Schoenmakerij L. VAK ESCH Wz„
UIT ONZE INDIEN.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 18 FEBRUARI 1327
TWEEDE BLAD.
WAT DE BLADEN ZEGGEM.
Carneval.
Dit woord beteekent vaarwel aan bet
vleesch. schrijft Ds. Wisse in De Wek
ker. Als de lijdensweken aanvangen,
wordt in Roomsche landen en plaat
sen een Carneval gehouden. In Bra
bant spreekt men van Prins Carneval
Want gelijk bekend geacht kan wor
den. moet er in de 7 lijdensweken, vol
gens Roomscb ovorschrift, een bijzon
dere vasten gehouden worden. Wel
nu, aan den vooravond zal men dan
„vieren" het afscheid van het vleesch,
maar het is, alsof men dan nog maar
eerst goed „zijn" vleesch zal botvie
ren. Bekend zijn toch de afschuwelijke
tooneelen. die dan plaats vinden. Men
wil zich voor dat „vasten" als 't ware
schadeloos stellen.
Italië vooral is het land van den
Carneval. Vermoedelijk zijn deze „fees
ten" voortgesproten uit de Heidensche
lentefeesten; uit de Lupercalia en Bac
chanalia der Romeinen; en uit de Joel
feesten der Noordelijke volkeren Smul
partijen en drinkgelagen waren in de
middeleeuwen de voornaamste bestand
deelen van den Carneval. Soms een
week lang; de „Malle" week genoemd.
En tegenwoordig is 't er heusch niet
beter op geworden.
Wie b.v. eens een exemplaar van
bet „Leven" uit die dagen heeft inge
zien, en dan kennis nam van de plaat
jes (als ze erbij stonden) van zoo'n
Carneval, die weet genoeg, 't Is te
schandelijk om het te beschrijven.
Een tooneel van brooddronkenheid
en onzedelijke kleedij; van gemasker
de bals en onreine pret. In Brabant
en Limburg is dit wel zoo erg, dat de
Roomschenpardon, de Gere formeer
den er een blad tegen uitgeven in die
dagen.
Dit blad bedoelt speciaal de bestrij
ding van deze vaak onzedelijke, lieder
lijke en beestachtige practijken. Dit
wordt op zeer ruime schaal verspreid
onder de bevolking. Onder de Room
schen zijn gelukkig ook nog vele ern-
stig-gestemde geesten, die zulke uit
gietingen van gruwel en ongerechtig
heid afkeuren.
Ik heb mij echter wel eens afge
vraagd, wat is het in Rome toch een
rare toestand. Die duizenden en hon
derdduizenden Roomsche carneval-
feest-vierders ontvangen toch straks
met Paschen allemaal maar het „al
lerheiligste" sacrament, wat wij het
Avondmaal zouden noemen.
Hoe rijmt zich zoo iets toch? Onder
Protestanten is ook heel wat! maar
zulke Protestanten zijn dan ook geen
geloovigen; niet althans in den bijbel-
schen zin des Woords. Rome echter er
kent al die Carneval-vierders wel als
leden der kerke Christi? Dan is dit
indróef.
Dan mag toch gezegd, dat. de Gere
formeerde of Calvinistische levensbe
schouwing en practijk zulke dingen
niet doet aanschouwen. Gemaskerde
bals, nachtdanspartijen met zedelooze
kleedij, al die wereldsche pret is daar
contrabande.
Zeker, ik weet zeer goed, dat de
meer-edele geesten bij Rome ernstig
positie nemen tegen al wat zedeloos
is en zedeloosheid bevorderen kan.
Maar waarom nu eens niet kloek en
flink een verbod van „hooger" hand af
gekondigd tegen deze wereldgelijkvor
migheid
De devotie in de lijdensweken bij Ro
me is niet in staat deze Christus ont-
eerende Carnevalspractijken goed te
maken.
Een Gereformeerd predikant vertel
de mij eens, dat hij bij den Bisschop
was geweest, om diens medewerking
in te roepen tegen de Carnevals. Maar
tot heden is 't verbod nog niet afge
komen. 't Zal wel nooit ook. Rome kan
90 van zijn Kerk wel schrappen als
dit niet meer mocht.
