Dit nummer beslaat uil TWEE Bladen. EERSTE BLAD. CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS JAARGANG VRIJDAG 26 NOVEMBER 1926 NUMMER 1987 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal 2.50 Per weekI 0.19 Franco per post per kwartaal I 2.90 EIBSEHE COURANT DE GEMEENTEBEGROOTING. I BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 Gewone advertentiën pet regel 227» c*nt Ingezonden Me de deelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke redactie. Kleine adrertentiên bij tooniitbetaling ▼en ten hoogste 30 woorden, worden dage* Üjks geplaatst ad 40 cent. II De, door ons gisteren besproken wen schelijkheid om in de begrooting- reke ning te houden met de werken die m iden loop van het begrootingsfaar uit gevoerd zullen worden, is ook in del afdeelingen ter sprake geweest. Een lid heeft zoo ongfeveer ons be toog naar voren gebracht dat de be grooting ook de plannen dient te be vatten. Een ander lid achtte de be grooting eenigszins duister maar had (daarbij meer net oog op de verhande ling van saldi. B. en W. antwoorden daarop, dat zij het nut van memorieoosten niet in zien, terwijl zij meenen, dat het opbren gen van memorieposten onvermijde lijk is omdat in Augustus de uitgewerk te plannen nog niet aanwezig zijn. Wel ke grondaankoop-en zullen plaats heb ben, valt zelfs ril et te voorspellen, zeg gen zij. De financieel» gevolgen zijn: eerst te beoordeel en, als de plannen zijn uitgewerkt. Gevoeglijk kan worden toegegeven, 'dat de plannen niet kunnen zijn uit gewerkt en dus onmogelijk een juiste, raming is te geven. Maar evengoed is het waar dat de meeste plannen wel hun schaduwen vooruit werpen. Som mige aankoopen zijn meer dan ten jaar in. overweging. Maar vooral valt op te merken, dat een globale raming toch beter is dan een memoriepost en een memoriepost staat boven net geheel ontbreken op ide begrooting van een opderwerp. Laat ons aannemen, dat de gewone (dienst zoo gunstig zich laat aanzien (dat verschillende werken uit de gewo ne middelen kunnen worden uitge voerd. Raamt men nu niet die werken Idan zal het gevolg zijn een opzettelijk te laag ramen van de ontvangsten of het kweeken van een reserve, die nogi geen bestemming heeft. Beide zijn uit een goed begrootingsoogpunt te ver werpen. Een toevallig overschot vormt eeh onderwerp voor begeerige raadsle den om hun lievelingsdenkbeelden op het onverwachts aan de .orde te stel len. Even gevaarlijk lijkt ons dit sy steem in handen van het Dagelijksoir Bestuur. Men kan de portée van een voorstel het best beooraeelen in het raam van ,de geheel© taak van de gemeente. Wil men zich voor onevenwichtigheid wach ten, dan most er een vast plan zijn, Idat alleen in onderdeelen wij'zigbaar js. Het vaststellen van zoo'n plan doet -men ol voor een zeker aantal jaren en .wijzigt dit dan zoo jioodig vóór de lo-pmaking der begroeting. Dit heeft o.a. het voordeel, dat het geheim, kan blijven, hetgeen met de begrooting niet het geval is. Ot men verwerkt het elk jaar in de begrooting. Algemeene reserve. Dat de kracht van het voorgaande betoog gevoeld is, bewijst de vorming van een algemeene reserve. Deze re serve, hoewel een stap in goede rich ting, heeft echter nog alle kenmerken de bezwaren die wij noemden. Het is te veel het geduldige melkkoetje waar heen men trekt om zich te laven tegen den dorst, naar plotseling opkomen de belangen. Als er geld is wordt een voorstel eerder aangenomen zonder af wegen van andere belangen, dan wan