NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 20 ARPIL 1927
TWEEDE BLAD.
WAT DE BLADEN ZEGGEN.
Een particulier bedrijf dood'
gemaakt.
„De Ned. Werke-ever'', orgaan van
het Verhond van Ned. Werkgevers,
schriift in zijn ionsrste nummer over
de bekende kwestie van he+ Rijk en de
huistelefoon installaties o.m.:
Aanvankelijk, toen slechts tot 1
Juli a.s. particuliere installateurs,
naast het Rijk installaties mochten
aanleggen, was na 1 Januari 1927
slechts de uitbreiding van bestaande
installaties geoorloofd, die geen wijzi
ging in het type daarvan aanbracht,
echter met deze restrictie, dat daar
mede bet bestaande contract van de
inrichting niet mag worden verlengd.
De termijn van 1 Januari 1327 is nu
een jaar later, derhalve 1 Januari 1923
geworden. Practisch komt deze bepa
ling hierop neer, dat uitbreiding van
particuliere telefoon-inrichtingen on
mogelijk wordt gemaakt. Bij uitbrei
ding van een kantoor zal bijv. niet
zijn toegelaten de aanleg van een au
tomaat ten gerieve van het interne te
lefoonverkeer, evenmin een aanslui
ting meer op het Rijksnet. Dit zijn z.g.
uitbreidingen, die het type der instal
latie wijzigen. Alles is even onbevre
digend, zoowel voor de bestaande par
ticuliere installateurs als voor de te
lefoongebruikers. De voornaamste van
de particuliere huistelefooninstalla
teurs, de Ned. Huistelefoonmaatschap
pij. had een overgangstermijn ver
zocht van IJ* jaar, om haar voorra
den te kunnen liquideeren en haar ge
specialiseerd personeel aan andere be
trekkingen te kunnen helpen. Het is
haar niet toegestaan. Het particuliere
bedrijf moet kapot gemaakt worden
De verlenging van den overgangster
mijn met een half jaar is een doekje
voor het bloeden. Hoe het zal gaan
met de bestaande contracten, is niet
duidelijk; de autoriteiten willen er
zich niet over uitlaten. Maar uit het
geen wij hierboven omtrent eventu-
eele uitbreiding van bestaande instal
laties mededeelen valt af te leiden,
dat móderniseering van eenmaal aan
gebrachte particuliere telefooninstalla
ties zal uitgesloten zijn. Onder die om
standigheden is uiteraard het afslui
ten van nieuwe contracten door parti
culiere installateurs onmogelijk. Maar
mag een dergelijke rechtsonzekerheid
worden geduld? Noch de Ned Huiste
lefoon Maatschappij, noch eenig an
der particulier installateur, noch de
industriëelen en andere gebruikers
van gecombineerde toestellen weten
thans, wat er met hun installaties zal
gebeuren bij uitbreiding of bij repara
tie. Daarbij gaat het publiek er op
achteruit. Bij de Ned. Huistelefoon-
Maatschappij kreeg men steeds nieu
we. prima toestellen; men kon ook
gelasqueerde luxe-toestellen krijgen.
Het Rijk geeft eenvoudig wat het kwijt
Wil zijn: oude. gebruikte toestellen,
wanneer het geen nieuwe beschikbaar
heeft. Reeds thans blijkt ook. hoe
stroef het Rijk zijn klanten bedient; er
zijn firma's, die nu reeds een paar
maanden op installaties door het Rijk
wachten; de particuliere installateur
tot wien men zich wendt, geeft binnen
twee of drie dagen offerte; het Riik
geeft soms wekenlang zelfs geen ant
woord op een aanvraag! Onlangs vroeg
een der leden van ons Verbond den
prijs aan voor een installatie bij par
ticulieren en bij het Rijk, om een ver
gelijking te kunnen maken. Het Rijk
had nog geen prijzen!...."
Het blad waarschuwt ten slotte alle
voorstanders van het particuliere be
drijf: „heden ik en morgen gij!"
Het einde der ellende?
„De Standaard" driestart:
Als Mr. Rutgers terugkomt uit Ge-
nève, waar hij zich zoo dapper weer
de, zal hij er meer van kunnen ver
tellen, maar zonder vrees voor tegen
spraak kan nu reeds worden gezegd:
een succes was de voorbereiding voor
de Ontwapeningsconferentie niet.
