CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
8S,<> JAARGANG WOENSDAG 6 APRIL 1927 NUMMER 2088
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal I 2.50
Per week 0.19
Franco per post per kwartaal I 2.90
Dii nummer bestaat uil TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Strijdkas-Gemeenteraadsverklezing.
Cal do 120.50.
Ontvangen van N. N. 2; N. N. lj
C. 2.50; G. 2.50; K. 2.50; L. 2.50.
Totaal 133.50.
Wij hebben voor den komenden strijd
„Kruid en lood" noodig. Dénkt daar
aan, partijgenootenl
Zendt Uw bijdrage aan
J. KARSTENS.
Bur. Nieuwe Leidsche Courant.
Y Commissie van Voorbereiding.
Wanneer in ons parlement een wpts
voorstel aan de orde komt pleegt men
dat op de gewone wijze in de afdeelin
gen te onderzoeken en daarna in open
bare vergadering te behandelen waar
bij dan de schriftelijke voorbereiding
vaak tot leiddraad dient.
De Kamer kan echter ook een ont
werp verwijzen naar een Commissie
van voorbereiding d*e dan met den
Minister in overleg xreedt.
Dit was nu o.a. Ojk geschied met de
pas behandelde wet op de Kaamiooze
Vennootschappen. In het algemeen is
er voor deze wet nagenoeg geen be
langstelling geweest in de Kamer. Maar
opmerkelijk is dat nu ook deze Com
missie zich zoo weinig aan dit ont
werp liet gelegen liggen.
Zoo o.a. leest men in de „R.-K.
Werkgever" over de wijze, waarop hel
nieuwe vennootschapsrecht tot stand
komt o.a.:
Om te beginnen was de belangstel
ling der Kamerleden voor deze
moeilijke materie beneden het nul
punt. Zooals de Kameroverzicht
schrijver van „De Maasbode" opmerk
te, schijnt bet Parlement tegenwoor
dig alleen in vuur te geraken voor
ambtenaren-, salaris- en belasting
kwesties.
Slechts acht Kamerleden namen
aan de discussies deel. Het is de
vraag of er-nog veel leüen van ons
Lagerhuis geweest zijn, die buiten
die acht, een ernstige studie van dit
ontwerp hebben gemaakt.
Feit is, dat de Commissie van
Voorbereiding, die sinds 1919 met de
opeenvolgende Ministers overleg had
gepleegd en op wie dus wel een zeer
zware verantwoordelijkheid rustte,
om de over-het-algeoneen-niet-des
kundige Kamer voor te lichten, aan
de discussie4 in het geheel niet heeft
deelgenomen; een deel der Commis
sie heeft zelfs de vergaderingen der
Kamer slechts zeer ten deele be
zocht!
Ongetwijfeld beteekent dit feit een
gevoelig échec voor het nog niet zoo
oude instituut van Commissies van
Voorbereiding en geeft sterke troe
ven in de hand van degenen, die plei
ten voor een „doelmatige overheids
bemoeiing". De Kamer was blijk
baar niet competent.
In dit geval was de afzijdigheid
dier Commissie nog te zonderlinger,
omdat een der meest ernstige motie
ven, waarom de Kamervoorzitter be
zwaar maakte tegen een voorstel,
om het ontwerp opnieuw i de afdee
lingen te doen onderzoeken, gelegen
was in het feit, dat de Commissie
van Voorbereiding aan de Regeering
verklaard had geen bezwaar te heb
ben tegen de wijzigingen, door Mi
nister Donner in het ontwerp-Heems-
kerk aangebracht.
Inderdaad heeft het bij de behande
ling niet alleen aan de noodige belang
9telling ontbroken, maar is die behan
deling ook geen pleit geweest voor de
juiste werking van het instituut van
de Commissie van Voorbereiding.
BUREAUHooigracht 35
Leiden
TeL 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
V Socialistisch© vrijheid.
Wij hebben het al meer gezegd,
maar moeten het nog eens herhalen,
kiezers laat U toch niet wijsmaken
dat de socialisten U vrijheid zullen
geven.
Zij spiegelen het U voor, maar in
werkelijkheid eischen zij blinde onder
werping aan de besluiten der partij.
