NIgUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 3 NOVEMBER 1926
„WAAROM CHISTEL.-HISTORISCH''
De heer R. A. d. O. schrijft over dit
onderwerp
Onder dezen titel wordt door of
vanwege de Chr. Hist. Unie op de Z.-
H. eilanden een vluchtschriftje ver
spreid, dat een ietwat achterbak
sehen aanval op de Antirevolutionai
re Partij bevat. Onder een vloed van
woorden, die echter niet veel anders
dan vage algemeenheden inhouden,
beproeft dit pamfletje zijn lezers een
ongunstig oordeel over de Anti-revo
lutionairen op te dringen. Het is weer
een van die dingen, die erop berekend
zijn met holle termen het min-kundige
vrome volkje ten eigen bate te ver
schalken, zóó als we dat in de laatste
jaren ook van andere zijden hebben
zien beproeven. Alleen is het jammer,
dat een groote, gevestigde politieke
partij als de Chr. Hist. Unie, die ten
overvloede jarenlang met de A.-R.
Partij in coalitie samenwerkte, tot
dit minderwaardig gedoe de toevlucht
gaat nemen.
Wat wil ze daarmee bereiken? Wil
ze probeeren, wat haar aan den eenen
kant door de actie der H. G. S. wordt
afgebrokkelde aan den anderen kant
door afknabbelen aan den zelfkant
der A.-R. PSartij terug te winnen?
Vindt de Chr. Hist. Unie dit een poli
tieke tactiek eener groote partij waar
dig? Laat ze» dit liever aan de Staatk.
Geref. Partij overlaten en zichzelf be
palen tot verweer tegen de Lingbeek-
iaansche actie door positieve, klare
voorlichting en fundeering van haar
eigen kiezersgroep. We geven van de
i schier onbenullige wijze, waar
op dit Chr. Hist, pamfletje kiezers-
voorlichting geeft een enkel staaltje.
We lezen in.dit blaadje bij voor
beeld het volgende:
„Toch kan niet worden gezegd, dat
er op staatkundig gebied op het go-
bied van het recht, eerbiediging van
elks geweten was. Het liberalisme
heeft hier groote schuld. Wel beroe
pen liberalen zich gaarne op Willem
de Zwijger; zij noemen zich zijne vol
gelingen. Maar zij zijn het niet. Want
om te komen tot eerbiediging van het
geweten, op staatkundig en rechtsge
bied, hebben zij een scheiding ge
maakt tuschen godsdienst, kerk, Gods
woord, eenerzijds en anderzijds de
politiek, de staatkunde en het recht.
Zij leeren dat het een met het ander
niets te maken heeft, en dat de gods
dienst zich in de binnenkamer moet
terugtrekken. Sommigen wilden zelfs
aan de ouders het recht betwisten
hunne kinderen godsdienstig op te
voeden, omdat deze dan te bevooroor
deeld zouden worden, en moeilijk te
overtuigen dat alle godsdienst bijge
loof is. Dit alles gaat vlak in tegen de
staatkunde van Willem van Oranje.
Vandaa?r dat wij Christelijk-Histori-
schen beslist tegenover hen staan.
Met Willem van Oranje belijden wij,
dat wij ook, en niet het minst op
staatkundig gebied, „met den Heer
der Heeren" een „vast verbond" heb
ben te m.aken en dat wij aan Zijn
Woord hebben vast te houden. Op 1
punt willen dus liberalen en wij wel
hetzelfde, n.l. vrijheid van geweten
en van godsdienst. Maar wij willen
fculks, zoiader den machtigen invloed
van 's Hteeren Woord, op geheel onze
samenleving, dus ook op rechts- en
staatsgebded te loochenen of tegen te
staan.
Hoe staan de Anti-revolutionairen
in deze Gingen? Zij noemen zich niet
zelden bij voorkeur „Calvinisten". Dit
is een wirinig vreemd, omdat hun lei
der juist Calvijn bestreden heeft, wat
diens bei schouwingen betreft omtrent
de verhouding van Kerk en Overheid.
Ook op staatkundig terrein wijken zij
niet zelden van Calvijn af. Zij zijn
vóór volkomen vrijheid van consciën
tie en godsdienst en wenschen ook in
de staatkunde de eeuwige rechtsbe
ginselen, in Gods Woord ons gegeven,
te zien gehandhaafd. In zoover staan
zij niet verre van ons.
