NIEUWE LE1DSCHE
COURANT VAN ZATERDAG
26 FEBRUARI 1927
TWEEDE BLAD.
H Uit de Schriften. j|j
TOT EEN OORDEEL.
En Jezus zeide: Ik ben tot
een oordeel in deze wereld ge
komen, opdat degenen, die niet
zien, zien mogen, en die zien
blind worden.
Joh. 9 39-
De beslissing over ons leven hangt
enkel en alleen af van de verhouding,
waarin we staan tot Jezus.
Tweeërlei is mogelijk.
We kunnen Hem beneden ons stel
len, omdat we meenden te „zien" en
we kunnen Hem ver boven ons stellen,,
omdat we weten „blind" te zijn. Want
immers, we zijn menschen, die staan
in hun ongebroken hoogmoed en
idaarom afgaan op hun eigen inzicht
óf we zijn menschen, die aangeraakt
werden door den Heiligen Geest en
daardoor tot de ontdekking kwamen,
van rond te tasten in zwarte duister
nis. Dat is de reden, waarom de een
zegt: „Jezus heb ik niet noodig" en
de anaer belijdt: Hij, Hij alleen is het
Licht der wereld".
Wee den „zienden".
Ze weten het zoo goed. Ze zijn zoo
zeker van hun zaak. Ze hebben oor
zaak tot roem: „Wij zijn discipelen van
Mozes.".
Het doet er niet toe, om welke reGen
we het meenen, maar wee ons, zoo
we behooren tot de „zienden", die de
gedachte koesteren, dat we het licht
zien zonder het licht.
Of we meenen het te vinden bij Mo
zes, bij een van de andere profeten of
bij een der grooten in het Koninkrijk
Gods, dan wel in de resultaten van ae
moderne wetenschap het i3 alles
precies hetzelfde, zoo we niet met al
les uitgaan van en eindigen in Gen
Christus.
Zoo onze ziel zich niet buigt voor
iden eenigen Leidsman en zich aan
Zijn leiding overgeeft, blijven we be
hooren tot de „zienden".
Maar deze „zienden" zien niets. De
werkelijkheid blijft hun totaal verbol
gen: ze zien zichzelf niet, ze zien Godj
niet, ze zien den weg der ontkoming
niet; ze zien de eeuwige schatten niet,
ze zien niets van datgene, wat gezien
moet worden. Ze meenen met vasten
tred te gaan naar een zeker doel, maai
ze waggelen in onvastheid, tastend
naar den wand.
Ze weten het zoo goed. Maar ze we
ten inderdaad niets.
Ze zijn zoo zeker van hun zaak.
iMaar ae zaak kennen ze niet.
Wee den „zienden".
En zalig de blinden.
Ze hebben al de smart van het niet-
zien. Zelfs wanneer een vriendelijke
stem in hun oor fluistert: „Geloofö
gij in den Zoon van God kunnen ze
slechts antwoorden: „Wie is Hij, Hee
re, opdat ik in Hem moge gelooven?"
Niets is er, of zij hebben er het licht
voor noodig, dat van buiten at voor
hen moet opgaan en ook gevoe.en ze
dat hun oog dan nog niet eens kan op
vangen dat licht, zoo het niet geopenci
wordt door de macht der genade.
Ze zijn „blind", en ze willen zoo
gaarne „ziende worden". En hun vraag
ïs de bede: „Wie is Hij, Heere, opdat
ik in Hem ge.ooven- moge".
Door Christus wordt nun oog ge>
opend en in Zijn licht doet Hij' hen
wandelen. En door Zijn Geest doel
Hij hen zien. zoodat ze Hem kennen
als den Christus der Schriften.
In Zijn licht zien ze het licht, zien
ze de werkelijkheid van zonde en ge
nade. van gerechtigheid en vrede, van
schuld en verzoening, yan aarde en
heme., van God en mensch. Steeds
meer zien ze, al dieper en helderder
zien ze. „Licht is gezaaid v. d. rechi-
vaard gen, en vroo.ijkheid voor de op
rechten van hart". Maar ooic weten
ze het altijd door beter, dat alle licht:
alleen is in Christus.
