WflT DE BLADEN ZEGGEN.
NIEUWE LËIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 19 OCTOBER 1926
TWEEDE BLAD.
Een meer glorierijk gouden feest.
Verreweg de vurigste verdediger van
Neder lanjds eenzijdigen vrijen invoer,
aldus de Rotterd. is. onder de socialis
ten de heer Wibaut.
Tegen de verhooging van het invoer
recht op sigaren was hij scherpgekant
Het Schoenenwetje kon geen genade
in zijn oogen vinlden.
De tariefsherziening van Minister
-olijn was hem een doorn in het oog.
Tegen zijn) partijgenooten in het Vak
verbond, die overhelden tot bescher
ming tegen valuta-concurrentie, toorn
de hij fel.
Dat fanatiek optraden wekt verwon-
lering, daar vroeger van den heer Wi-
oaut milder uitingen in anderen geest
A'erden vernomen.
Wij denken aan zijn optreden van
het 10e congres der S.D.A.P. te Dor-
irecht.
Wij denken voorts aan zijn mark-
vvaardige klacht in een jeugdgeschrift
van 1891. Daar schreef hij: Toen ik in
f876 de Middelbare school verliet, wist
ik precies uit te leggen waarom „lais
sez faire" zoo heilzaam was en staats
bemoeiing zoo dood end"; vrijhandel
ioo verstandig en bescherming zoo
dom, doch van socialisten hadden we
diets gehoord, als zoo eens dat ze ook
lom waren, wel anders dan protecti-
unisten, maar toch dom."
Het is wel bedroevend, dat de heer
Wibaut thans weer terugvalt in den
Jdachtengang over bescherming, door
iem in 1876 aangehangen.
Zijn Duitsche partijgenoot, Max
•ichippel, geeft in een der laatste afle
veringen van de Socialistische Monats-
nefte een verklaring van dit merk
waardig verschijnsel.
'Handelend over de moeilijkheden
/an den overgangstijd, waarin het so
cialisme verkeert, merkt hij op: „De
'overgeërfde, schijnbaar radicale en
la ar om ongaarne prijsgegevene vrij
handels-traditie is innerlijk nog lang
hiet losgelaten en zoo slaat men van
Jijd tot tijd atavistisch terug in de
jude, goed burgerlijke en werkelijk
kiet glorierijke voorvaderlijke denk
wijze."
In 192.6 atavistisch een terugval tot
■18761
•Een meer glorierijk gouden feest wa-
denkbaar geweest 1
Ratten eten!
Profeteeren is een gevaarlijk wiörk,
.pp .driestart 'de Rotterd.
Vooral profetieën over den econo
mische toestand kunnen zoo deerlijk
-mislukken.
De porlogstijd vporal is fnuikenjd) ge-
.veest vpor neele geslachten van dierge-
ffke Vioorspellers.
Het' is zopi verleidelijk, maar tochl
jQq bedenkelijk, op grond der zpoge*
*aamde 'economische wetten den Ho,-
'pscoop te trekken over den komen-
Jen ontwikkelingsgang.
De leer van den internationalen vrij-
«|an,del zit theoretisch 'degelijk in el-
xaar en met een beroep op baar pn-
jmBtOiOtelijke kracht is de ondergang*
/oprspeld van landen, die zich aan het
taffen van beschermde rechten vergre-
België mpet ten ondergaan zoo
.«eerde .Van Hogeridorp.
Dujtschland moet wegkwijnen zooi
isarde Mr. van Houten in ,de Vragen
Jee Tijds van 1879, toen .Germanjei
prpiec tionistisch tarief kreeg.
[Bij el'ke tariefsv erhoogingj komen !de
^handelsmannen hun pessimistische
^Qprspellingen herhalen-
Wiel' zeer stout openbaarde, zich 'Idat
profetische pessimisme in het jaarl
toen DuWsdhland verhooging van
tariel doorzette.
De socialisten waren scherp tegen
ie wijziging .gekant en hun hoofdbr-
ïBan, de .Vorwarts, profeteerde 1 Oc
tober 190o: „AU in het volgend) jaar
igt nieuwe tarief 'in werking; treedt,
XBii zullen de arbeiders ook gemeste
gatten en versche musschen moeten
a 'Dan zijn wij gelukkig zoo ver,
Duitache proletariërs in vollen vre-
jd datgene vreten moeten wat de
Parijzeaaars in het laatste stadium van
Jje Commune 1871 verbruiken moes-
FEUILLETON.
