CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN Dit nummer beslaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 7<"> JAARGANG WOENSDAG 9 MAART 1927 NUMMER 2064 COURANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Pet kwartaal I 2.50 Per week i 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 BUREAUHooigracht 35 Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 - ADVERTENTIE-PRIJS Gewone adrertentiën per regel 22^/t cent Ingezonden Mededeelingen, dobbel tariei Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling -• van ten hoogate 30 woorden, worden datfe* lijk» geplaatst ad 40 cent 7 Zonderlinge politiek. In de Rijnlandsche Courant hrijft „X" uit Ter Aar het volgende ingezon den stuk: Naar wij vernemen hebben ook de Staatk. Gereformeerden, partij van Ds Kersten, het voornemen om bij de a.s. Raadsverkiezing, in onze gemeente met een eigen candidatenlijst uit te komen. 0 Nu is dat hun recht, en niemand zal hun dat recht betwisten. Naar wij verder vernemen, zou can- didaat worden gesteld de heer R. Treur; de heer Treur was tot voor kort bestuurslid van de C.H. Kiesver. maar heeft en als bestuurslid en als lid van deze Kiesvereen. bedankt. Als deze geruchten juist zijn, en de Staatk. Ger. werkelijk met een eigen candidaat uitkomen, dan kan dit voor de samenstelling van den nieuwen Raad eigenaardige gevolgen hebben. Wat toch is het geval! Onze plaats is in meerderheid R.K. dientengevolge ook natuurlijk de Gemeenteraad: 6 R.K. en 5 niet R.K. Zonder dat er nu bepaald anti-papisme bestaat, gevoelt men toch wel, dat, waar één partij de meerderheid heeft, er toch nog wel eens wrijving is tuschen de meerder heid en de minderheidsgroep, die uit 5 verschillende partijen bestaat. Nu zeggen de Staatk. Geref., dat zij het meest en het best het Roomsche gevaar zien en dat krachtiger bestrij den dan de ander© protestantsche groe pen, dus er moet ook in Ter Aar een eigen candidaat worden gesteld. Wat zal echter het gevolg zijn? Rat hun candidaat niet gekozen wordt, zij zul len niet voldoende stemmen halen; dan zijn deze stemmen dus weg; de andere groepen C.H. en A.R. verliezen echter zooveel stemmen, dat er dan in den nieuwen Raad zitting zullen heb ben niet 6, maar 7 R.K. en niet 5, maar 4 leden van de ander© groepen. De Staatk. Geref. kunnen echter nog meer bereiken. Als zij hun actie goed weten te voeren, dan kunnen zij de niet R.K. groepen zooveel afbreuk doen, dat die groepen te zamen 3 le den in den nieuwen Raad brengen; zij zelve, de Staat. Ger. ook dan er buiten vallen, dit is zelfs tamelijk zeker, en dus de R.K. 8 zetels zouden bezetten, inplaats van 6 zooals nu. De niet R.K. groepen trekken natuur lijk ieder afzonderlijk op naar de ge meentelijke stembus: C.H. A.R. en L. En nu ook de Staatk. Geref. met de mogelijkheid dat straks de R.K. twee zetels winnen. Men. wil Rome bestrijden! Wie lacht daar Dezelfde politiek als in Ter Aar volgt waarschijnlijk de Staatk. Geref. Partij ook elders. Nu kunnen wij ons voorstellen dat men van die zijde gaarne optrekt on der eigen banier, maar waarom nu de stemmen, die op deze wijze verloren gaan, niet benut voor de Antirevolutio nairen of Christelijk-Historischen? Laat ons aannemen, dat de Staatk. Geref. ongeveer de helft van de stem men uitbrengen, noodig voor een ze tel, dan zijn deze zonder verbinding met een andere lijst verloren. Daaren tegen zou door verbinding met een an dere lijst daarop nagenoeg zeker een restzetel worden toegekend. Zou de zonderlinge politiek van deze Partij dat ook verbieden? Wij kunnen ons niet voorstellen dat de consequentie van haar standpunt meebrengt steun aan hetgeen ze zegt te bestrijden, zooals in het geval Ter Aar toch wel heel duidelijk uit zal komen. 