WAT DE BLADEN ZEGGEN.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 8 DECEMBER 1926
TWEEDE BLAD.
i
Zuiver en zuinig beheer.
Hier is nu eens, schrijft de Rotter
dammer, een bericht, dat met vet
te letters gedrukt eigenlijk door heel
de pers moest wandelen.
Het handelt over de gemeentelijke
vergoeding aan bijzondere lagere scho
Jen en eenig commentaar behoeft er
zelfs nitt bij.
Het Dagelijksch Bestuur der ge
meente Utrecht schrijft n.l. aan den
Raad:
„Van de besturen der bijzondere
lagere scholen zijn bij ons College in
gekomen de aanvragen om een voor
schot op de gemeentelijke vergoeding
van de kosten van instandhouding
van die scholen.
Bij het doen nagaan van deze be
scheiden is ons gebleken, dat vele
schoolbesturen minder hebben uitge
geven dan het maximum-bedrag der
vergoeding.
Daardoor komen belangrijke bedra
gen' thans weder ten bate van de ge
meente.
Wij vermelden met waardeering het
streven, dat bij die besturen voorzit,
om het algemeen belang te dienen
door een zuinig beheer hunner scho
len, een voorbeeld, dat, naar wij ho
pen, algemeene navolging zal vinden"
Dan komt een toelichtend gedeelte
•n. vervolgens zeggen B. en W.:
„Zooals wij 'reeds opmerkten, komen
bij deze afrekening belangrijke be
dragen weder ten bate van de gemeen
te, zelfs meer dan wij konden ver
wachten.
Op de begrooting voor dit jaar is
voor deze uitkeering oorspronkelijk uit
getrokken-voor het gewoon lager en
uitgebreid lager onderwijs teza-
men f 144.000. Thans blijkt slechts
i 61.881.40 noodig te zijn, zoodat
hier een overschot is van f 82.118.54
Neen, hier behoeft geen woord bij.
Deze officieele mededeeling spreekt
.Voor zichzelf en spreekt hoekdeelen.
Het gevaar was niet denkbeeldig,
dat de legende zou ontstaan, alsof de
schoolbesturen ai te royaal waren.
Het blijkt in Utrecht dan toch an
ders te zijn
Zeker, ook daar zijn enkele uitga
ven op de begrooting gebracht, welke
er volgens B. en W. niet op liooren.
Maar daarom spreken ze nog geen
kwaad van de schoolbesturen, want,
zeggen ze:
„Dit vindt zijn verklaring in het feit
dat de omschrijving van die kosten in
de wet niet. voldoends duidelijk is. De
praktijk zal hier voor het vervolg den
weg kunnen aanwijzen".
Zóó is het. En daarom wordt in som
m'ge gemeenteraden ook een vreed
zame strijd gevoerd over de draag
wijdte van art. 101 L.O.-wet, dat de ver
goedingen heet te regelen.
En soms krijgen de schoolbesturen
tegenover B. en W. bij de Kroon gelijk.
Maar dat alles heeft met royaliteit
niets te maken.
Van onze schoolbesturen mag een
zuinig en zuiver beheer verwacht
worden.
Dat hebben ze wel geleerd en bij
.ie praktijk zullen ze ook volharden.
Boter op het hoofd.
^(Het Vaderland" zoo driestart De
ueeuw, acht het noodig nog eens in
xerinnering te brengen het tijdperk
oen Minister de Vries het departe
ment van Financiën beheerde.
Wie het conto van dezen Minister
/pmaakt zal natuurlijk nooit vergeten
,1e eenvoudigheid des harten van de-ze
^oede ziel, die hem in den waan
jracht, dat de periode van de zooge-
aamde hoogconjunctuur zoo goed als
en Fortunatusbeurs was, een waan
-lie het land millioenen heeft gekost."
Met eenige verwondering hebben wij
-an dezen uitval kennis genomen.
Niet omdat wij van oordeel zijn dat
door den genoemden bewindsman
„,een fouten gemaakt zijn hij han-
'elde evenals bijna iedereen in die da
gen als een kind van zijn tijd maar
/mdat de vrijzinnigen wel in de aller
laatste plaats in aanmerking komen
jm daaraan te herinneren.
