WNT DE BLADEN ZEGGEN.
nmuwc. leiuöuïiê. uuurtANr van uunüéKUAG 6 JANUARI 1927
meente vertegenwoordigende, bijeenge
komen in het kerkgebouw der gemeen
te op Dinsdag 9 en Maandag 15 No
vember 1926, naar aanleiding van het
door den Gouverneur van Suriname,
>Mr. A. J. A. A. baron van Heemstra, bij
(zijne beschikking van 30 October 1920
mo. 3535 aan den predikant der gemeen
te Ds. W. Eronneger Onnekes gegeven
ontslag, hebben volgens „De West" be
sloten:
1. Aan te teekenen dat door de bo
venaangehaalde ontslagresolutie de band
van het Surinaamsche Gouvernemenl
met Ds. W. Bronneger Onnekes thani
als verbroken kan worden aangenomen^
maar dat de band van dien predikant
met de Hervormde gemeente te Pararaa-
ribo onverzwakt is blijven bestaan.
2. Te bepalen: a. dat door den kerke
raad der Hervormde Gemeente te Pa
ramaribo stappen zullen worden gedaan
om te beletten dat in de toekomst eene
tprocedure buiten den kerkeraad om,
door den Gouverneur kan worden ge
opend als tegen Ds. Onnekes is geschied
b. dat vooralsnog geen pogingen zullen
worden gedaan om in de plaats van
Ds. Onnekes een anderen predikant te
doen uitzenden; c. dat door den kerke
raad afschrift van dit besluit zal wor
den gezonden aan Ds. W. Bronneger On
nekes, aan den Gouverneur van burina-
me en aan de commissie tot de Prot.
Kerken in N.-O. en W.I. te 's-Graven
hage.
De motie is onderteekend door voorzit
ter en secretaris, Ds. J. #W. Poort en
A. Th. de Miranda.
VOOR KERKBOUW.
Daar de Kerkeraad der Geref. Kerk
van Groningen meende, dat minstens
150.000 aan vrijwillige bijdragen moest
worden toegezegd voor men Kon voort
gaan met de voorbereiding van de plan-
.nen tot bouw der Nieuwe OosterKerk,
is een rondgang door de gemeente ge
houden. Naar de Stand, verneemt, 13
het bedrag ruim voiteekend en moet
er plus minus f58.000 zyn toegezegd.
BUITENGEWONE VERGADERING
DER HERV. CLASSIS AMSTERDAM.
De classis Amsterdam der Ned. Herv_
Kerk hield gisteren in de consistorieka
mer der Nieuwe Kerk te Amsterdam,
een buitengewone vergadering onder
voorzitterschap van Dr. P. J. Kromsigi
Prof. Dr. Tn. L. Haitjema van Gronm
gen hield in de morgenvergaderingeen
^efeavta t over
„De ambtsidee in het Gerefoi»
meerde Protestantisme
De institutaire kerk, zegt spr.,. rust
ïeven sterk dp den pjjler van de ambten
als op dien van de gemeenschap der
heiligen. De ambtsidee weg te willen
dringen, zooals Dr. Slotemaker de Brui
ne indertijd deed bij 'n voorsteo v«un her
ziening van het Algemeen Reglement, is
'n weg, waarvoor gewaarschuwd moei
worden. De quaestie van de inrichting
der kerk is voor maar al te velen gewor
den een vraag van gezond-verstand
alieen, en niet van goddelijk recht. Maar
in de oude Gereformeerde kerkordenin
gen blijkt men van dat goddelijk recht
onmiddellijk uit te gaan, ais men
spreekt van de Kerk en de ambten
Koomsch 13, ie Kerk te laten M imen
alleen op den pijler van ambt en sacra
ment. Gereformeerd is, evenveel te dra
gen te geven a3n den anderen pijier van
ue gemeenschap der heiligen. Presbyte
raat en episcopaat moeten in innig vei»
band gehouden worden. Voetius noemde
kerkrecht: ius divinum per missivum
-d.w.z. „bij toelating*', 't Is goddelijk
reclit, maar geidena alleen voor de strij
dende kerk, dus met een karakter van
Yoerloopigheid.
Na deze aigemeene beschouwing komt
spr. tot een bespreking van elk der drie
ambten: dienaar des vVoords, ouderling
en diaken.