Maar -Ir- anders dan Willem de
Zwijger, anders dan de Christelijk-
Historisqfhen splitsen zij het volk
naar kerkelijke belijdenis; zij trach
ten de aanhangers van zulk een belij
genootsdhap zij op dit oogenblik be
denis - onverschillig tot welk kerk-
hooren v*- tot een politieke groep te
vereenigen, om dan, 't zij door eigen
talrijkheid, 't zij in federatie met an
dere grdiepen een meerderheid te vor
men, teti einde langs dien weg, door
het bezi t der politieke macht, te kun
nen tot stand brengen, wat zij, krach
tens hun beginsel noodig achten.
Wij sjtaan principieel tegenover de
ze gedachte. Volgens ons program is
het niet ons doel de regeermacht te
brengen, in handen van met Christe
lijke beginselen instemmende perso
nen maar streven wij naar de er-
kenninf; onzer beginselen, door allen.
Niet om de meerderheid, niet om het
succes voor de partii. maar om de
macht van het beginsel is het ons te
doen. ÏJÏiet de splitsing des volks, juist
de eenJikeid der natie treedt in ons po
litiek Mtreven op den voorgrond.
Gods< Woord is voor ons de toets
steen jm alles. Dat Woord, wonderlijk
als heli is, is voor alle tijden en alle
volken, geschreven. Zekerlijk kunnen,
naar aanleiding daarvan, geschilpun
ten op komen. Maar hoe meer de Geest
die dut Woord geschreven heeft,
ieder nönzer en in de menschheid door
dringt: hoe meer die geschilpunten
verdwijnen. Daarvoor is de vrije wer
king t ies Geestes, gelijk die zich in al
lerlei christelijke kringen openbaart,
nood|j; wij hebben niemand uit te slui
ten; wie niet bij ons behoort, d. w. z.
wie van Gods Woord niet hooren wil,
blijft) vanzelf weg. Maar, onverschillig
Wie de macht in handen heft, wij hou
den het voor onzen plicht er voor te
waken, dat het land naar Gods Woord
worde geregeerd. Wij sturen'niét aan
op splitsing, maar op vereeniging en
onderlinge waardeeriiïg, altijd even
wel onder de gebondenheid aan s
Heeren Woord".
Eigenlijk is het afdrukken van dit
gedeelte uit het Chr. Hist, pamflet
voor den aandachtigen lezer al vol
doende om er de voosheid van te doen
proeven. Maar we willen er een paar
zinsneden uit halen en daarop een en
kele kantteekening maken.
B.v. de aanhef:
1. „Hoe staan de Antirevolutionai
ren in deze dingen? Zij noemen zich
niet zelden bij voorkeur „Calvinisten"
Dat is een weinig vreemd, omdat hun
lu..ui juist W ivijn b: Mzedèn heei'
wat diens beschouwingen omtrent de
verhouding van Kerk en Overheid be
treft".
Ons dunkt deze bewering vorderde
toch wel eenig bewijs. De beschuldi
ging is er kras genoeg voor. Maar de
Chr. Hist, schrijver van dit vlugschrift
laat het bij deze mededeeling; zijn le
zers hebben het op zijn gezag slechts
te aanvaarden zonder meer.
Laat ons het nader bezien.
Wie Mr. Lohman's „Hereeniging"
(1916) kent, zal zich herinneren, dat
de vroegere leider der C. H. Unie in
dat geschrift een soortgelijk oordeel
heeft uitgesproken. We lezen daar
toch (blz. 22/23) „In de tweede plaats
het volgende. Dr. Kuyper, hoewel Cal
vinist, heeft met de grootste kracht,
soms met heftigheid, de leer van Cal-
ijn omtrent het verband tusschen
'erk Staa bestre en, juist d..t
punt dus dat op politiek terrein het al
lergewichtigste is, en ook het eenigc,
dat in onze gereformeerde bevolking
diep is doorgedrongen, omdat het in
art. XXXVI harer Belijdenis is neerge
legd. Ook thans heeft Dr. K. een goed
deel van zijn nieuw staatkundig ge
schrift aan die bestrijding gewijd, en
de Gereformeerde Kerken (in dolean
tie) hebben, evenals vele buitenland-
sche Gereformeerde Kerken, die direc
te bemoeiing van de Overheid met
den Heiligen Kerkendienst losgela
ten. Nu is mijne vraag: zou, indien de
Calvinisten minder uit het O. T. had
den geput en dieper doordrongen wa
ren geweest van den geest van het
N. T., die geen waarde toekent aan
uiterlijken vorm maar slechts-aan de
aanbidding van God in geest en waar
heid, indien dus zij zich op het stand
punt, waarop Mr. Groen van Prinste-
rer en zijn volgelingen staan, hadden
gesteld, niet een veel betere ontwikke
ling van kerk en staat ons beschoren
zijn geweest, en veel vermeden zijn
van hetgeen waarop de geloovige
Christen niet anders dan met een ge
voel van schaamte kan terugzien?
