Oit nummer heslaai uil TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
7d* JAARGANG
DINSDAG 14 OCCEMBER 1926
NUMMER 2002
COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waai agenten gevestigd zijn
Per kwartaali 2.50
Pet week .1 0.19
Franco per poet per kwartaal I 2.90
De taak van Lou de Visser
In 't Haagsche Volk vonden wij hot
volgende:
De „Tribune" meldt, dat te Moskou
in een ziting van de Exekutieve der
Kommunistische Internationale de
Tsjecho Slowaaksche afgevaardigden
Smeral een feilen aanval heeft gedaan
op de Hollandsche kommunistische
partii. wegens haar groote fouten in
zake den Javaanschen opstand, dien
zij slechts als een gevolg van provo-
katie had gezien, terwijl zij ijverde
voor een koninklijke kommissie
van onderzoek en de leuze: „Indië los
van Bolland" losliet, alles wijzende op
„een gevaarlijke rechtscha tenaenz\
Dat ziet er leelijk uit voor Loutje,
al kreeg hij ook volgens de „Tribune"
applaus op zijn belofte, dat hij „voor
de zaak van Indonesië zou vechten
met alle middelen." Immers Smeral
zelf is één der meest rechtsche ele
menten van d© Komintern en als die
nu zelfs Loutje te rechtsch vindt, ont
staat er alle kans, dat ons kommu-
nistisch Kamerlid, na Wijnkoop en
Ravesteyn als te rechtsch weggewerkt
te hebben, zelf ook als te rechtsch
van hunne plaats weggeintrigeerd zal
worden. Liefhebbers genoeg! En wie
weet of Smeral niet door Daaf en Raaf
ingelicht is, zooals Moskou vroeger
door Loutje c.s. ingelicht was omtrent
hun rechtsche Indische afdwalingen,
die hun het parlementaire leven kost
ten. Wie goed doet, goed ontmoet.
Nu kan ons deze Socialistisch-Com-
munistische ruzie absoluut onbewo
gen laten. Noch de jalouzie onder de
Communisten en het onderling been
tje lichten, noch de hatelijke smeer
van het Volk, vermag ons te verma
ken of t& ontroeren.
Maar wel iets anders.
De Tribune vermeldt objectief
dus het zal wel waar zijn dat een
afgevaardigde van Tsjecho-Slowakië
aan de Hollandsche Communisten ver
wijten doet. Nu is het een feit dat ie
mand het recht mist een ander ver
wijten te doen over tekortkomingen
in een of ander, wanneer niet die an
der een taak had te vervullen, hetzij
dan een taak vrijwillig op zich geno
men, hetzij hem opgelegd. Die regel
zal "ook onder Communisten nog wel
gelden. Daaruit moeten we dus con-
cludeeren dat Lou de Visser een taak
had, die hij en zijn Hollandsche par-
tijgenooten niet behoorlijk hebben vol
bracht naar het oordeel van Mijnheer
Smeral.
Maar meer verbaasd en ontroerd
zijn wij als we letten op de taak, die
dan op de schouders van den heer de
Visser en de zijnen heeft gerust. Hij
heeft le. het voorgesteld alsof de op
stand op Java was voortgekomen uit
provocatie, 2. een koninklijke commis
sie van onderzoek gevraagd en 3e. de
leuze: „Indië los van Nederland" los
gelaten.
Herinneren wij ons goed, dan heeft
de lieer de Visser in de Kamer in
derdaad gezegd, dat de opstand het ge*
volg was van het provoceerend optre
den van de Regeering, heeft hij inder
daad gevraagd om naar die, volgens
hem, ware oorzaak een onderzoek in
te stellen. Heeft hij ook gezegd, dat
het voojloopig nog wel niet mogelijk
zou zijn Indië volledige zelfstandig
heid te geVen.
Daartegenover zou zijn taak zijn ge
weest. Ja wat? Het staat er niet. Maar
het volgt er uit. Is de opstand niet het
gevolg van provocatie van de zijde
der Regeering. dan is het een nationa
le drang naar vrijwordirs. of een com
munistisch complot. Dat het geen
drang naar vrijwording van het volk
was, is nu reeds voldoende gebleken;
blijft dan de eenice slotsom een com
munistisch complot.
