WAT DE BLADEN ZEGGEN. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 8 DECEMBER 1926 TWEEDE BLAD. i Zuiver en zuinig beheer. Hier is nu eens, schrijft de Rotter dammer, een bericht, dat met vet te letters gedrukt eigenlijk door heel de pers moest wandelen. Het handelt over de gemeentelijke vergoeding aan bijzondere lagere scho Jen en eenig commentaar behoeft er zelfs nitt bij. Het Dagelijksch Bestuur der ge meente Utrecht schrijft n.l. aan den Raad: „Van de besturen der bijzondere lagere scholen zijn bij ons College in gekomen de aanvragen om een voor schot op de gemeentelijke vergoeding van de kosten van instandhouding van die scholen. Bij het doen nagaan van deze be scheiden is ons gebleken, dat vele schoolbesturen minder hebben uitge geven dan het maximum-bedrag der vergoeding. Daardoor komen belangrijke bedra gen' thans weder ten bate van de ge meente. Wij vermelden met waardeering het streven, dat bij die besturen voorzit, om het algemeen belang te dienen door een zuinig beheer hunner scho len, een voorbeeld, dat, naar wij ho pen, algemeene navolging zal vinden" Dan komt een toelichtend gedeelte •n. vervolgens zeggen B. en W.: „Zooals wij 'reeds opmerkten, komen bij deze afrekening belangrijke be dragen weder ten bate van de gemeen te, zelfs meer dan wij konden ver wachten. Op de begrooting voor dit jaar is voor deze uitkeering oorspronkelijk uit getrokken-voor het gewoon lager en uitgebreid lager onderwijs teza- men f 144.000. Thans blijkt slechts i 61.881.40 noodig te zijn, zoodat hier een overschot is van f 82.118.54 Neen, hier behoeft geen woord bij. Deze officieele mededeeling spreekt .Voor zichzelf en spreekt hoekdeelen. Het gevaar was niet denkbeeldig, dat de legende zou ontstaan, alsof de schoolbesturen ai te royaal waren. Het blijkt in Utrecht dan toch an ders te zijn Zeker, ook daar zijn enkele uitga ven op de begrooting gebracht, welke er volgens B. en W. niet op liooren. Maar daarom spreken ze nog geen kwaad van de schoolbesturen, want, zeggen ze: „Dit vindt zijn verklaring in het feit dat de omschrijving van die kosten in de wet niet. voldoends duidelijk is. De praktijk zal hier voor het vervolg den weg kunnen aanwijzen". Zóó is het. En daarom wordt in som m'ge gemeenteraden ook een vreed zame strijd gevoerd over de draag wijdte van art. 101 L.O.-wet, dat de ver goedingen heet te regelen. En soms krijgen de schoolbesturen tegenover B. en W. bij de Kroon gelijk. Maar dat alles heeft met royaliteit niets te maken. Van onze schoolbesturen mag een zuinig en zuiver beheer verwacht worden. Dat hebben ze wel geleerd en bij .ie praktijk zullen ze ook volharden. Boter op het hoofd. ^(Het Vaderland" zoo driestart De ueeuw, acht het noodig nog eens in xerinnering te brengen het tijdperk oen Minister de Vries het departe ment van Financiën beheerde. Wie het conto van dezen Minister /pmaakt zal natuurlijk nooit vergeten ,1e eenvoudigheid des harten van de-ze ^oede ziel, die hem in den waan jracht, dat de periode van de zooge- aamde hoogconjunctuur zoo goed als en Fortunatusbeurs was, een waan -lie het land millioenen heeft gekost." Met eenige verwondering hebben wij -an dezen uitval kennis genomen. Niet omdat wij van oordeel zijn dat door den genoemden bewindsman „,een fouten gemaakt zijn hij han- 'elde evenals bijna iedereen in die da gen als een kind van zijn tijd maar /mdat de vrijzinnigen wel in de aller laatste plaats in aanmerking komen jm daaraan te herinneren. Welk liberaal toch denkt zonder FEUILLETON. - ft.