Dit nummer beslaat uil TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
CHRISTELIJK DAGBLAD voprLEIDEN EN OMSTREKEN
In gesloten gelederen
Waarom Antirevolutionair?
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
7«» JAARGANG
WOENSDAG 16 MAART 1927
NUMMER 20TO
EIDSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waai agenten gevestigd zifn
*er kwartaal i 240
Pet week i 0.19
Franco per post per kwartaal 1 2.90
V Een wethouderskeuze*
In den Leidschen gemeenteraad
heeft Maandag een benoeming plaats
gehad, die In breeden kring aandacht
heWt getrokken.
Door ziekte is de A.R. heer Mulder
niet in staat om zijn functie van Wet
houder te vervullen. Dit noopte het
College, met instemming van den heer
Mulder zelf, om voor te stellen in deze
vacature tijdelijk te voorzien, totdat
hopelijk de heer Mulder spoedig de
plaat9 weer zal kunnen innemen.
Wij stellen dit tijdelijk karakter na
drukkelijk op deu voorgrond, omdat
daar tenminste de sleutel liggen kan
om te ontsluieren hetgeen anders to
taal onbegrijpelijk zou zijn.
Wij willen nu niet spreken over de
overal, al9 goede gewoonte, bekende
gebruiken bij Wethouders-benoemin
gen. Deze zijn naar wij meenen genoeg
zaam bekend en worden eveneens naar
wij meenen, algemeen als de juiste er
kend.
Hoofdzaak daarbij is. dat men elke
groep van de aaneengesloten meerder
heid een vertegenwoordiger in het Col
lege gunt. Tevens wordt aan de min*-
derheid. zoo zij dat wenscht, ook een
minderheidszetel ingeruimd.
Daarover is, voor zoover wij weten,
te Leiden geen verschil geweest tus
schen de rechtergroepen, de Christ
Hist., de Roomsch Kath. en de Anti-
Rev. Men heeft steeds dat beginsel ge
handhaafd.
De houding door de Christ. Hist,
raadsleden, en als wij ons niet vergis
sen, door de kleinst mogelijke minder
heid van de Roomsch Kath. raadsle
den, Maandag aangenomen, zou de
vraag kunren wettigen, of men voort
aan niet meer dien weg van overleg
en samenwerking noodig acht.
Wij stellen nogmaals voorop, dat het
hier geldt een tijdelijke keuze en het
dus volstrekt niet beteekent een in
luiden van en nieuw beginsel. Maar
dan ware ons lief geweest, dat men
dit reeds aanstonds had medegedeeld.
Hiertoe toch was ruimschoots de ge
legenheid geboden, toen de heer Eiker
bout de besprekingen opende en de
heer Wilbrink antwoordde.
In stede van deze mededeeling van
een tijdelijk ingenomen standpunt, is
nu voor ieder duidelijk geworden, de
heer Eikerbout heeft dit uitgesproken
en de beer Wilbrink heeft het niet ge
logenstraft. dat, ondanks daartoe aan
gewende pogingen, geen overeenstem
ming is kunnen worden verkregen.
Wij betreuren dat zeer.
In de eerste plaats omdat hieruit
door buitenstanders conclusies wor
den getrokken waarvoor, naar wij mee
nen, nog geem reden is. Ook de Leid-
sche Courant wees gisteren daar reeds
op. Anderzijds werpt dit geval inder
daad wel een schaduw op het pad dat
wij nu tegen de verkiezing voor den
gemeenteraad betreden.
lm de tweede plaats doet bet ons
leed, om de Christ. Hist, raadsfractie
die naar onze meening niet voldoende
oog heeft gehad voor de vriendschaps
verhoudingen. Hier was het niet een
geval van tijdelijke onmacht der Anti
Rev. fractie, de van die zijde aanbe
volen candidaat heeft geen mindere
bekwaamheid. Trouwens het gaat hier
riet om de kwaliteiten voor 't ambt.
In dat opzicht doem wij in waardee
ring voor den heer Splinter niet onder
voor wie ook.
In de derde plaats eif dat is het
voornaamste doet het ons leed voor
de Anti Rev. fractie, en in het bijzon
der voor den heer Mulder, die daarin
terecht een achterstelling zien.