Zelf meenen ze, dat ze waggelen,
maar inderdaad wordt de tred steeds
vaster, waarmede ze voortgaan naar
een bekend doel.
Zalig de blinden.
Christus is tot een oordeel in do
wereld gekomen.
De beslissing over ons leven hangt
af van het antwoord op de vraag, ol'
wij ons zelf aan de leiding van' zijn
genade hebben overgegeven, ja dan
neen; of we tegenover Jezus staan als
„zienden", dan wel als' „blinden".
„Zien" we, dan weten we nog niet
eens, dat we „blind" zijn. Dan bouwen
we op ons inzicht, dan zijn we trots
op meer verlichting, zooaat we ons
verheven achten bóven duizenden.
Maar we zijn blind en we worden
blind. Steeds verder komen we van
het Licht af te staan, en al steviger
wordt ons oog voor het licht gesloten.
Blind worden is wegzinken den
eeuwigen nacht, in de buitenste duis
ternis.
Daarom zij het anders.
Christus is gekomen, opdat degenen,
dien niet zien, zien mogen. In her
diepe besef, dat we niet zien, hebbeni
we van Hem voortdurend te vragen,
dat Hij ons zij tot het Licht.
En dan zal Hij ons steeds meer
Zich Zeiven geven, Hij opent onze
oogen en Hij omschijnt ons met Zijn!
lient, zoodat wij al' meer gaan zien,
wie wij zijn en wie Hij is, en waar de
weg der ontkoming ligt.
fn Zijn licht zien we het Licht.
Hij geeft verstand aan slechten, wren
't gemis
Van zulk een glans een eeuw'geni
nacht zou baren.
REISLIED.
'k Heb lang geleefd en veel gesloofd,
'k Ben oud en grijs en af,
Nu doe ik met een hangend hoofd,
De laatste treê naar 't graf.
Maar neergebogen zij mijn hoofd,
Mijn hart toch is het niet;
Dat zingt nog als in vroeger tijd
Het oude pelgrimslied.
Ik reken op geen en kien dag,
Wat zou ik, oude man?
Ik weet. dat ieder oogenblik,
Mijn uurtje komen kan.
Maar toch, geen nood! Ik reken vast
Op Gods beloftenis.
Ik weet, dat Hij ook in den dood,
Mijn „Ja en Amen" is.
Mijn oog vervloeit; 'k zie nauwernood
Wat voor de voeten ligt,
En als ik in den Bijbel lees,
Dan schemert mijn gezicht.
Maar 't oog van mijn geloof ziet klaar
Voorbij het verste strand,
Het zaalge paradijs der rust,
Het heerlijk Vaderland.
Geen vérre tochten doe ik meer,
Het reizen is gedaan.
En zonder steunsel van mijn staf,
Kan ik volstrekt niet gaan.
Maar toch, gemak'lijk zal ik doen
De laatste reis, die wacht,
'k Word bij mijn afscheid, eer ik 't
weet,
Door Jezus thuis gebracht.
Ds. D. MOLENAAR.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen Te Hedel:' J. Bus, te
Aalburg c.a. Te Katwijk a. Zee
(toez.): E. Warmolts, fe Keerde. Te
Oosterwolde (Geld.): D. J. v. d. Graaf,
te Ridderkerk Te Cadzand (toez.):
M. D. Gijsman, te Zunderdorp.
Bedankt: Voor Elburg: B. G. G.
Steenbeek, te Wierden. Voor Gou
da: Mr. N. G. Veldhoen, te Alphen a.
d. Rijn.
GEREF. KERKEN.
Beroepen te Baambrugge: P. D.
Kuiper, cand. te Kampen.
ALG. DOOPSGEZINDE SOCIËTEIT.
Beroepen te Delft: Mej. M. Ger-
ritsma, te Oranjewoud.
BEVESTIGING. INTREDE EN
AFSCHEID.
Ds. J. W. van Ree hoopt Zondag
avond 27 Febr. a.s. van de Chr. Geref.
Kerk te Schiedam afscheid te nemen.
De bevestiging te Barendrecht heeft
plaats op Donderdagavond a.s. door
Ds. N. Bijdemast, van Delfshaven, en
de intrede op Zondagmorgen 13 Maart
Ds. R. A. LAUTS.
