abonnementsprijs"
CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
7de JAARGANG
MAANDAG 22 NOVEMBER f92f
NUMMW WÖS
EIDSCHE COURANT
Id Leiden en buiten Leiden
«raat agenten gevestigd zijn
Per kwartaal1 2.50
Pet week 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
BUREAUHooigracht 35
Leiden
TeL 1278, Postgiro 58936
i ir Postbox 20
üi! nummer beslaat uil TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Y De positie der vrouw.
De Minister van Justitie deelt in de
Memorie van Antwoord op de Staats
ie egroo ting mede dat de voorstellen
der Staatscommissie-Limburg tot her
ziening van het huwelijksgoed eren-
recht den Minister bereikt hebben.
Wat betreft de vraag, of hij bedoelde
voorstellen ter inzage van de leden
der Kamer wil leggen, behoudt hij zich
zijn beslissing te dezen aanzien nog
voor onder opmerking overigens, dat
hij in elk geval tot publicatie niet zal
kunnen overgaan dan na zich van de
instemming der commissie-,Limburg te
hebben vergewist.
De Minister zal thans aan de hand
van het rapport der Staatscommissie
zorgvuldig nagaan, welke punten van
huwelijksrecht rijp voor wijziging kun
nen worden geacht.
De Minister heeft het Wetsontwerp,
strekkende om vrouwen toe te laten
als getuigen bij akten nader in stu lie
genomen. Daarbij heeft hij zich niet
bepaald tot de akten van den burger
lijken stand. Als gevolg daarvan heeft
hij aanleiding gevonden in een ont
werp, dat de Kamer, naar hij ver
trouwt spoedig zal bereiken, toch ook
weder de toelating der vrouw tot no-
tarieele akten op te nemen.
De gereserveerdheid waarmede de
Minister deze mededeeling doet, wijst
er op dat de Commissie verstrekkende
voorstellen heeft gedaan. Wij hopen,
dat Minister van de Commissie toe
stemming zal ontvangen tot publicatie
maar ook dat die publicatie,plaats zal
hebben voor dat de denkbeelden daar
van den vasten vorm van wetsvoor
stellen hebben aangenomen.
Dat de vrouw ook voortaan als ge
tuige kan verschijnen, lijkt ons een
wijziging die alleszins met de tegen
woordige positie der vrouw in over
eenstemming is en ook geenerlei prin
cipieel verzet zal behoeven te ontmoe
ten.
Y Ongevallenwet.
Naar aanleiding van de gerezen
moeilijkheden inzake het niet aange
ven van ongevallen in de m'jnen,
doelt de Minister van Justitie in de
Memorie van Antwoord mede, dat bin
nen enkele dagen een oommissie zal
worden ingesteld, wier taak o.m. zal
insluiten een onderzoek in te stellen
naar de practijk inzake de ongevals-
aangiften bij groote ondernemingen
met een eigen geneeskundigen dienst.
Hiermede wordt, naar wij meen en
de juiste weg ingeslagen. Indien er
inderdaad behoefte bestaat om door
eon ondershandsche dienst sommige
ongevallen te behandelen dat eerst be
hoorlijk te worden aangetoond. Verder
moet Jan ook een algemeene regeling
gemaakt worden, die niet alleen voor
de mijnen, maar ook voor andere be
drijven met groot risico zal gelden.
Voorts deelt de Minister mede, dat
fn voorbereiding is een ontwerp tot
wijziging van de Land- en Tuinbouw
er.ge va':en wet, waarin o.m. een voor
stel zal worden opgenomen tot voor
ziening in de moeilijkheden, verband
houdende met het verrichten van aan
genomen werk in den landbouw.
Dat ook deze regeling noodig is moet
duidelijk zijn. In het landbouwbedrijf
komt het meer en meer voor dat men
in den oogsttijd werkzaamheden aan
besteedt.
Van een dienstbetrekking tüsschen
landbouwer en de werklieden van den
aannemer is dan geen sprake. Toch
hebben ook deze laatste recht op be
scherming.
Het zal ongetwijfeld in de bedoeling
liegen deze onder de bepalingen der
wc4 te doen vallen.
Gewaagde conclusie.
De Minister van Arbeid, doet in de
demorie van Antwoord, enkele med<;
deelingen naar aanleiding van zijn
circulaire van 17 Maart 1926, die
nok op het woningcongres te Amster
dam in den breede aan critiek is on
derworpen.
