WAT DE BLADEN ZEGGEN.
NÏEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 17 DECEMBER 1926
TWEEDE BLAD.
Valsche voorlichting.
In de laatste weken, schrijft de N e-
derlander, loopt door de beweging
tegen het tractaat met ^België een val
sche draad, die ons volk oneer aan
doet en die verzwakkend werkt op
hen, naar wier overtuiging, de aan
vaarding van dit tractaat inderdaad
eene bedreiging zou zijn van levensbe
langen van het Nederlandsche volk.
Wij hebben het oog op de bewering
het eerst uitgesproken, voor zoover
wij weten, door Ds. Lingbeek, en nu
weder voorkomend in een adres van
den oud-hoogleeraar der Landbouw
hogeschool, professor Valckenier Su-
ringar, dat „Rome hierbij waarschijn
lijk een rol zal spelen".
Alleen reeds het feit, dat de heeren
van Wijnbergen en van Vuuren, twee
trouwe vrome Roomsch-katholieken,
hunne stem aan het tractaat onthiel
den, moest voldoende zijn, om deze le
gende terug te dringen; maar voorts
bestaat ook niet de minste aanwijzing
voor het onderstellen van eenig
Roomsch belang, dat tot aanneming
van het tractaat zou dringen.
De meeste inwoners van Noord-
Brabant en Limburg zijn roomsch en
juist deze twee provinciën verwach
ten wel eenig voordeel van den danleg
der nieuwe kanalen eene verwach
ting,, die er toe kan bijdragen, dat zij,
en hunne vrienden en verwanten be
noorden den Moerdijk, de bezwaren
tegen het tractaat te licht inzien. Dit
alles is mogelijk en begrijpelijk. Maar
dat bedoelden niet degenen, die hier
spreken van „een Roomsch gevaar".
Zij doelen op iets geheimzinnigs, dat
niet uitgesproken kan worden, dat
niet klaar kon worden waargenomen
een geheime macht, die rondwaart
en zich oplegt en waaraan zelfs de
volksvertegenwoordigers zich niet
zouden kunnen onttrekken.
Zulk een voorstelling is afkeurens
waardig. Zij doet kwaad. Niet alleen
ondermijnt zulk gepraat het vertrou
wen in Regeering en Volksvertegen
woordiging, die niet trouw en vrij zou
den beslissen, maar buigen zouden
voor een ongrijpbare vreemde kracht
maar dit geheimzinnig gedoe ver
zwakt de waarde van den strijd tegen
het tractaat en bevordert godsdienst
haat en burgertwist.
Indien protestanten beweren, dat bij
het tractaat een Roomsch belang be
trokken is, dat de Roomschen doet
vóórstemmen dan hebben pok de
Roomschen recht tot hunne reeds uit
gesproken onderstelling dat anti-pa-
pisme de drijfveer zou zijn van hen.
die zich tegen het tractaat verklaren.
Beide booze gedachten onderstellen
een zóó groote diepte van Kerklicfde
en geloofshaat, dat zelfs nationaal be
lang, als de beslissing over dit trac
taat, beheerscht zou worden door mo
tieven, volkomen vreemd aan het be
lang, dat om eene beslissing vraagt.
Wij kunnen niet genoeg waarschu
wen tegen het hechten van geloof aan
dergelijke inblazingen.'
Het is menschel ijk, als men zelf fel
is ingenomen tegen eenig plan, dat
men niet goed kan begrijpen hoe an
dere menschen (die toch niet krank
zinnig zijn) voorstanders kunnen zijn
van dit plan. En in zijn onvermogen,
om te begrijpen, geeft men dan maar
voet aan allerlei wonderlijke achter
docht, die alle nuchterheid ten spijt,
de onderlinge verhoudingen bedcr't
en oorzaak wordt van onjuiste beoor
deeling der zaken en van verlies van
alle vertrouwen in de menschen.
Mogen zij, die de schuld dragen van
deze valsche voorstelling, hunne hou
ding herzien en zich bekeeren!
De leertijd.
Telkens weer blijkt ons, zoo lezen
wij in Patrimonium, dat er eenig
misverstand heerscht omtrent den in
houd van de Leerplichtwet.