In den ouderdom van 62 jaar is te
Molenaarsgraaf overleden Ds. R. A.
I.auts, predikant hij de Ned. Herv.
Gem. aldaar.
De overledene werd in 1892 candi-
daat in Utrecht, aanvaardde 27 Aug.
1893 het predikambt te Molenaars
graaf, welke gemeente hij tot zijn dood
dienen mocht.
Ds. D. N. ZUITHOFF.
Te Bolsward is in den leeftijd van
48 jaar overleden Ds. D. N. Zuithoff,
Ned. Herv. predikant aldaar.
Ds. S. A. VAN HOOGSTRATEN
Het Hoofdbestuur van het Ned. Zen
deling-Genootschap heeft Ds. S. A. van
Hoogstraten, predikant der Ned. Herv.
Gem. te Nieuwe-Pekela, benoemd tot
zendeling-leeraar bestemd voor het
Zendingsterrein op Oost-Java.
Ds. Van Hoogstraten heeft de bei
noeming aangenomen en hoopt in het
najaar naar Indië te vertrekken.
De benoemde, die, na aan de Rijks
universiteit te Utrecht gestudeerd te
hebben in 1924 tot de Evangeliebedie
ning toegelaten werd,, heeft sinds 9
November van dat jaar te Nieuwe-Pe
kela het predikambt vervuld.
PREDIKANT RIJ EEN WAALSCHE
HERVORMDE GEMEENTE.
Bij Kon. Besluit is toestemming ver
leend tot het aanvaarden van de be
diening van predikant bij de Waal-
•sche Hervormde gemeente te Delft
aan Georges Forget, geboren te Balle-
dent (Haute-Vienne), in Frankrijk.
AFSCHEID Dr. VELDSTRA EN
Dr. ZWAAN.
In de Keizersgrachtkérk te Amster
dam heeft Woensdag a.s., des avonds
te 8 uur het afscheid plaats van de
artsen F. Veldstra en C. L. Zwaan, bei
den bestemd voor het Petronella-hos-
pitaal te Djocja. Behalf e de beide art
sen zullen spreken Ds. H. W. A. van
Andel te Sint Pancras en Ds; J. D.
Wielenga, te Hoofddorp.
DE OLYMPISCHE SPELEN.
De Geref. Kerken van Amsterdam
Amsterdam-West, Amsterdam-Zuid,
W atergr aaf smeer, Amster dam-N oord
Amstelveen en Sloterweg zullen den
Evangelisatie-arbeid tijdens de Olym
pische spelen, die binnen haar res
sort straks zullen gehouden worden,
ter hand nemen. Daartoe door genoem
de Kerken benoemde afgevaardigden
hebben een commissie gevormd om
plannen te beramen en middelen te
zoeken voor dezen arbeid, zoowel om
te bewaren voor zonde en verleiding
hen, die tot de Kerk behooren, inzon
derheid de jeugdigen als om te trek
ken hen, die vervreemd zijn van het
Evangelie. Een tweetal subcommissiën
zijn daarvoor benoemd. De commissie
ko s tot haar voorzitter Ds. B. A.
Knoppers, tot secretaris den heer J. de
Vries, Kostverlorenstraat 1, en wees
als penningmeester aan den heer H. J.
Zweers.
STICHTING CHR. GEREF. KERK
Te Hoofddorp is een Chr. Geref.
Gemeente gesticht. Voorloopig wor
den de bijeenkomsten gehouden in een
gebouw aan de Kruislaan.
HET JUBILEUM DER SOEMBA-
ZENDING.
De heer J. J. van Alphen, te Raven-
stein, heeft aan de Soemba-Deputaten
en de feestvierende broeders en zusters
der drie Provinciën: „Groningen,
Drente en Overijsel", het volgende
schrijven gericht:
Door vriendelijke maar mij onbeken
de hand, werden mij dezer lagen toe
gezonden twee exemplaren van het
door u uitgegeven „Gedenkboek", en
zoo werd mijn aandacht gevestigd op
de feestviering die u heden (Vrijdag)
te zamen brengt.