Ik geloof echter, dat een verbod van
de Carnevals wel zoo noodzakelijk was
als een verbod om een Protestantsche
kerk te bezoeken.
Wij moeten niet zeggen, dat Romo
de zedelijkheid niet wil. Want dat zou
terecht protest uitlokken. Rome doet
zelfs zeer veel er voor. Vaak moot
werk. Maar daarom hopen we te meer,
dat Rome zijn verbod van de Carne
vals nog eens durft afkondigen. Het
heeft wel andere dingen durven be
staan.
Hoe kan men toch zóó die dierbare
lijdensherdenkinig inzetten!
Dat Christus en Belial dooréén: het
Is den Heere een gruwel.
Zij, die om de „bekeering" van Prb-
testantsch Nederland bidden, mogen
er de Roomsche Carnevalvierders in
deze dagen wel niet by vergeten.
De lichtzijde.
Over economische en financieele vra
gen, zoo lezen wij in „Patrimonium"
wordt in de bladen van sociale orga
nisaties wel eens oppervlakkig gespra
ken.
Zoo wordt b.v. in den laatsten tijd
meermalen in scherp afkeurenden zini
geschreven over de beleggingen m het
buitenland.
Nu is het ongetwijfeld verkeerd,
indien de Nederlanasche industrie
geep kapitaal tegen een niet te hooge
rente zou kunnen verkrijgen, indien
hier door gebrek aan kapitaal wei-
kelijk productieve werken niet uitge
voerd zouden kunnen worden, terwijl1
de Nederlanders hun kapLaal, aange
lokt door de hoogere rente, in buiten-
landsche ondernemingen zouden be
leggen.
Maar zoo is de toestand nog niet. En
in elk geval is er ook een gunstige zij da
aan dje belegging elders, waarop al
te weinig wordt gelet.
Eurapa komt er niet weer boven op,
wanneer Duitschland en Frankrijk zie hl
niet herstellen. En voor dat herstel'
moeten deze landen wel een beroep
doen op de buitenlandsche kapitaal
markt. Ook voor onze arbeiders, voor
de hoogte van de loonen hier, heeft
het economisch herstel, met name van
Duitschland, de grootste beteekenis
Duitschland doet natuurlijk vooral
een beroep op de Amerikaansche ka
pitaalmarkt. Maar daaraón is voor
Europa's positie een schaduwzijde.
Over het totaal van de in het jaar
1926 door Duitschland aangegane lee
ningen is de volgende opgave open
baar gemaakt:
duizend Rijksmark
nominaal bedrag volgens koers v.
uitgifte.
Het Rijk 962.5 885.5
De landen 358.3 365.2
Gemeenten enkele 243.4 225.2
Gemeenten, gezamenl. 219.7 211.71
Rentenb., Kreditanstalt 105.0 97.6
Hypotheekbanken 46.3 43.6
Katholieke Kerk 53.0 51.3
Protestantsche Kerken 10.5 10.3
Nijverheids-Mij. en 1241.7 1189.1
Electriciteitswerken 485.7 454.0
Ondern.en v. verkeer 90.3 S6..7I
AVarenhuis-Mij.-en 25.2 24.4
3871.6 3644.6
Nederland heeft daaraan in niet on
belangrijke mate volgens de opgave
(voor 349 millioen mark emissie-koers)
deelgenomen. Daaronder is een be
drag" van 53 millioen uitgegeven in
Nederlandsche munt.
Circa 350 millioen mark of 210
millioen gulden. het is ongetwijfeld'
een belangrijk bedrag. Daarbij komc
hetgeen in andere buitenlandsche lee
ningen wordt belegd.
Met het oog op de kapitaalbehoef
ten van ons land en van Indië vooral,
past stellig zekere voorzichtigheid.
Maar toch achten wij het deelnemen
ook van Nederlandsen kapitaal aan
het economisch herstel van de ons
omringende landen een groot belang.
