Dit nummer bestaat uil TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Strijdkas-Gemeenteraadsverkiezino. CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN Belangrijkste nieuws in dit Nummer 7JAARGANG DINSDAG 29 MAART 1927 NUMMER 2081 HE COURANT ABONNEMENTSPRIJS Is Leiden en buiten Leiden waar Agenten gevestigd zijn Per kwartaal 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 Saldo 74.50. Ontvangen van N.N. 2.50, te zamen 77.— Aan de eerste 100.ontbreken nog 23.Wie helpt mede, dit be drag vol te maken? Men zende zijn bijdrage aan onder- geteekende. J. KARSTENS. Bur. Nieuwe Leidsche Courant. V Innerlijke kracht? Wanneer naen alleen op de getallen let schijnt het wel of de Sociaal-De mocraten gelijk hebben met hun be wering dat zij de hechtst gefundeerde partij zijn. Het nu pas verschenen jaarverslag der Partij over 1926 geeft weer eens respectabele getallen. Op 31 Dec. 1926 telde de Partij 590 afdeelingen met 43196 leden. Toch geven deze cijfers op zichzelf reeds stof tot ernstigen twijfel of de kracht zoo groot is als men belieft voor te stellen. Inderdaad toch is dit ledental niet in overeenstemming met het stemmen-aantal op de S.D.A.P.- candidaten uitgebracht. Nu steunt echter het optreden der S.D.A.P. op dat stemmen aantal terwijl toch de in nerlijke waarde eerder door het leden tal kan worden benaderd. Heeft elke partij een kring bijloopers, waarop men niet onder alle omstandigheden rekenen kan, de S.D.A.P. heeft dit wel in zeer sterke mate. Door haar propa ganda en „vrijmoedige" leuzen wor den heel wat kiezers verschalkt, die waai lijk niet uit beginsel op haar can aidaten ste/mimen. Sterker spreekt dit echter zoodra in de praktijk wat van de leden gevraagd wordt. Hoe de S.D.A.P. er ook op uit is om te leunen op de publieke kas, er moet toch voor den strijd heel wat worden opgebracht. Dat nu schijnt nog al eens moeite te geven. Er is een sterk verloop onder de partijleden en afdee lingen. Wij mogen gerust verklaren, dat wanneer de S.D.A.P. eens zulke ge weldige offers moest brengen voor haar zaak als b.v. de Anti-revolutio nairen voor politiek, kerk, school, zen ding en barmhartigheid dan zou het verloop nog grooter zijn. Maar er is nog iets. Wij zien in de S.D.A.P. dat de wintercampagne een sterke opleving brengt, zoodat het vroege voorjaar het grootst aantal af deelingen geboekt staan. Dan treedt echter een snelle daling in. Niet een inzinking van het krachtig leven zoo als wij dat ook kennen, neen heele af deelingen leggen er het bijltje bij neer. In 1926 trokken zich niet minder dan 21 afdeelingen terug. Alleen door op richting van nieuwe afdeelingen be hield men het peil. Dit toont waarlijk geen innerlijke sterkte. Onder de ver- dwenen afdeelingen zijn er waarvan gezegd wordt, dat zij er met vallen en opstaan wel komen. Er zijn er bij cp plaatsen waar men zeker een krachtig leven kent en waar het aan ontwikke ling en verkeer met andere plaatsen niet ontbreekt. Dit alles toont ons ook in de cijfers en de feiten, die de partij zelf publi ceert, dat er aan de innerlijke kracht nog al wat ontbreekt. Dit is maar gelukkig ook. Was die kracht recht evenredig aan de vrij moedigheid waarmede leuzen verkon digd worden, dan was het gevaar nog veel grooter. Nu is echter de rumoe rige propaganda gelukkig voor een deel niets beteekenend lawaaierig ge doe. Dat mogen wij als tegenhanger van de groote ontwikkeling waarop de S.D.A.P. wijzen kan, wel eens noe men. De S.D.A.P. leeft meer dan een an dere partij boven haar stand. Zij lijdt ernstig aan gebrek aan