Ook nu weer luidt het:
Maar wie het hooge ideaal van
den wereldvrede door ontwapening
heeft aanvaard, wie de nationale
ontwapening eenmaal in zijn vaan
del heeft geschreven, die heeft apos
tel te zijn voor het nieuwe evangelie
dat de rdding der menschheid bren
gen moet. Die kent maar één plicht:
De propaganda met het woord en
met de daad voor zijn beginsel, die
stemt niet tegen zijn overtuiging inl
Maar zie nu eens naar wat gebeur
de bij de ontwapeningsvoorstellen Ter
Laan. Er zijn Socialisten, Van Zadel-
hoff, Ds. Van der Heide, e.a., die voor
algeheele ontwapening zijn, absolute
weerloosheid willen, zooals Tolstoï
predikte. Dat wilde het voorstel Ter
Laan niet; dit hield vast aan een leger
van 2500 man. Maar alle socialisten
moesten vóór stemmen. Ja toen de
Communist ook voor wilde stemmen
ging er, om begrijpelijke propagandis
tische redenen, een geloei van veront
waardiging op.
Nog een ander voorbeeld. 0
Toen verleden week aan de orde
was de behandeling van de wijziging
der wet op de volksgezondheid, stelde
Mevr. De VriesBruins een amende
ment voor om aan de Burgemeesters
een belangrijke macht te ontnemen en
die over te dragen aan den Inspecteur
der Volksgezondheid. Heel de partij
stond aaneengesloten. Ook de heer
Van der Sluis de Burgemeester van
Goor, ofschoon hij er tegen wAs. Als
gunst werd hem toegestaan zich dan
maar van stemmen te onthouden.
Ziedaar de wijsheid van de S.D.A.P.
Cadaver-discipline dat eischt de
S.D.A.P.
Vrijheid predikt zij, maar de ergste
dictatuur is hetgeen ze brengt.
STADSNIEUWS.
GRAAF APPONYI OVER ZIJN LAND
Gistermiddag heeft de Hongaarsche
staatsman graaf Albert Apponyi in
liet Groot Auditorium van het acade
miegebouw alhier de eerste van zijn
voordrachten in ons land gehouden.
Graaf Apponyi kwam per auto van uit
Den Haag in gezelschap van Dr. W. C.
A. baron van Vredenburch, voorzitter
van de vereeniging Nederland-Honga-
rije en van Mr. Dr. F. A. C. graaf van
Lijnden van Sandenburg. In het aca
demiegebouw werd de Hongaarsche
staatsman ontvangen door een daar
toe gevormde commissie, onder eere-
voorzitterschap van den oud-burge
meester van Leiden, Jhr. Mr. Dr. N. C.
de G'ijselaar.
Onder de zeer talrijke toehoorders
merkten wij o.m. op den Hongaarschen
zaakgelastigde Von Rudnhy, den bur
gemeester van Leiden, Mr. A. van de
Sande Bakhuyzen, den wethouder, den
heer J. F. X. Sanders; den rector-mag-
nificus der Leidsche universiteit. Prof.
Mr. E. M. Meyers;* en tal van hoogleer
aren.
Graaf Apponyi werd welkom ge-
heeten door den voorzitter der com
missie, prof. dr. W. Storm van Leeuwen
Leiden en zijn universiteit, aldus
spr., stelde het op hoogen prijs graaf
Apponyi te mogen ontvangen, dien wij
kennen als een diplomaat en staats
man van groote wijsheid en als spre
ker van groot 'talent.
Graaf Apponyi hield daarna zijn
rede over: ,.De staatsrechtelijke ont
wikkeling van Hongarije 'in de mid
deleeuwen".
Graaf Apponyi ving zijn rede aan
met een herinnering aan de we der zijd
sche betrekkingen tusschen Nederland
en Hongarije in den loop der eeuwen:
ae studie, voorheen en thans, van zoo
veel Hongaarsche jongelieden aan Ne-
derlandsche Universiteiten; de uitga
ve van werken van vroegere Hongaar
sche schrijvers in Nederland; de vrij
lating, door den beroemden admiraal
De Ruyter, van de Hongaarsche gees
telijken, die als galeislaven waren ge
deporteerd; de politieke bemoeiingen
van den Nederlandschen gezant te
Weenen, op het einde der zeventiende
eeuw, om een verzoening tot stand te
brengen tusschen den keizer en Hon
garije; en eindelijk, den band, na den
wereldoorlog gelegd tusschen beide
landen door het kind. Nooit zal Hon
garije de liefdevolle gastvrijheid ver
geten, welke honderden kleine Hon
garen hier genoten hebben.
