Schoenmakerij L. VAK ESCH Wz„ UIT ONZE INDIEN. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 18 FEBRUARI 1327 TWEEDE BLAD. WAT DE BLADEN ZEGGEM. Carneval. Dit woord beteekent vaarwel aan bet vleesch. schrijft Ds. Wisse in De Wek ker. Als de lijdensweken aanvangen, wordt in Roomsche landen en plaat sen een Carneval gehouden. In Bra bant spreekt men van Prins Carneval Want gelijk bekend geacht kan wor den. moet er in de 7 lijdensweken, vol gens Roomscb ovorschrift, een bijzon dere vasten gehouden worden. Wel nu, aan den vooravond zal men dan „vieren" het afscheid van het vleesch, maar het is, alsof men dan nog maar eerst goed „zijn" vleesch zal botvie ren. Bekend zijn toch de afschuwelijke tooneelen. die dan plaats vinden. Men wil zich voor dat „vasten" als 't ware schadeloos stellen. Italië vooral is het land van den Carneval. Vermoedelijk zijn deze „fees ten" voortgesproten uit de Heidensche lentefeesten; uit de Lupercalia en Bac chanalia der Romeinen; en uit de Joel feesten der Noordelijke volkeren Smul partijen en drinkgelagen waren in de middeleeuwen de voornaamste bestand deelen van den Carneval. Soms een week lang; de „Malle" week genoemd. En tegenwoordig is 't er heusch niet beter op geworden. Wie b.v. eens een exemplaar van bet „Leven" uit die dagen heeft inge zien, en dan kennis nam van de plaat jes (als ze erbij stonden) van zoo'n Carneval, die weet genoeg, 't Is te schandelijk om het te beschrijven. Een tooneel van brooddronkenheid en onzedelijke kleedij; van gemasker de bals en onreine pret. In Brabant en Limburg is dit wel zoo erg, dat de Roomschenpardon, de Gere formeer den er een blad tegen uitgeven in die dagen. Dit blad bedoelt speciaal de bestrij ding van deze vaak onzedelijke, lieder lijke en beestachtige practijken. Dit wordt op zeer ruime schaal verspreid onder de bevolking. Onder de Room schen zijn gelukkig ook nog vele ern- stig-gestemde geesten, die zulke uit gietingen van gruwel en ongerechtig heid afkeuren. Ik heb mij echter wel eens afge vraagd, wat is het in Rome toch een rare toestand. Die duizenden en hon derdduizenden Roomsche carneval- feest-vierders ontvangen toch straks met Paschen allemaal maar het „al lerheiligste" sacrament, wat wij het Avondmaal zouden noemen. Hoe rijmt zich zoo iets toch? Onder Protestanten is ook heel wat! maar zulke Protestanten zijn dan ook geen geloovigen; niet althans in den bijbel- schen zin des Woords. Rome echter er kent al die Carneval-vierders wel als leden der kerke Christi? Dan is dit indróef. Dan mag toch gezegd, dat. de Gere formeerde of Calvinistische levensbe schouwing en practijk zulke dingen niet doet aanschouwen. Gemaskerde bals, nachtdanspartijen met zedelooze kleedij, al die wereldsche pret is daar contrabande. Zeker, ik weet zeer goed, dat de meer-edele geesten bij Rome ernstig positie nemen tegen al wat zedeloos is en zedeloosheid bevorderen kan. Maar waarom nu eens niet kloek en flink een verbod van „hooger" hand af gekondigd tegen deze wereldgelijkvor migheid De devotie in de lijdensweken bij Ro me is niet in staat deze Christus ont- eerende Carnevalspractijken goed te maken. Een Gereformeerd predikant vertel de mij eens, dat hij bij den Bisschop was geweest, om diens medewerking in te roepen tegen de Carnevals. Maar tot heden is 't verbod nog niet afge komen. 