NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN MAANDAG 27 DECEMBER 1920 TWEEDE BLAD. WflT DE BLHDEH ZEGGEN. Een Kersfeest te Bethlehem. Het is een-en-twintig jaren geleden, schrijft Mej. J. H. Kuypér In ,,De St." dat mijn vader, naar de reeds lang ge koesterde begeerte van zijn hart, het Kerstlfeest mocht vieren óp de plaats zelf waar de Heiland geboren werd. Dienzelfden da°: schreef hij mij uit 'Jeruzalem over dat heerlijk 'voorrecht hem te beurt gevallen: Jeruzalem, i3te Kerstdag 1905. Een Kerstfeest in Bethlehem gevierd. Je begrijpt, hoe overheerlijk. Ik reed er heen metwe gingen voorbij Kachels graf, en al de herinneringen, aan Ruth ep aan David, eni kwamen Beth lehem binnen, dat hooger dan Jeruzalem ligt, 8 kilometer er van af. Het ligt prachtig tegen een bergrug aan. Er wo nen bijna, enkel christenen, een mooi Arabisch ras. Proper en net. Allee maakt een vriendelijken indruk. En toen naar den stal, waar onze Hei land geboren is, en^ waar de kribbe gestaan h&ft. Aangrijp end heerlijk. Ik doorleefde 't alles. Het was of ik de En gelen in Efrafca hoorde zingen. Ik dronk met volle teugen de* heilige, Goddelijke realiteit in. Ellendig alleen die secte-indeeling van de Christenen. In de groote Balisiek, die over de grot staat, hier een] deel voor de Grieken, daar voor de Roomschen, daar weer voor de Kopten, dg.n voor de Arme niëra, en bij elk altaar een, andere dienst, en daarbij 400 Turksche soldaten om orde onder al deze op elkaar naijveri fe Christenen te bewaren. En toch is eze jalouzie begrijpelijk. Het spruit al les voort uit verslindende vereenng voor den Heiland. Het is pijnlijk te zien, hoe zelfs deze diepe liefde door onze zonde tot zulke misstanden leidt. Dit over mijn Kerstfeest, zooals ik het nooit weer heb ben zal, en toch dank ik, dat ik het ge noot. God zij dank, mijn gelóóf is krach tig, inün verbeeldino; sterk genoeg om al die omhaal weg te denken, en de heilige feiten als voor oogen te zien. Dezen brief had ik destijds aan mijn vader teruggegeven, omdat er ook al lerlei gegevens in voorkwamen voor zijn boek „Om de oude "Wereldzee". Juist in deze dagen, waarin de viering van het Kerstfeest weer nadert, kwam dit schrijven opnieuw in mijn bezit. Misschien werkt dit woord bij een en kelen lezer weer nieuwe bezieling om met te grooter ontroering en te cüeper liefde te knielen bij het Kindeke in de kribbe in Bethlehëms stal. Al is het^ zooals mijn vader het zelf eens schreef in een zijner Kerst-medita: tiefe: Het geloof tuuia niet ziekelijk naai de kribbe terug als lag in Bethlehem nog onze schat, maar van die kribbe ziet het -uit naar den doorluclitigen Dag desHee- ren. Als die dag eens zal aanlichten, dan eerst zal het voor al Gods uitverkorenen hun Kerstfeest, fee3t van Christus, ju belfeest des aanschouwer^ zijn. Vroeger en thans. We lezen in het Handelsblad: „In het midsen van be vorige eeuw kende Amsterdam nog de ratelwacht. „Om 4 uur 11 den ochtend voor onze begrippen wel zeer vroeg zor.g de ratelwacht zijn morgenzang, welke meestal heel lcort was, maar in den Kerstnacht zeven strophen bevatte. De eerste twee luidden aldus: 't Is Nacht, op 't halve wereldrond, D* klok is vier geslagen, Een doodsche stilte lveerscht alom, Dit schijnt Gods welbehagen, 't Is alles, eerbied, majesteit, Die rondom schijnt ten toon gespreid, Om Godes eer te schragen. Vier heeft de klok geslagen. Wij vieren thans het groote feest Van Jezus, onzen Koning, Hij, schoon der Eng'len vorst geweest, I Verliet zijn hemelwoning. Hij daalde op 't lage aardrijk neer Herstelde 't zondig menschdopi weer, Om onze schuld te dragen. Vier heeft le klok geslagen. „Zoo werden de menschen in den .vroegen ochtend in de kerststemming gebracht. FEUILLETON. imi Opoffering beloond. 