VITRAGES.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 19 MAART 1927
TWEEDE BLAD.
Uit de Schriften.
DE DROOM VAN PILATUS' VROUW.
„En als hij op den rechter
stoel zat, zoo heeft znine huis-
"•touw tót hem gezonden, zeg
gende: Heb toch niet te doen
met dien Rech^vnardicre. want
ik heb heden v^el gebeden ia
den droom om Zijnentwil".
Matth. 27 19.
Schijnbaar een kleinigheid in de
groote lijdensgeschiedenis van Jezusi
Christus, alleen door Mattheus ver-
me'd. Wie heeft dezen Evangelist van
dezen droom gesproken, of heeft 'Godl
hem dit bijzonderlijk geopenbaard?
De andere Evange'isten, die vele ge
beurtenissen uit dat lijden ieder op
hunne wipe mededeelen, vermelden
dezen droom niet.
Wat beteekent ook een droom van
een heidensche vrouw in verband met
Jezus' lijden en sterven?
Denkt zoo niet. Het is een lichtstraall
in den vreeselij'ken nacht van Tezus'
lijden, die komt uit een der nfcleizen
van Jeruzalem, waarin men zeer wei
nig van Jezus weet of weten wil. De
droom is m.i. van beteekenis en
gewicht, opgeteekend in Gods Woordl
en voor ons bewaard tot op dezen dag.
Laat ons er acht op geven en hem
overdenken.
De huisvrouw van Pilatus had ge
droomd, van Jezus gedroomd, in aen
nacht van Zijn bitter lijden. Het was
een bange droom geweest, zij had het
benauwd gehad, zij zegt; „ik heb veel
geleden".
Kan men in een droom lijden, om
Christus' wil lijden? Ja, deze vrouwi
zeet het.
Wonderlijk, merkwaardig, vindt ge
niet?
De nacht was voorbij, 't is morgen
geworden, zij ontwaakt en weet wat rij
gedroomd heeft.
Zij wist stellig niets van Jezus' ge
vangenneming, van Zijn veroordeelingi
'en lijden in Kajafas' huis, toen zij 's
avonds ter ruste ging en dien nacht
slapend doorbracht. Toch, toen Chris
tus in dien nacht voor de Zifhen leed,
leed zij om Christus' wil. Judas, had
Hem verraden en Petrus verloochend,
Zijne discipelen waren gevlucht en zul
len dien nacht in angst en vreeze heb
ben doorgebracht, vele van Zijne vol'
gelingen weten nog niet wat er met
Hem geschied is, maar deze vrouw
droomae van Hem en leed in dien
droom om Zijnentwil.
„Droomen is bedrog", zegt een
'spreekwoord, maar haar droomen was
geen bedrog. Het was waarheid, ver
Lelijkheid, het was een droom door
God "gegeven..
Zij is opgestaan en hoort, wat er in
het rechthuis te doen is: dat Pilatusi
reeds vroeg op den rechterstoel geze
ten is om te oordeelen over Jezus; dat
de Joodsche raad Hem reeds ter dood)
veroordeeld heeft en de machtigen
van Jeruzalem eischen dat hun vonnisi
door haar echtgenoot bekrachtigd zal!
worden.
Zii schrikt en is ontzet. Zij haast zich
om haar man te weerhouden. 'Zij 'kent
hem, zijne zwakheid en wankelende po
sitie over het Joodsche volk. Zij tracht
in te grijpen in het aanhangige recms-
geding.
Dat is wel iets buitengewoons.
Wat heeft zij met deze rechtzaak te
maken
Zeer veel zelfs, „want zij heeft he
lden veel geleden om Zijnentwil".
Daarom zendt zij een dienstknecht
tot Pilatus om hem te zeggen: „Heb!
toch niet te doen met dien Rechtvaar
dige". Hij is de Rechtvaardige, Hij is
onschuldig, heilig, groot.
Dat gelooft, dat weet zij'. Zij kan niet
zwijgen, zij moet haar rpan waarschui
wen, hem beletten onrecht tegenover
Jezus te doen.'Zij pleit voor Jezus, ter
wijl het gansche volk om Zijn doodi
roept.
