CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
8ste JAARGANG
DINSDAG 3 MEI 1927
NUMMER 2118
LEIDSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaali 150
Par weeki 0.19
Franco per post per Wartaal i 2.90
BUREAU: Hooigracht 35
Leiden
TeL 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone adverteaüën per regel Xtj% cant
Ingezonden Mededeelingen, dobbel tarief*
Bi} contract, belangrijke reductie.
Kleine advert en ti5a bi} vooruitbetaling
ven ten hoogste 30 woorden, worden dage»
li}ka geplaatst ad 40 cent
Dii nummer bestaal uil TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
V Mogen, niet moeten.
Er is m de verleende vergunning tot
het houden van een optocht op Zon
dag j.l. een element dat wij nog nader
willen bezien.
Daarvoor is noodig een klein© histo
rische herinnering.
Wij wezen er gisteren reeds op dat
in 1921, toen 1 Mei ook op Zondag viel,
te Haarlem een optocht geweigerd was.
Dit gaf den Sociaal-Democraten aan
leiding in de Tweede Kamer een motie
voor te stellen waarin werd uitgespro
ken dat het gewenscht is optochten op
Zondag als regel toe te laten. Deze mo
tie werd in een zeer onvoltallige Ka
mervergadering, met behulp van 13
Roomsch Katholieke stemmen, aange
nomen.
Afgescheiden van de beteekenis, die
het aannemen van de motie destijds
had, toen een ontwerp Zondagswet in
behandeling was, had deze motie hier
en daar tot practisch gevolg, dat de
Sociaal-Democraten ze als hefboom ge
bruikten, om ook de gemeentebesturen
naar hun hand te zetten.
Ook hier in Leiden was het de beer
Van Eek, die een motie indiende van
den volgenden inhoud:
„De Raad kennis genomen hebben
de van de in de Tweede Kamer der Sta
ten-Generaal aangenomen motie, waar
bij wordt uitgesproken, dat als regel
het houden van optochten en meetings
eventueel met muziek en banieren, op
Zondag geoorloofd moet zijn, spreekt
de wenschelijkheid uit, dat voortaan
ook in Leiden het houden van optoch
ten en meetings met muziek en banie
ren op Zondag als regel zal worden toe
gelaten".
B. en W. brachten op 21 Mei hierover
advies uit in dien zin dat den Raad in
overweging werd gegeven om zich niet
aldus uit te spreken. Dit advies was ge
grond op de overweging: a. dat de
Zondagswet al9 regel de openbare ver
makelijkheden verbiedt en slechts
vrijheid laat om daarvan af te wijken
na afloop van alle godsdienstoefenin
gen; b. dat waar openbare vermakelijk
heden verboden zijn, omdat zij de hei
liging van den Zondag benadeelen, ook
dan wanneer men optochten daaron
der niet zou willen rangschikken, de
ze toch zeker nog meer tot ontheiliging
leiden en c. dat in verband met het
in voorbereiding zijn van een nieuwe
Zondagswet een principieele bespre
king in dén Raad geen zin heeft.
Deze aangelegenheid gaf in de raads
vergadering van 30 Mei 1921 aanlei
ding tot zeer breedvoerige bespreking.
Van de linkerzijde pleitte men voor
de onbeperkte vrijheid van ieder om
den Zondag door te brengen op de wij
ze zooals ieder dat verkiest, mits men
den kerkgang niet verhindere en de
godsdienstoefening niet store.
Daarentegen werd door de rechter
zijde, met meer of minder klem van re
denen het pleit gevoerd voor het hand
haven van de wet, werd er voorts op
gewezen dat ook al nam de Raad de
motie aan, B. en W. toch geen andere
houding zouden kunnen aannemen
dan tot heden gevolgd, n.l. handha
ving van de wet die naar hunne meè-
ning dergelijke betoogingen in den re
gel verbiedt.
Het slot was dan ook dat de Raad
met 13 tegen 12 stemmen de motie
Van Eek verwierp.
Indien wij otis niet vergissen heeft
bij de nu verleende vergunning de ge
dachte min of meer voorgezeten dat
een optocht na afloop van de gods
dienstoefeningen, dat is, om een be
paald uur te noemen, des avonds na 8
uur, niet geweigerd kan worden.