Welk liberaal toch denkt zonder
FEUILLETON.
- ft.ïri
Opoffering beloond.
id
„Ik dank u, mevrouw, u bent al te
goed. En Dini is nog zoo klein, dat ik
het werkelijk onbescheiden zou vin
den haar hier te laten."
„Maar de kleine vindt dat toch niet
zoo!*' antwoordde mevrouw De Ver-
brugge, haar dochtertje aanwijzend,
wier gelaat zich tot een bedroefd
schreien zette.
Tweee groote tranen- gleden van on
der Pica's neergeslagen oogen. En
Chrisrien, dit ziende, stemde toe; en
verwijderde zich, een weinig bedroefd,
omdat zij alleen was, maar toch ge
lukkig bij de gedacht)© dat haar ge
liefde kinderen een heel en dag vaan de
heerlijke, verkwikkende lucht, zouden
genieten en dee.l zouden hebben aan
allerlei lekkerijnen, dlie zij hun zoo
dikwijls had moeten weigeren.
Van het. -bordes van wit marmer,
aan welks beide zijden als onbeweeg
lijke schildwachten twee groote bron
zen- beelden stonden,, die etectrische
lampen in de hoogte staken, tot aan
de schitterende salons, waarin aller
lei zeldzame snuisterijen en wonder
lijke kunstwerken en kostbare meu
belen bijeengezameld waren, getuigde
alles, in de villa van De verbruggp
schaamte aan de befaamde millioe-
nenrit van Mr. Dresselhuys, de overi
gens zoo bekwame staatsman, wien
wij gaarne een spoedig herstel wen-
schen, die een aantal eischen stelde
welker verwezenlijking een jaarlijk-
sche uitgaaf van meer dan 200 mil li-
oen zouden eischen.
Men denke ook aan wat in Novem
ber 1920 gebeurde.
In de Tweede Kamer was toen aan
de orde een interpellatie van den heer
Ossemdorp over de onderwijzerssala
rissen. De interpellant stelde voor de
salarissen vast te stellen, naar de nor
men, voorgesteld door de Centrale
Commissie voor georganiseerd over
leg. Minister De Vries maakte be
zwaar.
Hij rekende aa-ni de Kamer voor,
dat aanneming van dit voorstel, dat
natuurlijk niet tot de onderwijzers
beperkt zou kunnen blijven, een meer
dere uitgaaf van 138 millioen gulden
per jaar zou eischen.
Hij wees er op, dat er spoedig een
tekort was te verwachten en dat als
deze lasten er nog bij kwamen, het
tekort niet te dekken zou zijn.
En wat gebeurde tcei\ na deze ern
stige waars chuwing
De sociaal-democraten stemden
vóór de motie. En de vrijzinnig-demo
craten stemden óok voor.
En de liberalen? Stemden zij tegen?
jNeen, ook de liberalen stemden
voor de socialistische motie.
Alle veranitwoordel ijkheid sbesef
bleek te ontbreken.
En dan durft n.b. het „Vaderland"
nog verwijten te richten aan het
adres van een man als Mr. de Vries.
De waarheid is, dat als in die dagen
de leiding van de vrijzinnigen was ge
volgd, Minister Colijn wel thuis had
kunnen blijven.
De ramp zou onherstelbaar zijn ge
weest. En het staatsbankroet onver
mijdelijk.
„Het Vaderland" behoorde te beden
ken, dat wie boter op het hoofd heeft,
verstandig doet, niet in de zon te gaan
staan.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Aangenomen: Naar Langerak, bez
de Lek, H. H v. d. Hoek, cond. te Bilt
boven.
Bedankt: Voor Wildervank, W. C.
Reddingius. te .Vlieland.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Franeker, J. H. Meule
man te Hoogersmilde en S. J. Popma
te Engwierum.
Beroepen: Te Hilversum, twee va
catures, W. H. den Houting te Huizum
en H. A. Munnik te Zwolle.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Amsterdam-Oost, J.
L de. .Vries te Rijnsburg.
BEVESTIGING. INTREDE EN
AFSCHEID.