't Ambt van den dienaar des .W.oords
heeft niets van '11 onvernietigbaar ambts
kenmerk. Bij Rome is de priester altijd
ambtsdrager by de Gereformeerue
Kerk kan een predikant 's morgens
ambtsdrager zijn, en 's avonds voorgan
ger. De ambtsdrager komt telkens óp.
uit het niveau der Gemeente, door Chris
tus opgetrokken, om in de prediking
■contactpunt te zijn tusschen Christus
en Zyne.Kerk. Zijn normale positie is
dus ais van de geioovigen, zondermeer.
Zijn gezag ontleent hg aileen aan God
en niet aan eenige voikssouveremiteit
de basis van zyn werk ligt in de .Ge
meente, 't steunpunt van zijn gezag
in het HoofdXler Kerk. Aanleiding vooï
ambts hoogmoed is er dus bitter weinig.
Vraagt men: waarom dan nog 'n be
paald ambt vc-or bepaalde personen? dan
antwoordt spr.: o.a. om de voorberei
ding, die noodig is. En omdat er ook
is praedispositie tot het ambt, praedes-
tinatie er toe. En opdat men in de Ge
meente niet kom.? tot geestdrijverij.
De reglementair? crgan'satié d;r Kerk
zet op het licht van deze Gereformeerde
ambtsidee onophoudelijk den d< mper.
Ook.hierom is de eisch van reorganisa
tie zoc dringend, omdat de waarheid
van het ambt zoo telkens Id de knel
komt.
Op dit referaat volgde een geanimeer
de discussie.
HET NED. LEGER DES fiEILS.
In „De Schakel", het gemeenschappe
lijk orgaan van de instellingen voor
maatschappelijk hulpbetoon te Ams'.er
dam van December 1926, schrijft Mi
J. Everts het volgende:
„Van het Leger des- Heils" scheidde
zien ettelijke jaren geleden af een or
ganisatie. die zich het Ned. Leger des
Heils noemde, en zich vervolgens in een
uniform stak, dat evenals de naam, bijna
als twee druppelen water op dat van
het oorspronkelijke Leger gelijkt. In
'Amsterdam deed dit nieuwe Leger geen
werk van eénige beteekenis; in andere
plaatsen deed het, naar ons ter oore
kwam, iets meer, hoewel haar methode
van geldinzamelen, haar werkzaamheid,
de onvoldoende controle op de gestie
der leiders en op de geldmiddelen open
bare critiek uitlokten.
Op het oogenblik probeert het Neder-
landsche Leger des Heils in Amsterdam
partij te trekken van de nieuwjaars-
stemming, die tot mildheid brengt. Er
worden bonnetjes verkocht aan de deur
b ijde burgerij „voor het leger", door
lieden, die uit den aard deT zaak voor
soldaten van het Leger des Heils wor
den aangezien (de kleur van den petrand
is een nuance anders). De bonnetjes
feven reent op een maaltijd „aan een
er adressen van het Ned. Leger des
Heils", terwijl er maar één zulk een
gelegenheid, 'op beperkte schaal, in deze
stad bestaat. Waar die ééne i3, heeft
men ..vergeten" op den bon te vermei
den. Men verkoopt die bonnetjes ook in
andere gemeenten, waar in '1 geneel
geen adres van deze inrichting bestaat
Duidelijk bewijs, dat men met den bon
niet in de eerste plaats den armen wil
helpen, maar zichzelf ep de gehêelb
bonnetjesverkoop een camouflage is van
oen openbare inzameling, die men niet
bij B. en VvT. heeft aangevraagd, bljjk
baar omdat plaatsing op de lijst van in
stellingen van weldadigheid inder
tijd door B. en W. geweigerd is en
hen dus ook een afwijzend antwoord
voorzag op een aanvrage om te collec
teeren. En gesteld dat er een aantal der
bons tenslotte toch in handen van be
hoeftigen komt, zullen dit dan niet 't
meest waarschijnlijk bedelaars zijn. die
bij den kooper toevallig aanbelden?
Dit rondstrooien van bons is wel de
slechtst denkbare manier van armen
zorg.
En omdat het „Nederlandsch" Leger
des H*i!s onder valsche vlag probeert
te varen, en om zijn verkeerde werkme
thoden, verdient deze instelling geen
steun".