innerlijke kracht. STADSNIEUWS. RAARLEMSCHE ORKESTVEREEN. De Gehoorzaal, zóó vol als we nog nimmer bij een concert hebben bijge woond, ^egroette den heer Gerharz met een bijzonder warm applaus toen deze het podium be'rad. Er was reden voor: een Beethoven-herdenking ?ou het waardig slot zijn van de reek-en concerten, welke het Haarlemsch Or. kest hier gedurende drie jaren onder de energieke aanvoering van Gerharz gegeven heeft. En tevens zon het do laatste maal zijn, dat de populaire di rigent hier leiding gaf. BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 Men begon met de Coriolan-ouver ture. Onwillekeurig denkt men hierbij aan Shakespeare's „Coriolanus'. Maar dat is toch mis. De Coriolanus-tekst waarvoor Beethoven dez© ouverture componeerde, was een zelfstandig naar Plutarchus bewerkt treurspel van Col lin. Deze tekst is allang vergeren; maar j>eethovens muziek leeft nog even hevig en sterk als Shakespeare s gelijknamig drama. Wat we reeds vroe ger opmerkten over Beethovens Ouver tures zou hier herhaald kunnen wor den. Ook in dit genre toont Beethoven zich de man van geniale tgcüeppings- kracht en sterke phantasie, die aan deze muziek veel meer diepgang weet te geven, dan gewoonlijk in Ouvertu res het geval is. Het orkest gaf een gave vertolking, die ons zeer heeft ge boeid. Daarna kwam aan de orde het eeni- ge, maar dan ook overschoone viool concert, dat Beethoven geschreven heeft (D. gr. t.) 't Is een zeldzaam rijk werk. Tref fend is reeds het om zoo te zeggen: steen voor steen opbouwen van de in leiding: paukgeroffel, een blazersac- coord; en dit herhaalt zich; dan ko men de violen met een kor:© melodi sche figuur gevolgd door accoorden van 't geheel© orkest. De inleiding wordt voltooid en dan volgt eindelijk het hoofdthema van 't allegro, uitge zongen door 't heele orkest. Hieruit ontwikkelt zich het passagespel van den solist, dezen avond Jos. de Clerck. Een ontzettend moeilijke opdracht heeft deze te volbrengen, want Beetho ven beeft in zijn eenigste vioolconcert alleen naar de technische zijd© reeds een summum van eisehen gesteld. De heer de Clerck toonde zich een violist van uitstekenden aanleg, die zonder twijfel eens dit zware werk geheel tot zijn geestelijk eigendom zal maken. De toon kan nog iejs grooter worden, het passagespel nog meer technisch be- heerscht. opdat de solist de muzikali teit die hij bezit, er geheel aan kan uitleven. Hoe verder hij vorderde, des te meer kwam hij op dreef in deze zonnige, speelsche muziek, die vol hu mor is en vol van betooverende klan- kenweelde. Vooral in het gedeelte, waarin de solist een tijdlang alleen „aan 't woord" is blijkt, hoe ontzettend «moeilijk Beethoven geschreven heeft. Het Larghetto, dat zeer schoon door het strijkorkest Con sordire werd in gezet, is vol melodische innigheden. Het klinkt als 't ruischen van een plechtig orgelkoraal. De diep-apngrij- pende melodie wordt na eenigen tijd overgenomen door de blazers en daar na door den violist, die in dit gedeelte wel zeer gelukkig was. Verrukkelijk schoon heeft Beethoven dezen Satz óp- gebouwd en uitgewerkt. Telkens hoort men van een ander instrument het hoofdmotief, waaruit de variaties van de solopartij zoo logisch on vanzelf sprekend voortvloeien. Heerlijke, rustig stemmende muziek aristocratisch voortvloeiend uit een ziel, die de hoogste schoonheid kent. Muziek, die stemt tot een sterke span ning van geboeid luisteren, muziek, die een verwachting suggereert en plotseling wordt die verwachting ver vuld als uit het Larghetto het slotalle- gro opbruist. En