NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 25 FEBRUARI 1927
Van socialistische zijde wordt hef
plan van Minister Kan feitelijk tegen
gewerkt. „H^t Volk", dat nog al
tijd in gebreke bleef, om ziïn onwaar
heden omtrent Bellingwolae, waarop
wij wezen, te erkennen had weeit
plaatjes, om duidelijk te maken, hoe
slecht voor de werkloozen in Dren
te wordt gezorgd. Men 'houdt/zich siet
lig weer "gereed voor zeer scherpe
critiek.
Echter onder de wethouders van,
groote steden, die met den minister
van binnenlandsche zaken óverlegden*
was ook de heer Drees, sociaal1 demo
craat, wethouder van Den Haag, Het
communiqué gaf dus ook zijn meening
weer.
Nu heeft de heer Drees later wel In
een vraaggesprek met een vertegen
woordiger van „Het Volk" getracht
den indruk, die zijn houding op de:
partijgenooten moest maken, ietwat te-
verzwakken, maar feiten blijven feilen.
Trouwens er kan in deze moeilijke-
kwestie ook niet anders gehandeld
worden. Dat weten de sociaal-democra
ten ook wel.
De oude propaganda wordt wet vol
gehouden, maar de praktijk weer
spreekt die overal, waar ae sociaal
democratie de -verantwóórdelijkheid!
zelve moet dragen.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Sluipwijk (toez.), G.
Enkelaar te Ter Aar.
Bedankt: Voor Leeuwarden, C.
M. Luteyn, te Apeldoorn en Het Loo.
Voor Haarlem, J. A. van Selms, te Nij
megen.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Nieuwer kerk a. d.
IJssel, H. Steenhuis, cand. te Almelo.
Bs. P. J. WAUTERS.
Naar De Standaard verneemt heeft
Ds. P. J. Wauters, Ned. Herv. predikant
te- Kleverskerke, met ingang van 1 Ju
ni a.s. eervol emeritaat aangevraagd
en bereids verkregen. Ds. Wauters, die
bijkans 40 jaar predikant is, was van
1S871890 werkzaam als predikant der
Vlaamsch-Hollandsche gemeente te
Roubaix, waarna hij, na colloquium
doctum, in 1890 !t predikambt aan
vaardde te Goedereede, welke stand
plaats hij in 1892 met Rozenburg ver
wisselde. Na 16 jaar de gemeente vaji
Ter Aar te hebben gediend, was Ds.
Wauters van 19121916 om gezond
heidsredenen op non-activiteit. 16 Juni
van laatstgenoemd jaar werd hij weer
predikant te Hoofdplaat, om 9 Mei
1920 in zijn tegenwoordige gemeente
intrede te doen.
Br. J. G. UBBINK.
Dr. J. G. Ubbink, Geref. predikant
te Zevenhoven, heeft het Diaconessen-
huis alhier verlaten. Zijn toestand is
goed vooruitgaande.
WAARSCHUWING.
De Diaconie der Geref. Kerk van 's-
Gravenhage-Oost waarschuwt „tegen
een zekere H. C. Reijders, voorgevende
lid te zijn van dê Geref. Kerk van U-
trecht en een brief van aanbeveling te
bezitten van Dr. H. Kaajan. Deze per
soon tracht hier en daar de diaconie oP
te lichten om reisgeld te ontvangen, of
hem te steunen gedurende enkele da
gen, dat hij wijl in Utrecht voor
hem geen arbeid is te vinden werk
zoekt".
KERK EN JEUGB.
Naar De Standaard verneemt, zal
de groote vergadering, die te 's-Gra-
venhage in het belang der Herv. Jeugd
zal worden gehouden en waarin Min.
Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine,
Dr. J. Eykman van Amsterdam, Dr. M.
M. den Hertog, en Ds. C. Ferguson, bei
den van Den Haag, spreken zullen,
worden gehouden op Denderdag 3 Mrt.
a.s. in de Groote Kerk aldaar.
NEERBOSCH.
De Weesinrichting te Neerbosch ont-
vjng van iemand uit Amsterdam f 1000.
ONGEGROND VERKLAARD.