Wij hopen, dat de Christ. Hist.raads
fractie in staat zal zijn ,haar houding
te rechtvaardigen tot volkomen genoeg
doening en dat zal blijken, dat geen
onvriendelijkheid is bedoeld en tevens
dat deze handelwijze slechts tot dit
geval zal worden beperkt.
Wie vrienden heeft, heeft zich vrien
delijk te gedragen, dat is nu eenmaal
een levensregel waar men ook in de
politiek niet ongestraft tegen zondigen
kan.
V Onjuist en slap.
Uit hetgeen Maandag, bij de behan
deling der interpellatie Schoneveld,
over de houding van een gemeente
ambtenaar tegenover een raadsbesluit
in een geding voor den Raad van Sta
te, aan het licht is gekomen, zal nie
mand een sterke positie van den Wet
houder van Onderv ijs hebbc i gezien.
De heer Meijnen begon met te erken
nen, dat wanneer men dit optreden be
perkt tot het gezichtsveld door het
raadsbesluit geboden, er iets vreemds
In schuilt. Maar de bijzaken, zoo zeide
BUREAU: Hooigracht 35
Leiden
TeL 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
de wethouder, die maken de visie an
ders.
Dat op zichzelf was al absoluut on
juist. Het gaat in dat geding niet om
die bijzaken. De heer Schoneveld
stelde de zaak zuivea* en scherp en
vroeg of die Ambtenaar opdracht had.
Voorts veroordeelde hij terecht, dat
een Ambtenaar of erger, het College,
in het openbaar een raadsbesluit ging
afbreken.
Het is niet tot den wethouder door
gedrongen, dat hier een halfslachtige
houding is aangenomen. De bijzaken
zijn voor hem hoofdzaak. De bijzaak,
de school aan de Lusthoflaan ver
bouwd en geen nieuwe school in het
Kooikwartier, die ziet hij door alles
heen. Daar moet alles voor wijken.
Maar hier is heel wat anders aan
de orde. n.l. een beroep van den heer
Kooistra tegen de school als zoodanig.
Dit, en niets anders, was aan de orde.
Door te pleiten tegen het raadsbesluit
zou de ambtenaar, de heer Vriend, de
zege van het beroep practisch helpen
bevorderen en de wethouder keurt
dat goed, omdat de bijzaak daarmede
gediend wordt.
Hoe de wethouder die houding durft
rechtvaardigen is voor ons een raad
sel.
Maar de woorden van den wethou
der waren ook een toonbeeld van
groote slapte. Waar ter wereld komt
het voor, dat men een afgevaardigde
zendt naar een zoo gewichtige rechts
handeling, zonder dat vooraf uitdruk
kelijk wordt overeengekomen, niet al
leen wat de houding in het algemeen
zal zijn, maar ook hoe en wat daar ge
sproken zal worden.
Wethouder Meijnen acht dat alles
blijkbaar niet noodig.-Dit komt ons
buitengewoon slap voor, om er maar
niet meer van te zeggen.
V Propaganda-meeting.
Morgen breekt dan aan de lang ver
beide dag!
In verschillende kringen heeft men
met spanning dit moment afgewacht.
Er was nog geen bezieling. Daarom
Laakte men naai de gelegenheid om
die bezieling te wekken.
Een meeting, zooals morgenavond
in de Gehoorzaal staat gehouden te
worden, kan zoo machtigen indruk
qaaken. De Socialisten weten het wat
het beteekent bezieling wekken. Hun
meetings worden door duizenden be
zocht.
Maar als onder ons de bezieling be
gint te ontwaken, dan moge dat niet
zoo luidruchtig plaats hebben als in
het roode kamp, ze is degelijker en
gaat dieper.
Wij hoorden reeds van acties uit
de omgeving waar men bij tientallen
naar Leiden optrekt met extra omni
bussen. Zelfs uit dorpen buiten onzen
kieskring komen de scharen opzetten.
Zoo moet het ook!
De Gehoorzaal moet stampvol zijn!
Laat ons nog eenmaal en met kraclht
opwekken mogen, ook de Leidenaars
zelf:
Morgenavond allen naar
de Meeting in de Stadsge
hoorzaal.
STADSNIEUWS.
