WAT DE BLADEN ZEGGEN. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 15 OCTOBER 192& kanten W. Doom, J. O. Sikkel en Dr. J. C. de Moor, die met zooveel toewij ding hebben gearbeid. Den kerkeraad' dankte spr. inzonderheid voor de on-4 bekrompen wijze waarop deze hem verlof verleende voor volledig herstel, van zijn ziekte. Ook de .Wjjkraad, de' collega's, de catechisanten en de af gevaardigde van de classis werden toe gesproken.. Namens de kerk era'den! van Oost era West werd Dr. Vollenhoven toege sproken door den oudsten dienaar, Ds. M. Schuurman, dia er op wees, met welk een bewomdereinswaardigen ijver Dr. Vollenhoven zich in zijn wijk in werkte én welk een liefde hem daar ten deel viel. Op den kerkeraad viel, aldus spr., door uw tactvol optreden vaak superieur werk te bewonderen. De benoeming tot hoogleeraar was voor de gemeente geen verrassing, al voelt zij hoe zwaar het voor dezen leeraar is om zijn ambt neer te leggen. Spr. wees er op hoe de leerstoe-l diei Dr. .Vollenhoven gaat bezetten er een is van het grootste gewicht voor het Geref. leven. Spr. besloot met de béde, dat Goa al den nood van den nieuwen' hoogleeraar vervulle in Jezus Christus/ en bad hem voor zich en zijn gezin Gods rijksten zegen toe. De gemeente* bezegeldé' dit woord door Dr. Vollen hoven staande toe te zingen Ps'. .121 vers 2 en 4. Namens de classis 's-Gravenhage, 1 sprak Ds. J. G. Feenstra, van Sche- veniiigen, Dr. Vollenhoven hartelijk toe, er bijvoegend dat de classis en de collega's deelen in de eer die dezen prediker te beurt viel. Zij spreken den wensch uitdat Dr. Vollenhoven zal blijven theoloog in den echten zin des woords. Dr. Vollenhoven dankte voor de tot hem gerichte woorden en betuigde zijn erkentelijkheid voor de wijze waarop de classis getracht heeft hem zijn ambt te doen behouden. Met het zingen van Ps. 90 9 werd! de plechtigheid besloten. Ds. D.NK. Wielen ga is voor nemens 14 Nov. afscheid te nemen van de Geref. Kerk van IJlst, en 28 Nov. zjjn intrede te doen te Diemen. Het afscheid van Ds. P. F. van Noort van de Ned. Herv. Gem. te Zalk en Veecaten is bepaald op 14 Nov. de intrede te Üud-Loosdrecho op 21 Nov. d.a.v. bevestiger is Ds. F. A. van Schaik van Kampen. Met een predicatie over Hebr. 13 vers 20 en 21 heeft Zondag Ds. J. A. ochep afscheid genomen van de Ge ref. Kerk van Dronrijp. Ouuerling Miedema sprak den naar Bolnes vertrekkenden leeraar toe, waar na gezongen werd Ps. 121:4. Ds. D. de Wit van Berlikum, voer de tenslotte nog het woord namens de classis. Wegens vertrek naar Kloetinge heeft Zondag Ds. J0h. A. lUams afscheid genomen van de Ned. Herv. Gem. te hijs wijk (Geld.), met een pre dicatie over Hand. 4:12. Emeritaat. Ds. R. J. S c h 0 e make r, pred. der Geref. Kerk van Den Ham (Ov.), heeft op zijn verzoek, wegens voortdurende ongesteldheid, eervol emeritaat verkre gen. Ds. Schcemaker studeerde aan de Theol. School te Kampen en deed 2 Dec. iQoo zijn intrede bij de Geref. Kerk van Ambt vollenhove A. Van 19:8 t t iyi8 Hond hij te -eem se. in laatstgenoemd jaar verbond hij zich aan zijn tegenwoordige gemeente. Ds. C. Vermaal. De classis Bolsward der Geref. Ker ken nam in de zaak van Ds. O. Ver- maat te Makkum het voegende besluit De classis Bolsward der Geref. Ker ken, kennis genomen hebbende van het bezwaarschrift van den kerkeraad der Geref. Kerk van Makkum, tegen zijn dienaar Ds. C. .Vermaat; kennis genomen hebbende van het rapport der Generale Synode inzake) het bezwaarschrift van *Ds. C. Ver- maat bij haar ingediend en van dei conclusiën dienaangaande, waaruit o. m. blijkt, lo. dat de Generale Synode de door Ds. C. Vermaat ingebrachte bezwaren tegen de dogmatische exei g.etische beslissingen der Synode en enkele uitdrukkingen in haar Woord! van Vermaan als ongegrond afwees,. 