Wij meenen er op te moeten wijzen,
dat ook in de discussie in 1921 ten on
rechte een toon in die richting te be
luisteren viel.
Het is onjjuist het voor te stellen
alsof hetgeen art. 4 der Zondagswet
mogelijk maakt, ook gebeuren moet.
Zelfs heeft een in 1921 gevoerde actie,
die dezelfde strekking had als de Ka
mermotie en de motie-Ven Eek, n.l.
omzetting van den regel, geen succes
gehad.
Wij zeggen gelukkig niet.
Hier toch ligt het cardinale punt.
Wij willen onverpoosd strijden voor
deze stelling dat de Zondag erkend
blijve als de dag des Heeren. Wij heb
ben als volk dien dag te eerbiedigen.
Wie dezen dag niet wil heiligen kun
nen en willen wij daartoe niet dwin
gen, maar de ontheiliging moe
ten wij tegengaan. Dat is den grond
slag van onze heele Zondagswetgeving.
Daarom is het ook een aanranding
van dien grondslag om te spreken van
het moeten toestaan van vergun
ningen tot optochten en meetings. Er
is alleen een mogen een kunnen
toestaan des avonds.
Het gemeentebestuur als uitvoerder
van de wet heeft hier te overwegen of
er redenen sijn van algemeen belang
om dit uitzonderingsgeval aanwezig
te achten.
Zoo en niet anders staat het.
Aan deze stelling houden wij met
hand en tand vast.
Y Geen noodzaak.
Het spreekt vanzelf, dat de S.DA.P.
tegen deze stelling ingaat. Zij zou niet
revolutionair meer zijn als ze het niet
deed.
De S.D.A.P. heeft nog nooit anders
gedaan dan gedemonstreerd dat al
wat in de huidige maatschappij en in
het huidige staats- en stadsbestuur
vasthoudt aan de vaderlijke traditie,
uit den tijd is. De S.D.A.P. is de partij
van de „elleboog-politiek", zich zelf
ruim haan te maken ten koste van de
Christelijke traditie.
Wanneer anderen zich dan opwer
pen als de handhavers van de Chris
telijke grondslagen, dan schreeuwt zij
moord en brand om vermeend onrecht.
Zij is niet tevreden met het eigen
terrein, neen elk openbaar terrein
moet haar dienen. De massa wil zij be
ïnvloeden, gebruiken ten koste van de
rechten van anderen. Dat is geen le
vensbehoefte, neen dat is moedwillig
vooruitgrijpen naar iets wat het hare
niet is.
Zoo ook met de optochten. De S. D.
A. P. kan niet op goede gronden bewij-
zij dat zij aldus demonstreeren moet.
Toch wi] zij dat. Daarvoor moet de er
gernis en de weemoed van anderen
maar geofferd worden. Zij immers
maakt uit dat het slechts ouderwetsch
egoïsme is dat den Zondag heiligen wil
Nu moet ieder die op straat zich
niet storen wil aan de gestelde rege
len voor den sterken arm buigen. De
straat is er nu eenmaal alleen om op
een bepaalde wijze te gebruiken.
Zoo is het ook met den Zondag. Dat
is niet een dag die ieder op het open
baar terrein gebruiken kan zooals hij
wil, neen hij is daarbij gebonden aan
den regel dat hij in stille wijding door
de menschen aan God wordt gewijd.
Dat is nu eenmaal Christelijke tradi
tie. Daaronder zal ook de S.D.A.P. zich
moeten buigen.
Hierin is volstrekt geen onrecht
vaardigheid tegenover de S.D.A.P.
Evenmin is er te Leiden reden om
te zeggen dat de meening der meer
derheid hier dringt in een andere
richting. Integendeel de meerderheid
is hier zeer sterk gehecht aan den
Zondag.
Daarom was er nu allerminst red«m
het voor te stellen alsof het de natuur
lijkste zaak van de wereld is, dat op
Zondagavond vergunning is gegeven
tot een 1 Mei-demonstratie.
Het is een ongeoorloofde tegemoet
koming aan de even ongeoorloofde
eischen der S.D.A.P.
Zoo zien wij het en niet anders.
Y Een jokkentje?
Ds. Kersten heeft op de jaarverga
dering der S.G.P. gezegd, dat de Land-
arbeidersbond ook al komt met gruote
papieren en zware eischen, maai- zul
ke arbeiders zouden hij hem geen cent
verdienen.
