WAT DE BLADEN ZEGGEN. NÏEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 17 DECEMBER 1926 TWEEDE BLAD. Valsche voorlichting. In de laatste weken, schrijft de N e- derlander, loopt door de beweging tegen het tractaat met ^België een val sche draad, die ons volk oneer aan doet en die verzwakkend werkt op hen, naar wier overtuiging, de aan vaarding van dit tractaat inderdaad eene bedreiging zou zijn van levensbe langen van het Nederlandsche volk. Wij hebben het oog op de bewering het eerst uitgesproken, voor zoover wij weten, door Ds. Lingbeek, en nu weder voorkomend in een adres van den oud-hoogleeraar der Landbouw hogeschool, professor Valckenier Su- ringar, dat „Rome hierbij waarschijn lijk een rol zal spelen". Alleen reeds het feit, dat de heeren van Wijnbergen en van Vuuren, twee trouwe vrome Roomsch-katholieken, hunne stem aan het tractaat onthiel den, moest voldoende zijn, om deze le gende terug te dringen; maar voorts bestaat ook niet de minste aanwijzing voor het onderstellen van eenig Roomsch belang, dat tot aanneming van het tractaat zou dringen. De meeste inwoners van Noord- Brabant en Limburg zijn roomsch en juist deze twee provinciën verwach ten wel eenig voordeel van den danleg der nieuwe kanalen eene verwach ting,, die er toe kan bijdragen, dat zij, en hunne vrienden en verwanten be noorden den Moerdijk, de bezwaren tegen het tractaat te licht inzien. Dit alles is mogelijk en begrijpelijk. Maar dat bedoelden niet degenen, die hier spreken van „een Roomsch gevaar". Zij doelen op iets geheimzinnigs, dat niet uitgesproken kan worden, dat niet klaar kon worden waargenomen een geheime macht, die rondwaart en zich oplegt en waaraan zelfs de volksvertegenwoordigers zich niet zouden kunnen onttrekken. Zulk een voorstelling is afkeurens waardig. Zij doet kwaad. Niet alleen ondermijnt zulk gepraat het vertrou wen in Regeering en Volksvertegen woordiging, die niet trouw en vrij zou den beslissen, maar buigen zouden voor een ongrijpbare vreemde kracht maar dit geheimzinnig gedoe ver zwakt de waarde van den strijd tegen het tractaat en bevordert godsdienst haat en burgertwist. Indien protestanten beweren, dat bij het tractaat een Roomsch belang be trokken is, dat de Roomschen doet vóórstemmen dan hebben pok de Roomschen recht tot hunne reeds uit gesproken onderstelling dat anti-pa- pisme de drijfveer zou zijn van hen. die zich tegen het tractaat verklaren. Beide booze gedachten onderstellen een zóó groote diepte van Kerklicfde en geloofshaat, dat zelfs nationaal be lang, als de beslissing over dit trac taat, beheerscht zou worden door mo tieven, volkomen vreemd aan het be lang, dat om eene beslissing vraagt. Wij kunnen niet genoeg waarschu wen tegen het hechten van geloof aan dergelijke inblazingen.' Het is menschel ijk, als men zelf fel is ingenomen tegen eenig plan, dat men niet goed kan begrijpen hoe an dere menschen (die toch niet krank zinnig zijn) voorstanders kunnen zijn van dit plan. En in zijn onvermogen, om te begrijpen, geeft men dan maar voet aan allerlei wonderlijke achter docht, die alle nuchterheid ten spijt, de onderlinge verhoudingen bedcr't en oorzaak wordt van onjuiste beoor deeling der zaken en van verlies van alle vertrouwen in de menschen. Mogen zij, die de schuld dragen van deze valsche voorstelling, hunne hou ding herzien en zich bekeeren! De leertijd. Telkens weer blijkt ons, zoo lezen wij in Patrimonium, dat er eenig misverstand heerscht omtrent den in houd van de Leerplichtwet. De