NIEUWti LtlDSCHE COURANT VAN DINSDAG 11 JANUARI 1927
TWEEDE BLAD.
WRT DE BLADEN ZEGGEN.
Balk en splinter.
Op de Belgische Schelde, schrijft de
Neder 1., gebeuren wel eens wonder
lijke dingen. Eenigen tijd geleden
zonk daar de „Alps Mam" en nu pas
nog zonk op dezelfde plek het stoom
schip „Andreas". Volgens een zegs
man van het Antwerpsche blad het
„Laatste Nieuws" zit de „Andreas" te
ipaard op de „Alps Maru'
De Antwerpsche pers maakt zich
^lijkbaar erg boos over dit feit, ver-
Wenkt de autoriteiten ervan, dat zij
®iet spoedig genoeg het wrak van
eerstgenoemd schip hebben laten op
ruimen.
Het heeft er inderdaad veel van of
dit zoo is. Wanneer er op het Neder-
landsch gedeelte der rivier ondiepten
ontstaan, kermt heel de Belgische pers
over de scheepvaart, die gevaar loopt
benadeeld te worden door Nederland-
sche nalatigheid, wat dan weldra wel
anders blijkt. Zou men hier niet eens
de hand in eigen boezem steken?
Even nog heeft men van Belgische
zijde getracht voor de laatste schip
breuk de schuld aan Nederland te ge
ven. De Nederlandsche loods zou er
aansprakelijk voor zijn, maar dit ver
haal bjeek al spoedig niet houdbaar,
t Is echter wel eigenaardig, dat men
weer hier te lande den zondebok
zocht.
Intusschen ontbreekt er in België
wel zooveel aan de organisatie der
diensten de opruiming der wrak
ken hangt van „Bruggen en wegen"
af in plaats van onder „Loodswezen"
te ressorteeren, dat voor peilingen en
het leggen van bakens nota bene in
lichtingen vragen moet aan eerstge-
noemden dienst dat men daar goed
doet zichzelf eens te herzien.
Zoo denkt klaarblijkelijk ook het
Laatste Nieuws erover, dat letterlijk
naar aanleiding van de z.i. verkeerde
splitsing opmerkt:
„Men hoort dus, hoe noodig het is,
dat deze belangrijke kwestie eens af
doende wordt opgelost; dat is van
meer gewicht dan getwist over
Schelderegiem in tijd van oorlog en
Wielingengeklets".
Begint men daar nu ook te begrij
pen, dat alles wat met de Schelde sa
menhangt in eigen land verschrikke
lijk opgeschroefd wordt?
Overheidsloonen.
Bij zijn besprekingen van de arbeids
.voorwaarden in Nederland, aldus het
H d b 1 d., heeft de voorzitter der Am-
sterdamsche Kamer v. Koophandel in
zijn niet uitgesproken „Nieuwjaars
redeer de aandacht op gevestigd,
dat Amsterdamsqbe takken van nij
verheid, in welker productiekosten
het loonbedrag een groóte rol speelt,
atropieeren. Hij zeide in dit verband:
„Wanneer hooge loonen prosperiteit
weerspiegelen, zijn zij toe te juichen,
doch, voor zoover zij het resultaat zijn
van het aanleunen tegen de publiek
rechtelijke loonrots, hebben zij een
verlammende uitwerking".
Aan die zinsnede dachten wij bij de
lectuur van een brochuretje van het
bestuur der „Centrale van Vereenigin
gen van Personeel in 's Rijks dienst",
dat hoogere Rijkssalarissen bepleit
o.a. met een beroep op de belooning
van ander overheidspersoneel, in het
bijzonder het gemeentepersoneël.
Nu is het begrijpelijk, dat het Rijks
personeel deze vergelijking maakt,
omdat parallellen met loonen, betaald
aan arbeiders in veel onzekerder po
sitie, al te zeer hinken.
Het staat ook wel vast, dat de be
looning in de „sheltered industries"
geen maatstaf kan zijn voor die in het
particuliere bedrijf, omdat in die be
looning geen rekening hoegenaamd be
hoeft te worden gehouden met buiten-
landsche mededinging.
