NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 17 DECEMBER 1926
Uit het Sociale Leven.
ONS BEVOLKINOSSURPLUS.
„Dat in een tijd van economische
depressie als deze de bevolkingstoe
neming door velen wordt gezien als
een afzichtelijk spook, dat de arbeids
markt bedreigt is niet te verwonde
ren. Vóór den oorlog kon de toename
der bevolking o.m. worden opgevan
gen door emigratie, terwijl toen bo
vendien onze nijverheid, scheepvaart
en visscherij floreerden. Toch valt
niet te ontkennen, dat in die dagen
reeds naar uitbreiding der arbeidsge
legenheid werd gezocht. Wij behoeven
daarbij slechts de herinneren aan de
toen geopperde plannen tot droogleg
ging van de Zuiderzee, ontginning
van woeste gronden en verbetering
der afwatering."
Met deze woorden leidde de heerJ.
Gerritsz, directeur van den Nederland-
sohen Werkloosheidsraad en secreta
ris der Commissie voor Werkverrui-
minig, het onderhoud in, dat de „Tel."
met hem had over de emigratie-moge
lijkheden van Nederlanders.
Vóór den oorlog, zeide de heer Ger
ritsz hadden wij per jaar ongeveer
10.000 natte emigranten (menschen,
die hun geluk over zee gingen beproe
ven). Tegenwoordig is dit aantal ge
slonken tot eenige duizenden. Een en
ander is in de eerste plaats een ge
volg- van de slechte conjunctuur en
vervolgens van de moeilijkheden, die
emigratie oplevert.
In dat licht bezien mag men van
den invloed van emigratie geen al te
hooge verwachtingen koesteren. Een
gelukkig verschijnsel achtte de heer
Gerritsz, dat de Rijksdienst zich meer
en meer met het emigratie-waagstuk
gaat bemoeien.
Voor een zuivere en doelbewuste
voorlichting omtrent emigratie zal
echter noodig zijn, dat lichamen als
de Ver. Landverhuizing en de „Emi
gratie-Centrale Holland" worden tot
éfn groot instituut. Twee aparte in
stellingen achtte de heer Gerritsz fu
nest.
Niet altijd, vervolgde hij, is Neder-
land een emigratieland geweest.
In het midden der achttiende eeuw
b.v. was ons land zelfs een toevlucht
voor duizenden z.g. „Hollandsganger"
die hoofdzakelijk uit Westfalen en Ol
denburg naar hier kwamen om in de
Veenderijen te helpen en ter., wal-
vischvangst te gaan. Een eeuw later
was dit getal „Hollandsganger" ech
ter aanzienlijk geslonken, daar de toe
standen in Duitschland zooveel gun
stiger waren geworden. In het begin
dezer eeuw waren het slechts de z.g.
„hannekemaaiers" t die ons land bin
nentrokken.
Van emigratieland werd Duitsch
land na 1890 weer immigratieland.
Uit deze mededeelingen blijkt dus
reeds, dat de emigratie nauw verband
houdt met de conjunctuur. Gebleken
is, dat bet bevolkingsoverschot niet
door het platteland is opgenomen.
Uit het rapport der Staatscommis
sie van den Landbouw, dat in 1909
werd uitgebracht blijkt, dat de bevo*
kingstoename op het platteland drie
per 1000 bedroeg, tegen 14 per 1C0$
over gelteel Nederland. Het teveel
emigreerde over zee of vestigde zicb
in de groote steden binnen de lands
grenzen of in de industrie- en tuin
bouwstreken. Ook trokken zeer velen
naar de Duitsche industrie-centra:
Rijnland en Westfalen. Bij het uitbre
ken van den oorlog waren in deze ge
bieden ongeveer 150.000 Nederlanders
gevestigd.
Op welke wijze, vroegen wij in dit
verband .den heer Gerritsz, denkt u
dat de werkloosheid doelmatig zal
kunnen worden bestreden?
