou verzoeken. Op gronden van nabuurschap besloot hij echter voor den laatste. Daarom riep hij, toen hij na een poosje Frits Reinhardt op straat zag spelen, den kleine tot zich: „Frits, vraag eens aan uw vader, of hij niet even bij mij wil komen". Frits snelde naar huis en weldra was Joost Reinhardt op de school plaats. Volker wees hem eerst zijn bijenhuis Reinhardt werd niet moede de Inrich ting ervan te bewonderen. „Ja, mijnheer de onderwijzer, die weggekocht. Het jubileumsfeest zal thans opgeluisterd worden door de uit gave der volledige photographische re productie. DE PROCESSEN VOOR DEN BUR GERLIJKEN RECHTER. Prof. H. H. Kuyper schrijft naar aan leiding van de aanhangige processen over de pastoriën te Oudemirdum en te Tienhoven o.m. het volgende in ,,De Heraut": „Zoo werden onze Kerken dan wel gedwongen de handhaving van haar goed recht bij den wereldlijken rech ter te zoeken. A men vraagt, of het dan toch niet beter ware geweest de berooving dezer goederen stilzwij gend te dragen en daardoor te voor komen, dat de wereldlijke rechter over zulk een kerkelijke kwestie uitspraak moet doen, luidt ons antwoord, dat wie zoo spreekt tweeërlei vergeet. In de eerste plaats, dat onze Geref. Ker ken bij de Doleantie geheel anders ge handeld hebben en het kerkgoed niet hebben willen prijsgeven voordat de wereldlijke rechter hierover uitspraak deed, en in de tweede plaats, dat de wereldlijke rechter door God gesteld is om het recht te handhaven, en het in roepen van zijn hulp om het recht der Kerk op haar goed te handhaven, niet alleen ten volle geoorloofd, maar ook de plicht der Kerk is. Maar al moet de Kerk haar recht op 't goed der gemeente handhaven, toch doet het ons hartelijk leed, dat dit tot een proces voor den wereltalijken rech ter leiden moest. Zoo licht leidt dit weder tot nieuwe verbittering. De schuld daarvan ligt echter niet bij de Kerk, die voor haar goed recht opkomt maar bij hen, die dit recht hebben ge schonden. PROTESTEERENDE KERK VOOGDIJEN. Op Donderdag 9 Juni a.s., des voor middags te elf uur, za! in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, Ma ria Plaats te Utrecht een algemeene vergadering der vereeniging van pro- testeerende Kerkvoogdijen, plaats heb- bei}*, alwaar door Prof. Mr. L. J. van Apeldoorn, te Amsterdam, een referaat zal gehouden worden over „Bestuur en Beheer". „JACHIN". In den bidstond die aan de jaarver gadering der Geref. Zondagsschoolver- eeniging „Jachin" voorafgaat (die 13 Juli a.s. te Scheveningen wordt gehou den) zal aan den avond van 12 Juli voorgaan Ds. J. A. Tazelaar, van Rot terdam. In de middagvergadering van 13 Juli zal Dr. K. Dijk, van 's-Gravenhage als referent optreden. De bidstond zal in de Prins Willem kerk en de jaarvergadering in de Bethelkerk gehouden worden. UIT DE OMGEVING! KATT7IJK AAN DEN RIJN. Predikbeurten. Ned. Herv. Kerk v.m. 9.30 en n.m. 6 uur Ds. Bollee. Gere<f. Kerk v.m. 9.30 en n.m. 6 uur Ds. Metering. LISSE Vergadering van den Gemeente raad op Woensdag 25 Mei 1927, des avonds om half acht. Aan de orde: 1. Aangehouden voorstel van Burge meeester en Wethouders om de Op en pa re M. U. L. O.-School om te zetten in een school voor lager onderwas en in een school voor uitgebreid lager onder wijs. 2. Voordracht voor de benoeming van een lid der Gezondheidscommissie, ze telende te Katwijk, ter voorziening in de vacature C. J. L. van der Meer. 3. Benoeming leden der Sohattingfr oommissie Rijksinkomstenbelasting. 4. Verzoek van de heeren W. Rooden- burg en H. Rekker alhier, om de hek werken voor hunne perceelen langs de Kanaalstraat van gemeentewege op nieuw te stellen in verband met de ves hooging van die straat 5. Verzoek van den heer Joh. P. J. Wouters alhier, om pp het wachthuisje der tram ophet Vierkant een reclame bord te mogen aanbrengen. 6. Voorstel van Burgemeester en Wet houders en de Gascommissie tot ver planken hokjes met de beweegbare raampjes zijn toch heel wat anders dan onze strooien korven. Eén ding begrijp ik maar niet goed, uwe kastjes schijnen mij veel te groot." "Volker glimlachte: ,,In tegendeel, uw strooien korven zijn veel te klein; dat zijn echte slaapmutsen, Daarom krijgt ge ook zooveel zwermen en zoo weinig honig. Zie maar, de geheele broedruimte is vol bijen; ik kan de volgende week reeds voor het meeren- deel van het bijenvolkje het hpnig- ruiro met honigraat openzetten." „Ja, dat is allemaal mooi en goed, maar wij hebben niet zooveel tijd om dat volkje te verzorgen. De korven ge ven véél minder werk." „O, als men 't kent, is 't werk vlug gedaan. Die uren kan ook de landbou wer wel overhouden. Mij dunkt bij voorbeeld Zaterdagsmiddags. Dan is er best een uurtje over om ze te ver zorgen." „Daar hebt u gelijk in, mijnheer de onderwijzer. Maar wat doet u in den herfst met de bijen, die u niet wilt laten overwinteren? Bij ons worden ze gedood." „Wat," riep Volker. „Gij volgt hier nog de barbaarsche gewoonte de vlij tige diertjes, die zich den geheelen zo