Doof leed en strijd.
«O):
Het gelukte Michaël, Sergius en
Marfa spoedig een goeden intvloed op
de groote jongens en meisjes uit te
oefenen. Vooral Michaël kon hen uren
lang bezighouden met lange verhalen
van. zijn reis naar Schotland en zijn
verblijf aldaar. Hij was onuitputtelijk
in zijn mededeel ingen omtrent bet
vreemde land en de jongens zaten of
lagen in een kring om hem been op de
binnenplaats van) de gevangenis en
•luisterden ademloos, wanneer hij bun
vertelde van zijn dappere voorvaderen,
de Convenanlters, van hun wonderbare
uitreddingen, en van bun heldhaftigen
dood. Zoo gangen de dagen voorbij,
hetzij binnen de gevangenismuren of
daar buiten op het plein, dat, door
hooge palissaden omgeven, geheel van
de buitenwereld afgesneden was, zoo
dat men nflets te zien kreeg dan een
stuk van dfe blauwe lucht Eiken avond
Werden echiter allen in de ongeventi-
1 eerde kamera's opgesloten, waar de
lucht in hooge mate bedorven was en
wear het wemelde van ongedierte. Des
avonds was het er beter dan 's mor
gens, want gedurende den dag was er
door de ge-opende deur ten minste ee-
nige toevoer van versche lucht ge
dweest, maar wanneer het vertrek een
ten. ^Vieii de goden verderven willen,
'dien maken zij blind".
Maar toen in 1906 de verkiezingen
voor de socialisten ongelukkig uitvie
len, schreef de Yorwarts dit toe aan de
periode van ongehoorden voo'rspoed,
die de Duitsche harcen niet ontvanke
lijk maakte vcor de socialistische denk
beelden en in den terugblik op het
iein'd van 1926 schreef hetzelfde blad:
,;H<et vervlogene jaar begon in het'
teeken van bloeiende'economische wel
vaart en bij "het heengaan bleef "dezelf-
[des gelukkige situatie".
fDat is wat anders dan ratten eten.
Dat is bokken schieten.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Franeker, B. Graata
ma te Beerta.
GEREF. KERKEN.
Beroep en: Te Zuidwolde (Dr.), H.
Smit, cana. te Nieuw Weerdinge.
Bedankt: Voor 's Gravenhage-W.,
vac. Schuurman, P. C. de Bruyn, te
Apeldoorn. Voor Nieuwerkerk a. "d. IJs-
sel, P. de Feyter te Boornbergum (Fr.)
Voor Epe, G. B03 :te Stadskanaal.
CER. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Nieuwe Pekela, J.
L. de Vries te Rjjnsburg.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Aangenomen: Naar Helder, P. J.
Smidts te Witmarsum.
Beroepbaar.
Door de classis Meppel der Geref
Kerken is met algemeene stemmen be
roepbaar verklaard cand. F. Slomp, te
Ruinerwold.
Candidaat F. Slomp stelt zich beroep
baar in een der Geref. Kerken.
Zijn adres is; F. Slomp Jzn, Ruiner-
wold.
Ds. W. van Limburg.
Ds. ;W. van Limburg, Ned. Herv. pre
dikant te Amsterdam, die reeds gerui-
men tijd ernstig ongesteld was, is weer
in de hoofdstad teruggekeerd van zijn
verblijf in het buitenland.
De toestand van Ds. V. Limburg gaat
iets vooruit, doch in geen geval zal hij
dit jaar voor zijn gemeente kunnen op
treden.
Ben woord van vermaan in de Geref.
Kerk te Haarlem,
Thans heeft de raad der Geref. Kerk
te Haarlem zich met een woord .van
waarschuwing tot de gemeente gericht
In de godsdienstoefeningen in de beide
kerkgebouwen werd door de predikan
ten Brinkman en Siertsema namens den
kerkeraad hiervan voorlezing gedaan.
