Lijstenmakerij „Rembrandt", Haarl.str. 187, bij ds Kerksteeg. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 2 APRIL T927 RECLAME W Bewaar dezen Bon. "W Ondanks onze lage prijzen, geven wij als Reclame aan eiken abonné van dit blad, bij aankoop van Spiegels, Schilderstukken, omlijsten van Plaatwerk, Foto's, enz., IjSF"" 10 pCi. korting. Alleen op vertoon van dezen Bon, geldig tot 1 Mei 1927. TWEEDE BLAD. HET BEDING. Jezus antwoordde hem: In dien Ik u niet wassche, gjj hebt geen deel met Mrj. Joh. 13 8b. Welk een voorrecht. Hoe onschat baar. Deel te hebben met Jezus. Wat staat daarnevens, of Wat gaat daarbo ven? Het is het hoogste en beste, wat den mensch te ocurt vallen kan. Het overtreft in waarde zeer verre de meest begeerlijke dingen. Want indien gij deel hebt met Je* zus, dan is er tusschen u en Hem een band van gemeenschap, een betrek king der liefde; dan is Hij de uwe en> gij pijt de Zijne. Hij is dan de Mees ter, en gij zijt Zijn discipel. Hij' is dan het Hóófd, en gij zijt een ïid Zij no lichaaira, n.l. Zijner Gemeente. Er is eejn eenheid, een saambinding, een inmer.ijke en uitwendige gemeenschap der liefde door den H. Geest. En uit die nauwe betrekking tot den persoon ViOeit dan weer voort, dat ge ook deei hebt aan de zaligheid ear heerlijkheid, welke Hij voor Zijn vrienden bereid heeft; gij zijt nu mede erfgenamen van Christus, Die in den dag Zijner glorierijke toekomst, ver lost van zonde en smart, aan Hem gelijk met eere en heerlijkheid zulc worden gekroond. Het voorrecht is groot. Wie schat het genoegzaam naar waarde? Maar er is een beding. Gij kunt geen deel hebben met Je zus. indien Hij u de voeten niet wascht Dit is het beding. Jezus zegt tot retrus ernstig en ge streng: Incuen ik u met wassche, n.l de voeten, gij hebt geen deel met Mij. Dat is sterk gesproken. Als Pe- trus niet toelaten wil, dat de Mees ter hem de voeten wascht, dani is bet tusschen Petrus en den PI eiland, gedaan; dan is Petrus niets voor Je zus: en Jezus niets voor Petrus; dan is het uit met den omgang, dien ze tot .dusver met elkander hebben ge had. Petrus moet nu maar kiezen. Zich de voeten laten wasschen door Zijn Meester, óf van nu voortaan den kringi der vrienden verlaten. "Petrus bedenkt zich niet lang. JElij geeft zijn beide voeten; ja zelfs zijn gansche lichaam biedt hij aan. Hij is tot alles bereid, ind.en hij maar met Jezus niag zijn. Plet breken van dien band der gemeenschap is hem een scnnkoeeld. Maar ai geeft hij ook toe om erger té voorkomen, hij begrijpt toch niet waarvoor het nuttig kan zijn, dat de Meester de voeten Zijner jongeren wascht. Hij begrijpt niet de noodza kelijkheid, zoodat weigering gelijk met een breike zou staan. De Heiland zegit echter: Wat ik doe, verstaat gij nu niet, maar gij zult het na dezen ver staan. En Petrus heeft het leeren verstaan, waarom men geen deel met Jezus kan hebben, indien Hij ons de voeten niet wascht. Petrus heef: later oog gekregen voor 's Heilands diens.knecntgesta.te. Iemands voelen wasschen was m Israël het werk van den d ens.onecht, den slaaf, maar niet van den beer des huizes, niet van den meester. Voor dat d ens.knechtswerk en dien sla venarbeid achtte Petrus zijn Heere en Meester te hoog. En evenwelvoor dien dienst- lcnechtsarbeid was Jezus nu juist in de wereld