De wet kent een zevenjarige leerver
plichting. Om financieele redenen is
evenwel tot 1930 de invoering van het'
verplichte zevende leerjaar opge
schort. Wie thans het pleit voert voor
een zevenjarige leerverplichting dringt
niet aan op iets nieuws, op verscher
ping van het z.g.n. „leerdwang", neen,
hij staat geheel op de basis van de gel
dende wet.
Wij hebben tegen de leerplichtwet,
geen principieele bezwaren, nu de ge-'
lijkstelling is verkregen en de ouders
werkelijk vrij zijn in de keuze van de
school. Bovendien kan de vraag, of er
moet zijn een zes- dan wel een zeven
jarige leerverplichting, nooit van priir-
cipieelen aard zijn.
De meeste ouders zullen van het be
staan der Leerplichtwet weinig mer
ken. Ook hier geldt, dat de wet er
vooral is voor de „kwaden", voor de
genen die niet kunnen of willen zorg
dragen, dat hun kinderen behoorlijk
onderwijs ontvangen.
Wij verheugen er ons over, dat he.t
verplicht zevende leerjaar heel spoe
dig en de zeven-jarige leerverplichting
in elk geval nog wel in deze parlemen
taire periode ingevoerd zal wrden. De
financieele toestand is stellig nog
veel minder gunstig dan sommigen
denken. Maar de invoering eener ze
ven-jarige leerverplichting kost slechts
een bescheiden bedrag.
Men moet bij deze kwestie rekenen
met de omstandigheid, dat, de Arbeids
wet aan kinderen beneden de 14 jaar
arbeid verbiedt. Bij een 7-jarigen leer
plicht is er nog geen volkomen over
eenstemming tusschen Leerplicht- en
Arbeidswet. Maar in de practijk zal
het hiaat toch niet groot zijn. Vele
kinderen zullen op hun dertien den ver
jaardag nog niet de zeven klassen
hebben doorloopen. Bovendien kunnen
ook nog andere middelen worden toe
gepast, om de klove te overbruggen.
In de Kamer werd onzerzijds ook op
het buitenland gewezen. In Duitsch
land, in Zwitserland en in Engeland
is de verplichte leertijd langer dan ten
onzent. Al is het mogelijk, dat men
daar eenigszins mild is met de toepas
sing, gezorgd moet'toch dat straks on
ze arbeids jeugd niet achteraan komt.
Ten overvloede worde er nog aan
herinnerd, dat de Leerplichtwet niet
degenen, die op hun 12de jaar bijv.
naar een Nijverheidsschool willen
gaan, zal verplichten tot het volgen
van het 7de leerjaar.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV KERK.
Beroepen; Te Borger: J. Dik-
buom te Schiermonnikoog. Te Mid-
wolde en Leek: A. Veldkamp, te Dong-
jum.
Aangenomen: naar Feijenoord:
G. B. Westenburg, te Beverwijk.
WAALSCHE GEMEENTEN.
Aangenomen: Naar Delft: G. U.
P. A. Forget, cand. te Parijs.
GEREI- KERKEN
Bedankt: Voor Schoonerwoerd: G.
van Heiningen, te Ter Aar.
BEROEPINGSWERK.
De Kerkeraad der Herv. Gemeente
te Maartensdijk (U.), heeft thans vol
daan aan den aanslag van den Raad
van Beheer en kan nu ook tot het be
roepen van een predikant overgaan.
De gemeente is sinds Mei 1923 vacant.
NED. HERV. GEM. TE ROTTERDAM.