In een p&ar woorden is dat niet te
zeggen, luidde het antwoord. Naast de
emigratie zou ik willen noemen de
werkverruiming in ons eigen land.
Hieraan wordt nog te weinig aan
dacht geschonken, 'tls vaak droevig
te ervaren dat orders, die met succes
in ons land zouden kunnen worden
uitgevoerd, in vele gevallen naar het
buitenland gaan. Dit euvel tracht, zoo
als bekend, de commissie voor werk
verruiming zooveel mogelijk tegen te
gaan.
Boven alles echter heeft de heer Ger
ritsz het oog gevestigd op het Oosten:
Dujtschland. Onze zegsman hoopte
dat na verloop van eenige jaren de
toestand in Duitschland zoodanig zou
zijn, dat daarheen vele Nederlanders,
vooral bouwvakarbeiders, kunnen
emigreer en.
„Zoolang die mogelijkheid nog is
uitgesloten, zullen wij ons moeten be
ijveren een positieve welvaartspolitiek
te voeren opdat de nadeel en van ons
bevolkingssurplus tot een minimum
worden teruggebracht."
Land- en Ti»nhoa\y,
NATIONALE FOKVEEDAG 1928.
In leidende kningen van het Neder-
landsche stamboek- en veefokkerswe
zen worden reeds lang plannen be
raamd om in het Olympiade-jaar 1928
te 's-Gravenhage wederom een natio-
nalen fokveedag van paarden, rund
en kleinvee té organiseeren, zoo moge
lijk gecombineerd met een internatio
naal veeteelt-congres, zooals ook in
1923 het geval was. Op initiatief van
bet centraal bureau voor de varkens
fokkerij is eenige dagen geleden een
bijeenkomst gehouden, waar ongeveer
alle fokkersorganisaties in ons land
vertegenwoordigd waren en een voor-
loopig comité werd benoemd.
Naar wij vernemen is dit comité sa
mengesteld uit de volgende heeren
prof. D. L. Bakker, hoogleeraar in de
veeteelt aan do Wageningsche" Land-
bouwhoogeschool; ir. W. de Jong, rijks
veeteeltconsulent te Nijmegen; Jhr. J.
v. Vredenburg Cappellen, voorzitter
van het stamboek voor het Ned. Trek
paard (Belgisch type) en rijkslandbouw
consulent to Brussel; H. W. Kuhn, te
Naarden, voorzitter van het Ned. Rund
veestamboek en van de Ver. tot verbe
tering der schapenfokkerij in N.-Hol-
land; en ir. H. G. A. Leignes Bakhoven
rijksveeteeltconsulent te Leeuwarden.
DE ENGELSCHE MAATREGELEN
TEGEN MOND- EN KLAUWZEER.
Naar een Reuterbericht meldt, heeft
de Minister van Landbouw in een toe
spraak te Chelmsford betoogd, dat de
vermindering van het aantal nieuwe
gevallen van mond- en klauwzeer de
houding rechtvaardigde van de regee
ring wat betreft het belemmeren van
den invoer van geslacht vee en dat het
invoerverbod zou worden gehandhaafd
zoolang de toestand in Europa het
voor de bescherming van den Engel-
schen veestapel noodig zal maken.
DARWINTULPEN IN MILAAN.