Indien onze „eenzijdige ontwapena-
FEUILLETON.
DORPSTOONEELEN.
14) o—
Alleen in de gemeente-woningen
ging t recht levendig toe. Onder was
dit huis onbewoond, en alleen boven
weerklonk een luid geschreeuw en ge
tier. Daar waren drie kamers. De twee
grootste (ze waren nog klein genoeg)
vormden de residentie van den opper
sten monarch van Hartenhausen, Kei
zer, en zijner hoogheids talrijke nako
melingschap. Hoe hij deze daar ner-
bergde, was in elk geval een staatsge
heim. De enge kamer daar tegenover
bewoonde Johan George Joekel, bijge
naamd Hola.
De goede verstandhouding tusschen
de beide rijken was thans ver
stoord. Een oorlogsverklaring scheen
voor de deur te staan. Reeds weer
klonken over het onzijdige gebied, het
voorhuis, over en weer krachtwoor
den, zooals dij in de taal van voor
zichtige diplomaten en van staatshoof
den weinig gebruikelijk zijn.
„Jij meent wel, dat ik je mijn zuur
verdiend geld door den keel moet ja
gen! Elk oogenblik komt ge en wilt ge
te eten hebben. Waarom verdrink je
dan het brood en de koffie, die de ge
meente je geeft? En vandaag wil je
bovendien nog geld hebben. Het zal
me laat invallen, dat te geven. Daar
ren" nog vlaggen bezitten, zullen zij
goed doen, die niet uit te steken.
De grootsche verwachtingen, die van
de zoogenaamde Ontwapenings-confe-
rentie door onderscheidenen gekoes
terd werden, traden tot hiertoe niet in
vervulling.
De laatste vergadering van den Vol
kenbond sprak de verwachting uit dat
vóór baar eerstvolgende bijeenkomst,
vóór September 1927 dus. eene confe
rentie zou worden gehouden, die het
vraagstuk van ,,de benerking der be
wapening" aan de orde zou stellen.
Met beminnelijk optimisme werd die
„beperking der bewapening" door een
spraakmakende menigte tot „ontwape
ning" omgetooverd.
Maar heel veel verder bracht dat
beminnelijk optimisme het niet.
Een internationale commissie zou
de „Ontwapenings-conferentie" voor
bereiden en wel overwogen voorstellen
op de dagorde brengen. Die Commis
sie zou in Janiiari van dit jaar bijeen
komen om tijdig vóór September de
groote conferentie te doen plaats heb
ben.
Van begin tot eind evenwel werd het
„pech".
Door Engelands toedoen kon de sa
menkomst in Januari niet plaats heb
ben en moest zij tot in het Voorjaar
worden verschoven. Dat was het be
gin der misère.
Toen zij einde Maart te Genève bijeen
kwam, bleek na wekenlange discussie
dat zij niet tot eenstemmigheid kon
komen en in arren moede werd de
voortzetting uitgesteld tot het eind van
dit jaar. Dat was het vervolg der mi
sère.
En wat zal het einde der ellende
wezen?
Diepgaande meeningsverschillen kwa
men bij de voorbereiding aan den dag.
Frankrijk staat sympathiek tegen
over het denkbeeld van beperking der
vloot, Engeland wil alle aandacht
schenken aan vermindering van het
leger
Frankrijk wil een beperking van de
totale tonnenmaat der vloot, Engeland
acht het noodzakelijk, dat rekening
wordt gehouden met de verschillende
klassen der oorlogsschepen.
Toen in het protocol van Genève de
leuze was aangegeven: arbitrage, be
veiliging, ontwapening., achtte Enge
land de volgorde verkeerd en wilde
het eerst met gedeeltelijke ontwape
ning beginnen Nu de gedeeltelijke ont
wapening aan de orde komt, gaat zijn
voorliefde weer naar arbitrage uit.
Italië is halsstarriger dan ooit en
wil van eenige vrijheidsbeperking, die
zijn chauvinistisch imperialisme zou
belemmeren, niet weten.
Waarlijk, het eind der ellende is nog
niet te zien.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Ber o'epen: Te Rijssen, P. J. Steen-
beek te Kamp en.
