NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 17 DECEMBER 1926 Uit het Sociale Leven. ONS BEVOLKINOSSURPLUS. „Dat in een tijd van economische depressie als deze de bevolkingstoe neming door velen wordt gezien als een afzichtelijk spook, dat de arbeids markt bedreigt is niet te verwonde ren. Vóór den oorlog kon de toename der bevolking o.m. worden opgevan gen door emigratie, terwijl toen bo vendien onze nijverheid, scheepvaart en visscherij floreerden. Toch valt niet te ontkennen, dat in die dagen reeds naar uitbreiding der arbeidsge legenheid werd gezocht. Wij behoeven daarbij slechts de herinneren aan de toen geopperde plannen tot droogleg ging van de Zuiderzee, ontginning van woeste gronden en verbetering der afwatering." Met deze woorden leidde de heerJ. Gerritsz, directeur van den Nederland- sohen Werkloosheidsraad en secreta ris der Commissie voor Werkverrui- minig, het onderhoud in, dat de „Tel." met hem had over de emigratie-moge lijkheden van Nederlanders. Vóór den oorlog, zeide de heer Ger ritsz hadden wij per jaar ongeveer 10.000 natte emigranten (menschen, die hun geluk over zee gingen beproe ven). Tegenwoordig is dit aantal ge slonken tot eenige duizenden. Een en ander is in de eerste plaats een ge volg- van de slechte conjunctuur en vervolgens van de moeilijkheden, die emigratie oplevert. In dat licht bezien mag men van den invloed van emigratie geen al te hooge verwachtingen koesteren. Een gelukkig verschijnsel achtte de heer Gerritsz, dat de Rijksdienst zich meer en meer met het emigratie-waagstuk gaat bemoeien. Voor een zuivere en doelbewuste voorlichting omtrent emigratie zal echter noodig zijn, dat lichamen als de Ver. Landverhuizing en de „Emi gratie-Centrale Holland" worden tot éfn groot instituut. Twee aparte in stellingen achtte de heer Gerritsz fu nest. Niet altijd, vervolgde hij, is Neder- land een emigratieland geweest. In het midden der achttiende eeuw b.v. was ons land zelfs een toevlucht voor duizenden z.g. „Hollandsganger" die hoofdzakelijk uit Westfalen en Ol denburg naar hier kwamen om in de Veenderijen te helpen en ter., wal- vischvangst te gaan. Een eeuw later was dit getal „Hollandsganger" ech ter aanzienlijk geslonken, daar de toe standen in Duitschland zooveel gun stiger waren geworden. In het begin dezer eeuw waren het slechts de z.g. „hannekemaaiers" t die ons land bin nentrokken. Van emigratieland werd Duitsch land na 1890 weer immigratieland. Uit deze mededeelingen blijkt dus reeds, dat de emigratie nauw verband houdt met de conjunctuur. Gebleken is, dat bet bevolkingsoverschot niet door het platteland is opgenomen. Uit het rapport der Staatscommis sie van den Landbouw, dat in 1909 werd uitgebracht blijkt, dat de bevo* kingstoename op het platteland drie per 1000 bedroeg, tegen 14 per 1C0$ over gelteel Nederland. Het teveel emigreerde over zee of vestigde zicb in de groote steden binnen de lands grenzen of in de industrie- en tuin bouwstreken. Ook trokken zeer velen naar de Duitsche industrie-centra: Rijnland en Westfalen. Bij het uitbre ken van den oorlog waren in deze ge bieden ongeveer 150.000 Nederlanders gevestigd. Op welke wijze, vroegen wij in dit verband .den heer Gerritsz, denkt u dat de werkloosheid doelmatig zal kunnen worden bestreden? In een p&ar woorden is dat niet te zeggen, luidde het antwoord. Naast de emigratie zou ik willen noemen de werkverruiming in ons eigen land. Hieraan wordt nog te weinig aan dacht geschonken, 'tls vaak droevig te ervaren dat orders, die met succes in ons land zouden kunnen worden uitgevoerd, in