Hoe gaarne zou ik in uw midden
willen zijn, om met u te gedenken,
wat God heeft gedaan voor het volk
van Soemba, dat mij lief is; en dat Hij
u heeft willen gebruiken, om het uit
zijn diep gezonken toestand op te hef
fen en tot onzen Heer eri Heiland Je
zus Christus te brengen.
Geheel verzonken in den poel van
't ruwste Heidendom, en totaal om
ringd door eene ondoordringbare duis
ternis van onkunde, on- en bijgeloof,
hulpeloos aan zichzelf overgelaten en
prijsgegeven aan gewetenlooze vreeau
delingen, belust op roof en moord,
leerde schrijver dezer dit diep bekla
genswaardig volk kennen, en hoewel
uitgezonden met de opdracht, dat
tot leidsman te zijn en te voeren tot
het eeuwige licht, heeft hij daaraan
nauwelijks iets merkbaars kunnen
doen, tengevolge van kleine kracht en
omstandigheden.
Toch mag hij gelooven, dat ook de
door hem gebrachte offers en gebeden
hebben medegewerkt tot wat sedert
is geschied en u thans vereenigt om
God te loven en te danken.
Toen schrijver dezes, kort voor zijn
optslag, bij zijn laatste bezoek aan
den berucihten Vorst van Lewah (va
der van den tegenwoodrigen vorst)
werd uitgenoodigd om te bidden; te
laten zien en hooren, dat bij met zijn
Zender spreken kon, voldeed hij aan
dat verzoek, breidde zijn handen uit,
en bad, onder aandachtig gehoor, om
de bekeering van Soemba.
Uw samenkomst van heden is niet
slechts een „Amen" op, maar ook een
vervulling van dat gebed. Gods zegen
zij met uw vergadering en Hij make
uwen arbeid voorspoedig.
OUDERLINGEN-CONFERENTIE
Op Donderdag 10 Maart zal er eene
Ouderlingen-Conferentie in de Clas
sis Rotterdam van de Geref. Kerken
gehouden worden, in het Kerkeraads-
gebouw Ammanstraat 23, Rotterdam,
waar o<m. het onderwerp „De autono
mie der plaatselijke Kerk en bet ge
zag van meerdere vergaderingen" zal
behandeld worden. Ds. R. Zijlstra, van
Delfshaven, hoopt dit onderwerp in te
leiden.
Woensdag is te Nieuw-Amster-
dam gehouden de 7de Conferentie
van Ouderlingen van de Geref. Kerken
der Classis Coevorden. De heer K. C.
Eldering, van Nieuw-Amsterdam, re
fereerde over het werk van den ouder
ling in betrekking tot de huiselijke
godsdienstoefening. Daarna sprak Ds.
Duursema, van Nieuw-Amsterdam,
over de roeping tot het ambt. Einde
lijk gaf de heer \V. van Straten, van
Coevorden, een inleiding over het doel
van het huisbezoek. Na elke inleiding
ontspon zich een levendige en leer
zame bespreking.
In het comité werd als 2de voorzit
ter gekozen de heer R. Frensen, van
Zweeloo. De volgende Conferentie
werd bepaald op 29 Februari 1928, te
Coevorden. De voorzitter L. Hekman,
van Schoonebeek, die des morgens
een hartelijk openingswoord had ge
sproken, mocht hij het einde getuigen,
dat deze door 35 ouderlingen bezochte
vergadering, bijzonder goed was ge-
SCHOOLSTRIJD YELSEN.
De gemeenteraad van Velsen besloot
onlangs, zes lokalen van het gebouw
der A-scholen te IJmuiden ter beschik
king te stellen van de Neutrale School
vereeniging IJmuiden en Omstreken.
Een groot aantal ouders van leer
lingen der A-scholen zal een adres zen
den aan Ged. Staten van Noord-Hol
land met het verzoek dit besluit niet
goed te keuren.
CHR. VOORBEREIDEND ONDERWIJS
De officieele opening van de school
voor Chr. Voorb. L. O. op „De Riet", tc
Almelo, zal plaats hebben op Zater
dag 5 Maart a.s., des namiddags half
drie.
SCHOOLBOUW.