Door opdrijving van die belooning
boven het peil van de loonen, die een
goed geleid op export van zijn pro
ducten aangewezen bedrijf kan beta
len, kan men niets anders bereiken,
dan welvaartvermindering.
Per saldo moeten de gelden waar
uit de belooningen van het overheids
personeel moeten worden betaald#
worden opgebracht door hen die, o.a.
in de exportbedrijven, arbeid verich-
ten welks productief karakter primair
is. Wanneer men van deze bedrijven
het risico te sterk vergroot of hun
lasten te zeer verzwaart, dan gaan ze
ten onder aan kapitaalsgebrek of de
onmogelijkheid van looniende afzet.
De heeren, die zoo Juid roepen om
een hooger geld loon voor overheids
personeel in 's Rijks dienst, bedenken
te weinig, dat dat allerminst een ver
ruiming van levensmogelijkheid be
hoeft te beteekenep Integendeel zou
een dfigelijke schijnbar*; verruiming,
neerkomend op voortduren van de
zware lasten, die drukken op de par
ticuliere bedrijven, zeer wel kunnen
worden een werkelijke beperking.
Van het administratieve werk voor
rijk en gemeente, hoe onmisbaar het-
ook is en hoezeer het verdient goed,
d.w.z. economisch en met toewijding
te worden gedaan, rookt de schoor
steen niet. Hét zijn de administrabe-
len, wier arbeid en ondernemings
geest wier bereidheid geldelijke irsico's
te loopen als een winstkans lokt, wier
leiderschap en beleid de waarden moe
ten scheppen, waarop de overheid
voor een soms en vooral in Neder
land zeer belangrijk deel beslag
legt, om er o.a. de overheidsbeloonin-
gen uit te betalen.
Juist de ambtenaren in publieken
dienst zouden dus begrip moeten ver
raden voor de noodzakelijkheid, dat de
lasten op het particuliere bedrijf zoo
veel mogelijk worden verlicht, opdat
de welvaart, die dit bedrijf scheppen
moet, een ruimtre honoreering van
den publieken dienst op den duur mo
gelijk maakt.
De brochure van de Centrle Ver. v.
Personeel in 's Rijks Dienst vat de
zaak dus van den verkeerden kant
aan.
KERK EN SCHOOL.
GEREF. KERKEN.
Beroepea: Te Katendreoht, G.
Laarman te Klundert.
Bedankt: Voor Nieuwerkerk a.cL
IJssel, C. W. Keur te Heinkenszand.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Barendrecht, J,
W. ran Ree te Schiedam.
BEVESTIGING. INTREDE EN
AFSCHEID.
Zondagmiddag nam Ds. Mr. "W,,
S. de Vries wegens vertrek naar Voor
burg afscheid van de Geref. Kerk te
Tzum. De scheidende ieeraar bepaalde
zijn talrijk gehoor bij Hab. 3 2 en nam
als hoofdgedachte Habakuks gebed
voor Gods volk, achtereenvolgens stil
staand bij 1. de aanleiding tot. 2. denio
houd van en 3, de zielestemming onder
deze bede.
Ouderling A Hoekstra bracht aan bet
einde der predicatie Ds. de Vries dank
voor zijn arbeid en deed hem toezingen
Ps. 121 4.
Ds. H. van Munster van Lollumvei
tolkte de gevoelens der classis Frano
ker, terwijl ook nog het woord voer
den afgevaardigden van de Kerken van
Achlum en Wins urn.
Ds. de Vries dankte voor deze toe
spraken, waarna de gemeente nog staaV
de toezong de zegenbede uit Psalm 134
INTREDE Dr. J. H. BAVINCK.
Zondagochtend is Dr. 'J. H. Bavinck
gekomen van Bandoeng, door zijn vader
's, C. B. Bavinck van Rotterdam, inde
Geref. Kerk van Heemstede bevestigd
met eer» predicatie over 1 Ooti'. 4 1 an
2, aan het eind waarvan den nieuwen
Predikant staande werd toegezongen Pa
134 3-
Zondagsavonds deed Ds. Bavinck voor
een volle kerk zijn intrede, sprekende
ever Efeze 3:1s en 19, waarin Paulus
het ideaal van de gemeente van Chris
tus en daarmee .tegelijk het doel van de
lambteljjke bediening sehetst. Aan het
einde van zijn predicatie richtte Dr.
