PUROL Ruwe,Schrale Huid NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 6 NOVEMBER 1926 Aan het einde der Week De week is weer eens ingezet met een moordaanslag den hoeveelsten? op den Italiaanschen dictator. Ge lukkig is Mussolini ook dezen keer aan het gevaar ontsnapt, doch het be gint er voor hem met al die aanslagen wel wat gevaarlijk uit te zienv Naar de Duce zelf zegt, heeft een waarzeg ster hem voorspeld, dat hij op zijn bed een natuurlijken dood zal sterven, doch gegeven de soms misdadige het ze, die tegen hem gevoerd wordt en den licht ontvlambaren aard van het Italiaansche volk is het de vraag of deze voorspelling uit zal komen. Bij den jongsten aanslag is weer op nieuw genieken, hoezeer Mussolini zien in de lieiue des volks mag ver heugen. De gewaande dader werd op staanden voet gelyncht; op zichzelf reeds e,en heiaenscne methode, doch zooveel te meer nu het steeds waar schijnlijker wordt, dat men den ver keerden heeft voor gehad. Toch be wijst, dit wel, dat in Italië niet, zooals in Rusland, een kleine minder heid een meerderheid onderdrukt, doch dat het fascistisch hewind de massa achter zich heeft. Mussolini heeft in ue vier jaren van zijn hewind wel getoond, dat hij op uitnemende wijze de kunst verstaat het klavier der volks consciëntie te bespelen, doch tevens kan hij op daden wijzen als geen enkei ander staatsman. Dij hc-eit orde eu welvaart in het leven geroepen, zij t ook met middelen die niet in alle op zichten te. loven zijn, doch die hun verklaring en ten ueele ve±ontschului ging vinuen m uen toestanu, waarin jiane zien toen inj aan net hewind kwam nevoïid. Rei fascisme heeft echter ook zijn gevaren, vcorai door dc nationalisti sche zelfoverschatting die het tenge volge heeft gehaa. ïtaiië slaat tegen zijn iiui'gii soms een noogen 10011 aan en met name de anti-r iansche betoo- gnigeii een symptoom van een gezindheid, die een ernstige bedreiging is voor cic-n vrede in Europa. Een bestendig gevaar voor ons we relddeel vormt ook nog steeds Eovjei- riusiand, ue oppositie uluaar neeit net hoofd in- den schooi gelegd en ane maait is in handen van staliii, uen onverzoenlijke, die er zich op be rcemd nog nooit een „bourgeois ue hand te hebben gedrukt, een man, zoo ais zijn naam zegt: nard ais staal. \be invloed van rtusiand, in t alge meen van het Communisme, is sterk toegenomen door het Eritsciie mijn- comiict. ue onverzoenlijke^ houding der mijneigenaars, alsmede de partij dige liourimg der regeering, nebben het land heel wat scnade berokkend, niet slechts in mianeieelen en econo mischer! zin (hoewel ook deze van veel beteekenis zijn) doch niet minder irr politiek opzicht. Er is een sterke op schuiving naar links te constateercn, dit is wel gebleken bij de gemeente raadsverkiezingen, die veel winst voor Labour en verlies voor de conser vatieven en liberalen opgeleverd heb ben Nu is de Britsciie Arbeiderspartij wel in geenen deele met het commu nisme ie vereenzelvigen, maar toch is de sympathie voor dit laatste door de houding van regeering en mijneige naars eetnerzijds en de Russische pro paganda en den Russischen steun voor de staking anderzijds ongetwij feld in belangrijke mate toegenomen. In onze Tweede Kamer is in deze week het Belgische Verdrag behandeld Nadat verschillende sprekers het pro of contra van aanneming van dit wetsontwerp hadden bepleit, kwam Donderdagmiddag de minister van buitenlandsche zaken aan het woord en hield een magistrale rede, die niet naliet machtigen indruk op de Ka mer te maken. Het is echter de vraag of de Kamer den moed zal hebben dit verdrag te aanvaarden en de publieke opinie in dezen te trotseeren. Uit het grijs verleden. DE