NIEUWti LtlDSCHE COURANT VAN DINSDAG 11 JANUARI 1927 TWEEDE BLAD. WRT DE BLADEN ZEGGEN. Balk en splinter. Op de Belgische Schelde, schrijft de Neder 1., gebeuren wel eens wonder lijke dingen. Eenigen tijd geleden zonk daar de „Alps Mam" en nu pas nog zonk op dezelfde plek het stoom schip „Andreas". Volgens een zegs man van het Antwerpsche blad het „Laatste Nieuws" zit de „Andreas" te ipaard op de „Alps Maru' De Antwerpsche pers maakt zich ^lijkbaar erg boos over dit feit, ver- Wenkt de autoriteiten ervan, dat zij ®iet spoedig genoeg het wrak van eerstgenoemd schip hebben laten op ruimen. Het heeft er inderdaad veel van of dit zoo is. Wanneer er op het Neder- landsch gedeelte der rivier ondiepten ontstaan, kermt heel de Belgische pers over de scheepvaart, die gevaar loopt benadeeld te worden door Nederland- sche nalatigheid, wat dan weldra wel anders blijkt. Zou men hier niet eens de hand in eigen boezem steken? Even nog heeft men van Belgische zijde getracht voor de laatste schip breuk de schuld aan Nederland te ge ven. De Nederlandsche loods zou er aansprakelijk voor zijn, maar dit ver haal bjeek al spoedig niet houdbaar, t Is echter wel eigenaardig, dat men weer hier te lande den zondebok zocht. Intusschen ontbreekt er in België wel zooveel aan de organisatie der diensten de opruiming der wrak ken hangt van „Bruggen en wegen" af in plaats van onder „Loodswezen" te ressorteeren, dat voor peilingen en het leggen van bakens nota bene in lichtingen vragen moet aan eerstge- noemden dienst dat men daar goed doet zichzelf eens te herzien. Zoo denkt klaarblijkelijk ook het Laatste Nieuws erover, dat letterlijk naar aanleiding van de z.i. verkeerde splitsing opmerkt: „Men hoort dus, hoe noodig het is, dat deze belangrijke kwestie eens af doende wordt opgelost; dat is van meer gewicht dan getwist over Schelderegiem in tijd van oorlog en Wielingengeklets". Begint men daar nu ook te begrij pen, dat alles wat met de Schelde sa menhangt in eigen land verschrikke lijk opgeschroefd wordt? Overheidsloonen. Bij zijn besprekingen van de arbeids .voorwaarden in Nederland, aldus het H d b 1 d., heeft de voorzitter der Am- sterdamsche Kamer v. Koophandel in zijn niet uitgesproken „Nieuwjaars redeer de aandacht op gevestigd, dat Amsterdamsqbe takken van nij verheid, in welker productiekosten het loonbedrag een groóte rol speelt, atropieeren. Hij zeide in dit verband: „Wanneer hooge loonen prosperiteit weerspiegelen, zijn zij toe te juichen, doch, voor zoover zij het resultaat zijn van het aanleunen tegen de publiek rechtelijke loonrots, hebben zij een verlammende uitwerking". Aan die zinsnede dachten wij bij de lectuur van een brochuretje van het bestuur der „Centrale van Vereenigin gen van Personeel in 's Rijks dienst", dat hoogere Rijkssalarissen bepleit o.a. met een beroep op de belooning van ander overheidspersoneel, in het bijzonder het gemeentepersoneël. Nu is het begrijpelijk, dat het Rijks personeel deze vergelijking maakt, omdat parallellen met loonen, betaald aan arbeiders in veel onzekerder po sitie, al te zeer hinken. Het staat ook wel vast, dat de be looning in de „sheltered industries" geen maatstaf kan zijn voor die in het particuliere bedrijf, omdat in die be looning geen rekening hoegenaamd be hoeft te worden gehouden met buiten- landsche mededinging. Door opdrijving van die belooning boven het