WflT DE BLADEN ZEGGEN. NIEUWE LËIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 19 OCTOBER 1926 TWEEDE BLAD. Een meer glorierijk gouden feest. Verreweg de vurigste verdediger van Neder lanjds eenzijdigen vrijen invoer, aldus de Rotterd. is. onder de socialis ten de heer Wibaut. Tegen de verhooging van het invoer recht op sigaren was hij scherpgekant Het Schoenenwetje kon geen genade in zijn oogen vinlden. De tariefsherziening van Minister -olijn was hem een doorn in het oog. Tegen zijn) partijgenooten in het Vak verbond, die overhelden tot bescher ming tegen valuta-concurrentie, toorn de hij fel. Dat fanatiek optraden wekt verwon- lering, daar vroeger van den heer Wi- oaut milder uitingen in anderen geest A'erden vernomen. Wij denken aan zijn optreden van het 10e congres der S.D.A.P. te Dor- irecht. Wij denken voorts aan zijn mark- vvaardige klacht in een jeugdgeschrift van 1891. Daar schreef hij: Toen ik in f876 de Middelbare school verliet, wist ik precies uit te leggen waarom „lais sez faire" zoo heilzaam was en staats bemoeiing zoo dood end"; vrijhandel ioo verstandig en bescherming zoo dom, doch van socialisten hadden we diets gehoord, als zoo eens dat ze ook lom waren, wel anders dan protecti- unisten, maar toch dom." Het is wel bedroevend, dat de heer Wibaut thans weer terugvalt in den Jdachtengang over bescherming, door iem in 1876 aangehangen. Zijn Duitsche partijgenoot, Max •ichippel, geeft in een der laatste afle veringen van de Socialistische Monats- nefte een verklaring van dit merk waardig verschijnsel. 'Handelend over de moeilijkheden /an den overgangstijd, waarin het so cialisme verkeert, merkt hij op: „De 'overgeërfde, schijnbaar radicale en la ar om ongaarne prijsgegevene vrij handels-traditie is innerlijk nog lang hiet losgelaten en zoo slaat men van Jijd tot tijd atavistisch terug in de jude, goed burgerlijke en werkelijk kiet glorierijke voorvaderlijke denk wijze." In 192.6 atavistisch een terugval tot ■18761 •Een meer glorierijk gouden feest wa- denkbaar geweest 1 Ratten eten! Profeteeren is een gevaarlijk wiörk, .pp .driestart 'de Rotterd. Vooral profetieën over den econo mische toestand kunnen zoo deerlijk -mislukken. De porlogstijd vporal is fnuikenjd) ge- .veest vpor neele geslachten van dierge- ffke Vioorspellers. Het' is zopi verleidelijk, maar tochl jQq bedenkelijk, op grond der zpoge* *aamde 'economische wetten den Ho,- 'pscoop te trekken over den komen- Jen ontwikkelingsgang. De leer van den internationalen vrij- «|an,del zit theoretisch 'degelijk in el- xaar en met een beroep op baar pn- jmBtOiOtelijke kracht is de ondergang* /oprspeld van landen, die zich aan het taffen van beschermde rechten vergre- België mpet ten ondergaan zoo .«eerde .Van Hogeridorp. Dujtschland moet wegkwijnen zooi isarde Mr. van Houten in ,de Vragen Jee Tijds van 1879, toen .Germanjei prpiec tionistisch tarief kreeg. [Bij el'ke tariefsv erhoogingj komen !de ^handelsmannen hun pessimistische ^Qprspellingen herhalen- Wiel' zeer stout openbaarde, zich 'Idat profetische pessimisme in het jaarl toen DuWsdhland verhooging van tariel doorzette. De socialisten waren scherp tegen ie wijziging .gekant en hun hoofdbr- ïBan, de .Vorwarts, profeteerde 1 Oc tober 190o: „AU in het volgend) jaar igt nieuwe tarief 'in werking; treedt, XBii zullen de arbeiders ook gemeste gatten en versche musschen moeten a 'Dan zijn wij gelukkig zoo ver, Duitache proletariërs in vollen vre- jd datgene vreten moeten wat de Parijzeaaars in het