Op een vergadering van de besturen
der kerkelijke kiesvereenigingen „Cal-
vijn", „Evangelie en Belijdenis" en
..Gemeentebelang" te Rotterdam is vol
gens het orgaan „Gemeentebelang"
een voorloopige overeenkomst getee-
kend op den grondslag van een door
de ledenvergadering van deze drie
vereenigingen aangenomen gezamen
lijk voorstel, dat" in hoofdzaak in
houdt:
wederzijdsche erkenning eu eerbie
diging van elkanders zelfstandigheid;
het aantal leden van den keikeraad
voor de helft te doen bestaan uit per
sonen aan te wijzen door de vereeni-
ging „Evangelie en Belijdenis" en de
andere helft door Gemeentebelang1
deze verhouding eveneens te doen
gelden voor de bezetting van de plaat
sen van gemachtigden in het Kiescol
lege waarbij dan de aanwijzing ge
schiedt, door de Vereenigingen „Cal-
vijn" en „Gemeentebelang" echter met
dien verstande,
dat geen personen voorgesteld wor
den, die niet instemmen met samen
werking als hier bedoeld,
dat gerekend over 18 predikants
plaatsen er 8 vervuld zullen worden
door predikanten van ethische rich
ting, 6 door predikanten van confes-
sioneele richting en 3 door predikan
ten van den Geref. Bond, terwijl de
overblijvende plaats het eerst toege
wezen zal worden aan den Geref. Bond
en wanneer deze plaats dan weer open
komt, zal zij vervuld worden door een
.predikant van ethische richting en
blijft zoo steeds tusschen beide ge
noemde partijen wisselen. Nu eens
zullen er dus 4 predikanten van den
Geref. Bond en 8 van ethische richting
zijn dan weer 9 ethischen en 3 geref.
De binnen afzienbaren tijd te stich
ten 18e predikantsplaats en de eerst
volgende „confessioneele" vacature
zullen worden vervuld door predikan
ten van ethische richting.
De duur van het compromis werd
bepaald op 10 jaar.
DE GEREF. KERK VAN BRUSSEL.
De Geref. Kerk van Brussel verkeert
in moeilijke financieele omstandighe
den, schrijft de Standaard. In April
van dit jaar heeft deze kleineKerk in
de onmiddellijke nabijheid van het
thans gehuurde kerkzaaltje een stuk
bouwterrein van de stad Brussel ge
kocht, voor een waarde van circa
26.000. De voorwaarde werd aan de
zen koop verbonden, dat de Kerk vóór
1 October 1927 in aanbouw zou zijn. In
geval deze voorwaarde niet wordt na
gekomen, komt het terrein weer aan
de stad, natuürlijk met een aanzien
lijk verlies voor den kooper.
Vooral op grond van het feit, dat dit
terrein het eenig beschikbare was in
het midden der stad en juist te beta
len heeft de Kerk onder den drang der
omstandigheden in het besef: nu of
nooit, het aangedurfd tot den aankoop
over te gaan, aangemoedigd ook door
het edelmoedig aanbod van den heer
Tjeerd Kuipers om haar als architect
kosteloos bij te staan.
De val van den Belgischen frank
maakt den toestand der Gemeente zóó
hachelijk, dat ondanks herhaalde ver
hooging het leeraarstractement ver be
lieden 't laagste candidaatsinkomen is
en de predikant zich steeds tevreden
heeft moeten stellen met belangrijk
hetwelk hij vroeger in Nederland ge
noot. Wel een bewijs welk een legende
neden het laagste candidaatsinkomen
het is, dat de Kerk van Brussel rijk is
en zich wel redden kan. Omdat zij af
doende hulp noodig heeft, richt zij
zich thans weer met een circulaire tot
de Geref. Kerken in Nederland Het is
een noodkreet. De gemeente geeft naar
vermogen. Van de broeders en zusters
in Nederland wordt thans hulp ver
wacht. Het adres is: N.V. Rotterdain-
sche Boazbank te Rotterdam, postre
kening 29.565, met bijschrift: Voor
Erussels Kerkbouw.
KERKBOUW.
Door den Kerkeiiaad der Ned. Herv.
Gemeente te Borne (O.), is de benoo-
digde grond aangekocht voor den bouw
van een 'tweede kerk.
De Kerkeraad ontving dezer dagen
voor dit doel van het Evangelisatie
comité aldaar een gift van 100.
BEGRAFENIS Ds. R .MULDER.
Gistermiddag werd op de algemee-
ne begraafplaats aan de Kleverlaan te
Haarlem ter aarde besteld het stoffe
lijk overschot van Ds. R. Mulder, em.-
predikant bij de Geref. Kerk te Haar
lem. Voor deze plechtigheid bestond
groote belangstelling.
Onder de aanwezigen was do volle
dige kerkeraad der Geref. Kerk van
Haarlem en het Haarlemsche Raads
lid, de heer Wolzak.
De kist werd do.»r ouderlingen naar
het familiegraf gedragen. Eenige dia
kenen fungeerden als slippendragers.
