tfUiai „dweil cadeau DAMESKLEEDING. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 26 FEBRUARI 1927 Aan het einde der Week Is de laatste week, evenalsi trouwens de laatste weken in het al gemeen, waren de oogen der wereld weer in hoofdzaak naar het Oosten ge richt, naar de gebeurtenissen, die zich in het voormalige Hemeische Rijk af spelen. De toestand daar ontwikkelt zich met groote snelheid, en reeds zijn do voorbereidselen gemaakt voor den strijd om Sjanghai, die we.dra tusscheni de Noordelijken en Zuidelijken ge voerd zal worden om het bezit dezer stad, en waarbij ook de Wiestersche mogendheden, die daar hun conces sies hebben, ten nauwste betrokken zijn. Daar komt nog iets anders bij. De gebeurtenissen in China zijn slechts een symptoom - van een alge meen verschijnsel: de ontwaking van het Oosten, terwijl bovendien de Sov- •jetregeering al haar best doet, deze bo weging fin communistische banen te leiden, althans dienstbaar te maken aan den triomf van het communisme. Hieruit is te verklaren, dat Engeland! met zooveel bezorgdheid de Sovjet propaganda beschouwt en zelfs een waarschuwende nota aan Moskou heeft gezonden. Engèlana heeft Rusland herinnerd! aan de belofte, die het indertijd hacLat- gelegd, zich van anti- Britscne propa ganda te onthouden, een belofte, die liet evenwel niet nagekomen is. Mocht het op dien weg doorgaan, dan is er geen twijfel, of de diplomatie ke en handelsbetrekkingen tusschen Engeland en de Sovjetrepubliek zul len afgebroken worden. En dit is nu geen „conservatieve" daad van de En- gelsche regeering, want ook de leicler ider Lab.ourpartij Mac Donald heeft: verklaard, dat hij er mee accoord gaat. Wel „conservatief" en dit m den; ongunstigen zin des woords is b.v. het voorstel geweest, om de vakver- eenigingen te verbieden bij economi sche conflicten buitenlandschen steun te aanvaarden. Gelukkig is dit voorstel verworpen, zelfs conservatieve ministers verklaar Üen zich daartegen. De positie der Britsche regeering is er overigens door de economische conflicten der laatste jaren niet ster ker op geworden; dat heeft ook de .tusschentijdsche verkiezing, die een succes voor Labour beteekent, weer bewezen. Het Belgische kabinet-Jaspar, dat ]den laatsten tija wel eens scheen te wankelen, zag integendeel zijn positie versterkt door de aanneming eener mo tie van vertrouwen, waarin zijn gedra gingen op financieel gebied in üe vol machtsperiode werden goedgekeurd. En dat niettegenstaande de frank op 7 cent werd gestabiliseerd; terwijl het ikabinet-Poullet op 12 cent had willen: stabiliseeren. 't Is trouwens moeilijk den juistere tijd voor stabilisatie te bepalen. Poire caré acht den tijd daarvoor nog niet gekomen en de Italiaansche mi rast er van financiën evenmin. President Coolidge heeft reeds eeni ge antwoorden binnen gekregen opi zijn voorstel inzake de ontwapening ter zee. Japan gaat er mee accoord en stelt; slechts een eisch, dat de betreffende conferentie niet voor 1 Juni zal plaats vinden. Frankrijk heeft het voorstel afge wezen, en wel, omdat het meent, dat" ,deze Amerikaansche actie valt bui ten het kader van Genève, clat cok bezig is' een dergelijke actie op touw! te zetten. Italië daarentegen heeft weer om rn geheel andere reden bezwaar tegen .Coolidge's