gekomen. Niet om gediend te worden, maar om te dienen. Dai moest Petrus nog leeren verstaan. En dat begon Jezus liem met de voet wassching te leeren. En het zou hein nog duidelijker worden getoond, als hij weldra Jezus zou zién als den onwaardigste onder de menschen, aL> een man van smarten, dragende ons kruis, onze zonde, onze vervloeking én onzen dood. Voorzeker, Jezus is de Heere der heerlijkne.d, waardig om gediend, aan gebeden en verheerlijkt te worden door al.en, die Hem liefhebben. Maardan moet Hij eerst als JbEÜiLLETOiN. BORPSTOONEELEN. 1. Izaak Löb, handelaar te GladOmberg maakte zich gereed onr op den haindel te gaan. Hij trok een blauw-linnen kiel aan welke tot aan de knieën reikté, zette een vuile lakensche pot op zijn vuurrood haar en nam zijn zwaren koedrijversstok. Daarna riep hij zijne vrouw uit de keuken, om haar nog enkele gedragslijnen 'voor te schrijven. ,,Sara, als iemand komt om wat te verhandelen, teeken den raam op. Wil iemand hebben uitstel van rentebetaling, spreek dan over slech te tijden. Zeg, het geld is duur; had ik reeds gedacht u op te zeggen het kapitaal. Hij zal spartelen. Maar brengt iemand geld, zoo reeni 't; maar geef daar niet van een schriftelijk be wijs. Zullen ze dat ook niet verlan gen. ze zijn nog te dom hier te land, de boeren, echte hoornossen zijn ze." „Waartoe die complimenten, Izaak! Heb ik 't gedaan een enkelen keer an ders?" „Nah, nah, Sara-lief, goed Is goed en beter is beter", hervatte Löb en klopte daarbij zijn zwaarlijvige weder helft op den breeden rug. „Waar wilt ge dan heen, Izaak?" Man van Smarten u hebben gediend eerst uw voeten hebben gewasschen. om uw overtredingen vei'wond en oin uwe ongerechtigheid verbrijzeld zijn Ge zult in Jezus' heerlijkheid met kun nen deelen, wanneer ge in Zijn verne dering om uwentwille geen noodwen digheid ziet. Het zou wel kunnen we zen, dat ge met vuur en geestdrift hebt gezongen: „Ja, U kiest ons hart eeuwig tot Zijn Koning", maar her zal u niet baten, indien uw hart Hem» ook niet met inmge uvertuigang heeft gekozen als den Middelaar en Borg, Die in diepe vernedering al de gerech tigheid der Goddelijke Wet heeft ver vuld voor u. Het is noodzakelijk, dat' Jezus u de voeten wascht, en dat do Man van Smarten u dient, zult gif den Heere der Heerlijkneid kunnen dienen, loven en prijzen 111 Zijn eeuwig; koninkrijk. Gelukidg wie het verstaat. En die het nog met vatten kan, benaarstige zich 0111 het te leeren verstaan. Want iiet beding is duidelijk. Indien Ik u niet wascn, gij hebt geen deel mee Mij. Het is hooge ernst bij den Hei land. Dat wij er ook ernst mede ma ken. Want met Jezus verheenijict ie worden, het is iets groots. Wie zou het niet begeeren Maar het voorrecht valt slechts ten deel aan u, die van harte gelooft, dat Jezus' diepe vei nedering, Zijn dienstkpechtsgestalte om uwer zonden wil noodzakelijk was. DE VERLOOCHENING VAN PETRUS Simon Petrus, klotk van tale, Vol van geestdrift voor Gods eer, Heeft in s hocgepriesters zale Eens verloochend zijnen Heer. Bitter heeft bij moeten we enen Niets dan weedom in het hart, En b jro-uwv ging hij henen, Schie- vertee. I door zielesmart Simon Petrus vond vergeving Bij zijn Meester, bij zijn Heer. In zijn ziel kwam weer herleving, Hij werd d'oude Petra weer. Als een rots stond hij te