vele gevallen naar het buitenland gaan. Dit euvel tracht, zoo als bekend, de commissie voor werk verruiming zooveel mogelijk tegen te gaan. Boven alles echter heeft de heer Ger ritsz het oog gevestigd op het Oosten: Dujtschland. Onze zegsman hoopte dat na verloop van eenige jaren de toestand in Duitschland zoodanig zou zijn, dat daarheen vele Nederlanders, vooral bouwvakarbeiders, kunnen emigreer en. „Zoolang die mogelijkheid nog is uitgesloten, zullen wij ons moeten be ijveren een positieve welvaartspolitiek te voeren opdat de nadeel en van ons bevolkingssurplus tot een minimum worden teruggebracht." Land- en Ti»nhoa\y, NATIONALE FOKVEEDAG 1928. In leidende kningen van het Neder- landsche stamboek- en veefokkerswe zen worden reeds lang plannen be raamd om in het Olympiade-jaar 1928 te 's-Gravenhage wederom een natio- nalen fokveedag van paarden, rund en kleinvee té organiseeren, zoo moge lijk gecombineerd met een internatio naal veeteelt-congres, zooals ook in 1923 het geval was. Op initiatief van bet centraal bureau voor de varkens fokkerij is eenige dagen geleden een bijeenkomst gehouden, waar ongeveer alle fokkersorganisaties in ons land vertegenwoordigd waren en een voor- loopig comité werd benoemd. Naar wij vernemen is dit comité sa mengesteld uit de volgende heeren prof. D. L. Bakker, hoogleeraar in de veeteelt aan do Wageningsche" Land- bouwhoogeschool; ir. W. de Jong, rijks veeteeltconsulent te Nijmegen; Jhr. J. v. Vredenburg Cappellen, voorzitter van het stamboek voor het Ned. Trek paard (Belgisch type) en rijkslandbouw consulent to Brussel; H. W. Kuhn, te Naarden, voorzitter van het Ned. Rund veestamboek en van de Ver. tot verbe tering der schapenfokkerij in N.-Hol- land; en ir. H. G. A. Leignes Bakhoven rijksveeteeltconsulent te Leeuwarden. DE ENGELSCHE MAATREGELEN TEGEN MOND- EN KLAUWZEER. Naar een Reuterbericht meldt, heeft de Minister van Landbouw in een toe spraak te Chelmsford betoogd, dat de vermindering van het aantal nieuwe gevallen van mond- en klauwzeer de houding rechtvaardigde van de regee ring wat betreft het belemmeren van den invoer van geslacht vee en dat het invoerverbod zou worden gehandhaafd zoolang de toestand in Europa het voor de bescherming van den Engel- schen veestapel noodig zal maken. DARWINTULPEN IN MILAAN. In Milaan wordt elk voorjaar een jaarbeurs gehouden. Op het terein der jaarbeurs is het vorig jaar door een Nederlandsch comité uit industrie- en handelskringen een permanent Neder landsch paviljoen geplaatst, hetwelk temidden van pavijoens van Duitsch land, België, Frankrijk en verschillen de andere landen een goed figuur maakt en op Holland op waardige wij ze de aandacht vestigt. Het comité had in het begin van dit jaar verzocht of het bloembollenvak bereid was den tuin, voor het gebouwtje gelegen, te versieren met HoLland&che bloembol len. Daar het tijdstip voor het planten der bollen reeds verstreken was, moest dit worden uitgesteld. Thans heeft echter de Commissie voor Onper soonlijke Reclame dit verzoek ingewil ligd en zijn ter versiering van dit tuin tje een duizendtal Darwin- en lato tulpen beschikbaar gesteld, om door de zorgen van een bevriende zaadfir ma te Milaan op deskundige wijze ter plaatse te worden uitgeplant. Daar de opening der jaarbeurs in de tweede helft van April valt en de bloei der late tulpen in Italië omstreeks dien tijd, kan deze beplanting bijdragen tot liet vermeerdeen van de populariteit van onze producten in het belangrijke centrum Milaan, waar zich ten tijde van de jaarbeurs vele vreemdelingen