abonnementsprijs" CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN 7de JAARGANG MAANDAG 22 NOVEMBER f92f NUMMW WÖS EIDSCHE COURANT Id Leiden en buiten Leiden «raat agenten gevestigd zijn Per kwartaal1 2.50 Pet week 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 BUREAUHooigracht 35 Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 i ir Postbox 20 üi! nummer beslaat uil TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Y De positie der vrouw. De Minister van Justitie deelt in de Memorie van Antwoord op de Staats ie egroo ting mede dat de voorstellen der Staatscommissie-Limburg tot her ziening van het huwelijksgoed eren- recht den Minister bereikt hebben. Wat betreft de vraag, of hij bedoelde voorstellen ter inzage van de leden der Kamer wil leggen, behoudt hij zich zijn beslissing te dezen aanzien nog voor onder opmerking overigens, dat hij in elk geval tot publicatie niet zal kunnen overgaan dan na zich van de instemming der commissie-,Limburg te hebben vergewist. De Minister zal thans aan de hand van het rapport der Staatscommissie zorgvuldig nagaan, welke punten van huwelijksrecht rijp voor wijziging kun nen worden geacht. De Minister heeft het Wetsontwerp, strekkende om vrouwen toe te laten als getuigen bij akten nader in stu lie genomen. Daarbij heeft hij zich niet bepaald tot de akten van den burger lijken stand. Als gevolg daarvan heeft hij aanleiding gevonden in een ont werp, dat de Kamer, naar hij ver trouwt spoedig zal bereiken, toch ook weder de toelating der vrouw tot no- tarieele akten op te nemen. De gereserveerdheid waarmede de Minister deze mededeeling doet, wijst er op dat de Commissie verstrekkende voorstellen heeft gedaan. Wij hopen, dat Minister van de Commissie toe stemming zal ontvangen tot publicatie maar ook dat die publicatie,plaats zal hebben voor dat de denkbeelden daar van den vasten vorm van wetsvoor stellen hebben aangenomen. Dat de vrouw ook voortaan als ge tuige kan verschijnen, lijkt ons een wijziging die alleszins met de tegen woordige positie der vrouw in over eenstemming is en ook geenerlei prin cipieel verzet zal behoeven te ontmoe ten. Y Ongevallenwet. Naar aanleiding van de gerezen moeilijkheden inzake het niet aange ven van ongevallen in de m'jnen, doelt de Minister van Justitie in de Memorie van Antwoord mede, dat bin nen enkele dagen een oommissie zal worden ingesteld, wier taak o.m. zal insluiten een onderzoek in te stellen naar de practijk inzake de ongevals- aangiften bij groote ondernemingen met een eigen geneeskundigen dienst. Hiermede wordt, naar wij meen en de juiste weg ingeslagen. Indien er inderdaad behoefte bestaat om door eon ondershandsche dienst sommige ongevallen te behandelen dat eerst be hoorlijk te worden aangetoond. Verder moet Jan ook een algemeene regeling gemaakt worden, die niet alleen voor de mijnen, maar ook voor andere be drijven met groot risico zal gelden. Voorts deelt de Minister mede, dat fn voorbereiding is een ontwerp tot wijziging van de Land- en Tuinbouw er.ge va':en wet, waarin o.m. een voor stel zal worden opgenomen tot voor ziening in de moeilijkheden, verband houdende met het verrichten van aan genomen werk in den landbouw. Dat ook deze regeling noodig is moet duidelijk zijn. In het landbouwbedrijf komt het meer en meer voor dat men in den oogsttijd werkzaamheden aan besteedt. Van een dienstbetrekking tüsschen landbouwer en de werklieden van den aannemer is dan geen sprake. Toch hebben ook deze laatste recht op be scherming. Het zal ongetwijfeld in de bedoeling liegen deze onder de bepalingen der wc4 te doen vallen. Gewaagde conclusie. De Minister van Arbeid, doet in de demorie van Antwoord, enkele med<; deelingen naar