't Zal wel nooit ook. Rome kan 90 van zijn Kerk wel schrappen als dit niet meer mocht. Ik geloof echter, dat een verbod van de Carnevals wel zoo noodzakelijk was als een verbod om een Protestantsche kerk te bezoeken. Wij moeten niet zeggen, dat Romo de zedelijkheid niet wil. Want dat zou terecht protest uitlokken. Rome doet zelfs zeer veel er voor. Vaak moot werk. Maar daarom hopen we te meer, dat Rome zijn verbod van de Carne vals nog eens durft afkondigen. Het heeft wel andere dingen durven be staan. Hoe kan men toch zóó die dierbare lijdensherdenkinig inzetten! Dat Christus en Belial dooréén: het Is den Heere een gruwel. Zij, die om de „bekeering" van Prb- testantsch Nederland bidden, mogen er de Roomsche Carnevalvierders in deze dagen wel niet by vergeten. De lichtzijde. Over economische en financieele vra gen, zoo lezen wij in „Patrimonium" wordt in de bladen van sociale orga nisaties wel eens oppervlakkig gespra ken. Zoo wordt b.v. in den laatsten tijd meermalen in scherp afkeurenden zini geschreven over de beleggingen m het buitenland. Nu is het ongetwijfeld verkeerd, indien de Nederlanasche industrie geep kapitaal tegen een niet te hooge rente zou kunnen verkrijgen, indien hier door gebrek aan kapitaal wei- kelijk productieve werken niet uitge voerd zouden kunnen worden, terwijl1 de Nederlanders hun kapLaal, aange lokt door de hoogere rente, in buiten- landsche ondernemingen zouden be leggen. Maar zoo is de toestand nog niet. En in elk geval is er ook een gunstige zij da aan dje belegging elders, waarop al te weinig wordt gelet. Eurapa komt er niet weer boven op, wanneer Duitschland en Frankrijk zie hl niet herstellen. En voor dat herstel' moeten deze landen wel een beroep doen op de buitenlandsche kapitaal markt. Ook voor onze arbeiders, voor de hoogte van de loonen hier, heeft het economisch herstel, met name van Duitschland, de grootste beteekenis Duitschland doet natuurlijk vooral een beroep op de Amerikaansche ka pitaalmarkt. Maar daaraón is voor Europa's positie een schaduwzijde. Over het totaal van de in het jaar 1926 door Duitschland aangegane lee ningen is de volgende opgave open baar gemaakt: duizend Rijksmark nominaal bedrag volgens koers v. uitgifte. Het Rijk 962.5 885.5 De landen 358.3 365.2 Gemeenten enkele 243.4 225.2 Gemeenten, gezamenl. 219.7 211.71 Rentenb., Kreditanstalt 105.0 97.6 Hypotheekbanken 46.3 43.6 Katholieke Kerk 53.0 51.3 Protestantsche Kerken 10.5 10.3 Nijverheids-Mij. en 1241.7 1189.1 Electriciteitswerken 485.7 454.0 Ondern.en v. verkeer 90.3 S6..7I AVarenhuis-Mij.-en 25.2 24.4 3871.6 3644.6 Nederland heeft daaraan in niet on belangrijke mate volgens de opgave (voor 349 millioen mark emissie-koers) deelgenomen. Daaronder is een be drag" van 53 millioen uitgegeven in Nederlandsche munt. Circa 350 millioen mark of 210 millioen gulden. het is ongetwijfeld' een belangrijk bedrag. Daarbij komc hetgeen in andere buitenlandsche lee ningen wordt belegd. Met het oog op de kapitaalbehoef ten van ons land en van Indië vooral, past stellig zekere voorzichtigheid. Maar toch achten wij het deelnemen ook van Nederlandsen kapitaal aan het economisch herstel van de ons omringende landen een groot belang. Wordt rondom ons de welvaart niet; hersteld, dan zullen ook wij ons, ïiogi altoos betrekkelijk hooge, welvaarts peil niet kunnen handhaven, laat staan, opvoeren. Er wordt bij dergelijke buitenland sche emissies voor enorme bedragen ingeschreven. Maar slechts de geheel onkundige trekt daaruit de conclusie, dat de Ne derlandsche beleggers er zo'o dik in zitten. Wie eenigszins op de hoogte is, weet, dat diverse tusschenpersonen voor veel hoogere bedragen inschrijven dan waarover zij werkelijk de beschik king verkregen. Zij doen dat m da wetenschap, dat toch slechts een klein percentage wordt toegewezen. KERK ENSCHOOL. NED. HERV. KERK. Drietal: Te Soest (tweede pred. plaats): G. Alers, te Ni'euw-Lekker- land; Iv. J. v. d. Berg, te Amersfoort; en A. F. P. Pop, te Vaassen. Beroepen: Te Zandeweer: J. van Grasstek, rustend predikant te Edam. Te Doonverth: G. Grootjans, te Stedum. Te Monster: J. J. Timmer, te Ermelo. Te Lith (N.