Zouden, om op nog iets anders te
wijzen, bij de verbranding van Servet
de Christus-belijders niet, met een
beroep op Christus zeiven, Calvijn en
den anderen theologen, die meenden
een Gode welgevallig werk te verrich
ten, hebben toegeroepen: mannen
broeders! gij ^eet niet van hoedani-
gen Geest gij zijt!"
Uit dit citaat blijkt echter, dat de
heer Lohman althans beproefde bewijs
te leveren voor hetgeen hij beweerde.
De schrijver van dit vlugschriftje laat
dat na. Hij heeft blijkbaar slechts in
het geschrift van zijn vroegeren leider
gezocht naar een zinsnede, die in het
politieke tournooi als wapen tegen de
A.-R. bruikbaar leek en die afgeschre
ven. Zonder meer. Zonder zich zelfs
rekenschap te geven, van wat de
heer Lohman er mee betoogen wilde.
Immers deze scheen de afwijking van
Calvijn's standpunt in politicis niet
zoo afkeurenswaardig te achten. Hij
verwijst naar Art. 36 en de verbran
ding van Servet op grond van de iu
dat artikel gestelde plicht der Over
heid tot het „uitroepen van alle afgo
derij en valschen godsdienst": zegt,
dat Dr. Kuyper dit standpunt van
Calvijn heeft bestreden, de Gerefor
meerde Kerken de directe bemoeiing
van de Overheid met den Heiligen
Kerkedienst hebben losgelaten, en
vindt dit alles meer in overeenstem
ming met den „Geest", die de Chris
tus-belijders bezielen moet.
Wat bedoelt nu het Chr. Hist, pro-
pagandablaadje met zijn Seitenhieb
op de A.-R. zonder deze commentaar?
Zou de Chr. Hist. Unie wenschen, dat
als de A.-R. zich „Calvinisten" noe
men, ze zich in deze verhouding van
Staat en Kerk maar op Calvijn's
standpunt plaatsten en dus aan het
„uitroeien van ketters en afgodendie
naars" vasthielden?
2. „Ook op het staatkundig terrein"
(het vorige was dus misschien alleen
op kerkelijk terrein? Maar de A.-R.
Partij beweegt zich niet op kerkelijk
terrein) „wijken zij niet zelden van
Calvijn af. Zij zijn vóór volkomen vrij
heid van consciëntie en godsdienst en
wenschen ook in de staatkunde de
eeuwige rechtsbeginselen, in Gods
Woord ons gegeven, te zien gehand
haafd".
Nu wrijft men zijn oogen uit, er
leest nog eens. Hoe? Zijn de C.-H. dan
niet voor „volkomen vrijheid van
consciëntie en godsdienst" en „wen
schen zij niet in de staatkunde de
eeuwige rechtsbeginselen in Gods
Woord ons gegeven, te zien gehand
haafd?" Maar op de vorige bladzijde
heeft het pamfletje dit juist als „de
beginselen der C.-H. Unie" aangewe
zen.
Immers:
„Wie dat goed verstaat, is een on
voorwaardelijk voorstander van gewe
tensvrijheid, welke Willem de Zwij
ger voor allen, de Roomsch-Katholie-
ken niet uitgezonderd, op gelijke wij
ze wilde toegepast zien.
Daarover is echter reeds iu zijn
tijd verschil ontstaan en nog langen
tijd daarna strijd gevoerd, waarhij de
toenmalige Calvinisten meenden, dat
alleen zij, die tot de Gereformeerde
Kerk behoorden, welke sedert als de
publieke kerk was erkend, volle staat
kundige rechten moesten hebben.