bevinden. HET VOORSPELLEN VAN INSECTENPLAGEN. Niettegenstaande de belangrijke vor deringiën, welke het landb ou wweten- schappelijk onderzoek heeft gemaakt, is de kennis van het leven der inboe ten nog altijd niet zoo groot, dat nuen van tevoren kan zeggen, of, en zoo ja„ wanneer er een insectenplaag is te ver wachten. Dit vooruit te weten, zou van groot economisch belang zijn'. Imi mers zou het dan mogelijk zijn om, ingeval geen plaag is te> verwachten, aanzienlijk: op de bestrijdingsmiddelen te besparen, terwijl men in het tegen overgestelde geval van tevoren zijn maatregelen van verweer kan treffen, gedachtig aan de oude spreuk, dat een. gewaarschuwd man voor twee geldt. Het is daarom gemakkelijk te be grijpen, dat er niet alleen in ons land, maar oiok in het buitenland een toe nemende belangstelling bestaat voor het vraagstuk der voorspelling van in sectenplagen. Hier te lande neeft dr. IWj. H. de Tong op dit gebied ver dienstelijk werk verricht en in zijn proefschrift vastgelegd. Zijn studie be trof het leven van de emelten de lar ven der langpoot mug. In het „Tijd- schrift over Plantenziekten!' deelt deze onderzoeker bijzonderheden mede met betrekking tot het voorspellen van emeltenplagen, mede naar aanleiding van zijn laatste onderzoekingen op dit gebied'. Noodzakelijk is daarbij, dat men let op het aantal langpootmuggen (van het geslacht Tipula paludosa, hetwelk verreweg de meeste economische be- teekenis heeft) dat gedurende de hoofd vlucht (Augustus SeptemberJ aanwezig is. Vooral moet men het oog, houden op die vrouwelijke exemplaren, welke, zwaar met eieren beladen zijn. Eenige routine is echter noodig, daar geble ken is, dat andere foutieve uitkom sten worden verkregen. In de tweede plaats moeten waarne mingen- worden gedaan over het weer tijdens en na de noofdvlucht der mug gen. Met behulp van deze -twee factoren was het in den herfst van 1920, 1921 en 1922 mogelijk te voorspellen, dat het volgende jaar geen emelten jaar zou zijn. Voorts bleek, dat het aantal emelten, in voorjaar en voorzomer van 1925 sterk verminderde door afsterving. Er heerschte blijkbaar een ziekte onder deze larven, van welker aard overigens niets bekend is. Deze ziekte was ech ter niet doorgedrongen tot plaatsen, waar geen emeltenplaag geweest was. Ook is gebleken, dat net weer op het paren en het afzetten der eieren niet van overwegende beteekenis is. De kennis van de emelten dient met het oog op het voorspellen van plagen nog zeer vermeerderd te worden. Hoe meer jaren (liefst opeenvolgende) de prognose gesteld wordt, hoe meer „ge vallen" men dus leert kennen, met des te grooter zekerheid zal de voor spelling der plaag mogelijk worden. Vermoedelijk zal men bij een 15-jarige ervaring niet vaak meer mis tasten. Van groot belang is thans te weten welke da invloed van groote droogte en de bovenbedoelde ziekte zijn. De schr. meent ten slotte dat het op den duur technisch mogelijk zal blij ken, de belangrijkste insectenplagen, onder een voortdurende controle te houden, hetgeen uit een economisch) oogpunt zeer wenschelijk zou zijn. DE EIKENSPINTKEVER. In het „Tijdschrift over Plantenziek ten" deelt M. de Koning mede, dat de ze kever zich inboort in den bast van eikeboomen, welke niet geheel nor maal zijn, ofschoon dit abnormaal zijn zich aan ons oog onttrekt. De aanwe zigheid van deze kevers nu kan in dit geval een aanwijzing zijn, dat er iets hapert, hetwelk wellicht is te voorkomen. Zoo had men bij een pas aangeleg de wegplanting in de omgeving van Nijmegen kosten noch moeite ge spaard. Na het planten