Komende tot zijn eigenlijk onder
werp, de staatsrechtelijke ontwikke
ling van Hongarije, waarvan deze eer
ste lezing gewijd zou zijn aan het tijd
perk der middeleeuwen, stelde hij
met nadruk voorop het principieel on
derscheid, ja, het contrast, tusschen
de Hongaarsche Staatsinrichting en
die in'andere landen, in het bijzonder
de Germaansche, de staatsvormen
van Germaanschen oorsprong zijn van
feodaal krakter.
De vrijmaking van den boerenstand,
de ontwikkeling van de ^terke, Stede
lijke bevolking, hebben sedert de
twaalfde eeuw voor de volksgemeen
schappen den grondslag gelegd eener
staatkundige vrijheid, voordat deze
zelf vaste vormen kreeg.
In Hongarije ging het juist anders
om: de staatkundige ontwikkeling is
die der volksgemeenschap vooruitge
gaan. Het Hongaarsche volk heeft een
sterke staatkundige organisatie ge
schapen, voordat het tot een volledige
evenwichtige maatschappelijke gele
ding was gekomen. De laatste voltrok
zich onder de bescherming van de eer
ste. Dit geeft 't volstrekt persoonlijk
karakter aan van de staatkundige
ontwikkeling in Hongarije, die die tien
eeuwen ononderbroken is voortgegaan,
zonder een revolutie, die beoogde het
geweld iij plaats van 't recht te doen
heerschen.
De veranderingen in die staatkun
dige ontwikeling van Hongarije zijn
voltrokken langs den 1 e g a 1 e n weg.
Vandaar dat een geheel ongewoon
rechtsbewustzijn de massa van het
Hongaarsche volk doordringt.
Het bezit ook geen enkel document,
dat men de Hongaarsche grondwet
zou kunenn noemen. Zijn historische
staatsinrichting berust op ongeschre
ven gewoonterecht, dat meer beant
woordde aan de eischen van het wer
kelijke leven dan aan een symmetri
sche conceptie. Het oudste constitutio
neele document van Hongarije, de
gouden bul van koning Andreas den
Tweeden (1222), was, evenals de En-
gelsche Magna Charta, die van zeven
jaren vroeger dateert, slechts een be
vestiging van het gewoonterecht, geen
nieuwe, constitueerende daad.
Het Hongaarsche volk, oorspronke
lijk verdeeld in zeven, later acht stam
men, was afkomstig uit Centraal-Azië,
vanwaar het naar Europa werd toege
drongen, als een der laatste verschijn
selen van de groote volksverhuizingen
Op het einde der negende eeuw zette
het zich, toen het aan de Zwarte Zee
was aangeland, weer in beweging, ter
verovering van een nieuw vaderland,
dat het tegenwoordige Hongarije
werd. In hun behoefte naar eenheid
kozen'de stammen een gemeenschap-
pelijken vorst, Arpad geheeten, met
wien zij een formeel verdrag sloten,
dat zij met den gebruikelijken bloeds-
eed bekrachtigden. De grondslagen
van dit verdrag berustten op de-vrij
heid der volksstammen, de gelijkge
rechtigdheid der vrije gewapenden, de
vrije keuze des vorsten* wiens opvol
ging intusschen erfelijk zou zijn. Het
was meer een overeenkomst tus
schen volk en vorst. Bij deze constitu
tie sloot zich een volksvergadering der
stammen aan, terwijl naast den vorst
twee hooge rechterlijke persoonlijkhe
den gekozen werden.
Dank zij deze merkwaardige staat
kundige eenheid, waarin Hongarije
ofschoon in sociaal en cultureel op
zicht achterstaand, het overige Euro
pa vóór is, heeft het ruim 150 jaren
gestaan als onbedwingbaar bolwerk
van het Westersche christendom te
genover de gevaarlijke aanvallen der
Turken.