„Heb toch niet te doen met dien
Rechtvaardige".
Bezondig u niet, veroordeel dien
Rechtvaardige niet, laat Hem vrij.
Pilatus heeft de boodschap ontvan
gen; hij neenit ze zelfs over, brengt zs
openlijk aan het volk, en dringt ze med
een bizonder teeken bij de schare aan;
want hij wascht zijne handen in on
schuld en roept uit: „Ik ben onschul
dig aan het bloed dezes Rechtvaardil
gen". Hij gebruikt dus hetzelfde
woord, noemt Jezus zooals zijhe vrcuwl
Hem noemde, en waarschuwt het volk
zooals zijne vrouw het hem gedaan
heeft: „Gijlieden moogt toezien".
Hij gelooft dus wat zijn vrouw hem*
van Tezus boodschapte, trouwens zelf
had hij herhaaldelijk gezegd: „Ik vind
geen schuld in Hem'".
Toch durft hij Hem niet loslaten*
want hij heeft reeds het volk de keuzö
tusschen Jezus en Barabbas gegeven
en de schare heeft voor Barabba6 gekol
zen.
Kwam de boodschap dus te laat?
Voor hem schijnbaar wel, al doet hif
nog een poging om Jezus vrij te maken
Maar hoe kon hij denken, dat het volkl
naar hem zou hooren, nu hij zelf niet
durfde doen wat zijne vrouw hent
vroeg? De zwakke lafhartige Pilatusi
is een speelbal des volks en nij gaf Je
zus over om gekruisigd te worden.
Misschien neeft nij' toen een
oo^enblik innerlijk geleden om Jezus'
wil, maar dan gansch anders dan zijne
vrouw. Om zich zeiven te redden han
delde hij tegen zijn geweten, tegen
het recht in. Hij is een onrechtvaardf
ge rechter bij uitnemendheid.
Wat zal zijn huisvrouw daarvan ge
zegd hebben?
Jezus de Alwetende Heiland wist ze
ker van dien droom, maar Hij zegt er
niets van tot Pilatus. Het was niet notr
dig, van zijne vrouw had de stadhou
der de boodschap ontvangen, cn Jezus
was het zwijgende Lam, dat ten ofier
gebracht werd.
Om te meer nog ons te prediken
dat Hij onschuldig leed en stierf, Hij,
de Rechtvaardige voor ons onrecht
vardigen, is die droom in het Evange
lie opgeteekend.
Hij is onze Borg die in onze plaats
de straf onzer zonden op zich geno
men heeft. Dat kunnen wij niet ie dik
werf hooren, nooit genoeg overdenken
Wie k^n deze diepte Zijner liefde pc.
len. Hebt gij er uw eeriige hoop cn
troost in gevonden
Heeft Pilatus' vrouw Jezus gekend
van Hem gehoord, was zij heimelijn
een dicipelin of begeerde zij dat re
worden? Ging haar hart naar Hem
uit En ontving zij daarom dier:
droom? Ik weet het niet, het wordti
ons niet vermeld.
Maar het is wel zeer merkwaardig
dat zij in dien nacht in den droom iets
vernomen heeft van wat jesaja eeuwen
te voren reeds had geprofiteerd: „Om
den arbeid Zijner zie. zal Hij liet zien
en verzadigd worden; door Zijne ken
nis zal Mijn knecht, de Reciitvaar
dige, ve.en rechtvaardig maken, want
Hij zal hun ongerechtigheden dragen'
„Mijn knecht, de Recntvaardige"
Zoo moet gij uw Heiland zien in Zijn
lijden en sterven: dan ziet ge Zijn groo
heid, Zijn onschuld, Zijne liefde, en
borgtoclitelijkheid, de kern van Zijn
verlossingswerk, Dan is Hij u dierbaar
boven alles, u die gelooft.
Hoort het, gelooft liet, pleit er op
en rust er in: Jezus is d e Rechtvaar
dige en zal velen rechtvaardig maken.
Be.ijdt Hem zoo.
