CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
70,9 JAARGANG
ZATERDAG 12 MAART 1927
NUMMER 2067
CHE CODRANT
ABONNEMENTSPRIJS
Ii> Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaali 2.50
Per weeki 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
BUREAUHooigracht 35
Leiden
Tel 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
Om de macht?
De groote beteekenis van de Staten
verkiezingen is voor hen, die daarvan
nog niet ten volle overtuigd waren,
herhaaldelijk en duidelijk uiteenge
zet. Maar indien dan die beteekenis
erkend wordt, dan is het ook de roe
ping van ieder, wiens begeerte het is,
dat het publieke terrein niet worde
overgelaten aan hen, die met Gods
Souvereiniteit over het geheele leven
niet wenschen te rekenen, die Gods
wil en Gods wet niet wenschen te er
kennen als richtsnoer ook op Staat
kundig terrein, ter stembus te gaan
niet alleen, maar ook anderen daartoe
op te wekken. Men is er niet mee af in
lijdelijkheid toe te zien; roeping eischt
arbeid. Er is geen vrijheid van keuze
tusschen doen en laten. Onthouding
is verzwakking, waaraan men schul
dig staat.
Het gaat er toch om de anti-revolu
tionaire partij in de besturende en ver
tegenwoordigende colleges eene zoo
krachtig mogelijke positie te verschaf
fen, ten einde haar daardoor een zoo
groot mogelijken invloed te verzeke
ren.
Is dat een drang naar de macht om
de macht als zoodanig? Het is er ver
re vanl Wij koesteren geen machtsbe
geerte om bloot menschelijke overwe
gingen; Vij wenschen niet de macht
uit lust om over anderen te heerschen,
anderen do macht te doen gevoelen. Wij
wenschen slechts ,dat het bestuur over
land, gewest en gemeente zal plaats
hebben naar zoodanige beginselen, dat
God9 recht daarin tot uitdrukking
komt. Maar daartoe is meer noodig
dan getuigen alleen. Zeker, getuigen
is goed en noodig; in den strijd der
beginselen moet getuigen zelfs voorop
gaan, buiten en in de politieke licha
men. In den aanvang van de voorstel
ling der beginselen, wanneer de partij
die voor hare beginselen opkomt nog
slechts geringe kracht kan ontwikke
len, zal getuigen veelal het eenige
strijdmiddel zijn. De waarheid van die
beginselen kan den tegenstander over
tuigen; kan medestanders vormen.
Maar daarna zal, waar immers het
doel moet zijn te komen tot toepassing
en doorvoering der beginselen ,prac-
tisch werk moeten worden verricht;
aandeel zal moeten worden genomen
in den regelenden en besturenden ar
beid. En hoe sterker de positie der
partij is, hoe meer van hare vertegen
woordigers plaats nemen in de bestu
rende en vertegenwoordigende licha
men, des te grooter zal haar invloed
zijn, des te meer zal met hare wen
schen, steunende op hare beginselen,
rekening worden gehouden.
Aldus heeft onze partij het ver
staan. Aldus mocht zij er in slagen, in
samenwerking met andere Christelij
ke partijen, positieven arbeid te ver
richten door in wetgeving en bestuur
in te dragen de beginselen van het
Christendom en door een dam op te
werpen tegen de stroomingen, die een
revolutionairen oorsprong hebben.
Zij ook thans ieder trouw aan het
beginsel, in 't bijzonder waar van ver
schillende zijden getracht wordt de
kracht van en de eenheid in onze par
tij te verzwakken.
Niet om de macht als zoodanig,
maar om het recht Gods!
J. J. C. VAN DIJK.
In open jachttijd.
Ingevolge onze Jachtwet is er een
tijd van het jaar dat het wild niet mag
worden gevangen en gedood. Dan moe
ten de dieren in vrijheid kunnen le
ven en voorttelen. Deed men dit niet,
dan zouden deze diersoorten uitster
ven.
Zoodra is echter de jachttijd niet
aangebroken of gij ziet de jagers het
veld in trekken met geweer en wei-
tasch, van den speurenden hond ver
gezeld.
