CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN 8S,<> JAARGANG WOENSDAG 6 APRIL 1927 NUMMER 2088 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal I 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal I 2.90 Dii nummer bestaat uil TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Strijdkas-Gemeenteraadsverklezing. Cal do 120.50. Ontvangen van N. N. 2; N. N. lj C. 2.50; G. 2.50; K. 2.50; L. 2.50. Totaal 133.50. Wij hebben voor den komenden strijd „Kruid en lood" noodig. Dénkt daar aan, partijgenootenl Zendt Uw bijdrage aan J. KARSTENS. Bur. Nieuwe Leidsche Courant. Y Commissie van Voorbereiding. Wanneer in ons parlement een wpts voorstel aan de orde komt pleegt men dat op de gewone wijze in de afdeelin gen te onderzoeken en daarna in open bare vergadering te behandelen waar bij dan de schriftelijke voorbereiding vaak tot leiddraad dient. De Kamer kan echter ook een ont werp verwijzen naar een Commissie van voorbereiding d*e dan met den Minister in overleg xreedt. Dit was nu o.a. Ojk geschied met de pas behandelde wet op de Kaamiooze Vennootschappen. In het algemeen is er voor deze wet nagenoeg geen be langstelling geweest in de Kamer. Maar opmerkelijk is dat nu ook deze Com missie zich zoo weinig aan dit ont werp liet gelegen liggen. Zoo o.a. leest men in de „R.-K. Werkgever" over de wijze, waarop hel nieuwe vennootschapsrecht tot stand komt o.a.: Om te beginnen was de belangstel ling der Kamerleden voor deze moeilijke materie beneden het nul punt. Zooals de Kameroverzicht schrijver van „De Maasbode" opmerk te, schijnt bet Parlement tegenwoor dig alleen in vuur te geraken voor ambtenaren-, salaris- en belasting kwesties. Slechts acht Kamerleden namen aan de discussies deel. Het is de vraag of er-nog veel leüen van ons Lagerhuis geweest zijn, die buiten die acht, een ernstige studie van dit ontwerp hebben gemaakt. Feit is, dat de Commissie van Voorbereiding, die sinds 1919 met de opeenvolgende Ministers overleg had gepleegd en op wie dus wel een zeer zware verantwoordelijkheid rustte, om de over-het-algeoneen-niet-des kundige Kamer voor te lichten, aan de discussie4 in het geheel niet heeft deelgenomen; een deel der Commis sie heeft zelfs de vergaderingen der Kamer slechts zeer ten deele be zocht! Ongetwijfeld beteekent dit feit een gevoelig échec voor het nog niet zoo oude instituut van Commissies van Voorbereiding en geeft sterke troe ven in de hand van degenen, die plei ten voor een „doelmatige overheids bemoeiing". De Kamer was blijk baar niet competent. In dit geval was de afzijdigheid dier Commissie nog te zonderlinger, omdat een der meest ernstige motie ven, waarom de Kamervoorzitter be zwaar maakte tegen een voorstel, om het ontwerp opnieuw i de afdee lingen te doen onderzoeken, gelegen was in het feit, dat de Commissie van Voorbereiding aan de Regeering verklaard had geen bezwaar te heb ben tegen de wijzigingen, door Mi nister Donner in het ontwerp-Heems- kerk aangebracht. Inderdaad heeft het bij de behande ling niet alleen aan de noodige belang 9telling ontbroken, maar is die behan deling ook geen pleit geweest voor de juiste werking van het instituut van de Commissie van Voorbereiding. BUREAUHooigracht 35 Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 V Socialistisch© vrijheid. Wij hebben het al meer gezegd, maar moeten het nog eens herhalen, kiezers laat U toch niet wijsmaken dat de socialisten U vrijheid zullen geven. Zij spiegelen het U voor, maar in werkelijkheid eischen zij blinde onder werping