peil van de loonen, die een goed geleid op export van zijn pro ducten aangewezen bedrijf kan beta len, kan men niets anders bereiken, dan welvaartvermindering. Per saldo moeten de gelden waar uit de belooningen van het overheids personeel moeten worden betaald# worden opgebracht door hen die, o.a. in de exportbedrijven, arbeid verich- ten welks productief karakter primair is. Wanneer men van deze bedrijven het risico te sterk vergroot of hun lasten te zeer verzwaart, dan gaan ze ten onder aan kapitaalsgebrek of de onmogelijkheid van looniende afzet. De heeren, die zoo Juid roepen om een hooger geld loon voor overheids personeel in 's Rijks dienst, bedenken te weinig, dat dat allerminst een ver ruiming van levensmogelijkheid be hoeft te beteekenep Integendeel zou een dfigelijke schijnbar*; verruiming, neerkomend op voortduren van de zware lasten, die drukken op de par ticuliere bedrijven, zeer wel kunnen worden een werkelijke beperking. Van het administratieve werk voor rijk en gemeente, hoe onmisbaar het- ook is en hoezeer het verdient goed, d.w.z. economisch en met toewijding te worden gedaan, rookt de schoor steen niet. Hét zijn de administrabe- len, wier arbeid en ondernemings geest wier bereidheid geldelijke irsico's te loopen als een winstkans lokt, wier leiderschap en beleid de waarden moe ten scheppen, waarop de overheid voor een soms en vooral in Neder land zeer belangrijk deel beslag legt, om er o.a. de overheidsbeloonin- gen uit te betalen. Juist de ambtenaren in publieken dienst zouden dus begrip moeten ver raden voor de noodzakelijkheid, dat de lasten op het particuliere bedrijf zoo veel mogelijk worden verlicht, opdat de welvaart, die dit bedrijf scheppen moet, een ruimtre honoreering van den publieken dienst op den duur mo gelijk maakt. De brochure van de Centrle Ver. v. Personeel in 's Rijks Dienst vat de zaak dus van den verkeerden kant aan. KERK EN SCHOOL. GEREF. KERKEN. Beroepea: Te Katendreoht, G. Laarman te Klundert. Bedankt: Voor Nieuwerkerk a.cL IJssel, C. W. Keur te Heinkenszand. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Barendrecht, J, W. ran Ree te Schiedam. BEVESTIGING. INTREDE EN AFSCHEID. Zondagmiddag nam Ds. Mr. "W,, S. de Vries wegens vertrek naar Voor burg afscheid van de Geref. Kerk te Tzum. De scheidende ieeraar bepaalde zijn talrijk gehoor bij Hab. 3 2 en nam als hoofdgedachte Habakuks gebed voor Gods volk, achtereenvolgens stil staand bij 1. de aanleiding tot. 2. denio houd van en 3, de zielestemming onder deze bede. Ouderling A Hoekstra bracht aan bet einde der predicatie Ds. de Vries dank voor zijn arbeid en deed hem toezingen Ps. 121 4. Ds. H. van Munster van Lollumvei tolkte de gevoelens der classis Frano ker, terwijl ook nog het woord voer den afgevaardigden van de Kerken van Achlum en Wins urn. Ds. de Vries dankte voor deze toe spraken, waarna de gemeente nog staaV de toezong de zegenbede uit Psalm 134 INTREDE Dr. J. H. BAVINCK. Zondagochtend is Dr. 'J. H. Bavinck gekomen van Bandoeng, door zijn vader 's, C. B. Bavinck van Rotterdam, inde Geref. Kerk van Heemstede bevestigd met eer» predicatie over 1 Ooti'. 