„Thans is dit niet meer zoo en
schijnt het beginsel van Oranje in zoo
verre te hebben gezegevierd, dat de
kerken zonder onderscheid, algeheele
vrijheid hebben voor de uitoefening
van hun eeredienst, en dat aan het bc
hooren to^.de eene of andere kerk geen
politieke voorrechten meer verbon
den zijn".
Aldus? De A.-R. willen precies het
zelfde als de> Chr. Hist, en dezen het
zelfde als genen.
Wat beteekent dan deze geheele
Satz? Heeft de schrijver van het
blaadje op de vraag: „Hoe staan de
A.-R. in deze dingen?" willen ant
woorden: „Precies als wij Chr. Hist.?"
Zij ook hebben immers als de Chr. Iiist.
de zienswijze der „toenmalige Calvi
nisten" verloochend?
.Blijkbaar is dat toch niet zijn bedoe
ling, want de schrijver gaat verder:
„In zooverre staan zijn niet verre van
ons."
„Niet verre". Dank u voor het com
pliment. Maar.... hoe ver is dit „niet
verre?"
De heer Lohman gebruikte zijn be
toog over „Dr. Kuyper, hoewel Calvi
nist", om aan te toonen, dat het maar
gelukkig is, dat de A.-R. partij zich
ten deze niet op het standpunt van
Calvijn geplaatst heeft. Dit vlugschrift
evenwel heeft blijkbaar de bedoeling
om met wat vaag gedaas den schijn te
wekken, alsof de C.-H. in deze zoovéél
voortreffelijker zijn dan de A.-R. en
de laatsten dus voor argelooze lezers
in discrediet te brengen.
Want lees maar verder 't zal U
nog meer gaan duizelen
„Maar anders dan Willem do
Zwijger, anders dan de Christelijk
Historischen splitsen zij het volk
naar kerkelijke belijdenis
Stop even! Op welke manier heeft
dat „splitsen" door de A-R. plaats?
Zijn zij, de A.-R. het, die het
Nederlandsct-e volk hebben gesplitst
in: Hervormden, Gereformeerden,
Christelijk-Gereformeerden, Evangei.
Lutherschen, Doopsgezinden, Remon
stranten, Roomsch-Katholieken, Oud-
Roomschen, et tutti quanti?
Het pamflet doelt hier blijkbaar op
„de politieke antithese". Waartegen
wel meer van C.-H. zijde gesputterd is,
maarwelke de C.-H. Unie desniet
temin, althans tot '11 November 1925,
evengoed als do A.R. Partij in het po
litieke beleid heeft getracht in stand
in waarde te houden. En dat is
geen „splitsing naar kerkelijke belij
denis maar een groepeering, deels
een vereeniging naar politieke begin
selen. Die bovendien niet is gemaakt,
maar die bestaat en welker bestaan
als feit slechts geconstateerd wordt,
l ees verder!
4. Zij trachten de aanhangers
van zulk ëen belijdenis onverschil
lig tot welk kerkgenootschap zij op
dit oogenblik behooren tot een po
litieke groep te verecnigen
Vindt de C.-H. Unie dit streven naar
vereeniging op politiek terrein afkeu
renswaardig? Zou zij dan inderdaad
wllen, dat de kerkmuren ook op liet
politieke erf de afscheidingslijn der
groepen vormden?
Inderdaad in verkiezingsdagen
komt men wel eens tot die gedachte.
Dan leest men vaak den oproep in ver
slagen van redevoeringen en adver
tenties aan de leden van zeker kerk-
nootschap om uit dien hoofde steun
aan de C.-H. Unie te bieden. Maar im
mers daarop attent gemaakt, haas
ten dan steed9 de leiders der C.-H.
Unie zich om zoodanige propaganda
te verloochenen?
We lezen weer verder. En dan komt
de aap uit de mouw!
5. om dan, 't zij door eigen
talrijkheid, 't zij in federatie met an
dere groepen" (bijvoorbeeld.... met
de Christelijk Historischen!!) eene
meerderheid te vormen, teneinde langs
dien weg, door het bezit der politieke
macht, te kunnen tot ptand brengen,
wat zij, krachtens hun beginsel, noo
dig achten".
Slaat ge hier geen gat in de lucht,
lezer? Ge zijt er immers heilig van
overtuigd, dat de C-H. nimmer door
de begeerte zijn aangeraakt, om door
den steun eener meerderheid te kun
nen ot stand brengen, wat zij, krach
tens hun beginsel noodig achten! Zij
wenschen zoo iets niet tot stand te
brengen! Of zij wenschen tot stand
te brengen, wat ze «krachtens hun be
ginsel niet noodig achten, dan wel,
wat ze, niet krachtens hun beginsel,
noodig achten!!
