CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN 8ste JAARGANG DINSDAG 3 MEI 1927 NUMMER 2118 LEIDSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaali 150 Par weeki 0.19 Franco per post per Wartaal i 2.90 BUREAU: Hooigracht 35 Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone adverteaüën per regel Xtj% cant Ingezonden Mededeelingen, dobbel tarief* Bi} contract, belangrijke reductie. Kleine advert en ti5a bi} vooruitbetaling ven ten hoogste 30 woorden, worden dage» li}ka geplaatst ad 40 cent Dii nummer bestaal uil TWEE Bladen. EERSTE BLAD. V Mogen, niet moeten. Er is m de verleende vergunning tot het houden van een optocht op Zon dag j.l. een element dat wij nog nader willen bezien. Daarvoor is noodig een klein© histo rische herinnering. Wij wezen er gisteren reeds op dat in 1921, toen 1 Mei ook op Zondag viel, te Haarlem een optocht geweigerd was. Dit gaf den Sociaal-Democraten aan leiding in de Tweede Kamer een motie voor te stellen waarin werd uitgespro ken dat het gewenscht is optochten op Zondag als regel toe te laten. Deze mo tie werd in een zeer onvoltallige Ka mervergadering, met behulp van 13 Roomsch Katholieke stemmen, aange nomen. Afgescheiden van de beteekenis, die het aannemen van de motie destijds had, toen een ontwerp Zondagswet in behandeling was, had deze motie hier en daar tot practisch gevolg, dat de Sociaal-Democraten ze als hefboom ge bruikten, om ook de gemeentebesturen naar hun hand te zetten. Ook hier in Leiden was het de beer Van Eek, die een motie indiende van den volgenden inhoud: „De Raad kennis genomen hebben de van de in de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal aangenomen motie, waar bij wordt uitgesproken, dat als regel het houden van optochten en meetings eventueel met muziek en banieren, op Zondag geoorloofd moet zijn, spreekt de wenschelijkheid uit, dat voortaan ook in Leiden het houden van optoch ten en meetings met muziek en banie ren op Zondag als regel zal worden toe gelaten". B. en W. brachten op 21 Mei hierover advies uit in dien zin dat den Raad in overweging werd gegeven om zich niet aldus uit te spreken. Dit advies was ge grond op de overweging: a. dat de Zondagswet al9 regel de openbare ver makelijkheden verbiedt en slechts vrijheid laat om daarvan af te wijken na afloop van alle godsdienstoefenin gen; b. dat waar openbare vermakelijk heden verboden zijn, omdat zij de hei liging van den Zondag benadeelen, ook dan wanneer men optochten daaron der niet zou willen rangschikken, de ze toch zeker nog meer tot ontheiliging leiden en c. dat in verband met het in voorbereiding zijn van een nieuwe Zondagswet een principieele bespre king in dén Raad geen zin heeft. Deze aangelegenheid gaf in de raads vergadering van 30 Mei 1921 aanlei ding tot zeer breedvoerige bespreking. Van de linkerzijde pleitte men voor de onbeperkte vrijheid van ieder om den Zondag door te brengen op de wij ze zooals ieder dat verkiest, mits men den kerkgang niet verhindere en de godsdienstoefening niet store. Daarentegen werd door de rechter zijde, met meer of minder klem van re denen het pleit gevoerd voor het hand haven van de wet, werd er voorts op gewezen dat ook al nam de Raad de motie aan, B. en W. toch geen andere houding zouden kunnen aannemen dan tot heden gevolgd, n.l. handha ving van de wet die naar hunne meè- ning dergelijke betoogingen in den re gel verbiedt. Het slot was dan ook dat de Raad met 13 tegen 12 stemmen de motie Van Eek verwierp. Indien wij otis niet vergissen heeft bij