voorstel; het voelt er weinigi voor om ze.f te ontwapenen. In ons land, or juister, in onze pro vincie, is deze week de eerste slap gezet voor de naderende Siatenvierkie- zingen; de inlevering der candidaten lijsten. Nog slechts weinige weken scheiden ons van deze verkiezingen, die vare groote beteekenis zullen zijn, niet; slechts op zichzelf, doch ook, omdat zij een aanwijzer zullen zijn van de richting, waarin ons volksleven zich beweegt. Zullen de Chr. partijen versterkt uit iden strijd te voorschijn komen, of zal blijken, dat door de politieke gevol gen van de aanneming der motie-Ker sten de invloed der linkerzijde isj vergroot Ëet laatste staat te vreezen. Dat dit evenwel geen reden voor onsl zij, iri deze weken met minder bezie ling te strijden voor den triomf onzei? sclioone beginselen. RECLAME. ftdi. M SMJiüSÈl Niet tegenover maarvoorl In een ingezonden in De Nederlander schrijft de heer van Zalings te Zeven bergen aldus: In zijn rede: „De beteekenis der ver kiezingen voor Staten en Raden" in '23 gehouden door den heer J. R. Snoeck Henkemans, op de zomer-conferentie van de Christ-Hist. Unie te Lunteren, lezen wij: „De Hervormd (Gerefor meerde) Staatspartij bedoelt in oprecht lieid te zijn een geloovige Protestant- sclie Partij. Haar Protestantisme ver loopt echter te zeer in het negatieve (tegen Rome) om ooit een kracht te kunnen zijn tegenover Rome." Milder oordeel dan dit, kan vast niet over de H. G. S. worden uitgesproken en zeer zeker voldoet de heer Snoeck Henke- rans wel aan den raad van „de Neder lander", om zachtmoedig te zijn. Even wel zal in het oordeel van den heer Snoeck Henkemans een wijziging ge bracht moeten worden; daar bovenal een juist oordeel zal moeten ultge9pro- Heden een primawitte bij aankoop van f 2.50. ken worden. En al doen we dit dan ook op zijn zachtst, dan zullen we hij de uitdrukking: „bedoelt te zijn een geloovige Protestantsche" partij moe ten voegen, ja, doch op de wijze als in Sarings Marco: Hij wenschte vaak genoeg iets goeds te doen. Maar 't willen rijpte nooit. Bovendien „een kracht tegenover Ro me te zijn" te worden veranderd in: is een kracht voor Rome. Wat is er dan toch gebeurd? Heden morgen werd als eerste candidatenlijst in den Statenkring Zevenbergen inge diend een lijst voor de H. G. S. Hoe men den treurigen moed daartoe gehad heeft, waar de uitwerking toch daar van juist het tegenovergestelde zal zijn dan wat deze partij voorgeeft te wil len bereiken; óf wel totaal gemis van inzicht op de verhouding der politieke partijen in onze provincie in dezelfde mate bij deze partij moet gezocht wor den als totale onbekendheid'met de practische politiek bij haar afgevaar digde in de Kamer gevonden wordt, de aanbieding van deze daad is, óf dat de oorzaak moet gezocht worden in toe komstige „schadenfreude", zullen wij maar in 't midden laten. Dit is even wel zeker, dat H. G. S. in plaats van versterking van den protestantschen invloed verzwakking teweeg brengt. In een tweetal artikelen mochten wij in „Het Protestantsche Zuiden" dat dank zij de krachtige actie van het 'rov. Comité van de Chr. Hist. Unie in meer dan 60CO protestantsche gezin nen van Noord Brabant verschijnt, uit eenzetten, dat, wil de Chr. Hist Unie in dezelfde sterke positie uit den stem busstrijd