In Milaan wordt elk voorjaar een
jaarbeurs gehouden. Op het terein der
jaarbeurs is het vorig jaar door een
Nederlandsch comité uit industrie- en
handelskringen een permanent Neder
landsch paviljoen geplaatst, hetwelk
temidden van pavijoens van Duitsch
land, België, Frankrijk en verschillen
de andere landen een goed figuur
maakt en op Holland op waardige wij
ze de aandacht vestigt. Het comité
had in het begin van dit jaar verzocht
of het bloembollenvak bereid was den
tuin, voor het gebouwtje gelegen, te
versieren met HoLland&che bloembol
len. Daar het tijdstip voor het planten
der bollen reeds verstreken was,
moest dit worden uitgesteld. Thans
heeft echter de Commissie voor Onper
soonlijke Reclame dit verzoek ingewil
ligd en zijn ter versiering van dit tuin
tje een duizendtal Darwin- en lato
tulpen beschikbaar gesteld, om door
de zorgen van een bevriende zaadfir
ma te Milaan op deskundige wijze ter
plaatse te worden uitgeplant. Daar de
opening der jaarbeurs in de tweede
helft van April valt en de bloei der
late tulpen in Italië omstreeks dien
tijd, kan deze beplanting bijdragen tot
liet vermeerdeen van de populariteit
van onze producten in het belangrijke
centrum Milaan, waar zich ten tijde
van de jaarbeurs vele vreemdelingen
bevinden.
HET VOORSPELLEN VAN
INSECTENPLAGEN.
Niettegenstaande de belangrijke vor
deringiën, welke het landb ou wweten-
schappelijk onderzoek heeft gemaakt,
is de kennis van het leven der inboe
ten nog altijd niet zoo groot, dat nuen
van tevoren kan zeggen, of, en zoo ja„
wanneer er een insectenplaag is te ver
wachten. Dit vooruit te weten, zou
van groot economisch belang zijn'. Imi
mers zou het dan mogelijk zijn om,
ingeval geen plaag is te> verwachten,
aanzienlijk: op de bestrijdingsmiddelen
te besparen, terwijl men in het tegen
overgestelde geval van tevoren zijn
maatregelen van verweer kan treffen,
gedachtig aan de oude spreuk, dat een.
gewaarschuwd man voor twee geldt.
Het is daarom gemakkelijk te be
grijpen, dat er niet alleen in ons land,
maar oiok in het buitenland een toe
nemende belangstelling bestaat voor
het vraagstuk der voorspelling van in
sectenplagen. Hier te lande neeft dr.
IWj. H. de Tong op dit gebied ver
dienstelijk werk verricht en in zijn
proefschrift vastgelegd. Zijn studie be
trof het leven van de emelten de lar
ven der langpoot mug. In het „Tijd-
schrift over Plantenziekten!' deelt deze
onderzoeker bijzonderheden mede met
betrekking tot het voorspellen van
emeltenplagen, mede naar aanleiding
van zijn laatste onderzoekingen op dit
gebied'.
Noodzakelijk is daarbij, dat men let
op het aantal langpootmuggen (van
het geslacht Tipula paludosa, hetwelk
verreweg de meeste economische be-
teekenis heeft) dat gedurende de hoofd
vlucht (Augustus SeptemberJ aanwezig
is. Vooral moet men het oog, houden
op die vrouwelijke exemplaren, welke,
zwaar met eieren beladen zijn. Eenige
routine is echter noodig, daar geble
ken is, dat andere foutieve uitkom
sten worden verkregen.
In de tweede plaats moeten waarne
mingen- worden gedaan over het weer
tijdens en na de noofdvlucht der mug
gen.
Met behulp van deze -twee factoren
was het in den herfst van 1920, 1921
en 1922 mogelijk te voorspellen, dat
het volgende jaar geen emelten jaar
zou zijn.
Voorts bleek, dat het aantal emelten,
in voorjaar en voorzomer van 1925
sterk verminderde door afsterving. Er
heerschte blijkbaar een ziekte onder
deze larven, van welker aard overigens
niets bekend is. Deze ziekte was ech
ter niet doorgedrongen tot plaatsen,
waar geen emeltenplaag geweest was.
Ook is gebleken, dat net weer op
het paren en het afzetten der eieren
niet van overwegende beteekenis is.
De kennis van de emelten dient met
het oog op het voorspellen van plagen
nog zeer vermeerderd te worden. Hoe
meer jaren (liefst opeenvolgende) de
prognose gesteld wordt, hoe meer „ge
vallen" men dus leert kennen, met
des te grooter zekerheid zal de voor
spelling der plaag mogelijk worden.