Zoo is nu ook in zekeren zin de ver
kiezingstijd.
Ook dan trekken de jagers uit om
het wild te verschalken.
Maar er is ook groot onderscheid.
Hoe voorzichtig of de jager ook poogt
het wild te naderen hij maakt toch al
tijd eenig gerucht. Hij of zijn hond
worden door het schichtig wild, dat
met een groote mate van opmerkzaam
heid is begaafd, opgemerkt.
Het is dan zaak voor hem een goed
schutter te zijn om met het doodelijk
lood uit zijn geweer he,t wegvluchtend
dier te achterhalen.
Dan is het met het leven dezer die
ren gedaan.
Zoo is het nu met de verkiezings-
jacht niet.
Deze is te vergelijken met een voge
laar, die sier- of zangvogels vangt, om
deze levend te verhandelen. Hij moet
deze diertjes niet dood maar levend
bemachtigën. Hij moet dus geen ge
weld maar list gebruiken.
Daarom gaat hij niet met het doo-
dend geweer er op uit. Daarom neemt
hij niet den hond mee, wiens instinct
-hem tot doodsvijand van het wild
maakt.
Neen hij lokt deze vogels met lok
middelen. Een lekker hapje achter een
verraderlijk het. Een lokvogel, die de
diertjes door zijn lokkend geroep op
een dwaalspoor brengt.
De vogel die gevangen moet wor
den ziet het gevaar niet, maar volgt
argeloos zijn innerlijke aandrift van
nieuwsgierigheid of gulzigheid en
wordt zoo gevangen.
De ouderen, die al eens kennis ge
maakt hebben met het net, doch wien
het gelukt is te ontkomen, waarschu
wen doorgaans hun arglooze soortge-
nooten door angstig geroep.
Ga maar eens het veld in en gij
zult U van dit bedrijf kunnen overtui
gen. Zoodra de tijd daar is komt de
vogelaar in het veld.
Deze jachttijd is ook nu weer aan
gebroken. Ook nu ziet gij den vogelaar
uittrekken met net en iokvogel. Ach
ter heggen' en schuttingen wordt het
net gespannen en de lokvogel zingt en
fluit dat het een lust is/
Wit gij weten wie dat zijn?
Ziehier een Sociaal-Democraat. Zijn
net is de partij, zijn beginsel, de gema
tigde revolutie, maarde revolutie.
Maar hij heeft lokmiddelen. Met die
partij komt hij niet voor den dag, de
revolutie, neen daar schermt hij niet
mee. Deed hij dat dan was zijn be
drijf doorzien.
Neen hij komt de kiezers vertellen,
dat het ware belang van bepaalde groe
pen alleen bij hem is. Zooals een voge
laar kraaien en eksters rustig laat
vliegen, soms wel verjaagd, zoo heeft
de verkiezingsagent die wij U noemen
ook een afkeer van de soort die hij
weet, dat hij toch niet vangen kan, of
van die, daar hij toch niets aan heeft.
Arbeidersbelangen. Neen maar de
S.D.A.P. die zal ze behartigen 1 Als de
S.D.A.P. baas was dan was het voor de
werklieden en ambtenaren het land
van belofte, het wordt immers gehaald
waar het is!
De belastingen zullen verminderd
worden, want de S.D.A.P. zal zorgen
dat er winstgevende bedrijven komen.
Alle onnoodige winst, die hu in de zak
ken van enkelen vloeien, zal dan de
gemeenschap ten goede komen.