dit is één flitsing van licht en kleuren; één tintelend zonne glansen; één fijn getriller als het hoo- ge vibrato der insecten die op een zo- merschen dag het stille woud vullen met hun veelstemmig gegons; één len tevreugde. Solist en orkest ontvingen daveren de toejuichingen. En toen betrad Prof. P. J. Blok het podium namens een groot aantal geregelde bezoekers van 't H. O. Niet Beethoven hulde te brengen en de DUitschers te bestrijden, die het Vlaamsch-Hollandsche van tot von willen maken', evenmin om waardee- rende woorden te richten tot orkest "en solist, voor wie hij van het publiek nogmaals een hartejijk applaus vraagt, maar om den heer Gerharz te huldigen De heer Gerharz heeft hier drie jaren lang volksconcerten gegeven, die zich in een groote toeloop van belangstel lenden mochten verheugen. Hij heeft zeer veel bijgedragen tot de muzikale opvoeding van het publiek. Daarvoor komt hem een woord van oprechten dank toe. Vervolgens biedt cLr .Blok den heer Gerharz een bloemenmand aan en als blijvend aandenken de par tituur van „Die Frau ohne Schatten" van Eugen d' Albert, daarbij den heer Gerharz toewenschend, dat zijn verder leven zonder zware schaduwen moge ver 1 o open. De heer Gerharz dankt met een kort woord voor de waardeering welke hij leeds te Leiden ondervond. Zijn be- luit om been te gaan, beeft hem veel moeite gekost; maar de omstandighe den waren van dien aard, dat hij niet blijven mocht. Zijn besluit is onherroe pelijk. Aan Leiden zal hij onverganke lijke herinneringen behouden. En wij voegen er aan toe; Leiden zal hem niet vergeten! Na de paiize kregen we een pracht- uitvoering van de 8st© Symphonie. Dit werk wordt wel eens de klein© sym phonie genoemd, omdat het beschei den van omvang is en geheel in den vorm der 1ste en 2de Symphonie ge schreven is. Dat woord „klein1" mag hier niet in geringschattende beteeke- nis worden genomen. Gelijk de 4de Symphonie staat tuschen de Eroïca en de geweldige 5de; zoo staat de 8ste tus schen de machtige Zevende en de al les overweldigende Negende. Het ge wone verschijnsel bij Beethoven. Tus- schen zijn ernst kwamen ontladingen van vreugde. Hoeveel machtiger is dit „kleine" werk dan de beide eerste. Men voelt, dit is het werk van een geest, die en passant zich even aan de vreugde overgeeft. Hij speelt met zijn motieven; de compositie heeft geen problemen meer; een weelde van melodieën, een weelde van rhythmen»- siddering. De oude symphonie vorm is nog eens weer aangewend; maar die vorm is doorgloeid van geest en hu mor; de idee der vreugde heeft zich gemanifesteerd in een schitterende climax van gouddoorgloeide tonen- weelde. Het zinnelijk element is er vreemd aan geworden; 't is alles idee, zo,oals die leefde in de ziel van den meester, die geen aardsche vreugde meer kende. De heer Gerharz gaf een schitteren de vertolking, alles even gaaf en fon kelend. En ten slotte een heel mooie uit voering van de Egmond-ouverture, waarover we reeds een paar malen' schreven. Na de uitvoering een minu tenlange ovatie voor den innig muzi- kalen en energieken leider. FEESTELIJKE JUBILEUM-AVOND J. N. F. Ter gelegenheid van het 25-jarig be staan van het Joods ch Nationaal Fonds, hielden gisteravond in Huize „Nijdam" de afdeelingen Leiden van den Nederl. Zionistenbond en Ned. Zion. Stud. Organisatie een Feestelij- ken Jubileumavond. De zaal was goed bezet en ©r heerscht© ©en opgewekte stemming. De voorzitter, de heer Noach. open de, nadat door het koor Nes-Zionah uit den Haag gezongen was het Hati- kwah, het Joodsche volkslied, de