Door den architect J. H. v. d. Veen
is namens de Schoolvereeniging voor
Voorber. L. en M.U.L.O. op Geref.
grondslag (Amstelkwartier) te Am
sterdam de bouw van Dr. J. C. de
Moor-school aan de IJselstraat, ge
gund aan den derden inschrijver, n.l.
de fa. Schaaf en Stegerhoek, te Alk
maar, voor 65.288, terwijl het gewa
pend beton-werk is gegund aan de
Amsterdamsche Beton-Maatschappij
voor 9.266.
VEREEN. VAN CHR. ONDERWIJZERS
Op D.V. Zaterdag 5 Maart hoopt de
afdeeling Rotterdam van de Vereeni
ging van Chr. Onderwijzers en Onder
wijzeressen in vergadering bijeen te
komen in de Dr. A. Kuyper-school. Op
de agenda komt o.m. voor als punt van
behandeling: Lezing van den heer J.
H. Blinde: „De opleving van Java, en
de kansen van het Evangelie
NIEUWE UITGAVE
Bij de Uitgevers J. W. Boeijenga
Zonen te Sneek, zal in September a.s.
verschijnen de tweede druk van het
populaire boek van Prof. W. Heyns te
Grand-Rapids, „De Gereformeerde
Geloofsleer', niet voorrede van Prof.
Di*. H. Bouman.
De eerste groote oplaag was in kor
ten tijd uitverkocht. De tweede zal
vooral haar weg vinden, omdat het
boek niet alleen leesboek voor de huis
kamer is geworden, maar ook als
„bron" wordt gebruikt op tal van Ver-
eenigingen.
BINNENLAND.
DE SALARISSEN VAN HET MIDDEL
BAAR ONDERWIJS.
Op vragen van het Tweede Kamerlid
Ketelaar betreffepde salarissen bij het
middelbaar onderwijs, heeft de minis
ter van onderwijs, kunsten en weten
schappen geantwoord;
1. De ondergeteekende heeft bij mis-
sieve van 6 November 1926 de in vraag
7 bedoelde punten aan het oordeel van
het centraal bureau van voorbereiding
voor ambtenarenzaken onderworpen,
met verzoek, dienaangaande van ad
vies te dienen. Dit advies heeft hij nog
niet ontvangen.
2. Vraag 2 behoeft in verband met
het vorenstaande geen beantwoording.
EXAMEN GEMEENTE ADMINI
STRATIE.
Het schriftelijk gedeelte van de exa
mens ter verkrijging van een acte van
bekwaamheid in de gemeente-admini
stratie en in de administratie en con
trole der gein een te-financiën zal wor
den gehouden op Woensdag 1 en Don
derdag 2 Juni te Deventer, Dordrecht.
Groningen, Haarlem, Oisterwijk, Venlo
en Utrecht, ter keuze van den candi-
daat. Het mondeling examen wordt in
de tweede helft van Juli te 's-Graven-
hage afgenomen.
BESTRIJDING HANDEL IN
VROUWEN.
Het Nationaal Comité tot bestrijding
van den handel in vrouwen en kinde
ren hield Donderdag zijn algem. ver
gadering in een der zalen van „Park
zicht" te Amsterdam.
De penningmeesteresse, Mej. H. J.
Lefébure, bracht vervolgens het finan-
tieel verslag uit. Hieruit bleek, dat het
totaal der uitgaven bedroeg f 498$, ter
wijl het nadeelig saldo, dat het vorig
jaar 621 gulden bedroeg, thans tot 1273
gulden is gestegen.
De heer A. I. da Costa bracht uit het
verslag der commissie tot het nazien
der rekening. Spr. stelde voor de pen
ningmeesteresse die reeds meer dan 20
jaren deze functie vult, te déchargee-
ren.
Aldus werd besloten.
Dr. J. Lamm erts van Bueren deed
hierna eenige mededeelingen over de in
Mei 1926 te Frankfort gehouden confe,
rentie der Abolitionistische federatie.
Spr. zeide diep te zijn getroffen door
het beschamend voorbeeld van ijver
en bezieling, als door Duitschland op
deze conferentie is gegeven, de confe
rentie. die behandelde de kwestie van
groote volksblangen, speciaal op mo
reel gebied.