26) Zij bloosde bij het. uitspreken van den naam van den luitenant. Zij zag in den hoek van denschoorsteen de roos, die van haar borst gevallen was en d^e door den jongen man den vori- gen avond was opgeraapt. Zij bukte zich om haar op te rapen, zich afvra gend hoe die bloem daar kon geko men zijn; maar vóór zij er den rijd toe had. hield de bankier haar tegen. „Raak die» bloem' niet aan, Piëta, ik verbied het je!" zei hij streng'. „Ik ver bied eveneens dat men van zijn plaats wegneemt dien geparfumeerden zak doek waarvan de initialen misschien nog eens als bewijsstukken kunnen gelden." Piëta hoorde die laatste woorden niet meer. „'Hoe komen deze voorwerpen hier, op dit uur?" vroeg zij zier af. „Die roos had ik gisteren bij mij gestoken, in den loop van den avond heb ik hem verloren en ik heb Walter vergund, haar bij zich te steken. En dat is ook ^ijn zakdoek. Ik hetb hem geborduurd voor de liefdadigheids-verkooping, waar Kees z'n vriend hem gekocht heeft en ik heb hem M'eer terugge vraagd om er het cijf-^F in te zetten." „Pat zün aanwijzingen, waarvftb- ik „Slechts ruim een halve eeuw gele den. En nu? Nu schijnt het hoogste ideaal te zijn op de Kerstdagen te mo gen dansen, nu hebben de Charleston en de Black Bottomhet vredige lied verdrongen". Da.t op deze schrille tegenstelling gewezen wordt in een liberaal blad, is 'n moedgevend verschijnsel. De oogen gaan open. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Rottum en Stits- wertl (toez.), A. H. Hellemans, cand. te Amsterdam. Aangenomen: Naar Wommels, e.a., H. J. Engelkes, te Haarlo (gem. Borculo). Naar Nieuw-Lcoadrechfc W. v. d. Waal, te Slijk-Ewflk. Bedankt: Voor Somme'sdrjk, J. D. v. Hof, te Wilnis. Voor Buruni e.a. U. P. Okken, te Eexta (Gron.) GEREF. KERKEN. Viertal: Te 's-Gravenhage-West (vac. Dr. Vollenhoven en Ds. Schuur man), A. M. Boepinga, te Sassenheim; H. A. Munnik, te Zwolle; P. Nomes, te Delfshaven en W. v. 't Sant te Water graafsmeer. Beroepen: Te Amersfoort, E. Schouten, te Alphen a. d. Rijn. Bedankt: Voor Hilversum, W.H. den Houting, te Huizum. Voor Meppel, P. Deddens te Rijswijk (Z.-H.) GEREF. GEMEENTEN. Bedankt: Voor Deiden, H. Kievit, te Veenendaal. Ds. J. P. TA7.ELAAR. Gisteren vierde Ds. J. P. Tazelaar, predikant bij de Geref. Kerk vara Weesp, zijn 40-iarig ambtsjubileum. De jubilaris is reads 30 jaar hoafdbe- School te Kampen en diénde al dien tijd de kerk van Weesp. Ds. Tazelaar is vooral bekend gewor den om zijn ijveren voor evangelisatie. De ujbilaris is reed3 30 jaar hoofdbe stuurslid van de Geref. Zondagsschool- vereeniging Jachin". Ook 13 hp hoofd bestuurslid van het Geref. Tractaatge- nootschap „Filippus". Ds. Tazelaar, die mede door zij m pers- arbeid geen onbekende in den lande is, is ridder in de orde van Oranje Nassau. Gisteravond heeft de jubilaris een ge dachtenisrede uitgesproken. E. VAN DER MOLEN, t De heer E. van der Molen, hoofd der 10 Chr. Holl. Chineesche school te Wel tevreden, die met ziekteverlof onderweg was naar ons land, is op de thuisreis overleden. J. H. VAN WESTENDORP J.Dzn. De heer J»H. van Westendorp! J.Dzn., 'inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie Rotterdam, zal door het be reiken van den 65-jarigen leeftijd, na bekomen eervol ontslag, op 