midden Van 't vergramde Jodendom, Met zijn strijden, werken, bidden, Christus predikend alom! Laat ons hieruit mogen leeren Nooit in eigen kracht te staan; Ons ootmoedig te bekeeren Als w op kwade wegen gaan. Ook aan ons wil God dan geven Vreê, vergeving, blij genot; En de ziele mag weer leven In gemeenschap met haar Godl KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Be roepen: Te Delft (vac. P.Zandt) Dr. N. G. Veldhoen te Alphen a. d. Rijn. Bedankt: Voor Mo.ra Lioessens, T. J. de Boer te St. JaoobipaiQcliie. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te AmsterdamOost, L. H. v. d. Meiden te DoixLeoht. Bedankt: Voor Den Haag, L. H. v. d. Meiden te-Dordrecht. Ds. A. VAN DIJKEN. Naar wij vernemen, is Ds. A. van Dij ken le Rh enen, emeritus-Predikant der Geref. Kerk van AmsterdamZuid, zeer ernstig ziek. Ds. R. J. SCHOENMAKER, f In den oudercou v.n 5 ja r s te Groningen overleuen Ds. R. -j. Schoe- maker, Em. Pred. der Geref. Kerk te Den Ham (Overijssel). GEREF. PREDIKANTENVEREEN. Naar we vernemen, zal in het gezel lig samenzijn, verbonden aan de jaarver g adering der Geref. Pr edi kanten ver eo- niging en te houden 00 Woensdag20 April, 's avonds Ds. D. K. Wielenga van Diemen, een causerie houden.. NED. HERV. PREDIKANTENVEREEN. De jaaiirksche algemeene vergade ring van de Ned. Herv. Predikantenver- eenwing zal Dinsdag 25 en Woensdag 26 April a.s. te Utrecht ditmaal in de Plompe'oren v. rden gehouden. Aan den vooravond wordt in de Domkerk een samenkomst gehouden, waarin Dr. A. Troelstra van Den Haag, zal voor gaan. Als referenten zullen optreden Dr. I I! 8 „Wil ik gaan naar Hartehause, naar Ludwig Lotz, wil met hem ruilen mijne guste koe tegen zijne drachtige koe". „Zal zoo dom niet zijn, die Ludwig Lotz." ,,Ge zult zien, Saira-lief, hij doet 't. Heb ik hem immers aan een touwtje, hij moet mij vreten uit de hand." Met deze woorden verliet Izaak Löb de kamer, terwijl zijne vrouw hem een bewonderenden blik nawierp: „Hij is toch een liandels-genie, die Izaak", murmelde zij voor zich heen. Niet lang daarna liep Izaak Löb, een borstelharige koe achter zich aan trek kend, den straatweg langs. Heet bran cl de de Juli-zon. Reikhalzend zag Löb het nog ver afgelegen woud te ge- moet, waardoor de weg liep. Van tijd tot tijd stiet het dier een naar geloei uit. Telkens ontving het dan een slag op den kop. Met tegenzin- beenden mensch en dier na deze afwisseling wederom verder. Eindelijk schaduw! Eenzaam slin gerde zich de weg tusschen de hooge, overhangende boomen voort. Niemand zoo ver men kon zien. Lob verhaastte zijn pas, onwillig volgde het dier. Nu en dan echter bleef de handelaar staan zoo plotseling, dat de koe hem bijna omver liep. Levendiger en opgeruim der werden zijne gelaatstrekkon. Daar bij zwaaide hij met zijn dikken stok door de lucht. Eindelijk begon bij bin nensmonds iets te brommen, dan wat K. J. Brouwer, zendingsdirectar te Oegst geest onderwerp: Openingswoord; Prof. Dr. A. J. de Sopper van Heiden, ;.Over de voorwaarden voor de mogelijkheid van openbaring"; Ds. H. W. Briedé van A'dam, „Gemeente en wetenschapDs. H. Kluin van Anderen, „Onze houding ten opzichte van net bevindelijk Chris tendom in onze gemeenten" en Dr. F. H. Berkelbach v. d. Sprenkel van Rot- 1 terd&m over: „De kansen in de groote