Bavinck zich tot zijn bevestiger, kerke-
keraad en gemeente, en memoreerde hij
zijn verblijf te Bandoeng, waar sterke
banden hem bonden.
Dr. Bavinck werd vervolgens toege
sproken door ouderling J. T. R. Schreu-
der namens den,kerkeraad, waarnahem
werd toegezongen Ps. 146 1. De ou
derling J. Wameling van Haarlem sprak
namens naburige kerken.
Ds. G. DAVELAAR. f
In den ouderdom van bijna 79 jaai
is Zaterdagavond te Utrecht ten huize
van zijn zoon overleden Ds. G. Davelaai
emeritus-Predikant der Geref. Kerk van
Lunteren.
Ds. G. Davelaar werd 27 Januari
1848 geboren. Hü -was godsijieostondei*
wijzer in de Ned. Herv. Gem. te
Ede, waar hij dè doleantie leidde.
Daarna was hij daar eenigen tijd als
oefenaar werkzaam. Vervolgens werd
hijUeerenrt ouderling te Kamerik en De
In 1900 werd hjj door de classis Gor
cum der Geref. Kerken toegelaten vol-
fens art. 8 tot den dienst des Woords.
chteresnvolgens diende hij de Kerken
van Giessendam, 19011902, Sleeuwjjï.
19021905, Aalst 190;1912. Lunte
ren 19121918, In Februari vanlaatst
genoemd jaar ontving hij eervol eme
ritaat en vestigde zich te Utrecht.
Woensdag a.s. om half twaalf zal op
de ^e Algem. Begraafplaats te Utrecht
de ter aardebesteïïing van het stoffelijk
overschot plaats vinden.
STEUNFONDS
BOND VAN BEZWAARDEN.
Te Amsterdam in de Parkkerk zal 2c
Januari a.s. een concert worden gege
ven, welks opbrengst bestemd is vool
het Steunfonds van den Nationalen
Bond van Bezwaarden, dat hulp biedt
aan Predikanten, Studenten, onderwij
zers en andere, die ingevolge vatohun
bezwaard zijn over de besluiten der As
ser Synode maatschappelijke zwarig
heden ondervinden en om hun overtui
fing in geldelijke moeilijkheden gera-
en".
EEN ZENDINGSHOSPITAAL TE
ELATEN.
Naar Ds. v. Ankum in de Delftscha
Geref. Kerkbode mededeelt, heeft de
N.V. Klatensche Cultuur-Mij. aangebo
den een hospitaal te bouwen te Klatea
voorloopig van 72 bedden, en dit ter ex
ploitatie de Geref. Kerk van Delft met
samenwerkende classes aangeboden. Bo
vendien zegt de Maatschappij eenjaai-
lijksch bedrag toe tot bestrijding van de
kosten van het ziekenhuis.
De algem. vergadering van Zendinge
arbeiders op Midden-Java heeft voorge
steld dit aanbod te aanvaarden. In een
vergadering van de zendende Kerk met
deputaten der samenwerkende classes,
werd dit voorstel met dankbaarheid aan
genomen.
BEROEPINGSWERK TE
AMSTERDAM.
Voor de vacature-Van Schouwenburg
in de Ned. Herv. Gemeente te Amster
dam, is door de gezamenlijke Vriender
kringen het volgende drietal opgemaakt
Ds. A. A. Donszelmann, te Wassenaar
Ds. A. D. Meeter te Loosduinen en Ds
T. G. van Reeuwiik te Hillegersberg.
Aangezien dit net eenige drietal ia
dat wordt aangeboden, mag "verwacht
worden, dat het officieel zal worden op
gemaakt.
DE PLANTAGEKERK TE
AMSTERDAM.
In de Plantagekerk van de Gerefor
meerde Kerk van Amsterdam zal 13 Fe
bruari a.s. de laatste dienst worden ge
houden.
aagjgrsM" ■■wi n m 11 i
Uit het Sociale Leven.
GEBEURTENISSEN OP ARBEIDSGE
BIED GEDURENDE 1926.