1 Januari a.s. zijn ambt neerleggen. EET KERKJE TE ASSELT. Te Roermond heeft zich een voorloopig comité gevormd, dat zich de vorming van een nationaal comité tot taak heeft gesteld met het doel het stichten van een fonds te bevorderen voor het on derhoud van het beroemde kerkje te Asselt. EEN LEGAAT. Wjjlen mevrouw R. Knot-Havérkamp, overleden te Middelstum, heeft aan ae Theologische School te Kampen een le gaat van f icoo vermaakt. KERKBOUW. De kerkeraad der Geref. Kerk te En ter heeft besloten, tot den bouw van een nieuwe kerk, daar de bestaande te klein en te oud wordt. De bouwkosten zullen door vrjjwillige giften bijeen gebracht worden. Reeds werd voor t ó.coo,ge- teekend. KERKELIJKE VERKIEZING Bij de gisteren te Delft gehouden! her stemming voor de verkiezing van 22 gemachtigden in het kiescollege der Ned. Herv. Gemeente te Delft, werden uitgebracht 2210 stemmen, waarvan de candidaten der kerkelijke kiesvereni gingen Schrift en Belijdenis en Gemeen televen (confessioneel en ethfsch) er 1111114S op zich vereenigden, zoodat die allen werden gekozen. De candidaten der gereformeerden behaalden 1071 1093 stemmen. nota zal nemen!" ging mijnbeer De Verbrugge voort." Hij hield op met loopen, zette zich in zijn bureau-stoel en wees het jonge meisje een stoel aan naast hem. „Ik ben van nacht het slachtoffer geworden van een diefstal van twee en vijftig duizend francs" zei Ilij ern stig. „Wie is de schuldige? Hoe is hij hier binnen kunnen komen zonder in te breken? Ik weet het niet. Maar of schoon jdie som enorm groot is, zou ik er zonder bedenken bet dubbele voor over hebben, als ik hier niet deze voorwerpen gewonden bad, waarvan je zelf zegt op het eerste gezicht den eigeaar te herkennen. Op wien kan men tegenwoordig nog vertrouwen?" Piëta sprong verschrikt op. „Uw vermoedens mogen Walter niet treffen, Pa. Hij is tot zoo'n laagheid beslist niet in staat", protesteerde zij. Met gevouwen banden, met bleek, ontdaan gelaat richtte het jonge meis je op het ondoorgrondelijk gelaat van haar vader een blik van diepe veront waardiging, van smeekende liefde. „Hoe laat. precies heeft Lenooy on ze salon verlaten?" vroeg de bankier zonder op de woorden van zijn dochter te letten. „Om drie uur precies." „Om drie uur!" herhaalde hij lang zaam, een bronzen blaker aanwijzend met kaarsvet bedekt. Om dat uur on geveer moet deze kaars ook aangesto ken zijn. Die duren ongeveer vijf a zes „PNIëL". Dr. J. H. Gunning J.Hzn., deelt met Sroot leedwezen in „Pniël" mede, dat 's. A. K. Straatsma van Zandvoort tot het besluit gekomen is, met 1 Januari niet langer medewerker van „Pniël" te blijven, maar na dit proefjaar dit werk, dat hem te zwaar is, los te laten. Het pastorale werk moest vóórgaan: „Welnu, dan mag ik ook niet verder aandringen, hoewel het mij biter, bitter spijt, dat deze begaafde,sympathieke, jeugdige kracht mrj ontvalt. „Op 't oogenblik heb ik geen moed en geen lust aan een anderen medewer1 ker, toekomstig opvolger te denken. Mis schien moet „Pniël" dan maar na mijn sterven verdwijnen, misschien ook zendt de Heer mij nóg.een broeder of zuster op mijn weg, die, mjjne grondgedachte: de werkelijkheid van en de liefde voor de ééne heilige Kerk van Christus dee- lende, met mjj mede wil werken dit heerlijk ideaal met Gods hulp nader te brengen tot zijn verwezenlijking". GEMENGD NIEUWS. Bruiriö b'oo,ne n. Er is een larid in Europa, waar bruine boonen zeer in tel zijjn. In Zweden zijn brui' ne boonen een echt volks voedsel gle- wordien. In