De overgang naar het christendom
was de eerste crisis, waarvoor Honga
rije kwam te staan. Zijn eerste koning,
de heilige Stephanus, een der grootste
figuren uit de middeleeuwen, heeft het
behouden er doorheen gevoerd, waar
door het volk cultureel lid werd der
Euopeesche volkerengemeenschap. De
ze aanpassing aan den Westerschen
geest was de tweede, beslissende
kracht in de nationale ontwikkeling
des volks, welke niet onderschat mag
worden, omdat Hongarije leefde op de
grenzen van twee wereldtypen, van
twee beschavingen. Zoo zijn de staat
kundige inrichting, die van den aan
vang af op het recht berustte, en de
overgang van heidendom naar chris
tendom, naar de Westersche bescha
ving, de twee groote levensbeginselen,
welke stuur gegeven hebben aan de
ontwikkeling van het Hongaarsche
volk.
Op dit beeld vol licht van de staat
kundige ontwikkeling van Hongarije
in de middeleeuwen moeten ook scha
duwen geteekend worden: de boeren
opstand van 1512, de catastrophe van
Mohac in 1526, waardoor de eenheid
van Hongarije verbroken en Turkije
heerscher werd in een groot deel des
lands, gedurende anderhalve eeuw.
Maar de moeilijkheden werden ten
slótte overwonnen, de uiteengevallen
deelen hereend, de koningsmacht en
de -volksvrijheid hersteld, gelijk graaf
Apponyi in zijn volgende lezingen na
der zal uiteen zetten.
Op deze rede van den grijzen Hon
gaarschen staatsman volgde een har
telijk applaus.
De reetor-magnificus, prof. rnr. E.
M. Meyers, dankte graaf Apponyi
voor zijn voordracht. Wij hebben tot
nu toe, zeide prof. Meyers, in Neder
land alleen de Hongaarsche jeugd ge
zien en het verheugt ons, dat wij ook
thans den Hongaarschen ouderdom in
Leiden mochten begroeten. Veel ver
schil is er niet, meende spr., want gij,
graaf Apponyi, geeft op uw hoogen
leeftijd blijk van een even groote vita
liteit als de Hongaarsche kinderen,
die in ons midden waren. Er zijn twee
categorieën van groote mannen, heeft
graaf Apponyi gezegd; de eerste met
een groote individualiteit maar wier
werk verdwijnt met hun persoon en de
anderen, die zich aanpalend aan de
huidige omstandigheden, vooruit zien
in de toekomst en daardoor iets blij
vends vermogen te scheppen. Ik zou
aldus spr. nog een derde categorie
willen noemen, n.l, de groote mannen,
die de eigenschappen van de beide an
dere categorieën in zich vereenigen.
En tot die laatste categorie behoort zon
der twijfel graaf Apponyi, meende spr.
Na afloop der bijeenkomst onder
hield graaf Apponyi zich in de senaats
kamer met verschillend© personen,
waarbij hij welwillend nadere inlich
tingen gaf over Hongarije in het alge
meen en het door hem behandelde on
derwerp in het bijzonder.
Gisteravond heeft de burgemeester,
Mr. A. van de, Sand© Bakhuyzen, die
zooals men weet, de laatste jaren te
Boedapest werkzaam is geweest, graaf
Apponyi in Huize Bruyns aan het Ra
penburg een maaltijd aangeboden,
waarbij o.m. aanzaten de Hongaarsche
zaakgelastigde Von Rudnay, de voor
zitter van de vereeniging Nederland-
Hongarije, Dr. W. C. A. baron van Vre
denburch; en de secretaris, de he©r W.
A. Kamers; Mr. Dr. F. A. C. gaaf van
Lijnden van Sandenburg; de oud-bur
gemeester, Jhr. Mr. Dr. N. C. de Gijse-
laar; de rector-magnificus der Uni
versiteit, Prof. Mr. E. M. Meyers; en
de voorzitter van de commissie van
ontvangst, Prof. Dr. W. Storm van
Leeuwen.
Te Amsterdam zal graaf Apponyi
morgen spreken over het tijdperk
15261867 en Vrijdag in Den Haag
over ,Die Aera des 1867'er Ausgleiches"
AJL PROPAGANDACLUB.