wet kent een zevenjarige leerver plichting. Om financieele redenen is evenwel tot 1930 de invoering van het' verplichte zevende leerjaar opge schort. Wie thans het pleit voert voor een zevenjarige leerverplichting dringt niet aan op iets nieuws, op verscher ping van het z.g.n. „leerdwang", neen, hij staat geheel op de basis van de gel dende wet. Wij hebben tegen de leerplichtwet, geen principieele bezwaren, nu de ge-' lijkstelling is verkregen en de ouders werkelijk vrij zijn in de keuze van de school. Bovendien kan de vraag, of er moet zijn een zes- dan wel een zeven jarige leerverplichting, nooit van priir- cipieelen aard zijn. De meeste ouders zullen van het be staan der Leerplichtwet weinig mer ken. Ook hier geldt, dat de wet er vooral is voor de „kwaden", voor de genen die niet kunnen of willen zorg dragen, dat hun kinderen behoorlijk onderwijs ontvangen. Wij verheugen er ons over, dat he.t verplicht zevende leerjaar heel spoe dig en de zeven-jarige leerverplichting in elk geval nog wel in deze parlemen taire periode ingevoerd zal wrden. De financieele toestand is stellig nog veel minder gunstig dan sommigen denken. Maar de invoering eener ze ven-jarige leerverplichting kost slechts een bescheiden bedrag. Men moet bij deze kwestie rekenen met de omstandigheid, dat, de Arbeids wet aan kinderen beneden de 14 jaar arbeid verbiedt. Bij een 7-jarigen leer plicht is er nog geen volkomen over eenstemming tusschen Leerplicht- en Arbeidswet. Maar in de practijk zal het hiaat toch niet groot zijn. Vele kinderen zullen op hun dertien den ver jaardag nog niet de zeven klassen hebben doorloopen. Bovendien kunnen ook nog andere middelen worden toe gepast, om de klove te overbruggen. In de Kamer werd onzerzijds ook op het buitenland gewezen. In Duitsch land, in Zwitserland en in Engeland is de verplichte leertijd langer dan ten onzent. Al is het mogelijk, dat men daar eenigszins mild is met de toepas sing, gezorgd moet'toch dat straks on ze arbeids jeugd niet achteraan komt. Ten overvloede worde er nog aan herinnerd, dat de Leerplichtwet niet degenen, die op hun 12de jaar bijv. naar een Nijverheidsschool willen gaan, zal verplichten tot het volgen van het 7de leerjaar. KERK EN SCHOOL. NED. HERV KERK. Beroepen; Te Borger: J. Dik- buom te Schiermonnikoog. Te Mid- wolde en Leek: A. Veldkamp, te Dong- jum. Aangenomen: naar Feijenoord: G. B. Westenburg, te Beverwijk. WAALSCHE GEMEENTEN. Aangenomen: Naar Delft: G. U. P. A. Forget, cand. te Parijs. GEREI- KERKEN Bedankt: Voor Schoonerwoerd: G. van Heiningen, te Ter Aar. BEROEPINGSWERK. De Kerkeraad der Herv. Gemeente te Maartensdijk (U.), heeft thans vol daan aan den aanslag van den Raad van Beheer en kan nu ook tot het be roepen van een predikant overgaan. De gemeente is sinds Mei 1923 vacant. NED. HERV. GEM. TE ROTTERDAM. Op een vergadering van de besturen der kerkelijke kiesvereenigingen „Cal- vijn", „Evangelie en Belijdenis" en ..Gemeentebelang" te Rotterdam is vol gens het orgaan „Gemeentebelang" een voorloopige overeenkomst getee- kend op den grondslag van een door de ledenvergadering van deze drie vereenigingen aangenomen gezamen lijk voorstel, dat" in hoofdzaak in houdt: wederzijdsche erkenning eu eerbie diging van elkanders zelfstandigheid; het aantal leden van den keikeraad voor de helft te doen bestaan uit per sonen aan te wijzen door de vereeni- ging „Evangelie en Belijdenis" en de andere helft door Gemeentebelang1 deze verhouding eveneens te doen gelden voor de