Velen smaden, bespotten en ver
werpen Hem, ook in de Zijnen. Ais
Hij nog op aarde was, zou men Hem
wederom kruisigen. Maar Hij is een
maal geofferd en dat is genoeg. Ooi.
voor u? Be.ijdt Hem dan, geeft Hem
eere. Hoopt op Hem en volgt Hem.
Velen zijn lafhartig genoeg om met
voor Zijn naam en zaak op te komen,
al heeten zij ook Zijne discipelen. Ziji
bedekken hun geweten en zullen be
schaamd uitkomen.
Hebt Hem lief, die u zoo uitnemend
lief gehad heeft, dat Hij Zich voor u
overgaf aan ontzettend lijden en den
bitteren dood des kruises, en toont
uwe liefde in de belijdenis van Zijn
naam en een wande, en in Zijn wegen.
Dan kan hec gebeuren, dat Hij ooit
in den droom soms u nabij is, niet om
dat gij om Zijnentwil zoudt lijden, maar
opdat het u zou zijn als 't Hernhutters
avondlied zingt: „En wees in den
droom mijn lust".
Maar bovenal, die Jezus hier in hec
geloof kennen ais den Rechtvaardige,
die voor hen leed en stierf, zullen zij
Hem eens zien in Zijne heerlijkheid en
met Hem verheerlijkt worden.
DE DAG DES HEEREN.
Droef en donker zijn de tijden.
Angstig dreigt de onweersnacht
voor een wereld, die vol lijden,
naar een beet're toekomst wacht:
Doch vergeefs is al' haar hopen:
elke dag brengt 'droever lot,
want de dag des oordeels nadert,
„dag van wraak" van onzen God.
Groot, ontzag'lijk zijn de teek'nen;
d' aarde beeft verschrikt, benauwd;
allerwege dreigt verwoesting,
zooals zelden is aanschouwd.
Doch het schepsel, blind en Mei,
let niet op den dag van God:;
snelt, ontzind door aardsche vreugde,
naar zijn droef, rampzalig k>t.
Hoor dan wereld, neig uw ooren
staak uw vreugde, aie nu lacht;
doe nog boete, wil nog hooren,
want de dag des oordeels wacht.
Maar gij, kinderen des Heeren,
zie omhoog, en wees verheugd.
Vreest niet, want uw Heiland nadertj
dag van zaligheid en vreugdl.
Vrees niet, gij verdrukte schare,
moegestreden onder 't kruis;
nog een wijle *'t leed gedragen,
en ge zijt voor eeuwig thuis.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te Delft (vac. P. Zandt),
G. Bolkesteijn te Apeldoorn^ Dr. N. G.
Veldhoen te Alphen a. d. Rijn en P. G.
de Vey Mestdagh te Rotterdam.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Surhuistcrveen, J. H.
Meuleman te Hoogersmilde -en S. J.
Popma te Engwierum.
Beroepen: Te Hoek van Holland,
G. W. Keur te Heinskenszand.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te 's-Gravendeel, J. Ho
vius t.e Sneek en G. Salomons te Amers
foort. (verb, bericht).
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: Te Moercapelle, A. de
Blois te Dirksland.
Ds. J. C. DAGEVOS.
Aan Ds. J. C. Dagevos. Predikant bri
de Geref. Kerk van Ouderkerk a. d.
Amstei, is wegens ernstige ongesteldheid
een volstrekte rust van minstens drie
maanden voorgeschreven.
BEROEPBAAR.
De heer S. Wouters, theologisch can-
didaat te Exmorra, bij Bolsward, ver
aoekt ons te melden, dat hij na Zondag
20 Maart, gaarne een eventueel beroep
uit de Geref. Kerken in overweging zal
nemen.
DE GEREF. BOND IN DE NED.
HERV. KERK.
De 22ste jaarvergadering van den Ge
reformeerden Bond tot uitbreiding en
verdediging van de Waarheid in de
Ned. Herv. (Geref.) Kerk, zal gehouden
worden op Donderdag 31 Maart a.s., in
het gebouw voor K. en W. te Utrecht.
In de morgenvergadering zal Ds. K.
J. van den Berg van Amersfoort referee
ren over: „Over het wezen der Kerk".
