NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 20 ARPIL 1927 TWEEDE BLAD. WAT DE BLADEN ZEGGEN. Een particulier bedrijf dood' gemaakt. „De Ned. Werke-ever'', orgaan van het Verhond van Ned. Werkgevers, schriift in zijn ionsrste nummer over de bekende kwestie van he+ Rijk en de huistelefoon installaties o.m.: Aanvankelijk, toen slechts tot 1 Juli a.s. particuliere installateurs, naast het Rijk installaties mochten aanleggen, was na 1 Januari 1927 slechts de uitbreiding van bestaande installaties geoorloofd, die geen wijzi ging in het type daarvan aanbracht, echter met deze restrictie, dat daar mede bet bestaande contract van de inrichting niet mag worden verlengd. De termijn van 1 Januari 1327 is nu een jaar later, derhalve 1 Januari 1923 geworden. Practisch komt deze bepa ling hierop neer, dat uitbreiding van particuliere telefoon-inrichtingen on mogelijk wordt gemaakt. Bij uitbrei ding van een kantoor zal bijv. niet zijn toegelaten de aanleg van een au tomaat ten gerieve van het interne te lefoonverkeer, evenmin een aanslui ting meer op het Rijksnet. Dit zijn z.g. uitbreidingen, die het type der instal latie wijzigen. Alles is even onbevre digend, zoowel voor de bestaande par ticuliere installateurs als voor de te lefoongebruikers. De voornaamste van de particuliere huistelefooninstalla teurs, de Ned. Huistelefoonmaatschap pij. had een overgangstermijn ver zocht van IJ* jaar, om haar voorra den te kunnen liquideeren en haar ge specialiseerd personeel aan andere be trekkingen te kunnen helpen. Het is haar niet toegestaan. Het particuliere bedrijf moet kapot gemaakt worden De verlenging van den overgangster mijn met een half jaar is een doekje voor het bloeden. Hoe het zal gaan met de bestaande contracten, is niet duidelijk; de autoriteiten willen er zich niet over uitlaten. Maar uit het geen wij hierboven omtrent eventu- eele uitbreiding van bestaande instal laties mededeelen valt af te leiden, dat móderniseering van eenmaal aan gebrachte particuliere telefooninstalla ties zal uitgesloten zijn. Onder die om standigheden is uiteraard het afslui ten van nieuwe contracten door parti culiere installateurs onmogelijk. Maar mag een dergelijke rechtsonzekerheid worden geduld? Noch de Ned Huiste lefoon Maatschappij, noch eenig an der particulier installateur, noch de industriëelen en andere gebruikers van gecombineerde toestellen weten thans, wat er met hun installaties zal gebeuren bij uitbreiding of bij repara tie. Daarbij gaat het publiek er op achteruit. Bij de Ned. Huistelefoon- Maatschappij kreeg men steeds nieu we. prima toestellen; men kon ook gelasqueerde luxe-toestellen krijgen. Het Rijk geeft eenvoudig wat het kwijt Wil zijn: oude. gebruikte toestellen, wanneer het geen nieuwe beschikbaar heeft. Reeds thans blijkt ook. hoe stroef het Rijk zijn klanten bedient; er zijn firma's, die nu reeds een paar maanden op installaties door het Rijk wachten; de particuliere installateur tot wien men zich wendt, geeft binnen twee of drie dagen offerte; het Riik geeft soms wekenlang zelfs geen ant woord op een aanvraag! Onlangs vroeg een der leden van ons Verbond den prijs aan voor een installatie bij par ticulieren en bij het Rijk, om een ver gelijking te kunnen maken. Het Rijk had nog geen prijzen!...." Het blad waarschuwt ten slotte alle voorstanders van het particuliere be drijf: „heden ik en morgen gij!" Het einde der ellende? „De Standaard" driestart: Als Mr. Rutgers terugkomt uit Ge- nève, waar hij zich zoo dapper weer de, zal hij er meer van kunnen ver tellen, maar zonder vrees voor tegen spraak kan nu reeds worden gezegd: een succes was de voorbereiding voor de Ontwapeningsconferentie niet. Indien onze „eenzijdige ontwapena- FEUILLETON. DORPSTOONEELEN. 