2o.d at zij ernstig afkeurt, het gebruik van de bedenkelijke uitdrukkingen, die) in zijn bezwaarschrift voorkomen, en in; het "rapport zijn aangewezen, 3o. dat zij de classis Bolsward adviseert als nog van Ds. Vermaat een verklaring te vorderen, waarbij "hij1 ten aanzien van de zintuiglijke waarneembaarheidJ van de bekende vier punten van het Paradijsverhaal' van Genesis 2 ein 3 haar beslissingen aanvaard en belooft ten grondslag te leggen aan wat hijl leert en 4a. dat zij hiervan behalve) aan Ds. G. Viermjaat ©n, den kerkeraad) van Makkum ook aan !de classis Bols ward mëdedeeling doét, opdat 'deze verder met hem handele; kennis genomen hebbende van het' rapport en de conclusiën van de door jde classis Bolsward aangewezen com missie van advies, welke coaiclusiënj door de classis zijn aanvaard gewor den en aldus luidden: De classis Bols ward der Geref. Kerken, kennis ge nomen hebbende van het haar toege zonden rapport der Gen. Synode met de conclusiën inzake het bezwaar schrift van Ds. .Cu Vermaat bij; haar ingediend; gehoord'het advies van de door del Synode aangewezen deputaten besluit: lo. Van Ds. Vermaat jdja vjol giem.de verklaring, te vragen: Ondergeteekende verklaart voor zich zelf de beslissing, vair de Generale Sy node vanAssen inzake den boom der kennis, des goeds en des kwaads, de slang en haar spreken en den boom) des levens te aanvaarden en belooft deze ten grondslag, te leggen van wat hij le.ert2o. ernstig af te keuren de lichtvaardige wijze waarop Ds. Ver maat in het weekblad Woord en Geest No. 7, tweede kolom, zich heeft uitge laten over wat hij _,,de algemeen J^eer- schende Gereformeerde opinie" noemt; 3o. op grond van het onderteekeninga formulier voor Dienaren des Woords van Ds. Vermaat een nadere verkla ring van gevoe.en te eischen,. omtrent Artt. 3i en 28 en 29 van da Ned. Geloofs- Bel ij deni sA in verband met da bedenkelijke, door de Synode afge keurde uitdrukkingen in zijn bezwaar schrift aan de Generale Synode en wel in dezen zin: dat Ds. Vermaat er kent: a. oi de Heilige Schrift, gelijk zii van Godswege, door middel van menschen ons is toegekomen, in haar geheel en in haar deelen, naar vorm en inhoud, is het onfeilbaar Woord van God; b. dat de Geref. Kerken, waarin hij het ambt van Dienaar des Woords bekleedt, zijn de ware Ker ken, bedoeld in Artt. 28 en 29 van on ze Belijdenis, dragende de merkteeke- nen van de ware Kerk, zoodat „een iegeljjk schuldig is zich bij haar te voegen", en „net niemand toekomt, zich daarvan te scheiden". Overwegende, lo. dat Ds. Vermaat eerst zich be reid verklaard heeft de sub 1 van dia conclusiën genoemde verklaring te aan vaarden, maar daarna om redenen bui tend ie verklaring gelegen, zijn belofte) van onderteekenirig weer heeft terug genomen; 2o. dat Ds. Vermaat wel krachtens) zijn onderteekening van het ondertee- keningsformuiier bereid was een na dere verklaring van zijn gevoelen te geven ten aanzien van Artt. 28 en 29 der Ned. Gel. Bed., dat hij erkent dat de Geref. Kerken zijn de ware Ker ken, in die Artt. bedoeld, in dien zin* dat zij ^ijn de zuiverste openbaring van het lichaam van Christus en „een iegeluk schuldig is zich daarbij te voe gen" en „dat het niemand toekomt zich daarvan te scheiden". 