De volgende voorstellen zijn ingeko
men:
Van de afdeeling „Rotterdam":
a. De Gereformeerde Bond neme het
Evangelisatiewerk ter hand, met name
in de Noorderlijke Provinciën, waar nu
alleen de Bond van Evangelisaties werkt
in ethischen geest. Er worde een Gom
missie benoemd, waarin het Moderamen
van het Hoofdbestuur ais zoodanig zit
ting hebben, met vier leden buiten het
hoofdbestuur, door de Jaarvergadering
te benoemen. Deze Commissie ontwer-
pe een plan van actie ter goedkeuring
voor te üeggen aan de eerstvolgende
Jaar-vergadering van den Gereformeer
den Bond.
b. De Gereformeerde Bond stelle een
eigen examen in voor Godsdienstonder
wijzers met acte, om na door de Kerk te
zjju toegeiaten, ook van den Gereform.
bond een getuigschrift te kunnen ontvan
gen. wat voor den arbeid als Godsdienst
onderwijzer van groot gewicht kan zijn.
Dit getuigschrift moet ook zoo noodlg,
door den Gereformeerdea Bond wear
als vervallen kunnen worden verklaard
indien onverhoopt ismand in leer of
laven daartoe genoegzame aanleiding gaf
0. De Gerefcrmeerde Bond benoeme
door het Hoofdbestuur een Commissie
van zeven om het vraagstuk van de
verhouding/van Kerk en Staat onder de
oogen te zien en in een rapport neer te
leggen wat onze wenachen zjjn tot op
lossing van het hangend vraagstuk der
financiëele verhouding, zoowel wat aan
gaat de Kerk, als wat betreft den Staat.
Van de afdeeling „Alphen a. d. Rijn".
Het Hoofdbestuur warde, wegens uit
breiding van den Bood, met twee leden
uitgebreid.
NED. HERV PREDIKANTENVEREEN.
De jaarlijksche algemeene vergade
ring van de Ned. Herv. Predikantenver
eemiging zal, naar de Sand, vsrneemt,
Dinsdag 26 en Woensdag 27 April a s.
in het Jaarbeursgebouw te Utrecht ge
houden worden.
DE EVANG. MAATSCHAPPIJ.
De algemeene vergadering der Evan
gelische Maatschappij zal op Vrijdag
1 April 1927, des morgens te half ell
uur te Dordrecht in de Blauwe Zaal van
Gebouw Amerioain, Groenmarkt 47, ge
houden worden. De vergadering wordt
voorafgegaan door een openbare Wij-
dings-, tevens Propaganda Bijeenkomst
op Donderdag 31 Maart des avonds 8
uur in de Groote Kerk. Spr.: Ds. W.
D. M. Baar, Ned. Herv. Fred, te Alk
maar en Ds. A. G. H. van Hoogeohuy-
ze, Ned. Herv. Pred. te Amsterdam,
beiden leden van het Hoofdbestuur, met
medewerking van Mej. Nelly Vertregt,
alt-zangeres te Dordrecht en den heer
Joh .A. de Vries, Organist der Groote
Kerk.
in de Vrijdag te houden vergadering
komt o.m. aan de orde: Verkiezing van
twee leden van het Hoofdbestuur ter
voorziening in de vacatures, ontstaan
door het periodiek aj.reden van Ds.
W. D. M. Baar (herkiesbaar 1 en Ds. G.
Westmijse (niet herkiesbaar).
OPHEFFING
TWEEDE PREDIKANTSPLAATS.
Het Provinciaal Kerkbestuur van Gel
derland heeft opgeheven de tweede pre
dikantsplaats der Ned. Herv. gestichts-
gemeente „De Weezenkapel", te Neér-
Bosch.
KERKBOUW.
Namens de kerkvoogdij der Ned. Herv
Gemeente te Apeldoorn en Het Loo,
hebben de architecten J. G. en P. K.
Mensink den bouw van de Julianakerk
aldaar opgedragen aan dein aannemer
A. R. van der Wrik. te Apeldoorn, voor
de som van f51.700.
BOND VOOR GEREF. JEUGD
ORGANISATIE.