de nu verleende vergunning de ge dachte min of meer voorgezeten dat een optocht na afloop van de gods dienstoefeningen, dat is, om een be paald uur te noemen, des avonds na 8 uur, niet geweigerd kan worden. Wij meenen er op te moeten wijzen, dat ook in de discussie in 1921 ten on rechte een toon in die richting te be luisteren viel. Het is onjjuist het voor te stellen alsof hetgeen art. 4 der Zondagswet mogelijk maakt, ook gebeuren moet. Zelfs heeft een in 1921 gevoerde actie, die dezelfde strekking had als de Ka mermotie en de motie-Ven Eek, n.l. omzetting van den regel, geen succes gehad. Wij zeggen gelukkig niet. Hier toch ligt het cardinale punt. Wij willen onverpoosd strijden voor deze stelling dat de Zondag erkend blijve als de dag des Heeren. Wij heb ben als volk dien dag te eerbiedigen. Wie dezen dag niet wil heiligen kun nen en willen wij daartoe niet dwin gen, maar de ontheiliging moe ten wij tegengaan. Dat is den grond slag van onze heele Zondagswetgeving. Daarom is het ook een aanranding van dien grondslag om te spreken van het moeten toestaan van vergun ningen tot optochten en meetings. Er is alleen een mogen een kunnen toestaan des avonds. Het gemeentebestuur als uitvoerder van de wet heeft hier te overwegen of er redenen sijn van algemeen belang om dit uitzonderingsgeval aanwezig te achten. Zoo en niet anders staat het. Aan deze stelling houden wij met hand en tand vast. Y Geen noodzaak. Het spreekt vanzelf, dat de S.DA.P. tegen deze stelling ingaat. Zij zou niet revolutionair meer zijn als ze het niet deed. De S.D.A.P. heeft nog nooit anders gedaan dan gedemonstreerd dat al wat in de huidige maatschappij en in het huidige staats- en stadsbestuur vasthoudt aan de vaderlijke traditie, uit den tijd is. De S.D.A.P. is de partij van de „elleboog-politiek", zich zelf ruim haan te maken ten koste van de Christelijke traditie. Wanneer anderen zich dan opwer pen als de handhavers van de Chris telijke grondslagen, dan schreeuwt zij moord en brand om vermeend onrecht. Zij is niet tevreden met het eigen terrein, neen elk openbaar terrein moet haar dienen. De massa wil zij be ïnvloeden, gebruiken ten koste van de rechten van anderen. Dat is geen le vensbehoefte, neen dat is moedwillig vooruitgrijpen naar iets wat het hare niet is. Zoo ook met de optochten. De S. D. A. P. kan niet op goede gronden bewij- zij dat zij aldus demonstreeren moet. Toch wi] zij dat. Daarvoor moet de er gernis en de weemoed van anderen maar geofferd worden. Zij immers maakt uit dat het slechts ouderwetsch egoïsme is dat den Zondag heiligen wil Nu moet ieder die op straat zich niet storen wil aan de gestelde rege len voor den sterken arm buigen. De straat is er nu eenmaal alleen om op een bepaalde wijze te gebruiken. Zoo is het ook met den Zondag. Dat is niet een dag die ieder op het open baar terrein gebruiken kan zooals hij wil, neen hij is daarbij gebonden aan den regel dat hij in stille wijding door de menschen aan God wordt gewijd. Dat is nu eenmaal Christelijke tradi tie. Daaronder zal ook de S.D.A.P. zich moeten buigen. Hierin is volstrekt geen onrecht vaardigheid tegenover de S.D.A.P. Evenmin is er te Leiden reden om te zeggen dat de meening der meer derheid hier dringt in een andere richting. Integendeel de meerderheid is hier zeer sterk gehecht aan den Zondag. Daarom was er nu allerminst red«m het voor te stellen alsof het de natuur lijkste zaak van de wereld is, dat op Zondagavond vergunning is gegeven tot een 1 Mei-demonstratie. Het is een ongeoorloofde