NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 11 MAART 1927 TWEEDE BLAD. wa? DE BLADEN ZEGGEN. Belgische echo. In een opstel, aldu9 het „Handels blad", dat stellig niet dan na, zeker overleg met het departement van den lieer Vandervelde is geschreven hij zelf is in Genève meldt de „Meuse" die te Luik verschijnt, dat de Belgi sche regeering als het verdrag niet wordt goedgekeurd terstond zou aan sturen op internationaliseering der Schelde. De regeering zou dat liever zien, dan de regeling in het verdrag ontworpen. Dat is een bewering, die wij niet voor het eerst hooren en die hoe on gelooflijk het ook klinkt waarlijk op sommigen in Nederland indruk maakt, hoewel bewezen is, dat het statuut van Barcelona den oeverstaten heel wat meer rechten en plichten laat dan het noodlottige verdrag. De „Meuse", die haar lezers natuur lijk niet vertelt, dat in 1920 een ver drag ter teekening klaar lag, dat door België werd afgewezen, dat het dit verdrag wil teekenen zonder dat de' uitsluitend Belgische souvereiniteit over de Wielingen daarin wordt er kend! Het verdrag wordt, als gunstig voor Antwerpen beschouwd, de Walen heb ben geen belang van de eerste orde bij de verwerping, wanneer hun de ver binding te water met de zee is verze kerd. Zij moeten echter er tegen wa ken, dat een Nederlandsch-Belgische toenadering zou leiden tot een omver werping der Belgische alliantie-poli tiek. Het verzet bij ons tegen dit verdrag resulteert uit den geest van het ver drag van Munster. De meerderheid in de Tweede Kamer werd verkregen door interventie van het Vaticaan, vol gens het Duitsche blad. „Naar onze Belgische en Waal- sche opvatting zou er niets tegen zijn wanneer dit verdrag werd verwor pen. Dit zou integendeel, naar onze meening, uitstekend zijn. België is aan een der groote viersprongen van Europa. De beste oplóssing in de huidige omstandigheden van de Schel de-kwestie, is de internationale - Men moet zich afvragen, of een der gelijke oplossing niet verre de voor keur verdient boven die van het aanhangig tractaat. Dat is, naar on ze meening, onbetwistbaar". Men zou genoeg hebben aan een po litiek verdrag om de wijziging, die Ver sailles in het verdrag van 1839 tot stand bracht, te bevestigen tusschen Nederland en België en de Schelde zou een regeling kunnen krijgen, zoo als die voor de rivieren in de landen, die in den oorlog werden overwonnen. Een dergelijke regeling, meent het blad, zouden wij goedschiks of kwaad schiks moeten aanvaarden! Het heeft de bestuurscommisie al in elkaar ge zet en België daarin een meerderheid verschaft door er een paar Franschen naast drie Belgen en drie Nederlan ders in te zetten. Hetblad meent te weten, dat de Bel gische regeering, als het verdrag ver worpen wordt, zal weigeren de onder handelingen te hervatten. Sluimerende krachten. Onder dit opschrift haalt De Zeeuw naar aanleiding van de rede van Dr. Schokking op de vergadering van de Chr. Hist. Unie, aan: „Sluimerende krachten. Men vindt ze niet alleen in de Chr. Hist. TJnie, maar ook in de A. R. partij. Er zijn tal van personen, die zich, soms om op zichze.f zeer respectabele redenen, op den achtergrond houden, of ook wel, die, omdat ze zich teleui- geste.d gevoe.en, zich terugtrekken. Dit moet worden betreurd. Vooreerst, omdat op deze wijze op enkele schouders een veel te zware last werd geiegd, maar