CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS. Dit nummer bestaat uil TWEE Bladen. EERSTE BLAD. 7d* JAARGANG WOENSDAG 16 FEBRUARI 1927 NUMMER ^004 IDSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buifen Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaalf 2.50 Per week 1 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2.90 7 Spanning in 1925. De heer Van Vuuren, wiens Gronin ger rede wij gisteren aanhaalden, heeft niet onverdienstelijk geschilderd de spanning, die in 1925 heerschte met en r.a de verkiezingen. In 1925 stonden alle drie rechtsche partijen aan aanvallen in hun zijden bloot van ontevreden geestverwanten. Wij (dat zijn de Katholieken) hebben die te doorstaan gehad, aanvankelijk zelfs van drie kanten van de Nieuwe Katholieke Partij, van St. Michaël en van de Volkspartij. Wij weten dus bij ondervinding hoe in zulke gevallen al le aandacht wordt geconcentreerd op dit eene punt: hoe weren wij het best de gevolgen van die beweging af en behouden wij onze mannekes. De anti-revolutionaire partij heeft een aanval, als waartegen wij ons teen hadden te verweren, vroeger gekend, toen de partij van den heer Staalman tegen haar positie had genomen. Zij is pal staande dien strijd gelukkig te boven gekomen. Ditmaal was de aanval tegen beide bondgenooten echter van anaeren aard Zij werden bedreigd door partijtjes, die ln hoofdzaak om hurt samengaan met Pome, hen bestookten en afvalli gen trachten te maken. Het is daarom niet zoo geheel onverklaarbaar, dat, om zich tegen die zuigkracht van die partijtjes te verweren, de beide chris telijke partijen in de verleiding kwa men de met afval dreigenden in hun anti-papisme tegemoet te. komen In één opzicht waren ze te dien aanzien in ongunstiger positie nog dan wij. Bij ons stond er geen bestaande partij Pe reed, om hen die ons verlieten, op te vangen en was er geen gevaar, dat zoo'n verwante partij zich zou opma ken, om ons mannetjes af 'e troggelen Hoe steviger de antirevolutionairen pal stonden, hoe mooier de kans, dat de christelijk historischen, als zij in anti papistische richting gingen, anti-pa.- pistische antl-revolutiorairen van hun partij zouden aftroggelen. Voor de an ti-revolutionairen moest daarin een verleiding liggen, ten einde hun men- schen riet in de fuik te laten vangen, bij het anti-papisme in 't gevlei te komen. Tot hun eer moet gezegd wor den, dat 7ij trouw aan hun verle den waarin zii steeds een principieele politiek voerden aan die verleidirg schitterend weerstand hebben geboden. Voor de Christelijk-historischen die dadelijk bezweken, was daarin echter een reden gelegen, om eenmaal op dien weg, daarop verder te gaan, omdat, dank de correcte houding der anti-re volutionairen, de kans op winst en voordeel grooter was gewornen. De Christel ijk-historischen konden zich op deze wijze dekken tegen het verlies dat de dwergpartijtjes hun en de anti-revo lutionairen toebrachten. In een opzicht meenen wij dat het slot van dit betoog mank g£\at. Wij geven gaarne toe, dat de kwes tie van het gezantschap bij eten Paus door de Christelijk-Historischen is aan gegrepen om nu eens te toor.en dat men volstrekt niet zoo met Rome in alles meeging. Maar naar onze nKe- ning heeft men daarbij gehoopt dat de R.-Kath, wel toe zouden geven, zooals ze inderdaad ook in 1926 toegegeven hebben. Dat hierin gelegen zou hebben een stille hoop dat de A.-R. partij zou af brokkelen ten gunste van- de C.