Zondag ^eed De. Wiersraa, van
tMusselkanaal overgekomen, intrede in
de Geref. Kerk van Bierum; na door
Ds. Visscher van Spijk bevestigd te zfin.
Dr. A. TROELSTRA.
De toestand van Dr. A. Troelstra, Ned
Herv. predikant te 's Gravenhage; die
jio^r steeds in bet Roode Kruis-ziekep
huis verpleegd wordt, laat niet toe, dat
hij' naar huis vervoerd wordt.
Van den gebroken arm zijn weer nieu
we Röntgenfoto's genomen, terwijl het
(aangebrachte verband weer anders is
(geworden.
Stand em lengte van' den bovenarm
zpn weer goed, maar er is nog 'te wei
nig stevigheid, terwijl andere moeilijk
heden intraden.
Ds. W. BRONNEGER ONNEKES.
De predikant der Herv. Gem. te Para
maribo, Ds. W. Bronneger Onnekeg, is
volgens de „Stand.", door den gouver
neur van Suriname uit 's lands dienst
ontslagen, als zijnde „een predikant b;i
d.e Herv. Gemeente, tevens ambtenaar
in Surinaamsche gouvernementsdienst,
die zich niet ontziet om bij voortduring
in het openbaar aanstoot te geven, liet
Nederlandsch gezag en dat der Herv.
Kerk omlaag haalt?
van een groote weelde, van een artis-
tieken smaak en vaoii een buitenge
wonen rijkdom.
De tuin met zijn perken, zjjn mar
meren beelden, zijn buitenlandsche
planten, zijn cbineesch koepeltje en
zijn rijke volière was niet minder
schoon dan het huis, welks architec
turale lijnen en onberispelijk beeld
houwwerk 'de bewondering der ken
ners opwekten.
Heersohte daarom een volmaakt ge
luk bestendig in deze vorstelijke wo
ning? Het zou vermetel zijn dat te wil
Ion beweren.
Ofschoon mijnheer en mevrouw De
Verbrugge beiden zeer goed waren,
hadden zij toch een te zeer afwijken
den aard om volkomen te kunnen
overeenstemmen.
Kees was, men zal het bemerkt heb
ben, de afgod van zijn moeder. Aan
een zeldzame schoonheid paarde zich
bij hem de onweerstaanbare aantrek
kelijkheid van een gulle, openhartige
natuur. Hij had nu eens de goedheid
van een engel, dan weer den toorn
van een duivel. En terwijl zijn vader
nd en dan in zijn vermaningen en be
straffingen zich streng en onverbidde
lijk toonde, had zijn moeder het onge
luk nooiil Sets afikuerenswaardigs
in hem te vinden, hem nooit iets
te kunrjen weigeren; en zij bemerkte
niet, in haar blinde moederliefde, dat
de gebreken -van het kind, die zij had
DE ZAAK VAN DUIN EN
BRUSSAARD.
Na een betrekkelijk lange rust is gis
teren weer een vergadering gehouden
van de classis Haarlem der Geref. Ker
ken in de Noorderkerk i.d. Ridderstraat
Aan dp orde was allereerst de zaak
van Ds. Van Duin, den geschorsten pre
dikant van Haariemmermeer-Oostzjjde.
Nadat zijn zaak ook op de generale
jsynede te Assen behandeld was, is deze
•opnieuw door de synode naar de classis
Haarlem verwezen!
Den geheelen ochtend werd over do
kwestie Ds. van Duin gesproken.
Deze predikant was aanwezig, even
zoo waren tegenwoordig de deputaten
van de Provinciale 'Synode.
In de middagzitting zou vermoedelijk
een besluit volgen. De classis vergader
de weer in comité-generaal.
Vermoedelijk is ook aan de orde ge
komen de zaak van Ds. J. C. Brussaard
te Bloemendaal.
Men weet, dat deze ook op de gene
rale synode is geweest,.
Het slot was, dat de synode de ver
verwachting uitsprak, dat'Ds. Brussaard
zich zou conform eer en aan de uitspraken
der synode, en de classis Haarlem op
droeg, daarop toe te zien.
Betreffende de vergadering der clas
sis Haarlem van de Geref. Kerken ver
nemen wij nog nader:
De vergadering der classis Haarlem
van de Geref. Kerken heeft gisteren van
'is morgens half tien tot 's avonds half
negen geduurd.