De kerkeraad keert zich inzonderheid
tegen pogingen, die ook in Haarlem wor
den gedaan om tot nieuwe kerkformatie
over te gaan, „al heeft hij goeden grond
om te verwachten, dat deze vrjjwel ijdel
zullen blijken te zijn".
De kerkeraad erkent, dat er ongetwij
feld ook in den tegenWoordigen toestand
der kerk een gemeenschappelijke zonde
en schuld is, waarvoor echter niemand
de verantwoordelijkheid van zich af kan
schuiven, ook niet door een zich ont
trekken aan haar gemeenschap, „maar
waarbij we ons allen voor God hebben
te verootmoedigen".
Aangezien wrj „in dagen vau onrust
en beroering in het kerkelijk leven zoo
spoedig het spoor bijster kunnen raken"
waarschuwt de kerkeraad dan ook ten
ernstigste tegen de zonde van scheur
makerij. De kerkeraad hoopt met Gods
hulp trouw te zijn, indien noodig tot
het uiterste.
Nadat de vermaning in de godsdienst
oefening, waarin Dr. Brinkman voor
ging. was voorgelezen, verhief zich ter
faanderij een broeder van zijn zetel,
ie met. luider stemme den kerkeraad
voor dit stuk zjjn dank betuigde. Hem
werd beduid, dat het hier niet de ge
schikte plaats was voor dergelijke mede
deelingen, waarna de dienst op de ge
wone wijze kon worden voortgezet.
Junius en het classieke Calvinisme.
Het uitspelen van den Leidschen hoog
leeraar Franciscus Junius tegen de be
sluiten der Asser Synode, aldus Dr.
Kaajan in de ,;Utrechtsche Kerbode",
is wel een bewijs, dat Prof. Haitjema
juist dezen voor een type van het door
uur of wat geheel gestoten geweest
■was, dan begon de atmosfeer letterlijk
vergiftigd te worden. En dit ondraag
lijk lijden zouden zij de geheele rei\
over tot aan het einde van den tocht
te verduren hebben!
Eindelijk kwam de zoogenaamde
misdadigersboot en werden de mannen
van de vrouwen en kinderen geschei
den. Met het transport uit Kovylsk
werden nog andere bannelingen ver
voerd; het gevolg hiervan was een
groote ophooping van menschep, doch
dit was nog niet in vergelijking van
hetgeen later in het jaar plaats vond,
wanneer de transporten hoe langer
hoe grooter werden. Gp de booten was
geen plein, waar men de dagen kon
doorbrengen. In plaats daarvan had
men twee groote kooien, van sterke
tralies voorzien, waarin de bannelin
gen rechtop konden staan, maar ter
nauwernood ruimte hadden om zich te
bewegen.
In de wagens van den spoortrein
was men gedwongen geweest om te
blijven zitten en had men niet kunnen
staan. Op de boot was men veroor
deeld om te staan, en was er geen ge
legenheid. om te zitten. Wilde men
echter niet in de bedorven atmosfeer
beneden in de boot blijven, waar nóóit
versche lucht binmendrong. dan moest
men den ganschen dag. meer gelijk
wilde beesten dan als menschen, in
deze kooien opeengepakt staan.
Het was zomer. Dag aan dag ver-
hem zoo hoog geroemde classieke Cal
vinisme van de 16de eeuw houdt.
Is Junius dit?
Prof. Haitjema zal zeggen, dat nie
mand minder dan Dr. A. Kuyper een
bloemlezing uit Junius' werken in de
Bibliotheca Reformata ons heeft gege
ven.
Maar Dr. Haitjema vergete niet, dat
de uitgave van Junius' werken door
Dr. Kuyper dagteekent uit het jaar
1882, toen deze nog lid was van de
Nederlandschs Hervormde Kerk.
Trouwens, in de voorrede verklaart
Dr. Kuyper, dat daarom de keuze op
Junius' werken viel, omdat zijn naam
niet alleen bij de'.Calvinisten, snaar ook
brj de Remonstranten een goeden klank
had en nog heeft. Junius leefde in een
tijd, teen de wegen van Calvinisten en
Arminianen nog niet voor goed waren
uiteen gegaan.
Prof. Geesink erkent echter, dat Ju
nius in zijn felbewogen tjjd een ietwat
weifelende houding aannam.
