mi DE ÜtLKfi ZEGGEN.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 25 NOVEMBER 1926
TWEEDE BLAD.
Abnormale toestanden.
Het kan best zijn, zegt de Rotter
dam m e dat het tegenwoordig ka
binet past op den huidigen politiekeu
toestand als een deksel op een melk
bus. maar ongewoon is die toestand
dan toch zeker.
De algemeene beschouwingen over
de Staatsbegrooting van 't volgend
jaar, welke met een handomdraaiefi
afgedaan waren, hebben dat wel dui
delijk getoond.
Het Kabinet-De Geer had de Staten-
Generaal niets te zeggen en de weer
slag uit de Kamer bleef dan ook uit.
Het debat had kleur noch fleur. F.r
zat ook niets in voor de verkiezingen
van het volgend jaar.
We zouden 't wel anders willen, zei
den de partijen in de Kamer, maar we
kunnen niet.
Zoo is het hier eigenlijk ook, gaf de
Regeering terug. Hoofd voor hoofd
zijn de Ministers, althans voor 't groot
ste deel, menschen met .muurvaste be
ginselen en 'n diep gewortelde over
tuiging. Maar zóó mogen we ons niet
openbaren. Want we vormen een ex
tra-parlementair Kabinet
Neen, de leden van het Ministerie
staan niet onverschillig en gevoelloos
tegenover vraagstukken van huwelijk
en Zondagsrust en in 't algemeen te
genover 't handhaven van de Christe
lijke grondslagen van ons volksleven,
maarals Minister praten ze er
liever niet over. Want dan ligt er voor
dit Kabinet, dat noch op de rechter-
noch op de linkerzijde steunt, zoo heel
vèel op verboden terrein.
Ieder voelt, hoe 't wringt in 't staat
kundig leven.
Over de vragen van den dag, over de
stroomingen, welke ons volksleven be
roeren, kan in de Kamer niet gespro
ken worden, want niemand pareert
de degenstoot.
De coalitie verlamt onze actie, is
menigmaal ook in onzen kring gezegd
In ons isolement ligt kracht, want
dan kunnen we de banier uitdragen
overeenkomstig ons beginsel.
Ja, dat zou zoo zijn, indien we tegen
over een Regeering van vrijzinnigen
huize stonden. Doch tegenover een
ex tra-pari em e rut a ir Kabinet, boven
dien nog eenig;szins rechtsch gekleurd
ligt de actie lam.
Boven deze is een rechtsche coalitie
regeering te verkiezen, waarbij wij de
Christelijke beginselen hebben te ver
dedigen tegemover aanvallen van ver
schillende zi|?den.
KERK EN SCHOOL.
NEID. HERV. KÉRK.
Bedank't: Voor Echtelt, C. D. ls-
faël te Kofudekerk a. d. Rijn. (Voor
2iande\veer, Gr., J. P. Snoep, te Gaast
(Fr.).
GrEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Schoonrewoerd, G.
van Heiningen te Ter Aar.
BEVESTIGING. INTREDE EN
AFSCHEID.
Ds. P. F. van Noort, gekomen van
Zalk, werid Zondag door Ds. F. A. van
Schaik, \ian Kampen, bevestigd als pre
dikant d*»r Ned. Herv. Gem. van Oud-
Loosrechh met Joh. 1:47 slot, en deed
des namiddags zijn intrede met een
predikatie over Hand. 4:12.
r Ds. G. van der Zee nam,Zondag j.l.
afscheid van de Ned. Herv. Gem. te
la^estenn.
Na de 1 gebruikelijke toespraken, waar
in de K©rkvoogd(j werd aangeraden om
^nder protest te voldoen aan den Pvaad
van beheer, werd de scheidende leeraa;
toegesproken door den Kerkeraad en
Burgemeester.
Ten slotte zong <je gemeente den naai*
Den Bommel vertrekkenden leeraar toe
Psalm 121:4.
Dinsdagavond werd Ds. J. Gille-
baard door De. Verhoef in de Gerei
Kerk te Zeist bevestigd, met een pre
dikatie over Jes. 3:10 en 11.
De gemeente zong staande haar nieu
wen predikant Psalm 123:1 toe.
IN MEMORIAM Ds. J. v. LINDEN.