Het onderzoek had niet mogen ge
vraagd worden. Waarom niet? Kon
daaruit misschien blijken de internati
onale opzet?
Ten derde, de leuze: Indië los van
Nederland mocht niet zijn losgelaten.
Dat wil dus zeggen, dat Nederland
van heden af Indië aan zichzelf moet
overlaten. D.w.z. dat Indië morden
aan den dag aan de inwendige revolu
tie zal zijn overigegeven en met één
slag onze politiek van jaren is wegge
vaagd, dat van een ouvoeding tot een
hooier cultuurpeil niets meer zal ko
men.
De taak van de Nederlandsche Com
munisten zou geweest zijn geweldda
dig ontreden, daarbij althans leiding
geven. Dat zou ook kunnen volgen uit
min of meer plechtige belofte van
den heer de Visser dat hii voor de
*"ak vsn Tn^onesië zal vech'en met
alle middelen.
BUREAU: Hooigracht 35
Leiden
TeL 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
Wij weten van nu voortaan dat wan
neer in Indië de Communisten een
moordplan beramen, de Nederland
sche Communisten daarin de hand
hebben of volgens -het oordeel van hun
bnitenlandsche partijgenooten moes
ten hebben.
Is het geen taak van ouze Regee-
rmg om te onderzoeken of de Neder
landsche Communisten zich ook
schuldig maken aan overtredingen
genoemd in art. 97 a van ons Wetboek
van Strafrecht?
Wat baat de inteTneering in Indië,
als men in Holland straffeloos tot
nieuwe revolutie mag aanstoken?
STADSNIEUWS.
HAARLEMSCHE ORKEST.
VEREENIGING.
De Haarlemsche Orkest-vereeniging
kwam ditmaal weer uit met een zeer
sympathiek programma, dat een
stampvolle zaal had getrokken. De
aanwezigen hebben buitengewoon ge
noten.
Voor de pauze Haydn, diens zesde
Symphonie in G gr. terts, de z.g. „Pau
kenschlag."
Reeds in het inleidend Adagio-can
tabile trof het friscfa en vriendelijk
karakter van dit werk. Het is muziek
zonder veel diepte, maar ze is zonnig,
bijwijlen geestig en bekoort door de
pastorale stemming. Een allervriende
lijkst Andante volgt; geen spoor van
droef berusten zooals in Beethovens
Andentes en Adagio's vindt men hier
in. 't Is eer een sta'ige danswijs tel
kens gevarieerd, en herinnert er aan
dat de Symphonie in oorsprong dans
muziek is, al was ze dit in Bavdns
dagen allang niet meer. Allergezel
ligst is het thema gevarieerd, zeld
zaam boeiend. Het vloeit alles zoo van
zelf en men krijgt zoo den indruk,
dat Haydn dit alles zonder eenige
moeite heeft geschreven, trewijl het
orkest Haydn op even argelooze en
'vanzelfsprekende wijze "vertolkte.
Innig melodieus is het nu volgend
Allegro molto, naar den vorm een echt
18de eeuwsch menuet, terwijl de slot-
satz een geestig karakter draagt, een
slot vol blijden humor.
Deze muziek „ligt" het Haarlemsch
orkest uitstekend en de dirigent heeft
er slag van de rhythmische fijnheden
luchtig en Sierlijk tot hun recht te
doen komen.
Het tweede werk was opnieuw van
Haydn, Concerto D. gr. terts voor vio
loncel met orkestbegeleiding. De in
leiding van het orkest plaatste ons
direct in een eenigszins andere sfeer
dan die van de symphonie. Deze mu
ziek is weemoediger, breeder van me
lodie, dieper van inhoud. Na de in
troductie van 't orkest valt de solist
in, de heer Carel van Leeuwen Boom
kamp, cellist van het concertgebouw
orkest te Amsterdam. Zijn spel boeit
weldra door nobele toonvormin.g en
beheersch'e techniek. De melodieën
van breeder allure worden door hem
met gratie voorgedragen. Weldra
bliikt het, dat dit werk hooge eischen
stelt aan den solist: er is passagespel,
en komen zuivere dubbelgrepen en no
bel klinkende flageolets. Het Adagio
valt op door zijn mooie melodische
lijn, waarbij de cellist zijn instrument
kan laten zingen.