Het officieele persverslag is nog niet
gepubliceerd:
Wij kunnen nu reeds mededeelen, dat
de classis na uitvoerige discussie, Ds.
Van Duin, geschorst predikant te Haar
lemmermeer-Oostzijde, heeft afgezet.
Ds. Van Duin weigerde een verkla
ring J;e onderteekenen, die ongeveer
overeenkomt met de verklaring, die Dr.,
Geelkerken moest teekenen.
De zaak van Ds. Brussaard te Bloe
mendaal, werd behandeld in een verga
dering, waartoe belijdende leden toegang
hadden.
Ds. Brussaard legde een verklaring
af, waarin hij zijn standpunt ten opzichte
van Assen nader omschreef. Daarover
werd gediscussieerd.
De verdere discussie werd verdaagd
tot Dinsdag 14 dezer.
De classis berustte in het neerleggen
yan het ambt door Ds. Brinkman, te
Haarlem, wegens gewichtige persoon
lijke redenen.
HET WOORD VAN VERMAAN.
In de morgengodsdienstoefening der
Geref. Kerk (Koningsweg) te Veisen,
werd door den predikant, Ds. J. (P-
Roerkool, namens den Kerkeraad een
woord van vermaan voorgelezen in ver
band met de toeneming yan het aantal
gedwongen huwelijken en de toeneming
der losheid van zeden.
Medegedeeld werd, dat door den ker
keraad besloten was, dat voortaan schuld
belijdenis niet alleen meer voor den
Kerkeraad, doch in het openbaar in het
midden der gemeente behoorde te ge
schieden.
GIFTEN EN LEGATEN.
Ds. P. J. Molenaar, Ned. Herv. pred.
te 's Gravenhage, ontving voor den nieu
wen bouw van Kindertoevlucht aldaar
een gift van f 1000.
L. PENNING.
De heer L. Penning, de bekende volki
(schrijver, is ernstig ongesteld. Op me
disch advies moet hij absolute rust hou
den.
DE ZENDINGSWEEK.
Het Zendingsbureau te Oegstgeest
heeft in en naa-r aanleiding der gehou
den Zendingsweek f 136.877,26 ontvan
gen.
ZENDING.
Ter herinnering aan Dr. H. Adrian!.
Het boekje, dat dit jaar door de
Jeugdcommissie van het Nederlandsch
Bijbelgenootschap ter beschikking van
de kinderen worat gesteld, is gewijd aan
den overleden afgevaardigde op Midden
Gelebes, Ds. Adrian!
Het is vervaardigd door Mevr. van
der Veen-Spieth en versierd met een
aantal plaatjes
De titel is: „Een Godgewijd leven".
Het# tracht een voorstelling van wat
daar in het heidenland eigenlijk door
den taalgeleerde gedaan werd, onder het
bereik der kleinen te brengen.
Aanvragen om deze boekjes, met op
gaaf van net gewenschte aantal, richte
moeten onderdrukken, zich steeds
meer ontwikkelden.
Uit deze verschillende wijze van in
zicht en optreden onitstonden tusschen
de echtelieden herhaaldelijk oneenig-
heden, waarvan het eerste gevolg was
dat gemis aan innig onderling ver
trouwen, wat zulk een hooge bekoor
lijkheid geeft aan het huwelijksleven.
Piëta, bijna vier jaar jonger dan
haar broer, was even zacht van. ka
rakter als hij opvliegend, even vrees
achtig en teruggetrokken als hij bru
taal en wispelturig was. Haar gelaat
met matten olijfkleurigen tint zonder
uitdrukking, zou leelijk geweest zijn,
als zij niet haar groote schitterende,
donkergrijze oogen geha-ö had en haar
prachtig vol haar, dat een goudblon
den krans, vlocht om haar ernstig
voorhoofd. Zij geleek op die bloemen
die altijd in de schaduw groeien en
nooit komen tot haar volle ontwikke
ling, die een enkele zonnestraal haar
had kunnen schenken. En de gevoeli
ge ziel van liet kind kwijnde onder de
onverschilligheid van haar moeder en
de oogenschijnlijke strengheid va®
haar vader.