14) o— Alleen in de gemeente-woningen ging t recht levendig toe. Onder was dit huis onbewoond, en alleen boven weerklonk een luid geschreeuw en ge tier. Daar waren drie kamers. De twee grootste (ze waren nog klein genoeg) vormden de residentie van den opper sten monarch van Hartenhausen, Kei zer, en zijner hoogheids talrijke nako melingschap. Hoe hij deze daar ner- bergde, was in elk geval een staatsge heim. De enge kamer daar tegenover bewoonde Johan George Joekel, bijge naamd Hola. De goede verstandhouding tusschen de beide rijken was thans ver stoord. Een oorlogsverklaring scheen voor de deur te staan. Reeds weer klonken over het onzijdige gebied, het voorhuis, over en weer krachtwoor den, zooals dij in de taal van voor zichtige diplomaten en van staatshoof den weinig gebruikelijk zijn. „Jij meent wel, dat ik je mijn zuur verdiend geld door den keel moet ja gen! Elk oogenblik komt ge en wilt ge te eten hebben. Waarom verdrink je dan het brood en de koffie, die de ge meente je geeft? En vandaag wil je bovendien nog geld hebben. Het zal me laat invallen, dat te geven. Daar ren" nog vlaggen bezitten, zullen zij goed doen, die niet uit te steken. De grootsche verwachtingen, die van de zoogenaamde Ontwapenings-confe- rentie door onderscheidenen gekoes terd werden, traden tot hiertoe niet in vervulling. De laatste vergadering van den Vol kenbond sprak de verwachting uit dat vóór baar eerstvolgende bijeenkomst, vóór September 1927 dus. eene confe rentie zou worden gehouden, die het vraagstuk van ,,de benerking der be wapening" aan de orde zou stellen. Met beminnelijk optimisme werd die „beperking der bewapening" door een spraakmakende menigte tot „ontwape ning" omgetooverd. Maar heel veel verder bracht dat beminnelijk optimisme het niet. Een internationale commissie zou de „Ontwapenings-conferentie" voor bereiden en wel overwogen voorstellen op de dagorde brengen. Die Commis sie zou in Janiiari van dit jaar bijeen komen om tijdig vóór September de groote conferentie te doen plaats heb ben. Van begin tot eind evenwel werd het „pech". Door Engelands toedoen kon de sa menkomst in Januari niet plaats heb ben en moest zij tot in het Voorjaar worden verschoven. Dat was het be gin der misère. Toen zij einde Maart te Genève bijeen kwam, bleek na wekenlange discussie dat zij niet tot eenstemmigheid kon komen en in arren moede werd de voortzetting uitgesteld tot het eind van dit jaar. Dat was het vervolg der mi sère. En wat zal het einde der ellende wezen? Diepgaande meeningsverschillen kwa men bij de voorbereiding aan den dag. Frankrijk staat sympathiek tegen over het denkbeeld van beperking der vloot, Engeland wil alle aandacht schenken aan vermindering van het leger Frankrijk wil een beperking van de totale tonnenmaat der vloot, Engeland acht het noodzakelijk, dat rekening wordt gehouden met de verschillende klassen der oorlogsschepen. Toen in het protocol van Genève de leuze was aangegeven: arbitrage, be veiliging, ontwapening., achtte Enge land de volgorde verkeerd en wilde het eerst met gedeeltelijke ontwape ning beginnen Nu de gedeeltelijke ont wapening aan de orde komt, gaat zijn voorliefde weer naar arbitrage uit. Italië is halsstarriger dan ooit en wil van eenige vrijheidsbeperking, die zijn chauvinistisch imperialisme zou belemmeren, niet weten. Waarlijk, het eind der ellende is nog niet te zien. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Ber o'epen: Te Rijssen, P. J. Steen- beek te Kamp en. Bedankt: Voor Nieuwpoort, S. Q Groeneveld te Leerdam. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Meppel (vac.-Dr. J Thns) C. W. Keur te Heinkenszand; en J. H. Kuiper te Drachten. Beroepen: Te Oudehorne ,S. Wou ters, Cand. te Exmorra. Te Boskoop, G. B. Wurth te 0. en W. Souburg. Bedankt: Voor Zwartsluis, IJ. K Vellenga te Oosterzee. CHR. GEREF. KERIC. Beroepen: Te Nieuwe Pekela, K G. van Smeden te Kampen. VRIJE GEREF. GEM. Aangenomen: Naar IJsseimoinde,R Toes te 0verberg (Utrecht). Ds. J. J. KLOQTS. Ds. J. J. Klools, Ned. Herv. Predate Zwammerdam, zal wegens een ernstige ongesteldheid op medisch advies 2 maaa- den niet mogen preeken. Ds G. J. A. OFFERHAUS. Heden herdenkt Ds. G. J. A. Offer hans, Ned. Herv. Predikant te Eerne- woude (Fr.), zpjn 25-jarige ambtsbedie ning. De jubilaris werd in 1873 geborenen boven is de bron. Ga daar heen, als je dorst hebt, jij oude drinkebroer." Aldi;s Keizer. Breed-spoorsch stond hij in de open deur en vulde ze geheel, als een juist beeld der vuile, afzichte lijke ondeugd. Tegenover hem, tegen de deur der kamer, leunde de verval len gestalte van Johan George Joekel. Diep in hunne kassen lagen de met bloed doorloopen oogen. Zijn handen verkeerden in onophoudelijk sidderen de beweging. Zijn stem had niets men- schelijks meer. Zij klonk als het hee- sche geblaf van een ouden hond. „Keizer, ik heb al in geen drie dagen meer jenever gehad. Ik kan 't niet meer uithouden, en honger heb ik als twee wolven, en nu wilt gij, dagdief, mij nog niet eens vijf pfennig voor 'n kleintje geven. Jij bent nog gieriger dan mijn neef Mowel, de burgemees ter." Deze verwijtende vergelijking scheen op den monarch indruk te maken. „Ik heb zelf geen geld meer." „Jij liegt, uw vrouw iè eerst gis teravond van een bec^pl-tocht thuis ge komen, en al het gebedelde hebt ge aan Frits Hodel verkocht." „Ja, maar die geeft me toch geen geld. Daarvoor krijg ik alleen bier en jenever. Gij weet toch, hij is een bloed zuiger en menschenvilder." „Ja, dat is hij. Een menschenvilder", kraste Hola. Beiden schenen nu in een meer tot verzoening geneigde stemming te ko- in 1901 Candidaat in Groningen, om 20 April 1902 te Groot-Schermer in het predikambt bevestigd te worden. Sinds 16 Augustus 1908 dient de jubilaris zijn tegenwoordige gemeente. Ds. A. POS. Ds. A. Pos, Missionair Geref. Predi kant te Djokja, hoopt met de J. P. Coea die 13 Juli a.s. van Batavia vertrekt, met verlof naar Holland te gaan. Dr. VAN LEERSUM. Dr. v. Leersum, die tijdelijk aJs Missio nair Arts te Solo heeft gewerkt, en thans weer in Holland is, zal zich be kwamen voor oogheelkunde, om daarna weer de Geref. Zending te Solo als Mis sionair Arts te gaan dienen. DE UNIE „EEN SCHOOL MET DEN BIJBEL". Maandag werd te Utrecht de 49ste jaarvergadering gehouden van De Unie „Een School met den Bijbel". De voorzitter, Ds. A. de Geus, wees er in zijn openingswoord op, dat de Unie behoefte heeft aan erkenning van rechten en bestaansrecht. Steeds hebben wij, aldus spr., geweigerd het zoeken van rechtspersoonlijkheid in den Staat, daar wij het van veel meer belang acht ten in het hart des volks ons „raison d'etre"' erkend te zien. Daarom zijn wjj dankbaar als ons iets daarvan mag