Zweden worden dan ook niet) onbelangrijke hoeveelheden bruine boa nen ingevoerd', waarvan een belang-' rijk deel uit Nederland. Zij worden, uitsluitend voor menschelijké voedingi plebruikc en wel door alle groepen der bevolking. Voornamelijk worden in Zweden de bruine boonen gtegeten ter afwisseling! in plaats van aardappelen, vooral bi) het gebruik van haring, spek ot ham. Bij feestmaaltijden van lieden uit den boerenstand wordt veelal ham als hoofdgerecht gegeten en hierbij is 't gebruik van bruine boonen traditio neel. In Zweden worden bruinê boonen uitsluitend gekookt geconsumeerd. De bereiding van soep en purée uit boo nen schijnt daar ten eenenmale onbe kend te zijn. Als hoofdgerecht woflden de bruine boonen niet gegeten, zelfs niet door minder gegoeden. Dit be legt evenwel niet, dat de proviand aan boord van bij de groote vaart betrok ken Zweedscne schepen voor een niet gering deel blijkt te bestaan uit brui ne boonen. Ook bij het Zweedsche legler vervul len deze boonen een bijzondere rol, omdat zij in meerdere mate dan aard appelen tegen vorst bestemd zijn. In onze huisgezinnen moest even goed van het zoo nuttig en voedzaam product meer glebruik worden gemaakt Minstens eenmaal per week moeten onze huismoeders bruine boonen op tafel brengen. Ve e 1 s c hr ij ver s. Statistici heb ben uitgerekend', welk volk de meeste brieven schrijft. Men is tot een resul taat giekomen, door het aantal verzon den brieven te deelen door het aantal inwoners. De Engelschen verzenden de mees te brieven. Elk jaar stuurt een En- gelschman 81 brieven weg. De Ame rikanen volgen hem met b9 stuks. Daarna komen onze Oostelijke bui ren met 67 Brieven. De vierde plaats wordt ingenomen door de Zwitsers met 60 briovn per inwoner. De Pqjrtu- feezen zijn in het internationale ver eer zeer bescheiden. Zij verzenden 19 brieven per jaar. Misschien stuurt de intelligente Portugees meer brieven" weg. Het is moeilijk een en ander vast te stellen, daar er nog altijd enkelei Portugeezen zijn, die geen belangstel ling vopr de nobele schrijfkunst aan Iden dag leggen. De F ranscnen handhaven hun "be- knopthjeidszin ook in het schrijven. Per jaar en per hoofd gaan er 27i brieven met Fransche postzegels door ide diverse brievenbussen. En dat in het land met zooveel historische brief schrijvers. "Het intellect schuwt nog. al tijd langdradigheid. Een ge ha aide. De familie B. te Aerdenhout had een Duitsch meis je in dienst. Onder het talrijke per soneel nam zij een ©enigszins bevoor rechte positie in en zij verving, soms ide kamenier. Zaterdagavond is het meisje uitge- uttr en de pit brandde nog om half ne- igeji, toen ik hier binnenkwam." „Dat is wel toevallig, maar het Is toch nog geen bewijs „Dat het Walter moet geweest zijn. Juist, dat zou ook mijn meening ge weest zijn, als die kleine aanwijzingen op den uvoikI er niet lagen." „O, ik bid u, pa. Verbind toch geen oogenblik in uwe gedachten den naam van onzen vriend met dien van den schuldige. Alleen die twijfel is &1 een beleediging, die Walter niet on dergaan mag", antwoordde het jonge meisje met een verontwaardiging, die bijna geen rekening hield met het res pect voor haar vader. „Ik beschuldig niemand, Piëta. Ik constateer alleen. Er is van morgen een diefstal gepleegd in mijn bureau, zonder inbraak. Daar volgt uiit, dat de schuldige slechts iemand kan wezen die ingewijd is in de geheimen van de brandkast. Welnu, 'behalve je moeder, je broer, en jij, is er niemand dan Le nooy, aan wien ik «enigen tijd