Gelukkig voor het meisje beminde
zij hartstochtelijk haar broeder: zij
was vol bewondering voor zijn durf:
en als een klein moedertje omringde
7,ij Kees met een teedere bezorgdheid
en dacht er niet aan dat alle liefkoo-
zingen van haar mama alleen voor
men aan het Bjjbelhuis, Heerengracht
366, Amsterdam.
BINNENLAND.
PROVINCIALE STATEN VAN
ZUID-HOLLAND.
Aan zet einde der vergadering-, waar
van wij gisteren reeds een veriïag ga
ven, stelde de heer Hovy de volgende
vragen
1. Kunnen Ged. Staten bij benadering
opgeven tegen wanneer het op 19 Juni
vastgestelde rapport betreffende verbe-
betering van de'vaart in het WesF:aaJ
zal worden gepubliceerd?
2. Welke dringende reden is er, waar
om Ged. Staten de publicatie nog niet
kunnen bevorderen?
Het lid van Ged. Staten, de heer Von
Fisenne antwoordde, dat het rapport der
betreffende commissie eerst dezer dagen
bp Ged. Staten is ingekomen en dat het
geen gebruik is een rapport afzonderlijk
te publice-eren.
Dit zal geschieden tegelijk met de
voorstellen van Ged. Staten.
De heer HOVY drong erop aan spoed
te betrachten bij deze belangrijke kwes
tie.
De VOORZ. merkte op, dat Ged. St.
doordrongen zijn van het gewicht der
kwestie en zooveel mogelijk spoed be
trachten.
De interpellatie werd gesloten.
De heer BEEKENKAMP vroeg
1. Of Ged. St. kennis hebben genomen
van het voorstel van Ged. St. van Noord
Holland om aan de Vereen. Centraal
Israëlietische Krankzinnigenverpleging
in Nederland ter leen te verstrekken de
som van f 700.000 ter uitbreiding van
haar gesticht te Apeldoorn, onder .voor
waarde, dat 140 plaatsen beschikbaar
gesteld moeten worden aan de Vereen,
voor Chr. Verzorging van Krankzinni
gen; f 600.000 voor den bouw van een
nieuw gesticht te Bennekonf en Hille-
gom, onder voorwaarde, dat 150 plaat
sen worden beschikbaar gesteld;
2. Zoo ia, of het aan Ged. Staten dan
geen aanleiding geeft met de zusters
van Liefde te Venray nog eens in over
leg te treden omtrent het aangenomen
voorstel om f 2.000.000 beschikbaar te
stellen voor den bouw van een gesticht
te Noordwijkerhout.
3. of het aanbeveling verdient de uit
voering der plannen in langzamer tem
po te aoen geschieden om het resico te
verminderen.
Spr. lichtte zijn vragen toe en wees
er op, dat bij den opzet der plannen
voor laatstgenoemd gesticht gerekend is
op 400 plaatsen voor Noord Holland.
Nu Noord Holland elders plaats reser
veert, rijst de vraag, of de opzet niet
te groot is en of daardoor het risico
der provincie niet zeer groot wordt.
De VOORZ. zeide antwoord in de
voortgezette zitting toe.
De heer VLIELANDER HEIN stelde
vragen omtrent de plannen voor de Kil-
waterleiding, n.l. of deze plannen tot
stand zijn gekomen op initiatief en met
medewerking van Ged. Staten, of Prof.
Visscher daarbij is aangewezen door de
Ged. St., of dat geadviseerd is door Ged.
St. om hem aan te wijzen; of door Ged.
St. aan de gemeenten garantie is ge
geven, of medewerking is toegezegd wat
Het financieele gedeelte der plannen be
treft; of die piannen volgens de (ge
maakte begrooting volledig .zijn uit te
voeren en of een commissie de uitvoer
baarheid der plannen niet behoort te
onderzoeken.
Spr. wees erop, dat telkens opnieuw
de gemeenten voor verhooging der kos
•ten gesteld worden.
De VOORZ. zegde beantwoording der
vragen in de voortgezette zitting toe.
