MODE-RUBRIEK NIEUWE LEIDSCHË COURANT VAN VRIJDAG 31 DECEMBER 1926 nazorg en neem U voor vrienden, om ons te helpen 't vol te houden ieder een kleinigheidje op onze maandelijk- 5che lijst en ge zaait enorm veel blijd schap en oogst de voldoening vele schepseltjes te behoeden voor een toe komst van ellende en rusteloosheid. Ouders die het voorrecht hebt „alles" aan Uw kleinen te kunnen ge- iVen, hebt een gezegend nieuwjaar en schenk onze kleine beschermelingen eenige kruimeltjes? De zorgen druk ken, doch we treden zoolang God leeft, en er goede menschen in Leiden zijn, moedig het strijdperk van 1927 tegen. Oudejaarsavond 1926. Namens Kinderhuis van ,,Jeruël" Middelstegracht 3. ,P. S. Met grooten dank melden we even de verrassende ontvangst van een heerlijke kaas van N. N.; en van L. 25; de Vr. 15; B. te N. 10; 6.04 van J. v. Sch., gecollecteerd tijdens de voge.lenentoonstelling Zomerlust; A. C. S. W., te W. (door Prof. K.) 25; Prof-. K. 10. Gaarne zal onze penningmeester, de heer G. S. Bogaards, Rijnkade 6a, eenige extra nieuwjaarsgiften in ont vangst nemen. I De heer A. Karstens liet ons pedenmorgen telefonisch mecledeeling doen, dat hij door plotseling ingetreden (ongesteldheid niet in staat is de inge bonden stukken van de hoeren Wil brink en .ïïiiner te beantwoorden. Wij voldoen gaarne aan het verzoek Vandenhesr K. om hiervan mededeeling -te doen in ons blad. REDACTIE. KINDER-MOORT Doe den gecroonden wolf 'de schaeokens nveu géboren.' [Met sijnen wreed en muyl te Bethlehém verslont, [Een clageüjck goschrey steech van dor aerden gront En quam ten hemel in voor Gods gerechte ooren. [Een vlieg dgeswerm der engelen vercoren jOmvinck den cleynen hoop gepleitort en doorwont, En nam dé witte siel van haren roden mont (Die stellend onbesmet Gcds aengesïcht te voren. (Hoe cort was haren tijd in drcevich tranendal, !Hco groo: is hare vrucht die eeuwich dueren sal, (Hoe loven zij den Heer he- gonstigen weldader. Bij gingen haestelijck in 'tleven door den doot, jGerucke. onverwacht uit hares moeders schoot. jGedragen in den schoot van hai-en liefsten Vader. RECLAtvlE. fV";K3 V' T: ■- c*2 S 2©nuw-Tab'?.ttsn .75* Laxeer-Tabieite?! .60" Hoofdpijn-YsbSelten 60 Bij Apoth. en. Drogisten. Beste Jongens en Meisejs, 'k Begin deze week maar dadelijk ïnet het beantwoorden der brieven, aan 't eind hoo pik dan mee te üee- len, hoe de uitslag van de verloting is. „Vergeet mij nietje". Je hebt geen klagen meisje, over de Kerstieesme- ring, dunkt me. VVias het er gezellig En is er mooi verteld? Kregen aiie kinderen een Bijbel? Je rapport vindt ik heel erg mooi. Dat hebben vader en moedei zeker oo'k wel gezegd, is ?t met? „Blondine". Dat dacht ik wel, dat bij de korte ijspret, 'die we gehaa heb ben, jij er tóen even van geprofiteerd! zou hebben. Prettig he, dat je even Leidsche Penkrassea. Amice, Wat zal op den Oudejaarsdag uit mond weerklinken: dagen, maanden,\jaren en als een schaduw heen; wij vinden, waar wij staren, bestendigs hier benêon- 1 11 weg dien wij betreden, geen voetstap, die beklijft; t heden wordt verleden. i 't ons toegerekend blijft. Wij worden ook heden weer aan dat vergankelijke herinnerd nu het weg snellende jaar weer „verleden" wordt Hoe weinig gevoelen wij dat het ons „toegerekend" blijft, dat wij ook van