In de Woensdag gehouden vergade
ring van den Raad van State, afdeeling
voor de geschillen van bestuur, onder
presidium van den oudsten Staatsraad
Mr.,A. D. W. de Vries, werd voorlezing
gedaan van de Koninklijke Besluiten,
waarbij ongegrond zijn verklaard de
beroepen van:
eenige ingezetenen der gemeenten
Velsen tegen het besluit van Gedep.
Staten van Noord-Holland, houdende
ongegrondverklaring van beroep
van appellanten tegen het besluit van
den Raad van Velsen, waarbij de door
het bestuur der vei'eeniging voor Chr.
Nat. Schoolonderwijs te Santpoort ge
vraagde medewerking is verleend tot
het stichten van een bijzondere lagere
school aldaar.
EEN SCHOOLKWESTIE.
In de gisteren gehouden openbare
vergadering van Gedeputeerde Staten
der provincie Groningen werd behan
deld een beroep, ingesteld tegen een
besluit van den Raad van de gemeente
Onstwedde tot bet verleenen van me
dewerking voor de oprichting van een
bijzondere school te Musselkanaal.
Door het bestuur van de Ned. Herv.
Schoolvereeniging voor Chr. Volkson
derwijs is tot den Raad van Onstwedde
het verzoek gericht om door beschik
baarstelling der benoodigde gelden, me
dewerking te willen verleenen voor de
stichting van een bijzondere school te
Musselkanaal. Volgens de bij de aan
vrage overgelegde lijst zou de school
door 67 leerlingen worden bezocht.
Daar op deze lijst o.m. de naam voor
kwam van een Israëlietisch ingezeten©
stelden B. en W. een onderzoek in met
het gevolg, dat zij tot de conclusie kwa
men, dat de namen van 22 kinderen
van de lijst moesten worden afgevoerd.
Er hieven echter nog 45 leerlingen over
dus 5 meer dan de wet eischt, zoodat
het verzoek door den Raad werd in
gewilligd.
Tegen dit besluit werd in beroep ge
komen door G. Slim c.s. en Polman c.s.
allen ingezetenen der gemeente Onst
wedde.
Zij werden in d© gisteren gehouden
vergadering vertegenwoordigd door
hun gemachtigde, den heer KI. de
Vries, hoofdbestuurslid van de vereeni
ging „Volksonderwijs". Deze betoogde
o.m. dat nog verschillend© andere kin
deren van de lijst moeten worden afge
voerd, omdat ten aanzien van deze
niet in werkelijkheid is gebleken, dat
zij de nieuw te stichten school zullen
bezoeken. Worden deze kinderen niet
meegeteld, clan blijven er minder dan
40 over. In verband hiermede verzoe
ken zij het raadsbesluit te vernietigen.
Het gemeentebestuur van Onstwedde
was vertegenwoordigd door den burg©
meester, den heer K. van Sevenhoven,
die er op wees, dat de Raad aan de
eischen der wet moest voldoen.
Voor het schoolbestuur was' aan
wezig de heer Ten: Hove te Mussel
kanaal.
Gedeputeerde Staten zullen later uit
spraak doen.
GOEDKOOPE ONDERWIJS
OPLEIDING.
De Centrale Commissie voor Bezuini
ging uit de Nederlandsche Maatschappij
voor Nijverheid en Handel heeft een arti
kei gepubliceerd van een onderwijsdes
kundige over de opleiding van onderwij
zers. De schr. wijst op het groote over
compleet van onderwijzers, getuige hel
aantal gegadigden voor de weinige be
schikbare plaatsen. Uit de regèeriiigsveï
slagen blijkt, dat dit overcompleet in da
eerstvolgende jaren nog zat toenemen!
vooral, doordat tot 1930 door het samen
voegen van klassen (norm 48) het aantal
}vacatures zal verminderen.
Hij vraagt zich af, waarom de regea
•ring voortgaat met het stichten vvan
(Rijkskweekscholen, dure inrichtingen,
(liê, ook dit toonen de regeeringsverslv
gen, zich niet voldoende mogen verheu
gen in de belangstelling van de studea-
fende jeugd. Van de 29 Rijkskweeksoha
len is er slechts één, die in de ie klassa
20 leerlingen telt, alle andere tellen mïiv-
der; 15 Rijkskweekscholen hebben min
der dan 10 leerlingen, 4 hebben 5 ot
minder leerlingen in de ie klasse.