Gistermiddag heeft op „Nieuw Eik
;en Duinen" de overdacht plaats gehad
van het gedenkteeken op net graf van
Ds. Js. v. d. Linden, den rijkbegaafden
{prediker, die ruim 27 jaar de onge
deelde Geref. Kerk van Den Haag die
nen mocht en 20 Febr. j.l. in den ouder
dom van 73 jaar overleden.
Met het oog op het giire jaargetijde
en den zeer noogen leeftijd 'van Mevr.
de Wed. v. d. Linden, hal de plech
tigheid in de rouwkamer van de be
graafplaats plaats.
De ruime zaal kon alle aanwezigen
niet bevatten.
Dr. Dijk en Ds. Douma voerden het
woord.
SCHISMA TE BAARN.
Dinsdag is in een vergadering van
bezwaarde Gereformeerden te Baarn be
sloten, over te gaan tot stichting van
een Ned. Geref. Kerk aldaar. Vijf-en-
twintig gezinnen hebben zich bij de nieu
we gemeente aangesloten, waaronder 2
aan welke de kerkeraad den doop van
een kind op grond van onder censuur-
stelling wegens oppositie tegen de be
sluiten der Synode geweigerd had. De
nieuwe gemeente zal voorloopig bijeen
komen in het gebouw van „Baarn'sMan
jienkoor". A.s. Zondagochtend zal Ds.
Smelik uit Tienhoven hier optreden, in
wiens plaats dan te Tienhoven Ds. J.
C. Aalders preekt.
GIFTEN EN LEGATEN.
Ds. J. v. Herksen, Geref. predikant
te Hillegom, ontving van een lid zijner
gemeente de beschikking over maxi
maal f 1000 voor verfraaiing van den
kansel in de te bouwen kerk aldaar.
DE MYSTIEK DER OUDE KERKEN.
Dr. M. J. A'. de Vrijer, Herv. Pred. te
Amsterdam, schrijft in zijn wfjkblaadje:
„Mijn Herdersstaf':
's Morgens, den iaden November, ha-i
ik in de Nieuwe Kerk gepreekt- over de
vraag: „Wie is mijn naaste?" (Luka:
,10:29).
't Was er donker eerst. Op den kansel
hing een sombere sluier onder den to
ren van het klankbord. Toen kwamen
door de zuidelijke ruiten de zonnestralen
gebroken uit Novemberjachtwolken. Al
basten schijnsel. Door 'fc gedenkraam van
'98 brandende stralen. Onder 't hooge
kanseldak vloeide over den schemer
heen teen wat amber licht.
Bij een dienst in de Nieuwe Kerk haalt
er geen in een der kerkgebouwen aan
den rand der stad. ook zelfs de Koepel
kerk niet.
De randgebouwen zijn beter bezocht.
Daar wonen ook de menschen. Maar die
randkerken zijn nuchter. Geen mystiek
schuilt er in. Alleen de Brincessekerk
heeft er iets van. Maar ook die mist het
grandioze, het weideche, den huiver,h et
licht en donker van de oude kerken in
het centrum cj^r stad.
Hce weinigen zijn er, die de innigheid
.en het vervaarlijke van onze klassieke
kerken doorleven
Toen voor twee jaar het eucharistisch
congres naar Amsterdam werd bevolen,
het vervulde het stadion: het rij verkeer
daar voor uren gestoord
Dien Zondagmorgen was er, op een
enkele na, geen sterveling in de Oude
Kerk.
Had een diep historisch besef ons ge
dragen, dan zouden wij dien morgen
{onverschillig wie er predikte in wij
den treurenden stoet naar die plaats zipi
getogen, en we zouden op het aloude
ihek de woorden hebben gespeld, die
ik er als knaap allen Zondagavond her
las, de gulden letters, die kerkmeester
Cornells Schellinger er doed schilderen:
't Misbruyk, in Godes Kerk allengs-
kens ingebracht, Is hier weer afgedaen,
in 't .jaar zeventig en acht".
VARIA.
De restauratie van het kerkgebouw
der Ned. Herv. Gem. te Borculo is op
gedragen aan de firma I. Woudenberg
te Utrecht voor f 89.900.
FEDERATIE-EXAMEN S.
Voor de tusschen Dinsdag 14 en
Woensdag 22 December a.s. te houden
examens in Handelscorrespondentie
hebben zich aangemeld 2723 candida-
tén voor de examens in de Nederïand-
scke, Fransche, Engelsche, Spaansche
en Zweedsche talen.