Naar aanleiding hiervan merkt Trof
fel en Zwaard, 't orgaan van den Rot-
terdamschen Chr. Besturenbond on
deugend op, dat Ds. Kersten de Chr.
vakbeweging zulk een slecht hart toe-
draagt, dat hij er zelfs toe komt om
onwaarheid te zeggen.
Hebben wij niet eehs gehoord zoo
zegt het blad - dat Ds. Kersten, 'behal
ve herder en leeraar van zijn kudde en
lid van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, ook nog bezitter van bouw
land op de Zeeuwsche eilanden is
Verondersteld'wordt natuurlijk, dat
Ds. Kersten daar Christen-arbeiders
heeft, die Christelijk georganiseerd
zijn. Dus die wel wat aan Ds. K. ver
dienen.
Er was nog wel een andere opmer
king bij te maken n.l. deze, dat Ds.
Kersten al heel gemakkelijk zoo spre
ken kan al9 hij gemeenlijk doet. Het
Kamerlidmaatschap geeft, f5000. Het
predikantschap geeft natuurlijk ook
de „melk der kudde" en dan nog een
weinig uit particulier bezit. Ja, Ja, dan
kan men een veer weg blazen?
STADSNIEUWS.
N. C. O. O. B.
We herinneren onze lezers aan de
vergadering van den Nat. Chr. Geh.
Onth. Bond. die morgenavond 8 uur
in de Oosterkerk gehouden wordt, en
waar Ds. Puns:'ie, uit Leiden en Ds.
Koningsberger uit Amsterdam het
woord hopen te voeren.
Dat ieder, dis maar eenlgsztns kan,
deze samenkomst bezoeke, zoowel om
de beide sprekers uls orn het doel; de
bestrijding der drankellende'.
JULIANA FEESTAVOND DER
LEIDSCHE CHR. ORANJEVEREEN.
Op waardige wijze heeft gisteravond
de Leidsche Chr. Oranjevereeniging
met haar introducé's feest gevierd ter
gelegenheid van den 18en verjaardag
van Prinses Juliana.
Het was niet een feest van daverend
enthousiasme, m&ar meer een innig
huldebetoon aan hét huis van Oranje.
Tijdens de afwerking van het program
ma heerschte in de zaal op sommige
momenten een eerbiedige stilte. Het
was een avond van gedenken, van te
ruggaan in het verleden, van dank
baar zijn voor alles wat ons volk in
het huis van Oranje heeft ontvangen.
De voorzitter, Ds. Thomas, opende
de vergadering en liet zingen Ps. 103
1: „Loof, loof den Heer, mijn ziell met
alle krachten", waarna hij voorging
in gebed.
Hierna heette hij in de eerste plaats
welkom onzen nieuwen burgemeester,
den heer A. van de Sande Bakhuijzen,
wien hij Gods rijken zegen toewensch-
te. Vervolgens sprak hij toe onzen oud
Burgemeester, Jhr. Mr. Dr. N. C. de
Gijaelaar. Wanneer, aldus spr., gij bin
nen afzienbaren tijd onze stad gaat
verlaten, dan blijft er, als het oude
Leidsche versje waarheid bevat, geen
eene goede Leidenaar meer in deze
stad over. Spr. wenschte Z.Edelachtb
ook op zijn verder levenspad Gods bes
ten zegen toe. Deze woorden werden
met een luid applaus begroet. De der
de persoon die spr. uitdrukkelijk wil
de noemen, was prof. Blok, wiens
naam nauw aan de geschiedenis van
het Vaderland is verbonden. Daarna
heette spr. alle aanwezigen hartelijk
welkom, speciaal die iets presteeren
zouden en hij deed dat in Naam van
Oranje.
Hierna zette de muziek het Wilhel
mus in, Waarvan twee coupletten door
de aanwezigen staande gezongen wer
den.
Toen begon het inleven in de geschie
denis. Het LeidscK a,£apella-koor, di
recteur de heer Hovy, vertolkte de ge
dachten van oud-Hollandsche dichters
De klaagzang op den moord van Prin9
Willem I door Adr. Valerius klonk
weemoedig door de zaal: ,.0 dag, o
donker droeve dag". In het laatste cou
plet klonk echter weer even de ver-
trouwenstoon: „door 's Prinsen sprui
ten haast, zal Spanje nog verwerd
staan en verbaasd."