ook, omdat daardoor het gevaar voor moreele af wijkingen, waarover, niet aitijld ten onrecme, gek.aagd wordt, grooter zal! worden. Er zijn in iederen kring want waar we net de zonde niet door men schen, wier bedoelingen niet altijd ge heel zuiver zijn, die iets zoeken te be reiken voor zichzelf, met het gevolg, dat noodwendig de belangen van hét geheel worden geschaad. Welnu, de kansen van zulke Ik-zoe- kers zullen minder worden en hun invloed zal verzwakken, naarmate meerderen zich met liefde en toewii ding^geven aan de versterking van hef partijleven en de bevordering van de' doorwerking der beginselen. Mogen vele sluimerende krachten/ wakker worden, niet alleen in de Chr. Hist. Unie, maar ook in de A. R. partij1. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Bero epen: Te Polsbroek, D. Bax te Oude Tonge. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Me'iskerke, J. W. van Tol, te Scharendijke. Aangenomen: Naar Alphen aan den Rijn, J. H. A. Bosch te Nijverdal. Bedankt: Voor Dokkum, P. Ded- dens te Rijswijk (Z. H.). CHR. GEREF. KERK. Tweetal: Te Dokkum, J. Hoviusl te Sneek en K. G. van Smeden ta Kampen. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: Te Goes, J. Fraanje te Barneveld. BEVESTIGING. INTREDE EN AFSCHEID. De bevestiging van- Ds. J, C. Aalders in de Ned. Geref. Kerk op 23 Maart, in „Salvatori", zal geschieden door Da J. J. Buskes Jr. van Amsterdam-Zuid. PEREMPTOIR EXAMEN. De classis Amsterdam der Geref. Kerken heeft Woensdag peremptoir geëxamineerd en toegelaten tot den dienst des Woords en der Sacramen ten, cand. L. Oranje, beroepen pre dikant te Laren (N. H.). Ds. J. P. TAZELAAR. De classis Amsterdam der Geref, Kerken heeft in haar Woensdag ^ehou den vergadering aan Ds. J. P. Taze- laar, pred. bij de Geref. Kerk van Weesp, op de meest eervolle wijze eme ritaat verleend, ingaande 1 Mei a.s. Ds. Tazelaar, die in Dec. j.l. zijn 40-jarige ambtsbediening mocht her denken, diende al dien tijd do Kerk van Weesp. Ds. B. VAN SCHELVEN. Ds. B. van Schelven, Lm.-Pred. der Geref. Kerk van Amsterdam te Bloc mendaal, is volgens „De St." ernstig or- gesteld geweest. Maandag j.l. overviel hem een hevige benauwdheid, ver oor zaakt dcor harlkrampen. De toestand liet zich zeer ernstig aanzien. Gelukkig is er echter een gunstige keer gekomen en bestaat er op het pogenbiik geen levensgevaar. PROF. DR. J. V. DUBSKY NAAR ONS LAND. Prof. Dr. J. V. Dubsky, hoogleeraau in de analytische chemie aan de Ma- saryk-Universiteit te Bruo, in Cecho- slovakije, komt dezer dagen in 011s land] Hij zal o.a. voordrachten houden te Groningen voor de wetenschappe lijke afdeèling van het Letterkundig Genootschap, voor de studenten der. Wis- en Natuurkundige Faculteit eni te Leiden voor den Chemischen kring DIES LANDBOUWHOOGESCHOOL. Woensdag heeft in de hulp-aula de rector-magnificus der Landbouw-hoo- geschool te Wageningen, Prof. A. te Wechel, ter gelegenheid van den 9den verjaardag dier hoogeschool een open, bare rede gehouden over „Opbrengst vermeerdering in den boschbouw". ONDERWIJZER MET AKTE DUITSCH „De Chr. Onderwijzer" schrijft: Zegge 260 gulden. Men moet maar durven. Het blad heeft de volgende adverten tie gelezen: Aan een groote-slads U.L.O.