3o. dat Ds. Vermaat ten aanzien van Artt. 37 der Belijdenis wel erkent, dat de H.S. in haar geheel en in hare deelen Gods Woord is, en ook wat haar inhoudv betreft, maar wat aan gaat den vorm, daarvan nog geen .na dere verklaring kan geven, en ook niet kan zeggen, wanneer hij het zouj kunnen doen: constateerende, dat Ds. Vermaat dus niet geweigerd heeft uit kracht vani het ond er ^eekeningsfor mul ier een na dere verklaring van gevoelen te geven, maar nog niet in staat was dit te doen, ten aanzien van het Goddelijk karak ter van den vorm der H.S. en ook zijn belofte tot onderteekening van de ver klaring bovengenoemd heeft terugge nomen; verklaart, dat er genoegzame reden TWEEDE BLAD. Gezin en ioon. IJveraars voor verbreiding van het instituut van den kindertoeslag bij de loonsbepaling, aldus onze Pi o 11., heb ben dezer dagen een krachtigen steun voor hun streven gekregen in het ar tikel, dat de rector van liet Anister- damsch Lyceuim, Dr. C. P. Gunning, plaatste in het Octobernumrner van het Haagsche Maandblad. Sympathiek is in dit opstel over Gezin en loon de ernst, waarmee het misleidende van de leuze „gelijk loon voor gelijke arbeid" wordt aangetoond Wie voor den kindertoeslag bet pleit voeren ruilen het beginsel „loon naar arbeid" niet in voor het principe „loon naar behoefte". L0011 naar arbeid, loon voor arbeid, beduidt evenwel loon voor den arbei der. Waar nu arbeid het aangewezen middel is om in het levensonderhoud te voorzien, mag het alleszins ratio neel heeten dat hij de loonsbepaling wordt rekening gehouden met de ge wichtigste factor welke de kosten van het levensonderhoud beheerscht, na melijk de gezinsgrootte. Loon voor arbeid beteekent loon voor den arbeider. De arbeid is geen ijle, op zich-zelf- staande grootheid. De arbeid is onlosmakelijk met den mensch verbonden, in den mensch be lichaamd. Arbeid is geen koopwaar. Was arbeid een waar, dan zou gel- dén: wat gaat die arbeider met zijn behoeften, met zijn vrouw ©n kinde ren mij aan? Dan koopt men den ar beid, gelijk men koffie, thee koopt, zonder dat zedelijke verplichting bindt aan den verkooper van die wa ren. Was de arbeid een waar, dan zou voor den kindertoeslag geen plaats zijn. Maar wel moet voor dezen loon- vorm ruimte worden gemaakt in de beschouwing, welke in de arbeidsver houding ook ziet eene zedelijke ge meenschap, die den patroon dwingt zooveel mogelijk voor den economisch afhankelijke de voorwaarden te schep pen, welke het bestaan van hem en zijn gezin mogelijk maken. KERK EN SCHOOL, NED. HERV KERK Beroep en: Te Putten, 2de pred.- plaats, A. de Geus te Wadoinxveen. Te .ioon op. Zand, J. D. van Hof te Wil- uis. Te Hoenderloo, J. H. Ch. Israël ce Asch. OHR. GEREF. KERK. Bedankt: Voor Lisse, J. L. de Tries te Rjjnsburg. Bevestiging, Afscheid en Intrede. Woensdagavond nam Dr. D. H. Th. Vollenhoven, predikant der Geref. Kerk Ie Den Haag-West wegens benoeming tot hoogleeraar aan de V. U. in. dei Nieuwe Zui der kerk afscheid van zijn gemeente. De scheidende prediker be paalde zijn gehoor bij Fiiippe zen 4 vers 7, „en de vrede Gods die ale -verstand e boven gaat, zal uwe har ten en uwe zinnen Bewaren in Chris tus Jezus". In zijn inleiding gewaagde Dr. Vol lenhoven van de bezorgdheid die zich zoo licht van ons meester maakt, wan. neer we staan voor moeilijkheden. Toch mag hij, wetende dat de begeer ten ook van de plaatselijke kerk met - bidden en smeeken God onder dank zegging bekendworden gemaakt, zijn ambtelijk werk in haar midden sluiten met de beloften vervat in het gekozen tekstwoord. Spr. stond acht er eem'vol gens stil bij den oorsprong en de wer king van den vrede Gods hier be doeld. Na den tusschenzang richtte Dr. Vol lenhoven zich allereerst tot de gemeen te die hij lief had gekregien als een stadskerk met een eigen geschiedenis, en een eigen karakter, zich openba rend in het verstaan der jeugd en de aanpassing aan de eischen des tijds. Spr. herdacht hier de overleden predi- FEUILLETON. Door leed en strijd. 