OUDHEIDKUNDIGE LEZING.
Gisteravond hield in het Rijksmu
seum van Oudheden alhier Dr. W. D.
v. Wijngaarden, conservator aan dat
museum, een archaeologische lezing
over: „Voorstellingen van vreemde
volkstypen in Egypte, naar aanleiding
van het relief van Horem Heb".
Spr. wees er op, dat dit relief be
hoort tot het beste, wat de Egyptische
kunst heeft voortgebracht; daarbij is
het van groote ethnologische beteeke-
nis, omdat er voorstellingen op voor
komen van verschillende vreemde
volksstammen, waaronder er zijn, die
ons zelf geen kunstproducten hebben
nagelaten.
Horem Heb was een der krachtig
ste koningen die over Egypte gere
geerd hebben. Ten tijde van Ameno-
phis IV was hij generaal.
Deze Amenophis IV, ook wel Ichna
ton of de „ketterkoning" genoemd,
wordt terecht in onzen tijd hoog ge
waardeerd om zijn sympathieke per
soonlijkheid; toch is zijn regeering
voor Egypte verderfelijk geweest. Na
zijn dood en onder zijn eerste opvol
gers was het land ten prooi aan de in
vallen van vijandige volken, vooral de
Hethieten. Het is aan het krachtig op
treden van Horem Heb als koning te
danken, dat deze aanvallen werden
afgeslagen. Horem Heb was de restau
rator der- Egyptische macht.
Spr. liet vervolgens tal van lichtbeel
den zien, allereerst van het belangrij
ke relief van Horem Heb, dat zich in
het museum hier ter stede bevindt,
vervolgens ook van andere gedeelten
gaat ons Antirevolutionaire
volk morgenavond
Vóór de Pauze spreekt Oud-
Min. J. J. C. v. DIJK over
Samenbinding en
Samenwerking
Na de Pauze spreekt Ds.
H. JANSSEN, Leger- en Vloot-
predikant, over:
De samenkomst vangt aan te
hali acht. Komt bijtijds 11
die zich in het museum van Bologne
bevinden.
We zien op deze reliefs o.a. een voor
stelling van Semietische volksstam
men die aan den koning van Egypte
(Amenophis IV) gastvrijheid komen
vragen, welk verzoek wordt overge
bracht door den generaal Horem Heb.
Het is een, ook uit de bijbelsche ge
schiedenis bekend feit dat Semieti-
sche volksstammen, wanneer er in
hun eigen land hongersnood was óf
wanneer dit door de invallen van
vijanden verwoest was, gastvrijheid
zochten en vonden in Egypte. Zeer
duidelijk blijk', uit de voorstelling de
zer volkstypen dat wc bier met Semie
ten te doen hebben: hun gebogen neus
en puntbaardje, ook hun haar- en
kleederdracht toonen dit aan.
Weer anders dan de Semieten zijn
de Hethieten, kenbaar aan hun af
hangende haardracht; de Nubische
negers met hun dikke lippen, ringen
in de ooren en kleurige kleederdracht;
de bewoners van Creta en de Egeïsche
eilanden, de z.g. Keftiou, die een veel
meer Europeesch type vertoonen; de
bewoners van Somaliland enz.
Zeer merkwaardig' zijn ook de voor
ste'lingen van de Filistijnen, een volk,
waarmee de Egyptenaren ook meer
malen in strijd zijn geweest, totdat
het hun gelukte in een zeeslag onder
Ramses III, den eenigsten zeeslag
dien de Egyptenaren gevoerd hebben,
deze „Zeevolken' of „Noordlanders",
zooals zij ze noemden, definitief te ver
slaan. De Filistijnen zijn kenbaar aan
de pluimen van hun helm; hun type
toont meer overeenkomst met het
Grieksche. Juist omdat de Filistijnen,
die toch in de geschiedenis een vrij
belangrijke rol gespeeld hebben, ons
geen kunstvoortbrengselen hebben na
gelaten, zijn deze voorstellingen op de
Egyptische reliefs zoo van belang.
Het was alzoo een zeer interessante
lezing en wij willen eindigen met bet
woord van Dr. Wijngaarden, die ten
slotte de aanwezigen opwekte, als zij
nog weer eens een bezoek aan ons
Museum van Oudheden brengen, nog
eens met bijzondere aandacht Let
mooie relief van Horem Heb te be
zien.