Bedankt: Voor Nieuwpoort, S. Q
Groeneveld te Leerdam.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Meppel (vac.-Dr. J
Thns) C. W. Keur te Heinkenszand; en
J. H. Kuiper te Drachten.
Beroepen: Te Oudehorne ,S. Wou
ters, Cand. te Exmorra. Te Boskoop, G.
B. Wurth te 0. en W. Souburg.
Bedankt: Voor Zwartsluis, IJ. K
Vellenga te Oosterzee.
CHR. GEREF. KERIC.
Beroepen: Te Nieuwe Pekela, K
G. van Smeden te Kampen.
VRIJE GEREF. GEM.
Aangenomen: Naar IJsseimoinde,R
Toes te 0verberg (Utrecht).
Ds. J. J. KLOQTS.
Ds. J. J. Klools, Ned. Herv. Predate
Zwammerdam, zal wegens een ernstige
ongesteldheid op medisch advies 2 maaa-
den niet mogen preeken.
Ds G. J. A. OFFERHAUS.
Heden herdenkt Ds. G. J. A. Offer
hans, Ned. Herv. Predikant te Eerne-
woude (Fr.), zpjn 25-jarige ambtsbedie
ning.
De jubilaris werd in 1873 geborenen
boven is de bron. Ga daar heen, als je
dorst hebt, jij oude drinkebroer."
Aldi;s Keizer. Breed-spoorsch stond
hij in de open deur en vulde ze geheel,
als een juist beeld der vuile, afzichte
lijke ondeugd. Tegenover hem, tegen
de deur der kamer, leunde de verval
len gestalte van Johan George Joekel.
Diep in hunne kassen lagen de met
bloed doorloopen oogen. Zijn handen
verkeerden in onophoudelijk sidderen
de beweging. Zijn stem had niets men-
schelijks meer. Zij klonk als het hee-
sche geblaf van een ouden hond.
„Keizer, ik heb al in geen drie dagen
meer jenever gehad. Ik kan 't niet
meer uithouden, en honger heb ik als
twee wolven, en nu wilt gij, dagdief,
mij nog niet eens vijf pfennig voor 'n
kleintje geven. Jij bent nog gieriger
dan mijn neef Mowel, de burgemees
ter."
Deze verwijtende vergelijking scheen
op den monarch indruk te maken.
„Ik heb zelf geen geld meer."
„Jij liegt, uw vrouw iè eerst gis
teravond van een bec^pl-tocht thuis ge
komen, en al het gebedelde hebt ge
aan Frits Hodel verkocht."
„Ja, maar die geeft me toch geen
geld. Daarvoor krijg ik alleen bier en
jenever. Gij weet toch, hij is een bloed
zuiger en menschenvilder."
„Ja, dat is hij. Een menschenvilder",
kraste Hola.
Beiden schenen nu in een meer tot
verzoening geneigde stemming te ko-
in 1901 Candidaat in Groningen, om 20
April 1902 te Groot-Schermer in het
predikambt bevestigd te worden. Sinds
16 Augustus 1908 dient de jubilaris zijn
tegenwoordige gemeente.
Ds. A. POS.
Ds. A. Pos, Missionair Geref. Predi
kant te Djokja, hoopt met de J. P. Coea
die 13 Juli a.s. van Batavia vertrekt,
met verlof naar Holland te gaan.
Dr. VAN LEERSUM.
Dr. v. Leersum, die tijdelijk aJs Missio
nair Arts te Solo heeft gewerkt, en
thans weer in Holland is, zal zich be
kwamen voor oogheelkunde, om daarna
weer de Geref. Zending te Solo als Mis
sionair Arts te gaan dienen.
DE UNIE „EEN SCHOOL MET DEN
BIJBEL".
Maandag werd te Utrecht de 49ste
jaarvergadering gehouden van De Unie
„Een School met den Bijbel".