-school ge vraagd een kweekedng met akte Duitsch Let wei: met akte Duitsch. Belooning Tweehonderd en zestig gulden. Niet per maand hoor. Per jaar. Een mooi getal: deelbaar door 52. Dus f5,— per week, zegge per week, vijf gulden Laten we dit geval aan de vergetelheid ontrukken. In 1927 in een wereldstad kan iemand met een akte Duitsch D.O, die ook de onderwijzersakte moet be zitten, want anders is het bézit van de eerste akte niet mogelijk, emplooi vin den voor 83 1/3 cent per dag. Laten We nu «niet gaan bepeinzen wat iemand met een akte Duitsch in de la gere af deeling moet doen. We zouden de school moeten kennen en haar lé-ep plan, alsmede haar extra cursussen. We zouden moeten weien of het hoofd het eoms zoo druk had, dat hij gaarne iets van z'n Duitsche correctie zou willen afstaan. Maar daar weten we niets van en 't gaat ons ook niets aan. 'fc Feit zelf van een bod van f260 voor zoo'n hulp zegt genoeg. BINNENLAND. H.M. DE KONINGIN EN PRINSES JULIANA NAAR UTRECHT. Zaterdag 19 Maart zal H.M. de Ko ningin, vergezeld van H.K.H. Prinses Juliana een bezoek brengen aan> de jaarbeurs te Utrecht en aan de geres taureerde domkerk. De Koningin en de Prinses zullen om 1.18 uur aankomen en rechtstreeks van het station per auto naar de Jaar beurs gaan. Na afloop van dit bezoek dat vijf kwartier zal duren, wordt naar „Paushuize" gereden, waar bij den Commissaris der Koningin de thee zal worden gebruikt. Vervolgens zal de ga- restaureerde domkerk met het raam van1 prof. Roland Holst worden bezich tigd. Vandaar rijden de vorstelijke per sonen naar het station, waar het ver trék van den trein is bepaald op 3.57 uur. AUDIëNTIE BIJ H.M. DE KONINGIN. H.M. de Koningin heeft gistervoor middag in particulier gehoor ontvan gen den heer de Groot, commandant van het Heilsleger in Zwitserland, die gisteren te 's-Gravenhage was aange komen. ALG. VERGADERING C. H. UNIE. 'Woensdag hielden de Chr. Hist, te Amsterdam hun jaarlijksche groote réunie. Tegen elf uur stroomde de groote zaal van Bellevue aan de Leid- sche Kade vol. Vlaggen én lampions van velerlei kleur, rood, wit, blauw, oranje, groen, gaven «en vroolijke en feestelijke noot in de zaal. Op het podium hadden plaats geno men de leden der Tweede Kamer, mej. C. Frida Katz, de heeren Snoeck Hen- kemans en Tilanus en verder de heer J. ter Haar, wethouder van Amster dam, allen bestuursleden der Unie. Onder de aanwezigen merkten we verder op de heeren J. Langman, J. Weitkamp. J. A. Bakker, J. M. Krijger, dr. C. W. Th. Baron van Boetzelaer van Dubbeldam, jhr. dr. J. W. H. Rut gers van Rozenburg en andere poli tieke figuren. In het geheel waren aan wezig de leden van het hoofdbestuur de leden van de Eerste en Tweed© Ka mer, totaal 26 personen; voorts 432 af gevaardigden, uitbrengende 803 stem men, benevens 90 belangstellend© le den. Precies om elf uur opende de voor zitter, mr. dr. J. Schokking de verga dering. Een hamerslag.en dan wordt op verzoek van den voorzitter staand© aangeheven: Heer, ai, maak mij Uwe wegen Door Uw woord en geest bekend. Dr. Schokking gaat daarna voor in gebed en leest vervolgens een deel van Johannes 13, de geschiedenis van de voet-wassching waarna hij overging tot het uitspreken van een rede over de beteekenis vande aanstaande ver kiezingen. De met geestdrift en vuur uitgespro ken woorden van den voorzitter wer den herhaaldelijk met applaus onder broken. Onder de rede van den voorzitter, kwam oud-minister dr. J. Th. de Vis ser ter vergadering, met stormachtig applaus