Daarna zong het koor een der heer
lijkste liederen uit den 80-jarigen oor
log: Het lied van Blockersdijk, een
lied op de verovering van die plaats,
door de Spanjaarden in 1638, om daar
na een danklied aan te heffen op het
verslaan van de Spanjaarden in den
zeeslag bij Rommekens.
Hiermede was de juiste stemming
gewekt, en toen onder leiding van den
heer Plu, de muziek een inleiding
speelde op de historische schets, die
straks volgen zou, was de overgang
gelijkmatig en bleven de toehoorders
met hun gedachten in het tijdperk dat
ze thans voor oogen zouden zien.
•Het doek rees en men wierp een blik
in een der zalen van het klooster te
Jouarre, waar de abdisse in devoot ge
peinzen verzonken zat.
Wij geven hier een kort overzicht
van het spel.
Charlotte de Bourbon, de lieftallige
dochter van den Hertog van Montpen-
sier, is als novice in het klooster te
Jouarre, om haar aan de Invloed van
haar moeder, die Hugenote is, te ont
trekken. Haar strenge vader tracht
haar te overtuigen van de noodzake
lijkheid om abdisse van het klooster
te worden. Hij draagt Père Ruzé, de
biechtvader van het klooster, op, haar
daartoe te dwingen, wat deze doet
door laffe bedreigingen. Charlotte ont
vangt daarna wanneer ze tijdens een
bezoek van Jeanne d'Albret, naar nood
klaagt aan deze dame, een huwelijks
aanzoek van Prins Lodewijk van Oran
je, den broeder van Prins Willem.
In het tweede bedrijf is Charlotte de
Bourbon gevlucht uit het klooster te
Jouarre en bevindt zich onder de be
scherming van den keurvorst van het
hof te Heidelberg.
De Prins bevindt zich eveneens te
Heidelberg, waar hij met Keurvorst
Frederik plannen beraamt voor een
nieuwen aanval. Hij ontvangt echter
tijding uit Frankrijk, van den moord
van de Coligny, waardoor hij over
haast moet vertrekken, en waardoor
hij geen gelegenheid heeft van Char
lotte afscheid te nemen.
•Het derde bedrijf speelt te Delft,
waar de prins, pas hersteld van een
zware ziekte, trouw verpleegd door
Jeanne de Mousson, met den graaf
van Tontorf spreekt over het beleg
van Leiden. Een Leidsche glipper ver
telt van de ellende en dat de wmd niet
wil keernn en een geuzensoldaat bidt
en smeekt den Prins om hulp, totdat
een bode komt zeggen, dat da wind is
gekeerd en dat het wa.er naar ae stad
stroomt
Jeanne de Mousson deelt den Prins
mede, dat zijn liefde tot Charlotte
door haar beantwoord wordt. Daar hij
zelf niet naar Heidelberg kan gaan,
schrijft hij de Prinses, en zendt Mar-
nix van St. Aldegonde om haar ant
woord. te vragen.
Her vierde bedrijf* toont Charlotte,
wanneer ze den brief van Prins Wil
lem heeft ontvangen. Haar moeder,
die ze in langen tijd niet weder heeft
gezien verschijnt ten tooneele en een
hartroerend oogenblik volgt. Ze hoort
van haar, dat Anna van Saksen, de
gemalin van Prins Willem nog leeft.
Hierdoor weet ze niet, wat te doen. Zij
ontvangt Maraix van St. Aldegonde,
die haar uitlegt, waarom de Prins wel
vrij is en haar geen beleediglng heeft
aangedaan. Dan neemt ze Willems
aanzoek aan.
Wanneer we rekening houden met
het feit, dat dit het eerste stuk van
de Timdelerclub was in dien trant en
dat het door eenige der leden zelf ge
maakt was aan de hand van het be
roemde boek van Caroline Alwater
Mason „De lelie van ons Vorstenhuis"
dan kunnen we werkelijk bewondering
hebben voor deze prestatie. Over het
algemeen werd er goed gespeeld. In
het bijzonder werden de hoofdrollen
goed vervuld. Charlotte de Bourbon
(Mej. van Houwelingen) speelde uit
stekend, vooral in haar rol van novice
Ook de Prins van Oranje (C. Verra)
zat goed in zijn rol in en als derde
hoofdpersoon kunnen we noemen ka
pitein Tontorf (P. Kouwenhoven) in
het eerste bedrijf optredend als de
Hertog van Montpensier, die vooral in
het tafereel met den glipper mooi
werk leverde.