27) Eer durfde hij het papier, dat een brief van Vader Cyril lus bleek te zijn, niet openen, uit vrees voor spionnen, „Mijn beide zonen, Michaël en Ser- gius" aldus las hij „ik zag u dezen nacht de kleine Clava uit mijn huis wegvoeren, maftr ik kon het niet van mij verkrijgen u daarin te verhin deren. Ik bad tot uw God en mijn God, tot uw Vader en mijn Vader om u te zegenen! Want wie te laken zijn, niet gij. Gij steldet uw ouders boven de priesters, en handeldet dit doende vol gens goddelijke en menschelijke wet ten. Hebt uw ouders lief; eert, gehoor zaamt en bemint hen. God gaf ze u en schonk u aan hen: geen mensch kan dien band verbreken. U wachten een heirleger van moeilijkheden, ontberin gen en rampen; maar herinnert u, dat men u nooit kan brengén, waar God niet is. Ik zal u twee spreuken meege ven; daaraan moet ge dagelijks den ken: „Al daalde ik ook neder in de hel, daar zijt Gij!" en: ,.A1 ging ik ook in een dal der schaduwen des doods, Ik zou geen kwaad vreezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf ver troosten mij." Dood en hel zijn vol van de tegenwoordigheid Gods. Zeg uwen Vader nogmaals, Michaël, dat Vel ia mij als een dochter zijn zal. Kus de kleine Clava voor mij dat lieve kind! Ik ben en blijf, al wilt gij dit niet erkennen Uw Vader in Christus. Michaël bracht den brief aan zijne lippen en boog het hoofd over de han den, die hij boven het papier gevou wen had. Met welk een liefde, met hoe groote dankbaarheid dacht hij aan Vader Cyrillus! O, indien alle Batoush ka's waren als deze! Dan zouden zijn vader en de Stundistische broederen er nooit toe gebracht zijn de Ortho doxe Kerk te verlaten. De knaap wist nog niet hoe diep ingrijpend het ge loofsverschil was. dat zijn volk van de Staatskerk scheidde. Hij begreêb daar entegen ten volle welk een gevaar èr voor Vader Cyrillus in gelegen kon ?,ijn, wanneer een dergelijk schrijven van zijn hand gevonden werd. Hij be gon dus den brief onmiddellijk van buiten te leeren, en na zich overtuigd te hebben, dat hij den inhoud woorde lijk in zijn geheugen had geprent, stak hij een lucifer aan en hield het papier in de vlam, totdat zijn vingers bijna geschroeid waren, maar nu was er ook geen spoor meer van den brief te vin den. Markovin sloeg hem aandachtig gade en knikte goedkeurend. „Een verstandige jongen! Een voor zichtige knaap!" prevelde hii bij zich zeiven; „hij gebruikt zijn verstand. Zoo iemand kan men een geheim toe vertrouwen." Den volgenden dag reisde Michaël alleen langs den weg, dien hij met zjjn vader gegaan was na zijn terugkomst uit Schotland. Aan hetzelfde station, waar hij destijds was afgestapt, zou hij zich thans bij het transport misda digers en vrije bannelingen voegen. Zijn vader had hem opgedragen on derweg het geld, dat aan de kerken van het district behoorde, in handen te geven van den man, dien men in plaats van Alexis Ivanoff tot voorgan ger genoemd had. Bovendien had hij verscheidene boodschappen van de Stundisten te Kovylsk over te brengen aan de kleine gemeenten in de ver spreid liggende dorpen. Men had ge meend, dat het veiliger was een knaap dan een man met deze zending te be lasten, want men moest met de grootst mogelijke omzichtigheid te werk gaan, ten einde geen achterdocht te wekken. Michaël bereikte het station, waar hij zich bij de anderen zou voegen, ongeveer een uur voor de aankomst van den trein, waarmee men verder moest reizen, want het eerste gedeelte van den weg zou per spoor afgelegd worden, hoewel in afzonderlijke wa gens. Hij drentelde in den omtrek