-H. Unie mogen wij niet aannemen. Voorwaarde tot herstel. De heer Van Vuuren besprak ook de voorwaarde die in de eerste plaats moet ingewiligd worden wil men tot herstel> kunnen komen. Die voorwaarde is, dat er moet zijn een stevige basis voor vertrouwen. Met de opheffing van het gezant schap, zegt hij, is niet de geest bezwo ren, die -de christelijk-historïschen in de verkeerde richting dreef. En daarom is het, nu eenmaal de booze geest is opgeroepen en stevig ge voed, niet zoo gemakkelijk voor onze bondgenooten om nu, alsof er niets ge beurd was, weer naar ons toe te ko men. Wij op onze beurt, door ervaring wijs „geworden, wagen ons riet in de kou, waarin wij in 1925 bevroren, zon der een dikke overjas, die ohs voor een herhaling behoedt. Het moet niet meer gebeuren, dat men een verkiezingsstrijd voert in het te eken van het anti-papisme, alsof ei genlijk de katholieke partij de eenige vijand is, waartegen men zich heeft te verweren, terwijl men in zijn binnen ste met het voornemen rondloopt, straks met die katholieke partij een kabinet te vormen. De partijen moe- BUREAUHooigracht 35 Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 ten daarom in voorafgaand overleg het program van actie vaststellen, dat zij, op elkaar aangewezen, in samen werking zullen trachten te verwezen lijken. Ziet daar m.i. nog altijd het eenige# middel om tot een gezonde 'door kie zers gedragen samenwerking terug te keeren. Het is echter niet toe te pas sen zonder een nieuwe verkiezing en een nieuwe verkiezing is in normale omstandigheden niet voor 1929 te wach ten. Ik zie dus het herstel van de coa litie en het optreden van een parle mentair kabinet niet voor Augustus van dat jaar. Naar het ons voorkomt, is het vol strekt niet noodig om met diehersteL pogingen te wach'en tot 1929. •Zeiden wij gisteren reeds dat bet on gewenscht is om vóór de komende Sta tenverkiezing dit ter sprake te brengen er is nog een reden om van deze Sta- tenstembus een belangrijke invloed te verwachten. Men weet het. al is in de Tweede Ka mer de rechtsche samenwerking offi cieel verbroken, in de Eerste Kamer is de coalitie nog springlevend. Nu heeft deze Statenverkiezing groo ten invloed op de toekomstig© samen stelling van de Eerste Kamer. Wordt, naar we hopen e« verwachten, 'de rechtsche meerderheid in de Staten be houden en verstevigd, dan is daarmee de samenstellirg van de Eerste Kamer voor geruimen tijd rechts gebleven. Ongetwijfeld zal dit een schaduw werpen op de algemeene politiek. Na de Statenstembus moet dan ook. bij gunstigen uitslag, het plantje door ür. de Visser inmiddels geplant, wor den verzorgd en opgekweekt. Wij kunnen die werkzaamheden, die in eerste instantie hui-en ons omgaan, daar zij tusschen Chr.-Hist. en R.-Kath. plaats hebben moeten, met belangstel ling gadeslaan. STADSNIEUWS. OFFICIEELE KENNISMAKING. Gisteren na afloop van de gemeen teraadsvergadering gaf de Burge meester, Mr. A. van de Sande Bakhuij- zen, aan corporaties en personen uit de burgerij, gelegenheid om him op wachting te maken. Een breede rij kwam reeds direct na de vergadering de trappen van het •stadhuis op. Langzaam vulde de ge- heele raadszaal zich met een bonte rij van allerlei vertegenwoordigers van vereenigingen, kerken en organisaties Vergezeld van de wethouders en den secretaris was* de beminnelijke figuur van onzen Burgervader in de weer om alle belangstellenden vriendelijk tegemoet te treden, yoor ieder had hij een vriendelijk woord, een handdruk of een lachje. Voor de Pers was,zeer vriendelijk, ook in de Wethouderskamer een plaatsje gere serveerd. Wij telden ruim 50 organisaties en ons ontgingen nog heel wat namen. Het is niet .doenlijk daar een opsom ming van te geven. Daarom doen wij greep en