ïri Opoffering beloond. id „Ik dank u, mevrouw, u bent al te goed. En Dini is nog zoo klein, dat ik het werkelijk onbescheiden zou vin den haar hier te laten." „Maar de kleine vindt dat toch niet zoo!*' antwoordde mevrouw De Ver- brugge, haar dochtertje aanwijzend, wier gelaat zich tot een bedroefd schreien zette. Tweee groote tranen- gleden van on der Pica's neergeslagen oogen. En Chrisrien, dit ziende, stemde toe; en verwijderde zich, een weinig bedroefd, omdat zij alleen was, maar toch ge lukkig bij de gedacht)© dat haar ge liefde kinderen een heel en dag vaan de heerlijke, verkwikkende lucht, zouden genieten en dee.l zouden hebben aan allerlei lekkerijnen, dlie zij hun zoo dikwijls had moeten weigeren. Van het. -bordes van wit marmer, aan welks beide zijden als onbeweeg lijke schildwachten twee groote bron zen- beelden stonden,, die etectrische lampen in de hoogte staken, tot aan de schitterende salons, waarin aller lei zeldzame snuisterijen en wonder lijke kunstwerken en kostbare meu belen bijeengezameld waren, getuigde alles, in de villa van De verbruggp schaamte aan de befaamde millioe- nenrit van Mr. Dresselhuys, de overi gens zoo bekwame staatsman, wien wij gaarne een spoedig herstel wen- schen, die een aantal eischen stelde welker verwezenlijking een jaarlijk- sche uitgaaf van meer dan 200 mil li- oen zouden eischen. Men denke ook aan wat in Novem ber 1920 gebeurde. In de Tweede Kamer was toen aan de orde een interpellatie van den heer Ossemdorp over de onderwijzerssala rissen. De interpellant stelde voor de salarissen vast te stellen, naar de nor men, voorgesteld door de Centrale Commissie voor georganiseerd over leg. Minister De Vries maakte be zwaar. Hij rekende aa-ni de Kamer voor, dat aanneming van dit voorstel, dat natuurlijk niet tot de onderwijzers beperkt zou kunnen blijven, een meer dere uitgaaf van 138 millioen gulden per jaar zou eischen. Hij wees er op, dat er spoedig een tekort was te verwachten en dat als deze lasten er nog bij kwamen, het tekort niet te dekken zou zijn. En wat gebeurde tcei\ na deze ern stige waars chuwing De sociaal-democraten stemden vóór de motie. En de vrijzinnig-demo craten stemden óok voor. En de liberalen? Stemden zij tegen? jNeen, ook de liberalen stemden voor de socialistische motie. Alle veranitwoordel ijkheid sbesef bleek te ontbreken. En dan durft n.b. het „Vaderland" nog verwijten te richten aan het adres van een man als Mr. de Vries. De waarheid is, dat als in die dagen de leiding van de vrijzinnigen was ge volgd, Minister Colijn wel thuis had kunnen blijven. De ramp zou onherstelbaar zijn ge weest. En het staatsbankroet onver mijdelijk. „Het Vaderland" behoorde te beden ken, dat wie boter op het hoofd heeft, verstandig doet, niet in de zon te gaan staan. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Aangenomen: Naar Langerak, bez de Lek, H. H v. d. Hoek, cond. te Bilt boven. Bedankt: Voor Wildervank, W. C. Reddingius. te .Vlieland. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Franeker, J. H. Meule man te Hoogersmilde en S. J. Popma te Engwierum. Beroepen: Te Hilversum, twee va catures, W. H. den Houting te Huizum en H. A. Munnik te Zwolle. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Amsterdam-Oost, J. L de. .Vries te Rijnsburg. BEVESTIGING. INTREDE EN AFSCHEID. Zondag ^eed De. Wiersraa, van tMusselkanaal overgekomen, intrede in de Geref. Kerk van Bierum; na door Ds. Visscher van Spijk bevestigd te zfin. Dr. A. TROELSTRA. De toestand van Dr. A. Troelstra, Ned Herv. predikant te 's Gravenhage; die jio^r steeds in bet Roode Kruis-ziekep huis verpleegd wordt, laat niet toe, dat hij' naar huis vervoerd wordt. Van den gebroken arm zijn weer nieu we Röntgenfoto's genomen, terwijl het (aangebrachte verband weer anders is (geworden. Stand em lengte van' den bovenarm zpn weer goed, maar er is nog 'te wei nig stevigheid, terwijl andere moeilijk heden intraden. Ds. W. BRONNEGER ONNEKES. De predikant der Herv. Gem. te Para maribo, Ds. W. Bronneger Onnekeg, is volgens de „Stand.", door den gouver neur van Suriname uit 's lands dienst ontslagen, als zijnde „een predikant b;i d.e Herv. Gemeente, tevens ambtenaar in Surinaamsche gouvernementsdienst, die zich niet ontziet om bij voortduring in het openbaar aanstoot te geven, liet Nederlandsch gezag en dat der Herv. Kerk omlaag haalt? van een groote weelde, van een artis- tieken smaak en vaoii een buitenge wonen rijkdom. De tuin met zijn perken, zjjn mar meren beelden, zijn buitenlandsche planten, zijn cbineesch koepeltje en zijn rijke volière was niet minder schoon dan het huis, welks architec turale lijnen en onberispelijk beeld houwwerk 'de bewondering der ken ners opwekten. Heersohte daarom een volmaakt ge luk bestendig in deze vorstelijke wo ning? Het zou vermetel zijn dat te wil Ion beweren. Ofschoon mijnheer en mevrouw De Verbrugge beiden zeer goed waren, hadden zij toch een te zeer afwijken den aard om volkomen te kunnen overeenstemmen. Kees was, men zal het bemerkt heb ben, de afgod van zijn moeder. Aan een zeldzame schoonheid paarde zich bij hem de onweerstaanbare aantrek kelijkheid van een gulle, openhartige natuur. Hij had nu eens de goedheid van een engel, dan weer den toorn van een duivel. En terwijl zijn vader nd en dan in zijn vermaningen en be straffingen zich streng en onverbidde lijk toonde, had zijn moeder het onge luk nooiil Sets afikuerenswaardigs in hem te vinden, hem nooit iets te kunrjen weigeren; en zij bemerkte niet, in haar blinde moederliefde, dat de gebreken -van het kind, die zij had DE ZAAK VAN DUIN EN BRUSSAARD. Na een betrekkelijk lange rust is gis teren weer een vergadering gehouden van de classis Haarlem der Geref. Ker ken in de Noorderkerk i.d. Ridderstraat Aan dp orde was allereerst de zaak van Ds. Van Duin, den geschorsten pre dikant van Haariemmermeer-Oostzjjde. Nadat zijn zaak ook op de generale jsynede te Assen behandeld was, is deze •opnieuw door de synode naar de classis Haarlem verwezen! Den geheelen ochtend werd over do kwestie Ds. van Duin gesproken. Deze predikant was aanwezig, even zoo waren tegenwoordig de deputaten van de Provinciale 'Synode. In de middagzitting zou vermoedelijk een besluit volgen. De classis vergader de weer in comité-generaal. Vermoedelijk is ook aan de orde ge komen de zaak van Ds. J. C. Brussaard te Bloemendaal. Men weet, dat deze ook op de gene rale synode is geweest,. Het slot was, dat de synode de ver verwachting uitsprak, dat'Ds. Brussaard zich zou conform eer en aan de uitspraken der synode, en de classis Haarlem op droeg, daarop toe te zien. Betreffende de vergadering der clas sis Haarlem van de Geref. Kerken ver nemen wij nog nader: De vergadering der classis Haarlem van de Geref. Kerken heeft gisteren van 'is