Het bureau van liet Centraal Over
leg heeft, evenals dat voor 1924 en '25
i3 geschied, uit den inhoud der half-
maandelijksche overzichten, aange
vuld met de gegevens uit andere bron
nen, in het bijzonder die van het Cen
traal Bureau voor de Statistiek, een
overzicht opgesteld van de voornaam
ste gebeurtenissen op arbeidsgebied ge
durende 1926.
Aan de algemeene inleiding ont-
leenen wij het volgende:
In het algemeen kan men zeggen,
dat in 1926 een verdere stabilisatie
der arbeidsvoorwaarden plaats vond.
Natuurlijk vonden 'er wijzigingen
plaats en gingen deze hier en daar ge
paard met conflicten, doch noch de
wijzigingen, noch de conflicten waren
zoodanig, dat 1926 daardoor zou wor-
den gekenmerkt.
De arbeidsvoorwaarden bleven over
het algemeen ongewijzigd. Hier en
daar werden nog loonsverlagingen
doorgevoeld, terwijl elders weer loons-
verboogingen plaats vonden. Deze wij
zigingen waren meestal een gevolg
van bijzondere omstandigheden, zoo
dat er geen algemeen karakter uit is
af te leiden.
Ook wat de sociale wetgeving en
de regeeringsmaatregelen betreft was
1926 een kalm jaar, ongetwijfeld ook
ten deele een gevolg van het optre
den van de nieuwe regeering, waar
van in het bijzonder de minister van
Arbeid herhaaldelijk te kennen gaf.
dat hij een nieuweling in het vak was
en op tal van punten zijn oordeel nog
niet zoodanig had kunnen vormen om
reeds met groote plannen en voorstel
len te komen.
Gewezen wordt op het wetsontwerp
in zake de burgerrechtelijke regeling
der collectieve arbeidsovereenkomst,
en het voorontwerp Ziektewet, dat on
geveer half December bij den Hoogen
Raad van Arbeid aanhangig werd ge
maakt.
Van belang was verder de houding
van de regeering ten aanzien van de
ratificatie van de ontwerp-ver drag en
der internationale arbeidsconferenties.
Wat de vakbeweging van werkgevers
en arbeiders betreft, zij de aandacht
gevestigd op de stichting van het Ver
bond van Nederlandsche Werkgevers
als fusie van de drie werkgeverscen-
tralen op wetgevend en commercieel
gebied.
In de arbeddersvakbeweglng trad in
1926 de figuur van den voorzitter van
het N.V.V., Stenhuis. naar voren; hij
ging daarbij echter te eigenmachtig
te werk en moest, toen het zijn colle
ga's te erg werd, zich dan ook naar
de organisatorische verhoudingen
schikken.
In R.K. kringen werd aan het einde
des jaars groote beroering gewekt,
doordat de RJC. arbeiderscentrale een
rapport publiceerde over de arbeids
verhoudingen, in het bijzonder in het
Zuiden des lands, welk rapport door
de R.K. werkgevers met een verweer
schrift werd beantwoord.
De werkloosheid in de verschillen
de bedrijfstakken daalde in 1926 over
het algemeen een weinig, terwijl ook
de prijzen en de kosten van levens
onderhoud alles bii elkaar een geringe
daling vertoonden.
Vermelding verdient nog, dat tegen
het einde des jaars door de arbeiders
organisaties in verschillende bedrijven
de collectieve arbeidsovereenkomsten
werden opgezegd, en dat zij mededeel
den deze niet ongewijzigd te willen
continueeren. Waar echter reeds be
paalde voorstellen werden gedaan,
stonden de werkgevers afwijzend, ter
wijl zij in verschillende gevallen zoo
zeer van de onmogelijkheid om de
wenschen in te willigen overtuigd wa
ren,» dat zij onderhandelingen er over
van geenerlei waarde achtten.
UIT DE STEENINDUSTRIE.
Na de opzegging van het collectieve
arbeidscontract door de werkgevers in
de steenindustrie, hebben er bespre
kingen plaats gehad tusschen de orga
nisaties van werkgevers en werkne
mers. De onderhandelingen hadden
een bevredigend verloop; van een con
flict is geen sprake.
