NIEUWE LE1DSCHE COURANT VAN ZATERDAG 26 FEBRUARI 1927 TWEEDE BLAD. H Uit de Schriften. j|j TOT EEN OORDEEL. En Jezus zeide: Ik ben tot een oordeel in deze wereld ge komen, opdat degenen, die niet zien, zien mogen, en die zien blind worden. Joh. 9 39- De beslissing over ons leven hangt enkel en alleen af van de verhouding, waarin we staan tot Jezus. Tweeërlei is mogelijk. We kunnen Hem beneden ons stel len, omdat we meenden te „zien" en we kunnen Hem ver boven ons stellen,, omdat we weten „blind" te zijn. Want immers, we zijn menschen, die staan in hun ongebroken hoogmoed en idaarom afgaan op hun eigen inzicht óf we zijn menschen, die aangeraakt werden door den Heiligen Geest en daardoor tot de ontdekking kwamen, van rond te tasten in zwarte duister nis. Dat is de reden, waarom de een zegt: „Jezus heb ik niet noodig" en de anaer belijdt: Hij, Hij alleen is het Licht der wereld". Wee den „zienden". Ze weten het zoo goed. Ze zijn zoo zeker van hun zaak. Ze hebben oor zaak tot roem: „Wij zijn discipelen van Mozes.". Het doet er niet toe, om welke reGen we het meenen, maar wee ons, zoo we behooren tot de „zienden", die de gedachte koesteren, dat we het licht zien zonder het licht. Of we meenen het te vinden bij Mo zes, bij een van de andere profeten of bij een der grooten in het Koninkrijk Gods, dan wel in de resultaten van ae moderne wetenschap het i3 alles precies hetzelfde, zoo we niet met al les uitgaan van en eindigen in Gen Christus. Zoo onze ziel zich niet buigt voor iden eenigen Leidsman en zich aan Zijn leiding overgeeft, blijven we be hooren tot de „zienden". Maar deze „zienden" zien niets. De werkelijkheid blijft hun totaal verbol gen: ze zien zichzelf niet, ze zien Godj niet, ze zien den weg der ontkoming niet; ze zien de eeuwige schatten niet, ze zien niets van datgene, wat gezien moet worden. Ze meenen met vasten tred te gaan naar een zeker doel, maai ze waggelen in onvastheid, tastend naar den wand. Ze weten het zoo goed. Maar ze we ten inderdaad niets. Ze zijn zoo zeker van hun zaak. iMaar ae zaak kennen ze niet. Wee den „zienden". En zalig de blinden. Ze hebben al de smart van het niet- zien. Zelfs wanneer een vriendelijke stem in hun oor fluistert: „Geloofö gij in den Zoon van God kunnen ze slechts antwoorden: „Wie is Hij, Hee re, opdat ik in Hem moge gelooven?" Niets is er, of zij hebben er het licht voor noodig, dat van buiten at voor hen moet opgaan en ook gevoe.en ze dat hun oog dan nog niet eens kan op vangen dat licht, zoo het niet geopenci wordt door de macht der genade. Ze zijn „blind", en ze willen zoo gaarne „ziende worden". En hun vraag ïs de bede: „Wie is Hij, Heere, opdat ik in Hem ge.ooven- moge". Door Christus wordt nun oog ge> opend en in Zijn licht doet Hij' hen wandelen. En door Zijn Geest doel Hij hen zien. zoodat ze Hem kennen als den Christus der Schriften. In Zijn licht zien ze het licht, zien ze de werkelijkheid van zonde en ge nade. van gerechtigheid en vrede, van schuld en verzoening, yan aarde en heme., van God en mensch. Steeds meer zien ze, al dieper en helderder zien ze. „Licht is gezaaid v. d. rechi- vaard gen, en vroo.ijkheid voor de op rechten van hart". Maar ooic weten ze het altijd door beter, dat alle licht: alleen is in Christus. Zelf meenen ze, dat ze