morgens half tien tot 's avonds half negen geduurd. Het officieele persverslag is nog niet gepubliceerd: Wij kunnen nu reeds mededeelen, dat de classis na uitvoerige discussie, Ds. Van Duin, geschorst predikant te Haar lemmermeer-Oostzijde, heeft afgezet. Ds. Van Duin weigerde een verkla ring J;e onderteekenen, die ongeveer overeenkomt met de verklaring, die Dr., Geelkerken moest teekenen. De zaak van Ds. Brussaard te Bloe mendaal, werd behandeld in een verga dering, waartoe belijdende leden toegang hadden. Ds. Brussaard legde een verklaring af, waarin hij zijn standpunt ten opzichte van Assen nader omschreef. Daarover werd gediscussieerd. De verdere discussie werd verdaagd tot Dinsdag 14 dezer. De classis berustte in het neerleggen yan het ambt door Ds. Brinkman, te Haarlem, wegens gewichtige persoon lijke redenen. HET WOORD VAN VERMAAN. In de morgengodsdienstoefening der Geref. Kerk (Koningsweg) te Veisen, werd door den predikant, Ds. J. (P- Roerkool, namens den Kerkeraad een woord van vermaan voorgelezen in ver band met de toeneming yan het aantal gedwongen huwelijken en de toeneming der losheid van zeden. Medegedeeld werd, dat door den ker keraad besloten was, dat voortaan schuld belijdenis niet alleen meer voor den Kerkeraad, doch in het openbaar in het midden der gemeente behoorde te ge schieden. GIFTEN EN LEGATEN. Ds. P. J. Molenaar, Ned. Herv. pred. te 's Gravenhage, ontving voor den nieu wen bouw van Kindertoevlucht aldaar een gift van f 1000. L. PENNING. De heer L. Penning, de bekende volki (schrijver, is ernstig ongesteld. Op me disch advies moet hij absolute rust hou den. DE ZENDINGSWEEK. Het Zendingsbureau te Oegstgeest heeft in en naa-r aanleiding der gehou den Zendingsweek f 136.877,26 ontvan gen. ZENDING. Ter herinnering aan Dr. H. Adrian!. Het boekje, dat dit jaar door de Jeugdcommissie van het Nederlandsch Bijbelgenootschap ter beschikking van de kinderen worat gesteld, is gewijd aan den overleden afgevaardigde op Midden Gelebes, Ds. Adrian! Het is vervaardigd door Mevr. van der Veen-Spieth en versierd met een aantal plaatjes De titel is: „Een Godgewijd leven". Het# tracht een voorstelling van wat daar in het heidenland eigenlijk door den taalgeleerde gedaan werd, onder het bereik der kleinen te brengen. Aanvragen om deze boekjes, met op gaaf van net gewenschte aantal, richte moeten onderdrukken, zich steeds meer ontwikkelden. Uit deze verschillende wijze van in zicht en optreden onitstonden tusschen de echtelieden herhaaldelijk oneenig- heden, waarvan het eerste gevolg was dat gemis aan innig onderling ver trouwen, wat zulk een hooge bekoor lijkheid geeft aan het huwelijksleven. Piëta, bijna vier jaar jonger dan haar broer, was even zacht van. ka rakter als hij opvliegend, even vrees achtig en teruggetrokken als hij bru taal en wispelturig was. Haar gelaat met matten olijfkleurigen tint zonder uitdrukking, zou leelijk geweest zijn, als zij niet haar groote schitterende, donkergrijze oogen geha-ö had en haar prachtig vol haar, dat een goudblon den krans, vlocht om haar ernstig voorhoofd. Zij geleek op die bloemen die altijd in de schaduw groeien en nooit komen tot haar volle ontwikke ling, die een enkele zonnestraal haar had kunnen schenken. En de gevoeli ge ziel van liet kind kwijnde onder de onverschilligheid van haar moeder en de oogenschijnlijke strengheid va® haar vader. Gelukkig voor het meisje beminde zij hartstochtelijk