VERZEKERINGSBEDRIJF
De Nat. Bond van Handels en Kan
toorbedienden „Merhurisus", de R.K.
Bond van Handels- en Kantoor- en
Winkelbedienden „St. Franciscus van
Assisië" en de Ned. Vereen, van Chr.
Kantoor- en Handelsbedienden hebben
aan de directies van een vierhonderd
tal ondernemingen op verzekeringsge-
bied een ontwerp-regeling der arbeids
voorwaarden ter overweging en nade
re bespreking aangeboden.
In dit ontwerp worden de personen,
werkzaam in het bedrijf, ingedeeld dn
vier groepen: a. bedienden, belast met
eenvoudigen arbeid; b. bedienden, die
zelfstandig eenvoudigen administratie
ven arbeid verrichten, alsmede adjunct
inspecteurs; c. assistenten met vak- en
bedrijfskennis en d. leidende functio
narissen. Daarvoor wordt een salaris-
regeling voorgesteld volgens welke in
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 11 Januari 1927
Mien klaagt wel eens over de duis
terheid van den ambtelijken stijl die
in een stortvloed van woorden de een
voudige gedachte verzwelgt.
Zoo i ontving dezer dagen een onzer
gemeentebesturen een schrijven van
een der officieele bureaux in Den
Haag. waaruit noch de burgemeester
noch de secretaris wijs konden wor
den. En een der ambtenaren die reed9
heel zijn leven met officieele stukken
gewerkt had, zag hoogstens kan9 met
behulp van de aan dit stuk vooraf
gaande en de daarop volgende missive
de w a a r s c h ij n 1 ij k e bedoeling er
van te'raden.
En wie weet door hoeveel handen
dit stuk gegaan was alvorens het uit
ging.
Zou het niet gewenscht zijn, dat er
in Den Haag eens een „commies-re
dacteur" kwam die de kunst verstond
zich in voor ieder begrijpelijke taal
uit te drukken?
Of denkt men daar als de diplomaat
Talleyrand: de taal dient den mensch
om zijn gedachten te verbergen?
OBSERVATOR
groep a. de minima zullen bedragen:
van 18 jaar f900, 21 jaar f1350. 25
jaar f1900, 30 jaar f2500; in groep b.:
21 jaar f1800, 25 jaar f2500, 30 jaar
f3000; in groep c.: 25 jaar f3000, 30
jaar f3500; d»: algemeen minimum van
f5000. Voor de klassen A tot C gel
den in 't algemeen een periodieke sa
laris verhooging van minstens f 100 per
jaar.
Verder bevat de regeling o.m. toe
lagen voor het behalen van praktijkdi
ploma's, een scheidsgerecht bii geschil
over groepeering van bepaalde bedien
den .bevorderen der vakkennis, het
streven naar toepassing van een pen
sioenregeling, regeling van den ar-
bei'dsbeidsduur. een jaarlijksche vacan
tie van minstens veertien dagen en
een vrijen Zaterdagmiddag, regeling
der rechtspositie en arbitrage bij on
vrijwillig ontslag, vastlegging der ar
beidsvoorwaarden in een collectief ar
beidscontract.
INTERNAT. CHR. VAKVERBOND.
Het secretariaat van de Chr. Vakbe-
wegings-Internationale te Utrecht heeft
een schrijven ontvangen met het ver
zoek om aansluiting bij de Internatio
nale van het R.K. Werkliedenverbond
in Mexico, dat zijn zetel te Mexico D.
F. heeft.
Diit Verbond telt 353 plaatselijke af-
deelingen met een toaal van 20.374 le
den. Deze aanvraag zal aan het be
stuur van het Intern. Chr. Vakverbond
worden voorgelegd.
HET ORGAAN VAN DE INTERNAT.
CHR. VAKBEWEGING.
Het orgaan van het Int. Chr. Vak
verbond, dat reeds vier jaar lang uit
gegeven wordt in den vorm van een
bulletin met mededeelingen omtrent
de Chr. Vakbeweging in de verschil
lende landen, zal met den vijfden jaar
gang verschijnen onder den titel „De
Internationale Christelijke Vakbewe
ging".
