NIEUWE LEIDSCHE
COURANT VAN MAANDAG 27 DECEMBER 1920
TWEEDE BLAD.
WflT DE BLHDEH ZEGGEN.
Een Kersfeest te Bethlehem.
Het is een-en-twintig jaren geleden,
schrijft Mej. J. H. Kuypér In ,,De St."
dat mijn vader, naar de reeds lang ge
koesterde begeerte van zijn hart, het
Kerstlfeest mocht vieren óp de plaats
zelf waar de Heiland geboren werd.
Dienzelfden da°: schreef hij mij uit
'Jeruzalem over dat heerlijk 'voorrecht
hem te beurt gevallen:
Jeruzalem, i3te Kerstdag 1905.
Een Kerstfeest in Bethlehem gevierd.
Je begrijpt, hoe overheerlijk. Ik reed
er heen metwe gingen voorbij
Kachels graf, en al de herinneringen,
aan Ruth ep aan David, eni kwamen Beth
lehem binnen, dat hooger dan Jeruzalem
ligt, 8 kilometer er van af. Het ligt
prachtig tegen een bergrug aan. Er wo
nen bijna, enkel christenen, een mooi
Arabisch ras. Proper en net. Allee maakt
een vriendelijken indruk.
En toen naar den stal, waar onze Hei
land geboren is, en^ waar de kribbe
gestaan h&ft. Aangrijp end heerlijk. Ik
doorleefde 't alles. Het was of ik de En
gelen in Efrafca hoorde zingen. Ik dronk
met volle teugen de* heilige, Goddelijke
realiteit in.
Ellendig alleen die secte-indeeling van
de Christenen. In de groote Balisiek, die
over de grot staat, hier een] deel voor de
Grieken, daar voor de Roomschen, daar
weer voor de Kopten, dg.n voor de Arme
niëra, en bij elk altaar een, andere dienst,
en daarbij 400 Turksche soldaten
om orde onder al deze op elkaar naijveri
fe Christenen te bewaren. En toch is
eze jalouzie begrijpelijk. Het spruit al
les voort uit verslindende vereenng voor
den Heiland. Het is pijnlijk te zien, hoe
zelfs deze diepe liefde door onze zonde
tot zulke misstanden leidt. Dit over mijn
Kerstfeest, zooals ik het nooit weer heb
ben zal, en toch dank ik, dat ik het ge
noot. God zij dank, mijn gelóóf is krach
tig, inün verbeeldino; sterk genoeg om al
die omhaal weg te denken, en de heilige
feiten als voor oogen te zien.
Dezen brief had ik destijds aan mijn
vader teruggegeven, omdat er ook al
lerlei gegevens in voorkwamen voor zijn
boek „Om de oude "Wereldzee".
Juist in deze dagen, waarin de viering
van het Kerstfeest weer nadert, kwam
dit schrijven opnieuw in mijn bezit.
Misschien werkt dit woord bij een en
kelen lezer weer nieuwe bezieling om
met te grooter ontroering en te cüeper
liefde te knielen bij het Kindeke in de
kribbe in Bethlehëms stal.
Al is het^ zooals mijn vader het zelf
eens schreef in een zijner Kerst-medita:
tiefe:
Het geloof tuuia niet ziekelijk naai
de kribbe terug als lag in Bethlehem nog
onze schat, maar van die kribbe ziet het
-uit naar den doorluclitigen Dag desHee-
ren.
Als die dag eens zal aanlichten, dan
eerst zal het voor al Gods uitverkorenen
hun Kerstfeest, fee3t van Christus, ju
belfeest des aanschouwer^ zijn.
Vroeger en thans.
We lezen in het Handelsblad:
„In het midsen van be vorige eeuw
kende Amsterdam nog de ratelwacht.
„Om 4 uur 11 den ochtend voor
onze begrippen wel zeer vroeg zor.g
de ratelwacht zijn morgenzang, welke
meestal heel lcort was, maar in den
Kerstnacht zeven strophen bevatte. De
eerste twee luidden aldus:
't Is Nacht, op 't halve wereldrond,
D* klok is vier geslagen,
Een doodsche stilte lveerscht alom,
Dit schijnt Gods welbehagen,
't Is alles, eerbied, majesteit,
Die rondom schijnt ten toon gespreid,
Om Godes eer te schragen.
Vier heeft de klok geslagen.