-Br.): C. Hil- le Ris Lambers J.A.Pzn., te Jorwerd (classis Leeuwarden). Te Dantuma- woude: T, Hettinga, te Hindeloopen. Bedankt Voor Sommelsdijk: W. Deur, te Schoonhoven. GEREF. KERKEN. Tweetal: te Haarlem: K. J. Cro oner, te Gees; en J. Wijmenga, te Char- lois. Beroepen: Te Zoutkamp: B. A. Bos, cand. te Uithuizen. Te Fijnaart P. D. Kuiper, cand. te Kampen. WOORD VAN VERMAAN. Te Zaandam is, naar de „Rott." meldt, Zondag j.l. vanwege den Ker- keraad der Geref. Kerk in de gehou den godsdienstoefeningen een woord van vermaan voorgelezen, om niet mee te doen met de „pogingen aangewend om tegenover onze Kerkgemeenschap een scheurkerk te stichten", of „de zonde van scheurmaking hetzij recht streeks hetzij zijdelings steun te bie den". Verzocht werd op een of ander punt bestaande bezwaren, naar afge legde belofte bij de toelating tot het H. Avondmaal, den Kerkeraad bekend te maken. KERKELIJKE PERS. De Classis Heerenveen der Geref. Kerken heeft na breedvoerige bespre king mt algemeene stemmen aange nomen een voorstel van de Kerk van Oosterzee: „De Classis stelle zich in verbinding met de andere Kerken van de Provin cie Friesland om gezamenlijk er op san te dringen, dat aan de Kerken, in tegenstelling met tot dusver overwe gende invloed op de vorming der Re dactie van het „Friesch Kerkblad" worde geschonken". Op de Part. Synode van Friesland (Zuid. ged.) zal deze zaak thans aan hangig gemaakt worden. GEDENKRAAM JAN DE BAKKER. Het Nationaal Comité „Gedenkraam Jan de Bakker" heeft besloten in te gaan op de aanbiedingen van de kun stenaars P. N. A. Hofmann, te 's-Gra- venhage en Max Nauta, te Amster dam, tot het maken van ontwerpen voor het gedenkraam, te plaatsen in de Groote of St. Jacobskerk te 's-Gra- venhage. RIJZONDER ONDERWIJS OP URK. Urk telt nog geen Bijz. School, 't Openbaar onderwijs is Christelijk ge tint. Echter wil men thans eigen scho len hebben, zoodat de vereeniging „Re- hoboth" tegelijk twee Christelijke scholen hoopt te openen, waarvoor .be reids twee hoofden, twee onderwijze ressen en 10 onderwijzers worden op geroepen. BINNENLAND. DE KON. FAMILIE NAAR HET LOO. Naar wij vernemen zal de Konink lijk© Familie zich a.s. Zaterdagochtend per Staatsspoortrein van 10.24 uur voor enkele dagen van de Residentie naar Het Loo begeven. De Prins ver trekt éérst Zondagochtend daarheen. HET 7-DE LEERJAAR EN DE 7-JARIGE LEERVERPLICHTING. De heer Suring, lid van de Tweede Kamer, heeft aan den Minister van Financiën, voorzitter van den raad van ministers, de volgende vraag ge steld: Kan de regeering, gezien den loop der Rijksmiddelen over het jaar 1926 (ruim 31 millioen gulden boven cle ra ming) en over de maand Januari 1927 (3 Yt 'millioen boven de opbrengst in de maand Januari 1926), gezien ook het groote aantal wachtgelders bij het bij zonder en het openbaar lager onder wijs op 1 Februari 1927 (resp. 551 en 838, totaal 1389), reeds eenige mede- deeling doen omtrent het tijdstip, waarop voorstellen tot wederinvoering van het verplichte zevende leerjaar en van de zevenjarige leerverplichting kunnen worden verwacht? DE WEGENBELASTINGWET. Gisteren is afgekondigd „St.bl." No. 26: Kon. Besl. van 5 Febr., houdende vaststelling van de tijdstippen, waar op de verschillende bepalingen van de Wegenbelastingwet in werking treden. EXPLOITATIEKOSTEN BIJZONDERE SCHOLEN. Bij K. B. van 29 Jan. (St.bl. no. 21) is in afwijking van het advies van den Raad van State bepaald, dat be sturen van bijzondere scholen de kos ten van verzekering van het schoolge bouw en de belooning voor de na-acte van den Schoolraad, als deel der ex ploitatiekosten van hun school, aan de gemeente in rekening mogen bren gen. HET DRENTSCHE VEENKIND. Men meldt óns: Bij de propaganda-coonmissie is tot 14 Februari ingekomen netto rond 25.000. De onkosten waren zeer laag en bestonden in hoofdzaak uit druk- schrijf- en frankeerkosten der circu laires aan de girohouders. Het onderwijs-comité had vóór de fusie reeds rond 15000 in kas. Van de vereeniging „Hygiëne voor Moeder en Kind"' kw&m nog 2000 en