van het station heen en weer, verlangend uit ziende naar de aankomst der banne lingen. De stationschef raasde en tier de over het te laat komen van het transport. Op een zijspoor stónden ee- mge kleine, onooglijke wagens, niet veel beter dan veewagens, met dit on- is, om op grond van; Artt. 79 en 80 der Kerkenordening tot schorsing' van Ds. .Vermaat in zijn ambt als Dienaar de3 Woords bij oe Geref. Kerk van Makkum oiVer te gaan, tot dat hij aan den eisch van 'de classis heeft voldaan en besluit, overeenkomstig heit advies) der Dep. Synodi, in de eerste plaats! haar afkeuringuit te spreken qver del lichtvaardige wijze, waarop Dsl. Ver maat in het weekbla'di „fW|. en P-1' Hp. '7, tweede kolom, zich hejeft uitgelaten) over wat hij „de algemeen1 hejerscta** jde Gereformeerde opinie" noemt en in He tweede plaats) aan Idien kprkeraadl van Makkum te beriehteo, Hat hijl metf dien van een genabüuide Kerk, over eenkomstig Artt. 79 eat 80 K'. O. Voor den tijd van 3 maanden tot schorsing! van Ds. Vermaat in zijn ambt als Die naar des Woords heeft over te gaan. Van dit besluit wordt mededeeliiagi gedaan aan den kerkeraad1 van Mak kum en aan Ds. G. Vermaat. Vrije Universiteit. Inaugureele oratie Prof. Dr. H. Dooyew eerd» Hedenmiddag heeft Prof. Dr. JL Dooyeweerd het hoogleeraarsambt aan da Vriie Universiteit aanvaard met het .uitspreken van een rede over: j j De betêekenis der wetsidee voor j de Rechtswetenschap en Rechts- I philosophie. In den aanvang van zgn rede schetste spreker de innerlijke antinomie, die aan een geheel type van levens- en wereld- schouwingen, ondanks alle onderlinge, schier antithetische nuanceeringen, m- haerënt is. _Spr. gaat dan na, hoe die antinomie bij net Humanisme gevonden wordt. Het wezen der antinomie ligt niet in de bloo- te tegenstelling, maar in de tegenstrij digheid. Zij ontstaat overal daar, waar men de gelding van een souvereinen wetskring,_ die alleen binnen zijn kring souverein is, buiten zijn wetsgrenzen uit fcet. Dan komt de eene wetsknng met de andere in botsing, en ontstaat de anti nomie, de tegenstrijdigheid in de wet. Om de antinomie te ontgaan, moet men boven de individueele souvereine wets kringen zoeken naar de wetsidee, die den diepsten geldingsgrond, de onder-, linge verhouding in den organischen eenheidssamenhang der wetskringen aan wijst. Zoekt men op deze wjjze naar de wetsidee der humanistische levens- en wereldbeschouwing, dan komt men tot een gemeenzame grondstructuur, die on danks alle verschil in nadere uitwerking deze twee elementen als constanten aan wijst: het wetenschaps- en het persoon lijkheids ideaal. Spr. gaat vervolgens in de moderne humanistische rechtsphilosophie de ge- heele innerlijke dialectiek in de huma nistische grondstructuur der wetsidee na, en onderscheidt daarbij: ie. de naturalistische typen in de rechtsphilosophie, die de continuïteit van het wetenschapsideaal in materia- listischen of psychologischen zin zoe ken door te voeren; 2e. de logicistisch-functionalistische typen - de Marburger school in de rechtsphilosophie ten deele vermengd met de phaenomenologische richting van Husserl, die met behulp van het mathematisch functiebegrip ae logische continuïteit in idealistischen zin zoe ken te handhaven; 3e. de personalistisch-kritische rich tingen, die in antithetischen zin de con tinuïteit van het subjectief gevat per soonlij kheidsideaal in de rechtsphiloso phie zoeken te handhaven; en 4e. de transpersonaiistisch-idealisti- sche typen, die de continuïteit van het persooniijkheidsideaal in objectieven, transpersonalen zin zoeken te redden. Spr. wees er o.m. op, dat in al deze richtingen