waggelen, maar inderdaad wordt de tred steeds vaster, waarmede ze voortgaan naar een bekend doel. Zalig de blinden. Christus is tot een oordeel in do wereld gekomen. De beslissing over ons leven hangt af van het antwoord op de vraag, ol' wij ons zelf aan de leiding van' zijn genade hebben overgegeven, ja dan neen; of we tegenover Jezus staan als „zienden", dan wel als' „blinden". „Zien" we, dan weten we nog niet eens, dat we „blind" zijn. Dan bouwen we op ons inzicht, dan zijn we trots op meer verlichting, zooaat we ons verheven achten bóven duizenden. Maar we zijn blind en we worden blind. Steeds verder komen we van het Licht af te staan, en al steviger wordt ons oog voor het licht gesloten. Blind worden is wegzinken den eeuwigen nacht, in de buitenste duis ternis. Daarom zij het anders. Christus is gekomen, opdat degenen, dien niet zien, zien mogen. In her diepe besef, dat we niet zien, hebbeni we van Hem voortdurend te vragen, dat Hij ons zij tot het Licht. En dan zal Hij ons steeds meer Zich Zeiven geven, Hij opent onze oogen en Hij omschijnt ons met Zijn! lient, zoodat wij al' meer gaan zien, wie wij zijn en wie Hij is, en waar de weg der ontkoming ligt. fn Zijn licht zien we het Licht. Hij geeft verstand aan slechten, wren 't gemis Van zulk een glans een eeuw'geni nacht zou baren. REISLIED. 'k Heb lang geleefd en veel gesloofd, 'k Ben oud en grijs en af, Nu doe ik met een hangend hoofd, De laatste treê naar 't graf. Maar neergebogen zij mijn hoofd, Mijn hart toch is het niet; Dat zingt nog als in vroeger tijd Het oude pelgrimslied. Ik reken op geen en kien dag, Wat zou ik, oude man? Ik weet. dat ieder oogenblik, Mijn uurtje komen kan. Maar toch, geen nood! Ik reken vast Op Gods beloftenis. Ik weet, dat Hij ook in den dood, Mijn „Ja en Amen" is. Mijn oog vervloeit; 'k zie nauwernood Wat voor de voeten ligt, En als ik in den Bijbel lees, Dan schemert mijn gezicht. Maar 't oog van mijn geloof ziet klaar Voorbij het verste strand, Het zaalge paradijs der rust, Het heerlijk Vaderland. Geen vérre tochten doe ik meer, Het reizen is gedaan. En zonder steunsel van mijn staf, Kan ik volstrekt niet gaan. Maar toch, gemak'lijk zal ik doen De laatste reis, die wacht, 'k Word bij mijn afscheid, eer ik 't weet, Door Jezus thuis gebracht. Ds. D. MOLENAAR. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen Te Hedel:' J. Bus, te Aalburg c.a. Te Katwijk a. Zee (toez.): E. Warmolts, fe Keerde. Te Oosterwolde (Geld.): D. J. v. d. Graaf, te Ridderkerk Te Cadzand (toez.): M. D. Gijsman, te Zunderdorp. Bedankt: Voor Elburg: B. G. G. Steenbeek, te Wierden. Voor Gou da: Mr. N. G. Veldhoen, te Alphen a. d. Rijn. GEREF. KERKEN. Beroepen te Baambrugge: P. D. Kuiper, cand. te Kampen. ALG. DOOPSGEZINDE SOCIËTEIT. Beroepen te Delft: Mej. M. Ger- ritsma, te Oranjewoud. BEVESTIGING. INTREDE EN AFSCHEID. Ds. J. W. van Ree hoopt Zondag avond 27 Febr. a.s. van de Chr. Geref. Kerk te Schiedam afscheid te nemen. De bevestiging te Barendrecht heeft plaats op Donderdagavond a.s. door Ds. N. Bijdemast, van Delfshaven, en de intrede op Zondagmorgen 13 Maart Ds. R. A. LAUTS. In den ouderdom van 62 jaar is te Molenaarsgraaf overleden Ds. R. A. I.auts, predikant hij de Ned. Herv. Gem. aldaar. De overledene werd in 1892 candi- daat in