ver gadering niet een hartelijk welkom aan de sprekers voor dezen avond en aan het zangkoor. Spr. zegt, dat deze avond zal staan ook in het teeken van het offer, dat een der eerste Joodsche plichten is. Er worden offers gevraagd voor het doel der Zionisten, n.l. om Palestina weer te maken zooals het vroeger was. Daarmede opent spr. de vergadering. Het koor brengt eenige liederen ten gehoore, waarna het woord is aan den Weled. Gestr. heer Mr. Henri Edersheim. Spr. begint met te zeggen, dat het plan van het Nationaal Fonds onge- 'veer 40 jaar oud is. Het plan was van1 prof. Schapira, De bedoeling was, een groot fonds te stichten om ver schillende gedeelten van Palestina te koopen. De oplossing van het Jood sche vraagstuk gaai langs moeilijke wegen en vraagt zware offers. De fi nanciën spelen een groote rol overal en ook hier. Het is zoo noodig, dat geld. Het mag echter niet bij geld blijven staan. Het Zionisme is een beweging van ons allen, voor ons allen. Spr. bestrijdt de gedachte alsof het Jood sche volk een volk van koophandel zou zijn. Dat is niet waar. Veeleer is het een volk van geestelijken inhoud. Het stelt het geestelijke boven het ma terieel e. Het Zionisme werd in' het begin van zijn bestaan beschouwd als een uto pie. Het resultaat dat thans in Pales tina mede door den wereldoorlog be reikt is, is wonderbaar te noemen. Thans komt iedereen die Palestina bezoekt terug onder den indruk van hetgeen daar is verricht. Dit alles is een eerste grondslag, waarop onver moeid wordt verder gewerkt, opdat een nieuwe toekomstmogelijkheid ge schapen wordt voor verschillende menschen, die een materieel ellendig bestaan hebben. Echter is dat het doel riet in de eerste plaats. Het doel is allereerst het geestelijke element weer op te wekken en op te voeren. Het Zionisme is Iets waarvan de zegenin gen over allen zullen uitgestort wor den. Het Zionisme beoogt den band tus schen het volk en het oude land weer te leggen, opdat de man weer achter de ploeg gaat, niet alleen voor zich- zelve maar meer voor het gemeen schappelijk heil. Thans komt de vraag: Wat hebben wij met deze groot© beweging gemeen en wat is onze plicht daartegenover? Wij moeten uitgaan van de gedachte dat wij aller' zonen van één volk zijn. Het is slechts weinigen gegeven groo te mannen te zijn. Wij zijn meest men- schen van middelmatigheid. Toch mag nooit vergeten worden de vraag: Wat doén wij voor het volk? De verant woordelijkheid is thans groot voor het Joodsche volk, 'nu door den Volken bond het land Palestina, aan het Jood sche volk gegeven is, om daar zijn nationaliteit te stichten. En nu is de vraag nogmaals: Wat doe,t gij voor het volk? Want allen tezamen moeten het doen. Spr. hoopt, dat allen zullen me dewerken, opdat het oude land ook het nieuwe land mag zijn. „Nes-Zionah" zong thans weer eeni ge liederen, waarna het woord kreeg de WelEerw. heer Rabbijn A. Ph. de Vries Mzn. Spr. begint met op te mer ken, dat telkens gezegd wordt, dat of fers gevraagd worden, maar dat is niet waar, want er wordt veel meor ontvangen. Alles wat gegeven wordt is geen offer, want men krijgt het hon derdmaal terug. Twee ontdekkingen heeft het Joodsche volk in d© laatste 40 jaar gedaan. Ten eerste hebben de Joden Amerika ontdekt. Onder groote verschrikking der vervolgingen werd Amerika ontdekt als toevluchtsoord. 3% millioen Joden wonen daar thans. Die Amerikaansche Joden hebben de Russische Joden gesteund. Terzelfder tijd dat die groote stroom ging naar Amerika,heeft een kleine groep van menschen Palestina weer ontdekt. Zion was weg, ondanks de gebeden van de velen die nog aan Zion dach ten. 