bezetting van de plaat sen van gemachtigden in het Kiescol lege waarbij dan de aanwijzing ge schiedt, door de Vereenigingen „Cal- vijn" en „Gemeentebelang" echter met dien verstande, dat geen personen voorgesteld wor den, die niet instemmen met samen werking als hier bedoeld, dat gerekend over 18 predikants plaatsen er 8 vervuld zullen worden door predikanten van ethische rich ting, 6 door predikanten van confes- sioneele richting en 3 door predikan ten van den Geref. Bond, terwijl de overblijvende plaats het eerst toege wezen zal worden aan den Geref. Bond en wanneer deze plaats dan weer open komt, zal zij vervuld worden door een .predikant van ethische richting en blijft zoo steeds tusschen beide ge noemde partijen wisselen. Nu eens zullen er dus 4 predikanten van den Geref. Bond en 8 van ethische richting zijn dan weer 9 ethischen en 3 geref. De binnen afzienbaren tijd te stich ten 18e predikantsplaats en de eerst volgende „confessioneele" vacature zullen worden vervuld door predikan ten van ethische richting. De duur van het compromis werd bepaald op 10 jaar. DE GEREF. KERK VAN BRUSSEL. De Geref. Kerk van Brussel verkeert in moeilijke financieele omstandighe den, schrijft de Standaard. In April van dit jaar heeft deze kleineKerk in de onmiddellijke nabijheid van het thans gehuurde kerkzaaltje een stuk bouwterrein van de stad Brussel ge kocht, voor een waarde van circa 26.000. De voorwaarde werd aan de zen koop verbonden, dat de Kerk vóór 1 October 1927 in aanbouw zou zijn. In geval deze voorwaarde niet wordt na gekomen, komt het terrein weer aan de stad, natuürlijk met een aanzien lijk verlies voor den kooper. Vooral op grond van het feit, dat dit terrein het eenig beschikbare was in het midden der stad en juist te beta len heeft de Kerk onder den drang der omstandigheden in het besef: nu of nooit, het aangedurfd tot den aankoop over te gaan, aangemoedigd ook door het edelmoedig aanbod van den heer Tjeerd Kuipers om haar als architect kosteloos bij te staan. De val van den Belgischen frank maakt den toestand der Gemeente zóó hachelijk, dat ondanks herhaalde ver hooging het leeraarstractement ver be lieden 't laagste candidaatsinkomen is en de predikant zich steeds tevreden heeft moeten stellen met belangrijk hetwelk hij vroeger in Nederland ge noot. Wel een bewijs welk een legende neden het laagste candidaatsinkomen het is, dat de Kerk van Brussel rijk is en zich wel redden kan. Omdat zij af doende hulp noodig heeft, richt zij zich thans weer met een circulaire tot de Geref. Kerken in Nederland Het is een noodkreet. De gemeente geeft naar vermogen. Van de broeders en zusters in Nederland wordt thans hulp ver wacht. Het adres is: N.V. Rotterdain- sche Boazbank te Rotterdam, postre kening 29.565, met bijschrift: Voor Erussels Kerkbouw. KERKBOUW. Door den Kerkeiiaad der Ned. Herv. Gemeente te Borne (O.), is de benoo- digde grond aangekocht voor den bouw van een 'tweede kerk. De Kerkeraad ontving dezer dagen voor dit doel van het Evangelisatie comité aldaar een gift van 100. BEGRAFENIS Ds. R .MULDER. Gistermiddag werd op de algemee- ne begraafplaats aan de Kleverlaan te Haarlem ter aarde besteld het stoffe lijk overschot van Ds. R. Mulder, em.