Wordt rondom ons de welvaart niet;
hersteld, dan zullen ook wij ons, ïiogi
altoos betrekkelijk hooge, welvaarts
peil niet kunnen handhaven, laat staan,
opvoeren.
Er wordt bij dergelijke buitenland
sche emissies voor enorme bedragen
ingeschreven.
Maar slechts de geheel onkundige
trekt daaruit de conclusie, dat de Ne
derlandsche beleggers er zo'o dik in
zitten. Wie eenigszins op de hoogte is,
weet, dat diverse tusschenpersonen
voor veel hoogere bedragen inschrijven
dan waarover zij werkelijk de beschik
king verkregen. Zij doen dat m da
wetenschap, dat toch slechts een klein
percentage wordt toegewezen.
KERK ENSCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te Soest (tweede pred.
plaats): G. Alers, te Ni'euw-Lekker-
land; Iv. J. v. d. Berg, te Amersfoort;
en A. F. P. Pop, te Vaassen.
Beroepen: Te Zandeweer: J. van
Grasstek, rustend predikant te Edam.
Te Doonverth: G. Grootjans, te
Stedum. Te Monster: J. J. Timmer,
te Ermelo. Te Lith (N.-Br.): C. Hil-
le Ris Lambers J.A.Pzn., te Jorwerd
(classis Leeuwarden). Te Dantuma-
woude: T, Hettinga, te Hindeloopen.
Bedankt Voor Sommelsdijk: W.
Deur, te Schoonhoven.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: te Haarlem: K. J. Cro
oner, te Gees; en J. Wijmenga, te Char-
lois.
Beroepen: Te Zoutkamp: B. A.
Bos, cand. te Uithuizen. Te Fijnaart
P. D. Kuiper, cand. te Kampen.
WOORD VAN VERMAAN.
Te Zaandam is, naar de „Rott."
meldt, Zondag j.l. vanwege den Ker-
keraad der Geref. Kerk in de gehou
den godsdienstoefeningen een woord
van vermaan voorgelezen, om niet mee
te doen met de „pogingen aangewend
om tegenover onze Kerkgemeenschap
een scheurkerk te stichten", of „de
zonde van scheurmaking hetzij recht
streeks hetzij zijdelings steun te bie
den". Verzocht werd op een of ander
punt bestaande bezwaren, naar afge
legde belofte bij de toelating tot het H.
Avondmaal, den Kerkeraad bekend te
maken.
KERKELIJKE PERS.
De Classis Heerenveen der Geref.
Kerken heeft na breedvoerige bespre
king mt algemeene stemmen aange
nomen een voorstel van de Kerk van
Oosterzee:
„De Classis stelle zich in verbinding
met de andere Kerken van de Provin
cie Friesland om gezamenlijk er op
san te dringen, dat aan de Kerken, in
tegenstelling met tot dusver overwe
gende invloed op de vorming der Re
dactie van het „Friesch Kerkblad"
worde geschonken".
Op de Part. Synode van Friesland
(Zuid. ged.) zal deze zaak thans aan
hangig gemaakt worden.
GEDENKRAAM JAN DE BAKKER.
Het Nationaal Comité „Gedenkraam
Jan de Bakker" heeft besloten in te
gaan op de aanbiedingen van de kun
stenaars P. N. A. Hofmann, te 's-Gra-
venhage en Max Nauta, te Amster
dam, tot het maken van ontwerpen
voor het gedenkraam, te plaatsen in
de Groote of St. Jacobskerk te 's-Gra-
venhage.
RIJZONDER ONDERWIJS OP URK.
Urk telt nog geen Bijz. School, 't
Openbaar onderwijs is Christelijk ge
tint. Echter wil men thans eigen scho
len hebben, zoodat de vereeniging „Re-
hoboth" tegelijk twee Christelijke
scholen hoopt te openen, waarvoor .be
reids twee hoofden, twee onderwijze
ressen en 10 onderwijzers worden op
geroepen.
BINNENLAND.
DE KON. FAMILIE NAAR HET LOO.
Naar wij vernemen zal de Konink
lijk© Familie zich a.s. Zaterdagochtend
per Staatsspoortrein van 10.24 uur
voor enkele dagen van de Residentie
naar Het Loo begeven. De Prins ver
trekt éérst Zondagochtend daarheen.