mer voor u geweerd hebben, in den herfst door zwavel te verstikken? On gelooflijk; slacht gij dan ook de koe om tot melk, of de kip om tot eieren te komen? Neen, de bijen zet ik bij de andere, dan worden ze sterk en over AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 21 Mei 1927. De Vrijheidsbond heeft, gelijk men zich herinneren zal, bij de vorige Ka merverkiezingen de rolprent gebruikt om haar ideeën ingang te doen vin den: de beroemde Vrijheidsfilm van den Vrijhejdsbondschen kunstenaar Henri ter Hall. I Maar de afdeeling Nijmegen van de S.D.A.P. heeft een nog pakkender wij ze van reclame bedacht. Zij houdt Zon dagavond op het open terrein aan den Bijleveldsingel aldaar een meeting, welke wordt opgeluisterd dopr muziek en zang en een vuurwerk tot slot. Politiek vuurwerk alzoo! En dat niet in figuurlijken, doch in den meest letterlijken zin des woords. Het is wel een treffend beeld van de verkiezingsactie der S.D.A.P. Allerlei schoone beloften worden den kiezers voor oogen getooverd, het knaleffect ontbreekt niet, dochiets grijpbaars blijft er niet van over. Niets dan rook, die door den wind wegge vaagd wordt. Het schoon? ideaal dat den kiezers wordt voorgespiegeld, is slechts een il lusie. Zullen velen zich aan dit vuurwerk vergapen of zullen zij hun vertrouwen schenken aan de partijen die zich op den bodem der werkelijkheid' plaat sen? OBSERVATOR. schillende verbeteringen en uitbreidin gen van het Gasbedrijf. 7. Voorstel van Burgemeester en Wet houders hot verkoop van een strook bouwterrein langs de havensloot aan den heer K. van Keimpema te Haarlemmer meer. 8. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot verkoop van een perceel bouwterrein langs de Julianastraat aan den heer W. Passchier alhier. 9. Voorstél van Burgemeester en Wet houders, om aan den heer B. H. Ooster- wjjk alhier, voor de stichting van een slachtafvallen werkplaats een hoekje "grond te verhuren van het perceel Smit gelegen langs de havensloot. 10. Voorstel van Burgemeester en Wet houders, omi aan de firma yan Waveren- Van der Voort, alhier, voor den opslag van zand en grind den grond langs de Hf ven te verhuren, waar de z.g. asck schuur gestaan heeft. 11Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot ruiling van grond behoo- rende bij de Rijksbloembollenschool te gen grond, behoorende bq het laborato rium, beiden in bruikleen. 12. Comptabiliteit 13. Kohier hondenbelasting 1927. 14. Ingekomen stukken en mededee- lingen. 15. Reclames Hondenbelasting 192^ Gistermorgen had de aanbesteding plaats van hét schilderwerk aan de nieuwt e bouewn loods voor de H. R. Q alhier. Ingeschreven werd uitsluitend door ingezetenen dezer gemeente. 'C. v. d. Aart f 1613,Antoon v. Waf veren f 1670J. P. Bemelman f 1850 A. W. v. d. Meer f 2I7J,A. v. di. Zaal f2$' werk werd aan den laagsten io schrijver gegund. Zeer spoedig zal met den bouw worden aangevangen. OUDE WETERING. Gistermorgen is, terwfjl de pont van den Ver de Jong alhier aan de over zijde was, en de draad dientengevolge gespannen was, de motorboot van de Gebr. Kraan te Leimuiden met volle kracht tegen den draad gevaren. De echtgenoot© van den heer De Jong was juist bezig de draad te laten zakken Door de schok kreeg zjj evenwel een klap van de lier, en wel zoodanig, dat haar de kloeten van het lichaam ge scheurd werden en zij ter hoogte van haar schouder getroffen werd. Ken der ribben bleek later te zijn gekneusd Zij viel neer en hoewel zij aanvankelijk nog trachtte overeind te komen, was zij daar niet toe in staat. Bewusteloos werd zij in huis binnengedragen. Een kwartier later herkreeg zq haar bewust zijn. De toestand is thans redelijk wel zoodat dit ongeluk nog bijzonder goed is afgeloopen. winteren beter, zonder veel meer te teren." „Nu," antwoordde Reinhardt, „ik zal bij u eens een keer in de leer moeten gaan, dan kan ik ook als imker wat profiteeren." „Ik dacht er reeds aan, op een der aanstaande algemeene vergaderingen eens over de ooftteelt te spreken en ook eens over de bijenteelt. Uw ooft teelt hier laat veel te wenschen over." Terwijl de beide mannen in huis gin gen, kwam vodden-Lora, de vrouw van den rooden Hertog, voorbij. Vol ker groette haar; de vrouw echter zag den onderwijzer woedend aan en groet te niet terug. „Neem u voor dien rooden monarch in acht, mijnheer de onderwijzer," zei Reinhardt, toen zij in de kamer waren tot Volker. Dat vergeet hij zoo gemak kelijk niet, dat hij om uwentwil acht Weken moet brommen. Had de recht bank hem maar levenslang gegeven. Verdiend heeft hij heit reeds lang, en dan was Hartenhausen voor goed van dat onkruid verlost." „Ik geloof, Reinhardt, dat men voor dien man niet hang behoeft te zijn; ik heb altijd het gevoel, alsof hem zijn misdaad leed moet doen.H „Hem leèd! Het is een schurk en blijft een schurk tot hij sterft!" Volker haalde de schouders op. Na een poosje bracht hij aan Rein hardt zijn verzoek voor. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5