tegemoet koming aan de even ongeoorloofde eischen der S.D.A.P. Zoo zien wij het en niet anders. Y Een jokkentje? Ds. Kersten heeft op de jaarverga dering der S.G.P. gezegd, dat de Land- arbeidersbond ook al komt met gruote papieren en zware eischen, maai- zul ke arbeiders zouden hij hem geen cent verdienen. Naar aanleiding hiervan merkt Trof fel en Zwaard, 't orgaan van den Rot- terdamschen Chr. Besturenbond on deugend op, dat Ds. Kersten de Chr. vakbeweging zulk een slecht hart toe- draagt, dat hij er zelfs toe komt om onwaarheid te zeggen. Hebben wij niet eehs gehoord zoo zegt het blad - dat Ds. Kersten, 'behal ve herder en leeraar van zijn kudde en lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, ook nog bezitter van bouw land op de Zeeuwsche eilanden is Verondersteld'wordt natuurlijk, dat Ds. Kersten daar Christen-arbeiders heeft, die Christelijk georganiseerd zijn. Dus die wel wat aan Ds. K. ver dienen. Er was nog wel een andere opmer king bij te maken n.l. deze, dat Ds. Kersten al heel gemakkelijk zoo spre ken kan al9 hij gemeenlijk doet. Het Kamerlidmaatschap geeft, f5000. Het predikantschap geeft natuurlijk ook de „melk der kudde" en dan nog een weinig uit particulier bezit. Ja, Ja, dan kan men een veer weg blazen? STADSNIEUWS. N. C. O. O. B. We herinneren onze lezers aan de vergadering van den Nat. Chr. Geh. Onth. Bond. die morgenavond 8 uur in de Oosterkerk gehouden wordt, en waar Ds. Puns:'ie, uit Leiden en Ds. Koningsberger uit Amsterdam het woord hopen te voeren. Dat ieder, dis maar eenlgsztns kan, deze samenkomst bezoeke, zoowel om de beide sprekers uls orn het doel; de bestrijding der drankellende'. JULIANA FEESTAVOND DER LEIDSCHE CHR. ORANJEVEREEN. Op waardige wijze heeft gisteravond de Leidsche Chr. Oranjevereeniging met haar introducé's feest gevierd ter gelegenheid van den 18en verjaardag van Prinses Juliana. Het was niet een feest van daverend enthousiasme, m&ar meer een innig huldebetoon aan hét huis van Oranje. Tijdens de afwerking van het program ma heerschte in de zaal op sommige momenten een eerbiedige stilte. Het was een avond van gedenken, van te ruggaan in het verleden, van dank baar zijn voor alles wat ons volk in het huis van Oranje heeft ontvangen. De voorzitter, Ds. Thomas, opende de vergadering en liet zingen Ps. 103 1: „Loof, loof den Heer, mijn ziell met alle krachten", waarna hij voorging in gebed. Hierna heette hij in de eerste plaats welkom onzen nieuwen burgemeester, den heer A. van de Sande Bakhuijzen, wien hij Gods rijken zegen toewensch- te. Vervolgens sprak hij toe onzen oud Burgemeester, Jhr. Mr. Dr. N. C. de Gijaelaar. Wanneer, aldus spr., gij bin nen afzienbaren tijd onze stad gaat verlaten, dan blijft er, als het oude Leidsche versje waarheid bevat, geen eene goede Leidenaar meer in deze stad over. Spr. wenschte Z.Edelachtb ook op zijn verder levenspad Gods bes ten zegen toe. Deze woorden werden met een luid applaus begroet. De der de persoon die spr. uitdrukkelijk wil de noemen, was prof. Blok, wiens naam nauw aan de geschiedenis van het Vaderland is verbonden. Daarna heette spr. alle aanwezigen hartelijk welkom, speciaal die iets presteeren zouden en hij deed dat in Naam van Oranje. Hierna zette de muziek het Wilhel mus in, Waarvan twee coupletten door de aanwezigen staande gezongen wer den. Toen begon het inleven in de geschie denis. Het LeidscK a,£apella-koor, di recteur de heer Hovy, vertolkte de ge dachten van oud-Hollandsche dichters De klaagzang op den moord van Prin9 