NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 8 JANUARI 1927
Aan het einde der Week
Het jaar 1927 is ingezet met een
kwakkel-winterweer, dat hier te lan
de en ook elders een vrij hevig© griep
epidemie heeft meegebracht, al
draagt deze ziekte gelukkig tot dus
ver nog, zooals we dat sedert 1918 pla
gen te noemen, een „goedaardig" ka
rakter. Het blijft echter niettemin een
lastige kwaal ©n men doet goed zich
zoo vete 1 moge^jk in acht te nemen.
Zoo is dü jaar al weer niet veel an
ders dazijn voorgangers, en bracht
reeds eerste week al weer heel wat
migriten en zorgen. Met name denken
vij dan aan wat zich in het Verre
Oosten afspeelt.
Om met ons eigen Indië te beginnen,
op Sumatra's Westkust brak op 2 Jan.
een ernstige communistische opstand
uit, zeker niet minder erg dan de troe
belen op Java in November j.l. Eeni-
ge Europeanen werden vermoord en
overal in de geheele streek rondom Sa-
wahloento stuitte men op gewapend
.verzet van de zijde der communisten.
Hoewel het nog moeilijk valt uit de
telegrammen een juist overzicht te
krijgen van hetgeen zich daar afspeelt
krijgt men toch den indruk dat de Ne-
derlandsche regeering hier met ener
gie optrad om het verzet te breken,
en met name denken wij ook aan de
dappere en bezadigde wijze van han
delen van den assistent-resident van
Sawahloento. Uit het feit, dat de da
mes en kinderen uit Sawahloento met
een trein die onder militaire bewaking
stond naar Solok zijn overgebracht
valt af te leiden, dat de opstand nog
lang niet onderdrukt is, ook al zijn
reeds tientallen der opstandelingen
gesneuveld en honderden gevangen
genomen.
De staten met koloniaal bezit gaan
naar het schijnt een moeilijke periode
tegemoet en dit is een der gevolgen
van den krankzinnigen Europeeschen
oorlog. Het Avondland heeft zijn eigen
macht en invloed voor een groot deel
vernietigd en het is to begrijpen dat
d© ontwakende volkeren in het Oos
ten belangstellende toeschouwers van
dit tafereel waren. Daarbij komt dan
nog de propaganda van het bolsjewis
me, dat er steeds op uit is overal on
rust te zaaien en zich gaarne voor zijn
doel van de nationalistische strevin
gen bedient.
Men ziet dit ook in China. De Chris
ten-generaal Feng, die in 't geheel
geen communist is doch zuiver* Chi-
neesch nationalist, zocht herhaalde
lijk steun voor zijn actie bij Moskou,
dat dezen bereidwillig verleende. In
de laatste maanden van het vorig jaar
nam de invoed der legers van Feng en
de Kantonneezen steeds toe zoodat de
groote mogendheden reeds min of
'meer aan de erkenning van het Zuid-
Chincesche rijk moesten denken. Daar
komt bij, dat Feng's tegenstander
Tsang Tso Lin ook in zijn eigen land
dagelijks aan aanhang verliest. Wel be
vindt hij zich in de oude hoofdstad
Peking, en deden dezer dagen geruch
ten de ronde dat hij voornemens was
zich tot dictator te proclameeren,
maar toch is. als niet alle voorteeke
nen bedriegen, de tijd niet ver meer,
dat het Hemelsche rijk weer een een
heid zal zijn, en dan met zijn ont
waakt nationaliteitsgevoel, een Azia
tische mogendheid, waarmee men re
kening zal moeten houden.
De ontruiming der Britsche conces
sie te Hankow die deze week plaats
had wijst er wel op, dat ook de tijd
der buitenlandsche concessies en
naar wij geneigd zijn te meenen: te
recht weldra tot het verleden zal
behooren.
Rusland is, blijkens de üitkomsten
der volkstelling die in tegenstelling
riet de eerste jaren der revolutie op
een sterken bevolkingsaanwas wijzen,
de moeilijkste jaren achter den rug,
hetgeen het voor een groot deel dankt
aan den Amerikaanschen en anderen
buitenlandschen steun tegen den hon
gersnood en de heerschende epide
mieën. Hoe meer zich evenwel de toe
stand in dit land consolideert en hoe
meer het in welvaart toeneemt, hoe
ernstiger gevaar het wordt voor de
'overige landen van Europa. Want zijn
Leidsche Penkrassen.