GEREFORMEERD SCHOOLVERBAND
In de Kerstweek vergaderde de Com
missie van Uitvoering van het Gr.S.V.
Een groot deel van de vergadering was
gewijd aan de behandeling van de L.O.
wet, zulks in verband met het verzoek
van de StaatscommissieRutgers aak
de organisaties om haar wenschen ten
aanzien van wetswijziging bekendte
maken. Dei Comm. van Uitv. kon daarbij
.een dankbaar gebruik maken van den
voorarbeid van den Schoolraad te dier
zake. Zij kon zich bij het concept-schrij
ven van den Schoolraad in hoofdzaak
aansluiten; enkele punten zullen nog
aan den Schoolraad worden voorgelegd.
De commissie kon ook een dankbaar
gebruik maken van een rapport over
het onderwijs in de religieuse vakken op
de kweekschool, op haar verzoek door
de heeren Dr. Kaajan, Ds. Meystor en
Wirtz samengesteld. Dit rapport werd
pa bespreking in handen gesteld' van
drie leden der vergadering om het leer
plan nader uit te werken. Daarna za\
het naar de aangesloten kweekscholen
10m advies gaan, waarna de Commis
sie hoopt het als model-leerplan aan den
Schoolraad te kunnen aanbieden.
De gedachte werd overwogen om hei
Verband om te zetten in een organisatie
met rechtspersoonlijkheid.
Breed werd ook gehandeld over de
propaganda. In verschillende deelenvan
net land zal de hulp worden gezocht van
vooraanstaande mannen en van dp pers.
Dr. Waterink. als adviseur tegenwoor
dig ,kon enkele mededeelingen doen.
die een mooie perspectief voor zijn ar
beid openen. Voor aezen winter van '2;
op '28 is er uitzicht op een cursus per
radio, vulks in overleg met de Chr. Ra
dio- vereeniging.
CHRISTELIJKE SCHOOL TE
BRUSSEL.
„De Nederlandsche Christelijke
school te Brussel-' aldus lezen wij
bij een foto in Hollandia (Januari-af-
levering) „mag zich, onder de knap
pe leiding van den heer Neven, en
dank zij mede de toewijding van net
onderwijzend personeel in een buiten
gewonen bloei verheugen.
Een paar jaren geleden .j.oest de
school, toenmaals aan ie Nieuwe
Graanmarkt, in de benedenstad ge
legen, aanzienlijk worden uitgebreid,
wat hare overbrenging naar do i Oul-
tremontstraat, nabij het Jubel- of
Cinquantenairepark, waar over ruime
lokalen met speelplaats en tuin kon
worden beschikt, noodzakelijk maak
te. Dr. de Visser woonde to it. als mi
nister van onderwijs de inhuldiging
van het nieuwe schoolgebouw bij en
sprak een merkwaardige rede uit.
Sedertdien is de Nederlandsche school
nog uitgebreid met een volledige af-
deeling voor middelbaar onderwijs.
Naast de Noord-NederJandsche kin
deren uit de Brusselsche agglomeratie
worden ook Vlaamsche kinderen in
deze school als leerliÉgen aanvaard".
NACHTRUST VOOR SCHOOL
KINDEREN.
Hierover searyic A. G. van Wave-
reni in Gezin en öcnool" o.m. hst vol-
gende:
„riet moeilijk opstaan in de jeugd
is een vaak voorkomend euvel; net
houcit geen verband mei bewuste lui
heid, maar vindt zyn verklaring hier
in, dat de natuurlijke opleving van
energie na de miuuernacntsche inzin
king door verschillende oorzaken is
vertraagd.
Meermalen hooren wij er over kla
gen, dat kinderen des morgens moei
lijk opstaan „omdat" zjj 's avonds te
veel nuiswerk moeten maken, indien
het huiswerk te inspannend en van
te langen duur is, of wanneer het
kind behoort tot diegenen, wier ge
dachten gebonden blyven aan „elke"
actie waaraan zij tot vlak voor het
naar bed gaan, deelnemen (dus ook
spel, literatuur, muziek), dan kan een
telaat-inslapen en moeilijk opstap
daarvan inderdaad gevolg zijn.