Met groote belangstelling nam de
vergadering kennis van hetgeen Dr.
Lammerts van Bueren over de op de
conferentie behandelde punten mede
deelde.
De voorzitter deelde hierna nog me
de, dat de Indische Commissie bin
nenkort een bespreking zal hebben met
Mevr. de Graaf-Kooman. presidente der
Indische afdeeling van den Bond ter
bescherming van vrouwen en meisjes,
die zeer spoedig weder naar Indië zal
terugkeeren.
Ter zake van het wetsontwerp tot wij
ziging van art. 240 W. v. S., dat dezer
dagen in de Tweede Kamer in behan
deling zal komen, besloot de vergade
ring nog een wijziging van het voor
gestelde artikel te advïseeren.
De vergadering is hierna gesloten.
FEUILLETON.
BLOED EN TRANEN.
30.
Hij verblijdt zich thans, dat hij kreupel
is, want hij is 't om Katinka's wil, en
zijn liefde tot haar is rein als het luch
tige wolkje, dat daar hoog hoven het
stof en de modder dezer aarde heen-
drijft.
Hij spreekt niet over die liefde, doch
zijn oogen spreken, en Katinka's oogen
spreken. En hunne zielen kussen el
kander
Zij wandelen voort, den dichten
drom der kerkgangers achter zich la
tend. Zij drinken -e geuren in van
den lentemorgen; de boomen met hun
c. -ikende knoppen groeten hen, en
de hemel en de aarde ontmoeten el
kander. „Wat is de wereld toch schoon,
mijn liefsteI" fluistert Ivan, en Katin-
ka antwoordt fluisterend: „Hoe won
derschoon, mijn allerliefste!"
Aan den kant van den weg bloeien
de bloemen, doch Katinka is de schoon
ste bloem; in de bloemkelken blinken
de dauwdroppels als paarlen, doch de
dauwdruppels in Katinka's oogen zün
de schoonste paarlen.
Zoo wandelen zij naar Katinka's
woning; zij buigen de lindelaan in, eri
naar den doornesch in den graskamp
wijzend, zegt het meisje: „Daar is het
gebeurd. Ivan Serguwitch!"
En ze drukt zijn hand vol innigheid.
„Ja", zegt hij „daar is het ge
beurd."
„Het is precies drie jaar geleden,
Ivan Serguwitch."
„Op den dag af. Katinka Paulovna?"
Zij knikt met het bevallige hoofd,
en de blos, die thans hare wangen
kleurt, wedijvert in Ivan's oogen met
de schoonheid van den morgengloed.
,,'t Is waar", zegt hij daarop in zoet
gepeinzen; „het is' precies drie jaar
geleden, op den dag af wij hadden
toen een late Paschen!"
Het huis ligt daar in stille rust; de
luiken zijn gesloten, en allen behalve
de oude meid zijn naar de kerk. De
witte dampen stijgen op uit de vijvers;
zij rijzen op als morgenoffers, en hun
ne jonge harten rijzen mede opwaarts
op de vleugelen der liefde.
Zij staan daar bij de hooge, groenge
verfde kraan der diepe welput, en als
het frissche, levenskrachtige water
dezer bron, zoo is hunne liefde
frisch en levenskrachtig.
Het is nog stil op het erf, maar de
groote kettinghond rekt reeds de for-
sche leden; het pluimgedierte wordt
onrustig in hun hokken, en de oude
Tataarsche dienstmeid steekt het taan
kleurig gelaat met dèn platten neus
en de kleine, zwarte oogen huiten de
deur.
Zij worden beide beschroomd. Ivan
laat de hand van het meisje los, en zij
staan daar met neergeslagen oogen.
terwijl de kerkgangers, die huiswaarts
keeren, reeds zichtbaar worden.
Nu echter kijkt Ivan op, en hij neemt
Katinka's handen.
„Vaarwel, Katinka Paulovna!" zegt
hij op zachten, teederen toon, en zij
antwoordt: Vaarwel, Ivan Sergu
witch!" En terwijl zij van elkander
scheiden, zien zij elkander aan met
oogen vol hoop en vol stille vreugde.