vermelden de Militaire Over heid, het Waterschap Rijnland, de Ka mer van Koophandel, de Senaat onzer Academie, Studenten-organisaties, Ver eeniging voor Vreemdelingenverkeer, SchoolvereenigingenKerkgenootschap pen, 3-Octobervereeniging, Verschil lende organisaties uit handel en be drijf, zangvereenigingen, gymnastiek- vereenigingen, Padvinders-organisa ties, enz. enz. Ook wij vonden gelegenhid om Z. E. A. onze beste wenschen aan te bie den en ons blad in zijn vriendelijke belangstelling aan te bevelen. A. I. WITMANS. f Hedenmorgen is, na een ongesteld heid van slechts twee dagen, de heer A. I. Witmans Mz., lid Van den Ge meenteraad overleden. Maandagmor gen werd hij op zijn bureau onwel en werd hij door Dr. Horst per auto naar zijn woning gebracht. Aanvankelijk deed het zich niet zoo ernstig aanzien, maar later bleek dat de heer Wit mans een beroerte gekregen bad, en hedenmorgen 9 uur is hij overleden. Dit bericht zal door velen in onze stad met droefheid vernomen worden, want de heer W. was in wijden kring een geziene persoonlijkheid, vooral door zijn bemoeiingen inzake belas ting- en huurkwestie§. De heer Witmans werd 1 December 1861 hier ter stede geboren; zijn vader was boekhandelaar. Na een M.u.l.o.-op leiding te hebben gehad, werd hij klerk bij de Rijksbelastingen hier ter stede. Van 1888 tot 1917 was hij deur waarder bij de Rijks directe belastin gen, eerst te Leiden en na 1907 te 's- Gravenhage. Gedurende 20 jaren heeft hij het voorzitterschap bekleed van de Vereeniging van Deurwaarders bij de Rijksbelastingen. 9 Juli 1901 werd de heer Witmans tot lid van den Gemeenteraad gekozen als candidaat van de Vrijzinnige -par tij. Hij had zitting tot 1 Nov. 1907, toen hij in verband met zijn overplaat sing naar Den Haag als zoodanig ont slag moest nemen. Toen de heer Witmans in 1917 ge- pensionneerd werd, vestigde hij zich weer in zijn geboortestad. Tijdens den oorlog werd hij secretaris van de Ge meentelijke Huurcomimissie, ook was hij secretaris van de Gemeentewonin gen alsmede gedurende 15 jaar voor zitter van de Vereeniging „Schoolkin dervoeding". Als voorzitter van de Democratische kiesvereeniging alhier was de heer Witmans een dergenen die den stoot gaven tot de oprichting der Democra tische Partij. 25 Mei 1923 werd hij als candidaat dezer partij wee'r tot lid van den raad gekozen. De heer Witmans was voorts pen ningmeester van het Hoofdbestuur der Dem. Partij. Opvolger van den heer Witmans als lid van den raad is de heer J. Ebbink, die echter naar wij vernemen geen zitting zal nemen. Mocht dit juist zijn dan zal de vierde op de candidaten- lijst der Dem. Partij, de heer L. Weyl lid van den raad worden. LEZING Dr. K. J. BROUWER. Gisteravond trad in de groote zaal van 't Nut (Steenschuur) op Dr. K. J. Brouwer, Zendingsdirector van Oegst- geest, tot het houden van een lezing over: „Gelijk of ongelijk". Spr. begint, na voorgegaan te zijn in gebed, met er op te wijzen dat een zijdigheid in het leven een onmogelijk heift' is. Iedere zijde heeft haar keer zij Je uit den aard der zaak. Ook be staat er geen menscli, die absoluut eenzijdig is. Zelfs Nietzsche, de man met hardvochtige denkbeelden, moet in het persoonlijk leven een teer hart gehad hebben. Vooral tegenover de geestelijke dingen staan de menschen van onzen tijd zeer dubbelzijdig. Er is in onzen lijd een streven naar gelijk heid. Deze nivelleerings-tendenz vin den we o.m. in de arbeidersklasse ten opzichte van de loonen. En zelfs hfet groote geslachtelijke verschil wil men overbruggen. Spr. haalt eenige voorbeelden aan van de modern© vrouw. Ook