neer de middelen nog glezooht moe ten worden. Bedrijfswinsten. De beschuldiging dat er een streven bij B. en W. zou zijn om die bedrijfs winsten hoog op te voeren, werpen'B. en W. met verontwaardiging van zich. Het komt ons voor, dat het door het College ingenomen standpunt, het i'uiste is. Matige bedrijfswinsten kwee- :en, kan ook naar onze meenmg als een goede politiek worden aangemerkt 'mits met nadruk aan dat „matige" 'de hand worde gehouden. Vooral 'in een stad £Üs Leiden waar de belasting hoog is, en het totaal belastbaar inkomen een betrekkelijk laag bedrag aanwijst, vormen de be drijfswinsten een goed hulpmiddel tot Btijving van de gemeentekas. Bezuiniging. Met instemming hebben B. en W. kennis genomen van een opmerking van een der leden, dat gestreefd moet worden naar bezuiniging o-p de uitga ven. Daarom gaan zii ook niet mee met verschillende wenschen door raadsle den bij het afdeelingsonderzoek uit gesproken. Inwilliging zou in strijd zijn met de mogelijkheden die de finan cieel© positie der gemeente toestaat. Strenge contróle op de besteding van gelden, versobering van diensten en bedrijven en vermindering van perso neel staat bij B. en W. op het program. Het wil ons voorkomen, dat heel veel hiervan geen opzettelijke uitvoe ring'zal kunnen ontvangen. Intusschen is het goed, dat het nog eens gezegd wordt. Zuinigheid een beter woord voor bezuiniging is naar onze mee ning |in Overheidsdienst altijd het wachtwoord'. Maar al te veel aanlei ding is er om aan een te gulle hand toe te "geven. STADSNIEUWS. ONS FEUILLETON. Heden maken wij een aanvang met een nieuw feuilleton, getiteld: .Opof fering beloond." Het verhaal geeft de geschiedenis weer van een held die. uit liefde voor zijn weldoeners, een tijdlang een verschrikkelijke beschul diging niet weerspreekt cm de eer van die weldoeners te redden. In bet eind wordt liefde en weldaad schitte rend beloond. KIESVEREENIGING NEDERLAND EN ORANJE. Gisteravond trarl voor de Kiesver- esni-ging Nederland en Oranje o-p Ds. C. W. J. van Lummel van Zuidjand met het -onderwerp: Met wijze raad slagen. De voorzitter, de heer G. Kuyper opent de vergadering met gebed. Daar na las hij een gedeelte van Ezech. 37. Nadat Vervolgens gedongen was Ps. 138:4 leidde de Voorzitter den spr. in met de opmerking dat wanneer voor de verkiezingen de gewoonte werd in gevoerd om als bij de Engelsche wed rennen te wedden de bookmaker onze kansen zou aangeven als 1 tegen 3* Er is onder ons nog geen bezieling Het is als in het gezicht van Ezechiël dorre doodsbeenderen. Laat ons hopen dat ze niet zeer dor zijn. De beende ren moet bijeen komen moeten spieren en zenuwen ontvangen. Maar vooral de geest moet komen. .Dat is Gods werk. Maar de profeet moet profetee- ren. God doet het niet onmiddellijk. Wij hebben ook heden een profeet uit net zuiderland die voor ons zal profeteer en. Ds. van Lummel wijst er op dat zijn onderwerp is ontleend aan Spr. 20. De wijze Koning achtte dit woord van zooveel gewicht dat hij in Spr. 24 het no-g eens herhaalt. Spr. heeft, omdat hij naar Leiden ging, ook de Leidsche vertaling van Prof. O-ort er nog eens op nagezien en vond daar een opmerkelijke gelijkenis met onze Statenvertaling. Er is sprake van oorlog. Gelukkig geen oorlog zooals we nog kort gele den beleefd hebben, maar wel een geestelijke strijd. Wij moeten ons voor bereiden op ernstigen strijd. Vooral de A.R. partij zal vinnig bestreden wor den. Spr. heeft geen medelijden mot die A.R. partij. Wij