Voor het examen in boekhouden
hebben zich aangemeld 1458 candida
tes
.De examens worden gehouden te
Amsterdam in het Feestgebouw „BeJ-
levue", Leidschekade 90, op 15 en 16
December den eersten dag van 's mor
gens 9 tot 's namiddags 1 uur en des
namiddags 2 tot 5 uur; den tweedén
dag van 's morgens 9 tot 's namid
dags 1 uur en des namiddags van 2
tot 4 uur;
te Rotterdam ih het gebouw „Socië
teit Harmonie" (Doele), Coolvest 17,
als voren;
te 's-Gravenhage in den .Dierentuin
Koning3kade, als voren;
te Utrecht in het gebouw „De Plom
pe Toren", Drift 14, als voren;
te Groningen in het Concerthuis,
Poelestraat, als voren.
te Arnhem in „Musis Sacrum", Vei-
perplein, als voren,
te Hengelo in den Foyer van het
Concertgebouw, als voren;
te 's-Hertogenbosch in Sociëteit
„Casino", als voren.
te Roosendaal in het gebouw van de
„Katholieke Kring", Kerkstraat 1, als
voren;
te Maastricht in het Feestgebouw
„Mastreechter Staar", St. Servaas-
klooster, als voren.
STADSNIEUWS.
HET INSTINCT EIJ DIEEEN.
Prof. dr. H. J. Jordan, hoogleexaar
in de physiolcgie aan de rijksuniver
siteit te Utrecht, heeft Dinsdagavond
op uitnoodiging Van den V.C.S.B. in
het klein auditorium der Leidsche uni
versiteit een lezing gehouden over In
stinct. bij dieren.
Spr. zeide te zullen uitgaan van het
menschelijk denken. Het z.g. discur
sieve denken, dat uitgaat van onder
scheiden dee-len en door begripsvor
ming tot hoogere en hoogere eenheden
al opbouwende geraakt. Wanneer men
dit doordenkt kan men tot de over
tuiging komen, dat h.t geheel© geeste
lijke proces uitsluitend bestaat uite en
komen tot de eenheid der gedachte!
uit de veelheid der onderscheiden doe
len. \V,anneer men echter de psychische!
processen bij de lagere dieren bestu
deert, dan ziet men, dat dit toch niet
juist is, en dat in het begin van heti
gsychisch leven de psychische eenheid'
'estaat in waarneming en handeling.
Het'dier bezit aangeboren psychische»
eenheden, die het niet' in zijn onder-
d'eelen kan ontleden en die het niet
daaruit kan beheerschen. Het zijn de.
instincten, d.w.z. aangeboren verze
kerdheid v an samenhang tusschen fac
toren der omgeving en bepaalde bewe
gingen van het eigen lichaam, dus een
eenheid van waarneming en hande
ling, die rhei: eeil behoefte van het dier
in vast verband staat. Om dit te be
grijpen moeten wij enkele, voorbeelden
van dierlijke instincten leer-eft kennen,
en met behulp van die Voorbeelden en
kele stellingen trachten te bewijzen.
Spr. betoogt dan allereerst, dat in
stincten niet door individueel denken
zijn ontstaan, wat hij' met verschillende1
voorbeelden aantoonde. O.a. zegt spr
dat men in vele gevallen kan aantoo-
nen, dat door het instinct handelingen
worden verricht, welker doeleinden
aan het dier onbekend moeten zijn. Dei
larve van hst vliegend1 hert leeft mi
cliei bpomen en bereidt aan bet eind van
zijn ponpenstadium een z.g. poppen-
wiegA die, al naar gelang er uit de
larve een mannetje ot een wijfje- komt,
ruimte voor het "gewei bevat ot niet.
•Onnocdig te zeggen, dat de larve nooit
zulk een gewei gezien heeft, zoodat'
deze handeling een aangeboren gewis
heid "bij het dier verraadt.