laatste stadium van Jje Commune 1871 verbruiken moes- FEUILLETON. Doof leed en strijd. «O): Het gelukte Michaël, Sergius en Marfa spoedig een goeden intvloed op de groote jongens en meisjes uit te oefenen. Vooral Michaël kon hen uren lang bezighouden met lange verhalen van. zijn reis naar Schotland en zijn verblijf aldaar. Hij was onuitputtelijk in zijn mededeel ingen omtrent bet vreemde land en de jongens zaten of lagen in een kring om hem been op de binnenplaats van) de gevangenis en •luisterden ademloos, wanneer hij bun vertelde van zijn dappere voorvaderen, de Convenanlters, van hun wonderbare uitreddingen, en van bun heldhaftigen dood. Zoo gangen de dagen voorbij, hetzij binnen de gevangenismuren of daar buiten op het plein, dat, door hooge palissaden omgeven, geheel van de buitenwereld afgesneden was, zoo dat men nflets te zien kreeg dan een stuk van dfe blauwe lucht Eiken avond Werden echiter allen in de ongeventi- 1 eerde kamera's opgesloten, waar de lucht in hooge mate bedorven was en wear het wemelde van ongedierte. Des avonds was het er beter dan 's mor gens, want gedurende den dag was er door de ge-opende deur ten minste ee- nige toevoer van versche lucht ge dweest, maar wanneer het vertrek een ten. ^Vieii de goden verderven willen, 'dien maken zij blind". Maar toen in 1906 de verkiezingen voor de socialisten ongelukkig uitvie len, schreef de Yorwarts dit toe aan de periode van ongehoorden voo'rspoed, die de Duitsche harcen niet ontvanke lijk maakte vcor de socialistische denk beelden en in den terugblik op het iein'd van 1926 schreef hetzelfde blad: ,;H<et vervlogene jaar begon in het' teeken van bloeiende'economische wel vaart en bij "het heengaan bleef "dezelf- [des gelukkige situatie". fDat is wat anders dan ratten eten. Dat is bokken schieten. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Franeker, B. Graata ma te Beerta. GEREF. KERKEN. Beroep en: Te Zuidwolde (Dr.), H. Smit, cana. te Nieuw Weerdinge. Bedankt: Voor 's Gravenhage-W., vac. Schuurman, P. C. de Bruyn, te Apeldoorn. Voor Nieuwerkerk a. "d. IJs- sel, P. de Feyter te Boornbergum (Fr.) Voor Epe, G. B03 :te Stadskanaal. CER. GEREF. KERK. Beroepen: Te Nieuwe Pekela, J. L. de Vries te Rjjnsburg. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Aangenomen: Naar Helder, P. J. Smidts te Witmarsum. Beroepbaar. Door de classis Meppel der Geref Kerken is met algemeene stemmen be roepbaar verklaard cand. F. Slomp, te Ruinerwold. Candidaat F. Slomp stelt zich beroep baar in een der Geref. Kerken. Zijn adres is; F. Slomp Jzn, Ruiner- wold. Ds. W. van Limburg. Ds. ;W. van Limburg, Ned. Herv. pre dikant te Amsterdam, die reeds gerui- men tijd ernstig ongesteld was, is weer in de hoofdstad teruggekeerd van zijn verblijf in het buitenland. De toestand van Ds. V. Limburg gaat iets vooruit, doch in geen geval zal hij dit jaar voor zijn gemeente kunnen op treden. Ben woord van vermaan in de Geref. Kerk te Haarlem, Thans heeft de raad der Geref. Kerk te Haarlem zich met een woord .van waarschuwing tot de gemeente gericht In de godsdienstoefeningen in de beide kerkgebouwen werd door de predikan ten Brinkman en Siertsema namens den kerkeraad hiervan voorlezing gedaan. De kerkeraad keert zich inzonderheid tegen pogingen, die ook in Haarlem wor den gedaan om tot nieuwe kerkformatie over te gaan, „al heeft hij goeden grond om te verwachten, dat deze vrjjwel ijdel zullen blijken te zijn". De kerkeraad erkent, dat er ongetwij feld ook in den tegenWoordigen toestand der