HET 7-DE LEERJAAR EN DE
7-JARIGE LEERVERPLICHTING.
De heer Suring, lid van de Tweede
Kamer, heeft aan den Minister van
Financiën, voorzitter van den raad
van ministers, de volgende vraag ge
steld:
Kan de regeering, gezien den loop
der Rijksmiddelen over het jaar 1926
(ruim 31 millioen gulden boven cle ra
ming) en over de maand Januari 1927
(3 Yt 'millioen boven de opbrengst in de
maand Januari 1926), gezien ook het
groote aantal wachtgelders bij het bij
zonder en het openbaar lager onder
wijs op 1 Februari 1927 (resp. 551 en
838, totaal 1389), reeds eenige mede-
deeling doen omtrent het tijdstip,
waarop voorstellen tot wederinvoering
van het verplichte zevende leerjaar en
van de zevenjarige leerverplichting
kunnen worden verwacht?
DE WEGENBELASTINGWET.
Gisteren is afgekondigd „St.bl." No.
26: Kon. Besl. van 5 Febr., houdende
vaststelling van de tijdstippen, waar
op de verschillende bepalingen van de
Wegenbelastingwet in werking treden.
EXPLOITATIEKOSTEN BIJZONDERE
SCHOLEN.
Bij K. B. van 29 Jan. (St.bl. no. 21) is
in afwijking van het advies van den
Raad van State bepaald, dat be
sturen van bijzondere scholen de kos
ten van verzekering van het schoolge
bouw en de belooning voor de na-acte
van den Schoolraad, als deel der ex
ploitatiekosten van hun school, aan
de gemeente in rekening mogen bren
gen.
HET DRENTSCHE VEENKIND.
Men meldt óns:
Bij de propaganda-coonmissie is tot
14 Februari ingekomen netto rond
25.000. De onkosten waren zeer laag
en bestonden in hoofdzaak uit druk-
schrijf- en frankeerkosten der circu
laires aan de girohouders.
Het onderwijs-comité had vóór de
fusie reeds rond 15000 in kas. Van
de vereeniging „Hygiëne voor Moeder
en Kind"' kw&m nog 2000 en van be
vriende zijden samen rond 3000. To
taal bad dus de propaganda-commis-
sie te beschikken voor verpleging van
het Drentsche Veenkind van eind Sep
tember 1926 tot 14 Februari 1927 over
rond 45000.
Inmiddels zijn uit dit bedrag alle
onkosten bestreden van de verpleging
in 4 koloniehuizen en is bovendien
nog voor een paar weken verpleeggeld
in kas.
De afrekening tot 8 Febr. is te vin
den in het e.v. nummer van het „Hoef
ijzer", orgaan van het Centraal Ge
nootschap.
De resultaten der verpleging zijn
volgens algemeen oordeel der vak-
mensclien uitnemend te noemen. Het
bezwaar, dat de kinderen na 6 weken
of langer weer in de schamele huisjes
of krotwoningen terug komen is niet
weg te nemen, doch na de verpleging
staan ze veel gezonder en krachtiger
en opgewekter tegenover den strijd des^
levens. Dit laatste wordt al te vaak
vergeten.
Een direct gevolg van de verpleging
en een factor van verstrekkende be-
teekenis is, dat over heel behoeftig
Drente met volle handen het zaad der
sociale hygiëne wordt gestrooid. Een
deel van dat zaad komt spoedig of
eerst na jaren tot ontkieming, maar
dan draagt het* ook honderd- en dui
zendvoudige vrucht. De kinderuitzen
ding is zonder twijfel een stuk volks
opvoeding in groote stijl en terecht
wordt dit werk door den heer Com
missaris der Koningin van Drente en
door de Rijksinspectie voor de Volks
gezondheid voor de Hygiëne van het
Kind met kracht gesteund.
De Kinderuitzending is dus geen
lapmiddel, maar een saneeringsmid-
del, althans wanneer ook de verple
ging groot werk zal worden.