't Was echter een idee geworden. Het conrete was er niet. Enkel© men schen zijn naar Palestina gegaan en eindelijk is een kolonie gesticht. Toen kwam Mr. Schapira en is de strijd be gonnen om d© bezwaren te overwin nen en dat is gelukt. Het land Pales tina was woest. En dat was wel te begrijpen, want dat land luistert al leen naar zijn kinderen. De Ameri kaansche dollar heeft echter veel ge holpen en ook de arbeid der thans in Palestina wonende Joden. Nog worden wij bestreden met te zeggen: Wij heb ben immers geen land noodig. Spr. haalt aan de allegorie die vertelt, dat Abraham kon kiezen voor zijn nage slacht tusschen eeuwige verdoemenis en ballingschap en de keus was moei lijk voor hem, wel een bewijs van het vreeselijke van ballingschap. Het J. N. F. heeft ons in diè 25 jaar dichter ge bracht bij Zion. Palestina bebeerscht thans de Joodsche geschiedenis. Spr. eindigt met een bezielend woord en een opwekking om mee te helpen in den strijd voor Erets Israël. De avond werd verder aangevuld met de vertooning van lichtbeelden'. De voorzitter sloot met een woord van dank aan allen, die medegewerkt hadden tot het welslagen van dezen avond. KON. NED. MIJ. VOOR TUINBOUW EN PLANTKUNDE. Gisteravond hield de afd. Leiden en Omstreken van bovengenoemde Mij. haar Maart-vergadering in huize „Nij- dam". De voorzitter, de heer E. Th. Witte opende deze vergadering en wees op het 50-jarig© bestaan der zaak van den heer W. v. Veen. Deze kweeker is een van de oudste leden der Afdeeling en een zeer geziene persoonlijkheid op tuinbouwgebied, redenen om deze Fir ma namens de afd. geluk te wenschen met dit zeldzaam jubileum. De notulen werden door den waar- nemenden secretaris, den heer J. Kriest Jzn. gelezen en door de verga dering goedgekeurd, terwijl 2 leden werden geballoteerd. Door den Secretaris der Ned. Dah- lia-vereeniging werd aan den heer J. Mater met een toepasselijk Woord de gouden Medaille overhandigd. Spreker deed uitkomen wat voor nut het kan en zal hebben wanneer van een bepaal de plantensoort, alle bekroonde va riëteiten bekend zijn. De samensteller van het Ned. Dahlia Stamboek heeft dan ook een zeer nuttig werk verricht waarover zelfs een groot Duitsch des kundige zijn bewondering in de pers heeft geuit. Hierna overhandigd© de vdorzitter met eenige toepasselijke woorden het diploma anet een zilveren medaille aan den heer W. Lagerberg voor het feit, dat deze 25 jaren als tuinman aan de plantsoenen te Leiden is verbonden. Tevens werden aan de H. H. G. T. Hemerik, J. G. Ballego, C. Vianen, J. H. Smit, J. Kriest Jzn., G. Lubbe en A. v. d. Kloot de diploma's overhandigd voor het ingezondene op diverse keu ringen en tentoonstellingen der Mij. Na de pauze deed de voorzitter eenige mededeelingen over het Advies bureau en over de a.s. feestelijkheden. Hierna kreeg de heer Jonker het woord om de vraag te behandelen: „Waarom geeft men menie op als een deugdelijk afweermiddel voor zaden tegen vogels?" Spreker zoekt het in de kleur, terwijl men bij de hierop vol gende bespreking van meening was, dat de vogels het minder lekker van ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertenAiSn per regel 22'/» cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief* Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advert en tiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent Binnenland. Een verklaring der Belgische reges- iing over de verwerping van het Ver drag. Ernstige grondverschuiving aan de Maas nabij