Toen de kist in de groeve was neerge
laten, trad als eerste, spreker naar vo
ren Ds. J. W. Siertseima van Haar
lem, die een treffende lijkrede hield.
Aan het slot van zijn rede verzocht hij
te zingen Psalm 111 5.
Ds. P. A. Groenewegen, uit Haliweg,
sprak namens de classis. Hij roemde
vooral het zegenrijke werk van DS.
Mulder in de vergaderingen der clas
sis.
Ds. Mulder uit Leeuwarden, een zoon
van den overledene, dankte namens
de familie voor de betoonde belangstel
stelling.
ZENDING.
Zuster Nieuwenhuizen, die voor de
benoeming tot verpleegster in het Zen
dingshospitaal te Poerworedjo had be
dankt is daarop terug gekomen en zal
toch derwaarts vertrekken.
Mej. A. J. Vellenga te Wolfheze is
benoemd tot verpleegster in het Me
disch Zendingswerk op Soemba.
De heeren W. Vermolen en J. in
't Veld, beiden onderwijzer aan de
Kweekschool te Solo, komen volgend
jaar met verlof naar Nederland.
HET ZENDINGSWERK DER BROE
DERGEMEENTE.
De Zendingsmedewerker van het Hbl.
sohrjjft:
Al meer is de aandacht erop gevestigd
dat geen Zendingscorporatie zoozeer on
der ae gevolgen van den wereHoorloc
geleden heeft dan de Broedergemeente
Zjj is een internationale organisatie met
drie vertakkingen: Duitschland met
Hernnhut als middelpunt, Engeland en%
Amerika.
In vroeger paren werden de zendings-
aangelegenheden alleen op de internati
onale synodes behandeld. Sedert 1914
kon ecHter geen algemeene synode ge
houden worden; men was gedwongen de
eenheid der Zendingsleiding op te geven
en de Zendingsterreinen onder de drie
groepen te verdeelen.
De Engelsche Broedergemeente zorgt
thans voor Labrador, de Himalaya, Un-
jamwesi, en het diaconessenwerk te Je
ruzalem; in totaal voor 59 zendelingen.
De Amerikaansche Broedergemeente
zorgt voor Alaska, Californië, en Nica
ragua, in totaal voor 22 zendelingen.
Bljjft voor Herrnhut in Duitschland
de zorg voor het werk in Z.W. Afrika,
Z.O. Afrika en Suriname, in totaal 68
zendelingen.
Uit de cijfers ziet men al, dat Duitsch
land, dat economisch het zwakst staat,
het grootste aandeel behield,
f Het ongewenscht gevolg der verdee
ling is, dat de eenheid van leiding is
verloren gegaan. De eene corporatie is
tot die geworden, die zelfstandig haar
zaken behandelen. Langzamerhand be
zetten zij haar terreinen met menschen
van haar eigen nationaliteit. Dit directe
contact bevordert de belangstelling in
Engeland en Amerika, maar het is niet
zonder schade voor Herrnhut, dat vroe-
fer het centrale punt was. Voor Herrn-
ut, dat niet als andere zendingscorpo
raties een bepaald deel van Duitschland
als voedingsbodem heeft, dreigt de last
te zwaar te worden. Van het aantal
Zendelingen der Broedergemeente is on
geveer 60 pet. van Duitsche nationali
teit. Komen zq op den pensioensleeftijd,
dan trekken zp naar Duitschland terug
en komen daar ten laste van Herrnhut,
ook al ligt hun arbeidsveld in Engelsche
of Amerikaansche Zendingsgebiedeu.
Ook de kinderen, die in Duitschland
hun opvoeding krijgen, zijn daar ten las
te van Herrnhut. in vroeger tijd werd
daarop niet gelet, maar nu wórdt het
terdege gevoeld als ongelijkmatige ver
deeling van lasten. Maar'wat voor de
Herrnnutters erger is: er dreigen feite
lp drie Broed erkerken te komen, die
wel federatief kunnen samenwerken,
maar die langzamerhand een verschil
lend stempel Krijgen. Vandaar dat er
een sterke begeerte is om spoedig een
internationale synode samen te roepen
Het wachten is op de toestemming van
Engeland.
Het is in Duitschland een betrekkelijk
kleinen kring, die den breeden Zendings
arbeid der Broedergemeente draagt.