Wij vieren thans het groote feest
Van Jezus, onzen Koning,
Hij, schoon der Eng'len vorst geweest, I
Verliet zijn hemelwoning.
Hij daalde op 't lage aardrijk neer
Herstelde 't zondig menschdopi weer,
Om onze schuld te dragen.
Vier heeft le klok geslagen.
„Zoo werden de menschen in den
.vroegen ochtend in de kerststemming
gebracht.
FEUILLETON.
imi
Opoffering beloond.
26)
Zij bloosde bij het. uitspreken van
den naam van den luitenant. Zij zag
in den hoek van denschoorsteen de
roos, die van haar borst gevallen was
en d^e door den jongen man den vori-
gen avond was opgeraapt. Zij bukte
zich om haar op te rapen, zich afvra
gend hoe die bloem daar kon geko
men zijn; maar vóór zij er den rijd
toe had. hield de bankier haar tegen.
„Raak die» bloem' niet aan, Piëta, ik
verbied het je!" zei hij streng'. „Ik ver
bied eveneens dat men van zijn plaats
wegneemt dien geparfumeerden zak
doek waarvan de initialen misschien
nog eens als bewijsstukken kunnen
gelden."
Piëta hoorde die laatste woorden
niet meer.
„'Hoe komen deze voorwerpen hier,
op dit uur?" vroeg zij zier af. „Die
roos had ik gisteren bij mij gestoken,
in den loop van den avond heb ik hem
verloren en ik heb Walter vergund,
haar bij zich te steken. En dat is ook
^ijn zakdoek. Ik hetb hem geborduurd
voor de liefdadigheids-verkooping,
waar Kees z'n vriend hem gekocht
heeft en ik heb hem M'eer terugge
vraagd om er het cijf-^F in te zetten."
„Pat zün aanwijzingen, waarvftb- ik
„Slechts ruim een halve eeuw gele
den. En nu? Nu schijnt het hoogste
ideaal te zijn op de Kerstdagen te mo
gen dansen, nu hebben de Charleston
en de Black Bottomhet vredige lied
verdrongen".
Da.t op deze schrille tegenstelling
gewezen wordt in een liberaal blad, is
'n moedgevend verschijnsel. De oogen
gaan open.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Rottum en Stits-
wertl (toez.), A. H. Hellemans, cand. te
Amsterdam.
Aangenomen: Naar Wommels,
e.a., H. J. Engelkes, te Haarlo (gem.
Borculo). Naar Nieuw-Lcoadrechfc W.
v. d. Waal, te Slijk-Ewflk.
Bedankt: Voor Somme'sdrjk, J. D.
v. Hof, te Wilnis. Voor Buruni e.a. U.
P. Okken, te Eexta (Gron.)
GEREF. KERKEN.
Viertal: Te 's-Gravenhage-West
(vac. Dr. Vollenhoven en Ds. Schuur
man), A. M. Boepinga, te Sassenheim;
H. A. Munnik, te Zwolle; P. Nomes, te
Delfshaven en W. v. 't Sant te Water
graafsmeer.
Beroepen: Te Amersfoort, E.
Schouten, te Alphen a. d. Rijn.
Bedankt: Voor Hilversum, W.H.
den Houting, te Huizum. Voor Meppel,
P. Deddens te Rijswijk (Z.-H.)
GEREF. GEMEENTEN.
Bedankt: Voor Deiden, H. Kievit,
te Veenendaal.
Ds. J. P. TA7.ELAAR.
Gisteren vierde Ds. J. P. Tazelaar,
predikant bij de Geref. Kerk vara Weesp,
zijn 40-iarig ambtsjubileum.
De jubilaris is reads 30 jaar hoafdbe-
School te Kampen en diénde al dien
tijd de kerk van Weesp.
Ds. Tazelaar is vooral bekend gewor
den om zijn ijveren voor evangelisatie.
De ujbilaris is reed3 30 jaar hoofdbe
stuurslid van de Geref. Zondagsschool-
vereeniging Jachin". Ook 13 hp hoofd
bestuurslid van het Geref. Tractaatge-
nootschap „Filippus".
Ds. Tazelaar, die mede door zij m pers-
arbeid geen onbekende in den lande is,
is ridder in de orde van Oranje Nassau.
Gisteravond heeft de jubilaris een ge
dachtenisrede uitgesproken.