haar broeder: zij was vol bewondering voor zijn durf: en als een klein moedertje omringde 7,ij Kees met een teedere bezorgdheid en dacht er niet aan dat alle liefkoo- zingen van haar mama alleen voor men aan het Bjjbelhuis, Heerengracht 366, Amsterdam. BINNENLAND. PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND. Aan zet einde der vergadering-, waar van wij gisteren reeds een veriïag ga ven, stelde de heer Hovy de volgende vragen 1. Kunnen Ged. Staten bij benadering opgeven tegen wanneer het op 19 Juni vastgestelde rapport betreffende verbe- betering van de'vaart in het WesF:aaJ zal worden gepubliceerd? 2. Welke dringende reden is er, waar om Ged. Staten de publicatie nog niet kunnen bevorderen? Het lid van Ged. Staten, de heer Von Fisenne antwoordde, dat het rapport der betreffende commissie eerst dezer dagen bp Ged. Staten is ingekomen en dat het geen gebruik is een rapport afzonderlijk te publice-eren. Dit zal geschieden tegelijk met de voorstellen van Ged. Staten. De heer HOVY drong erop aan spoed te betrachten bij deze belangrijke kwes tie. De VOORZ. merkte op, dat Ged. St. doordrongen zijn van het gewicht der kwestie en zooveel mogelijk spoed be trachten. De interpellatie werd gesloten. De heer BEEKENKAMP vroeg 1. Of Ged. St. kennis hebben genomen van het voorstel van Ged. St. van Noord Holland om aan de Vereen. Centraal Israëlietische Krankzinnigenverpleging in Nederland ter leen te verstrekken de som van f 700.000 ter uitbreiding van haar gesticht te Apeldoorn, onder .voor waarde, dat 140 plaatsen beschikbaar gesteld moeten worden aan de Vereen, voor Chr. Verzorging van Krankzinni gen; f 600.000 voor den bouw van een nieuw gesticht te Bennekonf en Hille- gom, onder voorwaarde, dat 150 plaat sen worden beschikbaar gesteld; 2. Zoo ia, of het aan Ged. Staten dan geen aanleiding geeft met de zusters van Liefde te Venray nog eens in over leg te treden omtrent het aangenomen voorstel om f 2.000.000 beschikbaar te stellen voor den bouw van een gesticht te Noordwijkerhout. 3. of het aanbeveling verdient de uit voering der plannen in langzamer tem po te aoen geschieden om het resico te verminderen. Spr. lichtte zijn vragen toe en wees er op, dat bij den opzet der plannen voor laatstgenoemd gesticht gerekend is op 400 plaatsen voor Noord Holland. Nu Noord Holland elders plaats reser veert, rijst de vraag, of de opzet niet te groot is en of daardoor het risico der provincie niet zeer groot wordt. De VOORZ. zeide antwoord in de voortgezette zitting toe. De heer VLIELANDER HEIN stelde vragen omtrent de plannen voor de Kil- waterleiding, n.l. of deze plannen tot stand zijn gekomen op initiatief en met medewerking van Ged. Staten, of Prof. Visscher daarbij is aangewezen door de Ged. St., of dat geadviseerd is door Ged. St. om hem aan te wijzen; of door Ged. St. aan de gemeenten garantie is ge geven, of medewerking is toegezegd wat Het financieele gedeelte der plannen be treft; of die piannen volgens de (ge maakte begrooting volledig .zijn uit te voeren en of een commissie de uitvoer baarheid der plannen niet behoort te onderzoeken. Spr. wees erop, dat telkens opnieuw de gemeenten voor verhooging der kos •ten gesteld worden. De VOORZ. zegde beantwoording der vragen in de voortgezette zitting toe. De heer W. G. VAN ECK drong aan op herziening van het reglement van den polder Heukelum, waar thans de kleine re eigenaars niets te zeggen hebben, omdat één eigenares over de meerder heid der stemmen beschikt. Reeds 7 jaar geleden heeit spr. hierop aangedrongen. Spr. zal zijn yragen hieromtrent schrif telijk indienen. De VOORZ. zegde beantwoording in de voortgezette Zitting toe. De zitting werd verdaagd tot Dinsdag 21 Dec., des v.m. te 11 uur. WIJZIGING L. O.