WAT DE BLADEN ZEGGEN.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG
15 OCTOBER 192&
kanten W. Doom, J. O. Sikkel en Dr.
J. C. de Moor, die met zooveel toewij
ding hebben gearbeid. Den kerkeraad'
dankte spr. inzonderheid voor de on-4
bekrompen wijze waarop deze hem
verlof verleende voor volledig herstel,
van zijn ziekte. Ook de .Wjjkraad, de'
collega's, de catechisanten en de af
gevaardigde van de classis werden toe
gesproken..
Namens de kerk era'den! van Oost era
West werd Dr. Vollenhoven toege
sproken door den oudsten dienaar, Ds.
M. Schuurman, dia er op wees, met
welk een bewomdereinswaardigen ijver
Dr. Vollenhoven zich in zijn wijk in
werkte én welk een liefde hem daar
ten deel viel. Op den kerkeraad viel,
aldus spr., door uw tactvol optreden
vaak superieur werk te bewonderen.
De benoeming tot hoogleeraar was
voor de gemeente geen verrassing, al
voelt zij hoe zwaar het voor dezen
leeraar is om zijn ambt neer te leggen.
Spr. wees er op hoe de leerstoe-l diei
Dr. .Vollenhoven gaat bezetten er een
is van het grootste gewicht voor het
Geref. leven. Spr. besloot met de béde,
dat Goa al den nood van den nieuwen'
hoogleeraar vervulle in Jezus Christus/
en bad hem voor zich en zijn gezin
Gods rijksten zegen toe. De gemeente*
bezegeldé' dit woord door Dr. Vollen
hoven staande toe te zingen Ps'. .121
vers 2 en 4.
Namens de classis 's-Gravenhage, 1
sprak Ds. J. G. Feenstra, van Sche-
veniiigen, Dr. Vollenhoven hartelijk
toe, er bijvoegend dat de classis en
de collega's deelen in de eer die dezen
prediker te beurt viel. Zij spreken den
wensch uitdat Dr. Vollenhoven zal
blijven theoloog in den echten zin des
woords.
Dr. Vollenhoven dankte voor de tot
hem gerichte woorden en betuigde zijn
erkentelijkheid voor de wijze waarop
de classis getracht heeft hem zijn ambt
te doen behouden.
Met het zingen van Ps. 90 9 werd!
de plechtigheid besloten.
Ds. D.NK. Wielen ga is voor
nemens 14 Nov. afscheid te nemen van
de Geref. Kerk van IJlst, en 28 Nov.
zjjn intrede te doen te Diemen.
Het afscheid van Ds. P. F. van
Noort van de Ned. Herv. Gem. te Zalk
en Veecaten is bepaald op 14 Nov. de
intrede te Üud-Loosdrecho op 21 Nov.
d.a.v.
bevestiger is Ds. F. A. van Schaik
van Kampen.
Met een predicatie over Hebr. 13
vers 20 en 21 heeft Zondag Ds. J. A.
ochep afscheid genomen van de Ge
ref. Kerk van Dronrijp.
Ouuerling Miedema sprak den naar
Bolnes vertrekkenden leeraar toe, waar
na gezongen werd Ps. 121:4.
Ds. D. de Wit van Berlikum, voer
de tenslotte nog het woord namens de
classis.
Wegens vertrek naar Kloetinge
heeft Zondag Ds. J0h. A. lUams
afscheid genomen van de Ned. Herv.
Gem. te hijs wijk (Geld.), met een pre
dicatie over Hand. 4:12.
Emeritaat.
Ds. R. J. S c h 0 e make r, pred. der
Geref. Kerk van Den Ham (Ov.), heeft
op zijn verzoek, wegens voortdurende
ongesteldheid, eervol emeritaat verkre
gen.
Ds. Schcemaker studeerde aan de
Theol. School te Kampen en deed 2
Dec. iQoo zijn intrede bij de Geref.
Kerk van Ambt vollenhove A.
Van 19:8 t t iyi8 Hond hij te -eem
se. in laatstgenoemd jaar verbond hij
zich aan zijn tegenwoordige gemeente.
Ds. C. Vermaal.