E. VAN DER MOLEN, t
De heer E. van der Molen, hoofd der
10 Chr. Holl. Chineesche school te Wel
tevreden, die met ziekteverlof onderweg
was naar ons land, is op de thuisreis
overleden.
J. H. VAN WESTENDORP J.Dzn.
De heer J»H. van Westendorp! J.Dzn.,
'inspecteur van het lager onderwijs in
de inspectie Rotterdam, zal door het be
reiken van den 65-jarigen leeftijd, na
bekomen eervol ontslag, op 1 Januari
a.s. zijn ambt neerleggen.
EET KERKJE TE ASSELT.
Te Roermond heeft zich een voorloopig
comité gevormd, dat zich de vorming
van een nationaal comité tot taak heeft
gesteld met het doel het stichten van
een fonds te bevorderen voor het on
derhoud van het beroemde kerkje te
Asselt.
EEN LEGAAT.
Wjjlen mevrouw R. Knot-Havérkamp,
overleden te Middelstum, heeft aan ae
Theologische School te Kampen een le
gaat van f icoo vermaakt.
KERKBOUW.
De kerkeraad der Geref. Kerk te En
ter heeft besloten, tot den bouw van een
nieuwe kerk, daar de bestaande te klein
en te oud wordt. De bouwkosten zullen
door vrjjwillige giften bijeen gebracht
worden. Reeds werd voor t ó.coo,ge-
teekend.
KERKELIJKE VERKIEZING
Bij de gisteren te Delft gehouden! her
stemming voor de verkiezing van 22
gemachtigden in het kiescollege der
Ned. Herv. Gemeente te Delft, werden
uitgebracht 2210 stemmen, waarvan de
candidaten der kerkelijke kiesvereni
gingen Schrift en Belijdenis en Gemeen
televen (confessioneel en ethfsch) er
1111114S op zich vereenigden, zoodat
die allen werden gekozen. De candidaten
der gereformeerden behaalden 1071
1093 stemmen.
nota zal nemen!" ging mijnbeer De
Verbrugge voort."
Hij hield op met loopen, zette zich
in zijn bureau-stoel en wees het jonge
meisje een stoel aan naast hem.
„Ik ben van nacht het slachtoffer
geworden van een diefstal van twee
en vijftig duizend francs" zei Ilij ern
stig. „Wie is de schuldige? Hoe is hij
hier binnen kunnen komen zonder in
te breken? Ik weet het niet. Maar of
schoon jdie som enorm groot is, zou ik
er zonder bedenken bet dubbele voor
over hebben, als ik hier niet deze
voorwerpen gewonden bad, waarvan je
zelf zegt op het eerste gezicht den
eigeaar te herkennen. Op wien kan
men tegenwoordig nog vertrouwen?"
Piëta sprong verschrikt op.
„Uw vermoedens mogen Walter niet
treffen, Pa. Hij is tot zoo'n laagheid
beslist niet in staat", protesteerde zij.
Met gevouwen banden, met bleek,
ontdaan gelaat richtte het jonge meis
je op het ondoorgrondelijk gelaat van
haar vader een blik van diepe veront
waardiging, van smeekende liefde.
„Hoe laat. precies heeft Lenooy on
ze salon verlaten?" vroeg de bankier
zonder op de woorden van zijn dochter
te letten.
„Om drie uur precies."
„Om drie uur!" herhaalde hij lang
zaam, een bronzen blaker aanwijzend
met kaarsvet bedekt. Om dat uur on
geveer moet deze kaars ook aangesto
ken zijn. Die duren ongeveer vijf a zes
„PNIëL".
Dr. J. H. Gunning J.Hzn., deelt met
Sroot leedwezen in „Pniël" mede, dat
's. A. K. Straatsma van Zandvoort tot
het besluit gekomen is, met 1 Januari
niet langer medewerker van „Pniël" te
blijven, maar na dit proefjaar dit werk,
dat hem te zwaar is, los te laten. Het
pastorale werk moest vóórgaan:
„Welnu, dan mag ik ook niet verder
aandringen, hoewel het mij biter, bitter
spijt, dat deze begaafde,sympathieke,
jeugdige kracht mrj ontvalt.
„Op 't oogenblik heb ik geen moed
en geen lust aan een anderen medewer1
ker, toekomstig opvolger te denken. Mis
schien moet „Pniël" dan maar na mijn
sterven verdwijnen, misschien ook zendt
de Heer mij nóg.een broeder of zuster
op mijn weg, die, mjjne grondgedachte:
de werkelijkheid van en de liefde voor
de ééne heilige Kerk van Christus dee-
lende, met mjj mede wil werken dit
heerlijk ideaal met Gods hulp nader te
brengen tot zijn verwezenlijking".