4 1 an 2, aan het eind waarvan den nieuwen Predikant staande werd toegezongen Pa 134 3- Zondagsavonds deed Ds. Bavinck voor een volle kerk zijn intrede, sprekende ever Efeze 3:1s en 19, waarin Paulus het ideaal van de gemeente van Chris tus en daarmee .tegelijk het doel van de lambteljjke bediening sehetst. Aan het einde van zijn predicatie richtte Dr. Bavinck zich tot zijn bevestiger, kerke- keraad en gemeente, en memoreerde hij zijn verblijf te Bandoeng, waar sterke banden hem bonden. Dr. Bavinck werd vervolgens toege sproken door ouderling J. T. R. Schreu- der namens den,kerkeraad, waarnahem werd toegezongen Ps. 146 1. De ou derling J. Wameling van Haarlem sprak namens naburige kerken. Ds. G. DAVELAAR. f In den ouderdom van bijna 79 jaai is Zaterdagavond te Utrecht ten huize van zijn zoon overleden Ds. G. Davelaai emeritus-Predikant der Geref. Kerk van Lunteren. Ds. G. Davelaar werd 27 Januari 1848 geboren. Hü -was godsijieostondei* wijzer in de Ned. Herv. Gem. te Ede, waar hij dè doleantie leidde. Daarna was hij daar eenigen tijd als oefenaar werkzaam. Vervolgens werd hijUeerenrt ouderling te Kamerik en De In 1900 werd hjj door de classis Gor cum der Geref. Kerken toegelaten vol- fens art. 8 tot den dienst des Woords. chteresnvolgens diende hij de Kerken van Giessendam, 19011902, Sleeuwjjï. 19021905, Aalst 190;1912. Lunte ren 19121918, In Februari vanlaatst genoemd jaar ontving hij eervol eme ritaat en vestigde zich te Utrecht. Woensdag a.s. om half twaalf zal op de ^e Algem. Begraafplaats te Utrecht de ter aardebesteïïing van het stoffelijk overschot plaats vinden. STEUNFONDS BOND VAN BEZWAARDEN. Te Amsterdam in de Parkkerk zal 2c Januari a.s. een concert worden gege ven, welks opbrengst bestemd is vool het Steunfonds van den Nationalen Bond van Bezwaarden, dat hulp biedt aan Predikanten, Studenten, onderwij zers en andere, die ingevolge vatohun bezwaard zijn over de besluiten der As ser Synode maatschappelijke zwarig heden ondervinden en om hun overtui fing in geldelijke moeilijkheden gera- en". EEN ZENDINGSHOSPITAAL TE ELATEN. Naar Ds. v. Ankum in de Delftscha Geref. Kerkbode mededeelt, heeft de N.V. Klatensche Cultuur-Mij. aangebo den een hospitaal te bouwen te Klatea voorloopig van 72 bedden, en dit ter ex ploitatie de Geref. Kerk van Delft met samenwerkende classes aangeboden. Bo vendien zegt de Maatschappij eenjaai- lijksch bedrag toe tot bestrijding van de kosten van het ziekenhuis. De algem. vergadering van Zendinge arbeiders op Midden-Java heeft voorge steld dit aanbod te aanvaarden. In een vergadering van de zendende Kerk met deputaten der samenwerkende classes, werd dit voorstel met dankbaarheid aan genomen. BEROEPINGSWERK TE AMSTERDAM. Voor de vacature-Van Schouwenburg in de Ned. Herv. Gemeente te Amster dam, is door de gezamenlijke Vriender kringen het volgende drietal opgemaakt Ds. A. A. Donszelmann, te Wassenaar Ds. A. D. Meeter te Loosduinen en Ds T. G. van Reeuwiik te Hillegersberg. Aangezien dit net eenige drietal ia dat wordt aangeboden, mag "verwacht worden, dat het officieel zal worden op gemaakt. DE PLANTAGEKERK TE AMSTERDAM. In de Plantagekerk van de Gerefor meerde Kerk van Amsterdam zal 13 Fe bruari a.s. de laatste dienst worden ge houden. aagjgrsM" ■■wi n m 11 i Uit het Sociale Leven. GEBEURTENISSEN OP ARBEIDSGE BIED GEDURENDE 1926. Het bureau van liet Centraal Over leg heeft, evenals dat voor 1924 en '25 i3 geschied, uit den inhoud der half- maandelijksche overzichten, aange vuld met de gegevens uit andere bron nen, in het bijzonder die van het Cen traal Bureau voor de Statistiek, een overzicht