- predikant bij de Geref. Kerk te Haar lem. Voor deze plechtigheid bestond groote belangstelling. Onder de aanwezigen was do volle dige kerkeraad der Geref. Kerk van Haarlem en het Haarlemsche Raads lid, de heer Wolzak. De kist werd do.»r ouderlingen naar het familiegraf gedragen. Eenige dia kenen fungeerden als slippendragers. Toen de kist in de groeve was neerge laten, trad als eerste, spreker naar vo ren Ds. J. W. Siertseima van Haar lem, die een treffende lijkrede hield. Aan het slot van zijn rede verzocht hij te zingen Psalm 111 5. Ds. P. A. Groenewegen, uit Haliweg, sprak namens de classis. Hij roemde vooral het zegenrijke werk van DS. Mulder in de vergaderingen der clas sis. Ds. Mulder uit Leeuwarden, een zoon van den overledene, dankte namens de familie voor de betoonde belangstel stelling. ZENDING. Zuster Nieuwenhuizen, die voor de benoeming tot verpleegster in het Zen dingshospitaal te Poerworedjo had be dankt is daarop terug gekomen en zal toch derwaarts vertrekken. Mej. A. J. Vellenga te Wolfheze is benoemd tot verpleegster in het Me disch Zendingswerk op Soemba. De heeren W. Vermolen en J. in 't Veld, beiden onderwijzer aan de Kweekschool te Solo, komen volgend jaar met verlof naar Nederland. HET ZENDINGSWERK DER BROE DERGEMEENTE. De Zendingsmedewerker van het Hbl. sohrjjft: Al meer is de aandacht erop gevestigd dat geen Zendingscorporatie zoozeer on der ae gevolgen van den wereHoorloc geleden heeft dan de Broedergemeente Zjj is een internationale organisatie met drie vertakkingen: Duitschland met Hernnhut als middelpunt, Engeland en% Amerika. In vroeger paren werden de zendings- aangelegenheden alleen op de internati onale synodes behandeld. Sedert 1914 kon ecHter geen algemeene synode ge houden worden; men was gedwongen de eenheid der Zendingsleiding op te geven en de Zendingsterreinen onder de drie groepen te verdeelen. De Engelsche Broedergemeente zorgt thans voor Labrador, de Himalaya, Un- jamwesi, en het diaconessenwerk te Je ruzalem; in totaal voor 59 zendelingen. De Amerikaansche Broedergemeente zorgt voor Alaska, Californië, en Nica ragua, in totaal voor 22 zendelingen. Bljjft voor Herrnhut in Duitschland de zorg voor het werk in Z.W. Afrika, Z.O. Afrika en Suriname, in totaal 68 zendelingen. Uit de cijfers ziet men al, dat Duitsch land, dat economisch het zwakst staat, het grootste aandeel behield, f Het ongewenscht gevolg der verdee ling is, dat de eenheid van leiding is verloren gegaan. De eene corporatie is tot die geworden, die zelfstandig haar zaken behandelen. Langzamerhand be zetten zij haar terreinen met menschen van haar eigen nationaliteit. Dit directe contact bevordert de belangstelling in Engeland en Amerika, maar het is niet zonder schade voor Herrnhut, dat vroe- fer het centrale punt was. Voor Herrn- ut, dat niet als andere zendingscorpo raties een bepaald deel van Duitschland als voedingsbodem heeft, dreigt de last te zwaar te worden. Van het aantal Zendelingen der Broedergemeente is on geveer 60 pet. van Duitsche nationali teit. Komen zq op den pensioensleeftijd, dan trekken zp naar Duitschland terug en komen daar ten laste van Herrnhut, ook al ligt hun arbeidsveld in Engelsche of Amerikaansche Zendingsgebiedeu. Ook de kinderen, die in Duitschland hun opvoeding krijgen, zijn daar ten las te van Herrnhut. in vroeger tijd werd daarop niet gelet, maar nu wórdt het terdege gevoeld als ongelijkmatige ver deeling van lasten. Maar'wat voor de Herrnnutters erger is: er dreigen feite lp drie Broed erkerken te komen, die wel federatief kunnen samenwerken, maar die langzamerhand een verschil lend stempel Krijgen. Vandaar dat er een sterke begeerte is om spoedig een internationale synode samen te roepen Het wachten is op de toestemming van Engeland. Het