gele den het cijfer meedeelde, toen ik hem verzocht enkele boeken in mijn brand kast te bergen, terwijl ik een brief af maakte, niemand anders, zeg ik, die dit slot zonder geweldpleging kan openmaken. „De diefstal is niet gepleegd door een beroepsinbreker, dat is duidelijk. De dief heeft leven gehoord, hij is bang geweest op lieeterdaad betrapt te worden, hij is hals oyer kop moeten gaan en tot aller verwondering kvami zij niet terug. Daar men vreesde, dat haar een on- gleluk was overkomen, werd de Bloe- meridaalscheo politie gewaarschuwd, waarna ha,ar vermissing1 per radio in het larid' werd bekend gemaakt. Dp 'die aanvrage kwamen evenwel! geen berichten in. Eerst was er g|een vermoeden, dat zij voor goed zou zijn vertrokken, daar! haar koffers nog in de woning van !den heser B. waren. Bij onderzoek! bleek evenwel, dat die koffers niets van waarde bevatten en bovendien bleek, dat een groot gedeelte van de juweelen van mevr. B. verdwenen wa ren; o.a. werden vermist een parel snoer en een platina armband, met, robijnen en saneren bezet. De politie vermoedt, dat het meisje! o-ver de grens is gegaan. De heer B. stelde er geen prijs op, 'dat de Bloemendaalsche politie naatt Berlijn ging, waar het meisje vroeger heeeft gewoond, om daar een onder zoek in te stellen en eventueel de uit levering van de divegge te bewerken. Zijn meening is, 'dat de juweelen toch niet meer terug te krijgen zijn. H et s poiorweigon gel uk b ij de Vink. De heer J. S. A. Leith, hoofdbouwkundige bij de Nederland1- schie spoorwegen in de sectie Hotter- dam, is,zooals we hebben bericht, met ingang van 1 Februari 1927 van Rot terdam naar Utrecht overgeplaa'st. Deze overplaatsing zou verband hou den met de verklaringen van den heer Death voor de commissie Kraus inzake het spoorwegongeluk bij de Vink. Het „Utr. Dagbl." dat met een tot oordeelën bevoegd persoon gesproken heeft over de veiligheid op de spoor wegen, in verband met de overplaat sing van den heer Leith, schrijft, dat deze, evenals de sectie-ingenieur, eén ontevredenheidsbetuiging had gekre gen van de directie voor het niet-ken- nisgeven van zijn bezwaren tegen de veiligheid op het baanvak bij de Vmk. De zegsman van het blad wees, er op dat da heer Leith, als hij er tegenop zag het beleid van zijn ingenieur in debat te brengen bij de directie, in de weken waarin hij den ingenieur ver- ring, en dus zelf voor de sectie Rot terdam de volle verantwoordelijkheid droeg, Augustus van dit jaar ook geen enkelen maatregó. heeft genomen om dan ten minste geduren de de weken, waarin hij verantwoorde lijk was de veiligheid op het bewuste baanvak te secureeren. De. heer Leith had gedurende deze weken twee din gen kunnen doen als de dreigende! onveiligheid hem zoo hevig bezwaar de: le. had hij zich kunnen wenden tot zijn hoogeren obef, den heer Maas Geesteranus, chef van den dienst van weg en werken te Utrecht, met ver zoek zelf den weg te willen komen mspecteeren in verband met eendoor 'hem (Leith) vermeende onveiligheid; 2e. zoo- de heer Leith dit niet had wil len doen via Utrecht, had hij eigener beweging, als waarnemend sectie-in genieur, voorschrift kunnen geven om op het bewuste baanvak langzamer te rijden, wat hij volkomen haa kunnen verantwoorden op grond van zijn vei liefheids inzichten, nu hij, als waarne mend ingenieur aansprakelijk was voor de banen in zijn sectie. Maar do hr Ledth heeft nog net in sub 1 noch het m sue 2 vermelde gedaan. Hij laat Utrecht onwetend en handhaaft gedu rende zijn