Als naar gewoonte had de A.R. Pro-
pagandacluh aan den vooravond van
den verkiezingsdag de getrouwen nog
eens samengeroepen, om enkele werk
zaamheden nog te regelen, maar ook
om in gemeenschappelijk Gebed een
zegen voor den dag van heden af te
smeeken.
De voorzitter, de heer H'. Lambooy,
opent te half tien, in een der boven
zalen van het Nut, de bijeenkomst,
door te laten zingen Ps. 123 vers 1. Na
het lezen van een gedeelte der geschie
denis van den strijd tusschen Goliath
en David en gebed, worden enkele
laatste werkzaamheden nog geregeld.
Daarna is het woord aan Ds. Tho
mas. Deze wijst er op, dat onze bid
stonden reden voor spot zijn aaar de
overzijde. Maar wij trekken ons daar
niets van aan. Als de versmading van
die zijde komt is ons dat een eer. om
dat wij niets moeten1 hebben van am-
muletten en mascottes in den vorm
van poppetjes, duiveltjes, hoefijzers,
of een of a-nder dier. Ons gebed is
de zenuw van onze A.R. kracht.
In het houden van onze bidstonden
handhaven wij een heilige traditie.
Onze Borg en Voorspraak is ons daar
in voorgegaan toen hij in Gethsemané
te ernstiger bad naar mate de strijd
zwaarder werd. Een machtige wolk
van getuigen, die de belijdenis met
den dood hebben bekocht, is ons in
gebed voorgegaan. Zij hebben gewor
steld met God.
Spr. wijst er op, dat zelfs in de Ro-
meinsohe en Grieksche hei den wereld
de nawerking van het beeld Gods te
zien was, zij het in averechtsche rich
ting. Tertullianus verhaalt van heti
blootvoets gaan van zelfs de magistra
ten bij langdurige droogte, van het
slechts één vuur aansteken enz. Maar
vooral in de H. Schrift hebben wij
voorbeelden van volkssamenkomsten,
om belijdenis van zonde te doen en te
smeeken om verlossing.
Ook in onze Volkshistorie vinden wij
treffende vermelding van dank- en
bedestonden.
Als de nood hoog steeg, waren onze
vrome vaderen als de dijken die het
onheil keerde^1 met hun gebed. Zij
wanhoopten niet. God verhoorde. Die
biddagbrieven zijn ons heilige schat
ten, blijvende gedenkteekenen van
een glorierijk verleden.
Spr. wijst op 1672, toen op zoo bij
zondere wijze het. volk werd opgeroe
pen tot gebed en hoe God hoorde.
D^ze biddagen waren nu eens maan
delijks, dan op ongeregelde tijden,
soms dagelijks.
Men moge spotten met het Calvinis
me, dat voor het te paard stijgt, het
onthelmde hoofd buigt en in het stof
knielt en der vaderen God aanroept,
wij weten dat. wij voortzetten een hei
lige beproefde traditie.
Het is de avond voor den slag. Ook
ons A.R. vaandel zal weer wapperen.
Het vaandel waaronder hopman en re-
cruut wordt aangevuurd en met hel
denmoed vervuld. Het vaandel gedra
gen door vuisten, bezield door trouwe
harten.
Hoe strijden wij? Het antwoord is:
Uw volk zal zeer gewillig zijn' op den
dag Uwer heirkracht. Zeer gewillig!
Onze Koning wil geen menschen in
zijn slagorde die met de bajonet naar
bet slagveld moeten worden gedreven.
In heilig sieraad I Om den1 helm het
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertenAiën per regel 227» cent
Iagezondea Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine adrertentiea bij ▼ooruitbetaling
▼an ten hoogste 30 woorden, worden daga»
lijk» geplaatst ad 40 cent.
Belangrijkste nieuws in dit Hummer.
Binnenland.
De heer J. Schouten treedt af als
wethouder van Rotterdam.
Voordracht van graaf Apponyi te
Leiden over de ontwikkeling van het
Hongaarsche staatswezen.
Buitenland.
De Britsche Arbeiderspartij zal een
campagne beginnen tegen het nieuwe
wetsontwerp op de vakvere8nigingen.
Te Rome is een vriendschapsverdrag
tusschen Italië en Hongarije geleekend
eikenloof. De Koning moet zich ver
heugen in onze schoonheid.