aan de besluiten der partij. Ook nu weer luidt het: Maar wie het hooge ideaal van den wereldvrede door ontwapening heeft aanvaard, wie de nationale ontwapening eenmaal in zijn vaan del heeft geschreven, die heeft apos tel te zijn voor het nieuwe evangelie dat de rdding der menschheid bren gen moet. Die kent maar één plicht: De propaganda met het woord en met de daad voor zijn beginsel, die stemt niet tegen zijn overtuiging inl Maar zie nu eens naar wat gebeur de bij de ontwapeningsvoorstellen Ter Laan. Er zijn Socialisten, Van Zadel- hoff, Ds. Van der Heide, e.a., die voor algeheele ontwapening zijn, absolute weerloosheid willen, zooals Tolstoï predikte. Dat wilde het voorstel Ter Laan niet; dit hield vast aan een leger van 2500 man. Maar alle socialisten moesten vóór stemmen. Ja toen de Communist ook voor wilde stemmen ging er, om begrijpelijke propagandis tische redenen, een geloei van veront waardiging op. Nog een ander voorbeeld. 0 Toen verleden week aan de orde was de behandeling van de wijziging der wet op de volksgezondheid, stelde Mevr. De VriesBruins een amende ment voor om aan de Burgemeesters een belangrijke macht te ontnemen en die over te dragen aan den Inspecteur der Volksgezondheid. Heel de partij stond aaneengesloten. Ook de heer Van der Sluis de Burgemeester van Goor, ofschoon hij er tegen wAs. Als gunst werd hem toegestaan zich dan maar van stemmen te onthouden. Ziedaar de wijsheid van de S.D.A.P. Cadaver-discipline dat eischt de S.D.A.P. Vrijheid predikt zij, maar de ergste dictatuur is hetgeen ze brengt. STADSNIEUWS. GRAAF APPONYI OVER ZIJN LAND Gistermiddag heeft de Hongaarsche staatsman graaf Albert Apponyi in liet Groot Auditorium van het acade miegebouw alhier de eerste van zijn voordrachten in ons land gehouden. Graaf Apponyi kwam per auto van uit Den Haag in gezelschap van Dr. W. C. A. baron van Vredenburch, voorzitter van de vereeniging Nederland-Honga- rije en van Mr. Dr. F. A. C. graaf van Lijnden van Sandenburg. In het aca demiegebouw werd de Hongaarsche staatsman ontvangen door een daar toe gevormde commissie, onder eere- voorzitterschap van den oud-burge meester van Leiden, Jhr. Mr. Dr. N. C. de G'ijselaar. Onder de zeer talrijke toehoorders merkten wij o.m. op den Hongaarschen zaakgelastigde Von Rudnhy, den bur gemeester van Leiden, Mr. A. van de Sande Bakhuyzen, den wethouder, den heer J. F. X. Sanders; den rector-mag- nificus der Leidsche universiteit. Prof. Mr. E. M. Meyers;* en tal van hoogleer aren. Graaf Apponyi werd welkom ge- heeten door den voorzitter der com missie, prof. dr. W. Storm van Leeuwen Leiden en zijn universiteit, aldus spr., stelde het op hoogen prijs graaf Apponyi te mogen ontvangen, dien wij kennen als een diplomaat en staats man van groote wijsheid en als spre ker van groot 'talent. Graaf Apponyi hield daarna zijn rede over: ,.De staatsrechtelijke ont wikkeling van Hongarije 'in de mid deleeuwen". Graaf Apponyi ving zijn rede aan met een herinnering aan de we der zijd sche betrekkingen tusschen Nederland en Hongarije in den loop der eeuwen: ae studie, voorheen en thans, van zoo veel Hongaarsche jongelieden aan Ne- derlandsche Universiteiten; de uitga ve van werken van vroegere Hongaar sche schrijvers in Nederland; de vrij lating, door den beroemden admiraal De Ruyter, van de Hongaarsche gees telijken, die als galeislaven waren ge deporteerd; de politieke bemoeiingen van den Nederlandschen gezant te Weenen, op het einde der zeventiende eeuw, om een verzoening tot stand te brengen