blij ken. De jaarlijksche Uniecollecte steeg in het vorige jaar weer boven de hon derd duizend. Daarin is weer bevestigd de uitspraak der vergadering van vóór 7 jaar. toen Gonda ons een leelijke pijp wilde laten rooken en Arnhem ons wilde brengen tot abdiceeren. Wij hebben, toen met krachtige hand hun voorstellen op zijde geschoven en met 55 tegen 7 stent men gezegd: de Unie mag en moet blij ven bestaan en werken. Wii moeten hebben een School met den Bijbel, aldus spr., een vrije school met den Bijbel, zullen wij onze ideëele nationale schatten bewaren. Op den Bijbel had Prof. Cramer het verleden jaar reeds gemunt. Het Bg- belsch onderwijs is volgens dien hoogge leerde aan onze onderwijzers niet toe vertrouwd. Wat het gewone publiek voor den Bijbel houdt, is eigenlijk niet het heilige boek. „De"' wetenschap zal dat uitmaken; |de „Wetenschap", weet n Eerst als onze onderwijzers knechten van de „Wetenschap", dit is van Prof Cramer c.s. zijn, kan hun dat Bijbelsch onderwijs toevertrouwd en dan uit een anderen dan onzen tegenwoordig en Bij bel. Prof. Eerdmans de Professoren lei den den frontaanval maakte liet nog erger. „School met den Bijbel" is vod gens dien hooggeleerde nu heel wat an ders dan vóór vijftig jaren. Omdat wij, volgens hem, heel anders staan tegen over den Bijbel dan Groen van. Prinste- rer c.s., is die naam geantikeerd, ver ouderd, en moet dus verdwijnen. De grond is weggezonken onder de School met den Bijbel. Met den naam moet nu ook die Bijbel eerlijkheidshalve weg tenminste volgons Prof. Eerdmans. Menschen als zulke Professoren ma ken het duidelijk, dat bij hen, die het Woord Gods verwerpen, geen wijsheid wonen kan. Vervolgens wees spr. er op, dat de v r ij h e i d van de school wordt bedreigd door de roode j,Bonde"-lingen. Het zal dus onze taak zijn er voor te waken? dat de Unie „Een School met den Bijbel" erkend worde. Voorts stelde de voorzitter de ven diensten van oud-Minister De Visser in het licht, evenals die van een anderen 70-jarigen, den grijzen Wirtz, en herin nerde aan de stichting van een paedag» gischen leerstoel door de vereeniging „Gereformeerd Schoolverband", waan aan Prof. Dr. J. Waterink weid verbon den. De. J. L. Pierson huldigde hierop den voorzitter, die in het voorjaar eveneens den 70-jarigen leeftijd heeft bereikt. Het jaarverslag werd vervolgens goed gekeurd. Aan de Mededeelingen ontlecnen wij dat het bestuur der Unie heeft besloten ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan der Unie in den loop van het jaar 1928 een „gedenkboek" uit te geven, waarin het Volkspetitionnement van 1878 en de geschiedenis der Unie gedurende eén halve eeuw beschreven zullen worder. Met de samenstelling van dit gedenk boek heeft zich Ds. J. (X Rulhnann van Utrecht willen belasten. Verder ligt het men. Heel natuurlijk. Niets vereenigt twee kemphanen sneller, dan wanneer zij een derden kunnen te lijf gaan. Juist wilde Keizer nogmaals feeste lijk zijn meening over den waard Ho- del uitspreken, toen hij plotseling een krachtigen stoot in zijn rug kreeg. „Au," schreeuwde hij en draalde zich om. Achter hem stond met woe dende gelaatstrekken een klein, in lompen gekleed vrouwspersoon. Dat was Liesbeth, zijn beminnelijke ge malin. „Wat," toornt ze, „ik heb me de voeten kapot geloopen en den rug krom gedragen, en jij, zuiplap, hebt wederom alles verschacherd." Bij die woorden pakte ze hem in de borst en trok hem in de kamer. De grove kerel bukte zich als een ondeu gende