echter, vervolgt spr., zien we aan de keer zijde van de medaille de ongelijkheid. Daar vindt men een streven dat met de nivelleerende mechanische wereld verklaring allang heeft afgedaan. Daar zien we hoe het personalisme gehul digd wordt, hoe men ieder kind wil doen opgroeien naar eigen aard en aanleg en ook de studenten op de Academie kunnen, in tegenstelling met vroeger een Ljpaald hoofdvak kie zen met bijvakken. Hetzelfde streven vinden we in het huisgezin waar de ouders er prat op gaan dat ze niet meer indezelfde verhouding tot hun kinderen staan als hun ouders vroe ger tot hen. Zelfs in de kerk vinden we die ongelijkheid. Een kerkdienst voor allcii is niet meer genoeg. Er zijn nu ook kerkdiensten voor jonge men schen en voor kinderen. Spr. wil met dit alles zeggen dat de menschen in het streven naar de gelijkheid oog ge kregen hebben voor de differentiatie. De kwestie van de gelijkheid en onge lijkheid is een probleem geworden, wat dus eigelijk beteekent dat men er aan gaat wanhopen. Men stelt de kwestie paradox. Er is een tijd ge weest dat de gelijkheid van alle men schen aangenomen werd, toen de re- volutie-theorieëp hoogtij vierden. Spr. wijst er op dat wanner men het ver stand op den troon zet, men ook de gelijkheid predikt, maar dat wanneer men het primaire ziet in het hart, de ongelijkheid naar voren komt. Verder behandelt spr. de vraag van gelijkheid en ongelijkheid ten opzichte van twee terreinen: dat der Maatschappij en dat der Zending. Spr. wijst op de sociale kwestie, op de verztkerings- en inva liditeitswetten, op de kwestie van de Medezeggenschap. Dat alles is op de keper beschouwd een streven naar ge lijkheid. Daartegenover stelt spr. het woord van Ramsay MacDonald dat de dag waarop allen gelijk zullen zijn, de laatste dag der goede samenleving zal zijn. Die groote vraag van gelijkheid en ongelijkheid treffen we, aldus spr., ook aan tusschen de rassen en volken, en de ongelijkheid komt daar wel sterk naar voren. De grootste anthropologen weten op die' vraag geen antwoord. Spr. wijst verder op de groote on rust onder de volken. Die onrust komt meestal voort uit het feit dat er op de wereld zijn overheerschers en over re 'schten. De onrust is wel zeer sterk in onze Indien, waar een wijdvertakte beweging is die strijdt voor de gelijk- ic-id. Spr. gaat dan de vraag van gelijk heid en ongelijkheid stellen in het licht van Gods Woord en haalt eenige woorden aan van den apostel Paulus, die als zendeling brengt de boodschap van het Koninkrijk Gods en dan zegt: Eén is Heer van allen. Dat is een ac centueering van de ongelijkheid. In de Schepping ligt de indifferentie. God is een God van menigvuldigheid. Ze hebben echter allen één Heer. Daarin zijn ze gelijk. En ook in het feit, dat ze allen hebben gezondigd. Dan is er nog een gelijkheid die der verlossing. Ze moeten allen door één poort ter zaligheid. Tenslotte wijst spr. er op dat ook in den kling der gemeente Gods veel on derscheid is, maar daar kan het ver schil vrudhtbaar zijn. Petrus zegt, dat de geloovigen zullen gebouwd worden als levende steenen tot een huis Gods. Zoo worden gelijkheid en ongelijkheid verzoend. Alle ongelijke steenen passen te zamen in dat huis. De eene gelijke God is de Vader van allen. Hiermede was de lezing afgeloopen en sloot de spreker met dankzegging. HET LEVEN IN DEN STEENTIJD. Gisteravond hield in het Rijksmu seum van Oudheden aan het Rapen burg Dr. A. E. Remouchamps, conser vator aan dat museum, een lezing over „het leven in den Steentijd", die druk bezocht was. Spr. begon met er aan te herinneren dat bet nog niet zoo