Luister maar!
6. „Wij staan principieel tegenover-
deze gedachte. Volgens ons program
is het. niet ons doel de regeermacht te
brengen in handen van met Chirstelij-
ke beginselen instemmende personen
maar streven wij naar de erken
ning onzer beginselen door allen. Niet
om de meerderheid, niet om* het suc
ces voor de partij, maar om de macht
van het beginsel is het ons te doen".
Genoeg! Als we nog één vraag ge
steld hebben:
Waarom heeft het Hoofdbestuur der
Christel. Hist. Unie dit blaadje laten
schrijven en drukken? Waartoe wordt
het dezer dagen in grooten getale op
de Zuidhollandsche eilanden en mis
schien ook elders, verspreid?
Is het niet te doen om al „meer"
kiezers naar de Chr, Hist. Unie te lok
ken? Ook uit de kringen der Antirevo
lutionaire volksgroep? Waartoe dan
wel?
Maar is dit pamflet dan in overeen
stemming met het program? Het is
een onbenullig, vaag, maar ook las
terlijk geschrift. En niet lieelemaal ge
speend aan eigengerechtigheid. Voor
verstandige lezers kunnen we het aan
zichzelf overlaten. Maar voor dezul
ken, als er zoovele zijn, tot wie telkens
de vraag moet worden gericht: Ver
staat gij ook wat gij leest? moeten on
ze kiesvereenigingen het in de gaten
houden.
Wij herhalen wat we bij den aan
vang zeiden: De Chr. Hist. Unie zou
èn zichzelve èn het land méér en be
ter dienen, als zij zich beijverde in haar
kringen de politiek van den heer
Lingbeek te bestrijden, die wel zéér.
zéér verre verwijderd staat van haai
en ons standpunt ten aanzien van het
verband van Staat en Kerk".
Als zij de H. G. S. voor haar rekening
neemt, dan zullen wij, A.-R. voortgaan
met in onze kringen de onmogelijk
heid van de politiek der Staatk. Geref.
Partij aan te toonen.
En dan doen we beiden een nuttig,
en geen hatelijk werk.
GEMENGD NIEUWS.
Onbewaakte overwegen. R
en W'. van Do&tichem hebben bij den
raad een voorstel ingediend tot het gra
tis afstaan van grond aan de Ned. Sp.
wegen nabjj den overweg aan de Eishof
te Gaanderen, op voorwaarde, dat al
daar een stopplaats voor treinen wordt
Wordt dit voorstel aangenomen, dan
zal het gevaar bij dezen overweg, die
reeds vgf menschenlevens kostte, ge
weken zijn.
O.verreden en gedood. - In
de Scheperstraat te s-Gravenhage is
een 5-jarig jongetje door een aWtot
overreden. Hij werd door den Geneesl
kundigen Diëtist naar het Gemeente-
ziekennuis vervoerd. Hulp kon even
wel met meer baten; het kind is gis
termiddag overleden.
Een druk 'gesprek. Te Erica
is de heer K. de Graat, die in gesprek
langs de rails liep, door een aankomen
ue tram gegrepen en overreden; beide
beenen werden hem afgereden.
Hij is naar het Ziekenhuis te Hooge
veen vervoerd.
Moord? Een bewoner van een
woonwagenkamp te Enschedé is doode-
lijk gewond aan den weg gevonden. Het
is komen vast te staan, dat hem met
,een hard voorwerp een slag op het
hoofd is toegebracht.
De man is aan de gevolgen overle
den. De politie stelt een onderzoek ia
Ondanks besla g 1 eggin.g a.I
les verkocht. Door de politie vaa
het bureau Bergsingel te Rotterdam is
gearresteerd de 37-jarige modiste W..
LD J. v. d. B.
Wegens belastingschuld was op haar
winkelinventaris en huisraad gerechte
lijk beslag gelegd, terwijl zij was aan
gesteld als bewaarster van de goederen
Ondanks dit beslag had zg alles ver
kocht. Er is proces-verbaal to^en haar
opgemaakt wegens bedriegelijke bank
breuk, waarop een maximumstraf staaf
van vier jaren.