Amice,
Het voornaamste nieuws deze week
Is wel de benoeming van onzen bur
gemeester.
Het ds begrijpelijk, amice, dat onze
stad, na gedurende 17 jaar een. geluk
kig bestuur in den heer de Gijselaar
gehad te hebben, met groot verlangen
uit ziet. hoe de verwachtingen zijn
van Mr. van de SanJde Bakhuijzen.
In veel opzichten is er gelijkheid.
Was Jhr. de Gijselaar geen vakman
in den eigenlijken zin. ook Mr. van de
Sande Bakhuijzen heeft zijnj opleiding
buiten het gemeentebestuur gehad.
Had de heer de Gijselaar, door stu
die aan onze Universiteit, een zekeren
band aan Leiden en zijn Alma Mater,
van den heer van de Sande Bakhuij
zen kan hetzelfde getuigd worden. Bij
den laatste bovendien nog jeugdherin
neringen en familiebanden.
Ook de politieke gezindheid vertoont
(treffende punten van gelijkheid. Bij
den heer de Gijselaar Chrïstelijk-His-
tórisch met eenige liberale nuancee
ring, van den heer vam de Sande Bak
huijzen heet het Christelijk-Historlsch
doch van huis uit Liberaal, dus ver
moedelijk ook wel eenige genegenheid
öm die richting.
Als goed Anti-Revolutionair had ik
bet wel anders gewild, amice. Wii heb
ben hier in Leiden al halfheid en
laksheid genoeg. Daarom was een fris-
•che wind mli niet onwelkom geweest
ideaal is nog steeds de wereldrevolu
tie.
Uit het grijs verleden.
JACOBUS DE BROEDER DES
HEEREN.
Vanaf de vroegste tijden heeft de
Christelijke kerk geloofd, dat Maria
de moeder des Heeren altijd maagd
gebleven is. Ook de oudere Gerefor
meerde theologen waren op dit
pjint. bijna eenstemmig. Zoo teeke
nen b.v. de Kantteekenaren op den
Statenbijbel bij Matth. 1 27 „Ende
en bekende haer niet, tot dat sy desen
haren eerstgeboren sone gebaert had-
de: ende hiet synen name Jesus" aan:
„Hier uyt en kan men niet be9luyten
dat haer Joseph daer na soud© hebben
bekent; want dese maniere van spre
ken sulcks altijdt niet medebrenght
siet 2 Sam. 6, 23. Matt. 28, 20".
En op Gal. 119, waar sprake is van
Jacobus den broeder des Heeren tee
kenen zij aan: „Dat is Nev©. Een He-
breeusche wijse van spreken. Siet Gen.
14. 14".
In den nieuweren tijd is evenwel een
beschouwing opgekomen die in de
broeders des Heeren kinderen van
Maria en Jozef ziet en tengevolge
daarvan moet men dan ook aanne
men dat Jacobus d© broeder des Hee
ren een andere is dan de apostel Ja
cobus d© zoon van Alpheüs. Geduren
de den tijd van 's Heeren omwande
ling op aarde, zoo redeneert men dan,
geloofden zijn broeders nog niet in
Hem, en men staaft dit met Joh. 7 15
Na Jezus' hemelvaart evenwel vin
den wij hen onder degenen die
in de opperzaal met de apos
telen volhardende waren in het
bidden en smeeken. Dez© ommekeer
zou gewerkt zijn, althans voorzoover
Jacobus betreft, door 's Heeren ver
schijning na zijn opstanding, waarvan
1 Cor. 15 7 sprake is. Aldus de voor
stelling, zooals die in onzen tijd door
vel© Protestantse he theologen gege
ven wordt.
Is deze beschouwing juist? Wij wil
len allereerst opmerken dat het be
roep op Joh. 7 5 in dezen weinig zegt.
Vooreerst kunnen Jacobus, Judas en
Simon wel een uitzondering op den
regel geweest zijn; dit is b.v. de mee
ning van den bijbelverklaarder Mat
thew Henry, die bij dezen tekst zegt:
,Er waren ook personen, die tot Chris
tus' maagschap behoorden naar het
vleesch, en in Hem geloofden (van de
twaalven waren drie Zijne broeders) en
toch waren er anderen, dite even na
aan Hem verwant waren als zij, en
echter niet in Hem geloofden".