het specifieke type der anti- nomieën zich laat terugvoeren op de grondantinomie tusschen wetenschaps- en persooniijkheidsideaal. Bezinning op de grondstructuur der humanistische wetsidee, voert in anthithetischen zin tot bezinning op de grondstructuur der Christelijke wetsidee. Ook deize laatste wijst, ondanks alle bonte schakeering, twee conitante fele- menüen aan, die in alle typen terug- keeren. De belijdenis der Goddelijke sou vereiniteit, als diepste geldingsgrond aller wetssferen, en de belijdenis der Goddelijke voorzienigheid als organi sche eenheidsband tusschen de wets- kringen. derscheid dat zij van een dak en van banken voorzien waren Dit waren de voertuigen, voor da bannelingen be stemd. Eindelijk hoorde men in de verte een verward gedruisch en weldra kon men het gerammel van kettingen, het luide gekraak van wielen, het getrappel van paarden en het klappen van zweepen duidelijk onderscheiden. Michaël moest nog leeren zich aan al deze geluiden te wennen; thans gin gen ze hem door merg en been. Zij pijnigden hem naar lichaam en ziel, en tot den laatsten -dag van zijn tocht met de gevangenen joegen deze onheil spellende geluiden hem een huivering door de leden. Gedurende de laatste mijlen had men de gevangenen tot grooten spoed aangezet, uit vrees, dat men te laat voor den trein zou aankomen. Als slachtvee werden zij onder slagen en vloeken voortgedreven, en, niettegen staande de zware kettingen, tot steeds grooter haast gedwongen. De misdadigers waren twee aan twee aan elkander vastgeketend, waar door het gaan niet weinig bemoeilijkt werd, en zelfs de sterksten kwamen ademloos en uitgeput aan. De gevan genen, die sedert maanden in een nau we cel opgesloten waren, stonden op het punt in zwijm te vallen. Er waren ongeveer tweehonderd ver oordeelden, allen in dezelfde lange, grijze jassen gekleed. Hun hoofden wa ren aan de eene zijde geheel kaal ge- Spr. gaat na, welk standpunt Augus-o tinus, Thomas van Aquino, Luther en Melanchton ten opzichte van deze zaak innamen, om dan op te merken, dat het; (Calvinisme aan de reformatie een on?,' schatbaren dienst bewezen heeft door weder de Christelijke levens- en wereld beschouwing in een wetsidee van ongel-1 meen hechte structuur te fundeeren. Als algemeene grondtrekken dezer 1 wetsidee, treden weder de beide grond- élementen van alle Christelijk denken op: de belijdenis der Goddelijke souve- reiniteit en de belijdenis van het God? delijk voorzienig wereldplan. v In de nadere preciseering dezer grond gedachten treden met name de_ volgende, karaktertrekken in onze wetsidee naar voren. De praegnante opvatting der God delijke souvereiniteit als vrijmachtige êouvereiniteit van Gods heiligen wil- lover alle sferen in geheel de schepping. De opvatting der wet op ieder ter rein als absolute grond van alle crea tuur aan de door God gestelde ordinan- tië en de souvereine verhevenheid Goda boven deze wetten. Verwerping van alle theodicée, die zich als rechter over (Gods wereldbestuur stelt. Met deze grensgedachte hangt ten pauwsta samen het universeele leer stuk der souvereiniteit in eigen kring, dat de onderlinge verhouding aanwast tusschen de wetskringen, die in de wets idee tot een organischen samenhang ver bonden zijn. Na over den ouderlingen samenhang der souvereine wetskringen te hebben gesproken, merkt spr. op, dat alle over woekering van de anaere souvereine wetskringen door den kring der weten schap of door een personalistische kul- tuurphilosophie reeds van de voren de pas is afgesneden. De wetenschap heeft een eigen hooge waarde, maar haar draagkracht reikt niet verder dan haar eigen souvereinen