7* Protest.-Chr. Sanatoria. Er wordt in Prot. Chr. kringen hevig gestreden tegen Rome. Over het Ul- tramontanisme wordt strijd gevoerd. De een zegt dat Rome, krachtens zijn kerkelijke opperheerschappij over alle levenskringen, het Ultramontanisme moet blijven aanhangen. De ander, en wij scharen ons aan di© zijde, meent dat zelfs in de Roomsche Kerk niet meer die onbeperkte afhankelijkheid van het Pauselijk inzicht heerscht, die voor een toepassing van het Ultramon tanisme noodig is, laat staan dat Ro me nimmer d.e daarvoor noodig© meerderheid zal kunnen verkrijgen, terwijl het twijfelachtig is of Rome dit riog wil. Dit vraagstuk op zichzelf is wel de moeite waard om eens ernstig behan deld te worden. Wij willen thans echter op iets an ders wijzen. Veel meer dan deze anti-thetische strijdwijze, heeft naar onze meening recht op onze sympathie, de thetische strijdwijze. Niet in tegenstelling maar in de stelling ligt de overtuigende kracht. Niet afbreken wat Rome bouwt, maar optrekken van een hecht ge bouw daar tegenover, dat is noodig. Gelukkig komt er in sommige op zichten kentering. Een van deze gelukkige verschijn selen is, dat men de oogen opent voor de noodzaak om ook dóór liefdewerk, zocals Rome verricht, den dank der menschheid te oogsten enzielen te winnen. De bekende Haagsche predikant, Ds. van Gheel Gildemeester, geeft in de 's-Gravenhaagsche Kerkbode van ver leden week een statistiek over de be hoefte aan Protestantsch Christelijke Sanatoria voor tuberculose-lijders. Hij wijst er op, dat ingevolge artikel 99 der Invaliditeitswet een zieken ar beider, die nog geen invalide is, maar bij slechte verzorging het worden zou, een verpleging in een ziekeninrichting te beurt kan vallen.. De werkman moet daar zelf toe mede werken. Ds. van G. G. noemt enkele cijfers over 1921. In dat jaar waren ingevolge dit artikel der Inval.wet 2£71 personen in sanatoria verpleegd, en van deze waren 1015 ziek aan tuberculose. Van die 1615 zijn er 1089 hersteld, dat is ruim 67 pet. Voor 79 lijders was geen plaats in sanatoria. Wanneer niet geregeld uitbreiding van sanatoria plaats heeft, wordt het aantal waarvoor geen plaats is steeds grooter. Reeds op dien grond verdient het vraagstuk aller aandacht. Maar Ds. van G G. geeft ook nog een statistiek van het aantal beschik bare bedden in de verschillende sana toria. In de Roomsche inrichtingen waren beschikbaar 1005 bedden 46 van het totaal, in neutrale 975 bedden 45 en in Prot. Chr. 188 bedden of 9 van het totaal aantal van 2168 bedden. Het verschil tus- schen 9 en 46 is sprekend. Daar tegenover berekend hij dat ongeveer een derde deel van de bevolking, dat is dus ruim 33 pet., uit overtuiging Roomsche verpleging wenscht Rome heeft dus een ruim surplus aan ver pleging. Gelukkig, zoo is de conclusie van den schrijver, dat wij straks in Zon negloren te Soestduinen een flinke Protest. Christ, inrichting er bij krij gen. Wij kunnen ons daar van naito mee vereenigen. Naast Sonnevanck te Harderwijk zal Zonnegloren te Soest duinen gezegend werk kunnen doen Een wedijver met Rome die aller sym pathie heeft. De laatste spreker. Heden ving in de Eerste Kamer de openbar© behandeling van bet Bel gisch Verdrag aan. Als sprekers zijn reeds ingeschreven de heeren Polak, de Muralt, Blomjous, van der Hoeven, de Savornin Lohman, Briët, Rink, van der Lande, van Was- senaer van Catwijck. Koster, YVester- dijk, van den Bergh, Michiels van Kes- senich, van Embden, Verkouteren, Dobbelmann, de Zeeuw, Heerkens Thijssen, Wibaut, Janssen, Lindeijer, Hermans en Colijn. 