tusschen den keizer en Hon garije; en eindelijk, den band, na den wereldoorlog gelegd tusschen beide landen door het kind. Nooit zal Hon garije de liefdevolle gastvrijheid ver geten, welke honderden kleine Hon garen hier genoten hebben. Komende tot zijn eigenlijk onder werp, de staatsrechtelijke ontwikke ling van Hongarije, waarvan deze eer ste lezing gewijd zou zijn aan het tijd perk der middeleeuwen, stelde hij met nadruk voorop het principieel on derscheid, ja, het contrast, tusschen de Hongaarsche Staatsinrichting en die in'andere landen, in het bijzonder de Germaansche, de staatsvormen van Germaanschen oorsprong zijn van feodaal krakter. De vrijmaking van den boerenstand, de ontwikkeling van de ^terke, Stede lijke bevolking, hebben sedert de twaalfde eeuw voor de volksgemeen schappen den grondslag gelegd eener staatkundige vrijheid, voordat deze zelf vaste vormen kreeg. In Hongarije ging het juist anders om: de staatkundige ontwikkeling is die der volksgemeenschap vooruitge gaan. Het Hongaarsche volk heeft een sterke staatkundige organisatie ge schapen, voordat het tot een volledige evenwichtige maatschappelijke gele ding was gekomen. De laatste voltrok zich onder de bescherming van de eer ste. Dit geeft 't volstrekt persoonlijk karakter aan van de staatkundige ontwikkeling in Hongarije, die die tien eeuwen ononderbroken is voortgegaan, zonder een revolutie, die beoogde het geweld iij plaats van 't recht te doen heerschen. De veranderingen in die staatkun dige ontwikeling van Hongarije zijn voltrokken langs den 1 e g a 1 e n weg. Vandaar dat een geheel ongewoon rechtsbewustzijn de massa van het Hongaarsche volk doordringt. Het bezit ook geen enkel document, dat men de Hongaarsche grondwet zou kunenn noemen. Zijn historische staatsinrichting berust op ongeschre ven gewoonterecht, dat meer beant woordde aan de eischen van het wer kelijke leven dan aan een symmetri sche conceptie. Het oudste constitutio neele document van Hongarije, de gouden bul van koning Andreas den Tweeden (1222), was, evenals de En- gelsche Magna Charta, die van zeven jaren vroeger dateert, slechts een be vestiging van het gewoonterecht, geen nieuwe, constitueerende daad. Het Hongaarsche volk, oorspronke lijk verdeeld in zeven, later acht stam men, was afkomstig uit Centraal-Azië, vanwaar het naar Europa werd toege drongen, als een der laatste verschijn selen van de groote volksverhuizingen Op het einde der negende eeuw zette het zich, toen het aan de Zwarte Zee was aangeland, weer in beweging, ter verovering van een nieuw vaderland, dat het tegenwoordige Hongarije werd. In hun behoefte naar eenheid kozen'de stammen een gemeenschap- pelijken vorst, Arpad geheeten, met wien zij een formeel verdrag sloten, dat zij met den gebruikelijken bloeds- eed bekrachtigden. De grondslagen van dit verdrag berustten op de-vrij heid der volksstammen, de gelijkge rechtigdheid der vrije gewapenden, de vrije keuze des vorsten* wiens opvol ging intusschen erfelijk zou zijn. Het was meer een overeenkomst tus schen volk en vorst. Bij deze constitu tie sloot zich een volksvergadering der stammen aan, terwijl naast den vorst twee hooge rechterlijke persoonlijkhe den gekozen werden. Dank zij deze merkwaardige staat kundige eenheid, waarin Hongarije ofschoon in sociaal en cultureel op zicht achterstaand, het overige Euro pa vóór is, heeft het ruim 150 jaren gestaan als onbedwingbaar bolwerk van het Westersche christendom te genover de gevaarlijke aanvallen der Turken. De overgang naar het