jongen, die bevreesd is voor oor vijgen. Dreunend viel de deur achter het teedere echtpaar in het slot. Nog lang echter klonk het gekijf der schoo- ne Liesbeth en daartusschen de vrees achtige stem van haar dapperen echt genoot en heer. Troosteloos stond Hola in de gang. Zijn laatste hoop was vervlogeïi. Hij begon te overpeinzen, tot wien hij zich nog wenden kon. Zijn eerste brood werd hem niet voor over drie dagen uitgodeeld en vóór dien tijd kreeg hij 't niet. In Hartenhausen was ook alle bedelen voor hem vergeefsche moeite. Zou hij naar Schleedorp gaan? Doch, al was de afstand daarheen maar een in het voornemen, in een buitengewone vergadering, te Utrecht te houden, bet petitionnement van 1878 em de stichting der Unie op 23 Januari 1879 plechtig te herdenken. Verschillende rapporten werden uit gebracht, waarna eenige subsidie-voor stellen werden behandeld en aangeoo men. Bij de rondvraag werd door 'den heer Verwoerd (Arnhem') de wenschelijkheM bepleit, het vijftigjarig jubiTeumi niet alleen centraal, maar Tamelijk te la ten vieren. Hij vroeg tan deze leiding van het H. B. De voorzitter merkte op, dat de zaak de aandacht van het hoofdbestuur zal hebben. In de middagvergadering hield de heer J. Strikweïrda van Dokkum, een referaat over: „In nieuwe stroomingen de oude koere". Uit het Sociale Leven. DE ZIEKTEWET. Het Christelijk Nationaal Vakver bond, het Nederl. Werkliedenverbond „Patrimonium" en het R.-K. Werklie denverbond in Nederland, hebben het volgende verzoekschrift gericht tot Zijne Excellentie den Minister van Ar beid, Handel en Nijverheid. Excellentie, Bij dezen nemen wij beleefd de vrij- neid, de volgende opmerkingen, waar toe het voor-ontwerp van Wet tot wij ziging van de Ziektewet ons aanlei ding geeft, onder Uwe welwillende aandacht te brengen. Groote waardeering hebben wij voor Uw streven om te komen tot een spoe dige invoering van de wettelijke ver plichte ziekteverzekering, waarop nu reeds meer dan veertien jaren door de Nederlandsche arbeiders wordt ge wacht. Met 't oog daarop zijn ook wij bereid tot 'n compromis, voor wat be treft de organisatie van de verzeke ring. Toch hebben wij ernstig bezwaar te gen de in het voor-ontwerp voorgedra gen regeling, waarvan het gevolg zal zijn, dat de arbeiders meermalen gee nerlei invloed zullen vermogen uit te oefenen op de keus van de kassen, waarbij zij verzekerd zullen zijn. Het is zelfs mogelijk, dat de arbeider niet weet, bij welk orgaan hij verzekerd is. En in eik geval dreigt bij enkele vor men van organisatie van daadwerke lijke medezeggenschap der arbeiders weinig of niets terecht te komen. Dat gevaar is met name in buiten gewoon sterke mate aanwezig bij de zoogenaamde „Ondernemingskassen' Weliswaar wordt hier als voorwaarde voor de erkenning geëischt, dat ten minste de helft van het bestuur door de verzekerde arbeiders zal worden aangewezen, maar tegenover den on dernemer-voorzitter of uiens vertegen woordigers missen de bij de onderne ming werkzame arbeiders veelal de vrijmoedigheid, om hun meening te zeggen of te handhaven. Bij het wettelijk regelen der ziekte verzekering mag o.i. niet worden uit het oog verloren, dat in deze materie het werknemersbelang overheerschx, terwijl er groot gevaar bestaat, dat dit belang bij de ondernemingskas niet voldoende tot uitdrukking komt. Deze vorm van verzekering .leent zich meer dan welke vorm ook tot het be vorderen van selectie. Wij weten wei, dat het voor-ontwerp met intrekking dor erkenning bedreigt de onderne mingskas, die 9electie toepast, doch het is voldoende bekend, dat in de hui dige verhoudingen een werkgever, die zich van een arbeider wil ontdoen, over velerlei middelen daartoe be schikt, waarbij de schijn van selectie wordt vermeden. Een van de onderteekenaren, n.l. het R.