te voorschijn treden als in 1923, op hare candidaten moeten uit gebracht worden 15929 stemmen. Ook berekenden wij, dat minstens 12736 stemmen noodig waren om verzekerd te zijn, dat' wederom drie Statenleden voor de Chr. Hist. Unie zitting zouden neiiien. Volgens dezelfde berekening zou de H. G. S. bij gelijken groei als voor de overige partijen is vastgesteld, kunnen uitbrengen 984 stemmen, waardoor de rest voor de Chr. Hist. Unie zoo klein wordt, dat deze voor den derden zetel niet inaanmerking komt en deze te beurt valt aan de R.K. Staatspartij. Bovendien worden 984 stemmen weggesmeten, daar in de verste verte geen kans bestaat, dat de H. G. S. een zetel kan winnen. Het drievierde van den kiesdeeler zal, wederom volgens dezelfde berekening verkregen, bedra gen 4021. Wil de H. G. S. eenige kans maken, dan zou hare partij bijna 4M maal zoo groot moeten worden. En al gelooven we niet, dat zich ve le stemmen op de H. G. S.-partij zul len vereenigen, twee dingen worden harde waarheden: le dat protestant sche stemmen worden weggeworpen in een provincie waar geen enkele gemist kan en mag worden; 2e. dat de H. G. S. thans zichtbaar toont, niet een kracht tegenover maar een voor Rome te zijn. Evenwel moet één ding niet uit het oog verloren worden. Dat de H. G. S. zich nu zoo bloot geeft, moet voor ons Chr. Hist, een rede te meer zijn om met kracht de verkiezingsactie te voe ren en onze beginselen te brengen met v,'oorden en geschrift, tot in de uiter ste hoeken van onze provincie, opdat wij naast de versterking van de macht van ons beginsel onder-Gods zegen ook mogen boeken succes voor de partij. Beste Jongens en Meisjes. 't Is weer tijd voor den Babbelhoek De briefjes liggen al op mij te wachten; dus ga ik maar gauw beginnen. ^Reseda en Rozeknopje'\ Ja, wat was het een sneeuwdag Zondag. Hadden jul lie geen zin om te sneeuwballen? De meeste kinderen hadden er al zóólang naar verlangd, dat ik denk dat er wel een druk gebruik van is gemaakt. Maal 't was wel koud, dat is zoo. En dan is het in huis bij de kachel o zoo gezellig Nu het wat langer licht bluft, kun je ook prettiger buiten spelen. Dat zijn tweo kleuren, die heel goed bq elkander passen „Logeetje", 't Is erg prettig aat e? telkens nieuwe Babbelhoekers bij kome; Je weet het, hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Nu geloof ik toch heusch dat jij verwend wordt meisje. In de PaaschvV* cantie maar weer naar Rotterdam to'j 't Is haast te erg. Gezellig hé, als er lo gees thuis zijn. „Gustaaf Adolf". Dat geloof ik best dat 'jij Maandagmorgen teVaurgereteld was ,toen je zag, dat 'al de sneeuw ve? dwenen was. Maar geloof maar, dat de menschen in de stau (als bakkers, mel>. boeren enz.) blij waren. Gezellig né, dat jullie weer logees hebt gehad, iedereen vindt hot n'et prettig, om 2ulke verre wandelingen tc maken, dat is zoo. Dank voor je anecdotes. Sneeuwklokje". Dus je vind het prettig ,dat er een nieuw verhaaltje in cle courant staat? Vertel eens hoe dat is. Ik gelcof dat ik het ook kfr* maar dat wij het bikkelen noemde a Altijd hard loop en gaat ook niet; dat is veel te veel te vermoeiend. „Braamstruik en Denneappel". Da: kan een heel mooi kleedje zijn. want ik vind dat die beide kleuren geel bij el ander passen. Gezellig h dat op zoo'n