hadden de jonge boomen van spintkevers geen last, maar in Augustus, in de droogte kregen ze het schijnbaar te kwaad. Niemand zou het bemerkt hebben in dien niet de eikenspint kevers waren gekomen. Deze diertjes werden nu ver •nietigd en om de stammen geulen ge graven, welke dagelijks met water werden gevuld. Zoodra het voorjaar komt zullen de stammetjes met een lichte carbolineum-oplossing bestre ken worden of omwonden met zakken goed om verder aanboren Moor kevers te beletten. Wanneer de dure aanleg er dan bo venop is, zal dit te danken zijn aan de eikenspintkevers, die waarschuw den. KEURING VAN WILD. Het hoofdbestuur der maatschappij voor Diergeneeskunde heeft eene com missie benoemd, ten einde omtrent bo vengenoemd onderwerp advies uit te brengen. In deze commissie hebben zitting de heieren Prof. de Blieok, Prof. van Oyen te Utrecht, Dr. van Gelder te Amsterdam en Dr. te Hennepe te Rotterdam. Gedurende de laatste ja ren heeft Dr. te Hennepe in verschil lende artikelen op het belang dezer zaak gewezen. De commissie heeft gis teren vergaderd met de heeren Visser en Treuren, hoofd-bestuursleden van de algem. vereeniging van poeliers en wildhandelaren. Gebleken is dat ook m poelierskringien toezicht op mark ten en slachterijen gewenschi geacht wordt, terwijl in onderlinge samenwer king getracht zal worden allerlei tech nische bezwaren te overwinnen. Op de vergadering hebben de heeren poeliers de verschillende manieren van opma king gedemonstreerd, zooals birinen- en buitenlandsche handel dit eischen en gebleken is, dat keuring bij de gel dende werkwijze wel mogelijk is zon der de handelswaarde van het pluim vee te verminderen. BEWAREN VAN FRUIT EN - GROENTEN. Men meldt aan de „Msbd.": Er is de vorige week te Andijk op initiatief van een aantal tuinbouwers een nieuwe vinding gedemonstreerd, die in de naastbije toekomst van zeer belangrijke beteekenis vooral in - den tuinbouw kan blijken te zijn. Men heeft namelijk een jjroet ge nomen met het dompelen van bewaar- kojol, eieren, peren, appelen, uien en meerdere tuinbouwartikelen in een vloeistof waardoor de duurzaamheid' haast 6 nbeperkt schijnt te worden. We waren bij deze proefneming te genwoordig en verbaasden ons over de eenvoudige bewerking. De bewuste stof, welke in stukken ter grootte van grove steenkool (grijs van kleur) aan wezig was, werd gesmolten en warm en vloeibaar gehouden in een ketel, die in warm water geplaatst was.. De: vopr bewaring aanwezige vruchten en groenten werden in de vloeistof ge dompeld en daarna in een teil koud) water gehouden, waardoor direct de vloeistof stolde en de kool enz: om huld is door een hermetisch gesloten porceleinachtige laag. De lucht wordt uitgedreven en het omhulsel oefent eén druk op het omhulde uit. De uitvinder, de heer G. van der .Veen, deelde ons het volgende medé: Deze vinding is het resultaat van een vierjarige periode van proetnemin- gen. De bewerking is heel eenvoudig en kan door ieder (mits serieus toege past) gedaan worden. De kosten ziin laag: 100 eieren dompelt men voor 25 cent daarbij nog in aanmerking ge nomen, dat de stof telkens opnieuw ge bruikt kan worden. Alle groenten en vruchten kunnen behandeld worden, uitgezonderd komkommers én rijpe ba nanen, waarbij' die proeven tot nu toe mislukten. ;Wat men uit het omhulsel haalt, is midden m den zomer koud als ijs. De voiornaamste eigenschappen van de stof zijn de volgende: Zij sluit hermetisch at en de vin- |ding wordt daarom door den heer v. d. Veen her metis ©eren" genoemd. De stof is gistvrij, niet vatbaar voor het inwerken van vöcht, vorst, weers invloeden van buiten, zuren en zouten. Zij is reukloos en tast den smaak hiet aan. Het is een vaste stof, die bij 30 gr. smelt, maar als zij eenmaal om de vrucht heen zit, veel hooger tempera tuur verdraagt. Zelfs met rijpe aardbeien was de proef na 8 maanden prachtig geslaagd en was de smaak niet veranderd. LIJST VAN VESTIGING EN VERTREK. Gevestigd. J. T- Zuiderduin-Loogman, H. Rijn dijk 103; A. Korenhof en tam., tand- teohniker, Da Costastr. 