Ook behoeft men dit niet gelooven
niet in den zin van absoluut ongeloof
te nemen, doch kan dit ook aldus ver
staan worden, dat zij (gelijk de apos
telen nog in veel later tijd) een aardsch
Messiasrijk van Hem verwachtten,
vandaar dat zij Hem den raad gaven
met praal en vertoon als 'Messias naar
Jeruzalem te vertrekken. Hugo de
Groot in zijn „Annotationes" teekent
bij dezen tekst aan: „Zij geloofden niet
geheel en al, niet zooals het behoorde"
Nu komen wij aan de positieve be
antwoording der vraag of er onder de
twaalf apostelen waren, die tot 's Hee
ren broeders behoorden. De oude op
vatting en naar onze meening die
waarvoor ook thans nog het meest
valt te zeggen is, dat van de apostelen
een drietal, n.l. de in Hand. 1 13 het
laatst genoemden broeders, d. w. z.
bloedverwanten des Heeren zijn: Ja
cobus (de zoon) van Alpheüs, Simon
Zelotes (de IJveraar) en Judas (de broe
der) van Jacobus.
Het bewijs voor deze stelling valt 't
gemakkelijkst met het oog op Jaco
bus, en wel op grond van Gal. 1 18—20
Paulus verhaalt van zijn bezoek aan
Jeruzalem om Cephas te bezoeken, by
wien hij vijftien dagen gebleven is. En
dan gaat hij voort: „En ik zag geenen
anderen van de apostelen dan Jaco
bus, den broeder des Heeren". Uit de
zen tekst en ook uit het verband waar
in hij voorkomt, blijkt duidelijk dat
Paulus Jacobus den broeder des Hee
ren tot de twaalf apostelen rekent.
Paulus zegt dit om de beweringen
Maar aan den anderen kant mag ik
ook het oog niet sluiten voor de groo
te moeilijkheden waarvoor Burgemees
ters, in gemeenten met een slappe
meerderheid, zich geplaatst vinden.
Hoe moeilijk wordt het een Burge
meester van Amsterdam niet gemaakt.
De steden Rotterdam en 's-Graven-
hage, met nog een Liberalen Magis
traat, zien eveneens nu eens de schaal
naar deze, dan naar die zijde door
slaan. Waar meer en meer in veel
van onze stadsgemeenten de verhou
ding van rechts en links in evenwicht
is, is het voor een) man van positief
Anti-Revolutionair beginsel ontzettend
moeilijk om Burgemeester te zijn.
Naar het mij wil voorkomen is het
dan voor menschen als Jhr. de Gijse
laar en Mr. van de Sande Bakhuijzen
diie niét aan zoo felle bestrijding bloot
staan, veel gemakkelijker. Vergelijkt
men b.v. de felle actie tegen Burge
meester de Vlugt in) Amsterdam, over
het verbod van dansen op Zondag,
met de 9lappe ontstemming hier in
Leiden over de weigering door Burg©
meester de Gijselaar van vergunning
voor de vertooning van de Potemkin-
film. dan valt dit dadelijk op.
Daarom, amice, kan ik voor den per
soon in kwestie niet anders dan blij
zijn dat geen Anti-Revolutionair i9 be
noemd geworden.
'Wanneer toch bij de groote span
ning die de betrekking zelf reeds te
weeg brengt, dan ook nog komt een
felle en vaak bartel ooze bestrijding,
zijner vijanden die zijn gezag als apos
tel ondermijnden te logenstraffen en
hij legt er den nadruk op, dat hij
slechts een kort bezoek aan Jeruzalem
bracht en dat het doel van zijn reis
daarheen niet was om de apostelen
te begroeten en onderricht van hen te
ontvangen, doch slechts om Petrus te
bezoeken, on in dit verband merkt hij
op, dat hij van de overige apostelen
niemand gezien heeft dan alleen Ja
cobus den broeder des Heem.
Lucas, de schrijver van het boek der
Handelingen, spreekt in Hand. 12 17
en 15 13 van Jacobus zonder nadere
bepaling. Wien hebben wij daaronder
te verstaan?