Naar we vernemen, zal de 13e jaar
vergadering van den Bond voor Geref.
Jeugdorganisatie Woensdag 20 April a.s.
in l'Europe te Utrecht gehouden wor
den. In de middagvergadering zullen als
referenten optreden de heeren Prof. Dr.
J. Waterink van Amsterdam, met 'het
onderwerp: „Hoe benaderen we onze
jongens en meisjes het best?' en Dr.
J. Hoek van 's-Gravenhage West, met
het onderwerp: „Ons werk en onze per
soonlijkheid". De vergadering vaagt om
10.30 nur 's morgens aan.
BINNENLAND.
BEZOEK VAN DE KONINGIN.
De Burgemeester van Amsterdam
heeft de mededeeling ontvangen, dat
het in het voornemen van de Koningin
ligt, in1 de tweede helft van Mei het
gewone jaarlij'ksche hezoek aan de
hoofdstad te brengen.
DE PRINS OP REIS.
Prins Hendrik, die enkele dagen te
Zurich heeft vertoefd, is thans te Lu
gano aangekomen, waar hij enkele
weken denkt te blijven. De prins is af
gestapt in Hotel Bristol, waar ook de
groothertogin van Oldenburg met ge
volg verblijft.
PRINSES JULIANABLOEM.
De propaganda-commissie voor bet
Drentsche veenkind zal dezer dagen
aan de colleges van B. en W. van alle
RECLAME,
WAALS.
Gekleurde Etamine, 90 br. 27 oL
Effen Filet 27 Cf.'
Grove Filet, voor dit
seizoen nieuw 40 cf.
Grove gekleurde Filet,
vaste kleuren 72 cl.
Allovernet, dubbel breed,
Filet patroon 25 ct.
Mystere Volants,
met geknoopte franje 23 cl.
VRIJ ENTREE. VRIJ ENTREE.
Haarlemmerstraai 130/136
gemeenten verzoeken, te bevorderen,
dat in1 hun gemeente een collecte wor
de gehouden ten behoeve van het
zwakke Drentsche Veenkind. opdat
alsnog zooveel mogelijk van deze kin
deren nieuwe gezondheid en levens
kracht zullen kunnen opdoen.
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses
Juliana heeft op verzoek der propa-
gandacommissie haar instemming
met dit denkbeeld betuigd en toestem
ming verleend, haar naam aan deze
collecte te verbinden, opdat de fè ver-
koopen bloem de Prinses Julanan-
bloem zal heeten
De collecte zal gehouden kunnen
worden op of na den 30en April, den
achttienden verjaardag van Prinses
Juliana.
Zooals bekend is. worden de kinde
ren verpleegd in de omgeving, die de
ouders het meest wenschelijk achten.
De propaganda commissie bestaat dan
ook uit leden van verschillende ver-
eenigingen voor vacantie- en herstel-
lingskolonies. Voorzitter is Th. M. Ke
telaar van het Centraal Genootschap;,
penningmeester Mr. A. J. M. Leesberg
voor de Roomsch Katholieke kolonies^
Vice-voorzitter is Ds. H. C. Hogerzeil,
voor de Protestantsch Christelijke ko
lonies; secretaris A. C. Bos te Egmond
aan zee.
Indien in een gemeente een commis
sie voor deze inzameling is opgericht,
wordt deze verzocht ten spoedigste
daarvan kennis te geven aan den se
cretaris A. C. Bos te Egmond aan Zee,
die ook bereid is, vooraf alle gewensch
te inlichtingen te verstrekken.
Mr. A. J. GRAAF VAN RANDWIJCK. f
Op kasteel „Kempfenhausen" in
Ober-Bayern is dezer dagen overleden
84 jaren oud, mr. A. J. Graaf van
Randwijck, oud-secretaris van den
Raad van State.
De overledene was aanvankelijk be
stemd voor de opleiding voor adel
borst, maar ging later in Leiden rech
ten studeeren. In 1872 benoemd tot
commies van staat bij den Raad van
State, werd hij in 1881 benoemd tot
referendaris en in 1904 tot secretaris,
welke functie hij uitoefende tot 1912.