ZANGUITVOERING „EX ANIMO".
Gisteren gaf voor de bijna geheel be
zette groote stadszaal de zangvereeni-
ging „Ex animo" een invitatie-uitvoe
ring.
De leider vam dezen avond was de
WelEerw. beer Dr. Riemens.
Nadat door het zangkoo» gezongen
was „Vaandellied",, dat opgedragen
werd aan den voorzitter der zangver-
eendging, den heer Karei Lek, ver
zocht Dr. Riemens aan alle aanwe
zigen te zingen Psalm 105 2, waar
na hij voorging in gebed, om daarna
een kort openingswoord te spreken,
waarin hij allen hartelijk welkom
heette,in 't bijzonder den Edelachtb.
beer Burgemeester van deze stad.
Toen werd een aanvang gemaakt
met de afwerking van het programma.
Voor dezen avond was medewerking
verkregen van het „Residentie Dub-
bel-mannen-kwartet".
Ons oordeel over het koor kan niet
onverdeeld gunstig zijn. Sommige num
mers van het programma konden wel
wat beter gezongen worden. Ons dunkt
dat de damespartij over het algemeen
te sterk was. De heeren waren meestal
in de minderheid, wat toe te schrijven
is aan hun gering getal. Af en toe
hoorden we duidelijk dissonanten tus-
schen de stemmen, wat zeer jammer
was, omdat onder het koor Ook voor
treffelijke stemmen zitten, die thans
niet tot hun recht konden komen.
Toch luisterden we met genoegen naar
verschillende nummers. „Scheiden"
van Mendelssohn was mooi, evenals
„Zomerzorgen", terwijl voorai het laat
ste nummer „Die Sterretjie" o.i. met
een welverdiend langdurig applaus
ontvangen werd.
Voor het Dubbel-mannen-kwartet
hebben we niets dan lof. Dit kwartet
beschikt over een heel goede tenor,
die goed tot zijn recht kwam in de
verschillende nummers. Heel mooi was
het aloude overbekende en toch steeds
zoo mooie „Das ist der Tag des Herm".
Verder noemen we als uitblinkers „Te-
nebrae factae sunt" van Haydni en
„Sur les Rempart9".
Telkens had de directeur, dezelfde
als van het koor, de heer P. Mostert,
te den Haag, een langdurig en harte
lijk applaus in ontvangst te nemen,
waarin hij de leden van zijn kwartet
liet deelen.
Tusschen de nummers werd de di
recteur door de vereen iging met een
krans vereerd. Dr. Riemens sprak
daarbij een enkel woord, waarna een
collecte werd gehouden in de zaal ten
bate van de vereenigingskas.
Aan het eind vani dezen avond werd
door alle aanwezigen gezongen Gez.
180 1 en sloot Dr. Riemens met dank
gebed, nadat hij nog dank bad ge
bracht aan de verschil lende personen,
die medegewerkt hadden tot het wel
slagen van dezen avond.
DE HEER SPLINTER TIJDELIJK
WETHOUDER.
De heer Splinter heeft zijn benoe
ming door den Raad tot tijdelijk wet
houder aangenomen.
HET DOEL VAN DE STRAF.
Op uitnoodigjng van de afdeeling Le>
den van de N. C. S. V. heeft gisteravond
Jhr. Mr. G. W. van der Does uit 's-Gra
venhage, in het klein auditorium der
Leidscke universiteit een lezing gehou
den over „Het doel van de straf
Spr. ving aan met op te merken, dat
de vragen van het doel en den rechts»
grond van de straf, vroeger voorname
iijk academische vragen waren: waarmo
de alleen philcsophen en strafrechtsge»
leerden zich bezig hielden. De zeker
heid van overtuiging, die vroeger be
stond, is verdwenen door inwerking van
allerlei factoren. De klassieke vergel
dingsleer heeft door de macht der feiten
een knak gekregen. De moderne leer is
echter niet in staat bevrediging te schen
ken en haar consequenties" wijzen voor
hen, die ook met cTe geestelijke realitei
ten rekening willen houden, op een viti
um originis, welke deze leer moet aan
kleven. Ook deze fout in opzet van de
moderne leer zal men dus moeten trach
ten op te sporen.