't Is een lange lijst en er zullen nog wel enkele bijkomen. Is het niet opmerkelijk, dat de heer Colijn de laatste van het rijtje is? Als de heksluiter ook hier een goede kans heeft, dan mogen wij verwachten, dat wanneer het Verdrag zou vallen er toch wel op gewezen zal worden, dat de dolle actie er tegen allerminst over tuigend is. Wij mogen gerust aannemen, dat de heer Colijn er heel wat meer van weet dan verschillende zelfs van de voor aanstaande tegenstanders. Maar de heer Colijn was met die algemeene kennis niet tevreden. Hij heeft een langdurige studiereis naar België, Frankrijk en Duitschland gemaakt om het vraagstuk nog eens ernstig te overwegen. Wij mogen dus aannemen dat de 23ste spreker van deze eerste lijst met wel overwogen argumenten zal komen Wij zien met belangstelling vooral naar zijn betoog uit. STADSNIEUWS. MAATSCHAPPIJ VOOR TOONKUNST Uirechtsck Stedelijk Orkest. Is er wei een componist, door wiens werk zoo hevig de drang naar vrijheid pulseert als door dat van Beethoven? Heel zijn leven, heel zjjn levensopvat ting is een demonstratie van waarheid en vrrheid, een worsteling van binnen de perken der maatschappelijke gebon denheid zijn geest in vrijheid te doen triempheeren. Goethe's Egmond figuur de eerste vrijheidsheld die noodlottig onderging in het conflict waaruit de Nederiandsche natie geboren zouwor den, moest wel machtig oj> Beethovena inspiratie werken toen hy er zich toe zette, muziek te schrijven bij Goethe's Treurspel. In de Ouverture overziet Eeethoven met genialen blik de krachten die het drama bewegen en achter het drama ziet hij de langdurgie worsteling van eea volk dat zich bevrijdt. Zoo is de Ecmond ouverture een werk van diepere betea kenis dan het voorspel van een toevallig drama. Ze is het svmbool geworden van een volk, en nog dieper borend in haar heroïsche allure van de menschheid die immer worstelend en immer struik^, lend opwaarts tavcht te streven en in haar materieele gebondenheid aan de stof z:ch de hoogste geestelijke vrijheid tracht te verwerven. Voor de heroïsche gedachten wereld worden 'we onm'dlellijk ge laatst bij den breeden aanh f der Ouverture; we hoe ren de orstandighoid ui breken in krach tige rhythmen; ons worden in d?ze mu ziek grcotrche visies geo;end; we hoo- ren verinnigingen als een prachtig Lobc- solo omgonsd wordt door het lieflijk ruischen der accoorden van 't strijkor kest. We hi or en de apotheose der vrij heid in de zegezangen aan het slot als de bazuinen schetteren boven do bonkende rhythinen. Een prachtige ga ve vertolking word onder de geestdrift- ge leiding van Evert Cornells van dit werk gegeven. Overwegend wrs da^roa reeds da delijk de inzet van het vijfde pianocon cert in Es gr. t. De klaviorpa.tij werd hierbij vertolkt dcor een jong Weensch •ianist S.ephan Bergmann, wien inder daad de zon van het lachen ie Wee oen in het bioed zat. M .t den overmoed der jeugd, met schitterende bravour, me'; vurig enthousiasme valt deze virtuuos zijn taak op en gaf momenten van su blieme sck.onhiid, Hoe prachtig leefde hij zich in in het" Allegro, dat getuigt van 6en zeldzame lyrische scheppings vreugde van den conmon'st B olTiven. Breed en greotsch zingt het orkest de melodieën uit, overgenomen door den pianist of door dezen ontluisterd met een flonkerend passagespel, waarvan die rhythmiek gloeit als de zonneflikker! ng over de zee. Een Overweldigende rijk dom van melcdijche gedachten dringt en stuwt door dit Allegro en de heer Corneds wist in vereeniging met den pianist extat'sche visies te