Eisloo (Limbnrg). De algemeene vergadering der Alg. Ver. voor Bloembollencultuur. Buitenland. Rede van Mr. Rutgers in de voorbs- reidingsqommissie der Ontwapenings conferentie. Het Fransche voorstel is voorloopig aangenomen. Bij een mijnramp ic Japan zijn 136 mijnwerkers omgekomen. smaak vinden, gezien dat ze dan ook enkel de jonge spruitjes opeten en het zaad zelf niet. De vraag: Is de naam Rosa Wichu- riana of Rosa Wichura, werd door Dr. Goethart ingeleid, maar men kon nog niet tot een definitieve oplossing ko men. De vraag: Wat is juister, groenhlij- vende planten en coniferen tusschen alle andere soorten van heesters (struiken) te plaatsen, of zoo te groe- peeren, dat het karakter van de plant niet verloren gaat? De Heer Jonker, die eveneens deze vraag behandelde, zei, dat er over dit onderwerp heel wat te zeggen is. Spreker noemde verschillende voor beelden van groenblijvende planten, gecombineerd met heesters, wat niet wegneemt, dat smaken zeer verschil len en er vele vakgenooten zijn, dio aarzelen iets nieuws te brengen. Spreker vroeg dan ook verlof, om op een herfstvvergadering nogmaals over dit onderwerp te mogen spreken. Door de Commissie van beoordee ling wed aan de nieuwe Trompet- Narcis van den Heer G. L'ubbe Tz. te Oegstgeest het hoogste aantal punten toegekend. Schitterend was dan ook de Var. Lloyd George en Hort. Witte, vooral de eerste is onberispelijk. Daar er niets voor de rondvraag was, sloot de Voorzitter deze bij uitstek aangename vergadering. DE BOLLEN. Op de bollenvelden wordt de alge meen© bloei nu binnen kort te gemoet gezien. Het riet is overal opgeborgen, de planten groeien hard. nog een paar zonnige dagen en de klepren beginnen te spreken. Bij zacht weer en wat zon zal de top-bloei in de eerste week van April te zien zijn. ARMENRAAD. In de gisteravond gehouden verga dering van den Armenraad is in de plaats van den heer Dr. S. C. Mete ring (die wegens vertrek naar Indië ontslag nam) tot voorzitter gekozen, de heer G. A. Smit. Pastoor alhier. Aan het eind der vergadering nam de heer Meijering met een kort woord afscheid van den Armenraad, waar van hij slechts korten tijd, voorzitter mocht zijn. •Namens de leden van den Armen raad richtte Dr. Boonacker een woord van dank en waardeering tot den schei tienden voorzitter, voor het vele wat hij voor den Armenraad heeft willen, doen. De vergadering betuigd© door ap plaus haar hartelijke instemming met bet door Dr. Boonacker gesprokene. ELECTRIFIüATIE LIJN ROTTERDAM—HAARLEM. Donderdag X Maart a.s. zal op de lijn RotterdamHaarlem heen en te rug een electrische trein rijden, die 11.30 uur uit Rotterdam vertrekt, tot welke rit ook de pers uitgenoodigd is. In hotel Funckler te Haarlem zal een overzicht gegeven worden van de elc- trificatie en zal het noenmaal worden gebruikt. De trein vertrekt om 2.42 uur weer uit Haarlem en zal 3.34 te R'dara aankomen. AFSCHEID F. J. HOPMAN. Heden heeft de heer F. J. Hopman, leeraar in het Engelsch aan de Gem. H. B. S. aan den H. Rijndijk, die be noemd is met ingang van 1 April tot redacteur van de rubriek „Kunst en Letteren" bij de „N. R. Crt.", van leer aren en leerlingen afscheid genomen. Op verzoek van den heer Hopman droeg dit afscheid een intiem karakter en werd er geen ruchtbaarheid aan ge geven, zoodat ook de onderwijs-autori teiten enz. er niet bij tegenwoordig waren. Het afscheid van de leerlingen ge-* schiedde hedenmorgen in de verschil lende klassen waar hij gewoon waa les te geven. In ieder dezer klassen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1