JacobU9, de broeder van Johanne9,
was blijkens Hand. 12 2 dooi koning
Herodes met het zwaard gedcod. Nu
is het een gewoonte van Lucas, den
meest nauwkeurigen geschiedschrijver
onder de Evangelisten, als hij gelijk
namige personen ten tooneele voert,
deze van elkaar te onderscheiden op
dat Theófilus niet in twijfel zal staan
wie door hem bedoeld is.
Om een enkel voorbeeld te noemen,
in Hand. 113 is de apostel Johannes
de zoon van Zebedeüst met de andere
apostelen vermeld en hij heet dan ver
der in het boek kortweg Jonanne9.
Doch in Hand. 12 12 is van een an
deren Johannes sprake en deze wordt
dan van den eersten onderscheiden
door de toevoeging „Johannes, die toe
genaamd was Marcus". Verderop, b.v.
in Hand. 13 5 wordt deze dan „Johan
nes" zonder meer genoemd.
Het ligt voor de hand, dat Luca3 op
dezelfde wijz© de Jacobussen uit el
kaar zal houden, zoodat dus, omdat
Jacobus de broeder van Johannes,
gedood is, alleen Jacobus de zoon van
Alpheüs, reeds genoemd in Hand. 1 13
overblijft. Jacobus de broeder des
Heeren, die in de kerk van Jeruzalem
zulk een vooraanstaande plaats in
nam en die ook op de synode te Jeru
zalem blijkens Hand. 15 13 met ge
zag optrad, kan dus geen ander ge
weest zijn dan Jacobus de zoon van
Alpheüs, een der twaalf apostelen.
RECLAME
IVOfti
GROOTE OPRUIMING
HEDEN
LAPPEN EN RESTANTEN
DE AUTO IN HET WERELDVERKEER
Het antwoord op de vraag: Hoeveel
auto's looien er over de geheele wereld
en hoe zijn deze over de verschillende
landen verdeeld? is op zichzelf belang
wekkend, doch tevens van de grootste
beteekenis voor de ontwikkelingsmoge
lijkheden van de auto-induatrie en voor
de vooruitzichten van vele andere bedrij
ven. Zn dit verband behoeft men slechts
te spreken van de rubber- en olie-indus
trie, de groote belanghebbenden bij fle
ontwikkeling van het autoverkeer met
het oog op, verbruik van benzine en ban
den. i 1
Voor elke drie Nederlanders een fiets
en voor elke zes Amerikanen een auto,
joo is, aldus lezen we in het Dagelijkse!,
Hericht der Rotterdamsche Bankvereeni-
ging, thans ongeveer de verhouding.
In da Vereemgde Staten werden in
1923 vervaardigd 461.500 personen-
autrfe en 23.500 vraohtautofs en bussen,
.waarvan er reep. 25.880 en 1009 werden
geëxporteerd; in 1925 was de productie
gestegen tot resp. 3.679.240 en 475.029,
waarvan er onderscheidenlijk 244.300
en 58.624 werden geëxporteerd.
Uit de cijfers van 1913 tot 1920 zen
men afleiden, dat Amerika voorloopig
het hoogtepunt voor de eigen productie
Met Amerika behooren Canada. HYank
rijk, Italië, Engeland en Duitschland tot
dé grootste producenten, maar bleven
j deze bij Amerika verre ten achter.
In 1925 bedroeg de productie in Ame
rika 4.154.269 stuks; in de andere ge
noemde landen resp. 161.389, 177.000,
39-573, 17.6.197, 55.0??. D
Rekent -men daarbp Oosteurpk 4800
België 5400, Hsjeoho Slowakije 5000,
Spanje 473, Zwitserland 450, dan komt
men tot een totaal-productie van onge
veer 4.800.000 stuks.
.Van den export van de 6 voornaamste
producenten van bijna 500,000 stuks
kwam ruim 60 pot. op rekening van de
Vereenigde Staten, terwijl Duifeohland
daarin net kleinste aandeel heeft.
Nederland importeerde in 1925 2430
Amerikaansche, 390 Italiaansche, 253
Bngelsche en 119 Duitsche wagens. Het
aantal Fransche wagens is met op te
geven, omdat Nederland in de Fransche
statistiek niet afzonderlijk wordt ver
meld.