Wij trekken biddend ten strijde.
Als morgen de trompetten blazen en
de strijders op elkander botsen, het
licht de duisternis ontmoet, dan wil
len wij zijn een zeer gewillig volk op
den dag van Gods heir kracht.,.Een bid
dend volk gaat nooit verloren, zelfs
•ndet als het de nederlaag lijdt.
Daarna gaat spr. voor in een, roe
rend. smeekgebed en draagt de nooden
van land en volk aan God op.
Een heerlijke avond!
VEREENIGING TOT BEVORDERING
VAN DE OPLEIDING TOT
INSTRUMENTMAKER.
Gisteravond hield de Vereeniging
tot bevordering van de opleiding tot
instrumentmaker haar 26ste Jaarver
gadering in het Natuurkundig Labo
ratorium aan de Langebrug.
De voorzitter, Prof. Dr. W. J. de
Haas, opent de vergadering en heet
alle aanwezigen hartelijk welkom.
De notulen van twee vorige verga
deringen worden gelezen en gearres
teerd.
De Commissie tot nazien dei- reke
ning brengt bij monde van den heer
Curvers verslag nit, di^ meedeelt dat al
les in de beste orde is bevonden, waar
na de penningmeester wordt gede
chargeerd.
Vervolgen? dankt de Voorzitter den
Jteor ^oelofs die periodiek aftreedt,
"voor alles wat hij gedaan heeft voor de
Vereeniging en roept hem een tot weer
ziens toe in het Bestuur. In de plaats
van de2i heer Roelofs wordt gekozen
de heer G E. E. Kuijntjes, directeur
der Ambachtschool alhier
Daarna volgt de pauze, waarin Ie
thee wordt gebruikt.
Na de pauze, leest de secretaris het
jaarverslag. Dit verslag maakt in de
eerste p aats melding van het overlij
den van den stichter en voorzitter der
Vereeniging, den heer Prof. Dr. H.
Kamerlingh Onnes. De secretaris-pen
ningmeester, Dr. C. A. Crommelio,
heeft in verband daarmede 30'Maart
192 een gedachtelede gehouden.
l»«j 5den Maart 1926 was het 25
jaar geleden dat do Vereeniging. werd
opgericht, maar niemand dacht er
aan, zoo kort na het overlijden "an
Prof. Kamerlingh Onnes, een herden
kingsplechtigheid te houden, veel min
der een feestviering. Toch is het 25-
jarig bestaan niet onopgemerkt voor
bijgegaan. Den 11 den December liad
een bijeenkomst plaats in de groote
collegezaal van het Natuurkundig La
boratorium alhier, waar door Prof. Dr.
W. de Haas een rede werd uitgespro
ken. Mevr. E. Kamerling Onnes—Bij-
leveld heeft bij die gelegenheid over
eenkomstig den wensch van wijlen
Prof. Kamerlingh Onnes, de Musschen
broek-medaille aan de vereeniging go-
schonken.
Het aantal leden der Vereeniging
onderging een kleine vermeerdering.
Door overlijden of bedanken verloor
de Vereenging 15 leden, maar 24 nieu
we. leden meldden zich aan, zoodat op
31 December 19X6, het aantal leden 256
bedroeg.
De Bestuursleden zijn met 2 ver
meerderd. Hiervoor heeft een statuten
wijziging plaats gehad.
Voor de praktische opleiding zorg
den de beaimbten van het Natuurkun
dig Laboratorium. Verder waren er
twee leeraren in het instrumentmar
ken en één in het glasblazen.
Het aantal leerlingen bedroeg hij
den aanvang des jaars 42. In den loop
van het jaar gingeD er 12 weg. In 1926
^erden 23 nieuwe leerlingen aangeno
men.
In September werden weer als naar
gewoonte de practische instrument
makers-examens afgenomen-
De vacantiecursussen vonden op de
gewone wijze in de tweede helft van
Augustus plaats. Steeds meer en meer
beginnen deze vacantiecursussen een.
internationale fieteekenis te krijgen,
hetgeen hieruit blijkt, dat zich 9 Engel
schen onder de deelnemers bevonden.
Als bijlagen bevinden zich bij het
jaarverslag: 1. Programma van het