Utrecht, aanvaardde 27 Aug. 1893 het predikambt te Molenaars graaf, welke gemeente hij tot zijn dood dienen mocht. Ds. D. N. ZUITHOFF. Te Bolsward is in den leeftijd van 48 jaar overleden Ds. D. N. Zuithoff, Ned. Herv. predikant aldaar. Ds. S. A. VAN HOOGSTRATEN Het Hoofdbestuur van het Ned. Zen deling-Genootschap heeft Ds. S. A. van Hoogstraten, predikant der Ned. Herv. Gem. te Nieuwe-Pekela, benoemd tot zendeling-leeraar bestemd voor het Zendingsterrein op Oost-Java. Ds. Van Hoogstraten heeft de bei noeming aangenomen en hoopt in het najaar naar Indië te vertrekken. De benoemde, die, na aan de Rijks universiteit te Utrecht gestudeerd te hebben in 1924 tot de Evangeliebedie ning toegelaten werd,, heeft sinds 9 November van dat jaar te Nieuwe-Pe kela het predikambt vervuld. PREDIKANT RIJ EEN WAALSCHE HERVORMDE GEMEENTE. Bij Kon. Besluit is toestemming ver leend tot het aanvaarden van de be diening van predikant bij de Waal- •sche Hervormde gemeente te Delft aan Georges Forget, geboren te Balle- dent (Haute-Vienne), in Frankrijk. AFSCHEID Dr. VELDSTRA EN Dr. ZWAAN. In de Keizersgrachtkérk te Amster dam heeft Woensdag a.s., des avonds te 8 uur het afscheid plaats van de artsen F. Veldstra en C. L. Zwaan, bei den bestemd voor het Petronella-hos- pitaal te Djocja. Behalf e de beide art sen zullen spreken Ds. H. W. A. van Andel te Sint Pancras en Ds; J. D. Wielenga, te Hoofddorp. DE OLYMPISCHE SPELEN. De Geref. Kerken van Amsterdam Amsterdam-West, Amsterdam-Zuid, W atergr aaf smeer, Amster dam-N oord Amstelveen en Sloterweg zullen den Evangelisatie-arbeid tijdens de Olym pische spelen, die binnen haar res sort straks zullen gehouden worden, ter hand nemen. Daartoe door genoem de Kerken benoemde afgevaardigden hebben een commissie gevormd om plannen te beramen en middelen te zoeken voor dezen arbeid, zoowel om te bewaren voor zonde en verleiding hen, die tot de Kerk behooren, inzon derheid de jeugdigen als om te trek ken hen, die vervreemd zijn van het Evangelie. Een tweetal subcommissiën zijn daarvoor benoemd. De commissie ko s tot haar voorzitter Ds. B. A. Knoppers, tot secretaris den heer J. de Vries, Kostverlorenstraat 1, en wees als penningmeester aan den heer H. J. Zweers. STICHTING CHR. GEREF. KERK Te Hoofddorp is een Chr. Geref. Gemeente gesticht. Voorloopig wor den de bijeenkomsten gehouden in een gebouw aan de Kruislaan. HET JUBILEUM DER SOEMBA- ZENDING. De heer J. J. van Alphen, te Raven- stein, heeft aan de Soemba-Deputaten en de feestvierende broeders en zusters der drie Provinciën: „Groningen, Drente en Overijsel", het volgende schrijven gericht: Door vriendelijke maar mij onbeken de hand, werden mij dezer lagen toe gezonden twee exemplaren van het door u uitgegeven „Gedenkboek", en zoo werd mijn aandacht gevestigd op de feestviering die u heden (Vrijdag) te zamen brengt. Hoe gaarne zou ik in uw midden willen zijn, om met u te gedenken, wat God heeft gedaan voor het volk van Soemba, dat mij lief is; en dat Hij u heeft willen gebruiken, om het uit zijn diep gezonken toestand op te hef fen en tot onzen Heer eri Heiland Je zus Christus te brengen. Geheel verzonken in den poel van 't ruwste Heidendom, en totaal om ringd door eene ondoordringbare duis ternis van onkunde, on- en bijgeloof, hulpeloos aan zichzelf