avondje", een tooverlantaarn te hebben hé. Vooral als er veel platen bij zijn. Ja^ dat moeten jullie zelf maar zeggen, of je vindt dat 'dit verhaaltje net zoo mooi is als het vorige. „Vaders meisje". Dus je bent er wee? Ik begon al te denken, dat je nu al ge noeg hadt van het raadsels oplosserv Maar nu begrqp ik het wel en ik" bea e* niets bcos op hoer. Ja. ik geef ai£jd boekjes vcor prijzen. Dus dan weet ik al vast, dat, als jij zooveel van leza houdt, zco'n prijsje'bij jou welkom is. Is je broer nu weer beter? WiL je er aai denken, dat er op een brief een pos? zegel van io ets. moet en niet van 5? „Klaas Vergunst". Dat is leuk hé, dat je die andere Eabbelhoekers nu ook kent. Dan kunnen jullie er nog eens sa men pvc-r praten, 'k Heb je schuilnaam nog niet gebruikt, omdat ik' hem niet zoo aardig voor jou vind. Wat denk je van Tuinman, of' Piet He'n? Maar als je .liever den naam hebt, die je zelf koos, is het cok goed. Dat vertel je mij de vol gende week dan maar. „Goudblondje". Zeker, \dat gebeurt iedereen wel e^ns, dat hei briefje wat kort uitvalt. Dat is heusch zoo erg niet Jij bent ijverig met je handwerken, dat merk ik wel. "Nee dat is zoo. Dan heb ie vcorlcopig neg geen gebrek aan. lectuur te vreezen, „Juniera". Ook al van de sneeuw ge neten? rr dat vonden alle kinderen fijr. En 's Maandags was het voor velen een teleurstelling,'toen alles weg was. Wel gefeliciteerd met je zusje. Heeft ze mooie cadeautjes gekregen en was het een gezellig dasje? Ja zeker? „Vergeet mij nietje". Zeg meisje, je wilt me toch 'niet wijs maken, dat du tweelingen ook mee waren naar die ui? voering? En je schrijft. J. en ik waren alleen thuis? Dus ze hebben jou eena lekker warm gewreven in de 'sneeuw! Dat kan niets geen kwaad voor jou. „Blondine". Ja, 't lijkt mij cok leuker. Omdat jullie allemaal een schuilnaam hebben, 'k Dacht dat jij net zooveel van sneeuw als van ijs hield meisje. Vind ja sneeuwballen en glijden niet fijn? Dat vertel je mij later maar eens of je dit verhaaltje ook mooi vindt. „Rie". Gezellie is het op zoo'njaa? feestviering, vind je niet? Jammer, dat je moe niet mee kon. Is ze nu weer be ter? Wat stelde het tableau voor, dat .ju gezien hebt? Want als je mij dat met vertelt, kan ik ook niet-zeggen of ik het wel eens gezien heb. 't Was zeker wel verg laat eer je thuis was. „Grie". O, dus jij mag nu aan het inachtwerk voortgaan? Nee, dan is het ook de moeite niet meer om aan ieti nieuws te beginnen, 'k Wist niet dat ja al zoo gauw van school af zou gaafc. Blijf je bij moeder thuis of ga, je nog iets anders leeren? Dus jullie hebben ook nog van de sneeuw geprofeteerd. „Moeders Meisje". Zoo, dus de zaak van de twee brieven geljjk is opgelost Ja, 't heeft hier ook flink gesneeuwd Maar net als bij jullie was Maandag alles weer weg. Leuk he, dat de babbelhoek steeds grooter wordt. Ruim dertig kinde ren heb ik nu op mijn lijst staan. „Hartedief". Daar heeft Moeder gelqk in. Wanneer je zoo erg verkouden bent, en hoest, is het niet goed voor je om naar buiten te gaan. De sneeuwpret liep je daardoor mis, maar daar was nu een maal niets aan te doen. Dat hoop ik ook voor je, dat je weer gauw beter bent. „Wildeman". Dat hoor ik wel meer dat het op de vereeniging zoo gezellig is En een jaarfeest? Ja, aat spreekt van