Dank zij de sympathie, waarin de be
scheiden Broedergemeente zich mag ver
heugen, komen van alle kanten de bij
dragen, maar tot nu toe kon deze vrij
willige hulp niet voldoende georgani
seerd worden.
Merkwaardig is, dat de Duitsche zen
dingscorporaties het besluit hebben ge
nomen, om jaarljjks van haar inkom
sten één procent af te staan ,aan de
Broedergemeente, opdat deze haar ar
beid in Nyassaland zou kunnen her
vatten. In dit verband mogen wij er
ook aan herinneren, dat de samenwer
kende zendingscorporaties hier te lande
jaarlijks f 25.000 voor het werk in Su
riname opbrengen, ruim drie procent
van haar inkomsten. Dit bedrag wordt
gevoegd bij de 35.000 gld. welke het Zeis
ter Zendingsgenootschap zelf reeds in
Nederland inzamelt. Door de directie te
Herrnhut is al eens de vraag gedaan,
of Nederland bereid zou zijn het gehee-
le werk onder de negerbevolking van
Suriname over te nemen, maar een anV
woord op die vraag kon nog niet wordeifl
gegeven.
Wie de bijzondere verdiensten der
Broedergemeente voor de Zending e*
kent, zal beseffen, hoe noodig het ia
voor deze buitengewone moeilijkheden
een oplossing .te vinden. J
BINNENLAND.
MINISTER VAN KARNEBEEK TE
BERN.
De Federale Raad van de Zwitser-
sche republiek gaf gisteren te Bern
een lunch ter eere van Minister Van'
Karnebeek. De voorzitter en verschel
dene leden van den Raad namen er.
aan deel, evenals de heer Doude van
Troostwijk, onze gezant te Bern.
HET BELGISCH TRACTAAT.
In antwoord op een vraag van mr*
Adriaanse hebben Ged. Staten van
Zeeland aan de Prov. Staten medege*
deeld, dat zij steeds gestaan hebben en
nog staan op bet standpunt, dat aan
neming van het Belgisch verdrag in
den huigen vorm in strijd is met de be
langen der provincie Zeeland, in bet
bijzonder met het oog op de waters
staats-onderwerpen en daarom zeer to
betreuren zou zijn.
GIFT VAN H. M. DE KONINGIN- S
MOEDER.
Door bet hoofdbestuur van het sa
natorium voor weinig vermogende
Nederlandsche longlijders te Davos,
werd namens H. M. de Koningin-Moe
der, ten behoeve van dit werk een gift
ontvangen.
MARITIEME TOERUSTING VAN
BELGIë.
Op de vraag van den heer Staalman
betreffende een voornemen tot mari-i
tieme toerusting van België, beeft de
heer Van Karnebeek, minister van
Buitenlandsche zaken, geantwoord, dat
het persbericht, volgens hetwelk BeL
gië het voornemen zou hebben, zich!
maritiem te gaan toerusten, met ge-»
bruikmaking van de in 1924 opge«
maakte plannen voor den bouw van
breede monitors met zeer zware ka-»
nonnen, reeds van officieel Belgische
zijde op de meest stellige wijze tegen-i
gesproken is.
VOOR WERKZOEKENDEN.
Aangezien, blijkens inlichtingen,
onderscheidene werkgelegenheden
(grondwerken), welke in België thans
in uitvoering zijn, gedurende den win
ter worden ingekrompen is het, naai;
de meening van den directeur van den
Rijksdienst der Werkloosheidsverze
kering en Arbeidsbemiddeling, van be
lang voor hen, die voornemens zijn
naar België te gaan om aldaar werk'
te zoeken, eerst inlichtingen in te win-
nen bij bet orgaan der openbare ar-»
beidsbemiddeling in hun woonplaats*
KON. INSTITUUT VAN INGENIEURS.
De afdeeling voor Bouw- en Water
bouwkunde beeft te Amsterdam on-»
der leiding van prof. ir. N. C. Kist een'
ledenvergadering gehouden.
Ter vervanging van de bestuursle-»
den ir. J. Groenveld de Kater en ir. J<
W. Thierry, aftredend en niet herkies
baar, zijn als zoodanig gekozen irs. J;
W. Maas en L. J. A. Bergansius.
Vervolgens beeft de technische ad«
viseur der Ned. Handel-Maatschappij,
de heer J. J. J. de Bruyn, reserve-lui
tenant-kolonel der Genie, mededeelin-»
gen gedaan omtrent het nieuwe ge-»
bouw der Nederlandsche Handel-
Maatschappij te Amsterdam.