stad". MEDISCHE ZENDING. Ter vergadering van de Classis Woer den der Geref. Kerken werd omtrent Dr. van Leersum gerapporteerd, dat de ze zich wil bekwamen voor de oogheel kunde, voor het werk der Medische Zen ding. Dr. van Leersum is voornemens tijdens zijn verblijf hier te lande zich hiervoor te bekwamen en zal daartoe trachten assistent te worden aan de Uni versiteit. Bij de installatie vaa dezea nieuwen dokter zal het Zendingshospi- taai dus in de bijzondere behoef.en van den inlander kunnen voorzien ook in Je chirurgische en oogheelkundige prac tijk. Het voorbehoud, dat de aanstelling van den nieuwen dokter geen financiëele lasten mocht medcb.engon, bleek reeds vervallen te zijn, J»ar de nieuwe Rijks subsidieregeling aan zijn ui zending geen bezwaren in den weg legt. KERKBOUW. In de Donderdagavond gehouden ver gadering van de vere&nigmg tot stich ting van een vierde kerk aer Ned. Herv Gem<eenle_ te Scheveningen is de bouw van de Prinses Jubanakerk met toren en kosters woning aldaar geguad aan H. V. en J. de vries, te Pui-merend voor f 107.700. VARIA. De heer J. J. Kraan te 's-Gravenhaga verzoekt mede te- deelen, dat momenteel nog niet vo'daan kan worden aan de vele aanvragen om toezending van het Hand boekje der Geref. Kerken in Ned. Oost- Indië. Een aanvrage om meer boekjes is reeds naar Indïonderweg. STADSNIEUWS. EERETENTOONSTELLING FLORIS VERSTER. Hedenmiddag is in het stedelijk Mu seum „De Lakenhal" de eere-tentoon- stelling geopend van werken van den onlangs op zoo noodlottige wijze om het leven gekompn Leidscken schil der, Floris Verster. Behalve verschillende gemeeentelij- ke autoriteiten waren bij de opening aanwezig deputaties van verschillen de kunstvereenigingen en tal van kunstbroeders van den schilder. Gistermiddag hadden we reeds het genoegen een kijkje te nemen in de^ drie zalen van het Stud. Museum „De Lakenhal", waar de tentoonstelling plaats heeft. De organisatie hiervan verdient alle lof. Uit het buitenland zijn nimmer ge ziene bijdragen gezonden, o.a. het tin nen bakje met eieren, door Mevr. H. Wolfskehl, Kiclclingsberg. De heer Scheibier uit Keulen zond in „Came- lias" en „Kristallen Kandelaar". Van Mevr. KrollerMuller te Den Haag is de geheele verzameling tegenwoordig. Verder troffen we aan het groote doek „Papavers" van baron van Pallandt van Neerijnen. Uit alle perioden van Floris Verster zijn zijn beste werken aanwezig, o.a. „de geplukte kippen", zoowel in water als olieverf, ,de blikken kannen' de houten nap met eieren, de drie bloem krans jes, de doode roeke, verschillen de portretten, w.o. dat van den heer Kinzon en Mevr. H. Ook zijn aanwezig alle drie de zelfportretten van den schilder. Van zijn waskrijtteekeningen luider en verstaanbaar: „Honderd en twintig verdiend, honderd en twintig percentjes, dat heet eerst winst. Izaak Löb, als uw vader dat eens beleefd had. Heeft hij altijd gezegd, Izaak, heeft hij gezegd, jij bent te goed voor den handel en goedheid is domheid, honderd en twintig percentjes." „Hoeveel percentjes?" klonk plotse ling van achter een bremstruik aan den zoom van het bosch een krachtige mannenstem. Ontzet kromp Izaak Löb ineen. Zijn gezicht werd krijtwit. Onrustig zoch ten zijne oogen. Aan den voet van een machtigen beuk, aan den overkant v. een langs den weg gelegen