De onderwijzers, door deze inrichtin
fen afgeleverd, worden ontzaglijk duur
etaald. Schr. raadt daarom de regee
ring aan, zoo spoedig mogelijk met net
stichten van Rijkskweekscholen op t®
houden, en de blijkbaar overtollige t»
sluiten. Hij wijst verder op het bestaan
van z.g. 3)stoom"'-cursussen, waar jonge
lui met einddiploma H. B. S. of Gymnasi
um ,ock wel met einddiploma Mulo, les
krijgen. Van de candidaten dezer cursus
sen "slagen blijkens de ervaringen van
den schrijver de mee3ten; gemiddeld 90
pet. Deze onderwijzers kosten het Rijk
absoluut niets, zelfs geen subsidie en
bieden 'evenveel waarborgen, §dat zn
bruikbare onderwijzers zullen znn, als ae
jongelui met kweekschoolopleiding. Hun
einddiploma's waarborgen meer dan vol
doende intellect en ontwikkeling.
Aan de practische opleiding aer Rjiks-
kweekschoolcandidi ien kent de schrp
ver slechts geringe waarde toe; werkelp
ke practische geschiktheid ontwikkelt
zich slechts als men in het werkelijke
schoolleven treedt. Door gebruik te ma
ken Van bedoelde opleiding, heeft de re
geering de regeling van het aantal onder
wijzers in de nand^ Als die behoefte groot
wordt, dan kan zij het oprichten van
spoedcursussen bevorderen, door subsi
die toe te kennen aan leeraren H. B.
Mulo, hoofden van scholen en onderwij
zers, in zooverre deze subsidie noodig
blijkt om de bestaansmogelijkheid der
cursussen te verzekeren. Doch particu
lier intiatief blijve hoofdzaak, de regee-
ring vuile slechts aan.
In de groote steden zal steun in den
regel niet noodig zijn. Daar bestaan de
stoomcursussen reeds jaren en voorza
gen in een bepaalde behoefte. Vrees
voor een tekort aan onderwijzers bs
hoeft men niet te koesteren, omdat er
honderden jongelieden met einddiploma
H. B. S. gaarne van de gelegenheid, om
in één jaar een geschikt© positie te ver
overen," zullen gebruik maken, indien
zich werkelijk de behoefte aan onderwij
zers doet gevoelen en de jongelui dus
perspectief in deze richting zien.
Is er behoefte aan ervaren onder wij
zers ,dan kan de regeering nog meer
doen, door aan enkelen gedurenaen een
zekeren tijd een toelage toe te kennen,
waarmee ze zich eenigen tjjd als kweek®
ling met akte kunnen redden,"1 zöodat ze
op een school zich practisch kunnen be
kwamen. Een dergelijke toelage zal het
animo stellig vergrooten- het aantal der
toelagen blijve afhankelijk van de be
staande behoefte aan leerkrachten.
Deze methode van opleiding kan d®
speciale der Rijkskweekscholen vervan
gen, omdat de moeder-inrichtingen H.B.S.
Gymnasium en Mulo, in bijna alle plaatr
sen van eenige beteekenis bestaan. Ver
der is ze verre te prefereeren boven de
bestaande, omdat er een besparing van
ettelijke millioenen aan vastzit, hetgeen
gezien de geweldige overbelasting v. d.
onderwijsbegrooting, een welkome ver
betering mag worden genoemd.
BINNENLAND.
UIT DE S.D.A.P.
In een dezer dagen gehouden verga
dering van het partijbestuur der S.D.A.
P., werd blijkens een mededeeling in
„Het Volk", kennis genomen van de
verklaring', door den heer Jelles in den
gemeenteraad van Utrecht afgelegd.
Op grond dezer verklaring werd afkeu
ring uitgesproken over de handelingen
van den beer Jelles en het dagelijksch
bestuur opgedragen een onderzoek in
te stellen naar de motieven, op welke
de houding van de Utrechtsch© raads
fractie en de federatie Utrecht Jegens
de gedragingen van den heer Jelles ge
grondvest was, teneinde na het onder
zoek een eind-oordeel over het geval
te kunnen uitspreken.
Tot afgevaardigden naar de achtste
algemeene vergadering van den Nat.