Vermoedelijk zal men bij een 15-jarige
ervaring niet vaak meer mis tasten.
Van groot belang is thans te weten
welke da invloed van groote droogte
en de bovenbedoelde ziekte zijn.
De schr. meent ten slotte dat het op
den duur technisch mogelijk zal blij
ken, de belangrijkste insectenplagen,
onder een voortdurende controle te
houden, hetgeen uit een economisch)
oogpunt zeer wenschelijk zou zijn.
DE EIKENSPINTKEVER.
In het „Tijdschrift over Plantenziek
ten" deelt M. de Koning mede, dat de
ze kever zich inboort in den bast van
eikeboomen, welke niet geheel nor
maal zijn, ofschoon dit abnormaal zijn
zich aan ons oog onttrekt. De aanwe
zigheid van deze kevers nu kan in
dit geval een aanwijzing zijn, dat er
iets hapert, hetwelk wellicht is te
voorkomen.
Zoo had men bij een pas aangeleg
de wegplanting in de omgeving van
Nijmegen kosten noch moeite ge
spaard. Na het planten hadden de
jonge boomen van spintkevers geen
last, maar in Augustus, in de droogte
kregen ze het schijnbaar te kwaad.
Niemand zou het bemerkt hebben in
dien niet de eikenspint kevers waren
gekomen. Deze diertjes werden nu ver
•nietigd en om de stammen geulen ge
graven, welke dagelijks met water
werden gevuld. Zoodra het voorjaar
komt zullen de stammetjes met een
lichte carbolineum-oplossing bestre
ken worden of omwonden met zakken
goed om verder aanboren Moor kevers
te beletten.
Wanneer de dure aanleg er dan bo
venop is, zal dit te danken zijn aan
de eikenspintkevers, die waarschuw
den.
KEURING VAN WILD.
Het hoofdbestuur der maatschappij
voor Diergeneeskunde heeft eene com
missie benoemd, ten einde omtrent bo
vengenoemd onderwerp advies uit te
brengen. In deze commissie hebben
zitting de heieren Prof. de Blieok, Prof.
van Oyen te Utrecht, Dr. van Gelder
te Amsterdam en Dr. te Hennepe te
Rotterdam. Gedurende de laatste ja
ren heeft Dr. te Hennepe in verschil
lende artikelen op het belang dezer
zaak gewezen. De commissie heeft gis
teren vergaderd met de heeren Visser
en Treuren, hoofd-bestuursleden van
de algem. vereeniging van poeliers en
wildhandelaren. Gebleken is dat ook
m poelierskringien toezicht op mark
ten en slachterijen gewenschi geacht
wordt, terwijl in onderlinge samenwer
king getracht zal worden allerlei tech
nische bezwaren te overwinnen. Op de
vergadering hebben de heeren poeliers
de verschillende manieren van opma
king gedemonstreerd, zooals birinen-
en buitenlandsche handel dit eischen
en gebleken is, dat keuring bij de gel
dende werkwijze wel mogelijk is zon
der de handelswaarde van het pluim
vee te verminderen.
BEWAREN VAN FRUIT EN
- GROENTEN.
Men meldt aan de „Msbd.":
Er is de vorige week te Andijk op
initiatief van een aantal tuinbouwers
een nieuwe vinding gedemonstreerd,
die in de naastbije toekomst van zeer
belangrijke beteekenis vooral in - den
tuinbouw kan blijken te zijn.
Men heeft namelijk een jjroet ge
nomen met het dompelen van bewaar-
kojol, eieren, peren, appelen, uien en
meerdere tuinbouwartikelen in een
vloeistof waardoor de duurzaamheid'
haast 6 nbeperkt schijnt te worden.