-WET. Franschi Duitsch of Ecgelsch in het vijfde of zesde leerjaar der lagere school. In de Memorie van Antwoord be treffende het wetsontwerp tot wijzi ging van de L; O.-wet 1S20 (art. 3, twee de lid, art. 12, en art. 193, eerste lid), hem waren. Hoe dikwijls verdroeg zij, in stilte schreiend, een berisping, die zij niet had verdiend, om haar broeder te spa ren, wiens onafhankelijk karakter zicih openlijk verzette tegen het vader lijk gezag; en zij was gelukkig, als haar moeder, om haar te troosten, haar liefkoosde en zeide: „Ik zie, Piëta, dat je een goed hart heht." Verscheidene malen reeds, sinds dien bewusten Woensdag, waarop juf frouw Lenooy haar kinderen bij De Verbrugge's had achtegelaten, was Walter wederom uitgenoodigd om terug te komen. De zoon van den ban kier hechtte zich met trouwe vriend schap aan Walter en deze van zijn kant dweepte met den overmoedigen Kees. „Het verveelt me alleen te werken. Als u me Walter als studiegenoot gaf, zou ik niet meer zoo lui zijn, dat ver zeker ik u!" zeide Kees op zekeren dag tot zijn vader, toen zijn onderwij zer zich over hem tegenover den ban kier beklaagde. Mevrouw De Verbrugge, die altijd maar vreesde, dat haar echtgenoot zou besluiten zijn zoon op de kostschool te doen, schonk haar volte instem ming aan dit voorstel. „Maar vooraleer over dat kind to beschikken, moeten wij toch zien of zijn. ouders ons voorstel zullen goed- inerkt de Minister op dat, na al het geen omtrent dit onderwerp in de laat ste jaren zoo in als buiten de Staten- Ceneraal van weerszijden is gespro tten en geschreven, en waar over en weer deze aangelegenheid reeds zoo herhaaldelijk is belicht, hij geen nieu we gezichtspunten kan openen. Naar hij meent ontheft deze omstandigheid hem van de verplichting om hetgeen ter bestrijding van het wetsontwerp is aangevoerd tot in de kleinste details te weerleggen. He facultatieve karakter van de voorgestelde regeling moet de Minis ter volledig handhaven, juist vanwege de vrijheid van het onderwijs, die hij in hoogere mate dan thans bestaat, wenscht terug te doen keeren. Den Minister komt schoolgeldver- hocging voor het genieten van het on derwijs in eene vreemde taal niet al leen noodig, maar ook niet wensche- lijk voor. Aan den wensch om Artikel II (niet verplichtend stellen om het onderwijs in een vreemde taai te volgen) te schrappen, meent de Minister niet te mogen voldoen. Ten aanzien van dén wensch, om ook mogelijk te maken, dat onderwijs in land- of tuinbouw op de gewone lagere scholen kan worden verstrekt, merkt de Minister op, dat dit aangele genheden betreft, die thans niet aan de orde zijn. De bezwaren, verbonden aan het op richten van cursussen naast de lagere school, ook in verband met de finan cieele gelijkstelling, zullen voor een g*oot deel komen te vervallen, als door dit wetsontwerp de kwestie van het onderwijs der vreemde taal op de school is opgelost. Overigens maakt het vraagstuk der cursussen een punt van overweging uit bij de Staatscom missie voor de herziening der L. O.- wet 1920 Nota's van wijzigingen zijn aan de Wemoriën v. Antw. in 2ake beide wets entwerpen toegevoegd. Verlenging overgangstermijn n.l.o.