begroet. Van de minister J. R. Slotemaker de Bruine en jhr. mr. D. J, de Geer, kwam een gemeenschappelijk telegram in, waarbij de beste wenschen voor een goede vergadering werden uitgespro ken. Na de rede van den voorzitter werd de rekening en verantwoording van den penningmeester, jhr. dr. J .W. H. Rutgers van- Rozenburg goedgekeurd. De ontvangsten bedroegen f 6920.04, ter wijl er een voordeelig saldo is van f2709. De drie periodiek aftredende leden van het hoofdbestuur, de heeren J. R. Snoeck Henkemans, H. W. Tilanus en dr. J. Th. de Visser, werden bij accla matie herkozen. Daarna werd de vergadering Huis houdelijk verklaard, ter behandeling van de voorstellen tot reglementswij ziging. In' de middagvergadering sprak de heer Dr. C. W. Th. Baron van Boet zelaer van Dubbeldam over „Indië en Nederland". WIJZIGING INKOMSTENBELASTING Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot wijziging van1 de artt. 9 en 19 der wet op de Inkomsten belasting 1914, de artt, 6 en 8 der wet op de Vermogensbelasting en de artt. 7 en 9 der wet van 18 Augustus 1916 op de Verdedigingsbelasting I: In de Memorie van Toelichting wordt gezegd, dat dit voorstel ten doel heeft een einde te maken aan de in den laatsten tijd hand over hand toe nemende praktijken van belastingplich tigen, die door het toekennen van lijf renten of andere periodieke uitkeerin- gen aan hun minderjarige kinderen, •belangrijke bedragen aan inkoni9tenbe lasting, vermogensbelasting en verdedi gingsbelasting weten te ontgaan. Door de voorgestelde wijzigingen zal komen vast te staan, dat voortaan ter bepaling van het zuiver inkomen of dat vermogen aftrek zal zijn toege laten ter zake van lijfrenten of andere periodieke uitkeeringen door oude-rs aan hun minderjarige kinderen toege kend, waartegenover staat dat de noo- dige voorzieningen zijn getroffen om die uitkeeringen bij het vaststellen van het inkomen en het vermogen van de minderjarigen zeiven buiten aan merking te doen blijven. AANVULLEND ONDERWIJS. Bij Kon. Besluit is: 1. een Staatscommissie ingesteld, aan welke wordt opgedragen te onder zoeken, of het geweiischt en mogelijk is het aanvullend onderwijs voor de rijpere jeugd zoodanig te regelen dat a. de verschillende, thans bestaande soorten van aanvullend onderwijs (cur sussen voor voortgezet lager onderwijs nijverheidscursussen, handelscursus sen) onderworpen worden aan gelijk luidende wettelijke voorschriften, on der meer ten aanzien van het Rijks subsidie, zonder dat evenwel de uit gaven, welke thans ten behoeve van dit onderwijs worden gedaan, verhoogd worden; b. aan de besturen van gemeenten en van rechtspersoonlijkheid bezitten de vereenigingen, wier statuten het op richten en in stand houden van scho len of cursussen voor aanvullend on derwijs voorschrijven, de grootst mo gelijke vrijheid worde gelaten in het beheer dier scholen of cursussen; 2. indien deze vraag bevestigend be antwoord wordt, hare voorstellen te belichamen in ontwerpen van wet, c.q. van algemeene maatregelen van be stuur; 3. de commissie gemachtigd als door haar gewenscht, een voorlooplg rap port over de hoofdpunten der door haar ontworpen regeling uit te bren gen; 4. bepaald, dat de commissie nopens alle zaken waaromtrent zij niet een parig oordeelt, bij meerderheid van stemmen zal beslissen, doch dat het den leden vrij staat hun gevoelen, van dat der