lang geleden is, dat men de oudste geschiedenis der menschheid uitsluitend bestudeerde uit geschreven bronnen. In den loop der vorige eeuw is dit anders gewor den en dank zij de opgravingen in ver schillende deelen der wereld, kunnen wij ons thans eenigszins een denkbeeld vormen van de levenswijze der men schen in die lang vervlogen tijden. Van die opgravingen- uit den steentijd (den tijd waarin men zich voorname lijk van steenen huisraad en werktui gen bediende) noemen wij di© in de omstreken van Troje, bij het Uddeler- meer en in Drenthe (onze hunnebed den). De steentijd Lan weer in een twee tal ondertijdperken verdeeld worden. In den oudsten tijd leefden de men schen hoofdzakelijk van jac-ht en vischvangst, doch toen later landbouw en veeteelt hun intrede deden, bracht dit een hoogeren cultuurtrap met zich mede, omdat men nu meer aan een vaste wponplaats verbonden was. en tengevolge daarvan ook meer werk van het bouwen der hutten e.d. ging maken. Een Zweedsch geleerde, de heer Ernst Klein, is op het idee gekomen een experiment te nemen van het le ven der menschen in den steentijd. Hij vond daartoe een tweetal helpers, die bereid waren een paar maanden op dezelfde primitieve wijze te leven als men dat destijds placht te doeh. Het was een heldendaad van deze beide mannen, de wereld van onzen tijd te verlaten en in dierenhuiden gehuld, met steenen werktuigen van boomstam men een hut te bouwen, te leven van fijn gewreven tarwe di© met geitemelk vermengd werd en waarvan op een vuur van takkebosschen koeken wer den gebakken. Vair dit leven is een film opgenomen die het eigendom is van het Staats Historisch Museum te Stockholm, en getiield is „Steenal dersmannen"; deze werd gisteravond vertoond. Het was bijzonder belangwekkend, aldus als bet ware het leven uirt dien oudsten tijd voor oogen- te zien. We zagen de beide „wilden" aan het werk in hun hut, we zagen ze ook op een houtvlot varen en op de vischvungst gaan, in 't kort we zagen hun geheele levenswij ze. Doch we veronderstellen wel. dat ze heel blij zullen geweest zijn toen het experiment voorbij was en ze in de gewone maatschappij terugkeerden. Gisteravond is een rijwiel van cien heer J. W. V. dat hij onbeheerd had laten staan, voor perceel 3 aan de Witte Singel, ontvreemd. Op de fiets bevond zich een pak manufacturen. -Door de politie is gisteren aange houden de 32-jarige koopman P. v. D. wonende te Amsterdam, ter zake van bedrog in den aard van koopwaar, *t verkoopen van een koperen ring voor goud. Gistermiddag had voor de politie post aan de Steenstraat een aanrij ding plaats van de 17-jarige wielrij der W. V. O., door een autobus, zoo dat zijn fiets ernstig werd beschadigd Bij de politie is een mooie her dershond in bewaring, die nog ten spoedigste kan worden teruggehaald. BURGERLIJKE STAND. Geboren: Hermanus, zv. H. C. de Goeij en G. Azier. Johanna Wil hel mina, dv. P. Corba en J. Selier. Cor nelia, d.v. C. Mastrigt en J. Braggaar. Johannes, z.v. j. W. Helversteijn en Gewone adrerteaAiSa per regel 227» cent Ingezonden Mede deelingen, dobbel taxie!