In deze gevallen dienen de ouders
een tijdruimte tusschen het huiswerk
en het naar bed gaan vast te stel
len en moeten de kinderen deze tijd
ruimte aan onbelangrijke bezigheden
bestedén. Dit is voor elk kind ge-
wenscht.
Huiswerk is alleen dén van onmid
dellijk nadeeligen invloed op de nacht
rust, als het tot het moment van
het naar bed gaan, zoo groote in
spanning vergt, dat het inslapen tot
een te laat uur wordt verschoven
waardoor het kind ook een tekort
aan slaap ondervindt, of wanneer
ter wille van de hoeveelheid huiswerk
het naar-bedgaansuur abnormaal wordt
verlaat.
In sommige gezinnen is het de ge
woonte, dat de kinderen hun huis
werk 's morgens vroeg maken in
plaats van 's avonds. Dit kan in ^bij
zondere gevallen noodzakelijk zijn-
maar als stelsel is het niet aanbeve
lenswaard. Immers voor een goede
nachtrust een volledig uitrusten
is noodig, dat men zich 's avonds in
ontspannen toestand kan neerleggen.
Het kind, dat naar bed gaat met de
gedachte, dat men hem den volgenden
morgen tegen zes uur zal wekken
voor het leeren van lessen, dier teT
voorkoming van strafwerk of een ..on
voldoende beurt om 9 uur moet ken
nen, geniet geen weldadige nachtrust
Dit wreekt zich op den duur in den
vorm van onvoldoende weerstandsver
mogen, psychische onevenwichtigheid
i TWEEDE BLAD.
Schandlitteratunr.
Friesch Dagblad had de aandacht
gevestigd op schandelijke lectuur van
Het Volk waarop dit S.D.A.P,-orgaan
als naar eewoonte aan het schelden
slceg.
Hierop antwoordt nu Fr. Daghl. als
volgt:
We spraken onlangs van een feuille
ton, dat „Het Volk' aan zijn lezers
(essen) tegenwooi'die presenteert al9
van „schandlitteratuur' en de R.K.
Residentiebode, die het ook nogal eens
een keer ontgelden moet van „Het
Volk", aarzelde niet, 'te zeggen, dat
wij die benaming ..terecht" op dat
feuilleton hadden toegepast.
„Het Volk" evenwel was woedend
en schold ons blad voor „een pipsche
krant", terwijl het meedeelde, „dat
juist dit feuilleton zoo uitermate ge
schikt was ter bevordering van de goe
de zeden."
Dat feuilleton nu draagt tot titel:
„Het oudste Beroeo"
Dat is het beroep van de hoer.
Drie jonge Engelsche baronets (ge
broeders) bedrijven achtereenvolgens
overspel met eenzelfde „meid van de
straat", die op haar beurt natuurlijk
van „hqnger" tot ontucht verviel. De
oudste, die dit schandelijk stuk be
gaat. heeft echter een vrouw met 3
kinderen, maar die is hem niet mooi
genoeg meer. nu ze de dertig gepas
seerd is.
Door een samenloop van omstandig
heden wordt het heele vuile bedrijf
aan het licht gebracht en vraagt de
getrouwde man zijn wettige vrouw
vergiffenis voor hetgeen hii misdreef.
En dan volgt er:
„Ik heb je al lang vergeven", zeide
zii met een nauw hoorbare zucht.
„Ik moet krankzinnig geweest zijn',
zeide hij in diep berouw.
„Neen. mijn liefste, dat is het niet",
antwoordde zij. „ik zie nu in, en dat
heb ik vroeger nooit ingezien, dat een
vrouw in de latere jaren van haar le
ven er niet op rekenen mag haar man
voor haarzelve te behouden, zooals
dat in het begin geweest is".
„Later jaren? Je bent toch niet
oud", zeide hij.
„Ik ben al over de dertig, Jimmie.
En dat zegt voor een vrouw heel wat
meer dan voor een man. De veelwij
verij is in mijn oogen een gruwel ge
weest. maar ik heb nu de verklaring
daarvan gevonden. Het is een bescher
ming van de vrouw die ouder gewor
den is en het komt tegemoet aan de
natuurlijke neigingen van den man.
Neen, zeg mij niet dat je liefde voor
mij onveranderd is gebleven. Ik weet
het beter".
Dit is de strekking van het geheele
verhaal.