Hij schrjjft: „Hoewel op het stuk van
de leer beslist Calvinist, schjjnt hij zich
toch niet volkomen bewust te zijn ge
weest van het onvereenigbare der Cal
vinistische ideeën met de aspiratiën der
Jnbertjjnen op het stuk van de Kerk.
Zoo ergens, dan komt dit helder uit
in een geschrift, dat zeker niet uit zjjn
pen ware gevloeid, indien hij geweten
had, waar de Ijjn der'Oldenbarneveldts
en Arminiussen op uitloopt, ik bedoel
zijn Irenicum of VredeschrifL in 1593
te Genève in het Latijn en te Leiden als
Le paysibie Chrestien in het Fransch
.uitgekomen'.
En even ater schrijft Prof. Geesink:
„Natuurlijk heeft Junius met zjjn Ire
nisch Tractaat het hart gestolen van al
le vroegere en latere Libertijnen. In
den remonstrantschen tijd moest „Le
paysibie Chrestien" telkens dienst doen
tegen de Gereformeerden".
Op het punt der Kerk komt Junius
dan ook met het classieke Calvinisme
der 16de eeuw wel ter dege in strijd
Dit blijkt uit het navolgende voor
val:
Toen eens de hoogleeraar Thysius in
Genève bij Beza kwam, viel deze hem
terstond in de rede met de woorden:
,;En hoe gaat het wel met onzen be
minden breeder Junius? Hij is iemand
die zich voor onze kerken bijzonder ver
dienstelijk heeft gemaakt, noewel hij
in één hoofdpunt met ons van gevoelen
verschilt.
Dit hoofdpunt was de leer van de
Kerk.
Door zijn Le paysibie Chrestien heeft
Junius inderdaad verdenking gewekt.
Een zekere Jacques Anjarrant, niet
een theoloog, maar een diplomaat
schreef in 1593 aan Beza, dat er dingen
in voorkwamen, die een beetje twijfel
achtig waren.
Ook is het merkwaardig, dat mannen
als Hugo de Groot, en Gerard Vossius
Junius ten zeerste hebben geprezen. Nu
school dit ook wel in zijn irenische na
tuur, in zijn oprecht Christelijk gemoed
maar zijn al te ruime, libertinische idee
eu over de Kerk waren hun niet onbe
kend gebleven.
Geen wonder, dat de historicus H.
de Vries Junius noemt: „eerder Armi-
niaan dan Gomarist; beminnaar ran den
confessioneelen vrede".
Hét is opmerkenswaardig, dat Junius'
zoon, zijn naamgenoot en predikant te
Hillegersberg, in 1619 wel' niet uit zijn
ambt is ontzet, maar slechts daarom
dit ontzettend vonnis ontliep, omdat hij
reeds uit eigen beweging het ambt van
dienaar des \Voords had neergelegd. De
al -te irenische gedachten van zijn va
der waren waarschijn .ijk niet spoorloos
aan hem voorbij gegaan en hadden bij
hem den grond voor zijn Arminiaansche
gevoelens gelegd.
Wie daarom Junius, den Leidschen
hoogleeraar als een type van het clas
sieke Calvinisme der 16de eeuw ten
tooneele voert, loopt ernstig gevaar,
dat hij leelijk mistast.
Inaug. zede van prei. Dr. A. H. de
Hertog.
Prof. Dr. A. H. de Hartog, benoemd
tot bijzonder hoogleeraar in de apologie
van het Christendom aan de Rijksuni
versiteit te Utrecht, aanvaardde gister
middag zijn ambt, door in het groot
auditorium van het universiteitsgebouw
een rede uit te spreken over: „Grond
beginselen van het Christendom
Christendom, aldus spr„ is helden
dom.
heugde de zon het aardrijk mot hare
stralen; gelukkige, vrije boeren staak
ten hun arbeid aan den oever der ri
vier om de misdadigersboot te zien
voorbijvaren; vrouwen en jonge meis
jes lachten en praatten vrooliik op de
waSchplaatsen aan den kant van het
water; het gezang van den leeuwerik
en het geroep van den koekoek vervul
den de lucht en dag aan dag, te mid
den van al dat blijde leven, gleed de
boot met haar vreeselijken last van
onuitsprekelijke ellende, van duldeloos
lijden langs de groene boorden van de
Wolga. En deze boot was er slechts
eene van zoovele, die in haar spoor
zouden volgen, den geheelen zomer
dóór, totdat de winter aanbrak. De
dag was evenwel oneindig beter dan
de nacht, wanneer allen beneden op
gesloten werden en de lucht er zóó
zwaar en zoo bezoedeld werd. dat men
er ternauwernood kon ademhalen.