meerderheid afwijkend, tege lijk met de onder 2. bedoelde voor- loopige rapporten, dan wel met het eindrapport der commissie, te doen kennen; 5. aan de commissie de bevoegdheid verleend, zich door deskundigen te doen voorlichten en dezen als raadge vend lid tot hare vergaderingen toe te laten; 6. bepaald dat de commissie hare vergaderingen zal houden te 's-Grffven hage, ter plaatse door den voorzitter aan te wijzen; zijn, 7. benoemd: tot lid en voorzitter: "mr. A. I. M. J. baron van Wijnbergen, voorzitter van den Centralen Jeugdraad te Utreclvt; tot lid en ondervoorzitter mr. H. Smeenge, te Amsterdam; tot leden: H. Gordeau Jr., lid van den Centralen Jeugdraad, te Bussumj mej. S. Groeneweg, lid van de Twee de Kamer der Staten-Generaal, te Rot terdam; J. G. Jansen, lid van den Geil-, tralen Jeugdraad, te Amsterdam; mej< mr. C. F. Katz, lid van de Tweede Kar nier der Staten-Generaal, te Amster dam; mej. J. M. J. A. Meyer, lid van cle Tweede Kamer der Staten-Generaal te Rotterdam; J. van der Molen Fz., lid van den1 Centralen Jeugdraad, te Oosterbeek; J. J. Vorrink, lid van den Centralen Jeugdraad, te Amsterdam; Klaas de Vries, voorzitter van het Uit voerend Comité van het Congres voor het Onderwijs aan de niet-leerplïcb- tige jeugd, te Amsterdam; tot secretaris: mr. L. Lindeboom Czn., te 's-Gravenhage: en tot adjunct-secretaris: mr. H. A. M. T. Kolfschoten» te 's-Gravenhage. 'T GERUCHTMAKEND ONDERHOUD. Het bericht van de „Tel" over het onderhoud Vandervelde en Chamber lain wordt thans door genoemd blad als volgt tegengesproken: Naar aanleiding van het onderhoud, dat minister Vandervelde, naar wij reeds meldden, te Genève had met Chamberlain over het, Nederlandsch>— Belgisch verdrag, hebben wij ons' tot eerstgenoemde gewend. Minister Van der vele machtigde ons, categorisch tegen te spreken, dat zijn Engelsche collega en liij zouden heb ben overwogen, welke stappen' België zou kunnen doen ingeval van verwer ping van het verdrag. Daartoe heb ik nog te minder reden, aldus Vandervelde, omdat ik nog al tijd het volle vertrouwen koester, dat minister Van Karnebeek met zijn toe wijding en energie, waarvoor ik groote bewondering heb. er in zal slagen het vercfrag door de Eerst© Kamer ie doen aannemen. Evenmin is van Belgische zijde geïnformeerd naar liet standpunt dat men aan den Quai d'Orsay ten aanzien van het' Nederlandsen-Bel gisch verdrag inneemt. Wanneer het verdrag tusschen Van dervelde en Chamberlain is besproken, is dit geschied in het kader der ge bruikelijke gedachtenwissellng, die hier telkens als de Volkenbondsraad: vergadert tusschen de diverse minis ters van Buitenlandsche Zaken plaats vindt en waarhij alle actueel© vragen, Welke het internationale leven, raken, min of meer uitvoerig de revue pas- seeren. Elke andere interpretatie van .deze bespreking is bezijden de waar heid. De heer De Brouckère. wien, onaf hankelijk van Vandervelde naar deze kwestie werd gevraagd liet zich in den zelfden zin uit. De Geneefschè correspondent van de Maasbode deelt verder nog het vol gende mede: Een langdurig onderhoud een dezer dagen tusschen Chamberlain en Van dervelde gaf hier aanleiding tot het gerucht, dat deze twee ministers daar bij uitvoerig over het Belgisch-Neder- landsche verdrag en de mogelijkheid eener verwerping door de Eerste Ka mer gesproken hadden. Inderdaad is met enkele woorden