Zie hoe hier de misdaad vergoelijkt
wordt. Het is hetzelfe standpunt, dat
onlangs wierd ingenomen, door de De
mocraten en de Vereeniging v. Staats
burgeressen. n.l. dat een man van ze
keren leeftijd er zonder bezwaar een
bijzit op na mag houden. Dat was im
mers. volgens de Democraten een
„aanvulling" van het tekort der oude
vrijsters.
O tempora, o mores! Zie hoe „Het
Volk" bezig is. de goede zeden te be
vorderen! Met zijn „hoogstaand" feuil
leton. Zie: het record van alle zelf-
verdwazJng.
KERK EN SCHOOL.
NEO. HERV. KERK.
Beroepen: Te Oosterwolde (Doorn
spijk) Ds. Pop te Yaassen.
Bedankt: Vo'or N.-Beerla (toez.)
it. E. H. de Jong, te Hornhuizen en
Kloosterburen.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Westbroek (U.) H.
J. Heida, te Vlaardingen.
HET ONTSLAG AAN Ds. W.
ONNEKES.
Het kiescollege en de kerkeraad der
Hervormde Gem. te Paramaribo, schrijft
de Stand.'', tezamen de geheele ge-
FEUILLETON.
Opoffering beloond.
S". ftjt#
„Stel mijn moed niet op de proef,
Piëta, het hart van een moeder is
zwak ten opzichte van haar kinderen.
Ik zou alle achting onwaardig zijn,
als ik deed. wat ie van me verlangt.
En als mijn. raad om te vergeten, niet
helpt, welnu, dan beveel ik het je".
Het jonge meisje schrok van den
ernstigen toon van die laatste woor
den en keek de moeder van den offi
cier met verwondering aan. Zij ver
mande zich en zeide:
„Ik kan niet.Ik heb niet zulk
een berusting als u. Vergeten?O
neen. dat kan ik niet. Eu overigens, ik
wil. het niet. Ik heb vrijwillig Walter
mijn woord gegeven en dat is voor
.eeuwig".
De oude dame boog zich voorover en
fluisterde het meisje een paar woor
den in ihet oor.
Deze verbleekt, en week verschrikt
terug.
„O nieen.Spreek me daar niet
over. De Here zal dat niet van mij
eischen., daar ben ik zeker van. Ik kan
als 't moet afstand doen van het ge
luk Walter's vrouw te worden. Maar
hem to vergeten door mij aan een an
der to geven? Neen. nooit!. Niemand
ter wereld heeft het recht zoo iets van
mii op te eischen"
XVIII.
Piëta was nauwelijks bekomen van
de ontroering ondervonden, geduren
de het bezoek bij mevrouw Lenooy,
toen zij een weinig voor het diner het
salon binnentrad.
De markies De. Servannais was .r
reeds en toonde al zijn beminnelijk
heid in zijn gesprek met mevrouw de
Verbrugge, die ten hoogste ingenomen
was met haar knappen neef.
„Zoo Piëta, je schijnt geen haast ge
had te hebben. Ik begon al bang te wor
den, dat hoofdpijn of zoo iets je terug
hield en dat we van avond niet de
eer zouden hebben ie in ons midden
te zien", zeide zii. zich tot Piëta wen
dend, met een half spottend lachje.
Een lichte blos overtrok het gelaat
van het jonge meisje.
„Niets van dat alles ma, Ik had wel
een heel ernstige reden moeten heb
ben om me van avond aan uw gezel
schap te onttrekken".
Zij reikte haar hand aan den jon
gen man, die een bevallige buiging
voor haar maakte.
„Zoo beste neef", zeide zii niet haar
bekoorlijken glimlach. „Kom je Parijs
weer eens opzoeken?"
,,'t Is weer, alsof ik er altijd ge
weest ben. 't Doet zoo goed zich weer
eens thuis te voelen na een verblijf
in den vreemde".
Verschrikt riep mevrouw de Ver-
brugge uit:
„Maar heeft dat leven in den vreem
de dan ook vermoeienissen?Ach,
maar des te beter. Ik hoop altijd dat
het heimwee naar huis m'n. lieven
Kees eindelijk noe eens tot me bren
gen zal".
„Hij schijnt daar op het oogenblik
nog niet veel aanleg voor te hebben.