Van de rol afgevoerd. De
Burgerlijke Kamer der Haagsche recht
bank heeft g stcren die z a;c tuss hen Dr
van Blankenstein en Prof. Gerretson,
welke zaak door Dr. v. Blankenstein
aanhangig was gemaakt in verband met
artikelen van Prof. Gerretson in „De
'Telegraaf' van de rol geroyeerd.
Doodeilijk ongeluk. Giste:
nacht half één is aan de sluiswerken te
IJmuiden de 32-jarige H. V., afkomstig
uit Blijham, door een zandtrein aange
reden. Zwaar gewond werd hij opgeno
men en naar het Ziekenhuis St. Joannes
de Deo te Haarlem overgebracht.
Tjjdens het vervoer stierf hij.
Diamainten bruiloft. Giste
ren vierde het echtpaar Jacobus Adria-
nus Verbiest en Adriana \Rranken te
Bergen op Zoom hun diamanten huwe
torwagen van lijn 14, welke in dei
richting van het Rokin reed. De jon
gen kwam per fiets van den kant van
den Nieuw'endijk rijden en had, naaf
getuigen zeggen, tamelijk veel vaart.
Plotseling schoot hij vóór dei tram en:
kwam, door de aanrijding, diei nu volg
de, t+s vallen. De jongen, die onge
veer 16 jaar oud was, werd ernstig!
gewond. De tram moest opgevijzeld!
■worden.
De geworide is met den autoi van den
Geneeskundigen Dienst naar het Bin
nengasthuis vervoerd. Op het drukke
punt was het dadelijk zwart van dej
menschen, een groot aantal agenten
zorgde, onder leiding van inspecteur
Do Vries Hu mei voor de verkeersrege
ling.
A u t o b o t s i n g. Gistermiddagl
reden op den weg HaarlemAmster
dam, ter hoogte van de Israëlietischö
begraafplaats, twee auto's elkaar tege
moet. De eene, waarin de keer en me
vrouw Schmidt uit Haarlem gezeten)
waren, kwam uit de richtting Amster
dam. Deze reed m een geul TangS den'
weg en kon daaruit moeilijk wegko
men. De bestuurder ^an den anderen
wagen zag dit en wilde daarom lihksl
passeeren.
Juist op dat moment kwam eerst*,
genoemde auto evenwel1 uit de geul,,
een hevige botsing was daarvan hen
gevolg. De automobielen werden ge-
i lavend. De heer en mevrouw Schmidt;
werden ernstig gewond. Mevrouw S.
werd per E. S. M. naar Haarlem ver
voerd; de heer S. met een auto van
dea heer Vogelzang uit Haarlem, die|
juist passeerde.
Beide gewonden werden in het St.
Elisabethsgasthuis te Haarlem opge
nomen, 's avonds was' hun toestand],
ernstig. De twee inzittenden van den:
anderen wagen werden slechts zeer!
licht gewond. Zij konden de reis naar)
Amsterdam voort zetten.
Pakhuisbran d. Gisteravond!'
brak door het omvallen van een pe
troleumkachel brand uit in een pak
huis in de Kerkstraat te Hilversum,,
toebehoorend aan den heer Le Coute]
en in gebruik bij den heer Van Schijn-
del. De brand, die zich eerst ernstig
liet aanzien, kon door het spoedig aan
wezig zijn van de brandweer tot hetj
pakhuis beperkt worden. Dit brandde)
echter geheel uit. .Verzekering dekt
1schade.
Brand. Gistermorgen is doofl
onbekende oorzaak brand uitgebroken
bij M. H. te Moordrecht. Een schuufl
en een vrachtauto verbrandden. Ver
zekering dekt de schade.
Er bestond hiervoor vooral van die
Zijde van de geheele buurt groote be
langstelling. Van de receptie werd druk
gebruik gemaakt. O.m. kwam burge
jneester Stulemeger het echtpaar ge-
lukwenschen.
De harmonie Oranje bracht in de
avonduren het diamanten paar een sere
nade.
Ver kieersongeval. Op
Haarlemmerweg te Amsterdam
door het springen van den voorband
een motorrijwiel' over den kop gesla
gen, ten gevolge waarvan de bestuur
der ernstig gewond werd. Hij 'is pen
ziekenauto naar Haarlem vervoerd.