OUD-TESTAMENTISGHE APOCRIEFEN. Het woord apocrief beteekent let terlijk „verborgen men verstond er onder die boeken, ©uitrent wier auto riteit men niet zeker was en waarvan het derhalve gewensch.t geacht werd, ze niet hij de- openbare godsdienstoefe ningen te gebruiken. Later'kreeg dit woord een meer preciese beteekenis en begon men er oncler te verstaan de geschriften die wel in de Grieksche vertaling der Zeventigen, de Septua gint, voorkomen, doch niet in den He breeuwschen kanon Men spreekt van den Alexandrijn- schen kanon. Alexandria in Egypte was het centrum van het Hellenisti sche Jodendom; daar ontmoetten el kaar de Joodsche vroomheid en ue Grieksche wijsheid en het is begrijpe lijk, dat het type Jodendom en Jood sche geleerdheid, dat daar ontstond sterk het stempel droeg der Grieksche pliilosophie. Het was een streven naar synthese, dat daar opgeld deed en dat in tegenstelling stoncl met den oor spronkelijken, exclusivistischen geesr, die het Hebreeuwsclie Jodendom be zielde, dat uitging van de antithese tusschen Israël, het uitverkoren volk van Jahweh, en de heidenen. Die Alexandrijnsche kanon verschil de zoowel in formeel als materieel op zicht met den Hebreeuwschen. Ter wijl in Palestina de kanon in drie stuk ken uiteenviel: Wet, Profeten en Ge schriften, wist men in Alexandria van deze driedeeling niet af. En wat de geschriften betreft, waaruit de ka non bestaat, had men aan de oevers van den Nijl een aantal geschriften, die men gelijkwaardig achtte aan de kanonieke, doch die in Jeruzalem door niemand als zoodanig beschouwd werden. Zelfs is liet de vraag, in hoeverre men van een Alexandrijnschen k a - 11 o n kan spreken, want we zijn hier in een tijdperk van verflauwing der grenzen. Hef beginsel, waarvan men bij de verzameling der heilige boeken uitging, was dat der stichting: .alle religieuze geschriften, die een opbou wend karakter droegen, las men en schatte men hoog. Dit blijkt b.v. uit de Voorrede der Spreuken van Siracli: „Daar vele en groote dingen ons gegeven zijn door de wet, de profeten en de anderen, die op hen zijn gevolgd, waarvoor men Israël moet prijzen wegens opvoeding en wijsheid; en daar het noodig is, dat niet alleen de lezers zelve verstan dig worden, maar ook zij, die lust heb ben tot leeren, nuttig zijn voor ande ren, zoowel door spreken als door .schrijven: zoo gevoelde mijn grootva der Jezus die zich allengs meer had gewijd aan het lezen van de wet en de profeten en de andere boeken der vaderen, en in uezen eene niet ge ringe ervarenheid zich eigen had ge maakt zich gdrongen, .1 ook zelf iets te schrijven betreffen opvoeding en wijsheid, opdat zij, die lust tot lee ren hebben, steeds verder komen in een leven naar de wM, door ook aan dit boek zich te ho n.' De schrijver van uit hook heeft al dus aan de andere stichtelijke boe ken, die reeds bestonden, er nog een willen toevoegen, dat ook kon mede werken tot de opbouwing van het godsdienstig leven. - De volgorde der boeken in den Alexandrijnschen kanon is niet, zoo als in den Hebreeuwschen, Wet, Pro feten en Geschriften, doch: historische dichterlijke en zedekundige boeken en profeten. Alzoo dezelfde volgorde als in onze Bijbels. De Septuagint bevat de volgende boeken (waarvan we de apocriefe met een zullen aangeven: Historische boeken: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuterononium, Jozua, Richteren, Ruth, de vier boe ken der Koningen (Samuel en Ko ningen), de twee boeken der Kro nieken, de twee boeken Ezra (n.l. *111 Ezra en het canonieke boek Ez ra3), Nehemia, "Tobias, Judith, Esther met de toevoegingen tot dit boek; Dichterlijke en zedekundige boeken: Job, Psalmen, Spreuken, Prediker, Hooglied, "Boek