We waren bij deze proefneming te
genwoordig en verbaasden ons over
de eenvoudige bewerking. De bewuste
stof, welke in stukken ter grootte van
grove steenkool (grijs van kleur) aan
wezig was, werd gesmolten en warm
en vloeibaar gehouden in een ketel,
die in warm water geplaatst was.. De:
vopr bewaring aanwezige vruchten en
groenten werden in de vloeistof ge
dompeld en daarna in een teil koud)
water gehouden, waardoor direct de
vloeistof stolde en de kool enz: om
huld is door een hermetisch gesloten
porceleinachtige laag. De lucht wordt
uitgedreven en het omhulsel oefent eén
druk op het omhulde uit.
De uitvinder, de heer G. van der
.Veen, deelde ons het volgende medé:
Deze vinding is het resultaat van
een vierjarige periode van proetnemin-
gen. De bewerking is heel eenvoudig
en kan door ieder (mits serieus toege
past) gedaan worden. De kosten ziin
laag: 100 eieren dompelt men voor 25
cent daarbij nog in aanmerking ge
nomen, dat de stof telkens opnieuw ge
bruikt kan worden. Alle groenten en
vruchten kunnen behandeld worden,
uitgezonderd komkommers én rijpe ba
nanen, waarbij' die proeven tot nu toe
mislukten.
;Wat men uit het omhulsel haalt, is
midden m den zomer koud als ijs.
De voiornaamste eigenschappen van
de stof zijn de volgende:
Zij sluit hermetisch at en de vin-
|ding wordt daarom door den heer
v. d. Veen her metis ©eren" genoemd.
De stof is gistvrij, niet vatbaar voor
het inwerken van vöcht, vorst, weers
invloeden van buiten, zuren en zouten.
Zij is reukloos en tast den smaak hiet
aan. Het is een vaste stof, die bij 30
gr. smelt, maar als zij eenmaal om de
vrucht heen zit, veel hooger tempera
tuur verdraagt.
Zelfs met rijpe aardbeien was de
proef na 8 maanden prachtig geslaagd
en was de smaak niet veranderd.
LIJST VAN VESTIGING EN
VERTREK.
Gevestigd.
J. T- Zuiderduin-Loogman, H. Rijn
dijk 103; A. Korenhof en tam., tand-
teohniker, Da Costastr. 45; P. C. de)
Klerck, Zoetjerw. Singel 65; D. R.
Derksen en fam., electricien Acacia*-
str. 5; G. Erwig, dienstbode, Mei-
Idoornstr. 24; J. A. felling's, Langel
Mare 39a; F. L'. Driessen, Gangetje)
1; J. Schouten, verpleegster, Acad.
Ziekenhuis; A. Overeijender en tam.,
koopman, Prinsenstr. 35; E. J... P. Bo-
gaards, dienstbode, Kaiserstr. 36; L.
Grimm en fam., slager, v. H:oge<n-
dorpstr. 21; Wied. T. C. de Hondt—
Rank* Breestraat 110; M. T. Herbert
KINDERKLEEDING.
Het mistige en koude weer dat wij hebbeji op
het oogenblik, dat ik dit schrijf, zal ongetwij
feld de oorzaak zijn dat vele mijner lezeressen
aan warm gevoerde wintermantels gedacht
-hebben. Vooral kindermantels moeten met wol
len stof gevoerd worden, de kinderen zittten
den geheelen schooltijd in goed verwarmde lo
kalen en zij zullen zeker met zulk weer vatbaar
zijn.
De nieuwste meisjesmantels hebben als gar
neering kragen, manchetten en ceintuurs van
een mooie bijpassende kleur stof. Ook worden
daarmee geheele mantels gevoerd, zoodat, wan
neer de kraag niet hoog gesloten wordt, lichte
revers zichtbaar zijn.
De eerste mantel (zie afb. 63) op bovenstaande
teekening, is van zware paarse velours de laine.
Kraag, manchetten en ceintuur, zakken en voe
ring zijn van licht wollen grijze stof. Op kraag,
manchetten, zakken en ceintuur is een 'versie-
ring aangebracht die met lilakorenblauwo wol
uitgevoerd wordt. De versiering bestaat uit
korenblauwe en paarse strepen.