sloot, zat een jonge man, die ongeveer dertig ja- reni oud kon zijn. Hij was van een reusachtige gestalte. Heldere, grij-ze oogen staarden van onder den witten stroohoed. Het hooge voorhoofd, de scherp gevormde kin duidden op geest en wilskracht. Izaak Löb had dit met een enkelen blik gezien, ook dat de onwelkome vrager eeni vreemdeling in de streek was. „Maar man, wat hebt gij mij doen schrikken. Is me de angst op het hart geslagen. Ik ben er geheel door van streek. Ik zal in Hartehause koopen moeten een cognac." De jonge man stond op, sprong over de sloot en schreed naast Löb voort. „Zoo. gij wilt naar Hartehausen? Hoe ver is dat nog?" „Kan nog zijn een goed half uur. Als merkten wij op de Eucalyptus uit de Lakenhal, het dorpshuis te Borger, waarvan ook een groote en naar de natuur gemaakte teekening aanwezig is, de Pompoenen, huisje te Oegstgeest, huis te Noordwijk, enz. enz. De Tentoonstelling werd geopend met een enkel woord door den heer August L. Reymeringer, waarna de ihoogleeraar prof. Albert Verwey een rede hield. Spr. vertelde eerst in zijn mooien stijl van Verster's leven, van zijn stemmig huis met zijn oude boo men, zijn volière en zijn overgroeide paden. Uit den tijd dat bij daar op „Groenoord" woonde zijn zoo goed als geen getuigenissen betreffende de stem ming waarin fiij zijn kunstwerken maakte. V ere ter was geen schrijver, ook geen briefschrijver. Van zijn schaarsche brieven kent spr. er een van het jaar 1895, geschreven aan een van zijn vertrouwdste stadgenooten, die op dat oogenblik elders vertoefde. Spr. citeert verschillende momenten uit dien brief, waarin Verster over zichzelf scheef, wat hij niet vaak deed en wat hij verontschuldigde bijna met de woorden: „Vergeef die kleine ont boezeming in de late avondlucht". Spr. wil den tijd waarin hij dien brief schreef noemen zijn bekeering, den tijd van anders willen en nog niet an ders kunnen, van vallen laten en weer opvatten, van hopen en wanhopen. Verster werd de droomer van het licht, zooals dat in het oppervlak van de din gen leefde en spiegelde. Voor het waar nemen van dit lichtleven gevoelde hij veel meer behoefte aan kleine, licht- vattende voorwerpen, dan aan land schappen of bewegende lichamen. Hoe langer hoe meer kon hij toen al de ont roeringen, waarmee dit wonder van het licht hem aandeed, de fijnste en de felste, de zilverigste en de stralend ste, even zoowel plotseling en onmid dellijk als in uitvoerige schakeerin gen, die nochtans de volle grootheid van zijn opvatting behielden, weerge ven. Verster heeft zich echter nooit verwijderd van de werkelijkheid. Zijn zien was anders dan het onze. Niet al ken zijn gevoel maar ook zijn verbeel ding nam er deel aan. Al wat er in hem omging is in zijn werk uitgebeeld. Omdat te zien, staan we nog niet ver genoeg van hem af. Maar er zal een tijd komen, dat deze kunstwerken als stille tijdelooze verschijningen zullen gaan spreken van een mensch en kun stenaar die lang gestorven is. Dan zal men hem gaan zien niet alleen als iemand met talent maar ook als iemand met een gemoed, een geest en een karakter van ongewone waarde, en de kluizenaar van Groenoord zal dan zonder twijfel nog anders dan alleen als schilder in de gedachtenis van de menschen voortleven. Spr. eindigde met de woorden: Ik geloof, dat we er