aanleiding van zijn circulaire van 17 Maart 1926, die nok op het woningcongres te Amster dam in den breede aan critiek is on derworpen. Het verwondert den Minister, dat zijn optreden op het gebied der volks huisvesting bij verscheidene leden ern stige teleurstelling en ontstemming heeft gewekt, te meer, omdat de circulaire van 17 Maart 1926 op de hoofdpunten volkomen gelijk aan ten dcele zelfs gelijkluidend met de circulaire van 5 Januari 1925. Het bedrag, voor voorschotten uitgetrok ken, is mede en niet in de laatste plaats bepaald door overwegingen, ontleend aan het Staatscrediet. Wat betreft de laatste opmerking, dat de hoegrootheid van het toegesta ne bedrag verband moet houden met den stand van het staatscrediet doet eenigszins vreemd aan, aangezien de steun aan den woningbouw in diecir culaire genoemd, toch uit de gewone middelen moet komen, Het verband met den stand der schatkist is na tuurlijk begrijpelijk, het verhand met het staatscrediet vereischt o.i. nadere toelichting. Maar de Minister doet o.i. een ge waagde uitspraak, en komt opgrond van enkele cijfers tot een conclusie die niet bepaald voor de hand ligt. De opmerking, dat de particuliere woningbouw niet voorziet in de be hoefte aan arbeiderswoningen, is met de feiten in strijd, zegt de minister. Van 1 Jan. 1926 tot 1 Sept. 1926 zijn gebouwd 31337 woningen, waarvan 25715 of 82 pet. door particulieren. Daarvan zijn er naar schatting niet ^meer dan 1600 gebouwd met steun. *Het grootste deel van die groote pro ductie moet uit arbeiderswoningen be staan, omdat, ware het anders, wa ren al die tienduizenden woningen van de laatste jaren bijna alle mid denstands woningen, de maatschappe lijke samenstelling van het Nederland sche volk een geheel andere zou moe ten zijn dan tot dusver als vaststaand werd aangenomen. Dat het grootste deel dezer wonin gen door arbeiders betrokken wordt, moeten we misschien den minister toe geven. Dat ze echter het karakter van arbeiderswoningen dragen meenen wij ook op grond van hetgeen op het wo ningcongres aan 't licht kwam, voors hands in twijfel te mogen trekken. STADSNIEUWS. OPEN ERIEF AA.N DE LEDEN VAN 't LEIDSCHE STUDENTENKORPS. Prof. de Louter schrijft den volgen den open brief in het Handelsblad: Mijne H--eeren, 'Wié of wat heeft zoovelen uwer be wogen om ongeroepen aan de Eerste Kamer uw meening mede te deelen over een netelig staatsbelang, waar over de beste en knapste Nederlanders lijnrecht tegenstrijdige overtuigingen koesteren? Deze vraag kan niet onbe scheiden klinken in den mond van een oud-gediende, die meer dan 40 jaren in de nauwste betrekking stond, tot den studentenwereld en zich als nog mag verheugen in de achting en genegenheid van velen zijner beste en geenszins onbekende' oud-leerlingen. Hei Ned. Belgisch verdrag ia de vrucht van den veeljarigen arbeid on zer bekwaamste en hoogststaande di plomaten en wekt naast feilen tegen stand ook luiden weerklank in binnen en buitenland. De tegenstand berust op deugdelijke motieven en gaat uit van achtenswaardige mannen; doch ook de verdediging beroept zich op stevige gronden en weloverwogen over tuiging. De Tweede Kamer heeft lang gewikt, op hpog peil beraadslaagd en ten slotie beslist. Thans is het woord aan de Eerste Kamer. Welk nut of gevolg kan nu het advies hebben van een aantal veelbelovende jongelieden op den drempel van het openbaar le ven, die him sporen nog niet konden verdienen, om een advies ten beste te geven, samengesteld uit een bloemle zing der overbekende argumenten, be-j schouwingen en voorspellingen met 't doel om invloed te oefenen op de le den der Eerste Kamer? Welk ander gevolg dan een prikkeling der reeds opgezweepte en teugellooze? hartstoch