De eerste schrede van de Timdeler
club op dezen weg werd stevig gezet.
Ze zal de tweede ook wel nemen en
naar we vermoeden, met nog meer
succes.
Nadat het spel afgeloopen was,
bracht de heer J. Jongmans, Bariton,
een oud lied ten gehoore begeleid door
Mej. de Haas (Mevr. de BockAlers
was verhinderd op te treden).
Het a Capella-koor gaf vervolgens
weer van zijn kunnen blijk. Vooral
de laatste coupletten waren mooi van
„Trotsche Neeltje". Er werd druk ge
applaudisseerd.
Aan het slot dankte de voorzitter
den heer Hovy met zijn zangeressen
en zangers, de pianiste en den heer
Jongmans voor de nobele poging om
in dezen tijd van oppervlakkigheid, de
degelijke zang weer ingang te doen
vinden in de harten van ons volk. Hij
dankte ook de Timdelerclub voor
haar prestaties en noemde bij name
mej. v. Houwelingen om in haar werk
ook de anderen te eeren. Spr. sprak
den wensch uit, dat de club op den in
geslagen weg zal voortgaan. Verder
dankte spr. den heer Plu met zijn vio
listen en allen die medegewerkt had
den tot het welslagen van den avond.
Spr. besloot met den wensch uit te
spreken dat God zijn vleugelen uit
strekken moge over het Koninklijk
huis, over land en volk, waarna hij
voorging in dankgebed.
Vermeld moet nog worden, dat de
costuums voor het spel geleverd wa
ren door den heer Hobbezak, Costu
mier, Breestraat, alhier.
Charlotte de Bourbon ontving een
bouquet witte Aronskelken, overhan
digd door kapitein Tontorf. En „lest
best" noemen we den regisseur van
het werk, den heer J. van Hooidonk,
die een exemplaar van „De lelie van
ons Vorstenhuis", in fraai en stempel-
bahd ontving, onder daverend applaus
Het was een prettige opgewekte
avond, waardoor de band met Oranje
opnieuw sterk gevoeld werd.
De zaal was goed bezet.
BENOEMING.
B. en W. van Haarlem hebben be
noemd tot inspecteur bij het Bouw- en
Woningtoezicht den heer J. Koelma,
technisch ambtenaar bij het Gem.
Bouw- en Woningtoezicht alhier.
DE BLAUW-KRAS WEDVLUCHT
„SOIGNIES" (179 K.M.)
J. Steenbergen 16812, Ten Wol-
de 21118, J. den Hollander 310
13—16, G. A. Spek 4—»—19—29, Chr.
Warmond 5—17, L. v. Vliet 720—27,
Swagers 14, P. v. d. Leek 152526, J.
G. Salzlé 21, Arbouw 2223, Schreu-
der 27, H. Flandrijn 2830.
Lossing 7 uur 5 minuten. Noorden
wind, helder. Eerst geconstateerde
duif 10 uur 21 min. 29 sec., laatst ge
constateerde duif 10 uur 47 min. 56 sec
Gisteren werd in de Donkersteeg
door een met paard bespannen wagen
een kinderwagen aangereden, waar
door deze ernstig werd beschadigd. De
schuld rust bij den bestuurder van de
sleeperswagen, die niet genoeg uitweek
In de Nieuw straat is een oud rij
wiel onbeheerd gevonden door de poli
tie. Er was geen belastingplaatje meer
l Inlichtingen ten politiebureele.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
Binnenland.
Vermoedelijke veilagiftg van brief»
port tegen 1 Juni a.s.
Felle boschbrand bij Venlo; duizen
den dennen in lichtelaaie.
Prinses Juliana in den Raad van
State.
Buitenland.
Het wetsontwerp op de vakvereenï-
o in gen. is gisteren in tweede lezing
door het Britsche Lagerhuis in behan
deling genomen.
De derde zoon van den koning van
Spanje is tot troonopvolger bestemd.
Belangrijke rede van Poincaré.