dit jaar eenmaal rekenschap moeten afleggen. Daarom is het zoo heerlijk om ook dat laatste vers van Gezang 160 tot bet onze te kunnen maken: Snelt dan jaren, snelt dan henen Met uw blijdschap en verdriet; Welk een "ramp ik moog beweenen, God, mijn God verandert niet. Blijft mij alles hier begeven, Voortgeleid door Zijne hand Schouw ik, uit dit nietig leven, In mijn eeuwig vaderland. Zie, Amice, als God onze God is, dan kunnen wij gerust ook alles verlaten dan vertrouwen wij ons aan Zijn lei ding toe. Niet met het Mohammedaan- sche fatalisme, omdat er nu eenmaal niets aan te veranderen is, maar met rijden kon. Maar 't ijs heeft net als' alle dingen, Zijn voor en tegen. Héb' je wel gelezen, hoeveel menschen er m dien korten tijd verdronken zijn? Dus het raadsel vond je een leuld werkje? Hartelijk! dank voor je wen- schen. „Hessie". Vond je het raadsel zoo1 lastig? Dat spijt me voor je. Maar, één ding héb je nu. Er stond wei de gelijk bij wat de eerste, wat de twee de zij was, en welk woord dat moest wezen. L en spreekwoord kon het toch moei lijk zijn. Zulke korte spreekwoorden zijn er immers bijna niet. „Logeetje". Dus je hebt de raadsels toch met vergeten, al ben rje uit lo- geeren? En je hebt het best naar je zin, dat merk ik wel. Wanneer ga je weer naar huis Dat begrijp ik best, dat je briefje nu met zoo lang kan zijn. „Alpenroosje". Wel nee, meisje, dat vind ik niets erg. Je moogt inzenden net zoo, je zelf wilt. Vond je dit zoo'n. aardig raadsel? Sommige kinderen vonden het moeilijk. Wil je Tante van mij terug groeten? „Anemoon". Ja, verleden week waS jetelaat meisje, 't Speet me wel, maar er was niets aan te doen. Dus 't is; gezellig met de nichtjes? Dat dacht ik wel. Leuk he, dat je ook nog een paar dagen met hen meegaat. ]a, die spelletjes ken ik wel. „Juniora". Dus het raadsel was ge makkelijk? Dat vind ik pretdg voor je. Zoo zoo, is hij zoo gegroeid? Hij' vindt het zeker wel fijn, om met va- cantie thuis te wezen. Prettig he, dat je zoo'n mooi boekje hebt gekregen. „Klaproos en Batavier". Grappig is dat. Jullie schrijven, wat is het koud, en terwijl ik het lees is hel hee-emaaL niet kouu meer. Je bent zekér wei blij met je nieuwe mantel, is 't niet? Wel ke kleur heeft hij Was het gezellig op de Kersifeestvienng „Rozeknopje". 'k Heb van de Ou deravond in de courant gelezen. Het moet heel gezellig geweest zijn. Dus! je bent toch naar de Kerstteestviering geweest, al ga je niet op de Zondags school Reseda was zeker wel blij met haar byck. Hoe heet het? „Grie O ja, dat gaat zoo. Als er veel logee's zijn moet men zich wel eens behelpen. Ga jii in Katwijk op de Zondagsschool? öf ging je zoo maar eens naar de K:-:tfi'>-1-:cringj kijken? Nu jij hebt in dien korten tijct nog aardig aan de ijspret gedaan. „Rie". Wel wel, alweer feest ge vierd. 