kring, waarin niet het menschelijk denken, maar de God* delijke Wetgever van de ordinantiën van dit denken de ware Souverein is. Naast haar en in organischen samen hang met haar, staan alle andere wets kringen in ongeschonden souvereiniteit ,Geen enkele knng kan een anderen ver vangen of verdringen, want alle souve reiniteit in eigen kring berust in het wereldplan van den Oppersten Souverein van hemel en aarde. Nimmer mag worden vergeten, dat het de religie is, het Christelijk Gods besef, dat in de Calvinistische wets idee zich praegnant belichaamt. Daar om kan nimmer de religie tot eon wets kring naast de andere worden gemaakt, daar zq geheel en al primair en univer seel aan alle souvereine kringen ten grondslag ligt: als passieve band tot Gods Scheppers- on Onderhouders'kracht voorzoover we zien op de wetskringen, waarin de redelooze natuur, als actieve band niet God, voorzoover wö zien op de wetskringen, waarin de r e d e 1 ij k e natuur God dient De zonde verscheurde den actheven religieuzen band, maar die band werd door Christus weder hersteld en overal, waar die alléén in Christus mogelijke levensverhouding weder werd aangeno men, openbaarde de religie haar univer, seel-regenereerende kracht, doordat het Bchepsel op alle terrein zich weder hef devol onder Gods ordinantiën boog., Gods werk in het mensehelgk hart is niet aan wetten gebonden en jurist daar om kan de Christelijke religie niet in één wetskring worden opgesloten, maar drijft ze den wedergeborene uit, om binnen alle wetskringen Gods ordinan tiën te doen eerbiedigen. De beteekenis dezer wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie vat spr. in drie, onderling samenhan gende functies samen: ie. de heuristische; 2e. de methodische; 3 e. de kritische. Vervolgens beziet spr. deze drie func ties nader, om dan te concludeeren,, dat de Calvinistische wetsidee inder daad alle eigenschappen bezit» om een al-omvattende Christelijke levens- en wereldbeschouwing, hechter dan eenig ander stelsel, te fundeeren. Daarna hield de nieuwe hoogleeraar toespraken tot HJL Directeuren en Curatoren der V. U.; tot de leden der faculteit; tot de Hoogleeraren; tot Prol Mr. D. D. Fabius; tot de leden van het bestuur der Dr. A. Kuyperstichting; tot zqn Moeder en tot de studenten der Vrije Universiteit. schoren en blauw, terwijl het haar, dat in de gevangenis lang geworden was, in een verwarde massa aan den anderen kant afhing. Het kostte Mi chaël eenige moeite zijn vader terug te vinden, dien hij sedert het vorige jaar niet meer gezien had. Eindelijk zag hij een grooten man met een ver vallen gelaat, in eed smerig hemd en grove linnen broek, die met moeite voortstrompelde naast een anderen ge-^ vangene met een gemeen en ruiw uiter-,' lijk. Deze uitgeputte man zag hem aan met een dankbaren glimlach vaji herkenning op het edel gelaat. Met een doordringenden smartkreet baande Mi chaël zich een weg door d© menigte en sloee de armen om den hals v&p zijn vader. „Vader!! Vader!" snikte hij. Maar voordat Alexis een woord kon zeggen, trok de misdadiger, aan wien hij geketend was, hem met een vloek en een ruk met zich mede. De wagens,, die voor de gevangenen bestemd wa ren, begonnen zich snel te vullen, en als een oude misdadiger wist deze man, dat men zich. haasten moest teH einde een plaats voor den nacht te ver overen. Kharitou Koudraty kwam dicht ach ter hen aan; zijn vrouw en kinderen liepen naast hem; allen waren dood moe en hadden pijnlijke voeten, want sedert dien morgen had men twintig: mijlen afgelegd, en gedurende 't laat ste uur bijna gedraafd. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5