christendom was de eerste crisis, waarvoor Honga rije kwam te staan. Zijn eerste koning, de heilige Stephanus, een der grootste figuren uit de middeleeuwen, heeft het behouden er doorheen gevoerd, waar door het volk cultureel lid werd der Euopeesche volkerengemeenschap. De ze aanpassing aan den Westerschen geest was de tweede, beslissende kracht in de nationale ontwikkeling des volks, welke niet onderschat mag worden, omdat Hongarije leefde op de grenzen van twee wereldtypen, van twee beschavingen. Zoo zijn de staat kundige inrichting, die van den aan vang af op het recht berustte, en de overgang van heidendom naar chris tendom, naar de Westersche bescha ving, de twee groote levensbeginselen, welke stuur gegeven hebben aan de ontwikkeling van het Hongaarsche volk. Op dit beeld vol licht van de staat kundige ontwikkeling van Hongarije in de middeleeuwen moeten ook scha duwen geteekend worden: de boeren opstand van 1512, de catastrophe van Mohac in 1526, waardoor de eenheid van Hongarije verbroken en Turkije heerscher werd in een groot deel des lands, gedurende anderhalve eeuw. Maar de moeilijkheden werden ten slótte overwonnen, de uiteengevallen deelen hereend, de koningsmacht en de -volksvrijheid hersteld, gelijk graaf Apponyi in zijn volgende lezingen na der zal uiteen zetten. Op deze rede van den grijzen Hon gaarschen staatsman volgde een har telijk applaus. De reetor-magnificus, prof. rnr. E. M. Meyers, dankte graaf Apponyi voor zijn voordracht. Wij hebben tot nu toe, zeide prof. Meyers, in Neder land alleen de Hongaarsche jeugd ge zien en het verheugt ons, dat wij ook thans den Hongaarschen ouderdom in Leiden mochten begroeten. Veel ver schil is er niet, meende spr., want gij, graaf Apponyi, geeft op uw hoogen leeftijd blijk van een even groote vita liteit als de Hongaarsche kinderen, die in ons midden waren. Er zijn twee categorieën van groote mannen, heeft graaf Apponyi gezegd; de eerste met een groote individualiteit maar wier werk verdwijnt met hun persoon en de anderen, die zich aanpalend aan de huidige omstandigheden, vooruit zien in de toekomst en daardoor iets blij vends vermogen te scheppen. Ik zou aldus spr. nog een derde categorie willen noemen, n.l, de groote mannen, die de eigenschappen van de beide an dere categorieën in zich vereenigen. En tot die laatste categorie behoort zon der twijfel graaf Apponyi, meende spr. Na afloop der bijeenkomst onder hield graaf Apponyi zich in de senaats kamer met verschillend© personen, waarbij hij welwillend nadere inlich tingen gaf over Hongarije in het alge meen en het door hem behandelde on derwerp in het bijzonder. Gisteravond heeft de burgemeester, Mr. A. van de, Sand© Bakhuyzen, die zooals men weet, de laatste jaren te Boedapest werkzaam is geweest, graaf Apponyi in Huize Bruyns aan het Ra penburg een maaltijd aangeboden, waarbij o.m. aanzaten de Hongaarsche zaakgelastigde Von Rudnay, de voor zitter van de vereeniging Nederland- Hongarije, Dr. W. C. A. baron van Vre denburch; en de secretaris, de he©r W. A. Kamers; Mr. Dr. F. A. C. gaaf van Lijnden van Sandenburg; de oud-bur gemeester, Jhr. Mr. Dr. N. C. de Gijse- laar; de rector-magnificus der Uni versiteit, Prof. Mr. E. M. Meyers; en de voorzitter van de commissie van ontvangst, Prof. Dr. W. Storm van Leeuwen. Te Amsterdam zal graaf Apponyi morgen spreken over het tijdperk 15261867 en Vrijdag in Den Haag over ,Die Aera des 1867'er Ausgleiches" AJL PROPAGANDACLUB. Als naar gewoonte had de A.R. Pro- pagandacluh aan den vooravond