van be vriende zijden samen rond 3000. To taal bad dus de propaganda-commis- sie te beschikken voor verpleging van het Drentsche Veenkind van eind Sep tember 1926 tot 14 Februari 1927 over rond 45000. Inmiddels zijn uit dit bedrag alle onkosten bestreden van de verpleging in 4 koloniehuizen en is bovendien nog voor een paar weken verpleeggeld in kas. De afrekening tot 8 Febr. is te vin den in het e.v. nummer van het „Hoef ijzer", orgaan van het Centraal Ge nootschap. De resultaten der verpleging zijn volgens algemeen oordeel der vak- mensclien uitnemend te noemen. Het bezwaar, dat de kinderen na 6 weken of langer weer in de schamele huisjes of krotwoningen terug komen is niet weg te nemen, doch na de verpleging staan ze veel gezonder en krachtiger en opgewekter tegenover den strijd des^ levens. Dit laatste wordt al te vaak vergeten. Een direct gevolg van de verpleging en een factor van verstrekkende be- teekenis is, dat over heel behoeftig Drente met volle handen het zaad der sociale hygiëne wordt gestrooid. Een deel van dat zaad komt spoedig of eerst na jaren tot ontkieming, maar dan draagt het* ook honderd- en dui zendvoudige vrucht. De kinderuitzen ding is zonder twijfel een stuk volks opvoeding in groote stijl en terecht wordt dit werk door den heer Com missaris der Koningin van Drente en door de Rijksinspectie voor de Volks gezondheid voor de Hygiëne van het Kind met kracht gesteund. De Kinderuitzending is dus geen lapmiddel, maar een saneeringsmid- del, althans wanneer ook de verple ging groot werk zal worden. Vele duizenden hebben hun gulden of meer geofferd. Vele tienduizenden moeten echter nog volgen, want nog steeds rekenen we om zoo te zeggen bij den dag. Ook wordt het nu tijd, dat de groote giften gaan inkomen en dat eindelijk heel de natie door daadwerkelijke steun tot uiting brengt, hoezeer zij door den nood in de venen getroffen is. De zwarte vlek op de kaart moet en kan verdwijnen. De bij uitstek deskun dige en toegewijde Commissaris der reclame. Wij maken Uw Schoenen razend-vlug In 'n minimum tijd hebt U ze terug! En de prijzen: och, het is overbekend, Wij hebben daarmede de klanten verwend! Haarl.straat 210 - Telef. 2063 Koningin heeft immers gezegd: „De toestand is ernstig, maar niet hope loos". Het bestuur van de Propaganda- cominissie bestaat uit Th. M. Ketelaar, voorzitter; Ds. H. C. Hogerzeil, vice- voorzitter; Mr. A. J. M. Leesberg, te Alkmaar, penningmeester, gironummer, 44418 en A. C. Bos, te Egmond aan Zee Secretaris. DE KOLONIALE MIDDELEN. DeJ gewone middelen der kolonie Suriname hebben het afgeloopen jaar 335.000 meer opgebracht dan de ra ming. Tot deze gunstige uitkomst droeg voornamelijk bij een hoogere opbrengst van de invoerrechten, die bijna 200.000 meer opbrachten dan de raming. De geneeskundige belas ting bracht ongeveer 13.000 meer op dan geraamd, en de zegel belasting bij na 20.000 (tengevolge van de over dracht van goederen van hooge waar de). De inkomstenbelasting gaf een overschot van 18.000. Hetzelfde was het geval met de successierechten, die geraamd waren op 8000. Als aan deel in de schoolgelden op bijzondere scholen werd ontvangen 48.000, ruim driemaal meer dan geraaimd was. De spooropbrengst daarentegen ging on geveer 30.000 achteruit. Balata con- cessiën brachten een kleine 40.000 boven de raming op. Bauziet ging iets achteruit (doordat voorshand alle krachten waren samengetrokken op den fabrieksbouw). Het Radio-station bracht ruim 20.000 op, terwijl ge raamd was 20.000.. DE ONRUSTJN NICKERIE. Dertien belhamels van de vechtpar tij in Nickerie zijn naar Paramaribo overgebracht. Onder hen bevindt zich de Javaan Alikoesin, die leider schijnt te zijn geweest. Hij nam bij het ver hoor in Nickerie een harditèkkig stil zwijgen in acht. De overbrenging geschiedde onder ge leide van een korporaal en 4 militai