Laat U niet verleiden. Halen kan
ook een Spciaal-Hemocraat alleen uaar
waar wat is. hjj moet ook nog menig
maal een nalezing nouclen. uok van
ue Kleine noopjes moet nij nemen om
net Leias.ungneai-ag Pinnen te Krijgen,
/net net maar aan de gemeente en de
provincie waar Hij de touwen in nan-
uen neeit.
i>e neoiijveii bloeien niet. Of ze
bloeien oiinaiuurlijK. Het innerlijke
spbit ontoreeKt. L»e ffactor die noomg
is om middelen en wegen te vinden
voor grootere en netere uitkomsten, is
niet tot in de uiterste vezelen doorge-
troKKen, omdat slechts hooggestemd
idealisme dat wekken kan. Dat idea
lisme wordt helaas niet in den mensch
gevonden indien persoonlijk belang
hem daartoe niet prikkelt. Te laat zal
dan ook de argelooze vogel ontdekken
dat van de hooggeroemde voorcLeelen
niets overblijft. Daarentegen wel dafr
het er alleen om te doen was stemmen
te vangen. Wat deert het den vogelaar
dat straks de vogel zijn vrijheid kwijt
is, als hij maar centen heeft.
Zoo ook de revolutionair, hetzij dan
gematigd of bruut, het is er hem .al
leen om te doen om de macht van
rechts naar links te buigen, en dan,
wanneer hij de handen vrij heeft, zal
allengs de revolutionaire socialisatie-
gedachte wel worden binnengedragen.
Wacht U voor den vogelaar!
Wacht U vooral in verkiezingsdagen
Wij zullen een volgende keer nog
eens op andere vogelaars letten.
7 Het vakonderwijs.
In onze Provincie en in ons district
is het vakonderwijs van bijzondere be
teekenis. In verschillende industrieën
hier gevestigd, heeft men veel goed
onderlegd© werklieden noodig. Bij uit
breiding van steden en dorpen heeft
de bouwer een voorname taak. Ook
daarvoor zijn bekwame vaklui noodig.
Zelfs de hier bloeiende tuinbouw kan
niet buiten de theoretische vakoplei
ding door de practijk gevolgd.
Nu is sedert de inwerkingtreding
van de Nij verheids wet de taak hier
voor een groot deel van de schouders
der Provincie verlegd naar Rijk en
gemeente. Het Rijk betaalt volgens de
Nijverheidsonderwijswet van 1919 voor
dit onderwijs 70 pet. en de gemeente
30 pet.. In deze wet is ook de regel
van het Lager onderwijs gevolgd, dat
de bijzondere scholen op voet van ge
lijkheid worden behandeld met de
openbare. Zelfs komt in art. 5 dezer
wet naar onze meening nog beter ons
beginsel tot zijn recht dan in de L. O.-
wet, omdat duidelijker blijkt, dat de
bedoeling is dat de bijzondere school
regel en de openbare aanvulling zal
zijn.
Maar vóór 1919 was het auders, toen
lag de taak van het Nijverheidsonder
wijs vrijwel geheel op de schouders
van de provincie met uitzondering van
de steden en enkele dorpen waar ge
meente en particulieren wat deden.
Het is voornamelijk aan de recht-
sche meerderheid in de Staten te dan
ken, dat wij in Zuid-Holland een
bloeiend vakonderwijs hebben gekre
gen. In 1901 toen de Staten omgingen
was het bedrag dat de Provincie aan
steun van dit onderwijs besteedde niet
boven de 20.000 ^gestegen. Toen de
Nijverheidsonderwijswet in werking
trad en ineenschakeling plaats had
was dit steunbedrag ver over de
300.CTOO.
Herhaaldelijk was door linksche
Statenleden en met name door de
S.D.A.P.-fractie gepoogd ook hier de
openbare vakscholen ingang te doen
vinden, maar gelukkig heeft de recht-
sche meerderheid vastgehouden aan
den regel dat het particulier initiatief
hier moet optreden.
Zoo hebben wij dan in onze provin
cie een bloeiend nijverheidsonderwijs
waar de andere provincies jaloersch
op kunnen zijn en dat, dank zij den
regel door rechts hier gevolgd.
7* Om de geestdriit.
Het is zoo noodig, dai wij in een ver
kiezingsstrijd ook eens of meermalen
samen komen om ons eens op te wek
ken tot geestdrift.
Wij hebben geestdrift noodig voor
onszelf.
Zonder die geestdrift is het ons nog
zoo onwezenlijk, dat er zooveel op het
spel staat. Wij lezen wel dat er veel van
deze verkiezing afhangt, maar och het
blijft zoo in de diepte. Het water moet
eerst flink beroerd worden, willen wij
het met ontroering instemmen.