kerk een gemeenschappelijke zonde en schuld is, waarvoor echter niemand de verantwoordelijkheid van zich af kan schuiven, ook niet door een zich ont trekken aan haar gemeenschap, „maar waarbij we ons allen voor God hebben te verootmoedigen". Aangezien wrj „in dagen vau onrust en beroering in het kerkelijk leven zoo spoedig het spoor bijster kunnen raken" waarschuwt de kerkeraad dan ook ten ernstigste tegen de zonde van scheur makerij. De kerkeraad hoopt met Gods hulp trouw te zijn, indien noodig tot het uiterste. Nadat de vermaning in de godsdienst oefening, waarin Dr. Brinkman voor ging. was voorgelezen, verhief zich ter faanderij een broeder van zijn zetel, ie met. luider stemme den kerkeraad voor dit stuk zjjn dank betuigde. Hem werd beduid, dat het hier niet de ge schikte plaats was voor dergelijke mede deelingen, waarna de dienst op de ge wone wijze kon worden voortgezet. Junius en het classieke Calvinisme. Het uitspelen van den Leidschen hoog leeraar Franciscus Junius tegen de be sluiten der Asser Synode, aldus Dr. Kaajan in de ,;Utrechtsche Kerbode", is wel een bewijs, dat Prof. Haitjema juist dezen voor een type van het door uur of wat geheel gestoten geweest ■was, dan begon de atmosfeer letterlijk vergiftigd te worden. En dit ondraag lijk lijden zouden zij de geheele rei\ over tot aan het einde van den tocht te verduren hebben! Eindelijk kwam de zoogenaamde misdadigersboot en werden de mannen van de vrouwen en kinderen geschei den. Met het transport uit Kovylsk werden nog andere bannelingen ver voerd; het gevolg hiervan was een groote ophooping van menschep, doch dit was nog niet in vergelijking van hetgeen later in het jaar plaats vond, wanneer de transporten hoe langer hoe grooter werden. Gp de booten was geen plein, waar men de dagen kon doorbrengen. In plaats daarvan had men twee groote kooien, van sterke tralies voorzien, waarin de bannelin gen rechtop konden staan, maar ter nauwernood ruimte hadden om zich te bewegen. In de wagens van den spoortrein was men gedwongen geweest om te blijven zitten en had men niet kunnen staan. Op de boot was men veroor deeld om te staan, en was er geen ge legenheid. om te zitten. Wilde men echter niet in de bedorven atmosfeer beneden in de boot blijven, waar nóóit versche lucht binmendrong. dan moest men den ganschen dag. meer gelijk wilde beesten dan als menschen, in deze kooien opeengepakt staan. Het was zomer. Dag aan dag ver- hem zoo hoog geroemde classieke Cal vinisme van de 16de eeuw houdt. Is Junius dit? Prof. Haitjema zal zeggen, dat nie mand minder dan Dr. A. Kuyper een bloemlezing uit Junius' werken in de Bibliotheca Reformata ons heeft gege ven. Maar Dr. Haitjema vergete niet, dat de uitgave van Junius' werken door Dr. Kuyper dagteekent uit het jaar 1882, toen deze nog lid was van de Nederlandschs Hervormde Kerk. Trouwens, in de voorrede verklaart Dr. Kuyper, dat daarom de keuze op Junius' werken viel, omdat zijn naam niet alleen bij de'.Calvinisten, snaar ook brj de Remonstranten een goeden klank had en nog heeft. Junius leefde in een tijd, teen de wegen van Calvinisten en Arminianen nog niet voor goed waren uiteen gegaan. Prof. Geesink erkent echter, dat Ju nius in zijn felbewogen tjjd een ietwat weifelende houding aannam. Hij schrjjft: „Hoewel op het stuk van de leer beslist Calvinist, schjjnt hij zich toch niet volkomen bewust te zijn ge weest van het onvereenigbare der Cal vinistische ideeën met de aspiratiën der Jnbertjjnen op het stuk van de Kerk. Zoo ergens, dan