Willem I door Adr. Valerius klonk weemoedig door de zaal: ,.0 dag, o donker droeve dag". In het laatste cou plet klonk echter weer even de ver- trouwenstoon: „door 's Prinsen sprui ten haast, zal Spanje nog verwerd staan en verbaasd." Daarna zong het koor een der heer lijkste liederen uit den 80-jarigen oor log: Het lied van Blockersdijk, een lied op de verovering van die plaats, door de Spanjaarden in 1638, om daar na een danklied aan te heffen op het verslaan van de Spanjaarden in den zeeslag bij Rommekens. Hiermede was de juiste stemming gewekt, en toen onder leiding van den heer Plu, de muziek een inleiding speelde op de historische schets, die straks volgen zou, was de overgang gelijkmatig en bleven de toehoorders met hun gedachten in het tijdperk dat ze thans voor oogen zouden zien. •Het doek rees en men wierp een blik in een der zalen van het klooster te Jouarre, waar de abdisse in devoot ge peinzen verzonken zat. Wij geven hier een kort overzicht van het spel. Charlotte de Bourbon, de lieftallige dochter van den Hertog van Montpen- sier, is als novice in het klooster te Jouarre, om haar aan de Invloed van haar moeder, die Hugenote is, te ont trekken. Haar strenge vader tracht haar te overtuigen van de noodzake lijkheid om abdisse van het klooster te worden. Hij draagt Père Ruzé, de biechtvader van het klooster, op, haar daartoe te dwingen, wat deze doet door laffe bedreigingen. Charlotte ont vangt daarna wanneer ze tijdens een bezoek van Jeanne d'Albret, naar nood klaagt aan deze dame, een huwelijks aanzoek van Prins Lodewijk van Oran je, den broeder van Prins Willem. In het tweede bedrijf is Charlotte de Bourbon gevlucht uit het klooster te Jouarre en bevindt zich onder de be scherming van den keurvorst van het hof te Heidelberg. De Prins bevindt zich eveneens te Heidelberg, waar hij met Keurvorst Frederik plannen beraamt voor een nieuwen aanval. Hij ontvangt echter tijding uit Frankrijk, van den moord van de Coligny, waardoor hij over haast moet vertrekken, en waardoor hij geen gelegenheid heeft van Char lotte afscheid te nemen. •Het derde bedrijf speelt te Delft, waar de prins, pas hersteld van een zware ziekte, trouw verpleegd door Jeanne de Mousson, met den graaf van Tontorf spreekt over het beleg van Leiden. Een Leidsche glipper ver telt van de ellende en dat de wmd niet wil keernn en een geuzensoldaat bidt en smeekt den Prins om hulp, totdat een bode komt zeggen, dat da wind is gekeerd en dat het wa.er naar ae stad stroomt Jeanne de Mousson deelt den Prins mede, dat zijn liefde tot Charlotte door haar beantwoord wordt. Daar hij zelf niet naar Heidelberg kan gaan, schrijft hij de Prinses, en zendt Mar- nix van St. Aldegonde om haar ant woord. te vragen. Her vierde bedrijf* toont Charlotte, wanneer ze den brief van Prins Wil lem heeft ontvangen. Haar moeder, die ze in langen tijd niet weder heeft gezien verschijnt ten tooneele en een hartroerend oogenblik volgt. Ze hoort van haar, dat Anna van Saksen, de gemalin van Prins Willem nog leeft. Hierdoor weet ze niet, wat te doen. Zij ontvangt Maraix van St. Aldegonde, die haar uitlegt, waarom de Prins wel vrij is en haar geen beleediglng heeft aangedaan. Dan neemt ze Willems aanzoek aan. Wanneer we rekening houden met het feit, dat dit het eerste stuk van de Timdelerclub was in dien trant en dat het door eenige der leden zelf ge maakt was aan de hand van het be roemde boek van Caroline Alwater Mason „De lelie van ons Vorstenhuis" dan kunnen we werkelijk bewondering hebben voor deze