De overledene was ridder in de orde
van den Nederl. Leeuw.
LEERLING-OPLEIDING IN EET
BEDRIJF.
De Minister van Onderwijs bezoekt,
in verband met een aanhangig ont
werp, waarbij het mogelijk zal worden
gemaakt, dat personen van 13 jaar tot
werkplaatsen van bedrijven, die een
eigen leerling-opleiding hebben, wor
den toegelaten, verschillende fabrie
ken in ons land. Z.E., die reeds in
'Twente is wezen kijken, heeft gisteren,
in gezelschap van den inspecteur-gene
raai van bet nijverheidsonderwijs, den
heer De Groot, een bezoek gebracht
aan de Rotterdamsche Droogdok Mij.
en aan de Mij „Feijenoord" te Rotter
dam, twee bedrijven, die zijn aangeslo
ten hij de vereeniging voor leerling-
opleiding in de metaal-industrie. De
voorzitter en de secretaris dier organi
satie, prof. ir. Goudriaan en d© heer
J. de Kanter, waren bij dit bezoek
tegenwoordig.
FEUILLETON.
BLOED EN TRANEN.
48
Nu kwamen de tienduizenden veld-
arbeiders uit het Noorden, om hij den
oogst te heipen. Zbo was het elk jaar.
Zij trokken ver naar het Zuiden; wend
den dan hun aangezicht naar het
Noorden, en begonnen hun werk.
Het waren de soldaten van den ar
beid; hun zwaard was een sikkel, en
met die kromme sikkels maaiden zij
de onmetelijke Russische graanvelden
af. Zij trokken al maai* naar het Noor
den; zij waren als de sprinkhanen, die
slechts stoppelvelden achter zich la
ten, doch deze Russische sprinkhanen
vulden d,e schuren met het kostbare
graan. Hun sikkel hield gelijken tred
met het rijpen van het koren, en had
den zij hun eigen geboortegrond be
reikt, dan stond daar de graanakker
reeds op hun sikkel te wachten.
De omtrek van het dorp Pasakof
was in volle bedrijvigheid; het heir-
leger der maaiers was er over heen ge
trokken als een reusachtige maaima-
chine, had tfijn loon ontvangen, en
was verder getrokken: in de richting
va Nischni-Nowgorod.
Alle handen waren thans in de
weer, om de schoven op te binden, en
den oogst binnen te halen. De weef
stoelen stonden stil; het geheele dorp
was gemobiliseerd; vrouwen, kinde
ren, grijsaards alles moest meehel
pen, om den buitengewonen oogst in
de schuren te halen.
De onnoozele Nicolaas was door Si
meon van de gemeenleweide gehaald,
om de schoven op te binden. Hij mar
telde zijn stompe hersens ai, om de on
schuld van zijn vader te bewijzen, en
de oude Leo had hem trachten te
troosten met de verzekering: „De
moordenaar zal openhaar worden, al
moesten de kraaien het uitbrengen
Maar de kraaien hadden niets uitge
bracht, en zij zouden het ook in de
toekomst niet doen, en den onnooze-
len Nicolaas stroomde het zweet van
het gezicht, terwijl hij daar op den
gioeienden akker, -onder een aasje
wind, de schoven opbond voor de Ne-
kalofs.
Ivan reed telkens de volle wagens
naar de schuur, waar Leo met een
paar opgeschoten jongens de schoof in
de tas werkte; Ivan spande dan de
twee bruinen af, zette ze voor den lee-
gen wagen, en reed terug naar het
veld.
Zoo schoot het werk op, en nu reed
hij met den leegen wagen weer naar
den graanakker, waar Simeon en de
onnoozele Nicolaas waren.
Onderweg kwam /Peter Alwin, met
een paardenhalster over den schou
der, hem tegen. Het was de groote va
cantie, en Peter hielp bij de drukte
mede in de boerderij.
Hij zwaaide met den arm. „Wat is
het heet vandaag, broederke!" riep hij
tot Ivan die op de zitkist zat, en Ivan
antwoordde: ,Of het heet is, broeder
kei" en hij holderbolderde met den
zwaren wagen voort over den oneffen
weg.