Men verliet ije boot met hetzelfde ge
voel, waarmee men den trein verlaten
had: een gewaarwording van verlich
ting zooals elke verandering van ellen
de meebrengt. Daarop volgde weer een
korle reis per spoor, en toen. omdat
er een Weinig verder een grondver
schuiving had plaats gehad, werd er
besloten, dat het transport de reis op
de oude manier langs den grooten Si-
berischen weg zou vervolgen. De ban
nelingen verlieten den trein in de mee
nir.g, dat het ergste nu geieden was.
Voortaan Zouden zij zich vrij kunnen
Niet alleen naar het leven, maar ook
naar de leer. Dat het Christendom hel
dendom is naar het leven, behoeft geen
betoog. Het woord geloofshelden zegt
genoeg. Maar ook naar de leer zonden
wij hier kunnen spreken van een hero-
isme der gedachte, van een universeels
cesmotragisehe gezindheid en bezinning
Het al wordt betrokken op het Absolute
op den Volstrekte, den Volheerljjke.
Spr. wil dan ook thans niet handelen
over aard, taak en doel der apologie
wier waarde door sommigen wordt
betwijfeld, maar die haar waarde onder
meer bewijst door de luiken, die voor
het zonlicht zijn gezet, open te stootén)
maar over de grondbeginselen van het
Christendom, op deze wijze tevens een
program aanduidende van de stof, die
nij zich o.a. voorstelt te bespreken op
zjjn college's. Het Christendom bewijst
zichzelf. Indien men maar thetiseh zijn
inhoud toont, zal deze inhoud tevens
apologetisch worden bevestigd.
Daartoe is mede noodig, dat wn en
cyclopedisch het terrein der theologie
bepalen in het kader der wetenschappen
Velen zijn er, die de theologie zonder
meer binden aan den Bijbel als het
„eenig" Woord van God, anderzijds zijn
er, die gaarne spreken van het irratio-
neele, het numineuse,. enz. Gevaar dreigt
hier, dat men daarbij verstandelijke on
derwerping of niet verstaan verwart met
geloof en vroomheid. Het Woord, vol
gens den Bijbel zelf, volgens den Pro
loog van het Johanneseva.ngelie in het
bijzcnder, zouden wjj kunnen noemen
a.s bemiddelende, hei Alorganieme der
Goddelijke werkzaamheid en Openbaring
Wij moeten de verschillende stralen van
,,Gh)ds Woord' dus op a.le geb.ed on
bevooroordeeld laten spreken en zullen
zoo komen tot een alomvattende Chris
telijke wereldbeschouwing, waarbij
Woord en Geest, Wijsheid en Wil Gons
op alle terrein worden doorzocht. Dit is
een machtige taak, nog nauwedjks be
gonnen. Men zoude zeifs kunnen zeg
gen, dat de Roomsche theo.ogie in deze
verder reikt dan de Gereiormeerde, om
dat gene een wereldbeschouwing tracht
te benaderen, mede naar Aristotelische
beginselen, «terwijl in Gereformeerde
kringen de Bijbel maar ai te vaak tegen
over wetenscnap en wijsbegeerte in al-
gemeen.n zin wordt gep.aatst,
Voor het Ohristenuom is net van het
hoogste beiang, dat wij de „werkelijk
heid' onbevooroordeeld laten spreken
Het Christendom zal niet alleen alle er
varing, wetenschap en wijsbegeerte
recht doen, maar ook een eigen terrein
vinden in. de keifmededeeiing Gous, die
zich de eeuwen en gcs.acnien door be
wijst. Het thrisienuom staat a.s abso
lute godsdienst dan ook niet slechts
naast de andere want ander3 was
het één van en naast de veie maar
het houdt mede de elementen van waa;
heid in, die onder de volkeren zijn ver
spreid.