Na deze door vele lichtbeelden toe
gelichte inleiding hebben de talrijke
aanwezigen onder leiding van de hee*
ren De Bruyn. Van Gendt en Van de
Linde het gebouw bezichtigd.
DE PASPOORTEN.
Naar „Het Volk" verneemt, wordti
er aan het Departement van Buiten
landsche Zaken druk gearbeid om
maatregelen te treffen omtrent de vooi:
genomen verlaging der kosten voor,
passen.
Het zal echter nog wel voorjaar 1927j
worden, voordat deze kwestie haar be
slag gekregen zal hebben. De prijs:
voor paspoorten zal 1.50 bedragen
en de geldigheidsduur tot 2 jaar wor
den verlengd.
FEUILLETON.
Opoffering beloond.
19)
En de jonge gezant zelf heeft hoof-
sche manieren, hetzij hij zijn Arabi
sche merrie bestijgt, hetzij hij, met
schitterenden rok en fonkelend oog, in
zijn Victoria rijdt over den weg, met
reusachtige mimosa's bezet, die naar
Gézireh leidt, het Egyptische Long-
champs.
Kees besteedt zijn vrije uren om alle
mogelijke afleidingen na te loopan,
die de Egyptische hoofdstad aan hare
vreemdelingen aanbiedt. Alles lokt
hem, alles trekt hem aan, zoowel de
schilderachtige, bonte menigte man
nen en vrouwen van bijna alle men-
schelijke rassen, die wemelt tusschen
de metalen leeuwen, die de Nijlbrug
beschermen, in het tooverachtige Oos
telijk zonlicht; als de weelderige ave
nue, de verzamelplaats van de fijne
aristocratie, die zich uitstrekt langs
dp. rivier als een groen lint, gesierd
met trossen goud.
En terwijl hij zoo zijn dagen ver
morst. terwijl hij het grootste gedeelte
van zijn nachten doorbrengt met di
ners en bals, gegeven door de hooge
ambtenaren en de nabobs van de stad,
of met het whist- of cabaret-spel,
soms winnende door het grillige ïot,
dan weer veel meer verliezend d*n hii
den vorigen dag gewonnen had, heeft
liet leven in het huis van de familie
De Verbrugge weer oogenschijnlijk
zijn gewone vormen aangenomen.
Oogenschijnlijk!Want in werke
lijkheid is dat leven veel zwaarder,
veel lastiger geworden voor Piëta, op
wie haast alleen de plicht ten deel ge
vallen is te zorgen voor haar moeder.,
Mevrouw De Verbrugge is sedert liet
vertrek van haar zoon een volslagen
zenuwlijderes geworden, een ondraag
lijke last bijna voor allen die haar
omgeven.
Soms smelt zij in tranen, uren lang,
zonder dat iets haar tranenloop stui
ten kan; of zij brengt het grootste ge
deelte van. den dag door weeklagende,
met vermoeid neerhangende armen en
somberen blik.
„Men heeft mij gedood, dooi' mij van
mijn zoon te scheiden, ik zal hem niet
meer terug zien, ik voel mij stervende.
O, wat ben ik ongelukkig."
Mevrouw De Verbrugge gaf zoo aan
haar smart den vrijen loop.
Dan was het een gedraaf naar de»
verschillende magazijnen en mode-win
kels, allerlei plannen werdén gemaakt
om het huisraad in de salons te ver
nieuwen, om de monteering van haar
diamanten te veranderen.
Denkt u, dat dit. schilderij aan uw
broer bevallen zal?Kijk eens,hoe
mooi dat brons zal staan in zijn werk
kamer of in zijn salon Lodewijk XV."
En elk oogenhlik werden qd bevel
van mevrouw De Verbrugge de kost
baarste snuisterijen, schilderijen en
bronzen kunstvoorwerpen van Parijs
naar Cairo verzonden.
„Als de dokter me van. den winter
van Parijs naar Cairo stuurt, dan be
grijp je wel, Piëta, dat alles in orde
moet wezen. Ik wil dat Kees trotsch
is op zijn moeder, als hij mij aan zijn
vrienden voorstelt."