scheppen Con Sordino zet daarna het strijkor kest het onverge'iikelijk schcone An dante in, een breed koraal biddend en teer en toch zco mannelijk in zijn groet- sche melodische lijn. Dan neemt de pia nist de heerlijke melodie over, o.r.ruischt dcor de volle diepe harmonieën van 't g'rijkorkest. En welk een afwisseling dan weer na deze passage: nu eens voe- ren klarinet en fluit de melodie, bege leid door korts rhythmische accoorden van de strijkers tonvbl 'ianist een weelderige overvloed van twinktende fi guraties om de melodie spint. Ontroerend mooi werd dit alles ge speeld en dan niet te vergeten die prach tige overgang, waarbij uit een lang aan gehouden acccord, waarin het hout do mineert plotseling de vreugde van het Rondo te voorschijn springt en ons in huppelende maten en jubelende melo dieën veert naar het einde. Het geheel was zoowel van het orkest als van den pianist een schitterende prestatie, waar voor de laatste een geestdriftige ovatie in ontvangst had te nemen. Na de pauze kwam de 5 de Symphonie, de meest populaire van Beethoven's Sym phonieën en dat kan niet verwonderen aangezien dit werk in tonen nog altijd het best het ideaal der menschheid ver klankt: door leed en strijd, door nacht en duisternis, door moeiten en zorgen tot overwinning en levensverzoening. Reeds meermalen hadden we het ge noegen in deze kolommen over dit groot sche werk te spreken, zoodat we thans kort kunnen zijn. Het Utrechtsch Oj kest gaf een van de besta vertolkingen, welke we er tot dusverre van hoos^de.1. De klaarheid waarmee het werk voor ons werd, opgebouwd, de rhythmische zo kerheid, de nobelheid van klank, het viel alles evenzeer met greote dankbaarheid- te loven. Evert Cornelis heeft door zijn geestdriftige en energieke leiding, die tevens innig muzikaal is, de volle Ge hoorzaal wel aan zich verplicht. Voor het Toonkunstbestuur een uitvoering, die zij met dankbare tevredenheid in haar annaal mag boeken. APOLOGETISCHE LEZING. Gisteravond hield in de Oosterkerk Dr. J. C. S. Lochei* een Apologetische lezing met als onderwerp: „Ik geloof de vergeving der zonden". Dr. Locher gaat voor in gebed en leest een gedeelte van Ps. 103. Spi\ begint zijn lezing met t© zeggen dat de kerk (waarover spr. het de vo rige keer gehad heeft) bestaat uit zon dig© menschen. E11 de kerk moet le ven uit de vergeving dei* zonden. Van vergeving der zonden leert de geheele Bijbel. David roemt de vergeving dor zonden en Christus, toen hij op aarde was, sprak dikwijls uit het: Uw zon den zijn u vergeven. Paulu9 wist ook, dat hij slechts voor God bestaan kon «door do vergeving der zonden. Spr. stelt vervolgens de vraag: „Is d© vergeving der zonden nog 'n levens vraag? 't Is wel treurig wanneer dat. niet het geval is. Wanfieer dat ni©t zoo is dan is er geen besef van de groote kloof di© er is tusschen God en ons. Omtrent de vergeving der zonden zullen de beide kerken, Roomsche en Hervormde, in vele opzichten hetzelf de denken. Ook de Roomsche kerk leert de vergeving dor zonden door ge nade. Toch is er een groot verschil lus schen heide. Dat leert ons de geschiede nis. We zien dat al in de eerste eeuw na het apostolisch tijdperk. Toen werd reeds op de werken de nadruk gelegd en minder op de genade. Vooral komt dat uit bij den Doop. De mensch kwam in het middel punt, de mensch die b.v. in ongehuv/- den staat leefde, werd voor bijzonder heilig gehouden. De vraag kwam: Wanneer men na den doop in zonde valt, wat dan? Sommigen zeiden dat het dan onher roepelijk uit was, anderen weer gaven nog een kans. In elk g©val zonde na den Doop was wel zeer erg. Maar dat kon echter