is in Duitschland een betrekkelijk kleinen kring, die den breeden Zendings arbeid der Broedergemeente draagt. Dank zij de sympathie, waarin de be scheiden Broedergemeente zich mag ver heugen, komen van alle kanten de bij dragen, maar tot nu toe kon deze vrij willige hulp niet voldoende georgani seerd worden. Merkwaardig is, dat de Duitsche zen dingscorporaties het besluit hebben ge nomen, om jaarljjks van haar inkom sten één procent af te staan ,aan de Broedergemeente, opdat deze haar ar beid in Nyassaland zou kunnen her vatten. In dit verband mogen wij er ook aan herinneren, dat de samenwer kende zendingscorporaties hier te lande jaarlijks f 25.000 voor het werk in Su riname opbrengen, ruim drie procent van haar inkomsten. Dit bedrag wordt gevoegd bij de 35.000 gld. welke het Zeis ter Zendingsgenootschap zelf reeds in Nederland inzamelt. Door de directie te Herrnhut is al eens de vraag gedaan, of Nederland bereid zou zijn het gehee- le werk onder de negerbevolking van Suriname over te nemen, maar een anV woord op die vraag kon nog niet wordeifl gegeven. Wie de bijzondere verdiensten der Broedergemeente voor de Zending e* kent, zal beseffen, hoe noodig het ia voor deze buitengewone moeilijkheden een oplossing .te vinden. J BINNENLAND. MINISTER VAN KARNEBEEK TE BERN. De Federale Raad van de Zwitser- sche republiek gaf gisteren te Bern een lunch ter eere van Minister Van' Karnebeek. De voorzitter en verschel dene leden van den Raad namen er. aan deel, evenals de heer Doude van Troostwijk, onze gezant te Bern. HET BELGISCH TRACTAAT. In antwoord op een vraag van mr* Adriaanse hebben Ged. Staten van Zeeland aan de Prov. Staten medege* deeld, dat zij steeds gestaan hebben en nog staan op bet standpunt, dat aan neming van het Belgisch verdrag in den huigen vorm in strijd is met de be langen der provincie Zeeland, in bet bijzonder met het oog op de waters staats-onderwerpen en daarom zeer to betreuren zou zijn. GIFT VAN H. M. DE KONINGIN- S MOEDER. Door bet hoofdbestuur van het sa natorium voor weinig vermogende Nederlandsche longlijders te Davos, werd namens H. M. de Koningin-Moe der, ten behoeve van dit werk een gift ontvangen. MARITIEME TOERUSTING VAN BELGIë. Op de vraag van den heer Staalman betreffende een voornemen tot mari-i tieme toerusting van België, beeft de heer Van Karnebeek, minister van Buitenlandsche zaken, geantwoord, dat het persbericht, volgens hetwelk BeL gië het voornemen zou hebben, zich! maritiem te gaan toerusten, met ge-» bruikmaking van de in 1924 opge« maakte plannen voor den bouw van breede monitors met zeer zware ka-» nonnen, reeds van officieel Belgische zijde op de meest stellige wijze tegen-i gesproken is. VOOR WERKZOEKENDEN. Aangezien, blijkens inlichtingen, onderscheidene werkgelegenheden (grondwerken), welke in België thans in uitvoering zijn, gedurende den win ter worden ingekrompen is het, naai; de meening van den directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverze kering en Arbeidsbemiddeling, van be lang voor hen, die voornemens zijn naar België te gaan om aldaar werk' te zoeken, eerst inlichtingen in te win- nen bij bet orgaan der openbare ar-» beidsbemiddeling in hun woonplaats* KON. INSTITUUT VAN INGENIEURS. De afdeeling voor Bouw- en Water bouwkunde beeft te Amsterdam on-» der leiding van prof. ir. N. C. Kist een' ledenvergadering gehouden. Ter vervanging van de bestuursle-» den ir. J. Groenveld de Kater en ir. J< W. Thierry, aftredend en niet herkies baar, zijn