In het slotallegro krijgen we meer
deti echten gemoedeliiken Haydn, die
met een eenvoudige melodie wonderen
doet. De begeleiding van 't orkest was
nee! mooi en paste zich uitstekend
aan bij het fraaie cellospel.
Na de pauze hoorden we Saint-
S°ërs. En wel eerst diens Suite A1-
gérienne" met den bijtitel „Impressi
ons pittoresoues d' un voyage en Al-
gérie", in den goeden zin programma
muziek. De componist geeft de indruk
ken. die een viertal reiservaringen on
hem gemaakt hebben. De Prélude „En
vue d' Algér" treft door het pianissimo
begin, dat heel. heel langzaam sterker
wordt en steeds kleuriger, 't Is of heel
vaag en ver de omtrekken van een
stad in den nevel zichtbaar zijn, maar
de nevel wijkt bij het naderbij komen,
de vormen worden omlijn der, kleuren
teekenen zich af steeds genrononceer-
der. Maar de echt Fransche smaak
behoedt Saint-Saëns voor een teveel.
Het blijft alles klaar en doorzichtig
onder een zuidelijken hemel.
Levendig en fijn rhythmisch is de
Rhapsodie Mauresque, waarin de slag
instrumenten als tambourijn, triangel,
naulcen een dankbare rol vervullen
Een gloedvol verhaal, bewogen .ge
passioneerd en toch ook weer prachtig
binnen de men* gehouden en
fiin. Een fijne Rêverie du Soir" volgt.
De Duitsche Romantici als Mendels
sohn, Weber en Schumann maken
zoo'n avonddroom wcr:ger, on ween
'ijker, geheimzinniger kraclv'en? hun
Germaansch karakter. Eeq Rêverie
van Saint-Saëns is klaatder, doorzich
tiger, maar daarom niet minder fijn.
Een pittig gespeelde Marche militai
re Frangais© besloot deze Suite.
Het slotnummer van dezen avond,
Saint-Saëns' Concerto No. 1 a kl. terts
voor violoncel en orkest kenmerkte
zich weer door het evenwichtige der
instrumentatie, den glans der uiter
lijke vormschoonheid, de sierlijke
rhyfhmiek. Een prachtige passage
herinneren we ons, waarin de cello
breed de melodie voert en de violen
in vlugge rhythmen met een tegen-
melodie begeleiden. En dan herinne
ren we ons de zeer moeilijke caden-
zen, welke de cellist onberispelijk uit
voerde. Gemakkelijk was diens taak
niet, maar hij kweet er zich loffelijk
van. Over 't geheel genomen een avond
van lichte muziek, gemakkelijk te vol
gen en te begrijpen maar toch echte
muziek.
Het overtalrijke publiek was zeer
dankbaar gestemd en huldigde op
enthousiaste wijze den heer Van Leeu
wen Boomkamp en den dirigent Ger-
harz, die het orkest in de hulde liet
deelen.
Er is met élan en op zeer beschaaf
de wijze gemusiceerd en de Haarlem
mers mogen volkomen tevreden ziin
HET RIJKSMUSEUM VAN OUDHE
DEN VOLTOOID.
De verbouwing en uitbreiding van
het Rijksmuseum voor Oudheden aan
het Rapenburg, waarmede men onge
veer 10 jaar geleden is begonnen na
dat het gebouw tal van jaren had ge
diend als museum voor Natuurlijke
Historie, dat sedert 191-4 «en nieuw
gebouw heeft gekregen in het Van der
Werfpark, is thans gereed gekomen.
Zooals bekend herbergt het Rijksmu
seum van Oudheden schatten uit de
Egyptische en de Grieksch-Romein-
sche oudheid, zooals maar weinig mu
sea ter wereld bezitten.
De oorsprong van het museum van
oudheden is te vinden in 1818 bij de
instelling van een professoraat in de
archaeologie aai. de Leidsche univer
siteit, bekleed door prof. Reuvens.
Van de Egyptische verzameling be
stond reeds een grondslag in de 17de
eeuw. waarvan nog stukken in het
museum aanwezig zijn. Deze verzame
ling werd uitgebreid door den aan
koop der collecties. De 1' Ecluse (1826),
Maria Cimba (1827), en vooral door
den aankoop van de collectie van
d' Anastasy, welke in 1828 werd ver
worven door toedoen van Humbert de
Superville. In 1902 schonk wijlen mr.