overgelaten en prijsgegeven aan gewetenlooze vreeau delingen, belust op roof en moord, leerde schrijver dezer dit diep bekla genswaardig volk kennen, en hoewel uitgezonden met de opdracht, dat tot leidsman te zijn en te voeren tot het eeuwige licht, heeft hij daaraan nauwelijks iets merkbaars kunnen doen, tengevolge van kleine kracht en omstandigheden. Toch mag hij gelooven, dat ook de door hem gebrachte offers en gebeden hebben medegewerkt tot wat sedert is geschied en u thans vereenigt om God te loven en te danken. Toen schrijver dezes, kort voor zijn optslag, bij zijn laatste bezoek aan den berucihten Vorst van Lewah (va der van den tegenwoodrigen vorst) werd uitgenoodigd om te bidden; te laten zien en hooren, dat bij met zijn Zender spreken kon, voldeed hij aan dat verzoek, breidde zijn handen uit, en bad, onder aandachtig gehoor, om de bekeering van Soemba. Uw samenkomst van heden is niet slechts een „Amen" op, maar ook een vervulling van dat gebed. Gods zegen zij met uw vergadering en Hij make uwen arbeid voorspoedig. OUDERLINGEN-CONFERENTIE Op Donderdag 10 Maart zal er eene Ouderlingen-Conferentie in de Clas sis Rotterdam van de Geref. Kerken gehouden worden, in het Kerkeraads- gebouw Ammanstraat 23, Rotterdam, waar o<m. het onderwerp „De autono mie der plaatselijke Kerk en bet ge zag van meerdere vergaderingen" zal behandeld worden. Ds. R. Zijlstra, van Delfshaven, hoopt dit onderwerp in te leiden. Woensdag is te Nieuw-Amster- dam gehouden de 7de Conferentie van Ouderlingen van de Geref. Kerken der Classis Coevorden. De heer K. C. Eldering, van Nieuw-Amsterdam, re fereerde over het werk van den ouder ling in betrekking tot de huiselijke godsdienstoefening. Daarna sprak Ds. Duursema, van Nieuw-Amsterdam, over de roeping tot het ambt. Einde lijk gaf de heer \V. van Straten, van Coevorden, een inleiding over het doel van het huisbezoek. Na elke inleiding ontspon zich een levendige en leer zame bespreking. In het comité werd als 2de voorzit ter gekozen de heer R. Frensen, van Zweeloo. De volgende Conferentie werd bepaald op 29 Februari 1928, te Coevorden. De voorzitter L. Hekman, van Schoonebeek, die des morgens een hartelijk openingswoord had ge sproken, mocht hij het einde getuigen, dat deze door 35 ouderlingen bezochte vergadering, bijzonder goed was ge- SCHOOLSTRIJD YELSEN. De gemeenteraad van Velsen besloot onlangs, zes lokalen van het gebouw der A-scholen te IJmuiden ter beschik king te stellen van de Neutrale School vereeniging IJmuiden en Omstreken. Een groot aantal ouders van leer lingen der A-scholen zal een adres zen den aan Ged. Staten van Noord-Hol land met het verzoek dit besluit niet goed te keuren. CHR. VOORBEREIDEND ONDERWIJS De officieele opening van de school voor Chr. Voorb. L. O. op „De Riet", tc Almelo, zal plaats hebben op Zater dag 5 Maart a.s., des namiddags half drie. SCHOOLBOUW. Door den architect J. H. v. d. Veen is namens de Schoolvereeniging voor Voorber. L. en M.U.L.O. op Geref. grondslag (Amstelkwartier) te Am sterdam de bouw van Dr. J. C. de Moor-school aan de IJselstraat, ge gund aan den derden inschrijver, n.l. de fa. Schaaf en Stegerhoek, te Alk maar, voor 65.288, terwijl het gewa pend beton-werk is gegund aan de Amsterdamsche Beton-Maatschappij voor 9.266. VEREEN. VAN