De heer W. G. VAN ECK drong aan
op herziening van het reglement van den
polder Heukelum, waar thans de kleine
re eigenaars niets te zeggen hebben,
omdat één eigenares over de meerder
heid der stemmen beschikt. Reeds 7 jaar
geleden heeit spr. hierop aangedrongen.
Spr. zal zijn yragen hieromtrent schrif
telijk indienen.
De VOORZ. zegde beantwoording in
de voortgezette Zitting toe.
De zitting werd verdaagd tot Dinsdag
21 Dec., des v.m. te 11 uur.
WIJZIGING L. O.-WET.
Franschi Duitsch of Ecgelsch in het
vijfde of zesde leerjaar der lagere
school.
In de Memorie van Antwoord be
treffende het wetsontwerp tot wijzi
ging van de L; O.-wet 1S20 (art. 3, twee
de lid, art. 12, en art. 193, eerste lid),
hem waren.
Hoe dikwijls verdroeg zij, in stilte
schreiend, een berisping, die zij niet
had verdiend, om haar broeder te spa
ren, wiens onafhankelijk karakter
zicih openlijk verzette tegen het vader
lijk gezag; en zij was gelukkig, als
haar moeder, om haar te troosten,
haar liefkoosde en zeide:
„Ik zie, Piëta, dat je een goed hart
heht."
Verscheidene malen reeds, sinds
dien bewusten Woensdag, waarop juf
frouw Lenooy haar kinderen bij De
Verbrugge's had achtegelaten, was
Walter wederom uitgenoodigd om
terug te komen. De zoon van den ban
kier hechtte zich met trouwe vriend
schap aan Walter en deze van zijn
kant dweepte met den overmoedigen
Kees.
„Het verveelt me alleen te werken.
Als u me Walter als studiegenoot gaf,
zou ik niet meer zoo lui zijn, dat ver
zeker ik u!" zeide Kees op zekeren
dag tot zijn vader, toen zijn onderwij
zer zich over hem tegenover den ban
kier beklaagde.
Mevrouw De Verbrugge, die altijd
maar vreesde, dat haar echtgenoot zou
besluiten zijn zoon op de kostschool
te doen, schonk haar volte instem
ming aan dit voorstel.
„Maar vooraleer over dat kind to
beschikken, moeten wij toch zien of
zijn. ouders ons voorstel zullen goed-
inerkt de Minister op dat, na al het
geen omtrent dit onderwerp in de laat
ste jaren zoo in als buiten de Staten-
Ceneraal van weerszijden is gespro
tten en geschreven, en waar over en
weer deze aangelegenheid reeds zoo
herhaaldelijk is belicht, hij geen nieu
we gezichtspunten kan openen. Naar
hij meent ontheft deze omstandigheid
hem van de verplichting om hetgeen
ter bestrijding van het wetsontwerp is
aangevoerd tot in de kleinste details
te weerleggen.
He facultatieve karakter van de
voorgestelde regeling moet de Minis
ter volledig handhaven, juist vanwege
de vrijheid van het onderwijs, die hij
in hoogere mate dan thans bestaat,
wenscht terug te doen keeren.
Den Minister komt schoolgeldver-
hocging voor het genieten van het on
derwijs in eene vreemde taal niet al
leen noodig, maar ook niet wensche-
lijk voor.
Aan den wensch om Artikel II (niet
verplichtend stellen om het onderwijs
in een vreemde taai te volgen) te
schrappen, meent de Minister niet te
mogen voldoen.
Ten aanzien van dén wensch, om
ook mogelijk te maken, dat onderwijs
in land- of tuinbouw op de gewone
lagere scholen kan worden verstrekt,
merkt de Minister op, dat dit aangele
genheden betreft, die thans niet aan
de orde zijn.
De bezwaren, verbonden aan het op
richten van cursussen naast de lagere
school, ook in verband met de finan
cieele gelijkstelling, zullen voor een
g*oot deel komen te vervallen, als
door dit wetsontwerp de kwestie van
het onderwijs der vreemde taal op de
school is opgelost. Overigens maakt
het vraagstuk der cursussen een punt
van overweging uit bij de Staatscom
missie voor de herziening der L. O.-
wet 1920
Nota's van wijzigingen zijn aan de
Wemoriën v. Antw. in 2ake beide wets
entwerpen toegevoegd.