Die ontroering is toch noodig!
Zonder die ontroering komen wij er
niet!
Die ontroering moeten wij ook bij
anderen wekken. Ons heele kiezers
korps moet bezieling ontvangen.
Daarvoor, voor het wekken van geest
drift, zoowel bij ons zelf als anderen,
is een propaganda-meeting zeer ge
schikt.
Wij achten het daarom buitengewoon
gelukkig dat in Leiden volgende week
zoo'n meeting belegd wordt. Buitenge
woon gelukkig ook dat een tweetal
sprekers van' naam daar het woord
zullen voeren.
Wij1 kennen ze in Leiden en omge
ving beide, de oud-Minister van Oor
log, de heer J. J. C. van Dijk, en onze
Vlootpredikant in Algemeenen Dienst
Ds. H. Jansen.
De eerste zal tot ons spreken over
„Sa/menbinding en samenwerking" en
de tweede bindt ons de vraag op het
hart „Waarom Anti-Revolutionair?"
De leiding der vergadering berust
bij den heer W. Warnaar van Sassen-
heim, de vooraitter van het Staten-
kieskringbestuur, tevens no. 1 van on
ze lijst van Candidaten. Ook met onzen
candidaat zullen we dus de kennisma
ken hernieuwen.
Het belooft een prachtige bezielen
de avond op Donderdag 17 Maart in de
Stadsgehoorzaal te Leiden.
De aanvang is bepaald op half acht,
maar wij wekken op, om vooral een
kwartier eerder te komen. De Gehoor
zaal loopt stampvol en om half acht is
geen plaats meer onbezet.
Laat ons bezieling wekken en bezie
ling ontvangen en geve God ons zijn
zegen.
Het gebed ook hiervoor verdubbele
in deze dagen.
STADSNIEUWS.
DE FAAM's KLEEDINGMAGAZIJN.
(afd. Heeenkleeding).
Dinsdag 15 Maart a.s. zal het 25 jaar
geleiden zijn, dat de in Leiden en om
geving alom bekende zaak „D e
F a a m", door wijlen de heeren Gebrs.
Schlatman aah de Vischmarkt al
hier werd opgericht.
In dit vierde eener eeuw is deze
zaak tot een der grootste ondenemin-
gen in onze stad op het gebied van
Heereilkleeding uitgegroeid en heeft
haar goeden naam zoowel onder de
vroegere als onder de tegenwoordige
firmanten op ongerepte wijze gehand
haafd.
Het spreekt vanzelf dat de 15e
Maart niet onopgemerkt zal voorbij
gaan, temeer niet waar tegelijk met
het zaakjubileum der firma, twee hee
ren van het personeel hun zilveren
jubileum op a.s. Dinsdag hopen te vie
ren.
Het zijn de heeiien J. A. G o d d ij n,
die op i5 Maart 1902 als loopknecht
bij de firma in dienst trad en die thans
heiast is met de expeditie, en de heer
W. K e e r e w e e r, die de firma 25 jaar
aaneen, als vestenmaker heeft ge
diend.
Beide jubilarissen zullen a.s. Dins
dag worden gehuldigd.
Het laat zich denken) dat voor dit
drievoudig jubileum op Dinsdag 15
Maart a.s. groote belangstelling zal
zijn.
CONCERTGEBOUW ORKEST.
De sluitingsavond van de Holland-
sche Concertdirectie Dr. de Koos; een
apotheose van schoonheid! De gehoor
zaal stampvol met een uitgezocht mu-
ziekminnend publiek. Het podium ge
heel gevuld met Mengelbergs leger.
Als Hollands grootst© orkest-leider
naar den dirigeer-lessenaar komt,
wordt hij met geestdriftig applaus ont
vangen.