waarneming als verantwoor delijk leider de snelheid van 90 K.M. op een baanvak, waar hij die snelheid niet te wettigen vindt. Men vraagt zich nu toch af is dat' jgjóiedi te keuren in een ambtenaar, diei zich zoo- geidrukt voelt door de onvei ligheid op de baan en na het ongeluk' bij de Vink onmiddellijk uitroept:dat heb ik wel altoos gevreesd. Dat hoor de men toen in Utrecht voor het eerst en stom van verwondering vroeg men daar aan den heer Leith: Maar waar om hebt gij ons dat nooit eerder ge zegd? Als gij een ongeluk zoozeer voeldet, waarom hebt gij dan deson danks gezwegen en waarom hebt gijl in de maand, voorafgaande aan Sep tember, waarin het ongeluk plaats vond, toen gij in Augustus zoo alle gelegenheid had om uw eigen verant woordelijkheid te dekken door lang zamer te laten rijden, waarom hebt gijl ook toen geen enkelen maatregel ge- vluchten, zonder den tijd te nemen iets op zijn plaats te leggen, want ik heb alles net. zoo gevonden, zoo-als je het hier ziet, de deur van de kamer half open, de sleutel in de brandkast, de laden over hoop gehaald, een stoel om ver gegooid. Hij heeft zelfs bij zijn ver trek de kaars niet eens uitgeblazen". „Dat alles geeft ongelukkigerwijze nog niets geen aanwijzing v. den dief" zei het jonge meisje, bij wie alle or- gumenten niets geen twijfel konden op wekken. „■Helaas neen. Als ik die bloem en dien zakdoek niet gevonden had, zou ik niets geen gissing kunen maken". „Maar maak toch zoo'n gissing niet, Pa. Dat is duidelijk, dat is onloochen baar". „Er ligt een raadsel achter verscho len. Walter is zeker het slachtoffer van een gemeenen bedriegersstreek. Ik erken, dat de schijn tegen hem is, maar te gelooven, dat hij een dief is, hij?o, nooit, nooit! „Je kunt niet hegrijpen, hoe ik gele den heb sinds van morgen, kind", zei de bankier, wiens twijfel verminder de bij de overtuigende woorden van zijn dochter. „Ik heb van den jongen bijna evenveel gehouden als van jou", ging rij voort, „ik stelde in hem even veel vertrouwen als in mij zelf". Snikken welden Piëta naar de keel; zij drong ze met kracht terug en ter wijl zij haar blond hoofdje liet leu nen op de schouders van haar vader. nomen om de veiligheid te verhoo gd! toen gij daar de macht toe be zat r De heer Leith zweeg bij de direct fe liet zijn hoogeren Chef, den hoofdinge nieur, chef van dienst, eveneens in. onwetendheid, en toen hij gedurende eenige welcen zelf de a ansprakelijk- hekT droeg, deed hij zelf ook niets. Brand. Zaterdagsmorgen, om streeks 5 uur, kwam men tot ontdek king, dat een felle brand woedde ia de Koekfabriek van den heer Stam* gelegen in het Baterslop te Brielle. In korten tijd waren bakkerij en woonhuis totaal uitgebrand. De inboe del werd gedeeltelijk gered. Er was niets verzekerd. UIT DE OMGEVING. WOUBRUGGE. Gemeenteraad. Vergadering van den raad dezer gemeente van Donderdag 23 Dec. Tegenwoordig alle l'eaen, behalve de heer Vromans, die met kennisgeving wegens ziekte afwezig is. Voorzitter de Burgemeester. De Voorzitter opent de vergadering met gebed, waarna 3e notulen der vorige bijeenkomst worden voorgelezen en on veranderd vastgesteld. In verband met de ongesteldheid van den heer Vromans zegt de voorzitter wel de tolk der vergadering te zijn, in dien hrf de hoop uitspreekt dat hii' spoe dig hersteld moge zijn. _Mej. M. Guldemond verzoekt toestem ming tot het wegbreken van de voorma lige arrestantenlokalen in haar hotel, teneinde aldaar een moderne W. C. in te richten. Wordt gerenvoyeerd naar B. en W. tenemde de bouwcommiss:e te hooren. Een verzoek van de Afd. Woubrugge van de Z. H. Vereeniging ,,Het Groene Kruis" om een jaarlijkscne subsidie van f 30, wordt eveneens om advies naar B. en W. gezonden. Aan de orde komt thans de vaststel ling yan de vergoeding, krachtens art. 101 der L. O.