der Wijshëid, Je zus Sirach; II Ezra is Nehemia. Proleten: Hosea, Amos, Micha, Joël, Obadja, Jona, Nahum, Habakuk, Zephanja, Haggai, Zacharia, Mm- leachi; Jesaja, Jeremia, "Baruch, Klaagliederen, "Brief van Jeremia, Ezech'iël, "Susanna,Daniël, "Gebed der drie mannen in het vuur, "Bel en de Draak, "drie boeken der Mak- kabeën. In sommige Grieksche handschrif ten komt voorts nog een vierde boek der Makkabeën, alsmede het Gebed van Manasse voor. Al de hier genoemde hoeken zijn la ter in den kanon der Roomsch-Katho- lieke kerk overgegaan, met uitzonde ring van de volgende, die door het con cili'e van Trente niet erkend werden: Gebed van Manasse, III en IV Ezra, III en IV Makkabeën. De Ned. Geloofsbelijdenis somt in art. VI de Apocriefe boeken op; het zijn dezelfde die in den Roomschen kanon voorkomen, alsmede III en IV Ezra en het Gebed van Manasse, die in de officieele Roomsche Bijbel uitgaven als' een aanhangsel aan het einde van den geheelen Bijbel staan, omdat zij niet tot den door bet con cilie van Trente vastgestelden kanon bebooren. De Geloofsbelijdenis verklaart be treffende deze boeken, dat „de Kerk (ze) wel lezen kan en daaruit ook on derwijzingen nemen, voor zooveel al3 zij overeenkomen met de Kanonieke boeken^ Practisch evenwel zijn zij geheel in onbruik gemaakt en er is tegenwoordig nauwelijks iemand meer te vinden, die ook maar de helft er van gelezen heeft. De meesten on zer hebben van den inhoud geen flauw begrip. Vroeger, toen nog in de meeste ge zinnen een Statenbijbel was, waren de apocriefe boeken meer onder ieders bereik dan thans. DAMRUBRIEK. Correspondentieadres: 211 Valken- boschkade, Haag. Uit de opening. We vervolgen thans de serie „ope ningen uit de praktijk", vooral begin nende dammers ter bestudeering en naspel^ aanbevolen. Vooreerst een partij die begint met een onregelmatigen ontheoretischen openingszet. Wit: L. de Beer, Amsterdam. Zwart: G. Spijker, Enkhuizen. 1 3530 Een theoretisch af te keuren zet, daar ze voert tot een opsluiting van wit's korten vleugel. Meent men door grooter kennis der varianten of spee-1- kracüit sterker te zijn dan,' de tegen stander, dan is deze. opening echter wel speelbaar om de kansen in het middenspel, die het biedt. 20—25! 2 40—35 14—20 3 45—40 10—14 Om naar opsluiting te streven kwam hier 2024 in overweging. Wel kan wit afruilen met 33—29, maar diens spel wordt daardoor wel erg avontuur lijk en weinig solide. 4 50—45 4—10 Nog steeds liever 2024. 5 32—27 Het witte spel heeft voor ons geen bekoring. Nu er nog gelegenheid is, hadden wij na de eenmaal gekozen opening 30—24 gespeeld. 17—22? 2024 verdiende nog steeds de voor keur, 1722 is een positie-fout, die wit noodig had om zijn onregelmatig ope- ningsspel tot goeden stand te verwer ken. 6 30—24 20;29 7 33:24 10:30 8 35:24 Wit's spel is nu danig opgeknapt, en voorloopig is zwart in banden ge legd, zoodat een geforceerde operatie slechts uitkomst geeft. 12-17 Zwart heeft niet veel meer dan de keus tusschen 12—17 en 1117, 14 naar 19 of 20 spelen is slechts afmat» tingswerk, daar wit de schijf uitmun tend kan verdedigen. 9 38-33 7—12 10 42—38 1—7 11 47—42 14—19 Éénmaal afruilen om de witte schijf 24 het verband op schijf 15 te ontne- RECLAME. springende lippen Doos30-60-90ctTube 80ct. M Bij Apoth.en Drogisten du men is niet verwerpelijk. Op 1731 zon nu hebben kunnen volgenr 34—29 37:17, 24—20, 29:20, 31—26, 26:17, 33—28, 38:20, 21: 32, 12: 21, 15: 24, 10—15 gedw., 15:24, 11:22, 22:33. en wit krijgt een schijf op 15, van welke visite zwart wel geen direct nadeel, echter nog minder voordeel te wachten heeft. De volgende opening kwam voor in een partii per brief gespeeld: IWit; H. J. v. d. Broek, Rotterdam. Zwart: G. Mantel, Hengelo. 