De voorzitter, Ds. A. de Geus, wees
er in zijn openingswoord op, dat de
Unie behoefte heeft aan erkenning van
rechten en bestaansrecht. Steeds hebben
wij, aldus spr., geweigerd het zoeken
van rechtspersoonlijkheid in den Staat,
daar wij het van veel meer belang acht
ten in het hart des volks ons „raison
d'etre"' erkend te zien. Daarom zijn wjj
dankbaar als ons iets daarvan mag blij
ken. De jaarlijksche Uniecollecte steeg
in het vorige jaar weer boven de hon
derd duizend. Daarin is weer bevestigd
de uitspraak der vergadering van vóór
7 jaar. toen Gonda ons een leelijke pijp
wilde laten rooken en Arnhem ons wilde
brengen tot abdiceeren. Wij hebben, toen
met krachtige hand hun voorstellen op
zijde geschoven en met 55 tegen 7 stent
men gezegd: de Unie mag en moet blij
ven bestaan en werken.
Wii moeten hebben een School met
den Bijbel, aldus spr., een vrije school
met den Bijbel, zullen wij onze ideëele
nationale schatten bewaren.
Op den Bijbel had Prof. Cramer het
verleden jaar reeds gemunt. Het Bg-
belsch onderwijs is volgens dien hoogge
leerde aan onze onderwijzers niet toe
vertrouwd. Wat het gewone publiek voor
den Bijbel houdt, is eigenlijk niet het
heilige boek. „De"' wetenschap zal dat
uitmaken; |de „Wetenschap", weet n
Eerst als onze onderwijzers knechten
van de „Wetenschap", dit is van Prof
Cramer c.s. zijn, kan hun dat Bijbelsch
onderwijs toevertrouwd en dan uit een
anderen dan onzen tegenwoordig en Bij
bel.
Prof. Eerdmans de Professoren lei
den den frontaanval maakte liet nog
erger. „School met den Bijbel" is vod
gens dien hooggeleerde nu heel wat an
ders dan vóór vijftig jaren. Omdat wij,
volgens hem, heel anders staan tegen
over den Bijbel dan Groen van. Prinste-
rer c.s., is die naam geantikeerd, ver
ouderd, en moet dus verdwijnen. De
grond is weggezonken onder de School
met den Bijbel. Met den naam moet nu
ook die Bijbel eerlijkheidshalve weg
tenminste volgons Prof. Eerdmans.
Menschen als zulke Professoren ma
ken het duidelijk, dat bij hen, die het
Woord Gods verwerpen, geen wijsheid
wonen kan.
Vervolgens wees spr. er op, dat de
v r ij h e i d van de school wordt bedreigd
door de roode j,Bonde"-lingen. Het zal
dus onze taak zijn er voor te waken? dat
de Unie „Een School met den Bijbel"
erkend worde.
Voorts stelde de voorzitter de ven
diensten van oud-Minister De Visser in
het licht, evenals die van een anderen
70-jarigen, den grijzen Wirtz, en herin
nerde aan de stichting van een paedag»
gischen leerstoel door de vereeniging
„Gereformeerd Schoolverband", waan
aan Prof. Dr. J. Waterink weid verbon
den.
De. J. L. Pierson huldigde hierop den
voorzitter, die in het voorjaar eveneens
den 70-jarigen leeftijd heeft bereikt.
Het jaarverslag werd vervolgens goed
gekeurd.
Aan de Mededeelingen ontlecnen wij
dat het bestuur der Unie heeft besloten
ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan
der Unie in den loop van het jaar 1928
een „gedenkboek" uit te geven, waarin
het Volkspetitionnement van 1878 en
de geschiedenis der Unie gedurende eén
halve eeuw beschreven zullen worder.
Met de samenstelling van dit gedenk
boek heeft zich Ds. J. (X Rulhnann van
Utrecht willen belasten. Verder ligt het
men. Heel natuurlijk. Niets vereenigt
twee kemphanen sneller, dan wanneer
zij een derden kunnen te lijf gaan.
Juist wilde Keizer nogmaals feeste
lijk zijn meening over den waard Ho-
del uitspreken, toen hij plotseling een
krachtigen stoot in zijn rug kreeg.
„Au," schreeuwde hij en draalde
zich om. Achter hem stond met woe
dende gelaatstrekken een klein, in
lompen gekleed vrouwspersoon. Dat
was Liesbeth, zijn beminnelijke ge
malin.
„Wat," toornt ze, „ik heb me de
voeten kapot geloopen en den rug
krom gedragen, en jij, zuiplap, hebt
wederom alles verschacherd."