't Kan maar niet op bij jou. De jarige is goed ingespannen he? Op welke Zondagsschool ga je nu eigenlijk? Te Katwijk of te Valken burg Dat zal een groot feest worden ne, met liet vijftig-jarig bestaan. „Gustaaf Adolf", 't Was dus 'n gezellige Kersiteestviering van de Zondagsschool. Ja da.t is 't meestal. Isi alleen de Kerstgeschiedenis verteld oi ook nog een ander verhaal Prettige dag is Moeders verjaardag; altijd he? Ja, dat vind ik ook. Je moet maar goed! je best doen, dat je voor dat vak een hooger cijfer haalt. „Goudbiondje". Het spijt mi) meis je, dat je er zoo'n werk aan hebt ge had. Maar andere kinderen vonden hst weer makkelijk, 't Was ook wel een beetje lastig voor jullie, dat ver geten is er bij te zetten, dat het mid delste woord hetzelfde moest zijn. Ge lukkig heb je er geen schade van, meisje. Lees maar eens, wat er aan het eind van de Babbelhoek staat. „Braamstruik en Denneappel". Ja het verslag van de Ouderavond heb ik gelezen, 't Moet heel gezellig ge weest zijn. Maar dat van de Zondags school heb ik niet gezien. Jullie hebt net eventjes van de ijsprét 'kunnen genieten her Braamstruik vindt het zeker wel prettig ,nu al twee naam genootjes te hebben. „Moeders meisje". .Verleden week was je briefje te laat. Dat heb je ze ker wel gemerkt. Maar nu heb je be ter opgepast. De Ouderavond is heel gezellig geweest he? Hebben jullie alleen gezongen, of waren er ook nog toespraken of inleidingen. Prettig he, dat het nu vacantie is, en je het niet zoo erg druk hebt. „Reseda". De ijspret heeft ook maar heel eventjes geduurd meisje. En je kunt er beter niet op komen, dan dat je je te vroeg waagt. Heb je wel gele zen, hoeveel menschen er in die paar dagen nog, verdronken zijn? En /)e zult je toch wel kunnen vermaken in de vacantie is 't niet? j „Boschviooltje". Dat is zeker een mooi boek, dat jij gekregen hebt. Ik heb het gezien. En wat een snoep heb je gehad. Wjst je er wel raad mee? Jammer, dat Moe op bedi ligt, maar gelukkig, dat het niet ern stig is. Nu kun jij mooi een beetje hei pen is 't niet? „Waterlelie". Nee maar, wat heb jij een beste verjaardag gehad, meisje. Je was zeker wel erg blij, met al dat moois. Heb je nog veel visite gehad? Ja zeker. Ik vind je rapport erg mooi. Daar waven vader en moeder toch; ze ker ook mee in hun schik, is 't niet „Hyacinth". Dat zou jammer zijn, om juist nu met het prijsraadsel niet in te sturen. En vooral deze keer, nu er zooveeP prijzen zijn. Dus je hoopt ook op een prijsje Nu, kijk maar eens aan 'teind, dan zul je'wel zien, of je er ook bij bent. „Heidebloempje". Dat vind ik leuk' dat je mij loch mét vergeten hebt, al zit jè nog, zoover weg. En je hebt het' best naar je zin. Ja, dat is meestal, als men uit logeeren is. Zoo, hoop je Maandag weer thuis te komen? Heb ie moeite gehad met het raadsel ofc hebben de neven je geholpen? „Zilverblondje", 'k Begre-ep riiaar niet waa. jij bleet meisje. Al drie we ken had- ik je gemist. Maar ik zie, dat je de Babbelhoek toch niet ver geten bent. Ga je nu weer trouw mee doen? Dat is veel gezelliger. Gezellig he. om met de feestdagen logee's te hebben De oplossing van liet prijsraadsel is P E R A' G R IJ N S .Wj I S S E L S K L E .u R D O O S R Ij S R A A D s. Z E E. H A iVj E N Z A N. D B A K M A D S E E S N. A En hier volgen de nieuwe raadsels: 1. Ingez. door "Hessie: Mijn geheel bestaat uit 27 letters, die tezamen een spreuk vormen. 4 S 26 21 9 17 zijn heerlijke vruch ten. 7 3 20 21 is een verkorte jongens naam. 1 16 12 ló is een ander woord voor muur. 10 22 26 6 11 27 is een plaats in de provincie Utrecht. 15 14 2 13 24 vindt men in Drenthe. Een dlö 19 23 10 is een vergiftig lier. 2. Jngez. door GustaafAdolf Mijn geheel bestaat uit drie letter grepen. die tezamen een piaatsje in Zuid Holland vormen. Van mij v't>eide eerste heeft men dezen winter» nog niet veel last gie- had. Naar mijn derde gaan wy des zondags gaarne. 