komt dit helder uit in een geschrift, dat zeker niet uit zjjn pen ware gevloeid, indien hij geweten had, waar de Ijjn der'Oldenbarneveldts en Arminiussen op uitloopt, ik bedoel zijn Irenicum of VredeschrifL in 1593 te Genève in het Latijn en te Leiden als Le paysibie Chrestien in het Fransch .uitgekomen'. En even ater schrijft Prof. Geesink: „Natuurlijk heeft Junius met zjjn Ire nisch Tractaat het hart gestolen van al le vroegere en latere Libertijnen. In den remonstrantschen tijd moest „Le paysibie Chrestien" telkens dienst doen tegen de Gereformeerden". Op het punt der Kerk komt Junius dan ook met het classieke Calvinisme der 16de eeuw wel ter dege in strijd Dit blijkt uit het navolgende voor val: Toen eens de hoogleeraar Thysius in Genève bij Beza kwam, viel deze hem terstond in de rede met de woorden: ,;En hoe gaat het wel met onzen be minden breeder Junius? Hij is iemand die zich voor onze kerken bijzonder ver dienstelijk heeft gemaakt, noewel hij in één hoofdpunt met ons van gevoelen verschilt. Dit hoofdpunt was de leer van de Kerk. Door zijn Le paysibie Chrestien heeft Junius inderdaad verdenking gewekt. Een zekere Jacques Anjarrant, niet een theoloog, maar een diplomaat schreef in 1593 aan Beza, dat er dingen in voorkwamen, die een beetje twijfel achtig waren. Ook is het merkwaardig, dat mannen als Hugo de Groot, en Gerard Vossius Junius ten zeerste hebben geprezen. Nu school dit ook wel in zijn irenische na tuur, in zijn oprecht Christelijk gemoed maar zijn al te ruime, libertinische idee eu over de Kerk waren hun niet onbe kend gebleven. Geen wonder, dat de historicus H. de Vries Junius noemt: „eerder Armi- niaan dan Gomarist; beminnaar ran den confessioneelen vrede". Hét is opmerkenswaardig, dat Junius' zoon, zijn naamgenoot en predikant te Hillegersberg, in 1619 wel' niet uit zijn ambt is ontzet, maar slechts daarom dit ontzettend vonnis ontliep, omdat hij reeds uit eigen beweging het ambt van dienaar des \Voords had neergelegd. De al -te irenische gedachten van zijn va der waren waarschijn .ijk niet spoorloos aan hem voorbij gegaan en hadden bij hem den grond voor zijn Arminiaansche gevoelens gelegd. Wie daarom Junius, den Leidschen hoogleeraar als een type van het clas sieke Calvinisme der 16de eeuw ten tooneele voert, loopt ernstig gevaar, dat hij leelijk mistast. Inaug. zede van prei. Dr. A. H. de Hertog. Prof. Dr. A. H. de Hartog, benoemd tot bijzonder hoogleeraar in de apologie van het Christendom aan de Rijksuni versiteit te Utrecht, aanvaardde gister middag zijn ambt, door in het groot auditorium van het universiteitsgebouw een rede uit te spreken over: „Grond beginselen van het Christendom Christendom, aldus spr„ is helden dom. heugde de zon het aardrijk mot hare stralen; gelukkige, vrije boeren staak ten hun arbeid aan den oever der ri vier om de misdadigersboot te zien voorbijvaren; vrouwen en jonge meis jes lachten en praatten vrooliik op de waSchplaatsen aan den kant van het water; het gezang van den leeuwerik en het geroep van den koekoek vervul den de lucht en dag aan dag, te mid den van al dat blijde leven, gleed de boot met haar vreeselijken last van onuitsprekelijke ellende, van duldeloos lijden langs de groene boorden van de Wolga. En deze boot was er slechts eene van zoovele, die in haar spoor zouden volgen, den geheelen zomer dóór, totdat de winter aanbrak. De dag was evenwel oneindig beter dan de nacht, wanneer allen beneden op gesloten werden en de lucht er zóó zwaar en zoo bezoedeld