-K. Werkliedenverbond, heeft te gen dezen vorm van ziekteverzekering zoo ernstige bezwaren, dat het liever geen ziektewet ziet tot stand komen, dan eene, welke de „ondernemings kassen" sanctionneert. Hoewel de andere onderteekenaren dit standpunt niet deelen, meenen zij tocji, dat de ondernemingskassen zon der bezwaar kunnen vervallen, wan neer de mogelijkheid wordt geopend in de organisatie der Bedrijfszieken- goed half uur, zoo verdroegen hem nu zijn beenen niet meer. Plotseling schoot hem een reddende gedachte te binnen. Hij strompelde in zijn kamer en kwam weldra terug met een stok in de hand. Met veel moeite ging hij de steile trappen af en sloeg den weg in naar het schoolhuis. Volker en zijn moeder zaten juist aan het middageten. De onderwijzer stond op toen hij de voordeur hoorde openen en wa9 niet weinfg verbaasd, den vervallen drinker voor zich te zien. Met deemoedigen haast trok Ho la bij het zien van den onderwijzer den kalen hoed van het hoofd, maak te een diepe buiging en begon: „Ik wensch u een gelukkig nieuwjaar, vrede, gezondheid en een lang leven, daarna moge God u de eeuwige geluk zaligheid geven." Met klimmende verwondering aan hoorde de onderwijzer dien geluk- w.ensch: „Ben je niet goed bij 't hoofd. Joekel, 't is nu toch geen nieuwjaars dag." „Zoo, nog niet nieuwjaarsdag", mur melde Hola en schudde twijfelend het hoofd heen en weer. „Nu, dat weet gij toch ook wel, Joe kel, met nieuwjaar rooien de men schen toch geen aardappelen." „Zoo, zoo, dat hindert niets. U kunt mij die vijftig pfennig ook nu wel geven, dan behoef ik ook niet meer terug te komen, om nieuwjaar te wenschen," kassen commissies voor de onderno mingen op te nemen. Mocht wat wij ten zeerste zouden betreuren de vorm der „onderne mingskassen" in het definitieve ont werp worden opgenomen, dan hopen en vertrouwen wij, dat daarin als voor waarde voor de erkenning eener zoo danige kas zal worden geëischt, dat de arbeiders der betrokken onlerneming met eene meerderheid van drie vierden van het totale aantal arbeiders bij schriftelijke en geheime stem ming hunne bereidwilligheid om tot zoo'n kas toe te treden moeten uitspre ken. De „erkende bedrijfsvereeniging" van art. 101 schijnt ons een eenigszins zonderlinge figuur. Leden zijn werkge vers, die over statuten enz. beslissen, terwijl in bet bestuur tenminste twee vertegenw. van werkneunersvereen. dus niet-leden moeten zitting hebben. Logisch schijnt dit niet. Bo vendien zal de medezeggenschap der arbeiders ook hier i de practij.k wei-: nig beteekenen. Boven de in bet voor-ontwerp be doelde bedrijfsverenigingen geven wij de voorkeur aan bedrijfskassen, inge richt, als hieronder nader aangegeven. Deze voorkeur is mede gebaseerd op het vertrouwen, dat samenweking v. werkgevers- en werknemersvertegen woordigers binnen door de Wet getrok ken lijnen en op eer; beperkt terrein de thans helaas nog dikwijls zeer treu rige verhoudingen gunstig zal kunnen beïnvloeden, een sfeer zal scheppen, waarin de geneigdheid om ook op an. der terrein vruchtbaar samen te wer ken zich zal kunnen ontwikkelen. Dit achten wij een zoo groot maat-» schappelijk goeij, dat wij wat ons volkomen toelaatbaar