- en m.uJ.o.-scholen. Voorts is verschenen de Memorie v. Antwoord betreffende het wetsont werp tot wijziging van art. 193, tweede lid der L.O.-wet 1920. De opmerking van sommige leden, dat de eenige bestaansreden der oude u i.o.- en m.u.l.o-scholen tot dusver deze was, dat in die scholen ook bene- dtn het zevende leerjaar onderwijs in vreemde talen kon worden gegeven, en dat, indien het hierboven genoem de wetsontwerp tot wet wordt verhe- vtn, er geen reden meer zou zijn deze scholen in stand te houden, is niet juist. Een andere reden om deze scho len te doen voortbestaan, ligt hierin, dat het schooltype, met name van de 9- of 10-kl. m.uJ.o.-scholen, zoo ge heel anders is dan dat van de gesplits te lagere school met 6 of 7 leerjaren e;i de u.l.o.-scholen met 3 leerjaren, dat de Minister meent deze scholen waar zij nog bestaan, in stand te moe ten houden, hangende het onderzoek naar de vraag, of he; niet gewenscht zou zijn een dergelijk schooltype in de toekomst weder tot nieuwen bloei te brengen. HET NIJVERHEIDSONDERWIJS. Maandag is aan den Raad van Mi nisters, de Eerste en de Tweede Ka mer de motie gezonden, aangenomen op het jongste congres voor nijver heids-onderwijs, waarin verzocht wordt het daarheen te willen leiden, dat onverwijld wordt ingetrokken art. 11 der wet van 28 Juli 1924 en volledi ge uitwerking wordt gegeven aan art. 25 (titel 1) en art. 39 (titel 11) der Nij verheidsonderwijswet, zoodat nijver heidsonderwijs kan worden verstrekt waar en voor welk vak dit gevraagd wordt en de behoefte daaraan op af doende wijze is gebleken; dat bet on- onderwijzend personeei bij het nijver heidsonderwijs wordt opgenomen in het Bezoldigingsbesluit, de juiste plaats vastgesteld, die dit personeel in het Bezoldigingsbesluit moest inne men en eenheid gebracht in de sala- rieering van dit personeel; dat voor bet nijverheidsonderwijs een bijzon dere commissie voor georganiseerd overleg in leeraarszaken wordt inge steld, terwijl de vierde afdeeling van den Onderwijsraad, daartoe opnieuw samen te stellen, advies moet kunnen geven over zaken, het nijverheidson derwijs betreffende in vollen gang. keuren" antwoordde eindelijk de ban kier, wijkende voor den aandrang van zijn vrouw en van den leermeester. „Waarom zouden zij weigeren, beste Karei?" „Omdat zij redenen kuncien hebben, die wij niet kennen? Ik wil volstrekt bun toestemming niet afdwingen. „En ik weet zeker, dat ik hun toe stemming zal krijgen", zeide het kind juichend. „Vooreerst weigert Walters moeder nooit tets aan Mama. En ver der zal ik het ook vragen, ik weet heel goed, dat zij geen neen zal zeg gen." Na eenige schuchtere tegenwerpin gen van den kant der familie Lenooy werd er eindelijk overeengekomen, dat men drie maanden zou probeeren en dat men er alleen mee zou doorgaan, als bet zou blijken, dat het voor bei de partijen voordeeliig was. Toch maakte. Ghristien één voorbe houd,. toen zij Walter afgaf, en dat was, dat haar zoon. onder geen enkel voorwendsel, bij zijn beschermers het middagmaal zou gebruiken en nooit bij hen slapen zou. Zij vreesde, dat het karakter van Walter verwee kei ij ken zou in die weelderige omgeving en dat de kleine jongen, levende in zoo'n geheel andere omgeving dan tie zijne, zich zou schamen gaan over den veel geringeren stand, waarin hij ge boren was. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5