A. E. H. Goekoop de beroemde mas-
taba-kapel van AchaUhetep-her en de
verzameling Grieksch vaatwerk
stamt in hoofdzaak van- de reizen van
kolonel Kottiers in 1820—1826, alsme
de uit de aangekochte collectie van
Lucien Bonaparte in 1839. De grond
slag voor de verzameling van antiek
beeldhouwwerk werd gelegd door de
verzameling-Papenbroek, welke reeds
in 1743 aan de Leidsche universiteit
werd vermaakt. Gestadig werd ook in
den loop der vorige eeuw de geheele
klassieke afdeeilng door aankoop uit
gebreid. De zeer belangrijke Neder
landsche afdeeling (prae-historische
en Romeinsch-Germaansche oudhe
den) is hoofdzakelijk ontstaan door de
opgravingen van Reuvens te Arents
burgh en van Janssen te Wijk bij
Duurstede. Haar grootste uitbreiding
kreeg de verzameling echter door de
aanwinsten en opgravingen van den
jongs ten tijd.
Het museum bestaat thans uit vier
afdeelingen, De vroegste geschiedenis
van Europa, die van oud-Europa; de
afdeeling betrekking hebbende op de
beschaving en de kunst van den oua-
Griekschen en den oud-Romeinschen
tijd, enz. en die van het oude Egypte.
Door de verbouwing en uitbreiding
is het mogelijk geworden, dat men
thans een meer overzichtelijk geheel
heeft kunnen krijgen, wat niet anders
dan ten goede kan komen aan de ge
wone bezoekers. Voor wat de voorwer
pen van kunst betreft, heeft men er
voornamelijk 'naar gestreefd, dat de
opstelling voldoet aan de eischen van
elk kunstvoorwerp op zichzelf.
Voor hen, die met wetenschappelij
ke bedoelingen het museum wenschen
te bezichtigen, zijn naast elke afdee
ling een of meer zalen met studiever
zamelingen ingericht, welke op aan
vraag toegankelijk zijn. Ditzelfde is
.het geval met de studiecollectie van
gipsafgietsels naar klassieke sculptu
ren.
Het geheel doet thans uitkomen, dat
er met weinig geldelijke opoffering
veel is bereikt. Alle voorwerpen zijn
zoo opgesteld, dat zij voldoende zijn
belicht en na-ar behooren kunnen wor
clen aanschouwd. Wat de kostbaarhe-
den betreft, zooals gouden en zilve
ren sieraden, enz., deze zijn in vitri
nes, aan de ra -en bevesiigd, zoo aan
gpbvr cht, dai men zoolang mogelijk
van het daglicht kan profiteeren, dat
er overvloedig door de aangebrachte
schuine plankjes invalt. Opgemerkt
dient nog, dat, wat in de tentoonstel
lingszalen is opgesteld, slechts eau
deel der verzamelingen bevat. Door
alles voor het publiek ten toon te stel
len zou de overzichtelijkheid er onder
lijden.
Vanmiddag heeft in de gehoorzaal
van het museum de officieele opening
van het verbouwde museum plaats
gehad.
De minister van onderwijs, kunsten
en wetenschappen. Mr. Waszink, was
tengevolge van de behandeling der on
derwijsbegrooting in de Kamer tot zijn
leedwezen verhinderd tegenwoordig te
zijn.
Onder de talrijke aanwezigen waren
onder meer de president-curator der
Leidsche Universiteit en de burge
meester van Leiden, Jhr. Mr. de Gij-
selaar, de rector-magnificus der Leid
sche universiteit, prof. Meyers, tal
van hoogleeraren, museumdirecteuren
enz. Bij deze gelegenheid heeft de di
recteur, dr. J. H. Holwerd, een rede ge
houden, waarin hij de geschiedenis
van het museum sedert het van de
Breestraat naar het gebouw op het
Rapenburg werd overgebracht, uiteen
zette. Spr. zeide daarbij, dat in het
musuem de wetenschap niet de alleen
heerscher is, die met minachtend
schouderophalen neerziet op het pro-
fanum vulgus, maar de dienaar, de op
voeder, die trachten moet juist den
eenvoudige een oogenblik uit*het alle-
daagsche leven op te voeren tot een
voelen en begrijpen van menschelijke
beschaving, -tot een genieten van men
schelijke kunst, die niet meer pan on
zen tijd is.