Bij die woorden pakte ze hem in de
borst en trok hem in de kamer. De
grove kerel bukte zich als een ondeu
gende jongen, die bevreesd is voor oor
vijgen. Dreunend viel de deur achter
het teedere echtpaar in het slot. Nog
lang echter klonk het gekijf der schoo-
ne Liesbeth en daartusschen de vrees
achtige stem van haar dapperen echt
genoot en heer.
Troosteloos stond Hola in de gang.
Zijn laatste hoop was vervlogeïi. Hij
begon te overpeinzen, tot wien hij zich
nog wenden kon. Zijn eerste brood
werd hem niet voor over drie dagen
uitgodeeld en vóór dien tijd kreeg hij
't niet. In Hartenhausen was ook alle
bedelen voor hem vergeefsche moeite.
Zou hij naar Schleedorp gaan? Doch,
al was de afstand daarheen maar een
in het voornemen, in een buitengewone
vergadering, te Utrecht te houden, bet
petitionnement van 1878 em de stichting
der Unie op 23 Januari 1879 plechtig te
herdenken.
Verschillende rapporten werden uit
gebracht, waarna eenige subsidie-voor
stellen werden behandeld en aangeoo
men.
Bij de rondvraag werd door 'den heer
Verwoerd (Arnhem') de wenschelijkheM
bepleit, het vijftigjarig jubiTeumi niet
alleen centraal, maar Tamelijk te la
ten vieren. Hij vroeg tan deze leiding
van het H. B.
De voorzitter merkte op, dat de zaak
de aandacht van het hoofdbestuur zal
hebben.
In de middagvergadering hield de
heer J. Strikweïrda van Dokkum, een
referaat over: „In nieuwe stroomingen
de oude koere".
Uit het Sociale Leven.
DE ZIEKTEWET.
Het Christelijk Nationaal Vakver
bond, het Nederl. Werkliedenverbond
„Patrimonium" en het R.-K. Werklie
denverbond in Nederland, hebben het
volgende verzoekschrift gericht tot
Zijne Excellentie den Minister van Ar
beid, Handel en Nijverheid.
Excellentie,
Bij dezen nemen wij beleefd de vrij-
neid, de volgende opmerkingen, waar
toe het voor-ontwerp van Wet tot wij
ziging van de Ziektewet ons aanlei
ding geeft, onder Uwe welwillende
aandacht te brengen.
Groote waardeering hebben wij voor
Uw streven om te komen tot een spoe
dige invoering van de wettelijke ver
plichte ziekteverzekering, waarop nu
reeds meer dan veertien jaren door de
Nederlandsche arbeiders wordt ge
wacht. Met 't oog daarop zijn ook wij
bereid tot 'n compromis, voor wat be
treft de organisatie van de verzeke
ring.
Toch hebben wij ernstig bezwaar te
gen de in het voor-ontwerp voorgedra
gen regeling, waarvan het gevolg zal
zijn, dat de arbeiders meermalen gee
nerlei invloed zullen vermogen uit te
oefenen op de keus van de kassen,
waarbij zij verzekerd zullen zijn. Het
is zelfs mogelijk, dat de arbeider niet
weet, bij welk orgaan hij verzekerd is.
En in eik geval dreigt bij enkele vor
men van organisatie van daadwerke
lijke medezeggenschap der arbeiders
weinig of niets terecht te komen.
Dat gevaar is met name in buiten
gewoon sterke mate aanwezig bij de
zoogenaamde „Ondernemingskassen'
Weliswaar wordt hier als voorwaarde
voor de erkenning geëischt, dat ten
minste de helft van het bestuur door
de verzekerde arbeiders zal worden
aangewezen, maar tegenover den on
dernemer-voorzitter of uiens vertegen
woordigers missen de bij de onderne
ming werkzame arbeiders veelal de
vrijmoedigheid, om hun meening te
zeggen of te handhaven.
Bij het wettelijk regelen der ziekte
verzekering mag o.i. niet worden uit
het oog verloren, dat in deze materie
het werknemersbelang overheerschx,
terwijl er groot gevaar bestaat, dat dit
belang bij de ondernemingskas niet
voldoende tot uitdrukking komt.