En dan wordt er kort en energiek
getikt; het orkest is slagvaardig: een
mooi rond accoord en daaruit springt
het eerste motief van Beethovens
Eerste Symphonie te voorschijn. Won
derlijk is dit musiceeren. Men* heeft
zoo dikwijls die Eerste van Beethoven
gehoord, maar dit klinkt alles zoo no
bel, zoo rond, zoo af. Daardoor krijgt
alles een ondefiniëerbaren glans van
zeldzame schoonheid; daardoor wordt
't meesterwerk van Beethoven dieper,
klaarder dan we het ooit hoorden. En
dan het opzetten van 't Andante: we
hooren de melodische gedachte komen,
ze zwelt aan, ze wordt breeder, dieper,
voller, machtiger en ondergaat dan al
lerlei bewerking. En dat is alles zoo
onfeilbaar juist en zoo onwrikbaar lo
gisch van rhythmische verzorgdheid,
en tot in 't uiterste geperfectioneerde
klankzuiverheid.
Nimmer is ons in 't menuet nog zoo
opgevallen de rhythmische stuwing,
waardoor alles één festijn wordt, één
bruisende jubel. Hoe zeldzaam mooi
die melodieën van hobo en fagot, waar
de violen uiterst fijn-geslepen rhyth
mische versierings-motiefjes tegen
plaatsen.
Hoe suggestief het vierde deel der
Symphonie: een accoord der blazers.
Dan een weifelende figuur van de vio
len; aarzelend breken ze af; opnieuw
beginnen ze; er komen een paar noten
bij; weer bezint de componist zich.
Telkens weifeling. Eindelijk na de vijf
de proefneming springt plotseling het
motief te voorschijn; een bruisende me
lodie. Het is alles humor, geest, zon-
negeflikker in deze muziek en zeld
zaam is de energieke leiding die het
orkest aanvoert tot extase.
Nooit kreeg men bij een orkestuit
voering sterker den indruk, dat één
man hier zijn dwingende wil aan een
groot ensemble oplegt; dat deze man
zijn ontroeringen cerebraal beheerscht
en ontleedt om ze door het orkest te
stuwen; dat één man hier door zijn
handbewegingen één groot instrument
bespeelt en beheerscht naar zijn wel
behagen.
Zoo wist Mengelberg door zijn di
rectie van Beethovens Eerste Sympho
nie ons een ideale wereld van klassie
ke schooniheid binnen te leiden.
Na de pauze hoorden wij „Das Lied
von der Erde" van Gustav Mahler.
Ik moet eerlijk erkennen, dat ik
geen kans zie, in kort bestek een over
zicht en een indruk van dit machtige
werk te geven-. En evenmin ben ik ini
staat een indruk te géven, hoe het won
derlijke, het vreemde van deze muziek,
die wij bij het eerste lied maar niet
konden aanvoelen, in het tweede een
spanning wekte, een spanning, die
maar steeds heviger werd bij e>lke
nieuwe af deeling; een spanning, die
de geheele zaal geëlectriceerd deed
luisteren en haar uiterste Intensiteit
bereikte in „Der Abschied".
„Das Lied von der Erde" is eigenlijk
een liedercyclus van zeven liederen uit
de Chineesche lyriek, door den Duit-
schen dichter Hans Bethg© vrij over
gebracht, terwijl ook Mahler zelf in
deze teksten nog veranderingen heeft
aangebracht en de beide laatste onder
één titel „Der Abschied" heeft samen
gevat. Maar deze liedercyclus is door
de orkestrale bewerking uitgegroeid
tot een machtige sympbonische een
heid. Mahler geniet de vreugden en de.
rijkdommen dezer aarde in deze sym
phonie maar, altijd met. het bewust
zijn, dat zij vergankelijk zijn en dat
het afscheid er van volgen moet als
een ijzeren wet.
Still ist mein Herz und harret seine
Stunde!.... Daar de heer Urlus ziek
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone adverteiiftiën per regel 227» cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarlet
Bij contract, belangrijke redactie.
Kleine adrertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dag**
lij ka geplaatst ad 40 csnL
Belangrijkste nieuws in dit Numnier.
Binnenland.
De beraadslaging ln de Tweede Ka*
mer over de inkrimping van Kanton
gerechten geschorst.