Als spr. hierin niet de voornaamste
taak mocht zien, voor onze musea weg
gelegd, dan zou het de vraag zijn of
de staat wel gerechtigd was daaraan
zooveel ten koste te leggen. Maar on
verbreekbaar met die roeping verbon
den is de beteekenis der musea als
wetenschappelijke instelling, als insti
tuut voor onderzoek en studie.
Spr. geeft dan een beschrijving van
de nieuwe inrichting. In een reeks
van zalen, al naar de behoefte in groo-
tere en kleinere vertrekken verdeeld,
wordt de vroegste geschiedenis van
ons vaderland gedemonstreerd, van
de oudste steencultuur tot den Karo-
lingischen tijd. Uit het in dit opzicht
rijke museumbezit is daartoe een keu
ze gedaan van voorwerpen voor iedere
periode karakteristiek. Deze zalen zijn*
reeds eenige jaren voor het publiek
opengesteld. Thans zijn ook twee zeer
groote studiezalen toegankelijk ge
steld, waarin de massa onzer Neder
landsche vondsten zoo is onderge
bracht, dat de studeerende daarin on
middellijk zijn weg z^l weten te vin
den. Verder wees spr. op de nieuw ge
opende afdeeling Oud Europa in tal
van opeenvolgende cultuurperioden
van de oudste holbewoners af tot aan
de Gotben en Franken toe.
In dit groote geheel wordt telkens
ook aan Nederland zijn plaats aange
wezen. Vervolgens noemde spreker de
Egyptische zalen. Ook hiervoor is
slechts uit de massa aanwezige voor
werpen een keus gedaan, omdat veel
heid alleen maar verwarring kan stich
ten. In een speciale studiezaal voor
doodencultus en in 2 groote zalen voor
sculptuur en kleinkunst van Egypte
vindt thans ook de vakman zijn stu
diemateriaal geordend. Tenslotte hééft
ook de afdeeling voor klassieke ar
chaeologie naast de reeds vroeger ge
opende zalen voor kunst en kunst
handwerk een reeks van studiezalen,
waarin voor verschillende onderdee-
len een rijk materiaal aanwezig is.
Een speciaal zaaltje is geheel voorepi
graphie ingericht. Ook dit is op aan
vraag voor ieder toegankelijk.
Spr. deed verder uitkomen, dat bij
de verbouwing aesthetische overwogin
gen op den achtergrond zijn gedron
gen om de kosten zoo laag mogelijk
te houden, waarna hij het nieuwe taiu-
seum voor geopend verklaarde en de
aanwezigen onder deskundige leiding
een rondgang door de nieuw ingerich
te zalen maakten.
DE MINISTER VAN OORLOG.
De Minister van Oorlog, de heer
'Lambooy. heeft gisterochtend alhier
bezichtigd de centrale schoenmakers
werkplaats, gevestigd in de Witte
Poort-kazerne.
ZILVEREN AMBTSJUBILEUM.
Het zilveren ambtsjubileum van den
lieer J. J. Boogh, commies bij de N. Z.
H. T. M., dat door bijzondere omstan
digheden moest worden uitgesteld, is
gistermorgen feestelijk herdacht. Voor
deze viering bestond groote belang
stelling; van de kantoren te Noord
wijk. Katwijk, Haarlem en Amsterdam
was men ter huldiging bijeengekomen
in het kantoor der Exploitatie aan den
Rijnsburgerweg.
Het eerst werd het woord gevoerd
door ir. Modderman, chef van de ex-
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertent! En per regel 22tyt cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel faciei*'
Bi) contract, belangrijke reductie.
Kleine advextentiën bij vooruitbetaling
van tan hoogste 30 woorden, worden dage*
lijk* geplaatst ad 40 cant
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
Binnenland.
Mr. Dr. Schokking over de komende
Statenverkiezing.
Bnltenland.
Naar verlnidL verzamelt Cook in
Moskon gelden ter voorbereiding eener
revolutie in Engeland.
De opstanden in Mexico en Nicara
gua.
De ontbinding der Latijnsche munt
unie aanstaande.
ploitatie, die weergaf hoe men den.
jubilaris als vriend en collega bijzon
der op prijs stelde en hem en zijn echt-
genoote van harte gelukwenschte. Na
mens de directie, die een telegram van.
verhindering had gezonden, bood hij
hem een enveloppe met inhoud aan.