Het verwondert den Minister, dat
zijn optreden op het gebied der volks
huisvesting bij verscheidene leden ern
stige teleurstelling en ontstemming
heeft gewekt, te meer, omdat de
circulaire van 17 Maart 1926 op
de hoofdpunten volkomen gelijk aan
ten dcele zelfs gelijkluidend met de
circulaire van 5 Januari 1925. Het
bedrag, voor voorschotten uitgetrok
ken, is mede en niet in de laatste
plaats bepaald door overwegingen,
ontleend aan het Staatscrediet.
Wat betreft de laatste opmerking,
dat de hoegrootheid van het toegesta
ne bedrag verband moet houden met
den stand van het staatscrediet doet
eenigszins vreemd aan, aangezien de
steun aan den woningbouw in diecir
culaire genoemd, toch uit de gewone
middelen moet komen, Het verband
met den stand der schatkist is na
tuurlijk begrijpelijk, het verhand met
het staatscrediet vereischt o.i. nadere
toelichting.
Maar de Minister doet o.i. een ge
waagde uitspraak, en komt opgrond
van enkele cijfers tot een conclusie
die niet bepaald voor de hand ligt.
De opmerking, dat de particuliere
woningbouw niet voorziet in de be
hoefte aan arbeiderswoningen, is met
de feiten in strijd, zegt de minister.
Van 1 Jan. 1926 tot 1 Sept. 1926 zijn
gebouwd 31337 woningen, waarvan
25715 of 82 pet. door particulieren.
Daarvan zijn er naar schatting niet
^meer dan 1600 gebouwd met steun.
*Het grootste deel van die groote pro
ductie moet uit arbeiderswoningen be
staan, omdat, ware het anders, wa
ren al die tienduizenden woningen
van de laatste jaren bijna alle mid
denstands woningen, de maatschappe
lijke samenstelling van het Nederland
sche volk een geheel andere zou moe
ten zijn dan tot dusver als vaststaand
werd aangenomen.
Dat het grootste deel dezer wonin
gen door arbeiders betrokken wordt,
moeten we misschien den minister toe
geven. Dat ze echter het karakter van
arbeiderswoningen dragen meenen wij
ook op grond van hetgeen op het wo
ningcongres aan 't licht kwam, voors
hands in twijfel te mogen trekken.
STADSNIEUWS.
OPEN ERIEF AA.N DE LEDEN VAN
't LEIDSCHE STUDENTENKORPS.
Prof. de Louter schrijft den volgen
den open brief in het Handelsblad:
Mijne H--eeren,
'Wié of wat heeft zoovelen uwer be
wogen om ongeroepen aan de Eerste
Kamer uw meening mede te deelen
over een netelig staatsbelang, waar
over de beste en knapste Nederlanders
lijnrecht tegenstrijdige overtuigingen
koesteren? Deze vraag kan niet onbe
scheiden klinken in den mond van
een oud-gediende, die meer dan 40
jaren in de nauwste betrekking stond,
tot den studentenwereld en zich als
nog mag verheugen in de achting en
genegenheid van velen zijner beste en
geenszins onbekende' oud-leerlingen.
Hei Ned. Belgisch verdrag ia de
vrucht van den veeljarigen arbeid on
zer bekwaamste en hoogststaande di
plomaten en wekt naast feilen tegen
stand ook luiden weerklank in binnen
en buitenland. De tegenstand berust
op deugdelijke motieven en gaat uit
van achtenswaardige mannen; doch
ook de verdediging beroept zich op
stevige gronden en weloverwogen over
tuiging. De Tweede Kamer heeft lang
gewikt, op hpog peil beraadslaagd en
ten slotie beslist. Thans is het woord
aan de Eerste Kamer. Welk nut of
gevolg kan nu het advies hebben van
een aantal veelbelovende jongelieden
op den drempel van het openbaar le
ven, die him sporen nog niet konden
verdienen, om een advies ten beste te
geven, samengesteld uit een bloemle
zing der overbekende argumenten, be-j
schouwingen en voorspellingen met 't
doel om invloed te oefenen op de le
den der Eerste Kamer? Welk ander
gevolg dan een prikkeling der reeds
opgezweepte en teugellooze? hartstoch
ten? Welk ander nut dan een hoofd
schudding van de eene of een glim
lach van de andere zijde? Een hoog
leeraar in het volkenrecht in hel. volle
bezit zijner vermogens en talenten be
klaagde onlangs' in het openbaar de
leden der Staten-Generaal. die ambts
halve verploht waren over dit verdrag
een stem vóór of tegen uit te brengen.