GEMENGD NIEUWS.
Bruiriö b'oo,ne n. Er is een
larid in Europa, waar bruine boonen
zeer in tel zijjn. In Zweden zijn brui'
ne boonen een echt volks voedsel gle-
wordien.
In Zweden worden dan ook niet)
onbelangrijke hoeveelheden bruine boa
nen ingevoerd', waarvan een belang-'
rijk deel uit Nederland. Zij worden,
uitsluitend voor menschelijké voedingi
plebruikc en wel door alle groepen der
bevolking.
Voornamelijk worden in Zweden de
bruine boonen gtegeten ter afwisseling!
in plaats van aardappelen, vooral bi)
het gebruik van haring, spek ot ham.
Bij feestmaaltijden van lieden uit den
boerenstand wordt veelal ham als
hoofdgerecht gegeten en hierbij is 't
gebruik van bruine boonen traditio
neel.
In Zweden worden bruinê boonen
uitsluitend gekookt geconsumeerd. De
bereiding van soep en purée uit boo
nen schijnt daar ten eenenmale onbe
kend te zijn. Als hoofdgerecht woflden
de bruine boonen niet gegeten, zelfs
niet door minder gegoeden. Dit be
legt evenwel niet, dat de proviand aan
boord van bij de groote vaart betrok
ken Zweedscne schepen voor een niet
gering deel blijkt te bestaan uit brui
ne boonen.
Ook bij het Zweedsche legler vervul
len deze boonen een bijzondere rol,
omdat zij in meerdere mate dan aard
appelen tegen vorst bestemd zijn.
In onze huisgezinnen moest even
goed van het zoo nuttig en voedzaam
product meer glebruik worden gemaakt
Minstens eenmaal per week moeten
onze huismoeders bruine boonen op
tafel brengen.
Ve e 1 s c hr ij ver s. Statistici heb
ben uitgerekend', welk volk de meeste
brieven schrijft. Men is tot een resul
taat giekomen, door het aantal verzon
den brieven te deelen door het aantal
inwoners.
De Engelschen verzenden de mees
te brieven. Elk jaar stuurt een En-
gelschman 81 brieven weg. De Ame
rikanen volgen hem met b9 stuks.
Daarna komen onze Oostelijke bui
ren met 67 Brieven. De vierde plaats
wordt ingenomen door de Zwitsers met
60 briovn per inwoner. De Pqjrtu-
feezen zijn in het internationale ver
eer zeer bescheiden. Zij verzenden 19
brieven per jaar. Misschien stuurt de
intelligente Portugees meer brieven"
weg. Het is moeilijk een en ander vast
te stellen, daar er nog altijd enkelei
Portugeezen zijn, die geen belangstel
ling vopr de nobele schrijfkunst aan
Iden dag leggen.
De F ranscnen handhaven hun "be-
knopthjeidszin ook in het schrijven.
Per jaar en per hoofd gaan er 27i
brieven met Fransche postzegels door
ide diverse brievenbussen. En dat in
het land met zooveel historische brief
schrijvers. "Het intellect schuwt nog. al
tijd langdradigheid.
Een ge ha aide. De familie B.
te Aerdenhout had een Duitsch meis
je in dienst. Onder het talrijke per
soneel nam zij een ©enigszins bevoor
rechte positie in en zij verving, soms
ide kamenier.
Zaterdagavond is het meisje uitge-
uttr en de pit brandde nog om half ne-
igeji, toen ik hier binnenkwam."
„Dat is wel toevallig, maar het Is
toch nog geen bewijs
„Dat het Walter moet geweest zijn.
Juist, dat zou ook mijn meening ge
weest zijn, als die kleine aanwijzingen
op den uvoikI er niet lagen."
„O, ik bid u, pa. Verbind toch geen
oogenblik in uwe gedachten den
naam van onzen vriend met dien van
den schuldige. Alleen die twijfel is &1
een beleediging, die Walter niet on
dergaan mag", antwoordde het jonge
meisje met een verontwaardiging, die
bijna geen rekening hield met het res
pect voor haar vader.