Vele duizenden hebben hun gulden
of meer geofferd.
Vele tienduizenden moeten echter
nog volgen, want nog steeds rekenen
we om zoo te zeggen bij den dag.
Ook wordt het nu tijd, dat de groote
giften gaan inkomen en dat eindelijk
heel de natie door daadwerkelijke
steun tot uiting brengt, hoezeer zij
door den nood in de venen getroffen is.
De zwarte vlek op de kaart moet en
kan verdwijnen. De bij uitstek deskun
dige en toegewijde Commissaris der
reclame.
Wij maken Uw Schoenen razend-vlug
In 'n minimum tijd hebt U ze terug!
En de prijzen: och, het is overbekend,
Wij hebben daarmede de klanten verwend!
Haarl.straat 210 - Telef. 2063
Koningin heeft immers gezegd: „De
toestand is ernstig, maar niet hope
loos".
Het bestuur van de Propaganda-
cominissie bestaat uit Th. M. Ketelaar,
voorzitter; Ds. H. C. Hogerzeil, vice-
voorzitter; Mr. A. J. M. Leesberg, te
Alkmaar, penningmeester, gironummer,
44418 en A. C. Bos, te Egmond aan Zee
Secretaris.
DE KOLONIALE MIDDELEN.
DeJ gewone middelen der kolonie
Suriname hebben het afgeloopen jaar
335.000 meer opgebracht dan de ra
ming. Tot deze gunstige uitkomst
droeg voornamelijk bij een hoogere
opbrengst van de invoerrechten, die
bijna 200.000 meer opbrachten dan
de raming. De geneeskundige belas
ting bracht ongeveer 13.000 meer op
dan geraamd, en de zegel belasting bij
na 20.000 (tengevolge van de over
dracht van goederen van hooge waar
de). De inkomstenbelasting gaf een
overschot van 18.000. Hetzelfde was
het geval met de successierechten,
die geraamd waren op 8000. Als aan
deel in de schoolgelden op bijzondere
scholen werd ontvangen 48.000, ruim
driemaal meer dan geraaimd was. De
spooropbrengst daarentegen ging on
geveer 30.000 achteruit. Balata con-
cessiën brachten een kleine 40.000
boven de raming op. Bauziet ging iets
achteruit (doordat voorshand alle
krachten waren samengetrokken op
den fabrieksbouw). Het Radio-station
bracht ruim 20.000 op, terwijl ge
raamd was 20.000..
DE ONRUSTJN NICKERIE.
Dertien belhamels van de vechtpar
tij in Nickerie zijn naar Paramaribo
overgebracht. Onder hen bevindt zich
de Javaan Alikoesin, die leider schijnt
te zijn geweest. Hij nam bij het ver
hoor in Nickerie een harditèkkig stil
zwijgen in acht.
De overbrenging geschiedde onder ge
leide van een korporaal en 4 militai
ren. De andere militairen keeren deze
week terug. De politie in Nickerie is
met vier man versterkt.
Hoewel zich geen nieuwe onlusten
in Nickerie hebben voorgedaan, schijnt,
men, naar „De West' schrijft, den
toestand nog niet te vertrouwen, zoo
dat tot enkele dagen geleden nog ge
regeld burgers werden gecomman
deerd, om te helpen wacht te houden.
VEREENVOUDIGDE RECHT
SPRAAK.
Het ontwerp, dat ten doel heeft eeni
ge vereenvoudiging te brengen in de
rechtspraak, door de afdoening van
kleine zaken over te laten aan den
commissaris van politie te Paramari
bo en in de districten aan de districts
commissarissen, is op 20 Januari met
algemeene stemmen op één na, aange
nomen in de Koloniale Staten.
DE COMMUNISTISCHE WOELINGEN
De Landraad te Tjiamis veroordeel
de van vier communisten, beschuldigd
van moord, drie tot de doodstraf en 1
tot levenslange gevangenisstraf.
DE TERREUR IN DE OMMELANDEN
Een beruchte rampokker is neerge
legd en eenige beruchte onderleiders
van de terreur in de Ommelanden
van Padang zijn gearresteerd. Het
meerendeel hiervan is thans gepakt.