Spr. betoogde verder, dat instincten,
al zijn zij aangeboren, toch niet de
uiting van een automatische handeling
zijn. Na dit met enkele voorbeelden te:
hébben aangetoond, zette spr. uiteen-
dat instincten niet als erfelijke ervarin
gen kunnen worden verklaard. Wij-
kennen. talrijke uiterst ingewikkeld? m
stinctshandelingen bij mieren, bijen en
termieten. De "belangrijkste van deze;
instincten, bij de bijen zelfs alle in
stinctshandelingen, worden uitgevoerd»
■door de werksters. Stel nu, dat dezel
vermogens van lieverlede door de er
varingen der werksters waren ontstaan
hoe moéten' zij dan overgeërfd vror-
den, aangezien de werksters zich niet
voortplanten? Dat het begrip ervaring
niet óp het instinct kan worden toe
gepast. blijkt ook reeds uit het feit,
'dat in zeer veel gevallen het beleven
van oorzaak en werking m die volg
orde, zooaïs zij namelijk geëischt wordt'
voor het opdoen van ervaring, bij een
zelfde i nrfividu niet plaats heeft. Spr.
wijst dan op de ingewikkelde wijze,
waarop de graaf wesp voor haar broed1
zorgt, dat zij nooit zal zien, zoodat het
resultaat, dé werking van haar han
deling. nooit door haar beleefd zal
werden en ervaring aangaande de doel
matigheid harer handelingen derhalve
uitgesloten is.
Spr. koert dan tot de stolling, dat-
ide instincten eenheden zijn en dat het
Idler deze dus niet uithaar onder-
•deelen behe&rscht. Een lichte trilling!
in het web van een spin beteekent,
voor dit dier, dat er prooi" is. Men
neemt waar dat het deze prooi weet te-
vinden, deze doodt, vastspint en opeet.
Diezelfde prooi in een schuilhoek on
der de kaken van de spin gebracht
wekt niet dergelijke handelingen op.
Trouwens de spin mist beeldvormende
ocgen en het is goed te Hegrijpen, dat
zij de prooi niet zoo waarneemt als
wij hiertoe in staat zijn. Wat evenwel
het belangrijkste is, is de eigenaardige,
verhouding tusschen het eenvoudige-
kenmerk en de waarneming van de ge-
heele situatie: haar web met cte prooi,
waarbij haar handeling immers nauw
keurig past, zonder dat zij de o-nder-
deelen afzonderlijk kan onderscheiden.
Wat blijft van deze instincten bij!
zoogdieren en menschen over Het in
stinct is bij het insect zoo-wel het doei
als de weg, om dit doel te bereiken.
Bij een zoogdier vinden wij, dat van de
natuur gegeven is het doel, maar niet
de weg; dien moet het dier zelf vin
den, en het vindt dien door de veel
heid der ervaringen. Dit geldt vooral
voor den mensch.
Dat ook bij den mensch het doel
vast gegeven is, weten wij uit de be
hoeften die wij hebben, maar de weg
waarlangs wij aan deze behoeften vol
doen meet door ervaring en discursief
(verstandelijk) denken gevonden wor
den. Hierdoor verdwijnt inderdaad'
hoe langer hoe meer uit ons bewust
zijn, hoezeer ook onze handelingen en
Klus ook ons denken gebaseerd zijn
op aangeboren behoeften of aandriften
Er is evenwel een ander en wel prin
cipieel v-ersohil tusschen het dier en
[den mensch. De behoeften van 'het,
{dier beperken zich tot afzonderlijke!
„stoffelijke" dingen, wier waarde het
zioh krachtens zijn instinct bewust is.
(Waar het instinct op 'een doel slaat»
van de gehsele soort, en niet voor het'
individu alleen, maakt het toch ge
bruik van een behoefte van het dier,
waardoor dus een waarde voor het
dier individueel ontstaat. Dit geldt
voor alle sociale" en voortplantmgs
instincten, )ook voor de menschelijke.
Naast dergelijke natuurgiegeven waar
ideb&palingen, die zich aan den mensch
dotor zijn gevoelsleven openbaren, heeft
cl© mensch nog hoogere waardebepa
lingen te kiezen. In de eerste plaats
noemt spr. het vermogen van den
mensch, dat men als het ethisch ver
mogen zou kunnen omschrijven, dat is-
het vermogen, bepaalde „.eenheden"
niet te "beocrdeelen naar de waarde,
die zij voor het subject hebben, maar
naar "de waarde die zij voor zichzelf
bezitten, hen met achting, ernst of
Elichtbesef te beschouwen en niet met
egeerte. En het is den mensch ga-
geven als het ware tusschen die twee
vormen van waardebepaling {begeer
te ot achtmg) te kiezen. Wij noemen
zijn wil: het vermogen die handeling
te verrichten die met zijn keus (tegen
zijn instinct; overeenkomst. Deze waar
deering van den anderen mensch, ons
ook door de natuur gegeven, is gencht
op een hoogere eenheid dan die van:
het eigen indidividu, de menschheid.