voorkomt de uitvoering der ziekteverzekering daar aan zouden willen dienstbaar maken. Natuurlijk onder zoodanige bepalin gen, dat bet hoofddoel der verzekering er niet door in verdrukking komt. Maar willen de bedrijfskassen voor: dit doel dienstbaar zijn, dan moeten zij anders worden ingericht, dan het voor-ontwerp aangeeft; dan moet voor, de oprichting van een bedrijfsvereenL ging de medewerking van de werkne mers zoowel als van de werkgevers worden vereischt, dan moet de bedrijfs kas gedragen worden door werkgevers en werknemersorganisaties en moet zij .bestuurd worden door een paritair, door deze organisaties samengesteld bestuur. Wordt voor elk bedrijf slechts ééne kas erkend ook ter voorkoming van versnippering gewenscht dan zal de medezeggenschap der arbeiders be hoorlijk tot haar recht komen, dan zal dit instituut ongetwijfeld den so cialen vrede kunnen bevorderen. Wanneer bovendien de mogelijkheid wordt geschapen om in de onderne mingen commissies werkende on der 'leiding van het bestuur te vor men, op gelijke wijze als het bestuur der bedriifskas samengesteld, dan kan plaatselijk eene behoorlijke controle worden uitgeoefend en zal ook zijn re kening gehouden met de noodzakelijk heid van decentralisatie, welke voor al bij ziekteverzekering op den voor-» grond treedt. Geen bezwaar is er, dat de verschil lende Bedrijfskassen zoonoodig een lierverzekerings-in&tituut in het leven roepen. Is er een hedrijfskas, als boven be doeld een voor de arbeiders veel aan nemelijker orgaan dan de „bedrijfs- vereeniging" van het voor-ontwerp dan schijnt aan de ziekengeldregeling bij collectief contract geen behoefte. Deze vorm van regeling der materie laat ruimte voor allerlei vragen. Is er fondsvorming? Hoe zal 't gaan met de eventueele aanspraken der arbeiders na het beëindigen der overeenkomst? Vermoedelijk zullen de werkgevers 1 velen althans zich door verzekering tegen het uit de collectieve arbeids overeenkomst voortvloeiende risico dekken. Verdient het geen aanbeveling om winstbeoogende maatschappijen uit te sluiten? Gezien onze bereidwilligheid om naar een compromis te streven, willen wij geen bezwaar maken tegen de er kenning van de „bijzondere kassen". Maar er dreigt een groote verbrokke ling, indien het in art. 90 genoemde „Aha," lachte Volker, „zit daar de knoop. Nu begrijp ik waarom bij u October en Januari samenvallen. Je hebt geen drinkgeld meer. Denk daar maar niet aan. Nooit zult gij van mij geld ontvangen." Trotsch richtte Hola zich op: „Als van alle menschen toch eens de tong verbrandde die gelogen hebbenik! zou jenever drinken?" Volker wilde iets antwoorden. Zijn moeder echter was hem voor: „Niet waar, Joekel, gij hebt honger?" „Ja, mevrouw, erg en honger." Vlug bracht de oude vrouw 'n bord groenten en vleesch en zette het hem op de tafel in het voorhuis. Het kwam haar toch wel wat bedenkelijk voor, den onzindel ijken gast in de keuken op te disschen. Volker ging met zijn moeder terug in de kamer. Nauwelijks hadden zij zich weer neergezet, toep vanuit het voorhuis op luiden toon de heesche stem van Hola weerklonk: „Dankt den Heer, want Hij is vriendelijk, en Zijne goedheid duurt eeuwig. Amen." Bekommerd zeide vrouw Volker tot baar zoon: „Hoe diep een mensch toch' zinken kan. Nu bidt de schelm het ge bed, dat zijn moeder hem als kind ge leerd heeft, opzettelijk zoo luid, opdat wij hem voor een vroom man houden en hem geld geven zouden." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5