Gij, mijne lieeren, denkt daarover am
ders! Let wel! Ik ontzeg aan stuien-
ten en andere jongelieden geenszins
de bevoegdheid om in aangelegenhe
den binnen het bereik en betreffende
hunne belangen zelfstandig in 't open
baar op te treden zooals b.v. nog
niet lang geleden bij de oprichting van
Indologische leerstoelen te Utrecht
maar voor deelneming» in den strijd
over ingewikkelde internationale ne-
langen heeft hun uur nog niet ae3la
gen en wordt de waarde hunner be
weringen betwist door twijfel aan hum
bevoegdheid en zelfstandigheid. Do
goede strijd wordt hierdoor toowel
voor voor- als tegenstanders meer ge
schaad dan gebaat.
ONTHULLING VAN EEN GEDENK
STEEN VAN JAN STEEN.
Zaterdagmiddag heeft te Warmond
de onthulling plaats gehad van de
gedenkplaat, welke het gemeentebe
stuur heeft laten aanbrengen in den
gevel van het'huis Dorpsstraat 19dte
Warmond, waar Jan Steen eenigen
tijd heeft gewoond.
De onthulling had plaats in tegen
woordigheid van het gemeentebestuur
en den Raad, verschil lende leden van
de commissie van de kort geleden ge
houden tentoonstelling van werken
van Jan Steen en enkele andere ge-
noodigden. De burgemeester van War
mond, de j^eer A. J. Schöllvinck, bield
hierbij een korte rede. De Gedenkplaat
is van brons en vertoont onder de
beeltenis van Jan Steen de woorden:
Hier heeft Jan Steen gewoond en ge
werkt. 15561560.
APOLOGETISCHE SAMENKOMST.
Dr. J. Riemens, deelt in het Leidsoh
Predikbeurtenblad giede, dat hij op
Donderdag 25 Nov. g.s. de derde of laat
ste voordracht hoopt te houden over:
Zedelijkheidsopvatting en waarheids
bronnen bij Rome en bij' het Protes
tantisme. De samenkomst wordt ge
houden in de Hoogl. Kerk en vangt te
8 uur aain.
GEREF. GEMEENTE.
Door den Kerkeraad der Geref. ge
meente is, ter vervulling van de vaca
ture Ds. W. den Hengst, het navolgen
de tweetal opgemaakt:
M. Hofman te Krabbendijke en H.
Kievit te Veenendaal,
BESCHERMING VAN DIEREN.
Het weekblad voor Dierenvrienden
schrijft onder dit hoofd in het Novem
bernummer:
Omtrent het van 1721 October j.l.
te Brussel gehouden internationaal fe
deratief congres der Vereenigingen tot
Bescherming van Dieren, waaraan af
gevaardigden van 52 Vereenigingen
uit 23 landen van Europa en Amerika
hebben deelgenomen, wordt gemeld,
dat aan de Nederlandscbe Vereeni-
ging tot Bescherming van Dieren, na
vertooning van de door haar vervaar
digde film: „Wat de Dieren ons te
zeggen hebben" de gouden medaille
van verdienste is verleend. De film,
oorspronkelijk alleen voor Nederland
vervaardigd, werd verklaard van in
ternationaal belang te zijn.
Het congres betuigde zijn volle in
stemming met een moreelen steun
aan de ernstige pogingen, die in Ne
derland worden aangewend tot volle
dige afschaffing van den hond als
trekdier en tot het volledig verbod van
de vangst van wilde inlandsche vogels
voor de kooi.
DE BUURTCOMMISSIE „CENTRUM-
BELANG"
De buurtcommissie „Centrum-Belang
is voornemens van 26 Nov. tot 6 Dec.
in de Buurt een winkelweek te orga-
niseeren. Om de winkeliers eenige
aantrekking tot dit doel te geven, had
het Bestuur gedacht hervoor metafi
le's uit te loven.
WERKLOOZENZORG.
De Leidsche Bestuurdersbond heeft
zich met een adres tot den Gemeente
raad gewend, waarin zij den Raad be
leefd doch met klem verzoekt:
le. krachtigen aandrang uit te oefe
nen op het college van Burgemeester
en Wethouders tot het spoedig aan de
orde stellen van de in dit adres ge
noemde, of andere plannen tot werk
verruiming of werkverschaffing.