Bond voor Plaatselijke Keuze, welke 3
Maart a.s. in het Jaarbeursgebouw te
Utrecht wordt gehouden, benoemde 't
partijbestuur Suze Groeneweg, J. A.
Bergmeier en D. A. van Eek.
Het partijbestuur besloot in de con
clusies van het onderwijsrapport eeni
ge wijzigingen en aanvullingen aan te
brengen, in verband met d© behan
deling van deze op het a.s. congres.
FOTOGRAFEEREN OP VERRE
AFSTANDEN.
De heer A. Kliphuis, adj. comm. der
P. en T., te Hoogezand, heeft een foto
apparaat. samengesteld, waardoor bet
mogelijk is op vrijwel eiken afstand
tot 4 a 5 K.M. toe foto's te nemen, wel
ke scherper en grooter zijn, dan zulks
tot dusverre het geval was. De minis
ter van oorlog, wien hij proeven had
toegezonden, heeft hem opdracht ge
geven bij wijze van proef ten behoeve
TWEEDE BLAD.
Wfll DE BLADEN ZEGGEN.
Humoristisch© vorm.
Naar aanleiding van de ook door ons
overgenomen opmerkingen van het
Handelsblad, over den vorm van een
rede bij de opening van de Missieten-
toonsielling, schrijft de „Volkskrant"
het volgende:
„Men kan d© gedachte, di© in deze
woorden schuilt, ook op een andere
manier vertolken, maar aanstoot be
hoeven ze toch stellig niet te geven.
Het „Hbld." wil wel beginnen met
vast te stellen, dat het voor wie goed
wil verstaan'boven eiken twijfel verbe
ven is, „dat plat materialisme aller
minst in d© bedoeling van Monseig
neur kan hebben gelegen", maar intus-
schen zegt het blad te vreezen, dat bet
grapje als uiting van een zeer weinig
verheven baatzucht zal worden uitge
legd".
Het „Hbld." vreest echter, dat Mgr.
Buckx „zeer onaangename echo's zal
blijken te hebben gewekt".
En juist omdat het blad liet werk
van de zending (ook de Roomsche) van
geestelijke en zedelijke beteekenis acht
„wanneer zij de grenzen haar ge
steld zorgvuldig eerbiedigt" zou het
„Hbld." het betreuren, „als uit dit min
der geslaagde grapje een schijn van
recht kon worden afgeleid tot beoor
deeling (dat wil in dit geval zeggen:
veroordeeling) van de zending, protes-
tantsch en roomsch, in Nederlandsch
Oost-Indië".
Blaast het „Hbld." met zijn schijn
bar© welwillendheid tegenover en waar
deering voor de zending, het simpele
geval niet bijna op tot een veroordee
ling van het missieleven?
En heeft het niet den schijn, of het
de sociaal-democraten en communis
ten wil uitnoodigen, er eens stevig' op
los te slaan, zoodat het „Hbld." dan
zou kunnen zeggendaar heb je het al,
we hebben het wel voorspeld?
Het woord van Mgr. Buckx, al of
niet gesproken zooals 't aangehaald Is,
behelst voor ieder verstandig mensch
niets dan de waarheid: wie den arbeid
der missionarissen door zijn bijdragen
mogelijk maakt en steunt, doet óók
een vaderlandschlievend werk.
Waar Moskou den Indischen bodem
poogt te ondermijnen, versterken de
missionarissen mede den band tus
schen de bevolking van Indië en het
moederland.
E11 om den opvoeden den en besclia-
venden invloed, die van d© zending
uitgaan, èn om haar inderdaad Neder
landsche actie, behoort de overheid
haar t© steunen en haar arbeid te ver
gemakkelijken.
En als het „Hbld." haar voorhoudt,
de haar gestelde grenzen zorgvuldig te
eerbiedigen, dan toont het minstens
(afgezien van haar godsdienstige be
teekenis) weinig oog te hebben voor
haar belang als Nederlandsche factor
tegenover de destructieve actie uit liet
buitenland".
Theorie en practijk.
De minister van binnenlandsche za
ken, schrijft de N. Prov. Gron. Crt.,
wil in Drente werkgelegenheid zoeken
voor werkloozen in groote steden.