Het jonge meisje leende zich gewil
lig aan al de grillen van haar moe
der. Eiken dag openbaarde zich in
haar een schat van toewijding en tee-
derheid, die onuitputtelijk bleek. Zij
was de ziel van de familie, de zon van
den huiselijken haard. Niemand had
kunnen vermoeden, als hij dat zwak
ke, kleine bevallige schepseltje zag,
welk een schat van wilskracht en
glimlachende energie in haar verscho
len lag.
De bankier, die zijn huis zou willen
ontvluchten, om bevrijd te worden
van de klachten en de lamentatie's
altijd dezelfde die zijn vrouw hem
deed hooren, werd steeds teruggehou
den door den opgeruimden glimlach
van Piëta. Met dubbele scherpzinnig
heid tengevolge van haar kinderlijke
liefde en haar vrouwelijke natuur,
had het jonge meisje de tweedracht
voorzien, die de houding harer moe
der 111 de familie brengen kon en daar
om verdubbelde zij haar pogingen om
het gevaar te keeren.
Zij overwon de zwakheid barer moe
der dioor haai* krachtigen wil. door de
beschermende liefde waarmee zij haar
omringde, en zij was onweerstaanbaar
voor haar vader, als zij in haar jeug
dige schoonheid als een zonnestraal
plotseling zijn bureau binnenkwam.
Mijnheer De Verbrugge was juist
in zijn gedachten met zijn dochter be
zig, toen een bescheiden tikje op de
deur Piëta aankondigde.
„Bonjour, pa, al aan 'twerk? Wat
beteekent dat ondeugend plooitje op
uw voorhoofd? Dat staat u niets mooi.
Heelemaal niet.*Wil ik 'twegzoenen?"
zei ze lachend, terwijl zij als een kind
haar arm 9m zijn hals sloeg,
„Daaris 'tzoo goed?" hernam
zij, zich een weinig verwijderend om
het effect van haar optreden gade te
slaan.
De bankier glimlachte, terwijl hij
met zijn hand streek over de gouden
haren van het jonge meisje.
„Hoe gaat het met moeder vanmor
gen?" vroeg hij.
„Zeer goed op 'toogenblik, ze slaapt
geloof ik, en gij, lieve pa. hoe maakt
gij het?"
„Best, omdat mijn kleine Piëta bij
mij is." Zij glimlachte.
..Pa, ik zou graag willen, dat u al
die akelige paperassen eens liet rus
ten en mij vergezeldet naar hetbosck.
U werkt te veel, een uitstapje zal u
goed doen."
„Je vraagt niet, of Ik er den tijd
voor heb. Ik heb wel wat anders te
doen. Laat je gouvernante je verge
zellen."
Het jonge meisje liet pruilend haail
lipje hangen.
„Ach neen, juffrouw Agues houdt
niet van paard rijden, ik wil haar niet
lastig vallen. Ik wil met u uit, anders
ga ik heelemaal niet."
'Zij ging naar het veris ter en lichtte
het kanten rolgordijn op.
„De hemel is zoo blauw, de lucht
is zoo zuiver. Wat zou het toch goed
doen te galoppeeren onder de hooge
boomen' zei ze spijtig.
Mijnheer De Verbrugge bekeek het
bleeke gelaat van zijn dochter.
„En dat zou een beetje kleur bran-
gen op je bleeke wangen daar" zei hij
liefderijk. „Kom, meisje, ga je amazo
nen-kostuum aantrekken en kom dan
terug. Ik zal voor dezen keer toege
ven, maar 'tis voor 'tlaatst. Juffrouw
Agjnes moet maar leeren paardrijden."'
De oogen van Piëta straalden van
blijdschap.
„Alsof alle juffrouwen ter wereld in
staat waren slechts één oogenblik de
plaat® in te nemen van mijn lieven
„kleinen papa" antwoordde ztf la*
chend.
Daarna ging zij heel ernstig voortr
„U doodt u zelf met zoo te werken.
Dat maakt me zoo bedroefd. Ik bid u*
neem toch een besluit om een secreta
ris te nemen. Al lang had Ik gewild^
dat u iemand hadt, die u bil kon
staan."