45; P. C. de) Klerck, Zoetjerw. Singel 65; D. R. Derksen en fam., electricien Acacia*- str. 5; G. Erwig, dienstbode, Mei- Idoornstr. 24; J. A. felling's, Langel Mare 39a; F. L'. Driessen, Gangetje) 1; J. Schouten, verpleegster, Acad. Ziekenhuis; A. Overeijender en tam., koopman, Prinsenstr. 35; E. J... P. Bo- gaards, dienstbode, Kaiserstr. 36; L. Grimm en fam., slager, v. H:oge<n- dorpstr. 21; Wied. T. C. de Hondt— Rank* Breestraat 110; M. T. Herbert KINDERKLEEDING. Het mistige en koude weer dat wij hebbeji op het oogenblik, dat ik dit schrijf, zal ongetwij feld de oorzaak zijn dat vele mijner lezeressen aan warm gevoerde wintermantels gedacht -hebben. Vooral kindermantels moeten met wol len stof gevoerd worden, de kinderen zittten den geheelen schooltijd in goed verwarmde lo kalen en zij zullen zeker met zulk weer vatbaar zijn. De nieuwste meisjesmantels hebben als gar neering kragen, manchetten en ceintuurs van een mooie bijpassende kleur stof. Ook worden daarmee geheele mantels gevoerd, zoodat, wan neer de kraag niet hoog gesloten wordt, lichte revers zichtbaar zijn. De eerste mantel (zie afb. 63) op bovenstaande teekening, is van zware paarse velours de laine. Kraag, manchetten en ceintuur, zakken en voe ring zijn van licht wollen grijze stof. Op kraag, manchetten, zakken en ceintuur is een 'versie- ring aangebracht die met lilakorenblauwo wol uitgevoerd wordt. De versiering bestaat uit korenblauwe en paarse strepen. Men ziet op de teekening dht de mantel een 'glad schouderstuk heeft, waaraan de romp een weinig ruim aangezet is. Vanuit de opgestikte zijzakken komt de ceintuur op het voorpand, deze sluit middenvoor met een ovale gesp. Patroon voor meisjes van 10 tot 12 jaar. De tweede mantel is ook een recht model, de pelerine maakt iets bijzonders van dit manteltje en wanneer men een aardige geruite stof neemt, b.v. korénblauw met wit, moet men kraag, manchetten en ceintuur van korenblau we stof maken en de pelerine daarmee voeren. Met zoo'n mantel zal zeker uw meiske er lief uitzien. Patroon voor meisjes van 10 tot 12 jaar. Bovenstaand schetsje laat u zien hoe de kraag van den laatst besproken mantel, wan neer hij niet gesloten is, er uitziet. In het rech tergedeelte v$n den kraag zijn twee knoops gaten gewerkt één verticaal, dat 7 of 8 cM. lang moet zijn en een liggend knoopsgat dat 4 cM. lang moet zijn, zoodat daar een gewone knoop doorgetrokken kan worden. In het rechter ge deelte wordt eveneens een liggend knoopsgat gewerkt, zoodat de losstaande slippen, wanneer het linker uiteinde door het verticale knoopsgat getrokken is, op den kraag vastgeknoopt kun nen worden. Een kraag die zoo sluit staat aardiger op dezen mantel dan een enkel bontkraagje. Als men met een bontkraag op dezen mantel begint, dan moet men de pelerin omzoomen en ook de manchetten van bont maken en dit zal denk ik nogal kostbaar worden. De patronen der kinderkleeding zijn ver krijgbaar bij onze mode-redactrice mej. Greta Stein, Amstelveenscheweg 79II Amsterdam, a ƒ0.65 per stuk. en fam., houtzager, Javastr. 