In de eerste plaats om dezulken in.
staat te stellen door nuttigen arbeid1
in het noodige voor zich en hun geziii
te voorzien, maar ook, dus werd in
een communique, dat van een onder
houd tusschen den minister en de wet!
houders van enkele groote steden werd)
gegeven, geconstateerd, om een proef
te hebben voor de werkloozen, dati
zij van goeden wille zijn.
De steun, gedurende langen tijd ver
schaft, ^brengt overal het gevaar, dat
velen daarop gaan steunen en de ener
gie voor den arbeid verliezen. Alleen
die werkloozen, die het buiten hun
goeden wil zijn, verdienen geholpen ta
worden.
Wil men zulk een proef, dan moet
men natuurlijk zeggen: daar is arbeid,
en als gij dien arbeid niet aanvaardt,
|dan houdt ook de steun op. Het
blijkt dan, dat gij meent op eigen ge
legenheid werk te kunnen vinden.
In dezen zin werd ook in ons ge
west gewerkt met zeer goed gevolg.
FEUILLETON.
BLOED EN TRANEN.
29 -■
Er werd den ganschen dag
geen slag meer gewerkt; in hun wo
ningen: achter de kleine, verweerde
ruiten, of neergezeten op de banken
van graszoden voor het huis, werd over
niets anders gesproken dan over den
afgrijselijken moord.
De klok werd geluid, en in het vol
gende dorp werd de klok geluid, en in
het volgende in honderd duizend
dorpen. De metalen tongen begonnen
als van zeiven te spreken: van schrik
en van ontzetting. E11 het sombere ge
beier vervulde de lucht: boven de ste
den, boven de dorpen, boven de ge
huchten, en de tijding van den Tsaren
moord verbreidde zich met bliksem
snelheid door het onmetelijke Russi
sche rijk. In de moerassen der Ukrai
ne, in de zonnige valleien van den
Kaukasus, in het grimmige Noorden,
.waar het noorderlicht schijnsel geeft
overal drong de tijding door, dat de
Nihilisten den machtigen Tsaar Alexan
der II hadden vermoord, en de moujik
was bedroefd.
HOOFDSTUK VII.
Doch te midden der Nihilistische be
roeringen, terwijl een Keizer is neer
gedaald in den somberen grafkelder,
en een nieuwe Keizer is opgestaan, is
het heerlijke Paaschfeest gekomen.
Het is nog nacht, en de wierook
geuren vervullen de dorpskerk, die vol
aandachtige menschen is.
Het geheele dorp is hier vereenigd.
Aan den rechterkant staan de boeren,
en aan den linkerkant de vrouwen.
Ivan Nekalof staat tusschen eenige
oudere boeren in, die eigengeweven
jassen dragen. Hij 'is in een zwart la-
kenschen jas gedost; hij draagt een
vroolijk gekleurden gordel om het
middel, terwijl hij de hooge laarzen
heeft aangetrokken. En aan den lin
kerkant, waar zich de vrouwen be
vinden, staat Katinka Palofski, de
dochter van den Starosta, en zij ziet
er uit als een schitterende, kleurrijke
bloem tusschen een groep oudere
vrouwen met hare witte halsdoeken,
hare eigengeweven mantels en hare
donkere, ouderwetsche rokken. Katin
ka draagt een groenen rok en een
zwart fluweelen lijfje, terwijl een nieu
we, rood-zijden doek, op het hoofd be
vestigd, over bare schouders golft.
Het lijfje is versierd met borduursels
en metalen gespen, die zacht blinken
in het licht der vele kaarsen, doch
zachter blinken Katinka's vriendelij
ke, blauwe oogen.
Groepen vroolijk gekleed© kinderen
loopen tusschen de volwassenen door,
terwijl de blos der geestdrift schittert
op hun jonge wangen. Het stroomt het
hooge, ruime kerkgebouw uit en in,
als bij een. bijenstok in den zomer; al
de binnenkomenden buigen het hoofd,
maken het teeken des kruises, en sta
ren vol eerbied op het Christusbeeld,
waarvan de edelgesteenten helder op
blinken in het licht der brandende
waskaarsen. Het koorgezang vervult
de hooge gewelven met zijn heerlijke
geluiden, en de Pope staat daar in zijn
plechtgewaad. Hij zegent het volk, dat
langzaam het altaar nadert; de mu
ziek weerklinkt, en de geur de lieflijk
ste lentebloemen vermengt zich met
den reuk van den wierook.