als zoodanig gekozen irs. J; W. Maas en L. J. A. Bergansius. Vervolgens beeft de technische ad« viseur der Ned. Handel-Maatschappij, de heer J. J. J. de Bruyn, reserve-lui tenant-kolonel der Genie, mededeelin-» gen gedaan omtrent het nieuwe ge-» bouw der Nederlandsche Handel- Maatschappij te Amsterdam. Na deze door vele lichtbeelden toe gelichte inleiding hebben de talrijke aanwezigen onder leiding van de hee* ren De Bruyn. Van Gendt en Van de Linde het gebouw bezichtigd. DE PASPOORTEN. Naar „Het Volk" verneemt, wordti er aan het Departement van Buiten landsche Zaken druk gearbeid om maatregelen te treffen omtrent de vooi: genomen verlaging der kosten voor, passen. Het zal echter nog wel voorjaar 1927j worden, voordat deze kwestie haar be slag gekregen zal hebben. De prijs: voor paspoorten zal 1.50 bedragen en de geldigheidsduur tot 2 jaar wor den verlengd. FEUILLETON. Opoffering beloond. 19) En de jonge gezant zelf heeft hoof- sche manieren, hetzij hij zijn Arabi sche merrie bestijgt, hetzij hij, met schitterenden rok en fonkelend oog, in zijn Victoria rijdt over den weg, met reusachtige mimosa's bezet, die naar Gézireh leidt, het Egyptische Long- champs. Kees besteedt zijn vrije uren om alle mogelijke afleidingen na te loopan, die de Egyptische hoofdstad aan hare vreemdelingen aanbiedt. Alles lokt hem, alles trekt hem aan, zoowel de schilderachtige, bonte menigte man nen en vrouwen van bijna alle men- schelijke rassen, die wemelt tusschen de metalen leeuwen, die de Nijlbrug beschermen, in het tooverachtige Oos telijk zonlicht; als de weelderige ave nue, de verzamelplaats van de fijne aristocratie, die zich uitstrekt langs dp. rivier als een groen lint, gesierd met trossen goud. En terwijl hij zoo zijn dagen ver morst. terwijl hij het grootste gedeelte van zijn nachten doorbrengt met di ners en bals, gegeven door de hooge ambtenaren en de nabobs van de stad, of met het whist- of cabaret-spel, soms winnende door het grillige ïot, dan weer veel meer verliezend d*n hii den vorigen dag gewonnen had, heeft liet leven in het huis van de familie De Verbrugge weer oogenschijnlijk zijn gewone vormen aangenomen. Oogenschijnlijk!Want in werke lijkheid is dat leven veel zwaarder, veel lastiger geworden voor Piëta, op wie haast alleen de plicht ten deel ge vallen is te zorgen voor haar moeder., Mevrouw De Verbrugge is sedert liet vertrek van haar zoon een volslagen zenuwlijderes geworden, een ondraag lijke last bijna voor allen die haar omgeven. Soms smelt zij in tranen, uren lang, zonder dat iets haar tranenloop stui ten kan; of zij brengt het grootste ge deelte van. den dag door weeklagende, met vermoeid neerhangende armen en somberen blik. „Men heeft mij gedood, dooi' mij van mijn zoon te scheiden, ik zal hem niet meer terug zien, ik voel mij stervende. O, wat ben ik ongelukkig." Mevrouw De Verbrugge gaf zoo aan haar smart den vrijen loop. Dan was het een gedraaf naar de» verschillende magazijnen en mode-win kels, allerlei plannen werdén gemaakt om het huisraad in de salons te ver nieuwen, om de monteering van haar diamanten te veranderen. Denkt u, dat dit. schilderij aan uw broer bevallen zal?Kijk eens,hoe mooi dat brons zal staan in zijn werk kamer of in zijn salon Lodewijk XV." En elk oogenhlik werden qd bevel van mevrouw De Verbrugge de kost baarste snuisterijen, schilderijen en bronzen kunstvoorwerpen van Parijs naar Cairo verzonden. „Als de dokter me van. den winter van Parijs naar Cairo stuurt, dan be grijp je