niet door zullen ver liezen als we bij de bezichtiging van deze tentoonstelling ons een korte poos met Verster vereenzelvigen en de schoonheid van de wereld zien zooals h ij ze zag. LEIDSCHE EXPL. V. ONROERENDE GOEDEREN. De Leidsche Exploitatie Maatsch. van Onroerende goederen, Directeur de heer N. A. van Zijp, geeft uit een onderhandsche obligatieleening groot 300.000, rentende 5 Yi procent, welke k pari wordt uitgegeven. Rentebetaling heeft plaats in April en October. Jaarlijks wordt 4000 af gelost k pari. Versterkte aflossing kan plaats hebben na 1 April 1932. De Maatsch. berekend dat de onroe rende eigendommen een aanzienlijke overwaarde hebben. Obligaties zijn verkrijgbaar ten kan tore der Maatsch., Stationsweg 18 en bij de Nationale Bankvereeniging. we het bosch uit zijn, kunnen wij de huizen in het dal zien liggen. Gaat gij ook naar Hartehause? Meheer is zeker de nieuwe onderwijzer?" „Juist geraden, mijnheer Izaak Löb, ik ben de nieuwe onderwijzer van Har- tenhausen." „Hóe kent gij mij?" ging de hande laar voort. „Gij hebt u mij reeds bekend ge maakt, vóór gij mij zaagt. Honderd en twintig percentjes, dat heet eerst winst. Izaak Löb, als uw vader dat eens beleefd had!" Met een lach om den mond boot ste de onderwijzer de alleenspraak van den jood na. „Nah, nah," zei de Löb, „lk merk, gij houdt nog al van een grap. Nu, wie de schade heeft, heeft er de schande bij." „Nu, mijnheer Löb, honderd en twintig percent, bij zulk een handel kan toch van schade van uwe zijde geen sprake zijn. Zorg slechts, dat «r niemand achter komt, anders zou 't u ongetwijfeld slecht vergaan. Doch dat zijn uwe zaken. Waar kan ik in Hartenhausen het best mijn intrek ne men?" „Het best kunt gij uw intrek nemen bij den kastelein Hodel. Frits Hodel. Dat is een net huis, dat is een zinde lijk huis Het heeft een goeden naam bij alle fatsoenlijke en notabele lie den. Mag ik ook weten uw waarden naam AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 2 April 1927. De Sociaal Democraten willen niets weten van de Communisten. Die zijn him te bruut. Nu. gelijkheid in de practijk is er niet. Evenmin in de uit gewerkte theorieën. Maar de dieper liggende beginselen rijn dezelfde. Ona huwelijksrecht, en in het algemeen on^ samenleven naar Christelijke orde ning, is bij geen van beiden veilig. Wat de beginselen aangaat, gaan so cialist en communist beiden daarte gen" in. In Rusland hebben de Communisten een „Liga der goddeloozen" welke zich d© uitroeiing der religie ten doel stelt. Deze publiceert over 1926 ctat in Mos kou 75 der huwelijken alleen bur gerlijk werden voltrokken" en 25 nog kerkelijk. Dat zegt wat, omdat eenmaal nagenoeg alle inwoners van Moskou lid waren van de Grieksche Kerk. Het percentage gedoopte kinde ren daalt ook. Maar niet daalt het percentage van de Kerkelijke begra- f en i s^en. Gelukkig! zou ik zeggen, want het bewijst mede, dat. als de dood komt, de levenden nog even nadenken. Zoo wild goddeloos kan hét leven niet zijn of bij den dood huivert de zondaar nog. Hoe zalig daarentegen te weten dat de eenige troost beide in leven en sterven niet is in ons zelf, maar dat wij het eigendom van Jezus Christus zijn. Dan kan leven en sterven gelijk zijn. OBSERVATOR. INSTITUUT KERN. De jaarvergadering van de Vereen. „Instituut Kern", zal