niet zoo gehandhaafd blij ven. Al meer kwam men tot boetedoe ningen. «Eén kerkvader was er die leef de uit de genade. Dat was Augustinus, maar toch wordt ook bij hem nog ge vonden de behoefte aan het zinnelijke. Al meer en meer kwam men tot de boetedoening en biecht. Daarbij werd echter vastgehouden, dat de Doop rei nigt van alle zonden. D© zonden die ïiu na den Doop geschieden worden door Rome gescheiden in doodzonden en vergeeflijke zonden. De laatste kun nen vergeven worden door oprecht be rouw. De doodzonden kunnen slechts vergeven worden door genade. De biecht wordt afgenomen en wan neer er berouw is en de schade die eventueel berokkend is li-rsteld wordt dan spreekt de priester den zondaar vrij. Echter moet dan nog boetedoe ning gedaan worden. En deze zonden wanneer ze vergeven worden blijven toch nog een kvyade post. Bij den dood wordt dan de rekening gemaakt en wanneer er meer goede dan kwade posten zijn, gaat de persoon naar den hemel. In het andere geval echter moet hij eerst straf ondergaan in het vagevuur. Die straf kan echter ook weer verkort worden door aflaten en zielniissen. We moeten dus bij do Roomschen wel onderscheiden vergeving van zon den en aflaat van straf. Spr. gaat verder na of, hoewel dit alles ons tegen de borst stuit, daar achter niet iets gevonden wordt dat waarheid behelst. Spr. wijst op David, die hoewel hem de zonden vergeven waren, bij monde van den profeet, toch nog d© strenge straf- moest onder gaan. Het is thans ook nog zooals de volksmond zegt: Gods volk zondigt niet goedkoop. Die kastijdingen zijn echter een liefdedaad Gods, zooals een vader zijn zoon kastijdt. Het doel is ze nader tot Zich te brengen. Daar kan echter niets van afgenomen worden. Het zou oordeel zijn wanneer die lief deskastijding achterwege bleef. In de gezonde Kerk is ook tucht. Deze tucht is echter geen vergelding. Dat is om te behouden. En dat is het foutieve in de Roomsche kerk dat men van die tucht gemaakt heeft de vergelding. Zoo komt het dat er veel mee door kan; er kan toch gebiecht worden. Echter komt voor ernstige geesten de vraag: Was mijn biecht wel echt, heb ik wel alles opgesomd? Het is wel eigenaardig, dat die Roomsche kerk voor ons bewaard heeft de 12 Artikelen, waaronder: Ik geloof de vergeving der zonden. Wanneer een mensch werkelijk ge looft, dan heeft hij onmiddellijk met zijn God te doen en vergeving in Chris tus noodig. We zien ook dat de H. Doop voor het geloof is het teeken en zegel. Voor de Roomschen is zij de vergeving zelf. In schijn hebben wij minder, maar inderdaad meer, want wij hebben een ongetwijfeld getuigenis dat wij een eeuwig verbond met God hebben. Men is bang dat de goede werken in 't gedrang komen als men zoo maar alles uit genade ontvangt. Maar het is onmogelijk dat wie Christus door een waar geloof is ingeplant, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaar heid. De goede werken zijn met het ware geloof verbonden. Onze consciën tie zal echter slechts gerust zijn als wij ons verlaten op de genade. Spr. wijst 'er verder op dat Jcj ver houding tot God is als van een kind tot zijn vader. En wij bederven die ver houding telkens door ons geheel© doen en hoe nader we tot God treden, des te meer zien we onze schuld en wij heb ben nauw op ons zelf toe te zien, want wij staan voor het gevaar om ons de zonden zelf te vergeven. Maar als we maar vasthouden aan het Evangelie Binnenland. Het ontwapeningsontwerp der S. D. A. P. is ingetrokken, nadat de Tweede Kamer art. 1 met 53 tegen 32 stemmen had verworpen. De behandeling van het Belgisch Verdrag in de Eerste Kamer aange vangen. Nabij