CHR. ONDERWIJZERS Op D.V. Zaterdag 5 Maart hoopt de afdeeling Rotterdam van de Vereeni ging van Chr. Onderwijzers en Onder wijzeressen in vergadering bijeen te komen in de Dr. A. Kuyper-school. Op de agenda komt o.m. voor als punt van behandeling: Lezing van den heer J. H. Blinde: „De opleving van Java, en de kansen van het Evangelie NIEUWE UITGAVE Bij de Uitgevers J. W. Boeijenga Zonen te Sneek, zal in September a.s. verschijnen de tweede druk van het populaire boek van Prof. W. Heyns te Grand-Rapids, „De Gereformeerde Geloofsleer', niet voorrede van Prof. Di*. H. Bouman. De eerste groote oplaag was in kor ten tijd uitverkocht. De tweede zal vooral haar weg vinden, omdat het boek niet alleen leesboek voor de huis kamer is geworden, maar ook als „bron" wordt gebruikt op tal van Ver- eenigingen. BINNENLAND. DE SALARISSEN VAN HET MIDDEL BAAR ONDERWIJS. Op vragen van het Tweede Kamerlid Ketelaar betreffepde salarissen bij het middelbaar onderwijs, heeft de minis ter van onderwijs, kunsten en weten schappen geantwoord; 1. De ondergeteekende heeft bij mis- sieve van 6 November 1926 de in vraag 7 bedoelde punten aan het oordeel van het centraal bureau van voorbereiding voor ambtenarenzaken onderworpen, met verzoek, dienaangaande van ad vies te dienen. Dit advies heeft hij nog niet ontvangen. 2. Vraag 2 behoeft in verband met het vorenstaande geen beantwoording. EXAMEN GEMEENTE ADMINI STRATIE. Het schriftelijk gedeelte van de exa mens ter verkrijging van een acte van bekwaamheid in de gemeente-admini stratie en in de administratie en con trole der gein een te-financiën zal wor den gehouden op Woensdag 1 en Don derdag 2 Juni te Deventer, Dordrecht. Groningen, Haarlem, Oisterwijk, Venlo en Utrecht, ter keuze van den candi- daat. Het mondeling examen wordt in de tweede helft van Juli te 's-Graven- hage afgenomen. BESTRIJDING HANDEL IN VROUWEN. Het Nationaal Comité tot bestrijding van den handel in vrouwen en kinde ren hield Donderdag zijn algem. ver gadering in een der zalen van „Park zicht" te Amsterdam. De penningmeesteresse, Mej. H. J. Lefébure, bracht vervolgens het finan- tieel verslag uit. Hieruit bleek, dat het totaal der uitgaven bedroeg f 498$, ter wijl het nadeelig saldo, dat het vorig jaar 621 gulden bedroeg, thans tot 1273 gulden is gestegen. De heer A. I. da Costa bracht uit het verslag der commissie tot het nazien der rekening. Spr. stelde voor de pen ningmeesteresse die reeds meer dan 20 jaren deze functie vult, te déchargee- ren. Aldus werd besloten. Dr. J. Lamm erts van Bueren deed hierna eenige mededeelingen over de in Mei 1926 te Frankfort gehouden confe, rentie der Abolitionistische federatie. Spr. zeide diep te zijn getroffen door het beschamend voorbeeld van ijver en bezieling, als door Duitschland op deze conferentie is gegeven, de confe rentie. die behandelde de kwestie van groote volksblangen, speciaal op mo reel gebied. Met groote belangstelling nam de vergadering kennis van hetgeen Dr. Lammerts van Bueren over de op de conferentie behandelde punten mede deelde. De voorzitter deelde hierna nog me de, dat de Indische Commissie bin nenkort een bespreking zal hebben met Mevr. de Graaf-Kooman. presidente der Indische afdeeling van den Bond ter bescherming van vrouwen en meisjes, die zeer spoedig weder naar Indië zal terugkeeren. Ter zake van het wetsontwerp tot wij ziging van art. 240 W. v. S., dat dezer dagen in de Tweede Kamer in behan deling zal komen, besloot de vergade ring nog een wijziging van het voor gestelde artikel te advïseeren. De vergadering is hierna gesloten. FEUILLETON. BLOED EN TRANEN. 