Zaterdag 9 April in het instituut worden gehou den. PROF. SNOUCK HURGRONJE. Naar wij van zeer bevoegde zijde vernemen, worden er pogingen aange wend, prof. dr. C. Snouck Hurgronje hoogleeraar in het Arabisch aan de Universiteit alhier, die wegens het be reiken van den 70-jarigen leeftijd in gevolge de Hooger Onderwijswet aan het eind va ndezen academischen cur sus moet aftreden, als hoogleeraar aan de Leidsche Universiteit te behou den. Het ligt namelijk in de bedoeling, voor de vakken, of althans voor een deel der vakken, welke prof. Snouck Hurgronje onderwijst, een bij zon deren leerstoel te stichten, evenals zulks vanwege het Leidsch Universiteits fonds is geschied, toen prof Lorenta wegens het her ei ken van den 70-jari gen leeftijd het gewoon hoogleeraar- schap moest neerleggen. Naar wij verder vernemen is het reeds zoo goed als zeker, dat op deze wijze prof. Snouck Hurgronj© voor de Leidsche Universiteit behouden blijft* UIT HET TUINBOUWBEDRIJF. De organisaties van land-, tuin- en! bloemistenarbeiders hadden op 29 en' 31 Maart conferenties uitgeschreven met 'de patroons in het tuinbouwbe drijf. Telken jare was geprobeerd contact te krijgen, doch steeds mislukte dit Thans had een enkele patroon aan ie uitnoodiging der arbeidersorganisa ties gehoor gegeven. Meerderen waren met kennisgeving afwezig. Direct re sultaat heeft 't niet gehad. De wenschen der arbeiders zijn een weekloon van f24, Overuren 50 cent Pei* uur. Doorbe taling van het loon op R.K. en Chr. feestdagen. Drie vrije dagen per jaar met behoud van loon. Een regeling voor uitkeering bij ziekte en een werk tijdregeling. De arbeidersorganisaties besloten de pogingen om tot een contract te ko men voort té zetten. RAAD VAN ARBEID. Door het Bestuur van den Raad van: Arbeid is bevorderd tot adjunct-com mies de heer K. F. C. Baron van He- mert tot Dingshof, thans klerk, en zijn in vasten dienst aangesteld do heer P. J. Bergers tot klerk en de da mes A. A. Stasse en E. Eikerbout tot schrijfster, thans tijdelijk. „Ik heet Albert Volker. Maar dat daar beneden is zeker Hartenhausen?" In de verte lag een dorp. Ver uitge strekt lag het in een breed weidedai, Tusschen het groen der ooftboomen. schitterden de leiendaken. Hier en daar wisselde hun zon-beglansdo» grauw af met het rood van een pan nendak, wat een aantrekkelijk gezicht opleverde. Op den weidegrond werkten man nen in hemdsmouwen en vrouwen met witte doeken om het hoofd. Op enj af reden ledige en zwaar beladene kar ren. Het werd den nieuwen onderwijzer warm om het hart bij hel zien zijner nieuwe woonplaats. Hij verhaastte on willekeurig den pas. Izaak Löb kon hem met de koe nauwelijks bijhouden. Thans had men het dorp bereikt. „Roodkop, roodkop!" klonk het eens klaps van af de weiden. Een groep knapen speelden aan een beek in het afgemaaide weiland. Eeni- gen dansten naakt, anderen slechts half gekleed rond. Luid lachend rie pen zij onophoudelijk: „Roodkop, rood kop!" Dezen naam had men Izaak Löb wegens zijn vuurrood haar gegeven. Löb dreigde toornig met zijn stok. Toen sprak hij tot den onderwijzer: „Meheer Volker, zult gij hebben in Hartehause zwaren arbeid. Is d© jeugd zoo onbeschaafd, zijn de jongens allen brutaal en onbeschaamd als kofhon den."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5