moeten God dan ken dat wij bestreden worden. Als student heeft spr. eens van Dr. Kuy per, tot iemand die hem op zijn ver jaardag rust toewenschte, hooren zeg gen, dat hij dan zou meenen dat het niet goed was. Uilenspiegel en de N. R.C. konden Kuyper niet met rust laten. Er is gezegd, dat het wel merkbaar is, dat de groote baas er niet meer is. Dat mogen wij niet op ons laten zitten. Spr. denkt terug aan nu 25 jaar ge leden. toen de meerderheid in de Sta ten van Zuid-Holland verkregen werd. Er was een tijd, dat we een man meer denheid hadden. Toen werd er alles op gezet om ons die eene man te ont nemen. Er was in Zuid-Holland een liberaal, die f20.000 gaf. Er stond op het spel niet alleen de meerderheid in de Staten, maar ook van de Eerste Kamer. Straks staan we weer voor een dub heele strijd voor de Staten en de Ge meenteraden. Wij staan er slecht voor, want wij zijn met de laatste verkiezingen ach teruitgegaan. Dat weten onze tegenstanders ook. Zij weten dat er nu voor hen een kans is. Dat geeft hun moed. Moed geeft 10 voor. Daarom moeten wij nog groo- ter moed vatten. Wij moeten met wijze raadslagen omgaan. Er zijn domme en wijze raad- Tot de eerste rekent spr. de vraag Waar leden wij bij vorige verkiezin gen de meeste schade? In hoofdzaak in het zuiden, in den kieskring Dor drecht is dan het antwoord. Laat men daar het uiterste best doen, zegt men dan.' Wij zullen trachten op peil te blijven. Dat is echter dom. Want als het dan in het zuiden eenis weer tegen valt, dan is er verlies als hier geen winst behaald wordt. Anderen treuren dat zooveel chris tenen niet met ons optrekken. Ook dat is dom. Spr. heeft niet zoozeer het oog op de H.G.S. partü. die staat niet zoo dicht bij ons. Spr. heeft nooit gevoeld dat Ds. Lingfbeek het met ons eens was. In elk geval heeft hij nu onlangs wel getoond dat van die zijde niets te verwachten is. Maar er zijn anderen, zegt men dan. De partij van Ds. Kersten, de S. G.P. Reken er maar op in de verkie- _sdagen, zal men van links niets ongebruikt laten om die partij verre van ons te houden. Spr. zegt, wij geven toe dat die par tij verkeerd doet. Geven toe, dat 'het. zelfs onverantwoordelijk is wat die partij drijft. Zij stellen zich tevreden met te spreken waar daden ge vraagd mogen worden. Het gedrag van de leidslieden dezer partij is niet alleen onverantwoorde lijk, het is ook onwaarachtig. Ds. Ker sten weet maar al te goed dat ook hij voor een voorstel 51 stemmen moet hebben en dat hij die nooit zal beha len als hij geen overleg pleegt met anderen. Maar toch mogen wij nooit vergeten daj deze partij uit hetzelfde beginsel leeft. Het is er mee als met een Ds. wiens preek goed is, maar de toepas sing deugt niet. Zij zijn ons geen vij anden, maar vrienden die dwalen. Wij moeten voor hen bidden, dat God ze de dwaling zal leeren inzien. Spr. heeft als iongen een spreuk ge leerd, die hem in ziin leven al vaak ♦ot steun is geweest n.l. deze: God scheidt moeilijkheden voor ons, opdat wij ze zouden overwinnen. Wij moeten zonder morren aanpak ken. Wij hebben met de C.H. en R.K. een coalitie gehad. Veel hebben we door die coalitie verkregen. Dat is al les nu in de war. Sommigen zeggen nu: Goddank dat we van die coalitie af zijn. Spr. kan dat begrijpen. Bij elk Calvinist is er maar weinig noodig om het anti-pa pism© aan te'b-lazen. Anderen juichen: Nu zijn we van die lauwe Chr. Hist. af. Ook dat kan spr. begrijpen. Als jongen maakte spr. in Utrecht wel eens ^in een