-wet aan de Bijzondere scholen. In de eerste plaats wordt behandeld de vergoeding aan de R. K. school te Hoogmade. Mededeeling geschiedt van de bedragen, waarop dit schoolbestuur recht heeft. De heer Boot' vraagt, of de berekening overeenkomt met die van het school bestuur, waarop de Voorzitter antwoordt dat, alvorens het besluit werd ontworpen met het schoolbestuur is gecorrespon deerd' en geconfereerd, met het resul taat, dat het schoolbestuur zich met het bedrag der vergoeding heeft vereenigd. Voor deze school wordt de vergoeding en afrekening met algemeene stemmen vastgesteld. Ten aanzien van de Chr. school te Woubrugge is de zaak minder gemakke lijk. Hier bestaat geen overeenstem ming. Een aantal posten zijn in de bere kening van het schoolbestuur opgenomen die naar de meening van het gemeente bestuur niet kunnen worde\n betaald. Voorlezing van deze posten vindt plaats. Ook met dit schoolbestuur is gecor respondeerd en daarna nog een confe rentie gehouden. Ofschoon ook hier aan vanke'ijk overeenstemming bestond, is het schoolbestuur hierop teruggekomen en reclameert thans bh den raad over eenige posten. De voorzitter zegt. niet het recht te betwisten om te appelleeren, maar meent dat hq daai ook zijnerzijds niet meer ge bonden is aan hetgeen tevoren was af gesproken. Hü kan dus zonder eenige reserve de dubieuse posten, welke aan het schoolbestuur waren toegegeven, weer terugnemen. Hierna vindt voorlezing plaats van het schrijven van het schoolbestuur, waar in hunne betewaren worden uiteengezet Daaruit blijkt, waar de wet de mogelijk heid opent voor een milde en een be krompen toejpassing, dat zij hopen op een milde toepassing der wet. De heer van Dam zegt ook persoonlijk te voelen voor een milde toepassing. De Voorzitter zegt ,dat de L. O.-wet voor beide ruimte laat, maar dat daar van geen sprake mag zijn, omdat het niet aangaat, de gelden van de gemeen schap in één rienting te doen Vloeien, maar dat voor het gemeentebestuur al leen de vraag geldt of de aangevraagde ging zij voort: „Ik bid u, beschuldig hem niet, zelfs niet in uw gedachte, vader. Hij is het niet, hij kan het niet zijn". Mijnheer De Veribrugge drukte «sen kus op de smeekeend e oogen van zijn dochter. „Ik zal hem niet beschuldigen, voor ik hem ondervraagd heb", zei hij. „Ge loof me, ik zal niet minder blij zijn dan jij, de volkomen onschuld van Walter te kunnen conetateeren". Piëta richtte zich trotsch op. „Ondervragen? Wilt *1 Walter on dervragen?" zeide zij met schrik; neen pa, neen. ik bid u, doe «dat niet. Die twijfel alleen van uw kant zou zulk een greivende beleediging voor hem zijn". „Er meet licht komen over' deze zaak mijn kind". „Dat begrijp ik, maar niet' op die manier. Overigens, die aanwijzingen beteekenen niets in dit geval. Ongeluk kige die ik ben! Ik heb zelf Walter den raad gegeven den tuin door te gaan om enkele minuten uit te win nen. Zender mij zou hij er misschien niet aan gedacht hebben. Hij heeft die voorwerpen onderweg moeten ver liezen en degene die ze gevctiden heeft bediende zich er van om zich zelf bui ten vervolging te stellen en alle verden king op een onschuldige te werpen". CWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5