„Ik beschuldig niemand, Piëta. Ik
constateer alleen. Er is van morgen
een diefstal gepleegd in mijn bureau,
zonder inbraak. Daar volgt uiit, dat de
schuldige slechts iemand kan wezen
die ingewijd is in de geheimen van de
brandkast. Welnu, 'behalve je moeder,
je broer, en jij, is er niemand dan Le
nooy, aan wien ik «enigen tijd gele
den het cijfer meedeelde, toen ik hem
verzocht enkele boeken in mijn brand
kast te bergen, terwijl ik een brief af
maakte, niemand anders, zeg ik, die
dit slot zonder geweldpleging kan
openmaken.
„De diefstal is niet gepleegd door
een beroepsinbreker, dat is duidelijk.
De dief heeft leven gehoord, hij is
bang geweest op lieeterdaad betrapt te
worden, hij is hals oyer kop moeten
gaan en tot aller verwondering kvami
zij niet terug.
Daar men vreesde, dat haar een on-
gleluk was overkomen, werd de Bloe-
meridaalscheo politie gewaarschuwd,
waarna ha,ar vermissing1 per radio in
het larid' werd bekend gemaakt.
Dp 'die aanvrage kwamen evenwel!
geen berichten in.
Eerst was er g|een vermoeden, dat
zij voor goed zou zijn vertrokken, daar!
haar koffers nog in de woning van
!den heser B. waren. Bij onderzoek!
bleek evenwel, dat die koffers niets
van waarde bevatten en bovendien
bleek, dat een groot gedeelte van de
juweelen van mevr. B. verdwenen wa
ren; o.a. werden vermist een parel
snoer en een platina armband, met,
robijnen en saneren bezet.
De politie vermoedt, dat het meisje!
o-ver de grens is gegaan.
De heer B. stelde er geen prijs op,
'dat de Bloemendaalsche politie naatt
Berlijn ging, waar het meisje vroeger
heeeft gewoond, om daar een onder
zoek in te stellen en eventueel de uit
levering van de divegge te bewerken.
Zijn meening is, 'dat de juweelen
toch niet meer terug te krijgen zijn.
H et s poiorweigon gel uk b ij de
Vink. De heer J. S. A. Leith,
hoofdbouwkundige bij de Nederland1-
schie spoorwegen in de sectie Hotter-
dam, is,zooals we hebben bericht, met
ingang van 1 Februari 1927 van Rot
terdam naar Utrecht overgeplaa'st.
Deze overplaatsing zou verband hou
den met de verklaringen van den heer
Death voor de commissie Kraus inzake
het spoorwegongeluk bij de Vink.
Het „Utr. Dagbl." dat met een tot
oordeelën bevoegd persoon gesproken
heeft over de veiligheid op de spoor
wegen, in verband met de overplaat
sing van den heer Leith, schrijft, dat
deze, evenals de sectie-ingenieur, eén
ontevredenheidsbetuiging had gekre
gen van de directie voor het niet-ken-
nisgeven van zijn bezwaren tegen de
veiligheid op het baanvak bij de Vmk.
De zegsman van het blad wees, er op
dat da heer Leith, als hij er tegenop
zag het beleid van zijn ingenieur in
debat te brengen bij de directie, in de
weken waarin hij den ingenieur ver-
ring, en dus zelf voor de sectie Rot
terdam de volle verantwoordelijkheid
droeg, Augustus van dit jaar
ook geen enkelen maatregó. heeft
genomen om dan ten minste geduren
de de weken, waarin hij verantwoorde
lijk was de veiligheid op het bewuste
baanvak te secureeren. De. heer Leith
had gedurende deze weken twee din
gen kunnen doen als de dreigende!
onveiligheid hem zoo hevig bezwaar
de: le. had hij zich kunnen wenden
tot zijn hoogeren obef, den heer Maas
Geesteranus, chef van den dienst van
weg en werken te Utrecht, met ver
zoek zelf den weg te willen komen
mspecteeren in verband met eendoor
'hem (Leith) vermeende onveiligheid;
2e. zoo- de heer Leith dit niet had wil
len doen via Utrecht, had hij eigener
beweging, als waarnemend sectie-in
genieur, voorschrift kunnen geven om
op het bewuste baanvak langzamer te
rijden, wat hij volkomen haa kunnen
verantwoorden op grond van zijn vei
liefheids inzichten, nu hij, als waarne
mend ingenieur aansprakelijk was
voor de banen in zijn sectie. Maar do
hr Ledth heeft nog net in sub 1 noch
het m sue 2 vermelde gedaan. Hij laat
Utrecht onwetend en handhaaft gedu
rende zijn waarneming als verantwoor
delijk leider de snelheid van 90 K.M.
op een baanvak, waar hij die snelheid
niet te wettigen vindt.