1 31-27 20-24 2 36—31 14—20 3 41—36 10—14 4 34—30 17—21 5 30—25 21—26 Stand en opsluiting ontwikkelen zich als in een studie van gelijkvormig spel. 6 33-28 18-23 7 39-34 Met het doel om de opsluiting van /.art aan de linkerzijde te voltooien. 12—17 In dezelfde richting. 8 341—30 34—29 leidde tot normalen gang en stand. In correspondentiespel geeft wit echter de voorkeur aan meerdere ver wikkeling, waaruit altijd leerrijker les sen te putten vallen. 17—211 Gaat om dezelfde reden eveneens tot finaie opsluiting over, zulks te meer, omdat toch vroeg of laat wit den aan val moet beginnen. 9 40—34 11—17 2429 bracht wel is waar aan wit tijdelijk een schijf winst 3021, 28:10, 24—29, 19:39, 5:14, 43:23, dit voor deel ging echter door zw. 1319, wit 2318, zw. 8—12 onmiddellijk weer ver loren. waarbij de stand van zwart eer iets verbetert. Op 24—29 zou wit 4540 dus een veiliger antwoord zijn. 10 45—40 27—22 zou op zwart 21—27 geen schijf verlies hebben opgeleverd, zooals in voorgaande uiteenzetting aangetoond, wit verwachtte daarop echter 6—11 van zwart en dan werd de opsluiting wel wat bedenkelijk. 3429 had de stelling wederzijds losgemaakt. 4—10 Afwijking van t gelijkvormige spel, ofschoon 7—11 evengoed gespeeld had kunnen worden. 11 50—4ö 6—11 Beter is 711, waardoor wit belet wordt 44—39 op te brengen wegens zw, 17—22, wit 27:29, zw. 24:44 met door gang naar dam. 12 44—39! 7—12 Belet wit om 27—22 op te spelen, we gens zw. 2127 enz. 13 39—33 12—18 14 4741 4944 gaf gelegenheid tot dam9lag: 4944, 34:12, 12:23, 28:6, as—as, 13—18. 17—22, 19:50, niet vrij zekere winst door de gunstige stelling. Nu Is de stelling weder volkomen gelijk en zou het met 4944, 4439, 2—7, 712 door kunnen gaan tot er af ruil volgen moet, wit gaat er echter zonder verder verwijl toe over met 15 34—29 23:34 16 30: 39 Sloeg wit hier 40:29, dan zou zwart met gelijken afruil 1722, 11:22 hij 't verder ontwikkelen van de stelling iml 't voordeel komen. Achteruitslaan geeft aan wit meer speelruimte, hoe wel zwart uit de opsluiting geraakt. 18-23 De beste zet, want op 1722, 11:22 speelt wit 4944 enz. 17 27—22 Goede voortzetting, daar veld 4 van zw. onbezet is. 2-7 812 bracht wit geen voordeel, noch door 2218, 32—27, noch door 3329, 43—39, 38:7, waarop 19—23, 3:1 gelijk spel maakt. 18 31—27 Wit brengt zijn langen vleugel zoo veel mogelijk naar voren, wat in het eindspel blijiken zal van nut te zijn. 712 Het vooruitbrengen van een schijf naar veld 18 is strategisch juist en legt voorloopig den langen vleugel van wit aan banden. Analyse van Zwart. (Wordt vervolgd). UIT DE OMGEVING. HAZERSWOUDE. Predikbeurten. Ned. ÏÏerv. Gem, Voorin. 9.30 en nam. 6.30 uur, Ds. Lu.ii*- (feref. Kerk. Voorin. 9.30 uur, Voor bereiding H. A., en nam. 6.30 uur, Ds. Gispen. Bg de Woensdag ten overstaan Yian notaris P. C. £Ëngalberts in het koffiehuis van den neer J. Angenent, alhier gehouden verkooping van acht woonhuizen met schuur en tuinland, be nevens een perceel tuinland, is kooper geworden van: Drie woonhuizen met schuur en tuifl land in het Westeinde, de heer G, Vreeburg alhier, voor f2500. Twee woonhuizen met schuur en tuin land in het Westeinde, de heer Joh* Lou wrier alhier, voor 1 5620. Drie woonhuizen met tuinland in het Westeinde, de heer J. Slappendel alhier^ voor f 2610. Een perceel tuinland, de heer v. Sterre, te Gelderswoude voor f 900. Burgerlijke stand. Geboren: Pieter, 0.v. N. van Tol. en G. van Tol. Overleden: C. C. Verhaal, geh, met J«. van Ajüsterdam, 56 jaar. Dit jaar zijn aan de beurt van af treding als lid van het kiescollege der Ned. Herv. Kerk de heeren O. A. van Dam, 0. Patün, C. W. Oppelaar, J. D,. de Kort, J. Groen Ozn. en H. Verheul. KATWIJK AAM DEN RIJN. Bg L. 