ten? Welk ander nut dan een hoofd schudding van de eene of een glim lach van de andere zijde? Een hoog leeraar in het volkenrecht in hel. volle bezit zijner vermogens en talenten be klaagde onlangs' in het openbaar de leden der Staten-Generaal. die ambts halve verploht waren over dit verdrag een stem vóór of tegen uit te brengen. Gij, mijne lieeren, denkt daarover am ders! Let wel! Ik ontzeg aan stuien- ten en andere jongelieden geenszins de bevoegdheid om in aangelegenhe den binnen het bereik en betreffende hunne belangen zelfstandig in 't open baar op te treden zooals b.v. nog niet lang geleden bij de oprichting van Indologische leerstoelen te Utrecht maar voor deelneming» in den strijd over ingewikkelde internationale ne- langen heeft hun uur nog niet ae3la gen en wordt de waarde hunner be weringen betwist door twijfel aan hum bevoegdheid en zelfstandigheid. Do goede strijd wordt hierdoor toowel voor voor- als tegenstanders meer ge schaad dan gebaat. ONTHULLING VAN EEN GEDENK STEEN VAN JAN STEEN. Zaterdagmiddag heeft te Warmond de onthulling plaats gehad van de gedenkplaat, welke het gemeentebe stuur heeft laten aanbrengen in den gevel van het'huis Dorpsstraat 19dte Warmond, waar Jan Steen eenigen tijd heeft gewoond. De onthulling had plaats in tegen woordigheid van het gemeentebestuur en den Raad, verschil lende leden van de commissie van de kort geleden ge houden tentoonstelling van werken van Jan Steen en enkele andere ge- noodigden. De burgemeester van War mond, de j^eer A. J. Schöllvinck, bield hierbij een korte rede. De Gedenkplaat is van brons en vertoont onder de beeltenis van Jan Steen de woorden: Hier heeft Jan Steen gewoond en ge werkt. 15561560. APOLOGETISCHE SAMENKOMST. Dr. J. Riemens, deelt in het Leidsoh Predikbeurtenblad giede, dat hij op Donderdag 25 Nov. g.s. de derde of laat ste voordracht hoopt te houden over: Zedelijkheidsopvatting en waarheids bronnen bij Rome en bij' het Protes tantisme. De samenkomst wordt ge houden in de Hoogl. Kerk en vangt te 8 uur aain. GEREF. GEMEENTE. Door den Kerkeraad der Geref. ge meente is, ter vervulling van de vaca ture Ds. W. den Hengst, het navolgen de tweetal opgemaakt: M. Hofman te Krabbendijke en H. Kievit te Veenendaal, BESCHERMING VAN DIEREN. Het weekblad voor Dierenvrienden schrijft onder dit hoofd in het Novem bernummer: Omtrent het van 1721 October j.l. te Brussel gehouden internationaal fe deratief congres der Vereenigingen tot Bescherming van Dieren, waaraan af gevaardigden van 52 Vereenigingen uit 23 landen van Europa en Amerika hebben deelgenomen, wordt gemeld, dat aan de Nederlandscbe Vereeni- ging tot Bescherming van Dieren, na vertooning van de door haar vervaar digde film: „Wat de Dieren ons te zeggen hebben" de gouden medaille van verdienste is verleend. De film, oorspronkelijk alleen voor Nederland vervaardigd, werd verklaard van in ternationaal belang te zijn. Het congres betuigde zijn volle in stemming met een moreelen steun aan de ernstige pogingen, die in Ne derland worden aangewend tot volle dige afschaffing van den hond als trekdier en tot het volledig verbod van de vangst van wilde inlandsche vogels voor de kooi. DE BUURTCOMMISSIE „CENTRUM- BELANG" De buurtcommissie „Centrum-Belang is voornemens van 26 Nov. tot 6 Dec. in de Buurt een winkelweek te orga- niseeren. Om de winkeliers eenige aantrekking tot dit doel te geven, had het Bestuur gedacht hervoor metafi le's uit te loven. WERKLOOZENZORG. De Leidsche Bestuurdersbond heeft zich met een adres tot den Gemeente raad gewend, waarin zij den Raad be leefd doch met klem verzoekt: le. krachtigen aandrang uit te oefe nen op het college van Burgemeester en Wethouders tot het spoedig aan de orde stellen van de in dit adres ge noemde, of andere plannen tot werk verruiming of werkverschaffing. 