In 1926 is een verdere produotie-toe
name te verwachten, zoodat wardit aan
genomen,' dat de wereldproductie in dit
jaar de 5.000,000 belangrijk zal over
schrijden.
Volgens opgaven van het Departe
ment van Handel in de Vereen, blaten
van Amerika, bedroeg pp 1 Jan. 1926
het aantal auto's in ae Vereen. Staten
20.051.276 en in alle overige landen te
zamen 4.537.973, tezamen 24.589.249
Het totaal aantal motorrijwielen be
draagt 1.435.147; ui dit opzicht staat
Engeland bovenaan met 491.000; Neder
land telt 56.300 auto's (1 pp de 130
inwoner») en 40.600 motorrijwielen.
Nederland neemt alzoo geen vooraan
staande plaats in onder de Europeesohe
landen: het totaal aantal auto's is onder
verdeeld in 40.500 personen-auto's, 14
duizend vrachtauto's en 1800 bussen
Officieele cijfers zo® hst echter niet.
Het groote verschil in auto-diebtheid
houdt natuurlijk niet alleen verband met
de bevoUongsdichtkeid.
De auto zoo vervolgt het artikel
mag geen louter luxe-artikel meer
zijn, een zekere welstand en kapitaal
kracht moeten toch aanwezig zijn, al
zijn dit door het afbetalingssysteem ook
reeds min of meer verouderde begrippen
geworden. Dat zij echter nog wel mee
tellen, zal wel niemand ontkennen, even
min dat in dit systeem gevaren schuilen,
niet in het minst voor de industrie zelf,
ais het en massa wordt toegepast, zooals
in Amerika, waar, naar men aanneemt,
7 5 pet. van de auto's op afbetaling wor
den gekocht.
Andere factoren rijn de auto-belasting
de invoerrechten en niet op de laatste
plaats de toestand do: wegen. Zei een
intensief autoverkeer praotisch moge
lijk zijn, dan zal op dik gebied nog zeer
veel moeten gebeuren, voornamelijk als
het gebruik van auto's in die mate toe
neemt als wordt voorspeld. Alleen in
Amerika zullen voigens schatting van
het American Petroleum Instate, in 1930
loopen 30 mi 11 toen auto's, in 194° 39
mülioen, in 1,950 43 millioen, in ipoo
47 millioen, in 1975 51 -5 milloeflL
Al zal 't in Europa wei zorfu vaart
niet nemen en in Europa en elders het
zeker kalmer gaan, toch mag men ver
wachten een groote levendigheid in de
auto-industrie in de komende jaren; ook
véle fabrieken in ons werelddeel zullen
zich op massa-fabricage gaan toeleggen
met beperking van type, om tot groo-
tare productie en prijsverlaging te kun
nen komen.
- «jmSa.-Da KMIÉMI&
Uit het Sociale Leven,
CHR. ZEELIEDENBOND.
Rede Ds. J. de Waard.
In de avondvergadering van Woens'
dag hield Ds. T. de Wiaarid, Geret.
predikant (t e Rijnsburg, een opwek
kende rede.
Spr. begint met op te merken, dat
het hem aangenaam Is tot de zeelieden
en visschers, in wier midden hij' vijf
jaren heeft gewoond1, het woordi te
mogen richten. Hij heeft Ieeren ver
staan hun strijd, en leed en moeiten
in hun vaak zoo kommervol bestaan,
in wat vaak genoemd wordt: „the
fctuggle for life", de strijd om hetl
bestaan. Toch moet die uitdruld^ngj
in haar oorsprong gekend worden, en
góed gekend, zal men voorzichtig zijn
met het gebruik.
Dit woord is ontleend aan een titel!
van een werfc van Darwin: Over hef
ontstaan der soorten langs den weg;
d'er natuurlijke teeltkeus ot het be
houd der meest begunstigde rassen irï
den strijd1 om het bestaan.
De leer van Darwin in dit boekl
is, dat in den strijd' om het bestaan
alleen de krachtigste en gezondste
exemplaren voorttelen en dat heti
zwakke wegvalt.