Aangehouden is de gesignaleerde
sigarenmaker J. v. D., die veroordeeld
was tot 5 of 5 dagen.
Gisteren zijn twee rijwielen ont
vreemd, een heerenrijwiel, dat onbe
heerd op den openbaren weg stond en
een damesrijwiel uit het gebouw van
't Nut.
Mej. v. d. T. heeft bij de politie
aangifte gedaan dat ze gisteravond
in de Moriaansteeg mishandeld is door
zekere V., die haar in 't gelaat heeft
GEVONDEN VOORWERPEN.
Huissleutels, t handschoenen, zak-
scha'artje, slobkous, pakje inh. kaar
tjes wol, rijwielbelastingplaatjes, kin-
dértaschje met inhoud, gedeelte van
een autokap, aanzetslinger van een
auto, bondenhalsband, portemonnaie
met inhoud, sleutel van een kraan,
dictaatcahier, doublé broche, rozen
krans in etui, damesparapluie, gouden
damesring met lila steen, zilveren re
montoirhorloge, blauwe jongenspet, ro
serve autowiel met band, dameslorg
net, jute zak, vulpen in houder, wol
len das, halsketting met R.K. medail
le, notitieboekje, bruin damestaschjej
met inhoud, ijzeren bout met ring, kin
der-platvoetzool, grijze heerenhoed, zil
veren halsketting met aanhanger, V. T.
rijwiellantaarn, zilveren rozenkrans,
pakje inh. monsters wol, bloeddrukap
paraat' in etui, zilveren rozenkrans in
beenen etui, 10 postzegels, R.K. kerk
boekje van P. Guley, brief van Mej.
L. Meyer, gouden lorgnet in etui, wit
kinderbontje, zakmesje, rozenkrans,
blauwe postduif, lakstempel met mo
nogram, heipaal, gymnastiekschoen,
bankbiljet van f 10, paar oorknopjes,
Psalmboekje van C. Grosman, Duitsch
natuurkundeboek, pakje inh. kinder-
ohdergoed, ijsmuts, portefeuille inh.
foto's, bruine heerenjas, honden.
Gevonden in de Ëïectrisehe' Tram
(Stadslijn); wandelstok, kerkboek.
Gevonden in het Postkantoor: bank
biljet.
Terug te bekomen en inlichtingen te
verkrijgen ten Politiebureau alhier el-
ken werkdag, behalve Donderdag en
Vrijdag, tusschen 1 en 3 uur n.m.
BINNENLAND.
DE BELASTINGDRUK.
Het Centraal Bureau voor de Statis
tiek heeft wederom het bekende over
zicht van den belastingdruk gepubli
ceerd, thans over het belastingjaar
1926/1927.
In het overzicht komen staatjes voor
betreffende de Rijksinkomsten- en Ver
mogensbelasting, waaruit o.a. blijkt,
dat ruim 66 pet. van alle aangeslagenen
in eerstgenoemde belasting een inko
men hebben beneden 2000 en geza
menlijk slechts 12 pet. bijdragen in het
totaalbedrag dezer belasting in hoofd
som.
Voorts hebben 0.04 pet. van alle aan
geslagenen een inkomen van 100.000
en hooger, welke categorie ruim 18 pet.
bijdraagt in het totaal der belasting.
Wat de Vermogensbelasting aangaat
kan worden vermeld, dat bijna 44 pet.
van alle aangeslagenen een vermogen
hebben beneden 30.000 die tezamen
bijna 8 pet. bijdragen in de totaalop
brengst dezer belasting, terwijl 0.62 pet.
van alle aangeslagenen een millioen of
meer vermogen bezit en gezamenlijk
ruim 18 pet. van het totaal der belas
ting betalen. Opvallend is 't dat in 's-
Gravenhage, zoowel het aantal aange-
'slagenen als 't bedrag der vermogens
belangrijk boven de overeenkomstige
cijfers van Amsterdam en Rotterdam
uitkomen, hoewel het aantal Inwoners
kleiner is.
In Lonneker en Emmen heeft meer
dan de helft der aangeslagenen in de
Rijksinkomstenbelasting slechts een in
komen bened. 1400. In de gemeenten
Hilversum, Rheden, 's-Gravenhage, Nij
inegen, Enschede en Arnhem zijn de
verhoudingscijfers betreffende het aan