Daarna sprak de heer Mul, hoofd
commies, die de loopbaan van den
jubilaris schetste en hem namens de
collega's een theekast met servies ten
geschenke aanbood.
Namens den Bond van Ambtenaren
van de N. Z. H. werd den jubilaris een
bioemstuk aangeboden.
Voorts waren van vercenigingen. ken
nissen en collega's talrijke gelukwen-
schen binnengekomen.
BEGRAFENIS NOTARIS J. J.
TERLAAG.
Hedenmorgen is onder groote be
langstelling op Rhijnhof ter aarde be
steld het stoffelijk overschot van den
heer J. J. Terlaag, in leven notaris te
Leiden.
Een groot aantal kransen dekte de
baar, waaronder van d© Broederschap
van Notarissen en de oud-officieren
der Schutterij. Aan het graf werd. niet
gesproken. Een schoonzoon dankte
voor de laatste eer, zijn schoonvader
bewezen. Onder de talrijke aanwezi
gen merkten we op eenige deputaties
van vereenigingen, in welker bestuur
de overledene zitting bad, het geheele
personeel der Nutsspaarbank, den
heer Van Spall, directeur der Water
leiding, den heer Stapel, commissaris
van politie en vele andere vrienden
van den overledene.
BEGRAFENIS VAN M. A. STEYNS.
Nadat hedenmorgen te 8 uur in de
St' Petruskerk requiemmissen waren
opgedragen voor de zielerust van den
overledene, waarbij ook vele niet-ka-
tholieke vrienden aanwezig waren,
had hedenmorgen te 9 uur op de R.K.
begraafplaats aan de Zijlpoort de ter
aardebestelling plaats van het stoffe
lijk overschot van- den heer M. A. A.
Steyns, in leven leeraar ln de licha
melijke opvoeding aan de H.B.S., com
mandant der Leidsche burgerwacht
en reserve kapitein bij de infanterie.
Bij den ingang van de oprijlaan op
de begraafplaats stonden de jongens
en meisjes der Leidsche Padvinders-
vereeniging opgesteld, die toen de lijk
koets passeerde, den padvindersgroet
brachten.
Door leden der Leidsche Burger
wacht, die ook als slippendragers ge
fungeerd hadden, werd het stoffelijk
overschot naar de doodenkapel gedra
gen, waar de Zeereerw. heer Th. M.
Beukers, pastoor van de St. Petrus-
parochie, de absoute verrichtte.
Onder de talrijke aanwezigen merk
ten wij o.a. op den burgemeester Jhr.
Mi*. Dr. de Gij-selaar, de wethouders.
Reimeringer en Sanders, den ge mee n-
tesecretaris Mr. Dr. van Stralen, den
directeur der H.B.S. de heer J. C. van
Schalkwijk, vele leeraren, oud-leera-
ren en leerlingen dezer school, de
heeren Pijnacker Hordijk en Henny,
resp. vqorz. en ondercommandant der
Leidsche Burgerwacht, den heer J.
Schaap, directeur der Ghr. Kweek
school en vertegenwoordigers van een
groot aantal plaatselijke en landelijke
gymnastiek- en sportvereenigingen.
Een 20-tal kransen dekten de baar.
De broeder van den overledene, de
heer Tb. Steyns uit Utrecht dankte
voor de betoonde belangstelling.
CHR. BESTURENBOND.
Het bestuur van den C. B. B. verga
derde Maandag 13 Dec. j.l. in Patri
monium, met de besturon van verschil
lende daartoe uitgenoodigde organisa
ties, om de wenschelijkheid van een
Chr. Bureau -voor Beroepskeuze-voor
lichting te bespreken.
Vertegenwoordigd waren de Chr.
Middenstandsorganisatie, Patrimo
nium, Chr. Nat. Werkmansbond, de
C.hr.. J. V. „Pred. 12 la"' de Chr. J. V.
Dient den Heere", de J. V. op G. G.
,.Dr. Bavinck" en de Geref. Ouderver-
eeniging.
Inleider was de secr. van den C.
B B., daar de voorzitter door zijn werk
zaamheden verhinderd was.
Inl. releveerde de poging die in 1924