Het kon niet gauwer. Een
man te Amsterdam, die sedert eenigem
tijd bijl de politie onder verdenking.
Stond," iets kwaads in het schild te voe
ren, heeft ondervonden wat het be
teekent door rechercheurs in de ga
ten gehouden te worden. Hij1 had een
loopjongen van ©en kantoor gevolgidl
pmdat hij wist dat deze knaap een)
aangeteekenden brief van het hoofd
postkantoor gehaald had. In de Raad!
huisstraat trachtte hij den brief uit den
zak van den jongeil te halen, doch!
nauwelijks had hij! "het papier beet, of
twee rechercheurs van net bureau op
|de Lauriergracht hadden hem te pak
ken. f
De aangeteekende brief hield slechts',
een bedrag, van f8.85 in.
Jongen onder die tram. Gis
termiddag geraakte op den Dam te
Amsterdam een jongen onder een mor
DIERENVRIENDEN
Li - - voor dieren - niet als tegen
stelling van dierenmishandeling, maar!
als een sterke neiging van mensch tot!
dier. heeft verscheidene oorzaken.
Er zijn menschenkenners, die beweren,
dat dierenliefde in de meeste gevallen!
voortspruit uit de eenzaamheid vaneen)
mensch. Want in eenzaamheid kan,
geen sterveling leven. Dikwijls echter!
is deze liefde ook op andere grond
slagen gebaseerd.
Tegenover een dier voelt ook del
zwakste mensch zich de meerdere. Wiel
door ziin medemenschen verstooten
wordt, krijgt de illusie van bemind tef
zijn als hij zich tot de dieren wendt...,
met voerbak of zweep.
De historie verhaalt van Romeinschei
keizers, wier bovenmatige dierenlief
de gold als een symptoom van geesten
lijke afwijkingen.
Van Frederik II, koning van Prul-
sein, vertellen geschiedschrijvers, ,dat„
als de koning naar Berlijn reisde, zijn)
drie of vier windhonden in een speciaal!
rijtuig, door zes paarden getrokken*
de koninklijke karos volgden.
In Potsdam en Sanssouci mochten!
de slanke viervoeters vrij rondloop en,
op alle stoelen en sofa's liggen en naait
hartelust de zijden overtrekken kapot-
krabbelen en stukknagen. Frederik liet
zrjn graftombe naast de graven vani
zijn lievelingen oprichten; maar zljni
laatste wensch, naast zijn honden be!-
graven te worden, meende zijn cpvdï-
ger niet ten uitvoer te mogen bren
gen.
Ook voor paarden toonde de vorsfl
een groote genegenheid. Hetgeen mis
schien een voortvloeisel was uit het
feit, dat in .de jaren van strijd, tienl
ot twaalf paarden one hem wegge
schoten wiV'i ..-;,nmel', Conaéf
mocht ..uien van Sanssouai
rondlc^'. Dsn andere favoriet, Ce-
sar, mocht steeds de groote parades)
meemaken; de koning liet de regimen
ten zwenken, opdat het paard onge
stoord op dezelfde plaats kon blijven)
staan.
Ook in de literatuurgeschiedenis ko
men herhaaldelijk voorbeelden voor,
hoe schrijvers hechtten aan lievelings
dieren. Baudelaire was dol op kat
ten, Byron hield er een minder alle-
IdaagBcnen makker op naeen beer*
Later sloeg die liefde over pp een
prachtigen New Foundlander. Toen
lEdgar Allan Poe's vrouw stierf, wa3|
zij, ondanks de hevige winterkou, al
leen toegedekt met de warme overjaa
van den dichter en zijn bonte boeren^
pojes
Eén dicrenyjiand kent de literatuuit,
geschiedenis: Goethe. Alleen piver een)
eekhoorntje schreef hij eens aan Frau)
,Von Stein. Of deze vijandigheid een)
(geVolgi was van zijn ijverzucht? Het);
as bekend, dat 'de Duitsche dichter ko
ning reeds als kind woedend kon wor
den als men geen notitie van heml
nam'Aan den anderen kant is het
niet onmogelijk, dat .Goethe, als hiji
vriendschap sloot met iemand, steeds]
met angst dacht aan een mogelij k-cJ
Beheading, en dus pok bevreesd was*
dat een dierenvriendschap met ver
driet zijnerzijds zou kunnen eindigen.
In ieder geval heeft hij nooit een hei»
.vsÜBgBdier