VERDUISTERING DOOR EEN
NOTARIS.
Het door den notaris te Ambon, den
heer P., verduisterde bedrag bedraagt
volgens nadere berekening en zijn be
kentenis 230.000. Hiervan komt mis
schien 30.000 terecht.
FEUILLETON.
BLOED EN TRANEN.
83
„Ik vennoed, dat we den moorde
naar dicht in onze nabijheid hebben",
zeide de Officier op langzamen toon,
en allen, zelfs de stugge Starosta, ver
bleekten van die woorden.
„Ik hèb", zoo ging de rechter voort,
„reeds een duidelijke voorstelling van
uwe misdadige handelingen, Victor
Tartof! Gij zijt Sidorski tegen geko
men, toen gij het paardetuig weg
bracht ge kunt het niet ontkennen,
want Sidorski is mijn getuige. Toen
zijt ge naar zijn woning geslopen, en
.(hebt het paar laarzen meegenomen,
dat er stond. Gij zijt goed bekend in
de woning van Sidorski dat weet
het geheele dorp. Daarop zijt gij naar
uw huis gegaan, hebt Sidorski's laar
zen aangetrokken, en met uw geweer
gewapend, hebt gij in den kuil bij den
driesprong uw slachtoffer opgewacht
beken het, Victor Tartof, want een
oprechte bekentenis zal in uw voor
deel strekken 1"
Doch de molenaar zweeg. Hij was
In dit oogenblik diep beklagenswaar
dig, en zijn oogen zwierven in den ver
schrikkelijken angst van den een naar
den ander om redding.
Daarop zijt ge weer gekeerd naar
Sidorski's woning; ge hebt er de laar
zen teruggebracht, en op uw sokken
eht itv uw Viü« bereikt! H t was
sluw aangelegd ik moet het erken
nen; ge wildet op een hekenden stroo-
per ,de verdenking leggen, doch het
opzet is mislukt wilt ge nu beken
nen, Victor Tartof?"
Toen echter kreeg de oude Tartof
zijn spraakvermogen terug. Hij liep
recht op de tafel aan, waar het Heilig
Evangelie lag, en legde de rechter
hand op dat boek.
De Officier vermoedde, wat hij wil
de doep.
„Zweer niet", zei-de hij „wee u,
zoo gij zweert!"
„En toch zweer ik!" barstte de oude
man uit „ja ik zweer het bij dit
Evangelie en bij God en bij Zijp tien
duizend engelen, dgt ik even onschul
dig ben aan den dood van Serguw Ne-
kalof als een pasgeboren kind".
De Rechter echter werd er niet door
geschokt; de arglistigheden van het
menschelijk hart waren hem niet on
bekend, en hij wist die uitvallen op
hun juiste waarde te schatten.
Hij tastte in zijn zak en zeide: „Kent
gij deze portefeuille?"
De molenaar was nu veel bedaar
der; hij bekeek ze met aandacht, en
zeide dan: „Ik denk, dat ze SerguW
.Nekalof heeft toebehoord".
„En kent gij deze leeren geldbeurs?"
„Ze is stellig van Serguw Nekalof
geweest".
„Ze zijn daar straks, vóór ik hier
was, door d.en Starosta en Simeon
Serguwitcli in uw hooiberg, achter oen
paal weggestopt, gevonden. Ze waren
leeg waar hebt gij het geld gelaten,
Victor Tartof"
Deze slag was waarlijk verplette
rend. De molenaar stortte een rauwen
kreet uit; hij sloeg met de handen in
de lucht, en stortte dan voorover,
door een zenuwberoerte getroffen.
De aanwezigen waren op het diep-
ste getroffen. „Het is een Godsge
richt!" prevelde de veldwachter, en de
Starosta knikte stom met het hoofd.
De dokter nam den bewusteloozen
man op. „Is'hier geen ziekenhuis?"
vraagde hij.
De Starosta schudde het hoofd. „On
ze dorpen kennen geen ziekenhuizen
wij hebben zelfs geen geneesheeren
de oude Tartof zal naar het kloos
ter moeten worden vervoerd, dokter!"