30. Hij verblijdt zich thans, dat hij kreupel is, want hij is 't om Katinka's wil, en zijn liefde tot haar is rein als het luch tige wolkje, dat daar hoog hoven het stof en de modder dezer aarde heen- drijft. Hij spreekt niet over die liefde, doch zijn oogen spreken, en Katinka's oogen spreken. En hunne zielen kussen el kander Zij wandelen voort, den dichten drom der kerkgangers achter zich la tend. Zij drinken -e geuren in van den lentemorgen; de boomen met hun c. -ikende knoppen groeten hen, en de hemel en de aarde ontmoeten el kander. „Wat is de wereld toch schoon, mijn liefsteI" fluistert Ivan, en Katin- ka antwoordt fluisterend: „Hoe won derschoon, mijn allerliefste!" Aan den kant van den weg bloeien de bloemen, doch Katinka is de schoon ste bloem; in de bloemkelken blinken de dauwdroppels als paarlen, doch de dauwdruppels in Katinka's oogen zün de schoonste paarlen. Zoo wandelen zij naar Katinka's woning; zij buigen de lindelaan in, eri naar den doornesch in den graskamp wijzend, zegt het meisje: „Daar is het gebeurd. Ivan Serguwitch!" En ze drukt zijn hand vol innigheid. „Ja", zegt hij „daar is het ge beurd." „Het is precies drie jaar geleden, Ivan Serguwitch." „Op den dag af. Katinka Paulovna?" Zij knikt met het bevallige hoofd, en de blos, die thans hare wangen kleurt, wedijvert in Ivan's oogen met de schoonheid van den morgengloed. ,,'t Is waar", zegt hij daarop in zoet gepeinzen; „het is' precies drie jaar geleden, op den dag af wij hadden toen een late Paschen!" Het huis ligt daar in stille rust; de luiken zijn gesloten, en allen behalve de oude meid zijn naar de kerk. De witte dampen stijgen op uit de vijvers; zij rijzen op als morgenoffers, en hun ne jonge harten rijzen mede opwaarts op de vleugelen der liefde. Zij staan daar bij de hooge, groenge verfde kraan der diepe welput, en als het frissche, levenskrachtige water dezer bron, zoo is hunne liefde frisch en levenskrachtig. Het is nog stil op het erf, maar de groote kettinghond rekt reeds de for- sche leden; het pluimgedierte wordt onrustig in hun hokken, en de oude Tataarsche dienstmeid steekt het taan kleurig gelaat met dèn platten neus en de kleine, zwarte oogen huiten de deur. Zij worden beide beschroomd. Ivan laat de hand van het meisje los, en zij staan daar met neergeslagen oogen. terwijl de kerkgangers, die huiswaarts keeren, reeds zichtbaar worden. Nu echter kijkt Ivan op, en hij neemt Katinka's handen. „Vaarwel, Katinka Paulovna!" zegt hij op zachten, teederen toon, en zij antwoordt: Vaarwel, Ivan Sergu witch!" En terwijl zij van elkander scheiden, zien zij elkander aan met oogen vol hoop en vol stille vreugde. Het werd een dag vol schitterende zonneschijn, en het Paaschfeest, dat het hoogtijfeest is der Grieksch-ortho- doxe kerk, vervulde het dorp met ge juich en vroolijkheid. Elk huis, ja el ke hut was op dezen dag in een feest zaal herschapen, en reeds dagen voor af had men zich gereed gemaakt, om den dag met