Deze vorm van verzekering .leent zich
meer dan welke vorm ook tot het be
vorderen van selectie. Wij weten wei,
dat het voor-ontwerp met intrekking
dor erkenning bedreigt de onderne
mingskas, die 9electie toepast, doch
het is voldoende bekend, dat in de hui
dige verhoudingen een werkgever, die
zich van een arbeider wil ontdoen,
over velerlei middelen daartoe be
schikt, waarbij de schijn van selectie
wordt vermeden.
Een van de onderteekenaren, n.l.
het R.-K. Werkliedenverbond, heeft te
gen dezen vorm van ziekteverzekering
zoo ernstige bezwaren, dat het liever
geen ziektewet ziet tot stand komen,
dan eene, welke de „ondernemings
kassen" sanctionneert.
Hoewel de andere onderteekenaren
dit standpunt niet deelen, meenen zij
tocji, dat de ondernemingskassen zon
der bezwaar kunnen vervallen, wan
neer de mogelijkheid wordt geopend
in de organisatie der Bedrijfszieken-
goed half uur, zoo verdroegen hem nu
zijn beenen niet meer. Plotseling
schoot hem een reddende gedachte te
binnen. Hij strompelde in zijn kamer
en kwam weldra terug met een stok
in de hand. Met veel moeite ging hij
de steile trappen af en sloeg den weg
in naar het schoolhuis.
Volker en zijn moeder zaten juist
aan het middageten. De onderwijzer
stond op toen hij de voordeur hoorde
openen en wa9 niet weinfg verbaasd,
den vervallen drinker voor zich te
zien. Met deemoedigen haast trok Ho
la bij het zien van den onderwijzer
den kalen hoed van het hoofd, maak
te een diepe buiging en begon: „Ik
wensch u een gelukkig nieuwjaar,
vrede, gezondheid en een lang leven,
daarna moge God u de eeuwige geluk
zaligheid geven."
Met klimmende verwondering aan
hoorde de onderwijzer dien geluk-
w.ensch: „Ben je niet goed bij 't hoofd.
Joekel, 't is nu toch geen nieuwjaars
dag."
„Zoo, nog niet nieuwjaarsdag", mur
melde Hola en schudde twijfelend het
hoofd heen en weer.
„Nu, dat weet gij toch ook wel, Joe
kel, met nieuwjaar rooien de men
schen toch geen aardappelen."
„Zoo, zoo, dat hindert niets. U
kunt mij die vijftig pfennig ook nu
wel geven, dan behoef ik ook niet
meer terug te komen, om nieuwjaar te
wenschen,"
kassen commissies voor de onderno
mingen op te nemen.
Mocht wat wij ten zeerste zouden
betreuren de vorm der „onderne
mingskassen" in het definitieve ont
werp worden opgenomen, dan hopen
en vertrouwen wij, dat daarin als voor
waarde voor de erkenning eener zoo
danige kas zal worden geëischt, dat de
arbeiders der betrokken onlerneming
met eene meerderheid van drie
vierden van het totale aantal arbeiders
bij schriftelijke en geheime stem
ming hunne bereidwilligheid om tot
zoo'n kas toe te treden moeten uitspre
ken.
De „erkende bedrijfsvereeniging"
van art. 101 schijnt ons een eenigszins
zonderlinge figuur. Leden zijn werkge
vers, die over statuten enz. beslissen,
terwijl in bet bestuur tenminste twee
vertegenw. van werkneunersvereen.
dus niet-leden moeten zitting
hebben. Logisch schijnt dit niet. Bo
vendien zal de medezeggenschap der
arbeiders ook hier i de practij.k wei-:
nig beteekenen.
Boven de in bet voor-ontwerp be
doelde bedrijfsverenigingen geven wij
de voorkeur aan bedrijfskassen, inge
richt, als hieronder nader aangegeven.
Deze voorkeur is mede gebaseerd op
het vertrouwen, dat samenweking v.
werkgevers- en werknemersvertegen
woordigers binnen door de Wet getrok
ken lijnen en op eer; beperkt terrein
de thans helaas nog dikwijls zeer treu
rige verhoudingen gunstig zal kunnen
beïnvloeden, een sfeer zal scheppen,
waarin de geneigdheid om ook op an.
der terrein vruchtbaar samen te wer
ken zich zal kunnen ontwikkelen.