Men vraagt zich nu toch af is dat'
jgjóiedi te keuren in een ambtenaar, diei
zich zoo- geidrukt voelt door de onvei
ligheid op de baan en na het ongeluk'
bij de Vink onmiddellijk uitroept:dat
heb ik wel altoos gevreesd. Dat hoor
de men toen in Utrecht voor het eerst
en stom van verwondering vroeg men
daar aan den heer Leith: Maar waar
om hebt gij ons dat nooit eerder ge
zegd? Als gij een ongeluk zoozeer
voeldet, waarom hebt gij dan deson
danks gezwegen en waarom hebt gijl
in de maand, voorafgaande aan Sep
tember, waarin het ongeluk plaats
vond, toen gij in Augustus zoo alle
gelegenheid had om uw eigen verant
woordelijkheid te dekken door lang
zamer te laten rijden, waarom hebt gijl
ook toen geen enkelen maatregel ge-
vluchten, zonder den tijd te nemen iets
op zijn plaats te leggen, want ik heb
alles net. zoo gevonden, zoo-als je het
hier ziet, de deur van de kamer half
open, de sleutel in de brandkast, de
laden over hoop gehaald, een stoel om
ver gegooid. Hij heeft zelfs bij zijn ver
trek de kaars niet eens uitgeblazen".
„Dat alles geeft ongelukkigerwijze
nog niets geen aanwijzing v. den dief"
zei het jonge meisje, bij wie alle or-
gumenten niets geen twijfel konden op
wekken.
„■Helaas neen. Als ik die bloem en
dien zakdoek niet gevonden had, zou
ik niets geen gissing kunen maken".
„Maar maak toch zoo'n gissing niet,
Pa. Dat is duidelijk, dat is onloochen
baar".
„Er ligt een raadsel achter verscho
len. Walter is zeker het slachtoffer
van een gemeenen bedriegersstreek. Ik
erken, dat de schijn tegen hem is,
maar te gelooven, dat hij een dief is,
hij?o, nooit, nooit!
„Je kunt niet hegrijpen, hoe ik gele
den heb sinds van morgen, kind", zei
de bankier, wiens twijfel verminder
de bij de overtuigende woorden van
zijn dochter. „Ik heb van den jongen
bijna evenveel gehouden als van jou",
ging rij voort, „ik stelde in hem even
veel vertrouwen als in mij zelf".
Snikken welden Piëta naar de keel;
zij drong ze met kracht terug en ter
wijl zij haar blond hoofdje liet leu
nen op de schouders van haar vader.
nomen om de veiligheid te verhoo
gd! toen gij daar de macht toe be
zat r
De heer Leith zweeg bij de direct fe
liet zijn hoogeren Chef, den hoofdinge
nieur, chef van dienst, eveneens in.
onwetendheid, en toen hij gedurende
eenige welcen zelf de a ansprakelijk-
hekT droeg, deed hij zelf ook niets.
Brand. Zaterdagsmorgen, om
streeks 5 uur, kwam men tot ontdek
king, dat een felle brand woedde ia
de Koekfabriek van den heer Stam*
gelegen in het Baterslop te Brielle.
In korten tijd waren bakkerij en
woonhuis totaal uitgebrand. De inboe
del werd gedeeltelijk gered. Er was
niets verzekerd.
UIT DE OMGEVING.
WOUBRUGGE.
Gemeenteraad.
Vergadering van den raad dezer
gemeente van Donderdag 23 Dec.
Tegenwoordig alle l'eaen, behalve de
heer Vromans, die met kennisgeving
wegens ziekte afwezig is.
Voorzitter de Burgemeester.
De Voorzitter opent de vergadering
met gebed, waarna 3e notulen der vorige
bijeenkomst worden voorgelezen en on
veranderd vastgesteld.
In verband met de ongesteldheid van
den heer Vromans zegt de voorzitter
wel de tolk der vergadering te zijn, in
dien hrf de hoop uitspreekt dat hii' spoe
dig hersteld moge zijn.