Verlenging overgangstermijn n.l.o.-
en m.uJ.o.-scholen.
Voorts is verschenen de Memorie v.
Antwoord betreffende het wetsont
werp tot wijziging van art. 193, tweede
lid der L.O.-wet 1920.
De opmerking van sommige leden,
dat de eenige bestaansreden der oude
u i.o.- en m.u.l.o-scholen tot dusver
deze was, dat in die scholen ook bene-
dtn het zevende leerjaar onderwijs in
vreemde talen kon worden gegeven,
en dat, indien het hierboven genoem
de wetsontwerp tot wet wordt verhe-
vtn, er geen reden meer zou zijn deze
scholen in stand te houden, is niet
juist. Een andere reden om deze scho
len te doen voortbestaan, ligt hierin,
dat het schooltype, met name van de
9- of 10-kl. m.uJ.o.-scholen, zoo ge
heel anders is dan dat van de gesplits
te lagere school met 6 of 7 leerjaren
e;i de u.l.o.-scholen met 3 leerjaren,
dat de Minister meent deze scholen
waar zij nog bestaan, in stand te moe
ten houden, hangende het onderzoek
naar de vraag, of he; niet gewenscht
zou zijn een dergelijk schooltype in de
toekomst weder tot nieuwen bloei te
brengen.
HET NIJVERHEIDSONDERWIJS.
Maandag is aan den Raad van Mi
nisters, de Eerste en de Tweede Ka
mer de motie gezonden, aangenomen
op het jongste congres voor nijver
heids-onderwijs, waarin verzocht
wordt het daarheen te willen leiden,
dat onverwijld wordt ingetrokken art.
11 der wet van 28 Juli 1924 en volledi
ge uitwerking wordt gegeven aan art.
25 (titel 1) en art. 39 (titel 11) der Nij
verheidsonderwijswet, zoodat nijver
heidsonderwijs kan worden verstrekt
waar en voor welk vak dit gevraagd
wordt en de behoefte daaraan op af
doende wijze is gebleken; dat bet on-
onderwijzend personeei bij het nijver
heidsonderwijs wordt opgenomen in
het Bezoldigingsbesluit, de juiste
plaats vastgesteld, die dit personeel in
het Bezoldigingsbesluit moest inne
men en eenheid gebracht in de sala-
rieering van dit personeel; dat voor
bet nijverheidsonderwijs een bijzon
dere commissie voor georganiseerd
overleg in leeraarszaken wordt inge
steld, terwijl de vierde afdeeling van
den Onderwijsraad, daartoe opnieuw
samen te stellen, advies moet kunnen
geven over zaken, het nijverheidson
derwijs betreffende in vollen gang.
keuren" antwoordde eindelijk de ban
kier, wijkende voor den aandrang van
zijn vrouw en van den leermeester.
„Waarom zouden zij weigeren, beste
Karei?"
„Omdat zij redenen kuncien hebben,
die wij niet kennen? Ik wil volstrekt
bun toestemming niet afdwingen.
„En ik weet zeker, dat ik hun toe
stemming zal krijgen", zeide het kind
juichend. „Vooreerst weigert Walters
moeder nooit tets aan Mama. En ver
der zal ik het ook vragen, ik weet
heel goed, dat zij geen neen zal zeg
gen."
Na eenige schuchtere tegenwerpin
gen van den kant der familie Lenooy
werd er eindelijk overeengekomen, dat
men drie maanden zou probeeren en
dat men er alleen mee zou doorgaan,
als bet zou blijken, dat het voor bei
de partijen voordeeliig was.
Toch maakte. Ghristien één voorbe
houd,. toen zij Walter afgaf, en dat
was, dat haar zoon. onder geen enkel
voorwendsel, bij zijn beschermers het
middagmaal zou gebruiken en nooit
bij hen slapen zou. Zij vreesde, dat
het karakter van Walter verwee kei ij
ken zou in die weelderige omgeving
en dat de kleine jongen, levende in
zoo'n geheel andere omgeving dan tie
zijne, zich zou schamen gaan over den
veel geringeren stand, waarin hij ge
boren was.
(Wordt vervolgd).