ook deze kwestie terloops aangeroerd, zooals vele ander© internationale on derwerpen, terwijl het hoofdpunt van gedachtenwisseling China schijnt te zijn geweest. Minister Vandervelde heeft echter heden aan de vertegenwoordigers det* Nederlandsche pers uitdrukkelijk ver zekerd, dat Chamberlain en hij vol strekt niet getreden zijn in ©en onder zoek wat zou kunnen gedaan worden, indien onze Eerste Kamer inderdaad dat verdrag verwierp. Vandervelde voegde aan dit stellig dementi der loo iende en'waarschijnlijk ook in Neder land verbreide geruchten toe. dat hij ook daarom geenerlei aanleiding had over de gevolgen van verwerping met Chamberlain van gedachten te wisse len, omdat Vandervelde nog steeds hoopt, dat de' Eerste Kamer het ver drag zal aannemen. i-^UlLLLrOiN. BLOED EN TRANEN. 41 Zij zweeg; die klare oogen, door tra nen omfloerst, staarden tot hem op, en hij las er in een wereld van snlart. „Kom aan mijn zijde staan"» zeide hij, „en wij zullen de geheele wereld trotseeren!" .,Ik kan niet," snikte ze „o Ivan ik kan niet!" Zie, dat was het. Er loeide een af grond tusschen hen; zij strekten de armen uit, om elkander te bereiken, doch de afgrond was te breed. „Mag-ik Christus, mijn Heiland, ver loochenen?" „Ik belijd Hem even goed als gij, en zweert gij Christus af, zoo gij 't cruci fix kust?" Ivan antwoordde niet; hij keek op de groote hangklok: een kunstig uur werk, dat te Nischni-Nowgorod was gemaakt, en Katinka's handen tot een afscheid aan zijn borst drukkend, overschreed hij den drempel van het huis. Het was een heerlijke, schitterende zomerdag. Een diep-blauwe hemel welfde zich hoven liet dorp; de lucht was vervuld met den harsachtigen geur der denneboomen, en In de wij de verte legerden zich de k eino, ve derachtige wolken als lammeren om hun herder Het was stil in de straat; de hooge beuken wierpen *breede schaduwen, en de zwakke rook steeg recht op naar den hoogen. Manke ivan stapte stevig door; hij passeerde de groote kerk met haren zilveren koepel en haar gouden kruis, dat opionkelde in de zonnige luchten, en ginds op den heuvel verhief zich het klooster, het doel van zijn gang. Want Ivan was in het klooster be scheiden; hier zou hij de goede belij denis doen, en zijn hart sloeg met krachtige slagen, toen hij de bel aan de eiken tuinpoort overhaalde. Er kwam een monnik aan ;ivan kon liem niet zien, doch hij hoorde diens slependen gang over het grind. En even later werd de tuinpoort ge opend. „Wat moet je?" vraagde de monnik, en Ivan zeide het doel van zijn komst. Toen schuifelde de monnik in zijn grauwe pij weer weg, 0111 in het kloos ter te informeeren, en kwam een poos later met de boodschap terug, dat de bedoelde vergadering eerst heden avond zou plaats hebben. Ivan was er verbaasd over, doch de monnik trok er- zich weinig van aan. Hij haalde de schouders op; „Nitche- wo!" zeide hij geeuwend, en hij sloeg de tuinpoort vlak voor Ivan's neus dicht. Ivan begaf zich daarop naar de pas torie, vlak bij de Kerk, om bij den Po pe naar de reden d«r vertraging te vra gen. De Pope had zich nog niet gewas- schen; hij zag er onbehaaglijk uit met zijn lange, ongekamde haren en zijn morsigen zwarten rok, die vol vetvlek ken was. Zijn vrouw zat in een hoek van de kamer, met het gezicht in de watten, want zij werd door kiespijn geteisterd, terwijl de Pope bezig was, 0111 een paar van