* Bij contract, belangrijke reductie* d Kleine advertentiën bij vooraltbetaliag ▼an ten hoogste 30 woorden» worden dage- lijke geplaatst ad 40 cent Belangrijkste nieuws in dit Hummer. Binnenland. Het Leidsche raadslid de heer A. 1 Witmans overleden. De annexatie Haarlem en randge* meenten in de Tweede Kamer. Bollenland. De aardbeving in Herzegowina. Een staatscrediet van tien millloen francs voor de Fransche werkloozen. Tengevolge van den mist in het Ka naal zijn de overzeesche scheepvaart diensten stopgezet. J. Boot. Jacob, zv. W. Kruit en H. M. Hoogervorst. Lily Violette, dv. J. P. Maartense en H. C. van Dam. Pieter, z.v. C. Brandt en C. de Bruin. Johan na, d.v. B. de Zwijger en A. v. d. Weij den. Lambertus, z.v. L. de la Rie en H. Onvlee, Hermanus, z.v. H. v. Zan ten en J. Ivoet. Alida, cl.v. J. v. d. Lin den en W. M. Louwrier. Maria Hen- drika, d.v. M. H. Fontein en J. E. Staf feleu. Jantina, cl.v. D. J. v. Kooten en L. Kikkert. Willem Hendrik, z.v. J. Beij en M. Anneeze. Christina, d.v. A. Tegelaar en M. Holverda; Leendert, z.v. J. J. Kanbier en B. H. Rombaut; Reinier, z.v. R. Regeer en J. S. Deve- ling; Johan Jacobus, z.v. N. J. cle Groot en A. J. E. v. d. Son; Hendricus Theo- dorus, z.v. W. F. Siraa en S. T. de Marie; Margaretha "Susanna, d.v. G. van Oosten en A. Swaak; Pieter Abra ham, z.v. A. Kerseboom en C. Noor- dervliet;; Femmigje, d.v. E. Schrijver en J. H. Varwijk; Theodorus Wilhel mus, z.v. T. Lemstrc. en A. G. J. Hoog kamer; Willem, z.v. M. v. Berkel en H. M. de Marie; Johannes, z.v. G. Ku- perus en J. Boonstoppel;. Anthonia Hendrika, d.v. W. Brakel en A. H. Wassenaar; Cornells Wouter, z.v. L. L. Verwoerd en A. C. Grandia; Jan Dirk; z.v. J. D. v. Egmond en J. Swa- nenburg; Pieter, z.v. J. C. Kuisen en J. Kalkhoven; Teunis, z.v. W. de Roode en C. Spies; Jannetje Adriana, d.v. G. Zonneveld en J. v. Heeringen; Johan na Frederika, d.v. C. S. Boom en J. F. Raar; Johanna, d.v. P. Ciere enM. v. Westbroek; Johannes Cornelis, z.v. H. Tegelaar en J. v. d. Kaay; Cornelis, z.v. J. P. Prins en C. v. d. Heuvel; Cor- nélie Johanna, d.v. B. J. G. Hogewind en C. Haalebos; Jacoba, d.v. J. Singe- ling en G. v d. Nat; Petronella Theodo ra, d.v. H. D. Ivoelewijn en L. Nagte- gaal; Maria, cl.v. A. H. Sieberfc en M. Bon; Wilhelmina Alida, dv. L. C. v. d. Voort en J. v. Kuieren; Hendrik Cor nelis, z.v. N. W. Wassenaar en G. Gla- zenborg; Willem Fredrik, z.v. W. F. Filippo en M. D. v. d. Water. Gehuwd: M. L. Herruer, jm. en1 C. M. Bronsgeest, gesch.; I. Tasseur, jm. en J. Sieval, jet.A. Th. Herruer, jm. en J. v. Berkel, jd.; F. Simons, jm. en M. Leget, jcl.; E. A. A. Meyknecht, jm. en M. C. v. d. Kley, jd.; J. P. Kwestroo, jm. en J. Ober, jd. Overleden: J. Colpa, na., 84 j.j M. J. Plantfeber, z., 79 j.; II. Arnoldus Vermeer, vr., 39 j.; M. A. Holtkamp, m., 37 j.; J. R. Krösschell, d., 34 j.; J. P. Boom, jm., 41 j.; J. G. Rietbergen, z., 68 j.; A. v. Vliet, z., 3 j.; W. J. Taf fijn, z. 18 j.; J. Turenhout,( wedr., 86 j.; M. J. Dekker—Stroehei, vr., 55 j.; II. Rooclenhurg—Kikkert, wedr., 60 j.; J. v. Uffelenv. Noort, vr., 67 j.: J. A'. Welters, vr., 73 j.; A. Besvan Hagen vr., 66 j. BINNENLAND."" AFWEZIGE KAMERLEDEN. Het ild dei* Tewede Kamer, de heer Visscher, heeft aan de Kamer bericht, dat hij wegens ongesteldheid de ver gaderingen niet kan- bijwonen. De heeren Stenhuis en Fleskens wa ren verhinderd, eerstgenoetmde we gens een ernstige keelaandoening, en laatstgenoemde wegens ongesteldheid gisteren de Kamerzitting bij te wonen. PROCUREUR GENERAAL BIJ DEN HOOGEN RAAD. Bij Koninklijk besluit, is met ingang van 1 Mei 1927 aan mr. T. J. Noijon, op zijn verzoek eervol ontslag ver leend uit zijn© betrekking van procu reur-generaal bij den1 Hoogen Raad der Nederlanden, onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten, door hem iri verschillend©- rechterlijke betrekkingen aan Hare Majesteit (le Koningin en den Lande bewezen en is tot zijn opvolger genoemd mr. A. Tak, thans advocaat-generaal bij gemeld college. Mr. Noijon is terzelfdertijd benoemd tot ridder-grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 1