Dit achten wij een zoo groot maat-»
schappelijk goeij, dat wij wat ons
volkomen toelaatbaar voorkomt de
uitvoering der ziekteverzekering daar
aan zouden willen dienstbaar maken.
Natuurlijk onder zoodanige bepalin
gen, dat bet hoofddoel der verzekering
er niet door in verdrukking komt.
Maar willen de bedrijfskassen voor:
dit doel dienstbaar zijn, dan moeten
zij anders worden ingericht, dan het
voor-ontwerp aangeeft; dan moet voor,
de oprichting van een bedrijfsvereenL
ging de medewerking van de werkne
mers zoowel als van de werkgevers
worden vereischt, dan moet de bedrijfs
kas gedragen worden door werkgevers
en werknemersorganisaties en moet zij
.bestuurd worden door een paritair,
door deze organisaties samengesteld
bestuur.
Wordt voor elk bedrijf slechts ééne
kas erkend ook ter voorkoming van
versnippering gewenscht dan zal de
medezeggenschap der arbeiders be
hoorlijk tot haar recht komen, dan
zal dit instituut ongetwijfeld den so
cialen vrede kunnen bevorderen.
Wanneer bovendien de mogelijkheid
wordt geschapen om in de onderne
mingen commissies werkende on
der 'leiding van het bestuur te vor
men, op gelijke wijze als het bestuur
der bedriifskas samengesteld, dan kan
plaatselijk eene behoorlijke controle
worden uitgeoefend en zal ook zijn re
kening gehouden met de noodzakelijk
heid van decentralisatie, welke voor
al bij ziekteverzekering op den voor-»
grond treedt.
Geen bezwaar is er, dat de verschil
lende Bedrijfskassen zoonoodig een
lierverzekerings-in&tituut in het leven
roepen.
Is er een hedrijfskas, als boven be
doeld een voor de arbeiders veel aan
nemelijker orgaan dan de „bedrijfs-
vereeniging" van het voor-ontwerp
dan schijnt aan de ziekengeldregeling
bij collectief contract geen behoefte.
Deze vorm van regeling der materie
laat ruimte voor allerlei vragen. Is er
fondsvorming? Hoe zal 't gaan met de
eventueele aanspraken der arbeiders
na het beëindigen der overeenkomst?
Vermoedelijk zullen de werkgevers 1
velen althans zich door verzekering
tegen het uit de collectieve arbeids
overeenkomst voortvloeiende risico
dekken. Verdient het geen aanbeveling
om winstbeoogende maatschappijen
uit te sluiten?
Gezien onze bereidwilligheid om
naar een compromis te streven, willen
wij geen bezwaar maken tegen de er
kenning van de „bijzondere kassen".
Maar er dreigt een groote verbrokke
ling, indien het in art. 90 genoemde
„Aha," lachte Volker, „zit daar de
knoop. Nu begrijp ik waarom bij u
October en Januari samenvallen. Je
hebt geen drinkgeld meer. Denk daar
maar niet aan. Nooit zult gij van mij
geld ontvangen."
Trotsch richtte Hola zich op: „Als
van alle menschen toch eens de tong
verbrandde die gelogen hebbenik!
zou jenever drinken?"
Volker wilde iets antwoorden. Zijn
moeder echter was hem voor: „Niet
waar, Joekel, gij hebt honger?"
„Ja, mevrouw, erg en honger."
Vlug bracht de oude vrouw 'n bord
groenten en vleesch en zette het hem
op de tafel in het voorhuis. Het kwam
haar toch wel wat bedenkelijk voor,
den onzindel ijken gast in de keuken
op te disschen.
Volker ging met zijn moeder terug
in de kamer. Nauwelijks hadden zij
zich weer neergezet, toep vanuit het
voorhuis op luiden toon de heesche
stem van Hola weerklonk: „Dankt
den Heer, want Hij is vriendelijk, en
Zijne goedheid duurt eeuwig. Amen."
Bekommerd zeide vrouw Volker tot
baar zoon: „Hoe diep een mensch toch'
zinken kan. Nu bidt de schelm het ge
bed, dat zijn moeder hem als kind ge
leerd heeft, opzettelijk zoo luid, opdat
wij hem voor een vroom man houden
en hem geld geven zouden."
(Wordt vervolgd.)