[Het materialisme neemt deze leer
over en past haar toe ook op de ver-*
édelde dierenwereld,... Ide mensch-
twereldl
Zoo wordt de klassenstrijd geboren'
de strijd van den atbeid tegen het
kapitaal, waarvan het einde zal ziin:
het paradijs op aarde, en dit alles"
volgens natuur-noodzakelijkheid.
Spr. gaat vervolgens na wat de fout
is van deze leer. Ten eerste afstam-
mfngstheorie, mensch van dier, en ten
tweede ontkenning van den zonde
val... a I
Niet door den klassenstrijd komt 't
paradijs, maar door het Evangelie v.
j ezus Christus, hieri n Tieginsèl, straks
volkomen.
|Wat is nu de taak van den Chr. Zee
Iiedenbond? Het Evangelie van Jezus
'Christus opheffen, dat voor het maat
schappelijk leven de sociale gerech
tigheid eischt. Niet door de revolutie
komt het vrederijk, maar door het
Evangelie. De misstanden zijn vele,
ook in het leven der visschers en zee
liaden. 1
Genoemd) wordt het vaststellen der
Ioonen voor 1927 door de reeders,
ponder voeling te houden met de or
ganisatie.
Niet stilzitten, maar het Evangelie
van de sociale gerechtigheid prediken,,
en dan heeft ook een kleine organi
satie beteekenis.
Met een opwekking tot ernstig ge
b'ed en kraentigen strijd besloot spr
zijn bezielend' woord.
In de Donderdagmid. te Schevenin.
fen voortgezette vergadering heeft de
eer Amelink bij de bespreking van
(den toestand bij de werkloozenkas
meegedeeld, dat het Chr. Nat. Vak
verbond "bij ide regeering de stappeal
zal doen ter verkrijging van een be
tere regeling.
Een voorstel van de afdl. Maasslüisi
om het bondsziekenfonds op te heften
werd geamendeerd door tie ald..t
Noordwijk in dezen zin, dat zulks ge
beuren zal na de invoering van de)
Ziektewet. -
Na discussie werden vooratel en
amendement teruggenomen, waarna
aan de oixle kwam een voorstel van
het hoofdbestuur tot wijziging van de
artt. 6 en 9 van het reglement van het
ziekenfonds. Dit voorstel werd aange
nomen, waardoor een andere uitkee-
ring en premiebetaling zullen plaatsl
hebben.
Aangenomen werd een voorstel tot
instelling van bedrijfsraden.
Een voorstel om tie algemeene ver
gadering om de twee jaar te houden,
werd verworpen.
De vijt aftredende hoofdbestuursle
den de heeren G. v. dl. Duin te IJmui-
den, D. v. d. Niet te Noordwijk> AI,
,Sèbel te Vlaardingen, C. Tuytel te
Maassluis en K. iWestland te Huizen
werden herkozen. In het hoofdbestuur
werd gekozen de heer H. Flugge, te
jScheveningen.
De vergadering werd daarna gesio-
ten.1
EEN OUD RECEPT.
(Wij lazen iets over een oud1 recept;
jnisschien is er oök iets uit te leeren
Voor ons allen.
IHier volgt het:
Neem een half dozijn versche grie
ven. Reinig ze behoorlijk van alle spo*
ren van weldaden die anderen u be
wezen; meng ze daarna met flink waf
handvollen diensten |door u aan an"
Ideren bewezen en voeg er vervolgens)
een paar lepels grove ondankbaarheid)
bij van anderen. Kook dit grieven
mengsel in water uit de bron van hoog)
moed en eigenwaan en roer het tege
lijk fiks om onder het koken. Giet'
het dan in een flesch, lak ihe zorg
vuldig dicht en gij Joint er,. ïjc weet
niet hoelang, plezier van hebben en
bij iedere gelegenheid u zeiven en an
deren op een proefje onthalen".
Onze Communist, de heer Knuttel,
weerde zich ook dapper. Ook bij hem
was er een streven om geen gelegen
heid voorbij te laten gaan om van
het revolutiebeginsei te getuigen.
Daarentegen bij rechts een schier
zorgvuldig zich wachten voor propa
ganda. Men steunt op de meerderheid
en steunt blindelings B. en W
Naar mijn meeniing, amice, was er
in het begrootingsdebat gelegenheid
te over geweest om ook van Anti-Re
volutionaire zijde eens te zeggen waar
om men dien steun verleent.