_Mej. M. Guldemond verzoekt toestem
ming tot het wegbreken van de voorma
lige arrestantenlokalen in haar hotel,
teneinde aldaar een moderne W. C. in
te richten.
Wordt gerenvoyeerd naar B. en W.
tenemde de bouwcommiss:e te hooren.
Een verzoek van de Afd. Woubrugge
van de Z. H. Vereeniging ,,Het Groene
Kruis" om een jaarlijkscne subsidie van
f 30, wordt eveneens om advies naar
B. en W. gezonden.
Aan de orde komt thans de vaststel
ling yan de vergoeding, krachtens art.
101 der L. O.-wet aan de Bijzondere
scholen.
In de eerste plaats wordt behandeld
de vergoeding aan de R. K. school te
Hoogmade. Mededeeling geschiedt van
de bedragen, waarop dit schoolbestuur
recht heeft.
De heer Boot' vraagt, of de berekening
overeenkomt met die van het school
bestuur, waarop de Voorzitter antwoordt
dat, alvorens het besluit werd ontworpen
met het schoolbestuur is gecorrespon
deerd' en geconfereerd, met het resul
taat, dat het schoolbestuur zich met het
bedrag der vergoeding heeft vereenigd.
Voor deze school wordt de vergoeding
en afrekening met algemeene stemmen
vastgesteld.
Ten aanzien van de Chr. school te
Woubrugge is de zaak minder gemakke
lijk. Hier bestaat geen overeenstem
ming. Een aantal posten zijn in de bere
kening van het schoolbestuur opgenomen
die naar de meening van het gemeente
bestuur niet kunnen worde\n betaald.
Voorlezing van deze posten vindt
plaats.
Ook met dit schoolbestuur is gecor
respondeerd en daarna nog een confe
rentie gehouden. Ofschoon ook hier aan
vanke'ijk overeenstemming bestond, is
het schoolbestuur hierop teruggekomen
en reclameert thans bh den raad over
eenige posten.
De voorzitter zegt. niet het recht te
betwisten om te appelleeren, maar meent
dat hq daai ook zijnerzijds niet meer ge
bonden is aan hetgeen tevoren was af
gesproken. Hü kan dus zonder eenige
reserve de dubieuse posten, welke aan
het schoolbestuur waren toegegeven,
weer terugnemen.
Hierna vindt voorlezing plaats van het
schrijven van het schoolbestuur, waar
in hunne betewaren worden uiteengezet
Daaruit blijkt, waar de wet de mogelijk
heid opent voor een milde en een be
krompen toejpassing, dat zij hopen op
een milde toepassing der wet.
De heer van Dam zegt ook persoonlijk
te voelen voor een milde toepassing.
De Voorzitter zegt ,dat de L. O.-wet
voor beide ruimte laat, maar dat daar
van geen sprake mag zijn, omdat het
niet aangaat, de gelden van de gemeen
schap in één rienting te doen Vloeien,
maar dat voor het gemeentebestuur al
leen de vraag geldt of de aangevraagde
ging zij voort:
„Ik bid u, beschuldig hem niet, zelfs
niet in uw gedachte, vader. Hij is het
niet, hij kan het niet zijn".
Mijnheer De Veribrugge drukte «sen
kus op de smeekeend e oogen van zijn
dochter.
„Ik zal hem niet beschuldigen, voor
ik hem ondervraagd heb", zei hij. „Ge
loof me, ik zal niet minder blij zijn
dan jij, de volkomen onschuld van
Walter te kunnen conetateeren".
Piëta richtte zich trotsch op.
„Ondervragen? Wilt *1 Walter on
dervragen?" zeide zij met schrik; neen
pa, neen. ik bid u, doe «dat niet. Die
twijfel alleen van uw kant zou zulk
een greivende beleediging voor hem
zijn".
„Er meet licht komen over' deze zaak
mijn kind".
„Dat begrijp ik, maar niet' op die
manier. Overigens, die aanwijzingen
beteekenen niets in dit geval. Ongeluk
kige die ik ben! Ik heb zelf Walter
den raad gegeven den tuin door te
gaan om enkele minuten uit te win
nen. Zender mij zou hij er misschien
niet aan gedacht hebben. Hij heeft
die voorwerpen onderweg moeten ver
liezen en degene die ze gevctiden heeft
bediende zich er van om zich zelf bui
ten vervolging te stellen en alle verden
king op een onschuldige te werpen".
CWordt vervolgd).