opgesteld van de voornaam ste gebeurtenissen op arbeidsgebied ge durende 1926. Aan de algemeene inleiding ont- leenen wij het volgende: In het algemeen kan men zeggen, dat in 1926 een verdere stabilisatie der arbeidsvoorwaarden plaats vond. Natuurlijk vonden 'er wijzigingen plaats en gingen deze hier en daar ge paard met conflicten, doch noch de wijzigingen, noch de conflicten waren zoodanig, dat 1926 daardoor zou wor- den gekenmerkt. De arbeidsvoorwaarden bleven over het algemeen ongewijzigd. Hier en daar werden nog loonsverlagingen doorgevoeld, terwijl elders weer loons- verboogingen plaats vonden. Deze wij zigingen waren meestal een gevolg van bijzondere omstandigheden, zoo dat er geen algemeen karakter uit is af te leiden. Ook wat de sociale wetgeving en de regeeringsmaatregelen betreft was 1926 een kalm jaar, ongetwijfeld ook ten deele een gevolg van het optre den van de nieuwe regeering, waar van in het bijzonder de minister van Arbeid herhaaldelijk te kennen gaf. dat hij een nieuweling in het vak was en op tal van punten zijn oordeel nog niet zoodanig had kunnen vormen om reeds met groote plannen en voorstel len te komen. Gewezen wordt op het wetsontwerp in zake de burgerrechtelijke regeling der collectieve arbeidsovereenkomst, en het voorontwerp Ziektewet, dat on geveer half December bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig werd ge maakt. Van belang was verder de houding van de regeering ten aanzien van de ratificatie van de ontwerp-ver drag en der internationale arbeidsconferenties. Wat de vakbeweging van werkgevers en arbeiders betreft, zij de aandacht gevestigd op de stichting van het Ver bond van Nederlandsche Werkgevers als fusie van de drie werkgeverscen- tralen op wetgevend en commercieel gebied. In de arbeddersvakbeweglng trad in 1926 de figuur van den voorzitter van het N.V.V., Stenhuis. naar voren; hij ging daarbij echter te eigenmachtig te werk en moest, toen het zijn colle ga's te erg werd, zich dan ook naar de organisatorische verhoudingen schikken. In R.K. kringen werd aan het einde des jaars groote beroering gewekt, doordat de RJC. arbeiderscentrale een rapport publiceerde over de arbeids verhoudingen, in het bijzonder in het Zuiden des lands, welk rapport door de R.K. werkgevers met een verweer schrift werd beantwoord. De werkloosheid in de verschillen de bedrijfstakken daalde in 1926 over het algemeen een weinig, terwijl ook de prijzen en de kosten van levens onderhoud alles bii elkaar een geringe daling vertoonden. Vermelding verdient nog, dat tegen het einde des jaars door de arbeiders organisaties in verschillende bedrijven de collectieve arbeidsovereenkomsten werden opgezegd, en dat zij mededeel den deze niet ongewijzigd te willen continueeren. Waar echter reeds be paalde voorstellen werden gedaan, stonden de werkgevers afwijzend, ter wijl zij in verschillende gevallen zoo zeer van de onmogelijkheid om de wenschen in te willigen overtuigd wa ren,» dat zij onderhandelingen er over van geenerlei waarde achtten. UIT DE STEENINDUSTRIE. Na de opzegging van het collectieve arbeidscontract door de werkgevers in de steenindustrie, hebben er bespre kingen plaats gehad tusschen de orga nisaties van werkgevers en werkne mers. De onderhandelingen hadden een bevredigend verloop; van een con flict is geen sprake. VERZEKERINGSBEDRIJF De Nat. Bond van Handels