van den verkiezingsdag de getrouwen nog eens samengeroepen, om enkele werk zaamheden nog te regelen, maar ook om in gemeenschappelijk Gebed een zegen voor den dag van heden af te smeeken. De voorzitter, de heer H'. Lambooy, opent te half tien, in een der boven zalen van het Nut, de bijeenkomst, door te laten zingen Ps. 123 vers 1. Na het lezen van een gedeelte der geschie denis van den strijd tusschen Goliath en David en gebed, worden enkele laatste werkzaamheden nog geregeld. Daarna is het woord aan Ds. Tho mas. Deze wijst er op, dat onze bid stonden reden voor spot zijn aaar de overzijde. Maar wij trekken ons daar niets van aan. Als de versmading van die zijde komt is ons dat een eer. om dat wij niets moeten1 hebben van am- muletten en mascottes in den vorm van poppetjes, duiveltjes, hoefijzers, of een of a-nder dier. Ons gebed is de zenuw van onze A.R. kracht. In het houden van onze bidstonden handhaven wij een heilige traditie. Onze Borg en Voorspraak is ons daar in voorgegaan toen hij in Gethsemané te ernstiger bad naar mate de strijd zwaarder werd. Een machtige wolk van getuigen, die de belijdenis met den dood hebben bekocht, is ons in gebed voorgegaan. Zij hebben gewor steld met God. Spr. wijst er op, dat zelfs in de Ro- meinsohe en Grieksche hei den wereld de nawerking van het beeld Gods te zien was, zij het in averechtsche rich ting. Tertullianus verhaalt van heti blootvoets gaan van zelfs de magistra ten bij langdurige droogte, van het slechts één vuur aansteken enz. Maar vooral in de H. Schrift hebben wij voorbeelden van volkssamenkomsten, om belijdenis van zonde te doen en te smeeken om verlossing. Ook in onze Volkshistorie vinden wij treffende vermelding van dank- en bedestonden. Als de nood hoog steeg, waren onze vrome vaderen als de dijken die het onheil keerde^1 met hun gebed. Zij wanhoopten niet. God verhoorde. Die biddagbrieven zijn ons heilige schat ten, blijvende gedenkteekenen van een glorierijk verleden. Spr. wijst op 1672, toen op zoo bij zondere wijze het. volk werd opgeroe pen tot gebed en hoe God hoorde. D^ze biddagen waren nu eens maan delijks, dan op ongeregelde tijden, soms dagelijks. Men moge spotten met het Calvinis me, dat voor het te paard stijgt, het onthelmde hoofd buigt en in het stof knielt en der vaderen God aanroept, wij weten dat. wij voortzetten een hei lige beproefde traditie. Het is de avond voor den slag. Ook ons A.R. vaandel zal weer wapperen. Het vaandel waaronder hopman en re- cruut wordt aangevuurd en met hel denmoed vervuld. Het vaandel gedra gen door vuisten, bezield door trouwe harten. Hoe strijden wij? Het antwoord is: Uw volk zal zeer gewillig zijn' op den dag Uwer heirkracht. Zeer gewillig! Onze Koning wil geen menschen in zijn slagorde die met de bajonet naar bet slagveld moeten worden gedreven. In heilig sieraad I Om den1 helm het ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertenAiën per regel 227» cent Iagezondea Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine adrertentiea bij ▼ooruitbetaling ▼an ten hoogste 30 woorden, worden daga» lijk» geplaatst ad 40 cent. Belangrijkste nieuws in dit Hummer. Binnenland. De heer J. Schouten treedt af als wethouder van Rotterdam. Voordracht van graaf Apponyi te Leiden over de ontwikkeling van het Hongaarsche staatswezen. Buitenland. De Britsche Arbeiderspartij zal een campagne beginnen tegen het nieuwe wetsontwerp op de vakvere8nigingen. Te Rome is een vriendschapsverdrag tusschen Italië en Hongarije geleekend eikenloof. De