De redacteur, de heer Serrarens. se
cretaris van het Int. Chr. Vakverbond,
heeft zich thans ook de medewerking
verzekerd van een groot aantal vak
bewegingsleiders, sociologen en econo
misten uit een elftal landen van Eu
ropa.
UIT DE OMGEVING.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Langs den Oostkanaalweg kwam
«zekere S. uit Ha^erswoude, door het
slipper van het wiel, met zijn motor
in een sloot terecht. S. wist zich op
liet droge te werken, terwijl hulpvaardi
ge hadden de motor uit het water haai
den
Gevesiigd: J. D. Hoogervorst en
gezin, Steekterweg 2 van 's-Gravenhago..
Alida J. Nicolai, Prinsenlaan 9, van
Gravenhage. Martha Kohlbrecher, Toe-
ganscheweg 2, van Zwaag. Elisabeth G
Hoogeveen, Julianastraat 38, van Amer9
foort. Maria Blijleven, Noordeinde 7 van
FEUILLETON.
M'rto
Opoffering beloond.
38)
„Breng Guitfo eens in de serre van
de orchideën, kind; en laat aan je
neef ook het mooie palmenlaant je eens
zien. Je hebt nog net een half uurtje
over vó6r het ontbijt, profiteert er van
om samen eens te gaan wandelen. Je
moet me eens zeggen, hoe je mijn ver
zameling vindt. Guido!" zeide hii tot
den iongen man, die hem een knip
oogje van verstandhouding gaf.
Verlangend om zijn nicht eens on
der vier oogen te spreken, dankte de
markies glimlachend.
'„Kom Guido", zei Piëta zacht, even
eens met de bedoeling dit onderhoud
met haar neef goed te benutten.
Het jonge meisje, met haar stralen-
den blik, haar wangen, nog roodgetiïnt
door de aandoening, tengevolge van 't
gesprek met den baron, met hare rose,
batisten japon, afgezet met sneeuw
wit kantwerk, scheen als de verper
soonlijking van jeugd en schoonheid.
Zij vormde een scherpe tegenstelling
met den baron, wiens dn de buiten
lucht verbruinde tint, rijzige gestalte
en robuste vormen de verpersoonlij-
kine boden van kracht en gezondheid.
De bankier volgde hen met den blik
en dacht aan zijn verlangens om dde
twee te vereenigen
„Zie eens. Thom, wat een prachtig
paartje dat is! Guido bezit wel de ga
ve, om zijn nicht afleiding te geven.
Sinds gisteren is ze 'dezelfde niet
meer".
„Uw neef is een flinke jonge man",
bevestigde de baron, die aanstonds 't
gesprek op een ander .punt bracht,
daar hij bang was Piëta te verraden
en niet tegen zijn gemoed ln wilde
spreken.
Langzaam voortwandelende, kwa
men de jongelui aan hun doel.
Het hart van Piëta klopte, haar lip
pen heef den en met vlugge woorden
vroeg zij hem;
„Heeft uw vriend u dikwijls in Zjijn
brieven van luitenant Lenooy geschre
ven?"
„Bijna in eiken brief, die mii uit
China bereikte", antwoordde de jonge
man, verrast door die onverwachte
vraag.
Het jonge meisje bloosde. Een diepe
ontroering maakte zich van haar mees
ter.
„Walter is niet alleen de oudste en
vertrouwdste vriend van ons huis, hij
is ook mijn verloofde", verklaarde zij
met bevend-teere stem.
En haar schitterende oogen naar
haar neef opslaande, ging zij met fluis
terende stem voort:
„Begrijp je nu. Guido, waarom ik in
alles wat hem betreft, zooveel belang
stel?"
Guido de Servannais scheen dat laat
ste woord niet gehoord te hbeben. Ver
baasd jioor die_ onthulling, die zijn
opkomende liefde trof als een bliksem
slag, antwoordde hij:
„J« verloofde. Piëta? Is dii© jonge
man je verloofde? Heb ik goed ver
staan? Hoe is 't dan te verklaren, dat
je pa zoo pas verklaarde
„Dat; Ik vrij was, niet waar? Pa ver
gist zich", antwoordde zij rustig.