Spr. staat dan ook een realistisch
christendom voor, dat als hoogere een
heid van het ideoeie en historische kan
worden gezien.
Met de gebruikelijke toespraken sloot
spr. zijn rede en sprak onder anderen
in het bijzonder den heer Rustige, den
secretaris der de Har togs Lichting toe
hem dankende voor zijn jarenlange me
dewerking.
BINNENLAND.
Centraien Convent van de Anti-Rev.
Partij op Donderdag 14 October
1326 in .jDe Witte Brcg", Den
Haag, ter bespreking van bet
onderwerp: „Medezeggen
schap der arbeiders in
bedrijf en onderne
ming".
Te elf uur opent de voorzitter, de.-
heer H. C o 1 ij n, de vergadering met
het doen zingen van Ps. 103 9 Voor
gelezen worden enkele verzen uit 1
Cor. 12, waarna hij voorgaat in gebed.
Nadat de voorzitter heeft meege
deeld de verhindering tot .bijwoning
dezer vergadering van de heeren De
Wilde en Duymaer van Twist, heet hij
allen welkom en wijst er op, dat het
Centraien Convent niet bevoegd is be
slissingen te nemen.
Het onderwerp is zeer belangrijk.
In den een of anderen vorm is het
reeds een kwart eeuw aan de orde
In de laatste 50 jaren is er aan de
bewegen en in de open lucht leven. Op
dat oogenblik mocht men zich in het
heerlijkste lenteweer verheugen.
Het land, dat men doortrok, was be
zaaid met schitterende bloemen, en de
weg voerde langs weiden en bosschen,
door valleien en over de hellingen der
bergen. Somtijds liep hij gedurende
een of twee mijlen door het een of ani-
dere dorp. Het vee graasde in de al
gemeene weide en het koren schoot
welig op onder de stralen der zon, die
eiken dag heeter werden.
Sergius en Michaël ondervonden
weldra den opwekkenden invloed van
den wolkeloozen hemel boven hen en
van den frisschen wind, die hun het
gelaat verkoelde. Dit geleek eenigszins
op hetgeen zij zich hadden voorgesteld.
De kleine Clava kreeg ook, tot op ze
kere hoogte, hare oude vroolijkheid
terug, nu de kinderen vrij mochten
loopen en naar hartelust bloemen kon
den plukken, mits zij niiet van de an
deren afraakten. Soms waren de ge
leiders van het transport vriendelijk
en toegevend, maar zij werden gedurig
verwisseld en dikwijls door ongeduldi
ge, zelfs ruwe lieden vervangen. Daar
men evenwel stevig moest doorloopen
en ongeveer twintig mijlen per dag af
leggen, was er niet veel tijd om te dwa
len en bloemen te plukken, want het
was ten strengste verboden achteraan
te komen. Bij het transport behoorden
enkele ruwe wagens of karren zonder
veeren, bestemd voor de kinderen on-
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 19 October 1928»
Klasse justitie!
Dat is een van de beschadigingen,
die de S.D.A.P. onze rechtspraak reedt
van ouds naar het hoofd slingert.
Het is nutteloos werk te pogen hen
tot andere gedachten te brengen.
Al komt men ook met nóg zooveel
bewijzen van het tegendeel van klasse-
justitie.
In een artikel in Het Volk van 28
Sept. wordt wraak geroepen over de
genen die in Assen, volgens het SJ>.
A.P. blad, verantwoordelijk, waren
voor den dood van Sergeant Munneke.
Wil Nederland den naam van rechts
staat bandhaven, dan zal deze dpod-
slag niet ongestraft mogen blijven, pok
al betreft het hier een officier, ztoo
luidde de kreet.
Men heeft reeds kunnen lezen dat
een onderzoek naar de schuldvraag ip
ingesteld.
Ik twijfel niet of naar den schuldi
ge zal met ernst gezocht worden niet
ajleen, maar indien er van schuld
sprake is, zal ook straf volgen.
Doch de insinuatie is treffend socia^
listisch: Ook al betreft het een offi
cier! Frappez toujours, klasse justitie!
OBSERVATOR
sociale kwestie veel aandacht besteed.