2e. te willen besluiten tot wijziging der 2/3 aftrekregeling voor gezinsin komsten in dier voege, dat voor hen, die van gemeentewege ondersteuning ontvangen, bij eventueele gezinsinkom sten van de eerste f5 niets wordt af getrokken. 3e. het verstrekken van een huurtoe slag aan die gesteunde werkloozen, wier woningihuuir meer -bedraagt dan f 3.50 per week, tot een bedrag van dat meerdere. HET JUBILEUM VAN S.S.R. De Afdeeling Leiden van „Societas S'tdiossorum Reformatorum" Viert op 25 en 26 Nov. a.s. haar vijfde lustrum. Ter gelegenheid van dit feest zal op Vrijdag 26 Nov. des middags om 3 u. in den Foyer van de Stadsgehoorzaal Prof. Dr. A. Goslinga, Hoogleraar aan de V.U. een feestrede houden. Deze vergadering is openbaar. Het voorloopig programma vermeldt: Donderdag 25 Nov. 8 uur: Huishou delijke vergadering en plechtige instal latie der Novieten. Bestuursoverdracht Mentor. Vrijdag 26 Nov. 3 uur. Opening van het lustrum. Rede Prof. Dr. Goslinga. 4.15 receptie, 6 uur diner, 11 uur soi ree. Wij vernemen nog dat zich van de pud-leden reeds opgaven voor de reü nie de hoogleeraren Goslinga en Noordtzij en dat ook de Minister van Jhsriiie en Waterstaat aanwezig zul len zijn. VERSTAAN VAN HANDELING EN UITDRUKKING. Vrijdagavond heeft prof. dr. F. J. J. Buytendijk, hoogleieraar in de phvsib- iogie aan de universiteit te Groningtsn, op uitnoodiging van de N.C.S.V. in het klein auditorium der Leidsche tlni versitieit een lezing gtebtouden over [Verstaan van handeling en uitdruk king. De eerste eisoh, aldus spr., welke terecht aan de wetenschap kan wor den giesteld, is een totewenmng] tot de werkelijkheid zonder voorafgaande voor porideelen. Deze is te allen tijde krach tig verdedigd. In elke tijdsperiodehefoi ben deze votoroordeelen een eigen ka rakter. Bekend is dit uit de. geschie denis van de natuurwetenschap, niet het minst in de biologie. Een bepaald theoretisch systeem, al of niet van me- taphysischen aard, soms ook een we reld- en levensbeschouwing, was oor zaak, dat men zich niet alleen tot zeer' bepaalde „feiten" en „vragen" richt te, maar ook blind was voor andere feiten of deze als niet voor wetenschap pelijfce behandeling geschikt ter zijde schoof. De voorbeelden zijn talrijk, dat een hernieuwde toewending tot ae wer kelijkheid geheel nieuwe spheren van feiten deed ontdekken. Reeds de in- [deeling van de wetenschap in vak ken, in faculteiten vereenigdi, hoe voor' treffelijk voor de ontwikkeling der vak studie ook, heeft onmiskenbare gteva- ren in zich. Telkens blijkt dat een groep verschijnselen niet zondermeer ergens kan worden ondergebracht zon der aan den eigen aard waarin zij op treden geweld aan te doen. De tegen stelling van geestes- en natuurweten schappen leidde b.v. jaren lang tot een verwaarloozing der psychologie enz., tot miskenning van zeer belangrijke verschijnselen in de levende natuur. Die diepere grond van liet genoemde fevaar schuilt in een eigenaardigheid er natuur en vooral der lévensver schijnselen, zooals zij zich aan ons openbaren, nl. dat deze niet voor een analyse toegankelijk zijn zonder hare werkelijke kenmerken te verliezen. De ongedeelde eenheid bezit een kwali teit, die het belangrijkste kenmeik is en door analytische studie niet is te vinden. Hoe juist elke analyse ook1 moge zijn, en met name in de physio logic de behandeling, der orgaanfunc ties als physicorchemische werkingen vruchtbaar is én tot wezens in zich! voeyt, men vergete nietdat op dati gebied de eenheid van vorm en func tie, de samenhang der deelen, het ma chine-type als eenheid gedacht steeds- is het oog wordt gehouden. De orga nen