Koning moet zich ver heugen in onze schoonheid. Wij trekken biddend ten strijde. Als morgen de trompetten blazen en de strijders op elkander botsen, het licht de duisternis ontmoet, dan wil len wij zijn een zeer gewillig volk op den dag van Gods heir kracht.,.Een bid dend volk gaat nooit verloren, zelfs •ndet als het de nederlaag lijdt. Daarna gaat spr. voor in een, roe rend. smeekgebed en draagt de nooden van land en volk aan God op. Een heerlijke avond! VEREENIGING TOT BEVORDERING VAN DE OPLEIDING TOT INSTRUMENTMAKER. Gisteravond hield de Vereeniging tot bevordering van de opleiding tot instrumentmaker haar 26ste Jaarver gadering in het Natuurkundig Labo ratorium aan de Langebrug. De voorzitter, Prof. Dr. W. J. de Haas, opent de vergadering en heet alle aanwezigen hartelijk welkom. De notulen van twee vorige verga deringen worden gelezen en gearres teerd. De Commissie tot nazien dei- reke ning brengt bij monde van den heer Curvers verslag nit, di^ meedeelt dat al les in de beste orde is bevonden, waar na de penningmeester wordt gede chargeerd. Vervolgen? dankt de Voorzitter den Jteor ^oelofs die periodiek aftreedt, "voor alles wat hij gedaan heeft voor de Vereeniging en roept hem een tot weer ziens toe in het Bestuur. In de plaats van de2i heer Roelofs wordt gekozen de heer G E. E. Kuijntjes, directeur der Ambachtschool alhier Daarna volgt de pauze, waarin Ie thee wordt gebruikt. Na de pauze, leest de secretaris het jaarverslag. Dit verslag maakt in de eerste p aats melding van het overlij den van den stichter en voorzitter der Vereeniging, den heer Prof. Dr. H. Kamerlingh Onnes. De secretaris-pen ningmeester, Dr. C. A. Crommelio, heeft in verband daarmede 30'Maart 192 een gedachtelede gehouden. l»«j 5den Maart 1926 was het 25 jaar geleden dat do Vereeniging. werd opgericht, maar niemand dacht er aan, zoo kort na het overlijden "an Prof. Kamerlingh Onnes, een herden kingsplechtigheid te houden, veel min der een feestviering. Toch is het 25- jarig bestaan niet onopgemerkt voor bijgegaan. Den 11 den December liad een bijeenkomst plaats in de groote collegezaal van het Natuurkundig La boratorium alhier, waar door Prof. Dr. W. de Haas een rede werd uitgespro ken. Mevr. E. Kamerling Onnes—Bij- leveld heeft bij die gelegenheid over eenkomstig den wensch van wijlen Prof. Kamerlingh Onnes, de Musschen broek-medaille aan de vereeniging go- schonken. Het aantal leden der Vereeniging onderging een kleine vermeerdering. Door overlijden of bedanken verloor de Vereenging 15 leden, maar 24 nieu we. leden meldden zich aan, zoodat op 31 December 19X6, het aantal leden 256 bedroeg. De Bestuursleden zijn met 2 ver meerderd. Hiervoor heeft een statuten wijziging plaats gehad. Voor de praktische opleiding zorg den de beaimbten van het Natuurkun dig Laboratorium. Verder waren er twee leeraren in het instrumentmar ken en één in het glasblazen. Het aantal leerlingen bedroeg hij den aanvang des jaars 42. In den loop van het jaar gingeD er 12 weg. In 1926 ^erden 23 nieuwe leerlingen aangeno men. In September werden weer als naar gewoonte de practische instrument makers-examens afgenomen- De vacantiecursussen vonden op de gewone wijze in de tweede helft van Augustus plaats. Steeds meer en meer beginnen deze vacantiecursussen een. internationale fieteekenis te krijgen, hetgeen hieruit blijkt, dat zich 9 Engel schen onder de deelnemers bevonden. Als bijlagen bevinden zich bij het jaarverslag: 1. Programma van het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1