3- Ingez. door Logeetje. Wat is het, dat de Koning slechts zeiden, en de gewone man alle dag ziet 4. Ingez. door Braamstruik en Den neappel. Hoe schrijt je de cijfers 1 tot 10, maar dan achteruit? 5. Ingez. door Alpenroosje. Hoe diep is de zee? Anecdote, ingez. door Reseda en Rozeknopje. .Professor (de borst van een student in de medicijnen aanrakend): „Wiaar kom ik terecht, als ik op deze plaats in uw borst steek?" Student: „In de gevangenis, Profes sor". Ziezoo, jongelui, de babbelhoek is: gereed. En nu wacht mij de moeilijke taak van de prijsverlotmg. Zijn jullie erg, nieuwsgierig.» Nu, luister dan. De prijsjes zijn ten deel gevallen aan jullie allemaal. 't.Zijn ditmaal maar dunne boekjes. Maar ik geloot dat DAMESKLEEDING. De meeste vrouwen vinden het heerlijk bloemen op haar japon te dragen. Eeri enkele bloem op een eonvoudige avondjapon s.taat bijzonder mooi. Ook vinden zij het steeds prct-i tig een kleine roos, een camelia of een toefje viooltjes op den bontkraag van den winter mantel te spelden. Nu er geen bloemen meer voor hoedenver- siering gebruikt worden, staat één bloem op oen zwaren wintermantel erg fleurig. Vaak ziet men echter dat deze versiering overdre ven wordt, door bv. zoo'n groote bloem op den kraag te hechten, 'dat deze het gezicht der draagster bijna geheel verbergt. De groote bloemen worden uitsluitend voor avondjapon nen gekozen en dan plaatst men ze, wanneer zij heel erg groot zijn, niet op den schouder, maar ter hoogte van den linkerheup. Er worden ook veel parelsnoeren gedragen. Van losse parels zijn motieven gewerkt op crêpe georgetfe.' welke voor avondkleeding bestemd is. Inplaats van parels worden ook kleine gitten gebruikt ter versiering. Behalve bloemen en kralen worden armbanden en ceintuurs van ebbenhout en ivoor ook voor garneering gebruikt. Op crêpe de chine en kunstzijden middagjaponnen ziet men vooral veel ceintuurs welke uit hout gesneden zijn. Op bovenstaande met een zijden sjaal be dekten tafel heb ik de verschillende sieraden gezet waarvan ik de toepassing verteld heb. Men lette eens op de bloemmotieven, die op de zijden sjaal aangebracht zijn. Ze worden gevormd door smalle zijden lintjes, die aan één kant héél fijn ingerimpeld worden en daarna in figuren welke een weinig op bloem motieven gelijken op de zijde met goud of zilverdraad genaaid zijn. Ook do franje kan men zelf maken. Men knipt een dikke boa draden van 'gelijke lengte en hale telkens 2 dubbel genomen draden door den zoom van de crêpe de chine met een haakpen, men krijgt dan een lus, waar doorheen men de 4 uiteinden haalt en aantrekt. Dit herhaalt men telkens op een halvcn centimeter afstand. Deze Spaansche sjaals zijn erg doelmatig. Niet alleen worden zij in de balzaal gedragen, maar ook op concerten en onder wijde bont mantels. Van groen zijden koordfluweel is boven staande mantel. Langs het rechter-voorpand, boven den bontrand en op de mouwen is een 'rand. machinaal borduurwerk gestikt, die met groene zijde uitgevoerd is. Met zes fantasie- knoopen wordt de mantel gesloten. De dub bele bontkraag, manchetten en rand onder aan den mantel zijn van beverbont. Eenvoudige