afzonderlijk beschouwd zijn ze ker als afzonderlijke systemen te on derzoeken en te verklaren, maar hun eenheid in het organisme en de een heid van organisme en omgeving dient eerst als totaliteit gekend te worden, wil een inzicht in de deelen weiten- schappelijk volledig zijn. Zoo min als ■een melodie alleen een aantal trillm- gen is of een schilderij licht van ver schillende golflengte, zoo ontdekt men, dat in de natuur eenheden bestaan, die meer zijn dan de som der deelien, die de analyse hierin aantreft. Naast een analyse en een opsporen van oorzaak-gevolgreeksen heeft ziöhi het eerst in de psychologie de behoef te doen gevoelen van een ontdekken, beschrijven, ordenen en tot algemeenel regels terugvoeren van verstaanbare begrijpelijke relaties. De vraag is of de gelijke relaties ook in de natuur bestaan. Het uitgangspunt van een on derzoek, door prof. Pleisner en spre ker verricht, betreffende de uitdruk kingsbewegingen, haar onderscheiding van de handelingen en de wijze, waar op de mensch beide processen kan ken nen en verstaan, bestond in een dier- psychologisch experiment. Het bleek n.l. dat de voorwerpen in de omge ving van een dier voor dit beteeke- nis bezitten, welke door aanleg en er varing bepaald is. Deze beteekenis be rust niet op enkele kenmerken, maar op de totale gestalte van de objecten, welke gestalten analogie bezitten. Zooi [herkennen wij ook de gelaatsuitdruk kingen niet op den grond van associa tie od partieele gelijkheid^ maar op frond van een eigen kwaliteit, welke e eenheid van de uitdrukking bezit. Richt men zich tot deze verschijnse len/dan blijkt dat handelingen en uit drukkingsbewegingen gelegen zijn in ide spheer van de relaties van sub jecten en objecten. Physiqlogisch zijn handeling en uitdrukking bewegingen waarbij in het laatste geval meer toni sche contracties op den voorgrond tre den. Dit wijst ons reeds in de richting van een verschil, nl. dat de uitdruk king meer iets blijvends vertegenwoor digt en het wezen van de handeling in de wisselende beweging rust. Alle handelingen, aldus spr., hebben een eigen dynamische gestalte, welke veel varieert maar toqh iets invariabels: bezit. Binnen zekere grenzen kan men1' de snelheid en het rhytbmie der deelen' veranderen, zonder dat de handeling van beteekenis verandert. iWjjzigt men te sterk, zoo is de handeling niet meer: als geheel op te vatten, zooals 'die ver snelde en vertraagde filmstudies van plant, dier en mensch bewegingten loe ren. Alle handelingen, zoowel de effect volle als grijpen, vluchten, zoeken, maar ook gaan, vliegen, zwermen, en gecompliceerde als nestbouw, jon gen verzorgen enz., zijn totaliteiten en ADVERTENTIE-PRIJS Gewon* adTertentiSn p*c r*g*J 29ft Ingezonden Mededeeling en, dobbel tarief Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advertentfëa bij vooruitbetaling *- van tan hoogste 30 "woorden, worden dege lijk* geplaatst ad 40 eent Belangrijkste nieuws iu dit Nummer. Buitenland. De conferentie der BrRsche mijn werkers-gedelegeerden is tot Vrijdag a,s. verdaagd. Te Nottingham is door de mijnwer kers het eerste collectieve districts contract geteekend. Stormen boven Frankrijk en Italië. liggen in Ide relaties van object en sub- jecct. De mtentronale insteUing van een dier of mensch tot zijn omgeving is ons in de handeling onmiddellijk! voor alle analyse, gegeven. Het is dan ook geen anthropomorphisme als men zegt, dat een dier grijpt, zoekt, vlucht, of dat het ziet, ruikt, hoort. Toch heeft de z.g. objectieve psychologie, zooalsi het Amerikaansche „behaviorisme" ditl wel betoogd. De onzichtbare nelatiej van lichaam en omgeving is ons in de| uitdrukking en handeling, lü'. als een zintuiglijk beeld gtegeven, 