en Kan toorbedienden „Merhurisus", de R.K. Bond van Handels- en Kantoor- en Winkelbedienden „St. Franciscus van Assisië" en de Ned. Vereen, van Chr. Kantoor- en Handelsbedienden hebben aan de directies van een vierhonderd tal ondernemingen op verzekeringsge- bied een ontwerp-regeling der arbeids voorwaarden ter overweging en nade re bespreking aangeboden. In dit ontwerp worden de personen, werkzaam in het bedrijf, ingedeeld dn vier groepen: a. bedienden, belast met eenvoudigen arbeid; b. bedienden, die zelfstandig eenvoudigen administratie ven arbeid verrichten, alsmede adjunct inspecteurs; c. assistenten met vak- en bedrijfskennis en d. leidende functio narissen. Daarvoor wordt een salaris- regeling voorgesteld volgens welke in AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 11 Januari 1927 Mien klaagt wel eens over de duis terheid van den ambtelijken stijl die in een stortvloed van woorden de een voudige gedachte verzwelgt. Zoo i ontving dezer dagen een onzer gemeentebesturen een schrijven van een der officieele bureaux in Den Haag. waaruit noch de burgemeester noch de secretaris wijs konden wor den. En een der ambtenaren die reed9 heel zijn leven met officieele stukken gewerkt had, zag hoogstens kan9 met behulp van de aan dit stuk vooraf gaande en de daarop volgende missive de w a a r s c h ij n 1 ij k e bedoeling er van te'raden. En wie weet door hoeveel handen dit stuk gegaan was alvorens het uit ging. Zou het niet gewenscht zijn, dat er in Den Haag eens een „commies-re dacteur" kwam die de kunst verstond zich in voor ieder begrijpelijke taal uit te drukken? Of denkt men daar als de diplomaat Talleyrand: de taal dient den mensch om zijn gedachten te verbergen? OBSERVATOR groep a. de minima zullen bedragen: van 18 jaar f900, 21 jaar f1350. 25 jaar f1900, 30 jaar f2500; in groep b.: 21 jaar f1800, 25 jaar f2500, 30 jaar f3000; in groep c.: 25 jaar f3000, 30 jaar f3500; d»: algemeen minimum van f5000. Voor de klassen A tot C gel den in 't algemeen een periodieke sa laris verhooging van minstens f 100 per jaar. Verder bevat de regeling o.m. toe lagen voor het behalen van praktijkdi ploma's, een scheidsgerecht bii geschil over groepeering van bepaalde bedien den .bevorderen der vakkennis, het streven naar toepassing van een pen sioenregeling, regeling van den ar- bei'dsbeidsduur. een jaarlijksche vacan tie van minstens veertien dagen en een vrijen Zaterdagmiddag, regeling der rechtspositie en arbitrage bij on vrijwillig ontslag, vastlegging der ar beidsvoorwaarden in een collectief ar beidscontract. INTERNAT. CHR. VAKVERBOND. Het secretariaat van de Chr. Vakbe- wegings-Internationale te Utrecht heeft een schrijven ontvangen met het ver zoek om aansluiting bij de Internatio nale van het R.K. Werkliedenverbond in Mexico, dat zijn zetel te Mexico D. F. heeft. Diit Verbond telt 353 plaatselijke af- deelingen met een toaal van 20.374 le den. Deze aanvraag zal aan het be stuur van het Intern. Chr. Vakverbond worden voorgelegd. HET ORGAAN VAN DE INTERNAT. CHR. VAKBEWEGING. Het orgaan van het Int. Chr. Vak verbond, dat reeds vier jaar lang uit gegeven wordt in den vorm van een bulletin met mededeelingen omtrent de Chr. Vakbeweging in de verschil lende landen, zal met den vijfden jaar gang verschijnen onder den titel „De Internationale Christelijke Vakbewe ging". De redacteur, de heer