Men ziet op de teekening dht de mantel een
'glad schouderstuk heeft, waaraan de romp een
weinig ruim aangezet is. Vanuit de opgestikte
zijzakken komt de ceintuur op het voorpand,
deze sluit middenvoor met een ovale gesp.
Patroon voor meisjes van 10 tot 12 jaar.
De tweede mantel is ook een recht model, de
pelerine maakt iets bijzonders van dit manteltje
en wanneer men een aardige geruite stof
neemt, b.v. korénblauw met wit, moet men
kraag, manchetten en ceintuur van korenblau
we stof maken en de pelerine daarmee voeren.
Met zoo'n mantel zal zeker uw meiske er lief
uitzien.
Patroon voor meisjes van 10 tot 12 jaar.
Bovenstaand schetsje laat u zien hoe de
kraag van den laatst besproken mantel, wan
neer hij niet gesloten is, er uitziet. In het rech
tergedeelte v$n den kraag zijn twee knoops
gaten gewerkt één verticaal, dat 7 of 8 cM. lang
moet zijn en een liggend knoopsgat dat 4 cM.
lang moet zijn, zoodat daar een gewone knoop
doorgetrokken kan worden. In het rechter ge
deelte wordt eveneens een liggend knoopsgat
gewerkt, zoodat de losstaande slippen, wanneer
het linker uiteinde door het verticale knoopsgat
getrokken is, op den kraag vastgeknoopt kun
nen worden.
Een kraag die zoo sluit staat aardiger op dezen
mantel dan een enkel bontkraagje. Als men met
een bontkraag op dezen mantel begint, dan
moet men de pelerin omzoomen en ook de
manchetten van bont maken en dit zal denk ik
nogal kostbaar worden.
De patronen der kinderkleeding zijn ver
krijgbaar bij onze mode-redactrice mej. Greta
Stein, Amstelveenscheweg 79II Amsterdam, a
ƒ0.65 per stuk.
en fam., houtzager, Javastr. 44; W.
A. v. Berge Henegouwen, tandtechni-
ker, Oostawarsgr. _20W. de Koning,
4e Binnenvestgr. 56; Wj. Le Mair O.
Rijn 25; P. J. Stomps en fam., contr.
P. T. T., de Wjittstr. 1; E. Schenkr
hulp in de' huish., P. K. Choorsteegi
15; C. die Bruin-Stokkel, Lusthof laan
27J. Schinkel en fam., metselaar,
Magid. Moonstr. 13; P. Hartevelt,
suikerwerker, Langegracht 40; H. J.
W). v. Amstel en fam., winkelier, N.
einde 27; J. Koek, dienstbode, Witte
Singiel 21; H. de Tombet-Pauman,
Kemstr. 17a; W. O. Frans, Morsch-
kade 3; J. J. Boetekees, loopknecht,
Heerienstr. 123; D. Olivier en ram., col
porteur, Leliestr. 35a; H. H. F. E. dei
Mol, slagl&r, M. Moonstr. 15; T. dei
RjOioij en fam., timmerman, Evertsen-
straat 15; M. G. Stokvis, en fam.,.
leer aar, H. BSHeerengraoht 18a; P
v. d. Bosch los werkman, Langestr.
24: A. Wortman» dienstbode, Dirks-
poiort 4; M. Parser, N. Rijn 65a.
Vertrokkao.
Mej. P. J. Steien, den Haag*, IJsse-
linkstraa.t 52; Joh. D. Steen, ideim;
Mej. M. B. Fraütwein, Noordwijk,
.Voorstr. 54a; ,iM. J. Colijn, Oegjst-
jgjeest, Kojunginneilaan .2; J. P. de
Bolster, Den Haag, J. v. Stolberg-
laan 226; L. J. Ph. Maas, Utrecht,
Oude Gracht 300; Mej. M. A. J. Kieft,.
Voorschoten, bij G. v. BemindenAbr
M. J. Spruijt, Den Haag, Herschalstr.
24; Mej. J. van der Linden, Amster-
(dam, St. Viottastr. 2; Mej. A, I. M.