•Wij hebben nog meer aangeboren ver
mogens van eenheidsbesef,' bv. het,
aangeboren artistieke vermogen. Hij„
die muzikaal is, beleeft in zich de waar
de van -een samenstel van klankenA
die voor den onmuzikale een chaos!
zijn. Wel kan men dit vermogen ont
wikkelen, maar men kan het niemand'
geven, het is aangeboren en bewijst,
dat inderdaad geestelijke eenheden be
staan, die wij al evenmin uit hun dee
len kennen ais het dier de stoffe
lijke eenheden, die zijn instinct het
geeft, niet uit de onderaealen begrijpt.
De wereld, die aan het dier door zijn
instinct gegeven is, kunnen wij door
ons verstand als realiteit begrij
pen. Ons echter is een andere groot-
heidsorde van samenhangen door aan
geboren „intuitief" besef gegeven. Dit
besef toont ons aan, dat wij tegenover,
een geestelijke wereld konten te staan,
voor welker waardeenng wij wel in
stinctachtige vermogens bezitten, maar
die voor ons verstandelijk denken niet
toegankelijk is. Wei kunnen wij door
redelijk denken dergelijk? geestelijke:
eenheden constitueeren, doch het blijft
een constructie, wier waard© wij alleen
kunnen beleven door onze natuurgege-
ven intuitie ve vermogens.
Spr. komt thans terug tot de vraag
of in werkelijkheid de wereld uit dee-
ien bestaat, die wij voor onze rede tot
een eenheid opbouwen, zoodat de een
heid slechts schijn is, of omgekeerd,
of de wereld eerr.eenheid is, die ons
verstand ons slechts door onze ont
leding kan geven. Wie de waarde van
het instinct-onderzoek begrijpt, wie de.
innerlijke overeenstemiping tusschen 't
dierlijk instinct en de menscheiijke in-
tuitieve vermogens begrijpt, voor hem.
kan geen twijfel bestaan, oat de iaacste
©pvauing de juiste is. Maar dan, al
dus besicot spr., beseft hij tevens, dat
de taak van de wetenschap niet kan1
zijn bij de door ontleding onderscnei-
deh deeien stil te blijven scaan. Derge
lijke deeien zijn slechts de letters: zo
moeten door synthese „geiez-en wor
den o-m ook den zin te doen besef
fen van wat wij intuïtief ais „waarde"
beieven. Want ook hier is ons slechts
het doei of plichtsbesef den weg moe
ten wij zelf vinden.
WENKEN VOOR VEILIGHEID EN
VOLKSGEZONDHEID,
Kookt de melk.
Gebruik geen rauwe melk, tenzij
gij zeker weet, dat het z.g. „model-
melk" is. Door slechts gekookte melk
te nuttigen, kunt gij ziekte, als bv.
typhus, voorkomen.
Denkt daar vooral ook aan bij uit
stapjes en op reis.
GEZONDHEIDSRAAD
FEUILLETON.
Het karakter van Judas
ïskarioih
We stemmen niet meer overeen, we
stemmen in met partij-programma's
en partyleuzen en moties en dagblad
redacties en ingezonden en niet inge
zonden stukkenen die niet instem
men, doen dat om in te stem-men met
yen ander program, een andere leuze,
een andere motie, een andere redactie.
De overgevoeligheid van heden ligt in
naar oorsprong hiet zoo-ver van de on
gevoeligheid van 'tyerleden. Is over
gevoeligheid, d.w.z. overdreven ver-
.oon van gevoel, niet juist gebrek er
aan? De sentimenteele is altijd een
yynicus in zijn hart. Onze slapheid
m wil is gevolgd op slapheid van ge-
zoel. Dat we „stoer" waren, is langge
leden; maar te hopen is 't, dat we het
spoedig weer worden. Het is van het
opkomend geslacht dat we dit ver
wachten moéten, en de woorden „hope
des vaderlands" hebben in onze dagen
geen pi-?len klank. En ook hier geldt
het:, uit het gelopf is het leven. Een
krachtig geloof staalt den wil, stuurt
het gevoel. Juist omdat onze tijd het
geloof verloren-heeft, heerscht. er zulk
een passiviteit en gebrek aan hoop -oifi
de aangeboren gebreken te overwin
nen. Het individu laat. zich willoos
leiden door zijn hartstochten „die hij
nu eenmaal heeft"; boosdoener gewor-
den, wordt hij door den rechter op den
elfden grond vrijgepleit: ontoereken
baar. Gevolg van deze beschouwing
moet straks onvermijdelijk zijn de
meening, dat tucht en opvoeding har
senschimmige idealen zijn geweest.