het station Leiden aen vrouw overreden. Buitenland De Vereenigdé Staten hebben thans definitief aan Groot Brittannië en Ja pan voorgesteld te Genève een confe rentie te houden ter beperking van de bewapening ter zee. e Het aantal slachtoffers der aardbe ving in Japan wordt op cenige dui zenden geschat. De ratificatie van het verdrag inza ke de tGekenning van Be-sarabië aan Roemenië. der genade en ons op Christus verla ten, dan komt alles goed. Aan het eind zijner lezing zegt spr. dat hij gaarne, wanneer iemand iels te vragen heelt, bereid is dezulken te ontvangen op zijn spreekuur of op an dere uren, Vanneer dat van te voren geregeld wordt. Het zijn levensvragen, van groote heteekenis, die in deze lezingen behan deld zijn. Spr. gaat dan voor in dankgebed, waarna nog gezongen wordt Gez. 52 :10. Spr. eindigt met de zegenbede van Gez. 96, de vier laatste regels. HAARLEMSCHE ORKEST VEREEN. Symphonie-Concert. Op het Symphonie-concert der H. O. V. van Maandag 14 Maart a.s. zal een Russisch programma uitgevoerd worden (alle nummers op verzoek) n.l. Danses Russes, van Borodine; Syui- phonie No. 5, van Tschaikowski; Sie- ben Russische Volksweisen, van Lia- dow; en Capriccio Espagnol, van Rims- ky Korsakow. LIJK VAN EEN VROUW OP DEN SFOORWEG. Vannacht is tusschen half één en één uur op den spoorweg, benoorden dc-n overweg gevonden het lijk van een vrouw, dat deerlijk verminkt was. Door een onderzoek, waarvoor nade re wijzigingen gevonden werden in een netjes opgevouwen mantel aan den kant van den spoorweg, wordt ver moed, dat men hier t© doen heeft met een geval van zelfmoord. De vrouw was de echtgenoote van v. G. te Den Haag. Het lijk is naar het lijkenhuis overgebracht. BURGERLIJKE STAND. Geboren: Hendrik, z. v. G. v. d. Laar en W. Scheffers; Joannes Adria- nus, z. v. J. A. Lamboo en J. C. Koren- hof; Josephine Catarina, d. v. J. F. M. Pont en C. M. Vogelezang; Alida Ma ria, d. v. J. v .d. Voet en T. Wijnands; Emiel Maarten, z. v. W. J. Jansma en B. W. J. de Smidt; Christiaan, z. v. J. W. Planjer en L. A. Schipper; Anna, d. v. J. Dissevelt. en L. Voorzaat; Cor nelis, z. v. C. Bekooy en A. Robbers; Johannes, z. v. H. Brandt en M. J. de la Rie; Arie, z. v. A. v. d. Kaay en C. M. Giezen; Johannes Pkilippus Nico- laas, z. v. F .J. van Luijken en' C. I<ras- senhurg; Barbara Arike, d. v. D. Noor- dijk en A. Rietdijk; Elly Corneli© May, d. v. J. C. B. Hüner en M. Gerritse; Annigje, d. v. W. v. d. Reijden en A. Pikaar; Catharina Wilhelmina, d. v. T. H. W. Sandberg en H. G. van Zan ten; Hermanus Franciscus, z. v. P. H. van Benten en J. C. v. d. E§hof; Gerar- dus Majella, z. v. H. P. Zwetsloot en M. A. J. v. d. Ven; Pieter, z. v. C. Springer en A. Nieters; Lourens, z. v. L. Zitman en J. C. Nieuwenhuizen; Arie, z. v. D. v. den Bosch en A. Kooij; Maria Johan- na,, d. v. H. Riethoven en J. M. \Y. Bon te; Antoon, z. v. A. Devilee en W. E. van Haarlem; Anna Elisabeth, d. v. P. A. Breddels en A. E. Tuithof; Annie Elsje, d. v. N. Roos en M. Groenwoudt: Catharina Maria, d v. P. Freeke en N. A. J. Voorbij; Maria, d. v. J. Holswil- der en G. van Houten; Johannes Gerar- dus, z. v. J. v. Voorthuijzen en M. J. F. Duivesteijn; Hendrik, z. v. H. de Bol ster en M. J. Zitman; Janna, d. v. A. Otto en W. Boluijt: Adrianus ,z. v. H. Tegelaar en J. E. Sterk. Gehuwd: A. R. B. Gerritse, jm. en J. H. Riphagen, jd.; Ph. Hij man, jm. en A. C. Klap, jd.; A. Fuchs, jm. en M. Kapaan, jd.; A. Leuering, jm. en A. v. Polanen, jd.; W. J. Brakel, jm. en C. Pennenburg, jd.; J P. v. d. Hoek, jm. en C. D. v. Egmond, jd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1