Serrarens. se cretaris van het Int. Chr. Vakverbond, heeft zich thans ook de medewerking verzekerd van een groot aantal vak bewegingsleiders, sociologen en econo misten uit een elftal landen van Eu ropa. UIT DE OMGEVING. ALPHEN AAN DEN RIJN. Langs den Oostkanaalweg kwam «zekere S. uit Ha^erswoude, door het slipper van het wiel, met zijn motor in een sloot terecht. S. wist zich op liet droge te werken, terwijl hulpvaardi ge hadden de motor uit het water haai den Gevesiigd: J. D. Hoogervorst en gezin, Steekterweg 2 van 's-Gravenhago.. Alida J. Nicolai, Prinsenlaan 9, van Gravenhage. Martha Kohlbrecher, Toe- ganscheweg 2, van Zwaag. Elisabeth G Hoogeveen, Julianastraat 38, van Amer9 foort. Maria Blijleven, Noordeinde 7 van FEUILLETON. M'rto Opoffering beloond. 38) „Breng Guitfo eens in de serre van de orchideën, kind; en laat aan je neef ook het mooie palmenlaant je eens zien. Je hebt nog net een half uurtje over vó6r het ontbijt, profiteert er van om samen eens te gaan wandelen. Je moet me eens zeggen, hoe je mijn ver zameling vindt. Guido!" zeide hii tot den iongen man, die hem een knip oogje van verstandhouding gaf. Verlangend om zijn nicht eens on der vier oogen te spreken, dankte de markies glimlachend. '„Kom Guido", zei Piëta zacht, even eens met de bedoeling dit onderhoud met haar neef goed te benutten. Het jonge meisje, met haar stralen- den blik, haar wangen, nog roodgetiïnt door de aandoening, tengevolge van 't gesprek met den baron, met hare rose, batisten japon, afgezet met sneeuw wit kantwerk, scheen als de verper soonlijking van jeugd en schoonheid. Zij vormde een scherpe tegenstelling met den baron, wiens dn de buiten lucht verbruinde tint, rijzige gestalte en robuste vormen de verpersoonlij- kine boden van kracht en gezondheid. De bankier volgde hen met den blik en dacht aan zijn verlangens om dde twee te vereenigen „Zie eens. Thom, wat een prachtig paartje dat is! Guido bezit wel de ga ve, om zijn nicht afleiding te geven. Sinds gisteren is ze 'dezelfde niet meer". „Uw neef is een flinke jonge man", bevestigde de baron, die aanstonds 't gesprek op een ander .punt bracht, daar hij bang was Piëta te verraden en niet tegen zijn gemoed ln wilde spreken. Langzaam voortwandelende, kwa men de jongelui aan hun doel. Het hart van Piëta klopte, haar lip pen heef den en met vlugge woorden vroeg zij hem; „Heeft uw vriend u dikwijls in Zjijn brieven van luitenant Lenooy geschre ven?" „Bijna in eiken brief, die mii uit China bereikte", antwoordde de jonge man, verrast door die onverwachte vraag. Het jonge meisje bloosde. Een diepe ontroering maakte zich van haar mees ter. „Walter is niet alleen de oudste en vertrouwdste vriend van ons huis, hij is ook mijn verloofde", verklaarde zij met bevend-teere stem. En haar schitterende oogen naar haar neef opslaande, ging zij met fluis terende stem voort: „Begrijp je nu. Guido, waarom ik in alles wat hem betreft, zooveel belang stel?" Guido de Servannais scheen dat laat ste woord niet gehoord te hbeben. Ver baasd jioor die_ onthulling, die zijn opkomende liefde trof als een bliksem slag, antwoordde hij: „J« verloofde. Piëta? Is dii© jonge man je verloofde? Heb ik goed ver staan? Hoe is 't dan te verklaren, dat je pa zoo pas verklaarde „Dat; Ik vrij was, niet waar? Pa ver gist zich", antwoordde zij rustig. En met zachte stem voegde zil er aan toe': „D© waarheid