werd. dat men er ternauwernood kon ademhalen. Men verliet ije boot met hetzelfde ge voel, waarmee men den trein verlaten had: een gewaarwording van verlich ting zooals elke verandering van ellen de meebrengt. Daarop volgde weer een korle reis per spoor, en toen. omdat er een Weinig verder een grondver schuiving had plaats gehad, werd er besloten, dat het transport de reis op de oude manier langs den grooten Si- berischen weg zou vervolgen. De ban nelingen verlieten den trein in de mee nir.g, dat het ergste nu geieden was. Voortaan Zouden zij zich vrij kunnen Niet alleen naar het leven, maar ook naar de leer. Dat het Christendom hel dendom is naar het leven, behoeft geen betoog. Het woord geloofshelden zegt genoeg. Maar ook naar de leer zonden wij hier kunnen spreken van een hero- isme der gedachte, van een universeels cesmotragisehe gezindheid en bezinning Het al wordt betrokken op het Absolute op den Volstrekte, den Volheerljjke. Spr. wil dan ook thans niet handelen over aard, taak en doel der apologie wier waarde door sommigen wordt betwijfeld, maar die haar waarde onder meer bewijst door de luiken, die voor het zonlicht zijn gezet, open te stootén) maar over de grondbeginselen van het Christendom, op deze wijze tevens een program aanduidende van de stof, die nij zich o.a. voorstelt te bespreken op zjjn college's. Het Christendom bewijst zichzelf. Indien men maar thetiseh zijn inhoud toont, zal deze inhoud tevens apologetisch worden bevestigd. Daartoe is mede noodig, dat wn en cyclopedisch het terrein der theologie bepalen in het kader der wetenschappen Velen zijn er, die de theologie zonder meer binden aan den Bijbel als het „eenig" Woord van God, anderzijds zijn er, die gaarne spreken van het irratio- neele, het numineuse,. enz. Gevaar dreigt hier, dat men daarbij verstandelijke on derwerping of niet verstaan verwart met geloof en vroomheid. Het Woord, vol gens den Bijbel zelf, volgens den Pro loog van het Johanneseva.ngelie in het bijzcnder, zouden wjj kunnen noemen a.s bemiddelende, hei Alorganieme der Goddelijke werkzaamheid en Openbaring Wij moeten de verschillende stralen van ,,Gh)ds Woord' dus op a.le geb.ed on bevooroordeeld laten spreken en zullen zoo komen tot een alomvattende Chris telijke wereldbeschouwing, waarbij Woord en Geest, Wijsheid en Wil Gons op alle terrein worden doorzocht. Dit is een machtige taak, nog nauwedjks be gonnen. Men zoude zeifs kunnen zeg gen, dat de Roomsche theo.ogie in deze verder reikt dan de Gereiormeerde, om dat gene een wereldbeschouwing tracht te benaderen, mede naar Aristotelische beginselen, «terwijl in Gereformeerde kringen de Bijbel maar ai te vaak tegen over wetenscnap en wijsbegeerte in al- gemeen.n zin wordt gep.aatst, Voor het Ohristenuom is net van het hoogste beiang, dat wij de „werkelijk heid' onbevooroordeeld laten spreken Het Christendom zal niet alleen alle er varing, wetenschap en wijsbegeerte recht doen, maar ook een eigen terrein vinden in. de keifmededeeiing Gous, die zich de eeuwen en gcs.acnien door be wijst. Het thrisienuom staat a.s abso lute godsdienst dan ook niet slechts naast de andere want ander3 was het één van en naast de veie maar het houdt mede de elementen van waa; heid in, die onder de volkeren zijn ver spreid. Spr. staat dan ook een realistisch christendom voor, dat als hoogere een heid van het ideoeie en historische kan worden gezien. Met de gebruikelijke toespraken sloot spr. zijn rede en sprak onder anderen in het bijzonder den heer Rustige, den secretaris der de Har togs Lichting toe hem dankende voor zijn jarenlange me dewerking. BINNENLAND. Centraien Convent van de Anti-Rev. Partij op Donderdag 14 October 1326 in .jDe Witte Brcg", Den Haag, ter bespreking van bet onderwerp: „Medezeggen schap der arbeiders in bedrijf en onderne ming". Te elf uur opent de voorzitter, de.