zijn kinderen af te ranselen. Zij hadden al den honig uit den pot opgesnoept, en zij zaten er nog aan te lekken als jonge honden, toen de Pope lien had overrompeld. Hij was rood van kwaadheid, want hij hield zooveel van honig; „die rak kers!" zeide hij: „ze gunnen hun ouden vader niets!" en hij sloeg er met een zweep op los. De Pope was niet verwonderd over de vertraging; hij wist er alles van. I11 het naburige dorp Askof, waar de pest der Stundisterij reeds sedert lang was uitgebroken, moest eveneens de boe del worden beredderd, en daarom zou liet avond worden, voordat de Bisschop hier was. Ivan's teleurstelling was groot; hij verkeerde in een stemming, waarin hij de geheele Grieksch-orthodoxe kerk had durven tarten, en nu moest hij Wachten tot den avond. Doch er was niets aan te doen; hij had er in te be rusten, en de pastorie verlatend, wan delde hij dwars over het kerkhof naar de dorpsstraat. Hij had geen haast, en bleef pein zend op het kerkhof staan. Hij stond hier te midden van de dooden; zij hadden een zwart-liouten kruis aan het hoofdeinde, terwijl hun graven door hekken van latwerk waren om geven. De hekken waren in de bontste kleuren geschilderd; men zag er het schreeuwendste rood, want do Russi sche liefde voor vroolijke verven en tinten komt nergens sterker uit dan op den akker, waar de dood zijn som beren scepter zwaait. Ivan stond bij het graf van zijn va der, dat door een blauw hek was inge sloten, terwijl op de lange armen van het kruis de naam van Serguw Neka- lof in witte letters stond vermeld. Het trof wel bijzonder, dat de Sta rosta juist het pad over het kerkhof insloeg. Hij moest stellig naar den Po pe, en dit pad inslaande, sneed hij een hoek af, terwijl hij tevens in do scha duw kwam van de kerk. Ivan zag het niet, dat tie Starosta aarzelde, toen hij Ivan hij het graf van diens vader zag staan. Doch de Sta rosta overwon deze aarzeling, en nu stapte hij haastig door. Hij moest ra kelings langs Ivan voorhij, want het graf van zijn vader paalde scherp langs het pad, en toen hij in de onmid dellijke nabijheid was, zeide Ivan: „Starosta zal de moordenaar ooit worden ontdekt?" Het was geen dwaze vraag. D© oude Tartof zat reeds een half jaar in hech tenis; Sidorski was geboeM opgezon-i den, en men hoorde er nog niets van, dat het hof der gezworenen den moord, zou behandelen. Doch de Starosta scheen van die vraag te ontstellen; hij streek met de handen door zijn grooten haard en zeide op barschen toon: „Ik weet bet niet." Hij was opgëwonden; zijn neusvleu gels bewogen zich, en zijn oogleden trilden. Nu begreep Ivan het, hoe het zelfw gevoel van den vrederechter in den Starosta was ontwaakt; het was voor den Starosta een persoonlijke beleedi- ging, dat de moordenaar nog niet was ontdekt. „Als Sidorski de moordenaar maar is!" zeide Ivan „ik betwijfel hetl" „En ik betwijfel het ook F hernam de vrederechter „wien verdenkt gij?" Ivan wilde geen namen noemen, doch toen de Starosta, hem van onder de borstelige wenkbrauwen scherp, aankijkend, zeide: „Gij verdenkt den kleinen Kalenko!" durfde ivan geen neen te zeggen. De dorpsbevolking was trouwens opnieuw 111 hare meening aan het wankelen gebracht; de schoenmaker dronk meer wodka dan ooit, en de ge dachte lag voor de hand, dat hij in de wodka zijn geweten wilde smoren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5