vilthoeden worden bij zulko mantels het meest gedragen. De hoed, die ik mijn dame heb opgezet, is van beige vilt met een bruine naar beneden geslagen rand. Ook de band, die om den bol gelegd is, is van bruin vilt. Fluweelen hoeden zooals bv. nevenstaand model, dat 'ik op de nieuwste hoedenstandaard geteekend heb, worden meer door dames van middelbaren leeftijd bij haar bontmantels ge dragen. Patroon van bovenstaande mantel volgens 102 cM. gemeten bovenwijdte 0.65. Zij, die echter een passend patroon verlan gen sturen de maat genomen onder de armen over de buste met een bedrag van één gul den, aan onze mode-redactrice, mej. Greta Stein, Amstelveenscheweg 79II, A'dam. jullie ze toch wel willen hebben. Het is een verhaaltje, dat ik zelf heb ge schreven. en ik dacht, omdat jullie mij nu al zoo goed kennen, vindt je het misschien wel leuk, een verhaaltje van mii in een boekje te hebben. AL leen wanneer er twee kinderen uit één gezin bij waren, dan gaf Yk er een ander boekje bij. 'k'Vind het erg prettig, dat ik nu eens niemand teleur behoefde te stellen. Vertellen jullie mij volgende weekl maar eens, of je het boekje mooi vond. Nu wensch ik jullie allen nog een heel gelukkig Nieuwjaar toe. Ik hoop, dat jullie oo'k in het nieu we jaar trouw aan onze Babbelhoek mee olijft doen. Nu jongeiui, tot volgende week ho pen we. Vele groeten van je TANTE FRANCIEN. het zeker weten, dat het eeuwig va derland wacht. Dan leeren wij inderdaad dit leven in vergelijking bij de eeuwige zalig heid waarvan wij zeker zijn nietig achten. Gaat het U als mij, Amice, dan zult gij echter dezen dag wel bijzondere behoefte hebben om dat jaar nog-eens weer te herdenken, 't Is vlug voor bijgesneld, maar 't is lang genoeg ge weest om een torenliooge zondeschuld te doen ontstaan. Daarvoor is Oudejaarsavond zoo bij uitstek nuttig. Ik weet wel dat men in onzen Calvinistischen kring, als ik het zoo zeggen mag, liever niet de we reld gelijkvormig wordt, om in aller lei vromigheid over zondeschuld en vaak ongemeende vergiffenis-smee- king te spreken, maar een in oprecht heid, ook tezamen, schuld belijden is toch zoo noodig. Ook al is er veel onoprechtheid in het Oudejaarsavond-gedoe, hetgeen het best op den Nieuwjaarsdag blijkt, toch is het goed om aan den Kerk dienst vast te houden. Er zijn voor beelden van krachtdadige bekeerin gen juist door een Oudejaarsavond- kerkdienst. Maar zal het goed zijn, Amice, dan is de laatste dag van het jaar voor ons gelijk aan de eerste. Op alle 365 da gen moet ons bedoelen zijn te leven tot Gods eer. Elk uur zal ons aankla gen dat wij niet zoo leefden als God van ons eischte. Daarom moet ook elk oogenblik en zeker elke avond, onze smeekbede zijn: Heere vergeef mijne schuld en heilig mijn leven ter Uwer eer. Maak mij bekwaam, door Uwe kracht in mij te openbaren. Doen wij dat, ook dan is wel de laatste dag niet anders dan de ande re dagen, dan alleen in dien zin, dat wij genaderd zijn aan een mijlpaal op onzen levensweg, die ons noopt even te rusten en ooi te zien, maar daarom is hij ons dan ook dierbaar. Ook wij hebben ieder voor zich veel zonde te belijden. Wij hebben veel nagelaten dat we hadden kunnen doen. Veel misdreven waarvan we ons maar al te goed bewust zijn. Daartegenover wat een zegeningen