2o. psycho logisch indifferent en 3o. zinvol en ver staanbaar. Hiermede onderscheiden, zij zich van aanschouwbare' beelden als kleunen en vormen, die zinloos zijn en b.v. van mathematische, logisch ei eenheden, welke onaanschouwelijk, maar wel zinvol zijn." Op de immediaat- heid van het verstaan van liandelm- gen en uitdrukkingen berust de moge lijkheid van omgang, opvoeding, so ciale relaties, medeleven en voelen o ok met dieren en bij deze onderling. Zij' is niet het gevolg, maar basis van er varing. Menschen en dieren verschij nen ons als handelende, niet als bewe gende. De handeling is meer dan een1 gestalte, meer dan een dynamische vorm. Hel beste is. dit te vergelijken met de wijze, waarop muziek gegeven wordt. De melodie, is meer dan de som van die tonen, voor den onmuzikale kan zij ook eenheid, vorm, bezitten, maar 'die muzikale mensch hoort den zin, liet motief van de melodie, het eigen uitdrukkingskarakter. Zooals, naar de opvatting van Kant, men genoodzaakt is, alle ervaring in tijd en ruimte te ervaren en deze k priori gegeven zijn, zoo is er een groep verschijnselen, n.l. handelingen en uit drukkingen, welke wij niet anders kun nen ervaren dan in "de „Schicht desi Verhaltens". in de spheer van de re laties van subject toe object. In dezen zin is psycho-physisch en ook subject- object indifferent. Het verschil tusschen handeling en uitdrukking bestaat in de relatie van den „zin" dezer verschijnselen tot deze zelf. Bil de handeling is het aanschouw bare verstaanbaar door de relatie met een onzichtbaar voorzwevend doel; de! zin loopt als het ware voor d# hande ling uit. Bij de uitdrukking rust de! „zin" in het aanschouwbare. Dé han deling beeft betrekking tot een eind punt, een doel waarin de zin zigih ver vult. Zij begint op een tijdstip en ein digt op een tijdstip (Temps espaqe, van Bergson). De uitdrukking, heeft haar zin in zichzelf, vervult zich aan zich zelf, is naar haar wezen niet dockmatigi op iets buiten de uitdrukking liegend' ingesteld. De tijd (temps dure), de duur van de uitdrukkingsoenvcgïng ver andert de intensiteit, maar geeft geen verandering van. den zin zelf. De han deling heeft functiewaarde, de uitdruk king zinswaarde. De handeling kan langs vele wegten tot haar zinsvervul ling komen, de uitdrukking heeft maan één weg o m haar zin te vertolken- In de uitdrukking treedt de totaliteit van 'het individu op in een bepaalden toe stand'. De handeling is een omweg o-ml Ide Verstoring van het evenwicht te overwinnen, te herstellen. Sociologisch! heeft dan pok alle arbeid een zin di« er buiten ligt en slechts schijnbaar be staat er een eigen waarde van den ar beid, n.l. in zooverre deze uitdruk king is van een genegenheid tot iets, van activiteit, enz. De spoit daarente gen heeft een zin in zichzelf, is uit drukking van Eet individu in zijn. krachtsgevoel en lichaamsweeide. Het wezen van de sport is dan ook nooit gelegen in een abel dit kan hoogstens neveneffect zijn. Dat de mensch den zin van de uit- Idrukkingsbewegingen en handehngeti kan verstaan, berust op het fest, dat de spheer van relatie van suirject en object een aantal mogelijke betretó&n- gen bevat, die zich in "haiideliiig en uitdrukking realiseeren en weöce in (haar algemeenheid als reuatievoinneui vóór alle ervaring aan Óen mensch ge geven zijn. Dit voert ons tot «en die per inzicht in de aangeboden, in stinctieve eigenschappen van den raten schelijken geest, welke evesnalfc bij hat dier veel njker i« dan men aanvanke lijk meende. Ten slotte wees spr. op Ge vraag, in hoeverre in de natuur ook uitdrujê- king en handeling^ bestaan on m haar zin te herkennen is buitep tja ties van vinsl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1