zelf dat je daar graag naar toe gaat. Nee dat is zoo" Niet iedereen kan een prijs winnen. Heb je al eens een inleiding moe ten maken? En waarover? „Boschviooltje". Ben j.e nog naar liet bosch geweest? Ik vind het in een bosch altijd tnooi zoowel zomers als 's winters Wilgenkatjes zijn aardig hé. Hier in de stad verkoopt men ze wel langs de huizen. Ja, als je graag naar schoolgaat; is het wel moeilijk als het oogenblik van heen gaan gekomen is. Maar 't is ook wel heerlijk een goede hulp voor moede; te worden. Vind je niet? „Waterlelie", 't Lijkt me heerlijk om zoo dicht bij een bosch te wonen. In de stad mis je dat. Er wordt geloof ik heel wat werk van de winkelbeurs gemaakt ia 't niet? Vertel mij volgenden week maa; eens hoe het er je bevallen is. 't Is •erg gezellig dat de babbelhoek zich uis breidt. „Anemoon". Dat kan best eens eeu keertje gebeuren, dat de courant zoek raakt. En dat neem ik je heusch niet kwalijk. Dus nu behooren de feesten weer tot het verleden? Was het ^een mooi versje dat ie geleerd hebt? Voor welke gelegenheid was het, dat je op kindervisite meest-? „Crocusie". Ja, 't heeft Zondag flink gesneeuwd. En de meeste kinderen viel het hard tegen, toen 's Maandags alles weg was. Als het erg koud is, valt het wandelen niet mee. Due albums zijn wat aardig. Jij en Logeetje schrijven zeker "wel een versje in elkanders album, is 't niet? De oplossingen van de vorige week zijn: 1Aan 's Heeren zegen is alles gelegen Onderdeelen: Ganges, iNar, Ingang, Slee, Zegel, Heer,, Ellen, S. 2 Aan de .pooi 3. Redder. 4. Baker - Bakker. 5 5. Roer, Mond, Roermond- En hier volgen de nieuwe raadsels: Ingezonden door Moeders Meisje. 1. Mijn geheel bestaat uit 40 letten die tezamen een bekend spreekwoord vcrmën. MAN Wij geven hierbij eenige nieuwe modellen van mantels en van tailleurs. Dit mantelcostuum van emerald groen flu weel bezit een bijzondere elegantie. Op zeer smaakvalle en handige wijze is het op mantel en rok met opgenaaide stiksels bezet. De kraag, het polsgarnituur en de op clen plaats der zak ken aangebrachte bontversieringen zijn van vison. Metrage 4 M. en 1 M. Waneer gij niet groot en slank zijt, zult gij er helaas van af moeten zien deze origineolc mantel te dragen met de in vorm gesneden pelerine welke van het ronde schouderstuk uit- ITELS. gaat. De mantel is uit purperrood laken, gegar» neerd met grijs bont. Metrage 3.73 M. en 1.-10 M. Zeer origineel is ook dit costuum van bruin cn beige kasha. De bolero en de rok zijn ge* zoomd met murmel. Op kraag en polsen tref fen wo hetzelfde bont aan. Metrage 2.50 M. bruin kasfaa en 1.40 M.» 1.25 M. beige kasha. Patronen van de mantels en japonnen wox?. den vervaardigd naar origineole Parijsche md«i dellen en zijn verkrijgbaar bij rpej- Hartz, AnrfFj rillislaau 6, Heemstede. Be 1 24 30 10 is een zijrivier van de Rijn 14 37 39 26 13 is een meisjesnaam. Een 21 4 40 26 is een watervogel. Het 26 33 36 11 wordt door den bak ker in een 16 28 18 11 gekneed. Een 22 27 8 1 is honderd jaar. (3515 29' 3 6 is ten getal. 34 2 4 is een afgekorte meisjesnaam. Een 12 4 32 is een knaagdier. Een 7 24 31 15 is een jonge koe. 9 23 7 32 gebruikt men om te schrijven Een 17 19 18 20 25 is een visch. 38 is de letter F. Ingezonden door Moeders Meisje. 