2e. te willen besluiten tot wijziging
der 2/3 aftrekregeling voor gezinsin
komsten in dier voege, dat voor hen,
die van gemeentewege ondersteuning
ontvangen, bij eventueele gezinsinkom
sten van de eerste f5 niets wordt af
getrokken.
3e. het verstrekken van een huurtoe
slag aan die gesteunde werkloozen,
wier woningihuuir meer -bedraagt dan
f 3.50 per week, tot een bedrag van dat
meerdere.
HET JUBILEUM VAN S.S.R.
De Afdeeling Leiden van „Societas
S'tdiossorum Reformatorum" Viert op
25 en 26 Nov. a.s. haar vijfde lustrum.
Ter gelegenheid van dit feest zal op
Vrijdag 26 Nov. des middags om 3 u.
in den Foyer van de Stadsgehoorzaal
Prof. Dr. A. Goslinga, Hoogleraar aan
de V.U. een feestrede houden. Deze
vergadering is openbaar.
Het voorloopig programma vermeldt:
Donderdag 25 Nov. 8 uur: Huishou
delijke vergadering en plechtige instal
latie der Novieten. Bestuursoverdracht
Mentor.
Vrijdag 26 Nov. 3 uur. Opening van
het lustrum. Rede Prof. Dr. Goslinga.
4.15 receptie, 6 uur diner, 11 uur soi
ree.
Wij vernemen nog dat zich van de
pud-leden reeds opgaven voor de reü
nie de hoogleeraren Goslinga en
Noordtzij en dat ook de Minister van
Jhsriiie en Waterstaat aanwezig zul
len zijn.
VERSTAAN VAN HANDELING EN
UITDRUKKING.
Vrijdagavond heeft prof. dr. F. J. J.
Buytendijk, hoogleieraar in de phvsib-
iogie aan de universiteit te Groningtsn,
op uitnoodiging van de N.C.S.V. in
het klein auditorium der Leidsche tlni
versitieit een lezing gtebtouden over
[Verstaan van handeling en uitdruk
king.
De eerste eisoh, aldus spr., welke
terecht aan de wetenschap kan wor
den giesteld, is een totewenmng] tot de
werkelijkheid zonder voorafgaande voor
porideelen. Deze is te allen tijde krach
tig verdedigd. In elke tijdsperiodehefoi
ben deze votoroordeelen een eigen ka
rakter. Bekend is dit uit de. geschie
denis van de natuurwetenschap, niet
het minst in de biologie. Een bepaald
theoretisch systeem, al of niet van me-
taphysischen aard, soms ook een we
reld- en levensbeschouwing, was oor
zaak, dat men zich niet alleen tot zeer'
bepaalde „feiten" en „vragen" richt
te, maar ook blind was voor andere
feiten of deze als niet voor wetenschap
pelijfce behandeling geschikt ter zijde
schoof. De voorbeelden zijn talrijk, dat
een hernieuwde toewending tot ae wer
kelijkheid geheel nieuwe spheren van
feiten deed ontdekken. Reeds de in-
[deeling van de wetenschap in vak
ken, in faculteiten vereenigdi, hoe voor'
treffelijk voor de ontwikkeling der vak
studie ook, heeft onmiskenbare gteva-
ren in zich. Telkens blijkt dat een
groep verschijnselen niet zondermeer
ergens kan worden ondergebracht zon
der aan den eigen aard waarin zij op
treden geweld aan te doen. De tegen
stelling van geestes- en natuurweten
schappen leidde b.v. jaren lang tot een
verwaarloozing der psychologie enz.,
tot miskenning van zeer belangrijke
verschijnselen in de levende natuur.
Die diepere grond van liet genoemde
fevaar schuilt in een eigenaardigheid
er natuur en vooral der lévensver
schijnselen, zooals zij zich aan ons
openbaren, nl. dat deze niet voor een
analyse toegankelijk zijn zonder hare
werkelijke kenmerken te verliezen. De
ongedeelde eenheid bezit een kwali
teit, die het belangrijkste kenmeik is
en door analytische studie niet is te
vinden. Hoe juist elke analyse ook1
moge zijn, en met name in de physio
logic de behandeling, der orgaanfunc
ties als physicorchemische werkingen
vruchtbaar is én tot wezens in zich!