Er is door onze voormannen over ge
schreven en thans moet ze uit de sfeer
-der algemeene beschouwingen wor
den overgebracht naar het terrein
van het meer .concrete. Kuyper en
Sikkel bijv. hebben uiteengezet, dat
de sociale vraag om oplossing roept.
Maar hoe het moet is de vraag uit
latere jaren. Talma trachtte öp die
laatste vraag dieper in te gaan, maar
velen hebben niet begrepen, wat
Talma bedoelde Spr. hqopt, dat wie
het woord voeren vooral ben antwoord
zullen geven op de vraag hoe t .no-;t
in verband met onze levens- en we
reldbeschouwing.
Na een korte pauze wordt gelegen
heid gegeven tot de discussie naar
aanleiding van bet prab-advies van
(ien heer C. Smeenk.
Discussie,
Prof. Dr H. Dooyeweerd acht, dat
er geen onoverbrugbare, principieele
klove is tusschen den heeir Smeenk en
hem. Punt van verschil isj. of in de te
genwoordige economische omstandig
heden het geoorloofd is asm de arbei
ders naast een medezeggenschap over
de arbeidsvoorwaarden, oC;k medezeg
genschap in de leiding vaB*, het parti
culiere bedrijf te geven.
Gedelegeerde medezeggenschap zoo
als b.v. bij de Haagsche Traun schakelt
Spr daarbij uit.
De grondstelling van spr;. is deze:
de gezagspositie van den patroon is
niet willekeurig, maar hanjgt samen
met den eigendom in de onderneming
en de onderneimingspositie, die aan
den eigendom een economilsch doel
geeft.
Die grondsteling vloeit nwdwendig
voort uit onze wetsidée. IejJere le--
vens- en wereldbeschouwing" ziet zich
geplaatst Voor een veelheid vap wet
ten, die schijnbaar met elkaëir in bot
sing komen. Denk b.v. aan de vergel
dingsgedachte van den rechtskring en
het liefdebeginsel van bet Evangelie
Die schijnconflcten werken «op elk
levensterrein door. De leveüs- en we-
reldbeschouwng nu moet de hoogere
eenheid zoeken. Daartoe is anitwoord
noodig op de vragen: wie is de steller
de2er wetten, en hoe is haar' 'onder
linge verhouding en samenhang.
Naar Calvinistsohe belijdenis dan
ken deze wetten aan Goddelijke sou
vereiniteit haar oorsprong. De souve-
reiniteit in eigen kring i9 het ant
woord op de tweede vraag. Al die sou
vereine wetskringen vormen een <orga
nische eenheid,, medewerkende tot het
voorzienig wereldplan Gods.
Economie, recht en zedelijkheid
hebben elk souvereiniteit in eigen
kring.
Wat geschiedt nu bij de toekentoing
der medezeggenschap in de leidin»?
De economische positie der arbei
ders veradert niet. Ze krijgen allnen
der de twaalf jaar en voor de manjien
en vrouwen, die te ziek waren om te
loopen.
Maar de kleine Clava behoefde nooit
op zulk een kar te rijden. Michaël en
Sergius beloofden het kind, dat zij het,
zoodra het moe werd, op hun rug zou
den dragen, den geheelen weg over.
Tatiania "was maar al te blij haar
lieveling weer in haar nabijheid te
hebben.
Marfa leed veel. leed meer in) stilte
dan iemand vermoedde. Zij had den
ganschen winter binnenshuis doorge
bracht met haar moeder, die haar
niet uit het gezicht wilde verliezen, en
deze opsluiting had de krachten van
het jonge meisje ondermijnd en was
een slechte voorbereiding geweest voor
de groote reis. Door de tooneelen, die
zij daarna had bijgewoond en die zij
nog minder dan Michaël en Sergius
had verwacht, was zij tot in het diepst
harer ziel geschokt geworden.
Alles stuitte haar tegen de borst,
maar het ondraaglijkst was haar de
omgang met de schaamtelooze en diep
gezonken mannen en vrouwen, met
wie zij in aanraking was gebracht.
Het arme kind had het gevoel of zij
zich in een hel bevond, te midden van
monsters, wien zij niet kon ontvluch
ten. Zij was krank naar lichaam en
ziel. Hoewel niet van de haren gesohei
den, maakte een onuitsprekelijk heim
wee zich van haar meester.
(Wordt vervolgd).