Maas wees gerust, tante, eens zal het
uur wel komen, waaróp Kees, even
als iedereen, zich tot het rustig fami
lieleven getrokken zal voelen".
„Van wien weet li dat?" vroeg zij
nieuwsgierig.
„Van Kees zelf. Ik heb de eer gehad
om eènige uren met hem door te bren
gen in St. Petersburg. Ik dacht toen
niet zoo spoedig weer in Frankrijk te
zullen terugkeeren, ahders had ik
hem gevraagd, of hij nog boodschap
pen hacl mee te geven voor u".
De vrouw van den bankier legde
koortsachtig haar hand op den arm
van haar neef en zeide:
„Hebt 1.1 mijn zoon gezien? O, ver
tel wat van hem. ik bid het u. Zijn
afwezigheid is mij zoo'n foltering. .Hij
?al mij niet meer herkennen bij zijn
terugkeer. Ik bén een oude vrouw ge
werden".
„Ik protesteer tegen de laatste uit
drukking. lieve tante," antwoordde de
jonge man galant.
„Het is toch de waarheid. Als Kees
al te lang wacht om te komen, zal
hij me misschien heelemaal niet te
rugvinden. En wat een vreemd idee
toch ook om weg te gaan en al die
uitgestrektheden te doorreizen, in
plaats van rustic lhui9 te blijven".
„Dat idee heeft z'n heele goede zij
de, beste tante. Het is lang niet slecht
eens met z"n dagelijksche gewoonten
te breken en omgang te zoeken met
lui, die de zaken van een ander stand
punt bezien dan wij. Hun standpunt
kan beter of slechter zijn dan het on
ze.dat is verschillend. Maar altijd
worden er nieuw© gezichtspunten door
geopend en het komt mij voor, dat het
zeer bevorderlijk is voor de ontwikke
ling- van den geest".
„Dat is ook mijn oordeel!"Bon
jour Guido, ik ben blij je bij ons te
zien", zeide mijnheer de Venbrugge,
die op dit oogenblik binnentrad. „Je
hebt ie verlangens te kennen gegeven
eens in onzen huisel ijken familiekring
ontvangen te worden. We hebben aan
je verzoek voldaan. Erhter zul je wel
een uitzondering willen maken voor
een enkelen gastvriend dezen avond,
onzen we derzij ds ch,en vriend baron
van Bruineberg. Hij heeft je ouders
heel goed gekend, en het zal hem een
groot genoegen doen je te ontmoeten".
„En het zal mij ook een groote eer
zijn, mijn kennismaking met den ba
ron te vernieuwen. Zijn naam is mij
heel goed bekend, maar mijn herinne
ringen aan zijn persoon zijn zoo vaag,
dat ik mij hem niet meer voor kan
stellen".
„Is Thom hier?" zeide mevrouw de
Verbrugge met blijkbaar genoegen.
„Ja, voor iwee dagen maar. Ik heb
hem gelukkig zoo pas toevallig ont
moet en heb hem kunnen overhalen.
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 6 Jan. 1927.
Het is vandaag Driekoningen: de
dag waarop men in de Roomsch-Ka-
tholieke en ook in andere kerken de
openbaring des Heeren aan de Wijzen
uit het Oosten, d© eerstelingen uit dé
heidenwereld, herdenkt.
Wij weten niet of het koningen In
den gewonen zin des woords zijn ge
weest, doch in elk geval waren zij ko
ningen naar den geest eu zij brachten
het edelste wat zij hadden: goud,
wierook en mirre aan den geboren
Koning te Bethlehem.
Ook van het nieuwe Jeruzalem
staat geschreven, dat de koningen
der aarde hun heerlijkheid en eer en
1e heerlijkheid en de eer der volkeren
daarin zullen brengen.
Daarom mogen wij „de heerlijkheid
en de eer", dat zijn de schatten der
cultuur, niet verachten, maar wij
hebben ook op het terrein der schoon
heid de roeping, onzen God te dienen.
Ook in de kunst, in de litteratuur moet
Christus als Koning heerschen en
moet de Naam verheerlijkt worden
van Hem, die is de schoonste onder de
menschenkinderen.
OBSERVATOR
en een mindeyr profiteeren van hel
onderwijs. Ik heb dit in verschillend*
gevallen kunnen nagaan.