- heer H. C o 1 ij n, de vergadering met het doen zingen van Ps. 103 9 Voor gelezen worden enkele verzen uit 1 Cor. 12, waarna hij voorgaat in gebed. Nadat de voorzitter heeft meege deeld de verhindering tot .bijwoning dezer vergadering van de heeren De Wilde en Duymaer van Twist, heet hij allen welkom en wijst er op, dat het Centraien Convent niet bevoegd is be slissingen te nemen. Het onderwerp is zeer belangrijk. In den een of anderen vorm is het reeds een kwart eeuw aan de orde In de laatste 50 jaren is er aan de bewegen en in de open lucht leven. Op dat oogenblik mocht men zich in het heerlijkste lenteweer verheugen. Het land, dat men doortrok, was be zaaid met schitterende bloemen, en de weg voerde langs weiden en bosschen, door valleien en over de hellingen der bergen. Somtijds liep hij gedurende een of twee mijlen door het een of ani- dere dorp. Het vee graasde in de al gemeene weide en het koren schoot welig op onder de stralen der zon, die eiken dag heeter werden. Sergius en Michaël ondervonden weldra den opwekkenden invloed van den wolkeloozen hemel boven hen en van den frisschen wind, die hun het gelaat verkoelde. Dit geleek eenigszins op hetgeen zij zich hadden voorgesteld. De kleine Clava kreeg ook, tot op ze kere hoogte, hare oude vroolijkheid terug, nu de kinderen vrij mochten loopen en naar hartelust bloemen kon den plukken, mits zij niiet van de an deren afraakten. Soms waren de ge leiders van het transport vriendelijk en toegevend, maar zij werden gedurig verwisseld en dikwijls door ongeduldi ge, zelfs ruwe lieden vervangen. Daar men evenwel stevig moest doorloopen en ongeveer twintig mijlen per dag af leggen, was er niet veel tijd om te dwa len en bloemen te plukken, want het was ten strengste verboden achteraan te komen. Bij het transport behoorden enkele ruwe wagens of karren zonder veeren, bestemd voor de kinderen on- AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 19 October 1928» Klasse justitie! Dat is een van de beschadigingen, die de S.D.A.P. onze rechtspraak reedt van ouds naar het hoofd slingert. Het is nutteloos werk te pogen hen tot andere gedachten te brengen. Al komt men ook met nóg zooveel bewijzen van het tegendeel van klasse- justitie. In een artikel in Het Volk van 28 Sept. wordt wraak geroepen over de genen die in Assen, volgens het SJ>. A.P. blad, verantwoordelijk, waren voor den dood van Sergeant Munneke. Wil Nederland den naam van rechts staat bandhaven, dan zal deze dpod- slag niet ongestraft mogen blijven, pok al betreft het hier een officier, ztoo luidde de kreet. Men heeft reeds kunnen lezen dat een onderzoek naar de schuldvraag ip ingesteld. Ik twijfel niet of naar den schuldi ge zal met ernst gezocht worden niet ajleen, maar indien er van schuld sprake is, zal ook straf volgen. Doch de insinuatie is treffend socia^ listisch: Ook al betreft het een offi cier! Frappez toujours, klasse justitie! OBSERVATOR sociale kwestie veel aandacht besteed. Er is door onze voormannen over ge schreven en thans moet ze uit de sfeer -der algemeene beschouwingen wor den overgebracht naar het terrein van het meer .concrete. Kuyper en Sikkel bijv. hebben