prestatie. Over het algemeen werd er goed gespeeld. In het bijzonder werden de hoofdrollen goed vervuld. Charlotte de Bourbon (Mej. van Houwelingen) speelde uit stekend, vooral in haar rol van novice Ook de Prins van Oranje (C. Verra) zat goed in zijn rol in en als derde hoofdpersoon kunnen we noemen ka pitein Tontorf (P. Kouwenhoven) in het eerste bedrijf optredend als de Hertog van Montpensier, die vooral in het tafereel met den glipper mooi werk leverde. De eerste schrede van de Timdeler club op dezen weg werd stevig gezet. Ze zal de tweede ook wel nemen en naar we vermoeden, met nog meer succes. Nadat het spel afgeloopen was, bracht de heer J. Jongmans, Bariton, een oud lied ten gehoore begeleid door Mej. de Haas (Mevr. de BockAlers was verhinderd op te treden). Het a Capella-koor gaf vervolgens weer van zijn kunnen blijk. Vooral de laatste coupletten waren mooi van „Trotsche Neeltje". Er werd druk ge applaudisseerd. Aan het slot dankte de voorzitter den heer Hovy met zijn zangeressen en zangers, de pianiste en den heer Jongmans voor de nobele poging om in dezen tijd van oppervlakkigheid, de degelijke zang weer ingang te doen vinden in de harten van ons volk. Hij dankte ook de Timdelerclub voor haar prestaties en noemde bij name mej. v. Houwelingen om in haar werk ook de anderen te eeren. Spr. sprak den wensch uit, dat de club op den in geslagen weg zal voortgaan. Verder dankte spr. den heer Plu met zijn vio listen en allen die medegewerkt had den tot het welslagen van den avond. Spr. besloot met den wensch uit te spreken dat God zijn vleugelen uit strekken moge over het Koninklijk huis, over land en volk, waarna hij voorging in dankgebed. Vermeld moet nog worden, dat de costuums voor het spel geleverd wa ren door den heer Hobbezak, Costu mier, Breestraat, alhier. Charlotte de Bourbon ontving een bouquet witte Aronskelken, overhan digd door kapitein Tontorf. En „lest best" noemen we den regisseur van het werk, den heer J. van Hooidonk, die een exemplaar van „De lelie van ons Vorstenhuis", in fraai en stempel- bahd ontving, onder daverend applaus Het was een prettige opgewekte avond, waardoor de band met Oranje opnieuw sterk gevoeld werd. De zaal was goed bezet. BENOEMING. B. en W. van Haarlem hebben be noemd tot inspecteur bij het Bouw- en Woningtoezicht den heer J. Koelma, technisch ambtenaar bij het Gem. Bouw- en Woningtoezicht alhier. DE BLAUW-KRAS WEDVLUCHT „SOIGNIES" (179 K.M.) J. Steenbergen 16812, Ten Wol- de 21118, J. den Hollander 310 13—16, G. A. Spek 4—»—19—29, Chr. Warmond 5—17, L. v. Vliet 720—27, Swagers 14, P. v. d. Leek 152526, J. G. Salzlé 21, Arbouw 2223, Schreu- der 27, H. Flandrijn 2830. Lossing 7 uur 5 minuten. Noorden wind, helder. Eerst geconstateerde duif 10 uur 21 min. 29 sec., laatst ge constateerde duif 10 uur 47 min. 56 sec Gisteren werd in de Donkersteeg door een met paard bespannen wagen een kinderwagen aangereden, waar door deze ernstig werd beschadigd. De schuld rust bij den bestuurder van de sleeperswagen, die niet genoeg uitweek In de Nieuw straat is een oud rij wiel onbeheerd gevonden door de poli tie. Er was geen belastingplaatje meer l Inlichtingen ten politiebureele. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. Binnenland. Vermoedelijke veilagiftg van brief» port tegen 1 Juni a.s. Felle boschbrand bij Venlo; duizen den dennen in lichtelaaie. Prinses Juliana in den Raad van State. Buitenland. Het wetsontwerp op de vakvereenï- o in gen. is gisteren in tweede lezing door het Britsche Lagerhuis in behan deling genomen. De derde zoon van den koning van Spanje is tot troonopvolger bestemd. Belangrijke rede van Poincaré. Aangehouden is de gesignaleerde sigarenmaker J. v. D., die veroordeeld was tot 5 of 5 dagen. Gisteren zijn twee rijwielen ont vreemd, een heerenrijwiel, dat onbe heerd op den openbaren weg stond en een damesrijwiel uit het gebouw van 't Nut. Mej. v. d. T. heeft bij de politie aangifte gedaan dat ze gisteravond in de Moriaansteeg mishandeld is door zekere V., die haar in 't gelaat heeft GEVONDEN VOORWERPEN. Huissleutels, t handschoenen, zak- scha'artje, slobkous, pakje inh. kaar tjes wol, rijwielbelastingplaatjes, kin- dértaschje met inhoud, gedeelte van een autokap, aanzetslinger van een auto, bondenhalsband, portemonnaie met inhoud, sleutel van een kraan, dictaatcahier, doublé broche, rozen krans in etui, damesparapluie, gouden damesring met lila steen, zilveren re montoirhorloge, blauwe jongenspet, ro serve autowiel met band, dameslorg net, jute zak, vulpen in houder, wol len das, halsketting met R.K. medail le, notitieboekje, bruin damestaschjej met inhoud, ijzeren bout met ring, kin der-platvoetzool, grijze heerenhoed, zil veren halsketting met aanhanger, V. T. rijwiellantaarn, zilveren rozenkrans, pakje inh. monsters wol, bloeddrukap paraat' in etui, zilveren rozenkrans in beenen etui, 10 postzegels, R.K. kerk boekje van P. Guley, brief van Mej. L. Meyer, gouden lorgnet in etui, wit kinderbontje, zakmesje, rozenkrans, blauwe postduif, lakstempel met mo nogram, heipaal, gymnastiekschoen, bankbiljet van f 10, paar oorknopjes, Psalmboekje van C. Grosman, Duitsch natuurkundeboek, pakje inh. kinder- ohdergoed, ijsmuts, portefeuille inh. foto's, bruine heerenjas, honden. Gevonden in de Ëïectrisehe' Tram (Stadslijn); wandelstok, kerkboek. Gevonden in het Postkantoor: bank biljet. Terug te bekomen en inlichtingen te verkrijgen ten Politiebureau alhier el- ken werkdag, behalve Donderdag en Vrijdag, tusschen 1 en 3 uur n.m. BINNENLAND. DE BELASTINGDRUK. Het Centraal Bureau voor de Statis tiek heeft wederom het bekende over zicht van den belastingdruk gepubli ceerd, thans over het belastingjaar 1926/1927. In het overzicht komen staatjes voor betreffende de Rijksinkomsten- en Ver mogensbelasting, waaruit o.a. blijkt, dat ruim 66 pet. van alle aangeslagenen in eerstgenoemde belasting een inko men hebben beneden 2000 en geza menlijk slechts 12 pet. bijdragen in het totaalbedrag dezer belasting in hoofd som. Voorts hebben 0.04 pet. van alle aan geslagenen een inkomen van 100.000 en hooger, welke categorie ruim 18 pet. bijdraagt in het totaal der belasting. Wat de Vermogensbelasting aangaat kan worden vermeld, dat bijna 44 pet. van alle aangeslagenen een vermogen hebben beneden 30.000 die tezamen bijna 8 pet. bijdragen in de totaalop brengst dezer belasting, terwijl 0.62 pet. van alle aangeslagenen een millioen of meer vermogen bezit en gezamenlijk ruim 18 pet. van het totaal der belas ting betalen. Opvallend is 't dat in 's- Gravenhage, zoowel het aantal aange- 'slagenen als 't bedrag der vermogens belangrijk boven de overeenkomstige cijfers van Amsterdam en Rotterdam uitkomen, hoewel het aantal Inwoners kleiner is. In Lonneker en Emmen heeft meer dan de helft der aangeslagenen in de Rijksinkomstenbelasting slechts een in komen bened. 1400. In de gemeenten Hilversum, Rheden, 's-Gravenhage, Nij inegen, Enschede en Arnhem zijn de verhoudingscijfers betreffende het aan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1