Ten slotte nog dit: de ervaring en
de wetenschappelijke onderzoekingen
hebben geleerd, dat men gewoonlijk be
ter datgene onthoudt wat men 's avonds
van buiten leert dan hetgeen men 's mo?
gens vroeg in het geheugen prent".
m REMMENDE INVLOED OP HET
ONTHOUDEN?
In het psychologisch instituut te Rosi
tock heeft, naar het ZftfPadagl
Psych" meedeelt, W. Hinrich de vol
gende proef genomen:
Hij Het 10 jongens van 913 jaar
een rij eenlettergrepige, niet met el
kander in verband te brengen woor
den goed uit het hoofd leeren. Tien
minuten, nadat ze die opgezegd had
den, werd opnieuw nagegaan, hoe
veel ze er nog van hadden onthouden
Die pauze van 10 minuten werd ge
bruikt bij een deel der proeven met
het uit het hoofd leeren van inspan-
sende stof (het uit het hoofd leeren
van een getallen-vierkant} bij een an
der deel met lichte, vrije bezigheid.
Er bleek toen, dat de jongens onge
veer 25 pet minder onthouden had
den, als ze getal-vierkanten hadden
moeten leeren, dan wanneer ze lich
te bezigheden hadden verricht in de
pauze.
De onderzoeker bleek hieruit, dat
de inspanning van het leeren der ge
tallen terugwerkend een nadeeligen
invloed heeft gehad op het onthoi»
den der woorden.
Hij geeft dan den volgenden onder
wijs wenk: ,,Laat men twee inspannen
de leerstoften dadelijk op elkander
volgen, dan wordt het resultaat van
het eerste verminderd door het twee
de".
Tot zoover Hinrich.
Men moet overigens voorzichtig zijn
met conclusies, juist ten aanzien van
het geheugen, waarbij zich merkwaar
dige dingen kunnen voordoen. Men
neme maar eens .de volgende proef:
Laat een groep kinderen( eik af
zonderlijk) reeksen van b.v. vijf, niet
met elkander samenhangende woor
den uit het hoofd leeren, b.v. bad,,
lepel, varen, gras, prik; en zes, lui,
Doom, hal, zuid, enz.
Laat men de jongens, b.v. vijt reek
sen woorden uit het hoofd leeren,
dan worden in die reeksen 18 woor-
iden gereproduceerd.
Maar meermalen komt het voor,
dat jongens den tweeden keer de reek)
sen opzeggende, zonder die nog weer
onder de oogen te hebben gehad,
meer woorden kunnen reproduceeren
dan den eersten keer, ook als ze in
de pauze inspannend werk hebben ge
daan, b.v. een groote reeks kleine op
tellingen maken. i
Op het ge Died van het geheugen)
is nog lang niet alles vaststaand on
derzocht. i
bij ons t© komen, dineeren. Wil je zor
gen voor zijn ontvangst, vrouw?"
„We hoeven alleen een couvert hij
te dekken. Piëta, schel eens".
Zij wendde zich weer tot den mar
kies:
„Heeft Kees u niet gesproken over
terugkeer naar huis. Guido?"
„Neen beste tante, maar het ligt
voor de hand. dat hij het grootschoep
sche leven, wat hij in Rusland leidt,
niet lang zal uithouden. Het is best
mogelijk, dat hij verplicht zal zijn,
spoediger terug te keeren, dan hij zelf
wel denkt. Men kan ook al te veel
vergen van z'n krachten".
„Maar u hebt mijn zoon ziek gevon
den en u zegt het miï niet!" onderbrak
de moeder jammerend.
Een veelbeteekenende blik van Pië
ta matigde het antwoord van den
jongen man.
„Dat heb ik niet gelegd", hernam
hij met klem. „Ik beweer dat een voor
treffelijke gezondheid onontbeerlijk is
om zulk een leven van -overspanning
te kunnen volhouden".
Mevrouw de Verbrugge glimlachte.
„Kees is nog zoo jong. het is heel
natuurlijk dat hij van afleiding en
vermaak houdt", zeide zij, het -hoofd
afwendend om den blik van haar echt
genoot te ontgaan.
De komst van baron van Brulnebeirg
onderbrak dit voor den bankier en zijn
vrouw zoo pijnlijke gesprek.. Piëta
voelde zich er door verlicht.
(Wordt vorvolgd^,1