voeyt, men vergete nietdat op dati
gebied de eenheid van vorm en func
tie, de samenhang der deelen, het ma
chine-type als eenheid gedacht steeds-
is het oog wordt gehouden. De orga
nen afzonderlijk beschouwd zijn ze
ker als afzonderlijke systemen te on
derzoeken en te verklaren, maar hun
eenheid in het organisme en de een
heid van organisme en omgeving dient
eerst als totaliteit gekend te worden,
wil een inzicht in de deelen weiten-
schappelijk volledig zijn. Zoo min als
■een melodie alleen een aantal trillm-
gen is of een schilderij licht van ver
schillende golflengte, zoo ontdekt men,
dat in de natuur eenheden bestaan,
die meer zijn dan de som der deelien,
die de analyse hierin aantreft.
Naast een analyse en een opsporen
van oorzaak-gevolgreeksen heeft ziöhi
het eerst in de psychologie de behoef
te doen gevoelen van een ontdekken,
beschrijven, ordenen en tot algemeenel
regels terugvoeren van verstaanbare
begrijpelijke relaties. De vraag is of
de gelijke relaties ook in de natuur
bestaan. Het uitgangspunt van een on
derzoek, door prof. Pleisner en spre
ker verricht, betreffende de uitdruk
kingsbewegingen, haar onderscheiding
van de handelingen en de wijze, waar
op de mensch beide processen kan ken
nen en verstaan, bestond in een dier-
psychologisch experiment. Het bleek
n.l. dat de voorwerpen in de omge
ving van een dier voor dit beteeke-
nis bezitten, welke door aanleg en er
varing bepaald is. Deze beteekenis be
rust niet op enkele kenmerken, maar
op de totale gestalte van de objecten,
welke gestalten analogie bezitten. Zooi
[herkennen wij ook de gelaatsuitdruk
kingen niet op den grond van associa
tie od partieele gelijkheid^ maar op
frond van een eigen kwaliteit, welke
e eenheid van de uitdrukking bezit.
Richt men zich tot deze verschijnse
len/dan blijkt dat handelingen en uit
drukkingsbewegingen gelegen zijn in
ide spheer van de relaties van sub
jecten en objecten. Physiqlogisch zijn
handeling en uitdrukking bewegingen
waarbij in het laatste geval meer toni
sche contracties op den voorgrond tre
den. Dit wijst ons reeds in de richting
van een verschil, nl. dat de uitdruk
king meer iets blijvends vertegenwoor
digt en het wezen van de handeling in
de wisselende beweging rust.
Alle handelingen, aldus spr., hebben
een eigen dynamische gestalte, welke
veel varieert maar toqh iets invariabels:
bezit. Binnen zekere grenzen kan men1'
de snelheid en het rhytbmie der deelen'
veranderen, zonder dat de handeling
van beteekenis verandert. iWjjzigt men
te sterk, zoo is de handeling niet meer:
als geheel op te vatten, zooals 'die ver
snelde en vertraagde filmstudies van
plant, dier en mensch bewegingten loe
ren. Alle handelingen, zoowel de effect
volle als grijpen, vluchten, zoeken,
maar ook gaan, vliegen, zwermen, en
gecompliceerde als nestbouw, jon
gen verzorgen enz., zijn totaliteiten en
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewon* adTertentiSn p*c r*g*J 29ft
Ingezonden Mededeeling en, dobbel tarief
Bij contract, belangrijke redactie.
Kleine advertentfëa bij vooruitbetaling *-
van tan hoogste 30 "woorden, worden dege
lijk* geplaatst ad 40 eent
Belangrijkste nieuws iu dit Nummer.
Buitenland.
De conferentie der BrRsche mijn
werkers-gedelegeerden is tot Vrijdag
a,s. verdaagd.
Te Nottingham is door de mijnwer
kers het eerste collectieve districts
contract geteekend.