'v. R. in heb Overran ont stond door onbekende oorzaak brand in de huiskamer. Door de tegenwoordigheid, van geest van de huisvrouw, die deni brand direct met emmers water bewerk te, werd de brand t&melgk gauw ge- bluscht. Gelukkig, want in de huiskamer lag took een kindie in een wieg. Gordijnen, "behang, enz. verbrandde.^ Een schadepost voor v. R„ die niet tegen brandschade verzekerd was. Het kruis op den toren der R. K.. Kerk is door den tand des tgds ver gaan. Het zal binnenkort vervangen moeten worden door een nieuw. Het kindje van den heer W., dat dezer dagen op de Voorstraat onder de duo raakte is gelukkig weer her stellende, zoodat bet gevaar als gewe ken mag worden beschouwd. KATWIJK. Door den burgemeester zijn alle slagers en vleeschverkoopers in de ge meente ter vergadering uitgenoodigd op Maandag 8 November a.s., in het ge meentehuis om te bespreken de al b of niet wensehelgkheid van oprichting eener Centrale slachtplaats. Deze bespre king staat in verband met het feit, dat den eersten Juni 1927 krachtens de Vleeschkeuringswet allé in de wet ge noemde inrichtingen,* waaronder slacht tergen, bewaarplaatsen van vleesch, enz zullen moeben voldoen aan de eischen, gesteld bg Koninklgk besluit Indien de wensehelgkheid van op richting bepleit zou worden, ^ou te» vens moeten worden overwogen, of zulk een inffbhting te Katwijk aan den Rijn als middelpunt van den kring dan wel te Katwijk aan Zee zou moeten worden gebouwd. Leidsche Penkrassen. Amice, Je hebt wel eens van Multatuli ge boord. Ja, juist „stik in de koffie en ver dwijn", dat is van hem, uit zijn boek de ,^Max Havelaar." Ook heeft hij nog geschreven „Ideeenj", „Minnebrieven" en „Het gebed van een onwetende." 't Was een raar heer die Douwes Dekker, zoo heette hij. Een man met een goed hart. D.w.z. goedig, iemand die gaarne wat voor een. ander over had. Iemand met een zeer sterk rechtsgevoel. Jdiaar een goed hart, in dien zin van een nieuw hart, door Gods genade ver kregen, had hij niet. Hij was een bru taal godloochenaar. Verschillende van zijn werken d!ra- gen nog het stempel van een panthe ïstische godsdienstigheid, gepaard met grove spot over den waren God, zooals Hij- zich in Zijn Woord openbaart. "t Was een man van bijzonder goe den aanleg. Maar hij was idealist en toeeselijk koppig. Die twee karaktereigenschappen maakten het voor hem onmogelijk om in de toenmalige Indische Maatschap pij een blijvende positie te bekleeden. In ziin „Max Havelaar" heeft hij zijn strijd tegen de Indische Maatsch. be schreven. Ik acht dat boek de „Max Havelaar" een gevaarlijk boek om te lezjen zon der oordeel des onderscheids. Nog er ger zijn andere boeken van hem. Nog kort geleden las ik dat oen jongmensch door het lezen van dewer ken van Multatuli geheel van het ge loof vervallen was. Weet je waarom ik nu met Multa tuli deze week begin? Omdat Donder dag voor het (S.D.A.P.) Instituut voor Arbeidersontwikkeling in bet „Volks gebouw" aan de Heerengracht de heer K. ter Laan over dezen Multatuli (Dou wes Dekker) een lezing heeft gehou den. Op zichzelf heelemaal niets bijzon ders. Multatuli's werken is net zoo'n slag literatuur als de beste van de stukjes van den oproerigen krabbelaar in Het Volk. Je weet dat is de beken de A. B. K(leerekoper). De „Volk"- mens chen blijven dus wel in stijl, als ze Multatuli gaan genieten. Maar als men den naam hoort: Instituut voor Arbeidersontwikkeling, dan begint het verlangen te 'leven ook in de harten van Christen Arbeiders om van die ontwikkeling te genieten. Ik ben er bijna zeker van dat ook meermalen onze menschen werden aan gespoord om