ren. De andere militairen keeren deze week terug. De politie in Nickerie is met vier man versterkt. Hoewel zich geen nieuwe onlusten in Nickerie hebben voorgedaan, schijnt, men, naar „De West' schrijft, den toestand nog niet te vertrouwen, zoo dat tot enkele dagen geleden nog ge regeld burgers werden gecomman deerd, om te helpen wacht te houden. VEREENVOUDIGDE RECHT SPRAAK. Het ontwerp, dat ten doel heeft eeni ge vereenvoudiging te brengen in de rechtspraak, door de afdoening van kleine zaken over te laten aan den commissaris van politie te Paramari bo en in de districten aan de districts commissarissen, is op 20 Januari met algemeene stemmen op één na, aange nomen in de Koloniale Staten. DE COMMUNISTISCHE WOELINGEN De Landraad te Tjiamis veroordeel de van vier communisten, beschuldigd van moord, drie tot de doodstraf en 1 tot levenslange gevangenisstraf. DE TERREUR IN DE OMMELANDEN Een beruchte rampokker is neerge legd en eenige beruchte onderleiders van de terreur in de Ommelanden van Padang zijn gearresteerd. Het meerendeel hiervan is thans gepakt. VERDUISTERING DOOR EEN NOTARIS. Het door den notaris te Ambon, den heer P., verduisterde bedrag bedraagt volgens nadere berekening en zijn be kentenis 230.000. Hiervan komt mis schien 30.000 terecht. FEUILLETON. BLOED EN TRANEN. 83 „Ik vennoed, dat we den moorde naar dicht in onze nabijheid hebben", zeide de Officier op langzamen toon, en allen, zelfs de stugge Starosta, ver bleekten van die woorden. „Ik hèb", zoo ging de rechter voort, „reeds een duidelijke voorstelling van uwe misdadige handelingen, Victor Tartof! Gij zijt Sidorski tegen geko men, toen gij het paardetuig weg bracht ge kunt het niet ontkennen, want Sidorski is mijn getuige. Toen zijt ge naar zijn woning geslopen, en .(hebt het paar laarzen meegenomen, dat er stond. Gij zijt goed bekend in de woning van Sidorski dat weet het geheele dorp. Daarop zijt gij naar uw huis gegaan, hebt Sidorski's laar zen aangetrokken, en met uw geweer gewapend, hebt gij in den kuil bij den driesprong uw slachtoffer opgewacht beken het, Victor Tartof, want een oprechte bekentenis zal in uw voor deel strekken 1" Doch de molenaar zweeg. Hij was In dit oogenblik diep beklagenswaar dig, en zijn oogen zwierven in den ver schrikkelijken angst van den een naar den ander om redding. Daarop zijt ge weer gekeerd naar Sidorski's woning; ge hebt er de laar zen teruggebracht, en op uw sokken eht itv uw Viü« bereikt! H t was sluw aangelegd ik moet het erken nen; ge wildet op een hekenden stroo- per ,de verdenking leggen, doch het opzet is mislukt wilt ge nu beken nen, Victor Tartof?" Toen echter kreeg de oude Tartof zijn spraakvermogen terug. Hij liep recht op de tafel aan, waar het Heilig Evangelie lag, en legde de rechter hand op dat boek. De Officier vermoedde, wat hij wil de doep. „Zweer niet", zei-de hij „wee u, zoo gij zweert!" „En toch zweer ik!" barstte de oude man uit „ja ik zweer het bij dit Evangelie en bij God en bij Zijp tien duizend engelen, dgt ik even onschul dig ben aan den dood van Serguw Ne- kalof als een pasgeboren kind". De Rechter echter werd er niet door geschokt; de arglistigheden van het menschelijk hart waren hem niet on bekend, en hij wist die uitvallen op hun juiste waarde te schatten. Hij tastte in zijn zak en zeide: „Kent gij deze portefeuille?" De molenaar was nu veel bedaar der; hij bekeek ze met aandacht, en zeide dan: „Ik denk, dat ze SerguW .Nekalof heeft toebehoord". „En kent gij deze leeren geldbeurs?" „Ze is stellig van Serguw Nekalof geweest". „Ze zijn daar straks, vóór ik hier was, door d.en Starosta en Simeon Serguwitcli in uw hooiberg, achter oen paal weggestopt, gevonden. Ze waren leeg waar hebt gij het geld gelaten, Victor Tartof" Deze slag was waarlijk verplette rend. De molenaar stortte een rauwen kreet uit; hij sloeg