Bergers, Beesd, bij H. Krachten; Mei.,
M. Huizer, Boskoop, Puttekade 11; H.
J. v. Leeuwen, Nij kerk, Langiestr. B.
171;_J. J. J. M,. Scnretlen, Den Haag,
R. K. Ziekenhuis, ,W|esteinde; Me.j G.
N. v. Halsema, Haren (Gr.) bij de)
ouders; iMej. F. Nauta, Wprkum,
Ncord bij de ouders; Mej. T. B. Hof
pans, Nijmegen, Frans Halsstr. 19;
Mej. J. A. Stheeman, Meppel, Star
titonsweg 36; Mej. M. Th. Cv v. d.
Hoofd, Den Haag, Emmastr. 34; ,W.
K. Verbeek, Voorburg, .Waalhoflaan;
4; K. L. F. Kerssemakers, Nijmegen,
Berg en Dalschfe weg 410; D. Bos,
Voorschoten, Leidscheweg 141; J. H.,
Benard, Delft, Patrimoniumstr. 9; T.
Koet, Utrecht, Amsterd.str. 191; N.
v. Duijn, Buchholz (Dl.<) Scheltauerstr.
37; C. Doenen, Sassenheim, Jac. v.
Beierenlaan 5; Mej. R. Vies, Rotter
dam* Mattenesdam, Dorbeckstr. bil
Maaskade; J. Sjardin, Delft, Koorn-
markt 86; Mej. M. A. G. Bosman, Am'
sterdam, Willemsparkweg 212boven;
Mej. E. Korpershoek, Voorburg, Eemi
dijkstr. 35; Mej. A. Groothelm, Bols-
ward, Hcogstr. 10; Fr. X. G. Biëuke-
rneijer, Apeldoorn, Staal weg 26; H.
Dijkstra, Batavia, boofsman bij'de ma
rine; E. L. de Maar, Rotterdam, Sam.
Mullerplein 14b; W. de Weert, Den;
Haag, Hoefkade 71; H. Lancel, Ui
trecht, Gasthuissteeg 57.
Scheepstijdingen.
HOLLAND—AMERIKA-LIJN.
NARENTA, 15 v. R'dam n. Hamburg.
STADSWIJK, 15 v. N.-York n. R'dam.'
NOORDAM, R'dam n. N.-York p. 16
DRECHTDIJK, Vancr. n. R'dam 14
te Liverpool.
BEEMSTERDIJK, 14 v. R'dam te
Taanpa.
BREEDIJK, N.-York n. R'dam p. 16
Lizard.
HOLLAND—AFRIKA-LIJN.
SPRINGFONTEIN, thuisr., 16 te R'dam
RANDFONTEIN.uitr., p. 14 Beachy
Head.
ARES, uitr., 15 te Mombassa.
NIJKERK, thuisr., 14 v. Genua.
RIETFONTEIN, uitr.. 16 v. A'dam.
HOLLAND—WBST-AFRIKA-LIJN.
AIBIREO, 16 v. A'dam n. W.-Afrika.
DJOCJA (uitr.) v. Lagos.
SCHELDESTROOM (thhuisr.) 16 te
A'dam.
KON. HOLLANDSGHE LLOYD.
ZEELANDIA (uitr.) 16 v. Southamp
ton,
GAASTERLAND, R'dam n. S. Fé., p.
16 Ouessant.
MAASLAND (uitr.), 16 te Antwerpen.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
TAPANOELI (uitr) 16 v. Port Said.
BUITENZORG (thuisr.) p. 16 Kaap del
Armi.
GORONTALO, 16 v. Huil te Esbjerg.
STOOMVAART MIJ. NEDERLAND
ROEPAT (uitr.) p. 14 Ferim.
ROTTI 16 v. Hamburg n. A'dam.
P. C. HOOFT (uitr.) 16 te Genua-