glans te vieren. Do Huis moeders hadden zich afgesloofd; zij hadden in de ovens stapels pasteien gebakken, terwijl het beste schaap was geslacht. Het vroolijk gebeier der klok dreunde door de zonnige luchten; men zag de families, in hun veelkleurige kJeedij, door de dorpsstraat wande len, terwijl zij vriendelijke, hartelijke woorden wisselden met le gebufen. Het was een dag des vredes; het was voor het dorp de groote dag der ver zoening, en zoo de moordenaar van den braven Serguw Nekalof op dezen dag de gastvrijheid der Nekalofs had ingeroepen zij zou hem niet gewei gerd zijn Katinka had het op dezen dag vol- handig. Hare moeder was dood, en zij had alles te regelen. Maar zij was er klaar voor! Zij had met de oude, doo- ve dienstmeid reeds alles op den vori- gen dag gereed gemaakt, en de Sta rosta wreef |ijn handen vergenoegd, terwijl hij dien berg van visch-, kool-, wortel- en eierpastijen zag binnenko men. De geheele voormiddag werd in beslag genomen, om het groote feest maal in gereedheid te brengen, en toen het huisgezin met de gasten en het dienstpersoneel aan de lange tafel aanschikte, was de Starosta overtuigd, dat zijn maal hoven dat van al de an dere boeren uitmuntte. Het feestmaal was een punt van eer. 't Is waar: de welgesteldheid der boe ren werd beoordeeld naar de uitge strektheid hunner landerijen, naar hun paarden, hun vee, maar het meest naar hun maaltijden, naar de pasteien en het vleesch, dat op tafel kwam. De Starosta had reden, om trotsch te zijn op zijn maaltijd. Er was kool soep'en krotensoep; er waren alle soorten van pasteien; er waren panne- koeken en grutten in boter, terwijl schuimende gerstebier niet ontbrak. Er waren heel wat gasten aanwezig, en Alexis Hohenau zat naast den Sta rosta. Hij had, den drempel overschrij dencl, Katinka den paaschkus gegeven hij had gezegd: „Katinka Paulovna Christus is opgestaan!" en zij had dien kus beantwoord met een hartelijk: „Hij is waarlijk opgestaanl" Do rijke paardenkooper deed zijn uiterste best, om haar welgevallig te zijn; «hij hielp haar de keurige gerech ten opdragen, en bewees haar allerlei kleine oplettendheden. De Starosta, aan wiens ronde, listige oogen niets ontsnapte, had er 9chik van: in den stillen glimlach, waarmede Katinka haren arbeid verrichtte, zag hij de ont kiemende liefde voor Alexis Hohenau en toen het feestmaal gereed was, zond hij zijn zoon de straat op, om te zien, of er nog gasten te vinden wa ren- Dat doet trouwens ieilere moujik, iedere boer op het Paaschfeest. Iedere vreemdeling is een welkome gast, om wien men vechten zou, om hem aan tafel te hebben. En al zijn het bede laars wat hindert dat? Zij zijn gas ten, door Christus gezonden, en in zijn naam worden zij ontvangen. Zoo'n maaltijd duurt lang. Men eet en men drinkt; daarna staat men op, oun een luchtje te scheppen, en men gaat opnieuw aan tafel. En de maal tijd bij den Starosta duurde nog lan ger dan bij de andere boeren, omdat zijn disch rijker was voorzien, en bet was avond, toen; de tafel werd afge ruimd. Nu begonnen de jongeren aan bun nationale dansen, maar de ouderen sriiaarden zich om den Godsbidder, die als gast bad aangezeten^ en wiens pelgrimstochten zich uitstrekten door het gefaeele rgfc *-r.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5