2. Met welke gom plakt men niet? Ingezonden door Zwartje. 3. .Voorwaarts gelezen, ben ik des adels trotsch; achterwaarts gelezen, vindt ge mq in ieder bosch. Ingezonden door Sneeuwklokje. 4. In welk geval is 2 maal 26? 5. Welke overeenkomst is er tusschen een nachtwacht en een paard in een 'draaimolen? Dat wist hij niet. Anecdote ingezonden door Gusiaaf Adolf Onderwijzeres: „Waarom ben je gis teren niet 0 pschcol geweest Tommy?" Tommy: „Dat weet ik niet juffrouw. Onderwijzeres: „Zoo, en doet je kiei %mv: „Dat wet ik niet juffrouw. De kies is bij den tandarts". Veel succes met de raadsels, jongelui, 'k Neem nu afscheid van jullie tot vol gende week ,zoo we hopen. Vele groeten van je TANTE FE ANCIEN. LAAT HEM BESTUREN door TANTE FR ANCIEN. „Verdenkt u mij dan ergens van, mjjn heer, dan is het toch billijk dat u mij dat zegt"; had Meyer nog weer gevraagn maar mijnheer Kareis had hem aange zien met een blik van: „Man, hoe durf i'e dat nog vragen". Mijnheer geloofde iem niet, aat zag Meyer wel. En 'mijn getuigschrift, mijnheer? had hij nog gevraagd. „Dat kan ik je niet geven", was het korte antwoord geweest. Was 't wonder, dat Meyer in dil gs- heele jaar geen werk had kunnen kr3 gen? Er heerschte veel werkloosheid in de stad. Toch, hij was een flink werkman, en soms scheen het alsof hij hier of daar in aanmerking zon komen, voor een betrekking. Maar dan vroeg men hem naar zijn getuigschriften. En als hij dan verteld had, dat hii die niet kon toonen, en men hem de reilen daar van vroeg, dan schudde men ongeloovig het hoofd. Ei1 liepen zooveel werklieden rond, met beste getuigschriften, die gingen na tuurlijk voor. Teen was het gebrek in zijn woning ge komen. Eerst moest hot nette huisje ver ruild worden voor een armoedig krot ia een achterbuurt. O Meyer en zijn vrouw vonden het vreeselijk. maar 't was drie gulden pet week goedkooper. 't moest wel. En de beste meubelstukken werden verkocht. Men moest toch eten. Alleen het hoog fioodige bleef over. Gelukkig was juf frouw Meyer er in geslaagd, naaiwerk voor een winkel te krijgen, 't Werd wel slecht betaald, maar 't bewriarde hea toch voor de allerergste honger. En nu had dat al een jaar geduurd. Was 't won der, dat Meyér soms buien, had van groote moedeloosheid? En ac;h, dat was liet niet alleen. Soms was hij, verbitterd, boos en vijandig tegen de menschen dis hem dit leed aandeden, maar.ook in op stand tegen God. Hij en zijn vrouw, zij hadden den Hes re lief gehad, Hem tezamen gediend zoo lang zij gehuwd waren. Hun kind hadden zij in de'vreeze des Heereiu opgevoed. Waarom had Hjj dan deze ourechtvaaï 'ligheid over hen toegelaten? Hij was toch machtig geweest te zorgen dat Mey er niet verdacht werd, ofHii kon nü' toch nog zijn onschuld aan den dag doen komen? Zoo had Meyer dikwijls gespr» ken en 't scheen dan alsof hjj zg'n ge loof in en zijn vertrouwen op God ge heel kwijt was. Maar moederzij was het altijd weer die haar man wist op te beuren. Nooit werd ze het moede hem er op te wijzen dat ze niet alleen op God moesten vej trouwen in dagen van vo.orspoed, maaa" dat ze ook de tegenspoed uit Zijn ha nd moesten aanvaarden. Hjj wist waarto dit alles was, zeker. Hij zou op Zijn tui ook het licht weer doen dagen. iWordt yarViolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 7