verborgen hoekje van de zaal een vergadering van de Anti Rev. mede. Toen was bet een prachtige tijd, de bloeitijd onzer partij. Wij hoefden naar niemand om- te izien. Maar wat hadden wij toen. We hadden een enkele vertegenwoor diger in de Kamer. Anti-rev. burge meesters. Notarissen, Doktoren enz. neen, die hadden we niet. Als men zou hebben willen vragen om een Antirev. Minister, zou men ons gezegd hebben, dat we in Oegstgeest thuis hoorden. Het was in de partij heerlijk. Maar naar buiten was het dor. Een oogenblik komt echter de vraag op: was het-toen niet beter? Is het geen wijze raadslag om tot dat isole ment terug te keeren? Nu is de ervarenheid bij de ouden. Die ouden hebben ons geleerd, dat om iets te bereiken, wij samenwerking moeten zoeken. Als wij dat nu'niet willen, kunnen wij dan wel bidden dat God ons werk zal zegenen? Daarom mogen wij die samenwerking iets te bereiken viel. Dat is geen uitvinding van Kuyper. Maar Groen kon niet tot die samen werking komen. Men zegt, dat de coalitie ons ver watering gebracht heeft. Wij zouden zijn afgezakt naar den Roomschen kant. Spr. kan getuigen, dat hij na zoo veel jaren' van coalitie nog geen en kel Roomsoh haartje heeft gekregen. Wat is eigenlijk coalitie? Die vraag moeten wij beantwoorden. De heer Nólens heeft in de Kamer gezegd, dat de coalitie, nog niet dood is. De twee voornaamste partijen nog gereed om samen op te trekken. Maar om de derde er weer intehaleru daar is> de tijd nog niet rijp voor. Het is met de coalitie als met goe de buren, die niet eens geestes zijn, Die buurschap brengt mede, dat we vriendschappelijk enkele dingen sa men regelen. De gezinnen loopen ech ter niet in elkaar. Daar bestaat wel gevaar voor. Vooral voor de kinderen die niet goed onderscheiden. Zoo is er misschien bij ons wel eens wat aan kleur-echtheid bij sommigen ingeboet Ook hebben wij als partij geleden Degene die het meeste inbrengt heeft altijd veel te verliezen. Een knap werk man, die f 1000 inbrengt, verliest in een zaak minder dan een. die er f20 duizend ingebracht heeft. Nu heb ben de Chr. Hist, en R. K. ook wel heerlijke beginselen, maar nog onein dig veel hooger schat 9pr. de A. R beginselen. Die heerlijk^ beginselen moeten wij nu weer ophalen eni vastzetten. Wij moeten als partij weer op peil komen Dan kunin enwe ook weer komen tot een goede coalitie. Dis goede coalitie moet er komen Dr. Kuyper heeft zich de coalitie steeds gedacht met volledige vrijheid voor elk der partijen, Dr. Kuyper heeft eens gezegd. 't was in een der eerste nummers van de Stan daard als de kleine man het kies recht moet hebben dan wil ik daar toe zelfs met een radicale S. van Houten samenwerken. Het doel der coalitie is, om door samenwerking iets te bereiken, waar bij ieder uit eigen beginsel handelt. Wij behoeven elkaar dan niet te dan ken, het is eigen belang dat ons drijft Het gaat natuurlijk gemakkelijker als men punten van overeenkomst beeft. De gemeenschappelijke wortel des geloofs is door ons nooit zoo begrepen als door de tegenpartij wordt beweerd. Sommige propagandisten mogen- zich wel eens onvoorzichtig hebben uitge laten, dat toch verschillende geloofs stukken ook Rome met ons gemeen heeft, maar daarbij wordt dan verge ten dat Rome daar geheel iets anders van maakt dan onze catechismus. Wpl staat Rome ons nader dan de Liberaal, die mei de witte das om naar de Kerk gaat, doch die op de vraag vanwaar bij zijn licht verwacht wel omhoog wijst, doch niet naar den