En met zachte stem voegde zil er
aan toe':
„D© waarheid is zóó. dat mijnheer
Lenooy, door een jammerlijke vergis
sing, aan mijn vader geschreven heeft
dat hij zijn woord introk, hij moest
zoo handelen, schreef hij. Maar ik
heb het niet aanvaard, ik beschouw
mij nog steeds door de duurste eeden
aan hem verbonden".
Een lang stilzwijgen volgde op die
verklaring.
De gelukshemel betrok donker in 't
hart van den iongen man.
Verscheidene malen, gedurende de
korte visites, die hij bij de familie had
afgelegd, had Guido, bii het zien van
zijn nicht, gedacht, dat zii later een.
uitnemende levensgezellin zou zijn.
Maar zii was toen nog zóó jong. en
zóó teer. dat hij die gedachten voor
loopig het zwijgen had opgelegd.
Eerst kort geleden op het feestje van
Pieta's twintigsten verjaardag, had hij
opgemerkt, rla* bet kind volwassen ge
worden was. Klin genegenheid voor
«haar was door den omgang in den hui
selijken kring steeds meer aange
groeid. En nu op eens. nu zijn gene
genheid tot werkelijke liefde was op
gebloeid, was zij onherroepelijk voor
hem verloren.
Zijn geluksdroom .ternauwernood op
gekomen in zijn geest, vervloog weder
als rook.
Echter, niettegenstaande zijn teleur
stelling, dacht hij er niet aan, zijn me
dedinger op zij te -dringen.
'Hij had zijn sympathie voor zijn
nicht niet verborgen gehouden. In be
dekte termen had hij soms gezinspeeld,
op de toekomst en hij begreep daarom
dat de openhartige mededeeling van
Piëta een aankondiging beduidde, dat
hij alle hoop op dit punt moest laten
varen.
De markies was niet zelfzuchtig om
de verdwijning van een mededinger
te wenschen. Dat zou strijden tegen
de goddelijke liefde-wet, en Guido re
gelde heel zijn leven naar de christe
lijke beginselen, die hem van z'ni jeugd
af waren ingeprent. Maar toch, ons
lot wordt soms op zoop. wonderlijke
wijze bepaaldDie Walter kon sneu
velen in dat verre landPiëta zou
in dat geval vrij worden, en dan, wie
weet?
Maar hij wierp dat ideie ver van
zich af, als een slechte gedachte. Op
dit oogenblik had hij zich slechts te
onderwerpen.
„Wat je me daar meedeelt, bedroeft
me diep. Piëta, dat wil ik Je niet ver
bergen", zeide hii eindelijk. „Je hadt
me den gelukkigste der stervelingen
gemaakt, als je mijn vrouw hadt wil
len worden, de vreugde van mijn le-
ven. de geliefde gade. die troost en
steunt in de moeilijke uren des levens.
Je bent niet vrij meer. Ik vind. het
jammer. Maar toch dank ik je, dat Je
me je vertrouwen waardig gekeurd
hebt. je zult er geen spijt van hebben".
Dankbaar slceg ze de oogen tot hem
op en gaf hem de hand.
„Ik geloof het!" antwoordde zij een
voudig.
En glimlachend om haar ontroering
te verbergen, ging zij voort:
„En de orchideeën, Guido!La
ten we ze niet vergeten. Pa is er erg
gevoelig voor, dat men zijn verzame
ling op prijs stelt".
„Laten we ze gaan zien", antwoord
de de jonge man zuchtend. En hij over
dacht bij zich zelf. dat geen enkele
bloem zoo bekoorlijk voor hem koti
zijn, dan die teere. fijne bloem, bloei
end in het hart van Piëta.
XX.
Een telegram!
Piëta wa9 bleek geworden, toen bet
kleine blauwe papiertje aan haar va
der overhandigd werd.
Toch was in het huis van den ban
kier de aankomst van een telegram 'n
heel gewoon iets. Ofschoon ze gewoon
lijk aan het bureau geadresseerd wa
ren, ging er toch geen week voorbij of
mijnheer de Verbrugge ontving er een
aan zün persoonlijk adres.
CWordt vervolgd).