mochten wij genieten. Laat ik maar eens met mijzelf be ginnen. Nu reeds vier maanden schreef ik elke week een brief, 't Was me onder a] bet andere werk dat God mij geeft bijna zonder uitzondering een genot. Ik houd er van om zoo gemoedelijk in verteltrant de onderwerpen van on ze stad en omgeving te behandelen. Maar dan legt dat ook groote ver plichtingen op. Dan moet het ook blijken, dat er wat te schrijven is. En zie nu eens, Amice, dat was wel eens heel sober soms. Ik heb wel eens het afgemeten stukje in de Nieuwe Leid- sche, dat er nu eenmaal elke week voor mij gereserveerd wordt volge^ praat zonder dat ik nu eigenlijk veel te vertellen had. Ik voel dat als een gebrek, Een zonde ook. Was het on mogelijk geweest om stof te verzame len? Deed ik het wel stelselmatig ge noeg? Zie, Amice, dat is al één Oudejaars- avondzonde. Zoo heb ik er nog wel meer. Maar het zal niet noodig zijn je er nog nïeer te noemen, ik weet dat jij er voor je zelf ook genoeg te belijden zult heb ben. Maar toch is het goed om ook daar voor onzen Oudejaarsavond te ge bruiken. AVij hebben immers ook voor elk H. Avondmaal een week van voor bereiding Zoo hebben we nu m.i. ook de Oudejaarsavond te besteden om schuld te belijden. Ook schuld te belijden aan elkan der. Doen wij dat, dan zullen wij ook den zegen ondervinden. God geeft in dien weg ook genade. Ja eigenlijk is die zielesteamming de eerste en beste genade die God ons geven kan. Als we maaf ontvankelijk zijn, dan vloeit de genade ons wel toe, want God is rijk in genade. Straks gaan we weer een nieuw jaar in. Twee en vijftig weken wach ten ons zoo God wil. Twee en vijftig maal zal onder den zegen des Heeren de gelegenheid zijn om over Leiden en omgevnig de dingen te belichten met de beginselen door God in Zijn Woord ons geopenbaard. Zie ik het goed' dan is het o zoo noodig. Niet alleen toch dat de vijand en nu doel ik niet in de eerste plaats op menschen, al vergeet ik niet dat die zich laten gebruiken ons voortdurend belaagt, pok wij zelf zijn ons eigen beginselen ten vijand. Het ziet er in onzen kring nog lang niet naar uit of we volgend jaar moe ten optrekken tegen een schier over- machtigen vijand. Daar is nog teveel lauwheid. Daar is ook een teveel let ten op de verschillen. Daar is onder linge jalouzie wie de voornaamste zal zijn. Laten wij ook deze zonden op Oudejaarsavond belijden. Laat ons Christus gebod betrachten" om dan an deren uitnemen der te achten. Laat ons ook niet vergeten, dat alleen een drachtig optrekken de overwinning kan schenken. Nu vergeet ik daar bij niet dat wij menschen net egels zijn. De koude buiten drijft ons om anders warmte te zoeken. Maar als wij elkaar naderen dan steken we ons aan de pinnen van onzen buurman. Daarom is het noodig om van deze stekelvarkens te leeren, dat we niet zoo dicht bij elkaar -moéten komen, dat we ekaar prikken maar dat we een gemeenschappelijk nest ieder met zijn eigen warmte verrij ken, opdat allen er de koestering van genieten. Zie, Amice, ik zou willen dat de al te vurige ijveraars bij ons bij de Chr. Historischen en vooral ook bij de Staatkundig Gereformeerden en bij de Hervormd Gereformeerden dat eens leerden. Wie weet of Oudejaarsavond daar niet goed voor is. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 10