Moeder Nekalof had hem een kruik
kcude thee meegegeven en toen hij
den graanakker was opgereden, zette
hij zich met Simeon neer in de scha
duw der elzenstruiken, die den akker
van de andere akkers scheidde.
Zij dronken van de koude thee uit
de steenen kruik, om hun dorst te les
schen, en zij wenkten Nicolaas, die
aan 't andere einde van den akker wa9
Toen kwam Nicolaas, en hij dronk
ook. Hij klapte in de handen zoo
verkwikte hem die koude thee, en daar
op ging hij weer heen, want hij was
bijna klaar met het binden der garven
De leege wagen met de twee sterke
bruinen er voor stond vlak in de na
bijheid, en Ivan hield de leidsels in de
hand. De bruinen waren onrustig. Zij
sloegen met den staart en schudden
dtf manen; zij rukten met den kop, en
stampten met de pooten, want de vlie
gen plaagden hen verschrikkelijk van
daag.
De broeders rezen nu overeind, om
met het opladen van de garven te be
ginnen. En terwijl Ivan keek in de
richting van het dorp, vraagde hij:
„Zeg Simeon wie komen daar toch
aan? Ik zié het blinken van stalen
helmen."
„Het zijn twee gendarmen", zeide
Simeon na een oogenblik over de ak
kers te hebben betuurd, waar boven
een broeiende hitte lag.
„Ik denk het ook!" zeide Ivan
„zij hebben blauwe unifoimen aanl"
„Wij kunnen ze hier goed gebrui
ken", zeide Simeon gekscherend
„bij het opladen van de schoven 1"
want hij had er nog geen erg in, dat
de gendarmen Ivan zochten.
Doch Ivan dacht er wel aan, en ter
wijl zij dwars over het stoppelveld
recht op de beide broeders aanhielden
klopte zijn hart.
„O Simeon", zeide hij „zij komen
mij halen dat is het werk van den
Missionaris!"
„En van den Starostal" zeide Si
meon nu met bleeke lippen.
„Ja" zeide Ivan „ik denk het
ookl"
Simeon wilde nog iets zeggen, maar
hij bedwong zich; de naam van den
Starosta kwam voor de tweede maal
op zijn lippen, doch toen Ivan hem
vragend aankeek, zweeg Simeon.
Zijn hart echter werd met het diep
ste medelijden vervuld, terwijl hij den
kreupelen broeder daar zag staan.
„Vlucht, broeder", zeide hij
„vlucht, en ik zal hen aan de praat
houden!"
Doch Ivan schudde het hoofd, en hij
stond daar met de gelatenheid van
een martelaar.
„Ivan waarom vlucht gij niet?"
zeide Simeon op dringenden toon;
„spring tusschen de elzenstruiken
die geven schuiling! Ik bid en ik
smeek je: vlucht!"
Maar het was tevergeefs.
„Deze waarheid, Simeon, wordt
thans op mijn hart gebonden: „Zij zul
len u overleveren voor Koningen en
Stadhouders'.'.
Simeon keek zijn broeder met groo
te oogen aan. Hij begreep er geen steek
van; dit mystieke geloof, dit kinderlij
ke gemoedsleven, dat den Stundisten
eigen was, vond hij geheel onverklaar
haar en onverstaanbaar. Bovendien
verwachtte hij van een vlucht in de
diepe ondoordringbare bosschen meer
heil dan van bijbelteksten, hoe goed
zij ook waren bedoeld.
De gendarmen stonden stil; zij
wenkten een veldarbeider, en liepen
dan weer vlug voort in de richting der
heide broeders. Zij hadden waarschijn
lijk gevraagd, of zij op het rechte spoor
waren, en de afstand verminderde nu
snel.
„Die Starosta die ellendelingl"
mompelde Simeon, en terwijl Ivan
hem aankeek, was hij verwonderd
over den toorn, die uit Simeon's oogen
vlamde.
„Wat is het, Simeon? vraagde
Ivan, doch Simeon herhaalde niets
dan de woorden: „Die Starosta die
ellendeling!" en hij brulde als de woud
beer in het groote bosch tyj Sarski.