Ofschoon ik er geen vriend van ben,
amice, om bij elke gelegenheid te gé-
tuigen zooals de S.D.A.P. doet, wij moe
ten aan de andere zijde ook oppassen,
dat men ons voor te gering aanziet.
In het algemeen kan men zeggen, dat
de socialisten schier immer boven
hun stand leven. In verkiezingsdagen
weten zij de harten van velen te stem
men voor de gewaande zegeningen.
Wanneer men echter daarna eens met
de menschen spreekt, die hun stem
gaven aan een rooden vertegenwoordi
ger, dan blijkt dat zij dat niet deden
uat beginsel.
Eveneens keeren veel kiezers 7-ïch
van ons af die bij ons behooren. Dat
moeten wij voorkomen.
Daarom, amice, wij hebben een
plicht te vervullen ook in goede orga
nisatie, dat zul je met me eens zijn.
VERITAS.
dan moet dat noodzakelijk zenuw-
sloopend zijmj.
Bovendien, amice, hoeveel waarde
wij ook moeten hechten aan den
persoon die het ambt draagt, wij we
ten dat God zijn hart en wil bestuurt.
Hij zal steeds slechts miilddel kunnen
zijn. Al zouden wij ook meenen. dat
een zaak, zooals ze loopt, geheel ver
keerd gaat, dan nog is God het die
daarin Zijn hamd heeft.
In nog ander opzicht plaatst deze
benoeming onze partij nog eens weer
voor nuchtere feiten. Daar is een tijd
geweest waarin de innerlijke waarde
van de Anti-Revolutionaire partij ook
in den Gemeenteraad tot duidelijke
openbaring kwam. Wij hadden een
veel grooter aantal zetels dan tegen
woordig, maar ook werd meer dan
nu met de stem uiilt ons kamp reke
ning gehouden.
Nu vergeet ik niet. amice, dat wij
ook nog wel meetellen, dat wii ook
nu nog een zetel in het College van
B. en W. hebben, maar toch geloof
ik niet teveel te zeggen, wanneer ik
beweer dat velen de gedachte zijn toe
gedaan dat dit meer dan genoeg is.
Wanneer wij echter zien wat door
het Anti-Revolutionaire volksdeel ge
presteerd wordt op schoolgebied, op
het gebied van barmhartigheid en zien
de breed© scharen, die Zondags onze
Kerkgebouwen vullen, dan meen ik,
dat rechts, en met mame onze A.R.
raadsfractie, veel sterker moest zijn.
Dit komt natuurlijk in de eerste plaats
door de oneiindige versplintering dJe
onder ailles wat rechts staat heerscht.
Nauwelijks is men een scheuring te
boven, of weer rijst verschil van ge
voelen over ondergeschikte punten.
Maar, amice, er is meer. Het komt
mij voor, dat er organisatorisch ook
nog al eens iets ontbreekt. Daar heb
ben we in de eerste plaats onze plaat
selijke kiesvereendging en de Centrale
voor Staten en Kamer. Als je eens een
vergadering vam de Staten Centrale
meemaakt, dan gebeurt bet nog al
eens, dat je geheel nieuwe dingen
hoort, niettegenstaande je toch geen
enkele vergadering van de plaatselijke
kiesvereendging hebt overgeslagen.
Dat moest natuurlijk niet kunnen
voorkomen.
Nu wil ik volstrekt niet beweren,
dat dit de schuld dis van voorzitter A.
of van secretaris B.. neen, het licht
aam ons stelsel. Wij moeten by onze
roode overburen in de leer om orga
nisatorisch de dingen in elkaar te zet
ten.
Ook "dm den Gemeenteraad en in het
algemeen in de vertegenwoordiging,
moet door ons ernstig gestreefd wor
den naar eenheid. Ofschoon er in den
boezem van) de S.D.AJ5. heel wat moet
zijn voorgevallen, heeft men toch bij
de begrotingsbehandeling daar niets
van kunnen merken. Integendeel, de
taak was goed verdeeld en ieder lid
kweet zich met ijver. De socialistische
beginselen kwamen met voldoende
duldeHikheid aan bet licht,