wel, Piëta, dat alles in orde moet wezen. Ik wil dat Kees trotsch is op zijn moeder, als hij mij aan zijn vrienden voorstelt." Het jonge meisje leende zich gewil lig aan al de grillen van haar moe der. Eiken dag openbaarde zich in haar een schat van toewijding en tee- derheid, die onuitputtelijk bleek. Zij was de ziel van de familie, de zon van den huiselijken haard. Niemand had kunnen vermoeden, als hij dat zwak ke, kleine bevallige schepseltje zag, welk een schat van wilskracht en glimlachende energie in haar verscho len lag. De bankier, die zijn huis zou willen ontvluchten, om bevrijd te worden van de klachten en de lamentatie's altijd dezelfde die zijn vrouw hem deed hooren, werd steeds teruggehou den door den opgeruimden glimlach van Piëta. Met dubbele scherpzinnig heid tengevolge van haar kinderlijke liefde en haar vrouwelijke natuur, had het jonge meisje de tweedracht voorzien, die de houding harer moe der 111 de familie brengen kon en daar om verdubbelde zij haar pogingen om het gevaar te keeren. Zij overwon de zwakheid barer moe der dioor haai* krachtigen wil. door de beschermende liefde waarmee zij haar omringde, en zij was onweerstaanbaar voor haar vader, als zij in haar jeug dige schoonheid als een zonnestraal plotseling zijn bureau binnenkwam. Mijnheer De Verbrugge was juist in zijn gedachten met zijn dochter be zig, toen een bescheiden tikje op de deur Piëta aankondigde. „Bonjour, pa, al aan 'twerk? Wat beteekent dat ondeugend plooitje op uw voorhoofd? Dat staat u niets mooi. Heelemaal niet.*Wil ik 'twegzoenen?" zei ze lachend, terwijl zij als een kind haar arm 9m zijn hals sloeg, „Daaris 'tzoo goed?" hernam zij, zich een weinig verwijderend om het effect van haar optreden gade te slaan. De bankier glimlachte, terwijl hij met zijn hand streek over de gouden haren van het jonge meisje. „Hoe gaat het met moeder vanmor gen?" vroeg hij. „Zeer goed op 'toogenblik, ze slaapt geloof ik, en gij, lieve pa. hoe maakt gij het?" „Best, omdat mijn kleine Piëta bij mij is." Zij glimlachte. ..Pa, ik zou graag willen, dat u al die akelige paperassen eens liet rus ten en mij vergezeldet naar hetbosck. U werkt te veel, een uitstapje zal u goed doen." „Je vraagt niet, of Ik er den tijd voor heb. Ik heb wel wat anders te doen. Laat je gouvernante je verge zellen." Het jonge meisje liet pruilend haail lipje hangen. „Ach neen, juffrouw Agues houdt niet van paard rijden, ik wil haar niet lastig vallen. Ik wil met u uit, anders ga ik heelemaal niet." 'Zij ging naar het veris ter en lichtte het kanten rolgordijn op. „De hemel is zoo blauw, de lucht is zoo zuiver. Wat zou het toch goed doen te galoppeeren onder de hooge boomen' zei ze spijtig. Mijnheer De Verbrugge bekeek het bleeke gelaat van zijn dochter. „En dat zou een beetje kleur bran- gen op je bleeke wangen daar" zei hij liefderijk. „Kom, meisje, ga je amazo nen-kostuum aantrekken en kom dan terug. Ik zal voor dezen keer toege ven, maar 'tis voor 'tlaatst. Juffrouw Agjnes moet maar leeren paardrijden."' De oogen van Piëta straalden van blijdschap. „Alsof alle juffrouwen ter wereld in staat waren slechts één oogenblik de plaat® in te nemen van mijn lieven „kleinen papa" antwoordde ztf la* chend. Daarna ging zij heel ernstig voortr „U doodt u zelf met zoo te werken. Dat maakt me zoo bedroefd. Ik bid u* neem toch een besluit om een secreta ris te nemen. Al lang had Ik gewild^ dat u iemand hadt, die u bil kon staan."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5