In Juni zal een serie Roode Kruis
postzegels werden uitgegeven.
Buitenland.
In Honan is een veldslag aan des
gang.
Heden komt in den Volkenbonds
raad de Saarkwestie aan de orde.
Stemming voor de Prov.
Staten op Woensdag
6 April 1927.
Candidatenlijst der A.-R. Partij
1. W. WARNAAR, (aftr.) Sassenheim
2. J. VAN DER STEEN, Leiden.
Dr. G. A. DE BRUYNE, Leiderdorp
4. J. P. SEGERS, Lisse.
5. F. ELKERBOUT, Leiden.
6. Dr. J. G. v. ES, Leiden.
7. R. OUWEHAND, Katwijk.
8. T. S. GOSLINGA, Leiden.
9. H. v. ZONNEVELD,Sassenheim.
10. J. B. H. GROTENHUIS, Leiden.
was, werden de tenorsolo's gezongen
door Hans Richter uit Keulen, die het
eerste, derde en vijfde lied, te weten
„Das Trinklied vom Jammer der Erclé'
„Von der Jugend" en „Der Trunkene
im Frühljng" voordroeg op zeer dra
matische wijze.
Mahler, die misschien wel het tref
fendst én het subtielst de nerveuze be
wogenheid van dehi modernen tijd in
zich heeft opgenomen en in zijn mu
ziek verklankt, heeft deze Chineesehe
poëzie genomen als leiddraad om alge
meen menschelijke gevoelens te vertol
ken. De liederen inspireerden hem
door hun gedachte: de muziek Is zui
ver „Mahlersch". Alleen aan het der
de „Von der Jugend" ligt een- motief
ten grondslag ontleend aan een Chi-
neesch lied, dat in China bij bruilof
ten en andere feestelijke gelegenheden
veel wordt gezongen. Waneer men
deze muziek een kleur zou moeten toe
kennen, dan zou men ze moeten kwali-
ficeeren als helrood, de kleur van 't
Chineesche feestgewaad. Overigens is
de muziek meest in weemoedige tinten
gehouden: het aardsche genietend
steeds met het diepe bewustzijn van
vergankelijkheid.
Nogmaais: ik geef geen overzicht.
Mevr. Bona Durigo zong op onover
troffen wijze „Der Einsame im Herbst"
„Von der Schönheit" en „Der Ab
schied".
In het laatste lied culmineerde alles.
Machtig aangrijpend en dtep ontroe
rend werd dit laatste gespeeld en ge
zongen. En dat alles met de hoogste
spanning werd opgevoerd en aan het
slot vergeestelijkt werd tot een eeu
wigheidsbesef ligt voor de hand. om
dat Mahler nog geen interpretatie van
zijn werk gevonden heeft, die Mengel
berg in de verte evenaart.
Toen de laatste accoorden verstorven
waren duurde het geruimen tijd voor
de spanning week en het applaus los
brak. Maar toen' groeide het aan, het.
zwol tot een geestdriftige ovatie voor
den leider, de solisten en het orkest.
Mengelberg ontving een prachtige
krans en' Mevr. Durigo een bouquet.
A.R. KIESVEREENIGING.
Gisteravond werd in „Prediker" een
ledenvergadering gehouden van de A.-
R. Kiesvereeniging, die druk bezocht
was.
De voorzitter, de heer Kuvper, open
de de vergadering met gebed, liet zin
gen Ps. 1193 en las een gedeelte
van 1 Cor. 12 en 13.
Dan werden de notulen gelezen en
goedgekeurd.
Vervolgens kwam in bespreking het
concept-program van actie voor den,
Gemeenteraad. Dit is afgedrukt ged
weest in ons blad van 14 Februari, zoo
dat ieder daarvan nota heeft kunnen
nemen.
De hr. Grotenhuis maakte al^emeene
opmerkingen over, dit concept. Ver
schillende artikelen liet spreker de re
vue passeeren. Bij artikel 3. letter c.
had spreker gaarne gezien dat rekening
was gehouden met de verschillende
sociale groepen, en dat dit met name
genoemd was. Bij artikel 4 maakte