uiteengezet, dat de sociale vraag om oplossing roept. Maar hoe het moet is de vraag uit latere jaren. Talma trachtte öp die laatste vraag dieper in te gaan, maar velen hebben niet begrepen, wat Talma bedoelde Spr. hqopt, dat wie het woord voeren vooral ben antwoord zullen geven op de vraag hoe t .no-;t in verband met onze levens- en we reldbeschouwing. Na een korte pauze wordt gelegen heid gegeven tot de discussie naar aanleiding van bet prab-advies van (ien heer C. Smeenk. Discussie, Prof. Dr H. Dooyeweerd acht, dat er geen onoverbrugbare, principieele klove is tusschen den heeir Smeenk en hem. Punt van verschil isj. of in de te genwoordige economische omstandig heden het geoorloofd is asm de arbei ders naast een medezeggenschap over de arbeidsvoorwaarden, oC;k medezeg genschap in de leiding vaB*, het parti culiere bedrijf te geven. Gedelegeerde medezeggenschap zoo als b.v. bij de Haagsche Traun schakelt Spr daarbij uit. De grondstelling van spr;. is deze: de gezagspositie van den patroon is niet willekeurig, maar hanjgt samen met den eigendom in de onderneming en de onderneimingspositie, die aan den eigendom een economilsch doel geeft. Die grondsteling vloeit nwdwendig voort uit onze wetsidée. IejJere le-- vens- en wereldbeschouwing" ziet zich geplaatst Voor een veelheid vap wet ten, die schijnbaar met elkaëir in bot sing komen. Denk b.v. aan de vergel dingsgedachte van den rechtskring en het liefdebeginsel van bet Evangelie Die schijnconflcten werken «op elk levensterrein door. De leveüs- en we- reldbeschouwng nu moet de hoogere eenheid zoeken. Daartoe is anitwoord noodig op de vragen: wie is de steller de2er wetten, en hoe is haar' 'onder linge verhouding en samenhang. Naar Calvinistsohe belijdenis dan ken deze wetten aan Goddelijke sou vereiniteit haar oorsprong. De souve- reiniteit in eigen kring i9 het ant woord op de tweede vraag. Al die sou vereine wetskringen vormen een <orga nische eenheid,, medewerkende tot het voorzienig wereldplan Gods. Economie, recht en zedelijkheid hebben elk souvereiniteit in eigen kring. Wat geschiedt nu bij de toekentoing der medezeggenschap in de leidin»? De economische positie der arbei ders veradert niet. Ze krijgen allnen der de twaalf jaar en voor de manjien en vrouwen, die te ziek waren om te loopen. Maar de kleine Clava behoefde nooit op zulk een kar te rijden. Michaël en Sergius beloofden het kind, dat zij het, zoodra het moe werd, op hun rug zou den dragen, den geheelen weg over. Tatiania "was maar al te blij haar lieveling weer in haar nabijheid te hebben. Marfa leed veel. leed meer in) stilte dan iemand vermoedde. Zij had den ganschen winter binnenshuis doorge bracht met haar moeder, die haar niet uit het gezicht wilde verliezen, en deze opsluiting had de krachten van het jonge meisje ondermijnd en was een slechte voorbereiding geweest voor de groote reis. Door de tooneelen, die zij daarna had bijgewoond en die zij nog minder dan Michaël en Sergius had verwacht, was zij tot in het diepst harer ziel geschokt geworden. Alles stuitte haar tegen de borst, maar het ondraaglijkst was haar de omgang met de schaamtelooze en diep gezonken mannen en vrouwen, met wie zij in aanraking was gebracht. Het arme kind had het gevoel of zij zich in een hel bevond, te midden van monsters, wien zij niet kon ontvluch ten. Zij was krank naar lichaam en ziel. Hoewel niet van de haren gesohei den, maakte een onuitsprekelijk heim wee zich van haar meester. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5