44; W. A. v. Berge Henegouwen, tandtechni- ker, Oostawarsgr. _20W. de Koning, 4e Binnenvestgr. 56; Wj. Le Mair O. Rijn 25; P. J. Stomps en fam., contr. P. T. T., de Wjittstr. 1; E. Schenkr hulp in de' huish., P. K. Choorsteegi 15; C. die Bruin-Stokkel, Lusthof laan 27J. Schinkel en fam., metselaar, Magid. Moonstr. 13; P. Hartevelt, suikerwerker, Langegracht 40; H. J. W). v. Amstel en fam., winkelier, N. einde 27; J. Koek, dienstbode, Witte Singiel 21; H. de Tombet-Pauman, Kemstr. 17a; W. O. Frans, Morsch- kade 3; J. J. Boetekees, loopknecht, Heerienstr. 123; D. Olivier en ram., col porteur, Leliestr. 35a; H. H. F. E. dei Mol, slagl&r, M. Moonstr. 15; T. dei RjOioij en fam., timmerman, Evertsen- straat 15; M. G. Stokvis, en fam.,. leer aar, H. BSHeerengraoht 18a; P v. d. Bosch los werkman, Langestr. 24: A. Wortman» dienstbode, Dirks- poiort 4; M. Parser, N. Rijn 65a. Vertrokkao. Mej. P. J. Steien, den Haag*, IJsse- linkstraa.t 52; Joh. D. Steen, ideim; Mej. M. B. Fraütwein, Noordwijk, .Voorstr. 54a; ,iM. J. Colijn, Oegjst- jgjeest, Kojunginneilaan .2; J. P. de Bolster, Den Haag, J. v. Stolberg- laan 226; L. J. Ph. Maas, Utrecht, Oude Gracht 300; Mej. M. A. J. Kieft,. Voorschoten, bij G. v. BemindenAbr M. J. Spruijt, Den Haag, Herschalstr. 24; Mej. J. van der Linden, Amster- (dam, St. Viottastr. 2; Mej. A, I. M. Bergers, Beesd, bij H. Krachten; Mei., M. Huizer, Boskoop, Puttekade 11; H. J. v. Leeuwen, Nij kerk, Langiestr. B. 171;_J. J. J. M,. Scnretlen, Den Haag, R. K. Ziekenhuis, ,W|esteinde; Me.j G. N. v. Halsema, Haren (Gr.) bij de) ouders; iMej. F. Nauta, Wprkum, Ncord bij de ouders; Mej. T. B. Hof pans, Nijmegen, Frans Halsstr. 19; Mej. J. A. Stheeman, Meppel, Star titonsweg 36; Mej. M. Th. Cv v. d. Hoofd, Den Haag, Emmastr. 34; ,W. K. Verbeek, Voorburg, .Waalhoflaan; 4; K. L. F. Kerssemakers, Nijmegen, Berg en Dalschfe weg 410; D. Bos, Voorschoten, Leidscheweg 141; J. H., Benard, Delft, Patrimoniumstr. 9; T. Koet, Utrecht, Amsterd.str. 191; N. v. Duijn, Buchholz (Dl.<) Scheltauerstr. 37; C. Doenen, Sassenheim, Jac. v. Beierenlaan 5; Mej. R. Vies, Rotter dam* Mattenesdam, Dorbeckstr. bil Maaskade; J. Sjardin, Delft, Koorn- markt 86; Mej. M. A. G. Bosman, Am' sterdam, Willemsparkweg 212boven; Mej. E. Korpershoek, Voorburg, Eemi dijkstr. 35; Mej. A. Groothelm, Bols- ward, Hcogstr. 10; Fr. X. G. Biëuke- rneijer, Apeldoorn, Staal weg 26; H. Dijkstra, Batavia, boofsman bij'de ma rine; E. L. de Maar, Rotterdam, Sam. Mullerplein 14b; W. de Weert, Den; Haag, Hoefkade 71; H. Lancel, Ui trecht, Gasthuissteeg 57. Scheepstijdingen. HOLLAND—AMERIKA-LIJN. NARENTA, 15 v. R'dam n. Hamburg. STADSWIJK, 15 v. N.-York n. R'dam.' NOORDAM, R'dam n. N.-York p. 16 DRECHTDIJK, Vancr. n. R'dam 14 te Liverpool. BEEMSTERDIJK, 14 v. R'dam te Taanpa. BREEDIJK, N.-York n. R'dam p. 16 Lizard. HOLLAND—AFRIKA-LIJN. SPRINGFONTEIN, thuisr., 16 te R'dam RANDFONTEIN.uitr., p. 14 Beachy Head. ARES, uitr., 15 te Mombassa. NIJKERK, thuisr., 14 v. Genua. RIETFONTEIN, uitr.. 16 v. A'dam. HOLLAND—WBST-AFRIKA-LIJN. AIBIREO, 16 v. A'dam n. W.-Afrika. DJOCJA (uitr.) v. Lagos. SCHELDESTROOM (thhuisr.) 16 te A'dam. KON. HOLLANDSGHE LLOYD. ZEELANDIA (uitr.) 16 v. Southamp ton, GAASTERLAND, R'dam n. S. Fé., p. 16 Ouessant. MAASLAND (uitr.), 16 te Antwerpen. ROTTERDAMSCHE LLOYD. TAPANOELI (uitr) 16 v. Port Said. BUITENZORG (thuisr.) p. 16 Kaap del Armi. GORONTALO, 16 v. Huil te Esbjerg. STOOMVAART MIJ. NEDERLAND ROEPAT (uitr.) p. 14 Ferim. ROTTI 16 v. Hamburg n. A'dam. P. C. HOOFT (uitr.) 16 te Genua-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 8