Het werd een dag vol schitterende
zonneschijn, en het Paaschfeest, dat
het hoogtijfeest is der Grieksch-ortho-
doxe kerk, vervulde het dorp met ge
juich en vroolijkheid. Elk huis, ja el
ke hut was op dezen dag in een feest
zaal herschapen, en reeds dagen voor
af had men zich gereed gemaakt, om
den dag met glans te vieren. Do Huis
moeders hadden zich afgesloofd; zij
hadden in de ovens stapels pasteien
gebakken, terwijl het beste schaap was
geslacht. Het vroolijk gebeier der klok
dreunde door de zonnige luchten; men
zag de families, in hun veelkleurige
kJeedij, door de dorpsstraat wande
len, terwijl zij vriendelijke, hartelijke
woorden wisselden met le gebufen.
Het was een dag des vredes; het was
voor het dorp de groote dag der ver
zoening, en zoo de moordenaar van
den braven Serguw Nekalof op dezen
dag de gastvrijheid der Nekalofs had
ingeroepen zij zou hem niet gewei
gerd zijn
Katinka had het op dezen dag vol-
handig. Hare moeder was dood, en zij
had alles te regelen. Maar zij was er
klaar voor! Zij had met de oude, doo-
ve dienstmeid reeds alles op den vori-
gen dag gereed gemaakt, en de Sta
rosta wreef |ijn handen vergenoegd,
terwijl hij dien berg van visch-, kool-,
wortel- en eierpastijen zag binnenko
men. De geheele voormiddag werd in
beslag genomen, om het groote feest
maal in gereedheid te brengen, en toen
het huisgezin met de gasten en het
dienstpersoneel aan de lange tafel
aanschikte, was de Starosta overtuigd,
dat zijn maal hoven dat van al de an
dere boeren uitmuntte.
Het feestmaal was een punt van eer.
't Is waar: de welgesteldheid der boe
ren werd beoordeeld naar de uitge
strektheid hunner landerijen, naar
hun paarden, hun vee, maar het
meest naar hun maaltijden, naar de
pasteien en het vleesch, dat op tafel
kwam.
De Starosta had reden, om trotsch
te zijn op zijn maaltijd. Er was kool
soep'en krotensoep; er waren alle
soorten van pasteien; er waren panne-
koeken en grutten in boter, terwijl
schuimende gerstebier niet ontbrak.
Er waren heel wat gasten aanwezig,
en Alexis Hohenau zat naast den Sta
rosta. Hij had, den drempel overschrij
dencl, Katinka den paaschkus gegeven
hij had gezegd: „Katinka Paulovna
Christus is opgestaan!" en zij had dien
kus beantwoord met een hartelijk:
„Hij is waarlijk opgestaanl"
Do rijke paardenkooper deed zijn
uiterste best, om haar welgevallig te
zijn; «hij hielp haar de keurige gerech
ten opdragen, en bewees haar allerlei
kleine oplettendheden. De Starosta,
aan wiens ronde, listige oogen niets
ontsnapte, had er 9chik van: in den
stillen glimlach, waarmede Katinka
haren arbeid verrichtte, zag hij de ont
kiemende liefde voor Alexis Hohenau
en toen het feestmaal gereed was,
zond hij zijn zoon de straat op, om
te zien, of er nog gasten te vinden wa
ren-
Dat doet trouwens ieilere moujik,
iedere boer op het Paaschfeest. Iedere
vreemdeling is een welkome gast, om
wien men vechten zou, om hem aan
tafel te hebben. En al zijn het bede
laars wat hindert dat? Zij zijn gas
ten, door Christus gezonden, en in
zijn naam worden zij ontvangen.
Zoo'n maaltijd duurt lang. Men eet
en men drinkt; daarna staat men op,
oun een luchtje te scheppen, en men
gaat opnieuw aan tafel. En de maal
tijd bij den Starosta duurde nog lan
ger dan bij de andere boeren, omdat
zijn disch rijker was voorzien, en bet
was avond, toen; de tafel werd afge
ruimd.
Nu begonnen de jongeren aan bun
nationale dansen, maar de ouderen
sriiaarden zich om den Godsbidder,
die als gast bad aangezeten^ en wiens
pelgrimstochten zich uitstrekten door
het gefaeele rgfc *-r.