Spr. trad hierna in een historische
beschouwing omtrent het karakter van
de straf, waarbü hij de straf theorieën
van het einde der 16de en het begin
der 19de eeuw aan een beschouwing on
derwierp. De absolute theorieën, waarbij
de vergelding doel was op zichzelf, zijn
over het algemeen verlaten; zij leven al
leen ten onzent bij sommige Gerefor
meerden nog voort.
In de tweede helft van de 19de eeuw
breekt echter een geheel nieuwe theorie
zich baan door de ontdekkingen van de
crimineel© anthropologic en de crimineo
le sociologie, waardoor men, hoewel la»
ter, op vele stellingen moest worden te»
ruggekomen, een geheel nieuw licht in
de oorzaken der misdadigheid kreeg. In
dit verband zette spr. uiteen, hoe een
groote strooming uit deze nieuwe gege»
vens de noodzakelijkheid van een totale
omvorming van de begrippen strai
schuld en aansprakelijkheid meende te
moeten afleiden.
Tên einde de tendenzen zuiver te doen
zien. behandelt spr. vervolgens de ver
schillende strafrechtstheorieën. Daarbij
onderwierp hij eerst de uiterst rechtsche
namelijk ae vergeldingsleer van Gewip,
Kuyper en Bavinck aan een beschou
wing. Na de principieele bezwaren be
handelde spr. verschillende practische
argumenten tegen de oud-gereiformeer
de opvatting, waarbij hij aan de hand
van een (ju druk verschenen rede van
Prof. Taverne voorbeelden gaf, hoe we>
nig de Staat geschikt en in staat is
als vergelder om der wille der vergel
ding op te treden.
Spr. komt dan tot de consequent me»
derne leer. Ook hier wordt eirketnd, dat
geenszins alle modernen deze consequen
ties willen trekken. Na enkele gebreken
van deze leer te hebben opgesomd, zegt
spr., dat het onjuist is te meenen, dat
deze leer den misdadiger zjjn gang wil
laten gaan. De maatschappij moet zich
verdedigen. Een dolle hona is ook niet
verantwoordelijk, maar wordt toch oa
schadelijk gemaakt. Een onverbeterlijk
misdadiger staat gelijk met een krank
zinnige en wordt juist daarom voor goed
opgesloten. Er hoeft ook geen evenredig
heid meer te zijn tusschen misdaad en
maatregel (alle straffen worden maatre
gelen). Als uit een klein feit een zee!
gevaarlijke gezindheid blijkt, kan de be»
trokkene voor onbepaalden tijd worden
ingesloten, naar het idee van sommigen
zelfs voordat het feit gepleegd is.
Deze leer is volgens spr. niet te aan
vaarden. De meest overtuigende princ'y
piecle critiek is geleverd door Mr. Van
\Vynbergen in zijn opstel: Hoe staan wij
tegenover de strafrachtsleer? Doch ook
al wil men de beperkte wilsvrijheid, wei.
ke Mr. v. W. voorstaat, niet aannemen
dan worden de argumenten niet enden,
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën p er regel 22*/, cent
Ingezonden Mededeelingen, dobbel tarief»
BI) contract, belangrijke redactie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling -
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 «ent
Binnenland.
De kwestie van de Geref. School In
het Koolkwartier te Lelden.
Buitenland
Het Duitsche kabinet heeft de hou
ding der Duitsche delegatie te Genève
goedgekeurd.
Bereidt Polen een aanval op Li-
tauen voor?
Ihing (tusschen Nanking en Sjang
hai) zou door de nationalisten bezet
zijn.
Hankau is volkomen in handen der
communisten.
althans indien men aanmeet, dat, wna;
een wii en een voorstelling bestaan heb»,
ben, de betrokkene niet van aansprake
lijkheid wordt ontheven door het voor»
beschikt zijn van de elemenien, die den
wil vormen.