met de handen in de lucht, en stortte dan voorover, door een zenuwberoerte getroffen. De aanwezigen waren op het diep- ste getroffen. „Het is een Godsge richt!" prevelde de veldwachter, en de Starosta knikte stom met het hoofd. De dokter nam den bewusteloozen man op. „Is'hier geen ziekenhuis?" vraagde hij. De Starosta schudde het hoofd. „On ze dorpen kennen geen ziekenhuizen wij hebben zelfs geen geneesheeren de oude Tartof zal naar het kloos ter moeten worden vervoerd, dokter!" „Dat is het beste", zeide de* Officier „laat hem wegbrengen, dokter 1" en zoo geschiedde het. „Behooren wij den zoon van den mo lenaar ook nog niet in verhoor te ne men?" vraagde de Starosta. „Dat behoort tot mijn gebied'.', zeide de Officier; zijn eerzucht kon het niet verdragen, wanneer anderen hem on gevraagd hun raad aanboden. „Wij moeten al de huisgenooten van den molenaar spreken", ging de Officier voort. „Èr is slechts één de zoon", her nam de Starosta. „En hij is idioot", voegde Simeon er aan toe. Nicolaas wist er niets van, wat zijn vader was overkomen; hij was in den molen bezig, om eenige zakken meel te verleggen, e"n hij volgde den sche len veldwachter met zijn onnoozo'en glimlach. Hij klapte met de tong, en sloeg nu en dan in de handen, om de bonte kraaien in de toppen der beu ken op te jagen, en hij lachte luid keels, als zijn opzet gelukte. Hij was van onder tot boven met meel bestoven, evenals zijn vader; hij droeg een versleten vilten hoed, en was een halven voet langer dan de veldwachter, wien hij volgde met de blijde nieuwsgierigheid van een kind. De Officier vraagde hem, wanneer zijn vader met den meelwagen was thuis gekomen uit het dorp Sarski, en als een soldaat aanslaande aan den vilten hoed, dien hij ophield, zeide hij: „Te vijf uur of daaromtrent!" „En wanneer is hij weer uitgegaan?" „Even daarna". „Ik ging ook uit; ik zag manken Ivan aankomen, en passeerde hein". „Zaagt gij uw vader terugkomen?" „Ja". „Waar waart gij toen?" „Bij de kerk!" „Zag uw vader je?" „Ik denk het wel!" En de onnoozele Nicolaas klapte met de tong, terwijl hij het doodvonnis van zijn vader bezegelde. Met een verwonderlijke snelheid ver breidde zich in het dorp de tijding, dat de molenaar was gepakt, en dat het niemand anders was dan de norsche molenaar. Het geheele dorp was vol afschuw, en Sidorski werd van harte gelukgewenscht, omdat hij door de hulp der heiligen zoo genadiglijk aan het verraderlijke net was ontsnapt, dat die Judas van een. molenaar hem had gesteld. De Starosta ging in eigen persoon naar zijn bouwvallige wo ning; hij drukte de vuile handen van den strooper en zeide: .Broederke, ik wensch je geluk!" De onzekerheid, de onveiligheid, die men voelde, was geweken, nu men den moordenaar had, én de Officier werd hoog geroemd om de doortas tendheid en de wijsheid, die hij had geopenbaard. Doch de Starosta werd niet minder geprezen. Hij' had zich van een zijde leeren kennen, die op de goedhartige boeren den diepsten indruk moest ma ken. Het dorp wist er alles van. De eenoogige Badiska, die nu smoordron ken in de nor zijn roes lag uit te sla pen, had de groote ruzie tusschen den Starosta en Serguw Nekalof overal rondgebazuind, en in spijt van die ru zie had de Starosta alle pogingen in bet werk gesteld, om den moordenaar van zijn tegenstander aan de gerech tigheid over te leveren. Katinka had hem nooit zoo vol ijver, zoo gejaagd gezien, en dat hij nu met schier een parige stemmen in zijn ambt zou wor den herkozen, was zoo goed als zeker. Er was bijna geen mensch, die het voor den molenaar opnam; hij had geen vrienden, en zijn norsche, geme lijke tronie nam onmiddellijk tegen hem in. Het dorp was van een nachtmerrie verlost, nu de oude Tartof was opge^ pakt; het dorp herademde, en de Sta rosta werd geprezen. CWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5