langs dien weg ontwik keling te zoeken. Het kan immers heal goed samengaan, zeggen de S.D.A.P, leiders, godsdienst en socialisme, vroomheid des levens en opstand te gen de bestaande orde. Maar hoor dan nu ook hoe de heer Ter Laan Multatuli verheerlijkt als literator. De Max Havelaar noemt hij een van de mooiste, zoo niet het mooi ste. hoek dat de Nederlandsche litera tuur heeft opgeleverd. Hoor dan ook hem er op wijzen dat Multatuli strijdt voor de vrijheid van geloof{?). Hoor hem dan de aanwezigen aanmoedigen tot nadere kennismaking van Multatu li's werken. iZie Almice, het was hier weer een bewijs, dat het toch heusch niet opgaat wat men van die zijde beweert. Een baken in zee, zoo'n avond! Maar nu iets anders. Wij gaan nu den goeden weg op. Je weet, Amice, dat de Leidsche Zwem- club een buitengewoon nuttig werk doet als reddingsbrigade. Op vele pun ten van de stad brengt zij reddings middelen aan om menschen die, door welke oorzaak dan ook, te water raken te redden van een verdrinkingsdood. Dat goede werk wordt door velen (ik wou dat ik kon zeggen door allen) ge waardeerd. Helaas, onze baldadige jeugd waardeert het niet. Tenminste, dat zou men zeggen, gezien de moed willige vernieling en beschadiging van die reddingsbaken. De Leidsche zwem club heeft zich nu to$ onderwijzers en opvoeders geiend om steun. Steun in dezen zin, dat men ide jeugd er stelselmatig en geregeld op zal wijzen om die reddingsmidde len te ontzien. Md. een goede maatregel. Onze op voeders hebben gelukkig nog een groo- ten invloed op onze jeugd. Moge het helpen! Onze rijpende jeugid doet wel eons iwat erg veel alsof ze al geheel gerijpt is. We weten nog tot welke klachten het leidde op het Gym. In clubs cn vereenigingen zijn ze heer en meester. Inmenging dulden ze niet. Ik weet nog heel goed dat wij in mijn tijd op de Jongelingsvereeniging een heelen strfid hadden over ouderlijk en ker kelijk toezicht. Toen moesten wij het onze ouders opdringen, dat ze zich vooral met ons bemoeien moesten. Tegenwordig zijn er heel wat van onze jonge menschen, die eigenlijk die J.V. te gebonden achten. J>e vrije dub, zonder reglement of toezicht, dat is veel fijner. Toch mogen wij nog dankbaar zijn, dat het gros nog de J.V. bezoekt en van die middelen van zelfontwikke ling, voorbereidingsinstituten voor het leven, gebruik maakt. Maar de buitengewone drang naar vrijheid mag en& wel met zorg ver- vullen. Onze Gemeenteraad heeft deize week, na geruimen tijd met gesloten deuren vergaderd te hébben, besloten tot aan koop van een terrein in het Noordoos ten van de gemeente. Daarmee is een som van rond f250.000 gemoeid. De be stemming daarvan is niet bekend ge maakt. Toch kan iéder het raden. De gemeente heeft terrein noodig voor markt en voor centralisatie van ver schillende bedrijven. In de toekomst kan dit daar komen. Het is te hopen, dat deze grond ee- nigszins productief te maken is. Het huurbedrag, dat voor een deel er van nu "^erkregen wordt, lijkt er nog niet veel op. Het lis te buopen, dat ook spoedig of ficieel eenige mededeellngen worden gedaan over dezen aankoop en de be doeling daarmede, opdat niet de nu reeds loopende geruchten tot allerlei, de gemeente in diiscrediet brengende, stemmingen aanleiding geven. We hebben ook een nieuw park er bij' gekregen, Amice! Een naam heeft het nog niet. Ik boop maar, dat „Jan van de Morsch" gelijk krijgt en dat men daaraan nu eens een naam zal geven, die wat wel luiden der is, dan sommige stadsinstellingen nu dragen. Het is intussehen al weer een goede aanwinst voor ons stadsscboon. De in richting verdient ten volle onzen lof. - --r- .VERITAS,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 6