Spr. zet dan verder uiteen, dat, wan
neer men dus een verantwoordelijkheid
van den mensch voer zijn daden aai>.
neemt, daaruit vanzelf de strafwaardig
heid moet voortvloeien. Verder dan straf
waardigheid, d.w.z. dat gesiraft moet
worden, gaat dit niet Doen reeds door
vast te houden aan de mo-c-^jkneid en
de gerechtvaardigdheid der straf inden
werKeijjken zin van strai, s.aat men
principieel tegenover de inode.n; rich
ting
Spr. betoogt dan,, dat, wie do-ei treffend
en met b.ijvcnd succes in dezen tijd pal
wil'staan tegenover de ultra-modernen,
moet zorgen niet geïdentificeerd te woi».
den niet onhoudbare doctr n 3 van ak-u».
lute vergelding om der wille van de ver
gelding. Pror. 'Zevenbergen w?es den weg
naar Thomas van Aquino. Deze heeft op
het gebied van deel en wazen der straf
opvattingen ontwikkeld, die zcowei op
zichzelf, als t.v. hun consequenties be
vredigen.
Spr. behandelt dan de antwoorden, wei
ke de Thomistische opvatting op vei»,
schillende vragen geeft. ïJe vraag, waar
cm nooit daadwerkelijk tegen elke over-»
treding van hoog ere rechtsorde straf
wordt bedreigd, vindt thans eeQ
natuurlijke verklaring. Ook de zeer groei
te onvolmaaktheid tan het inenschenjk
apparaat om misdrijven op te sporen
en rechtvaardig te straflen, kan wel aai
vaard worden, wanneer de overheid
slechts noodgedrongen die terrein be
treedt, doch niet, wanneer zij buiten
noodzaak en juist 0111 te vergelden as
Goddelijke functie tracht over te nemen,
zooals spr. nader uitwerkt.
Vervolgens bespreekt hij de resultaten
van deze leer tegenover de moderne»
richting. O.a. haait spr. aan, dat de dood
straf als absoluut postulaat wordt ver
worpen, doch erkend wondt het recht
van de overheid, om deze waf toe te
passen op hen, die werkelijk des doods
schuldig zijn, wanneer- zij deze straf
niet kan missen om haar bestaan te hand
haven en haar werk te beschermen. Als
voorbeeld van principieel misverstand op
dit gebied behandelt spr. het onlangs
gepubliceerd request van het comité
„ÏNieuw-Indië" aan den G. G.
Ten slotte behandelde spr. eenige cor-
crete wetswijzigingen, waarbij de begin
selstrijd een rol speelde.
Spr. vindt het een merkwaardig ge
val, dat eenerzijds Prof. Van Zevenbei»
gen, en met hem ongetwijfeld meerderen
uit het Protestantische kamp de leer
van Thomas van Aquino naderen, terwijl
aan den andéren kant Mr. van Wvnbe.»
gen, niet in theorie, doch in strafrech
terlijk gevoel zeer dicht bij de oud-Ge*
informeerden komt. Zoiu, zoo vraagt spr.
misschien het historisch-protrstantsch
karakter onzer natie ongemerkt den
heer Van Wynbergen beïnvloed hebben?
Spr.- acht dit wel mogelijk, want als
men zich eenzijdig alleen tegen de mo
derne leer keert, komt men licht terecht
bij hetgeen er in een vroeger tijdperk
was, d.w.z. in Nederland brj de óud-
protestantsche stroomingen.
Naar sprekers meening behoort echter
naar beide zijden te worden front ge
maakt, zelfs al acht men de moderne
leer nog verderfelijker dan de ultra»
klassieke. Immers als men door het
groote publiek, zij het ook misschien
ten onrechte, geïdentificeerd wordt met
een doctrinarisme, dat algemeen als on
houdbaar gevoeld wordt, zal men weinig
vermogen.
Invloed, aldus besloot spr., kan alleen
uitgaan van een leer, wffarvan duidelijk
blijkt, dat zij zelfstandig geworteld is
in een erkenning zoowe! van de stoffe
lijke als van de zedelijke feiten.
RADIO-AVOND CHR. OYMN.
VERBOND.
In verband met de heden vanuit Hil
versum uit te zenden propaganda-avon 1
van het Ned. Christ. Gymnastiek-Ver
bondj vernemen wij nog. dat deze ui?
zending in Leiden per luidspreker zal
worden hoorbaar gemaakt in een taal van