is zóó. dat mijnheer Lenooy, door een jammerlijke vergis sing, aan mijn vader geschreven heeft dat hij zijn woord introk, hij moest zoo handelen, schreef hij. Maar ik heb het niet aanvaard, ik beschouw mij nog steeds door de duurste eeden aan hem verbonden". Een lang stilzwijgen volgde op die verklaring. De gelukshemel betrok donker in 't hart van den iongen man. Verscheidene malen, gedurende de korte visites, die hij bij de familie had afgelegd, had Guido, bii het zien van zijn nicht, gedacht, dat zii later een. uitnemende levensgezellin zou zijn. Maar zii was toen nog zóó jong. en zóó teer. dat hij die gedachten voor loopig het zwijgen had opgelegd. Eerst kort geleden op het feestje van Pieta's twintigsten verjaardag, had hij opgemerkt, rla* bet kind volwassen ge worden was. Klin genegenheid voor «haar was door den omgang in den hui selijken kring steeds meer aange groeid. En nu op eens. nu zijn gene genheid tot werkelijke liefde was op gebloeid, was zij onherroepelijk voor hem verloren. Zijn geluksdroom .ternauwernood op gekomen in zijn geest, vervloog weder als rook. Echter, niettegenstaande zijn teleur stelling, dacht hij er niet aan, zijn me dedinger op zij te -dringen. 'Hij had zijn sympathie voor zijn nicht niet verborgen gehouden. In be dekte termen had hij soms gezinspeeld, op de toekomst en hij begreep daarom dat de openhartige mededeeling van Piëta een aankondiging beduidde, dat hij alle hoop op dit punt moest laten varen. De markies was niet zelfzuchtig om de verdwijning van een mededinger te wenschen. Dat zou strijden tegen de goddelijke liefde-wet, en Guido re gelde heel zijn leven naar de christe lijke beginselen, die hem van z'ni jeugd af waren ingeprent. Maar toch, ons lot wordt soms op zoop. wonderlijke wijze bepaaldDie Walter kon sneu velen in dat verre landPiëta zou in dat geval vrij worden, en dan, wie weet? Maar hij wierp dat ideie ver van zich af, als een slechte gedachte. Op dit oogenblik had hij zich slechts te onderwerpen. „Wat je me daar meedeelt, bedroeft me diep. Piëta, dat wil ik Je niet ver bergen", zeide hii eindelijk. „Je hadt me den gelukkigste der stervelingen gemaakt, als je mijn vrouw hadt wil len worden, de vreugde van mijn le- ven. de geliefde gade. die troost en steunt in de moeilijke uren des levens. Je bent niet vrij meer. Ik vind. het jammer. Maar toch dank ik je, dat Je me je vertrouwen waardig gekeurd hebt. je zult er geen spijt van hebben". Dankbaar slceg ze de oogen tot hem op en gaf hem de hand. „Ik geloof het!" antwoordde zij een voudig. En glimlachend om haar ontroering te verbergen, ging zij voort: „En de orchideeën, Guido!La ten we ze niet vergeten. Pa is er erg gevoelig voor, dat men zijn verzame ling op prijs stelt". „Laten we ze gaan zien", antwoord de de jonge man zuchtend. En hij over dacht bij zich zelf. dat geen enkele bloem zoo bekoorlijk voor hem koti zijn, dan die teere. fijne bloem, bloei end in het hart van Piëta. XX. Een telegram! Piëta wa9 bleek geworden, toen bet kleine blauwe papiertje aan haar va der overhandigd werd. Toch was in het huis van den ban kier de aankomst van een telegram 'n heel gewoon iets. Ofschoon ze gewoon lijk aan het bureau geadresseerd wa ren, ging er toch geen week voorbij of mijnheer de Verbrugge ontving er een aan zün persoonlijk adres. CWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5