Zou dat niet beginnen uit te loo-pen
op de oplossing der maatschappij? Om
dat te verhoeden moeten aan het op
komend geslacht de woorden van Cal-
vijn voorgehouden worden, die hij
naar aanleiding van Judas' verraad
schreef: ..Daarom laten wij vroeg lee-
ren ons te bekeeren" opdat een kracht
van geloof, die ook onzen wil en ons
gevoel sterkt, steunt en stuurt, ons
behoede voor verraad aan den Chris
tus, aan de maatschappij en aan ons
zelf; ons behoede voor moedeloosheid
en gevoelloosheid, hetzij die kracht
dan bruische als in Petrus of stil wer-
ke als in Johannes.
Ten slotte rest alleen*de vraag: hoe
hebben we ons te verhouden tot Judas
en den verrader, dien we ook in ons
persoonlijk leven kunnen ontmoeten?
Want wat van 's Heilands vriend
geldt, is ook waar van den onze. En
terecht merkt de pastor van Mastland
die een juisten kijk o-p de menschen
had,op: „de sentimenteele vriend ver
bergt in zich den toekomstigen men-
schenhater."
Voor de beantwoording van die
vraag eerst een verwijzing naar Je
zus' woorden, toen hij zijn discipelen
aan het avondmaal liet bemerken dat
onder hen 'n verrader was: „Ik spreek
niet van u allen" en als tegenstelling
tot dien verrader volgt niet: maar van
de braven en oprechten alleen. Neen,
Jezus laat daar de betee-ke-nisvolle
woorden op volgen: „Ik weet wie ik
uitverkoren heb." Deze verkiezing is
dus genade alleen. En daarop weer
laat Christus volgen: .opdat de Schrift
vervuld worde: die Mijn brood at,
heeft de verzenen tegen Mij opgehe
ven." Zullen wij dan durven klagen
als een vriend ons verraadt?
Zoo brengt een kijk op Judas ons
terug tot Jezus; een begrijpen VanJu-
'jas' verraad doet ons omzien naar
Christus' kruis. Ook het verraad van
Judas leert ons een stuk van de na-
vo kring. Chrisfi.
In het begin herinnerde ik er u aan
hoe men vroeger laag neerzag op Ju
das. zoo'n Judas." Laat ik besluiten
met de opmerking dat onze dagen pre
diken een opzien tot Judas. Een op
zien? Zeker. Want evenals de spreuk
vin Solon ook waar is voor den dis
cipel: „men kan niemand, zelfs niét
den geestelijk h-oog3taangeslagene, een
gelcovige noemen vóór zijn dood",
daar zelfs een ijverig en hoogstaand
discipel des Heeren Zijn verrader kan
worden' en een Petrus, waarop Hij
bouwde als een roes, zijn Heer ver
loochenen kan; zoo is het van den an
deren kant óók waar, dat Judas staat
boven allen die Christus niet willen
kennen, vooral uit onverschilligheid.
Judas heeft Christus gezocht, Judas
lieeft voor Christus gewerkt en geij
verd, Judas heefe Gliristus lief-gehad.