Het volk is opgetogen, en in ver
heven beurtzangen wordt het heug
lijke Paaschfeest ingewijd. „Christus
is opgestaan!" zingt de Pope met zijn
geestelijken, en al het volk antwoordt:
„Hij is waarlijk opgestaan!"
Hier staat Simeon Nekalof, uit wiens
staalblauwe oogen ee® zachter licht
straalt dan in dien somberen Januari
nacht, toen hij het spoor van den
moordenaar volgde; daar staat de
oude Leo Walnowitch met zijn ver-
rimpeld gelaat en zijn ontroerde blik
ken, en de onnoozele Nicolaas, op
wiens somber gelaat thans de hope
schittert. De Starosta, die de wet hand
haaft, en Sidorski, die ze telkens
schendt ze staan daar naast elkan
der als broeders; de oudsten, voor wie
iedereen ontzag heeft, zijn er, en de
een-oogige Badiska in zijn havelooze
plunje ontbreekt er niet. Het geheele
dorp is aanwezig, en al deze honder
den menschen, die zoo dikwijls kwaad
van elkander hebben gesproken, die
elkander hebben bekampt en beoor
loogd, voelen plotseling hun verwant
schap, hun eenheid. Vijanden worden
vrienden, en oude veten worden be
graven; zij vormen te zamen één fa
milie, één groot huisgezin, en onder
de hymnen en de blijdste gezangen
wordt de mis bediend.
Katinka heeft thans de kerk ver
laten, en zij staat op het kerkhof: bij
het eenvoudige kruis, waar Serguw
Nekalof begraven ligt.
Zij staat te wachten zij wacht op
den zoon van Serguw Nekalof.
Het volk golft voorbij, maar zij
wacht. Hare handen beven, en hare
oogen zijn vochtig. En zij wacht, tot
dat Ivan komt.
Nu ziet zij hem naderen; zij her
kent hem onmiddellijk aan zijn kreu
pelen gang. Hij ziet haar niet, maar zij
roept hem, en hij herkent de stem.
De Paaschmorgen schemert ree cis
over de heuvelen, als Katinka hem
roept. En Katinka is als de bloem,
die haren kelk opent, als de morgen
schemert
Zij slaat den arm om Ivan's hals;
„Ivan Serguwitch", zegt zij met om
floerste stem „Christus is opge
staan!"
„Ja, Katinka Paulovna", antwoordt
Ivan „Hij is waarlijk opgestaanl"
en hij kust haar op het voorhoofd:
twee malen.
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 25 Febr. 1927.
Wat is eigenlijk het geheim van den
invloed van Karl Marx?
De beroemde Franse he econoom
Charles Gid© beeft dit dezer dagen in
een interview zeer juist gezegd: het is
zijn onbegrijpelijkheid.
Om beroemd te blijven, zoo verklaar
de Gide, moet men duister zijn en duis
tere zaken vertellen. Dit is het geheim
van- den invloed en den roem van Karl
Marx. Als men liem vijfmaal heeft ge
lezen, weet men nog niet precies, wat
hij bedoelt.
Wie de geschriften van Marx kent,
zal toestemmen, dat deze karakteris
tiek juist is. 't Staat gekleed, „Das Ka-
pital" in zijn boekenkast te hebben,
doch hoe weinigen zijn er, die (lit lang
dradig© boek met zijn wiskunstige for
mules bestudeerd hebben? Hoe weinig
socialisten ook zijn er die het Commu
nistisch Manifest gelezen en begrepen
hebben?
Indien Karl Marx geen gewichtig
doende Duitscher ware geweest, doch
dezelfde gedachten neergeschreven
had in dien helderen stijl die bet ken
merk is der Frans eken, zou hij waar
schijnlijk niet half zoo beroemd zijn
geweest.
OBSERVATOR.
van het Rijk een toestel samen te stel
len.
DE VUILVERWIJDERING TE
•s-GRAVENHAGE
Naar het Vad. verneemt is (lezer da
gen de vuilverwijderingskwestie in het
college van B. en W. uitvoerig bespro
ken. Bij de bespreking bleek, dat men
over liet algemeen de in deze kwestie
naar voren gebrachte cijfers (ook die
van 't regeeringsrapportj onvoldoende
vond.