Stormen boven Frankrijk en Italië.
liggen in Ide relaties van object en sub-
jecct. De mtentronale insteUing van
een dier of mensch tot zijn omgeving
is ons in de handeling onmiddellijk!
voor alle analyse, gegeven. Het is dan
ook geen anthropomorphisme als men
zegt, dat een dier grijpt, zoekt, vlucht,
of dat het ziet, ruikt, hoort. Toch heeft
de z.g. objectieve psychologie, zooalsi
het Amerikaansche „behaviorisme" ditl
wel betoogd. De onzichtbare nelatiej
van lichaam en omgeving is ons in de|
uitdrukking en handeling, lü'. als een
zintuiglijk beeld gtegeven, 2o. psycho
logisch indifferent en 3o. zinvol en ver
staanbaar. Hiermede onderscheiden,
zij zich van aanschouwbare' beelden
als kleunen en vormen, die zinloos zijn
en b.v. van mathematische, logisch ei
eenheden, welke onaanschouwelijk,
maar wel zinvol zijn." Op de immediaat-
heid van het verstaan van liandelm-
gen en uitdrukkingen berust de moge
lijkheid van omgang, opvoeding, so
ciale relaties, medeleven en voelen o ok
met dieren en bij deze onderling. Zij'
is niet het gevolg, maar basis van er
varing. Menschen en dieren verschij
nen ons als handelende, niet als bewe
gende. De handeling is meer dan een1
gestalte, meer dan een dynamische
vorm. Hel beste is. dit te vergelijken
met de wijze, waarop muziek gegeven
wordt. De melodie, is meer dan de som
van die tonen, voor den onmuzikale kan
zij ook eenheid, vorm, bezitten, maar
'die muzikale mensch hoort den zin,
liet motief van de melodie, het eigen
uitdrukkingskarakter.
Zooals, naar de opvatting van Kant,
men genoodzaakt is, alle ervaring in
tijd en ruimte te ervaren en deze k
priori gegeven zijn, zoo is er een groep
verschijnselen, n.l. handelingen en uit
drukkingen, welke wij niet anders kun
nen ervaren dan in "de „Schicht desi
Verhaltens". in de spheer van de re
laties van subject toe object. In dezen
zin is psycho-physisch en ook subject-
object indifferent.
Het verschil tusschen handeling en
uitdrukking bestaat in de relatie van
den „zin" dezer verschijnselen tot deze
zelf. Bil de handeling is het aanschouw
bare verstaanbaar door de relatie met
een onzichtbaar voorzwevend doel; de!
zin loopt als het ware voor d# hande
ling uit. Bij de uitdrukking rust de!
„zin" in het aanschouwbare. Dé han
deling beeft betrekking tot een eind
punt, een doel waarin de zin zigih ver
vult. Zij begint op een tijdstip en ein
digt op een tijdstip (Temps espaqe, van
Bergson). De uitdrukking, heeft haar
zin in zichzelf, vervult zich aan zich
zelf, is naar haar wezen niet dockmatigi
op iets buiten de uitdrukking liegend'
ingesteld. De tijd (temps dure), de
duur van de uitdrukkingsoenvcgïng ver
andert de intensiteit, maar geeft geen
verandering van. den zin zelf. De han
deling heeft functiewaarde, de uitdruk
king zinswaarde. De handeling kan
langs vele wegten tot haar zinsvervul
ling komen, de uitdrukking heeft maan
één weg o m haar zin te vertolken- In
de uitdrukking treedt de totaliteit van
'het individu op in een bepaalden toe
stand'. De handeling is een omweg o-ml
Ide Verstoring van het evenwicht te
overwinnen, te herstellen. Sociologisch!
heeft dan pok alle arbeid een zin di«
er buiten ligt en slechts schijnbaar be
staat er een eigen waarde van den ar
beid, n.l. in zooverre deze uitdruk
king is van een genegenheid tot iets,
van activiteit, enz. De spoit daarente
gen heeft een zin in zichzelf, is uit
drukking van Eet individu in zijn.
krachtsgevoel en lichaamsweeide. Het
wezen van de sport is dan ook nooit
gelegen in een abel dit kan hoogstens
neveneffect zijn.
Dat de mensch den zin van de uit-
Idrukkingsbewegingen en handehngeti
kan verstaan, berust op het fest, dat
de spheer van relatie van suirject en
object een aantal mogelijke betretó&n-
gen bevat, die zich in "haiideliiig en
uitdrukking realiseeren en weöce in
(haar algemeenheid als reuatievoinneui
vóór alle ervaring aan Óen mensch ge
geven zijn. Dit voert ons tot «en die
per inzicht in de aangeboden, in
stinctieve eigenschappen van den raten
schelijken geest, welke evesnalfc bij hat
dier veel njker i« dan men aanvanke
lijk meende.
Ten slotte wees spr. op Ge vraag,
in hoeverre in de natuur ook uitdrujê-
king en handeling^ bestaan on m haar
zin te herkennen is buitep tja
ties van
vinsl