Wat van dit alles doen de onverschil
ligen onzer dagen, ik zeg niet onder
de „paganisten" ik stel hier de anti
these anders: ik vraag: wie van de
onverschilligen onder de mannen van
rechts en onder de Gereformeerde lid
maten onzer Hervormde en Gerefor
meerde kerken, ik -bedoel niet onver
schilligen voor de politieke macht, of
invloed, of a-mbten en betrekkingen,
ik bedoel niet onverschilligen voor de
stoffelijke belangen die wel óók sa
menhangen met het Ghristen-dom,
maar toch- ook met onz'e persoonlijke
belangen, ik -bedoel: wie van de on
verschilligen voor den Zoon van God,
voor den Christus en Zaligmaker,
durft nu nog langer neerzien op Judas
die He-m liefgehad heeft? Wanneer
we ons herinneren hert geestelijk lied
in de Middeleeuwen, de verzen van
een Jan Luiken, wanneer we ons voor
stellen de innige 'liefde die toen sprak
tot Jezus, het elkaar zoeken van die
twee: Jezus en de Ziel. en»we zien
dan plotseling 0111 ons heen, neen op
ens zelf, wie durft dan langer, ot hij
moet een onnoozele of een hypocriet
zijn, met de grootste verachting en
verwerping spreken over Judas? Het
zijn de paganisten" die de goddelijk
heid van Christus zeggen te verwer
pen, maar ons vaak beschamen, ons
die pro Rege zeggem te strijden. Zij
hebben den mensch nog lief in den
Christus, zij achten en eeren Hem en
beven nog, meer dan ze 't wéten wil
len, voor zijn Woord; waarom wordt
bij ons, die boven den memscih in Chris
tus den God erkennen, zelfs dat ge
mist wat we voelen dat de paganist
tot onze beschaming in zoo hooge ma
te vaak gevoelt?
Ik wil eindigen met een stem uit
de diepte, een preek van een paganist
voor ons, een woord geschreven in het
sombere kerkerhol. Ik ben juist bezig
aan de lectuur van de pas verschenen
vertaling van „De Profundis" door
Boutens. een prozageschrift van den
beroemden, onlangs overleden Engel-
schen dichter Oscar Wilde. Onder
veel merkwaardige woorden van de
zen man-in-smart over den Man van
Smarte staat ook dit:
„D« menschen hebben getracht van
Christus een gewoon philantroop te
maken, of hebben hem altruïst gelijk
gesteld met de onontwikkel-den en de
sentimenteelen. Maar hij was in waar
heid geen van twee. Medelijden had
hij natuurlijk met de armen, met hen
die in de gevangenissen zijn opgeslo
ten, met de nederigen van staat, met
de ellendiger. Maar hij had veelmeer
medelijden met de rijken, met de ver
harde hedonisten, met hen die hun
vrijheid verspillen door de slaven der
dingen te worden, met hen die zaelite
kleederen dragen en wonen in de pa
leizen der koningen Rijkdommen en
genot schenen hem in werkelijkheid
grooter ongelukken dan armoede of
smart. En wat altruïsme aangaat
wie wist beter dan hii dat roeping en
niet vrije wil ons leven bepaalt, en
dat men geen druiven leest van door
nen of vijgen van distelen? Christus
was niet van het geloof dat men in
de eerste plaats behoort te leven voor
anderen. Als hij zegt: Vergeeft uwen
vijanden, zegt hij dat niet in de eer
ste plaats ter wille van den vijand,
maar ter wille van ons zelf, en omdat
liefde schooner is dan haat. Bij de ver
maning die hij geeft aan den rijken
jongeling: Verkoop al wat gij hebt en
geef het den armen, denkt hij niet aan
den toe»sitand der armen, maar aan de
ziel van den rijken jongeling, die door
rijkdom verdorven werd."
Kon Oscar Wilde treffender, ook
omdat hij het onbewust doet en onze
opvatting van Judas niet kende, kon
hij treffender teekenen de tegenstel
ling tusschen Judas, door anderen als
altruïst, door ons als sentimenteel ge
kenschetst, aan den eenen. en het:
Herziet u en h©keert ul van den
Hieiland en Zaligmaker aan den
anderen kant. En in onze da
gen van socialen strijd lijken de al
truïstische en sentimenteele democra
ten, ik bedoel niet alleen sociaaJ-de
mocrat en. niet op den Heiland, maar
op zijn Verrader, dï'e het geld voorde
zalving zijns Meestens beter aan de ar
men besteed achtte.
Zoo leert de H. Sdhrift °ne ha den
persoon van Judas niet louter eau lee,
waartoe diefachtigheid of eerzucht v«t
vallen kan, maar zij gebeft ons in Ju
das het karakter van den onbetrotsw-
baren sentimenteel-aahbankeliike. tot
een opwaking voor de daar nog be
neden staande onverschilligen, tot een
roepstem ter herziening en bakeeriag
van alle onvastheid en halfheid: et»
voor ons allen tot een zien op Chris
tus, die mensch was en God is, va:,
eeuwigheid en tot in alle
dezelfde.
EJNDB.