In beginsel is dan ook besloten, de
cijfers nog eens aan het oordeel van
deskundigen, zoowel op bemestïngsge-
bied als vuilverbrandingsgebfed, te on
derwerpen. De lange termijn, waarover
een beslissing genomen moet worden*
(op z'n minst 30 jaar) maakt, meende
men, uiterste voorzichtigheid geboden^
Zoo werd ook de mogelijkheid geop
perd, dat een landontginningsmaat-
schappij haar bedrijf zou kunnen op
geven, als b.v. een groote daling In
grondprijzen ontginning niet meer loo-
nend maakte. In dit verband werd aan
de wenschelijkheid van betere rijksga
rantie gedacht.
HET TANDTECHNICI-WETJE.
Mevrouw De VriesBruins, lid van
de Tweede Kamer, heeft den minister
van arbeid, handel en nijverheid de
volgende vragen gesteld:
1. Heeft de minister kennis genomen
van het behandelde in de zitting van
het kantongerecht te Rotterdam op 10
December 1926, waarbij de 47-jarige J.
M. S. terechtstond, wien ten laste was
gelegd, dat hij in Juli 1926, zonder toe
gelaten te zijn tot de uitoefening van
het beroep van geneeskundige, noch
tot de uitoefening van het beroep van
tandarts, buiten noodzaak het beroep
van tandarts heeft uitgeoefend, door
tandheelkundigen bijstand, niet strek
kende tot toepassing van de tandpro
these, te verleenen, als bedrijf?
2. Is bet den minister bekend, dat bij
de verdere behandeling v. de in vraag
1 bedoelde tenlastelegging tot uiting
is gekomen, dat de in de wet van 30
Decenber 1926 (Staatsblad no. 454) tot
herziening van de uitvoering van de
wet van 29 Juli 1925 (Staatsblad no.
282) voorkomende strafbepaling iiiet.
vergezeld gaat van cle vermelding of
het delict als een misdrijf aan wel als
een overtreding moet worden be
schouwd, zoodat volgens 11 uitspraak
van den Hoogen Raad van 6 Juni 1922.
'W. 10031, in een dusdanig geval geen
bevoegde rechter is aangewezen en dus
vervolging zou zijn uitgesloten, ten
ware het delict zou gebracht kunnen
worden onder bereik van art. 436 Wet
boek van Strafrecht?
3. Welke maatregelen denkt de mi
nister voor te bereiden, om in (te even-
tueele lacune te voorzien, ten einde
volledige uitvoering van bedoelde wet
mogelijk te maken?
Hij neemt haar bij de liand: als in
een zoeten droom. En zij wandelen
door de dichte menigte der kerkgan
gers lieeu, die op dezen dag der da
gen, of zij rijk zijn of arm, zich één ge
voelen in hun Grieksch-orthodox ge
loof.
De schemering wordt sterker; de
dag kampt met den nacht, en uit de
bosschen schatert het lied der vogels,
(lie den overwinnaar tegen juichen.
Een wondere gloed speelt aan de oos-
terkimmen, en terwijl de dag met ma
jesteit oprijst uit de duisternis van
den nacht, ruischt het als de stem ve
ler wateren: „Christus is opgestaan
Hij is waarlijk opgestaan!"
De lucht davert van dien kreet; het
is een triumfkreet Christus, de Ver
losser, Di© in het graf was neerge
daald, heeft in de majesteit van zijn
souvereine macht de ketenen des
doods afgeschud, en thans leeft en
triumfeert Hij tot in eeuwigheid
Het is hoogtij in Ivan's gemoed, en
starend in Katinka's oogen, waarin
zich de ochtendgloed weerspiegelt,
juicht zijn ziel met stille verrukking.
De heerlijkheid van dit Paaschfeest en
de liefde tot Katinka smelten samen
in zijn gemoed; „verheugt u, gij men
sch en kinderen!" zingt het koorgezang
in de kerk, en waarlijk hij verheugt
zich! Hij kan het gevoel, dat hem door
tintelt, niet beschrijven, maag er is
niets gemeens of onreins aan.
(\£oixLt jrervolgd).