„Dat is het beste", zeide de* Officier
„laat hem wegbrengen, dokter 1" en
zoo geschiedde het.
„Behooren wij den zoon van den mo
lenaar ook nog niet in verhoor te ne
men?" vraagde de Starosta.
„Dat behoort tot mijn gebied'.', zeide
de Officier; zijn eerzucht kon het niet
verdragen, wanneer anderen hem on
gevraagd hun raad aanboden.
„Wij moeten al de huisgenooten
van den molenaar spreken", ging de
Officier voort.
„Èr is slechts één de zoon", her
nam de Starosta.
„En hij is idioot", voegde Simeon er
aan toe.
Nicolaas wist er niets van, wat zijn
vader was overkomen; hij was in den
molen bezig, om eenige zakken meel
te verleggen, e"n hij volgde den sche
len veldwachter met zijn onnoozo'en
glimlach. Hij klapte met de tong, en
sloeg nu en dan in de handen, om de
bonte kraaien in de toppen der beu
ken op te jagen, en hij lachte luid
keels, als zijn opzet gelukte.
Hij was van onder tot boven met
meel bestoven, evenals zijn vader; hij
droeg een versleten vilten hoed, en
was een halven voet langer dan de
veldwachter, wien hij volgde met de
blijde nieuwsgierigheid van een kind.
De Officier vraagde hem, wanneer
zijn vader met den meelwagen was
thuis gekomen uit het dorp Sarski, en
als een soldaat aanslaande aan den
vilten hoed, dien hij ophield, zeide hij:
„Te vijf uur of daaromtrent!"
„En wanneer is hij weer uitgegaan?"
„Even daarna".
„Ik ging ook uit; ik zag manken
Ivan aankomen, en passeerde hein".
„Zaagt gij uw vader terugkomen?"
„Ja".
„Waar waart gij toen?"
„Bij de kerk!"
„Zag uw vader je?"
„Ik denk het wel!"
En de onnoozele Nicolaas klapte met
de tong, terwijl hij het doodvonnis
van zijn vader bezegelde.
Met een verwonderlijke snelheid ver
breidde zich in het dorp de tijding, dat
de molenaar was gepakt, en dat het
niemand anders was dan de norsche
molenaar. Het geheele dorp was vol
afschuw, en Sidorski werd van harte
gelukgewenscht, omdat hij door de
hulp der heiligen zoo genadiglijk aan
het verraderlijke net was ontsnapt,
dat die Judas van een. molenaar hem
had gesteld. De Starosta ging in eigen
persoon naar zijn bouwvallige wo
ning; hij drukte de vuile handen van
den strooper en zeide: .Broederke, ik
wensch je geluk!"
De onzekerheid, de onveiligheid, die
men voelde, was geweken, nu men
den moordenaar had, én de Officier
werd hoog geroemd om de doortas
tendheid en de wijsheid, die hij had
geopenbaard.
Doch de Starosta werd niet minder
geprezen. Hij' had zich van een zijde
leeren kennen, die op de goedhartige
boeren den diepsten indruk moest ma
ken. Het dorp wist er alles van. De
eenoogige Badiska, die nu smoordron
ken in de nor zijn roes lag uit te sla
pen, had de groote ruzie tusschen den
Starosta en Serguw Nekalof overal
rondgebazuind, en in spijt van die ru
zie had de Starosta alle pogingen in
bet werk gesteld, om den moordenaar
van zijn tegenstander aan de gerech
tigheid over te leveren. Katinka had
hem nooit zoo vol ijver, zoo gejaagd
gezien, en dat hij nu met schier een
parige stemmen in zijn ambt zou wor
den herkozen, was zoo goed als zeker.
Er was bijna geen mensch, die het
voor den molenaar opnam; hij had
geen vrienden, en zijn norsche, geme
lijke tronie nam onmiddellijk tegen
hem in.
Het dorp was van een nachtmerrie
verlost, nu de oude Tartof was opge^
pakt; het dorp herademde, en de Sta
rosta werd geprezen.
CWordt vervolgd).