hemel, maar alleen naar zijn hoofd. Partijroeping en coalitieroeping zijn twee. Voor verslapping moeten wij ons hoeden. Het getal doet het niet in de partij. Honderd halven zijn geen 50 heelen, omdat men op die halven niet aan kan. Reeds Groen zeide dat ieder goed Christen ook Anti Rev. is. Maar daar voor moeten harten gewonnen worden Willen we een goede coalitie, dan moeten we hebben gave partijen. Wat hebben we nu we een coalitie missen. Spr. wil van dit Ministerie niets kwaads zeggen. Maar ze hebben ons niets beloofd. Als we bet behoud van de Chr. grondslagen van hun krij gen, dan valt het mee. Als we iets beters krijgen kunnen moeien wij daarnaar streven. Wij weten niet wanneer dat zijn zal zal God misschien door een bijzon dere gebeurtenis dat van boven, opleg gen? Of zal hét vanzelf groeien? Wij weten het niet. Maar kunnen we nu Wel propagan da maken. Spr. antwoordt, dat voor onze heerlijke beginselen het een lust is. Als Ds. Lingbeek zegt, dat hij het monopolie heeft, gelooft niemand dat. De jongste debatten in de Kamer heb ben wel anders geleerd. Wij benijden ook de C.H. bun poli tieke geloofsbelijdenis niet. Willen zij de staatkundige zaken toetsen aan Gods Woord, wij staan liever op den grondslag van Gods 'Woord. Onze leu ze is tegen de Revolutie het Evange lie. Men legge de klemtoon nu eens niet op revolutie en evangelie, maar op de lidwoorden de en het. Zoo kunnen we straks een goede co alitie aangaan. Maar zal men zéggen: dut is nu al les landspolitiek. Wij hebben volgend jaar geen Kamerverkiezing. Geldt dat nu ook voor de Staten en de Gemeen teraden Spr. zegt ongetwijfeld. Onze begin selen komen overal te pas. Men moet maar eens een burgemeester hooren. Let er maar eens op. welke be teekenis het College van Ged. Staten heeft. Maar ook in de Rrov. Staten: komt ons beginsel tot zijn recht. Het bleek nog onlangs in de Staten van Zuid- Holland. De beer Schaper wilde een groot Provinc. krankzinnigengesticht. Onze mannen pleitten voor de vrijheid Ied^r moet zijn lijdend familielid kun nen doen verplegen in de inrichting die zijn beginsel boog houdt. Het is geen kwestie van bruggen en sloten alleen, de groote vraagstukken komen er ook. Maai* ook de be teekenis van onze stern in de Eerste Kamer hangt er aan. Wat dat beteckent hebben we ook in Zuid-Holland gezien. Die le Kamer wordt hoe langer hoe meer een college van gewicht. Men wil dat de Eerste Kamer weer goed maakt wat de Tweede Kamer heeft bedorvën. Spr. zegt: voor 25 jaar hebben we gebeden en geworsteld. God heeft ons werk bekroond. Toen hebben we er God voor gedankt. Waar zouden we met die dankbaar heid blijrven als we nu die winst weer lieten verloopen. De Voorzitter herinnerde aan de En gelsche wedrennen en zei dat de book maker ons een kans gaf van 1 tegen 3. Welnu zegt spr. dan kan 1 ook nog wel winnen. Zie maar naar Eliza te Dotham, daar waren de tienduizenden onzichtbaar aan Eliza's zijde. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen maakte de heer Nielsen gebruik, die meende dat wij met de aanneming van het verdrag met Bel gië aan den leiband van1 Nolens loo pen. Eenige harde woorden over dat verdrag voegde bij er aan toe. Ds. van Lummel merkte terecht op, dat dit buiten het onderwerp was. De zaak is niet zoo eenvoudig als de beer Nielsen het voorstelt, anders zonden mannen ais Minister ven K&mebeek. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. Binnenland. Het spoorwegongeluk bij Leiden. Groote brand in Zwammerdam. Buitenland. Dreigend conflict tusschen Mexicc en de Ver. Staten. Het Engelsche mijnwerkersbestuur pessimistisch over den toestand in de districten. De onderhandelingen lusschen de mijnwerkers en de eigenaars zijn ook in Cumberland mislukt. In Schotland is overeenstemming bereikt. Colijn, Idenburg en zoo veel anderen het wel volmaakt met elkander eens moeten zijn. Met een woord van. dank en een op wekking om de ledenvergadering op 9 Dec. vooral trouw te bezoeken, sloot de voorzitter dezen goed geslaagden avond. Ds. van Lummel eindigde met dank zegging. APOLOGETISCHE SAMENKOMST. Gisteravond werd in de Hoogl. kerk de derde of laatste Apologetische Sa menkomst gehouden door Dr. J. Rie- mens. Ook ditmaal was het kerkgebouw goed gevuld. Dr. Riemens had tot onderwerp „Ze delijkheidsopvatting en Waarheids bronnen bij Rome en bij het Protes tantisme". Na een korte inleiding wijst spr. er op, dat de vrijheid met welke Christus ons vrijgemaakt heeft, niet mag'leiden tot bandeloosheid maar tot gehoor zaamheid. De gemeente heeft tot plicht zich in het ge-loof te laten gezeggen wat haar door de voorgangers en ambts dragers wordt gepredikt. Gematigdheid bij de voorgangers en gezeggelijkheid bij de gemeente zijn twee eischen, welke God in Zijn Woord vordert. Ondanks alle twistdemonen en splijtzwammen is er God© zij dank bij liet Protestantisme een ©ebt Evange lische band tusschen voorgangers en gemeente. Wanneer men aan Rome vraagt wat is geloof, dan antwoordt het: geloof, dat is de kerkleer. Gelooven is, wat God door Zijn kerk geopenbaard heeft. Naast de 10 geboden Godp beeft Rome nog 5 geboden der Kerk. le. Het vieren der feestdagen. 2e. Het hooren van de mis op den Zondag. 3e. het houden der Vastendagen. 4e. het komen in den biechtstoel. 5e. bet houden van het Pascben. 't Is alles regel op regel en gebod op gebod. Een zich buigen onder de macht van den paus en der geestelijkheid. Een gelooven op gezag der geaccredi teerde Kerkdienaren, waardoor men meent genade(n) te ontvangen. Het protestantisme kent slechts één genade, n.l. de genade Gods door Jezus Christus; Rome evenwel kent meerdere genaden. Hoe ver ligt deze leer af van bet Woord der Schrift: „uit genade zijt gij zalig geworden en dat om niet, bet is Gods gave". Ook ten aanzien van den doop bij Rome ontwikkelt spr. ernstige bezwa ren. Volgens Roomsche opvatting ont vangt elk gedoopte de beiligmakende genade Gods en is absoluut zeker van zijn (haar) toekomstige zaligheid in dien hij (zij) zich niet schuldig maakt aan z.g.n. „doodzonde". De doodzonde wordt in de Room sche catechismus herhaaldelijk ge bruikt. Rome kent vele doodzonden. Gods Woord evenwel leert er ons slechts één, n.l. de zonde der volko men volharding. Kind Gods, en mitsdien erfgenaam van Christus, worden wij niet door den doop maar alleen door het geloof in God. En indien wij tot groote zon de komen, maakt dit ons kindschap Gods niet ongedaan. In dit verband wijst spr. op den verloren zoon, die, na een leven van z.g.n. doodzonden met berouw tot zijn vader kwam en volkomen vergeving ontving. Ook de leer van de biecht der Roomsche kerk werd door den begaafden spr. aan ern stige critiek onderworpen. De biecht wordt bij Rome in 8 af- deelingen onderscheiden, n.1. het be rouw, de belijdenis en de boetedoe ning of satisfactie. Allerwege wordt bet gaan tot der biechtstoel door Rome gepropageerd en zoo dit al verzuimd wordt, - eis cl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1