De classis Bolsward der Geref. Ker
ken nam in de zaak van Ds. O. Ver-
maat te Makkum het voegende besluit
De classis Bolsward der Geref. Ker
ken,
kennis genomen hebbende van het
bezwaarschrift van den kerkeraad der
Geref. Kerk van Makkum, tegen zijn
dienaar Ds. C. .Vermaat;
kennis genomen hebbende van het
rapport der Generale Synode inzake)
het bezwaarschrift van *Ds. C. Ver-
maat bij haar ingediend en van dei
conclusiën dienaangaande, waaruit o.
m. blijkt, lo. dat de Generale Synode
de door Ds. C. Vermaat ingebrachte
bezwaren tegen de dogmatische exei
g.etische beslissingen der Synode en
enkele uitdrukkingen in haar Woord!
van Vermaan als ongegrond afwees,.
2o.d at zij ernstig afkeurt, het gebruik
van de bedenkelijke uitdrukkingen, die)
in zijn bezwaarschrift voorkomen, en in;
het "rapport zijn aangewezen, 3o. dat
zij de classis Bolsward adviseert als
nog van Ds. Vermaat een verklaring
te vorderen, waarbij "hij1 ten aanzien
van de zintuiglijke waarneembaarheidJ
van de bekende vier punten van het
Paradijsverhaal' van Genesis 2 ein 3
haar beslissingen aanvaard en belooft
ten grondslag te leggen aan wat hijl
leert en 4a. dat zij hiervan behalve)
aan Ds. G. Viermjaat ©n, den kerkeraad)
van Makkum ook aan !de classis Bols
ward mëdedeeling doét, opdat 'deze
verder met hem handele;
kennis genomen hebbende van het'
rapport en de conclusiën van de door
jde classis Bolsward aangewezen com
missie van advies, welke coaiclusiënj
door de classis zijn aanvaard gewor
den en aldus luidden: De classis Bols
ward der Geref. Kerken, kennis ge
nomen hebbende van het haar toege
zonden rapport der Gen. Synode met
de conclusiën inzake het bezwaar
schrift van Ds. .Cu Vermaat bij; haar
ingediend;
gehoord'het advies van de door del
Synode aangewezen deputaten
besluit: lo. Van Ds. Vermaat jdja vjol
giem.de verklaring, te vragen:
Ondergeteekende verklaart voor zich
zelf de beslissing, vair de Generale Sy
node vanAssen inzake den boom der
kennis, des goeds en des kwaads, de
slang en haar spreken en den boom)
des levens te aanvaarden en belooft
deze ten grondslag, te leggen van wat
hij le.ert2o. ernstig af te keuren de
lichtvaardige wijze waarop Ds. Ver
maat in het weekblad Woord en Geest
No. 7, tweede kolom, zich heeft uitge
laten over wat hij _,,de algemeen J^eer-
schende Gereformeerde opinie" noemt;
3o. op grond van het onderteekeninga
formulier voor Dienaren des Woords
van Ds. Vermaat een nadere verkla
ring van gevoe.en te eischen,. omtrent
Artt. 3i en 28 en 29 van da Ned.
Geloofs- Bel ij deni sA in verband met da
bedenkelijke, door de Synode afge
keurde uitdrukkingen in zijn bezwaar
schrift aan de Generale Synode en
wel in dezen zin: dat Ds. Vermaat er
kent: a. oi de Heilige Schrift, gelijk
zii van Godswege, door middel van
menschen ons is toegekomen, in haar
geheel en in haar deelen, naar vorm
en inhoud, is het onfeilbaar Woord
van God; b. dat de Geref. Kerken,
waarin hij het ambt van Dienaar des
Woords bekleedt, zijn de ware Ker
ken, bedoeld in Artt. 28 en 29 van on
ze Belijdenis, dragende de merkteeke-
nen van de ware Kerk, zoodat „een
iegeljjk schuldig is zich bij haar te
voegen", en „net niemand toekomt,
zich daarvan te scheiden".
Overwegende,
lo. dat Ds. Vermaat eerst zich be
reid verklaard heeft de sub 1 van dia
conclusiën genoemde verklaring te aan
vaarden, maar daarna om redenen bui
tend ie verklaring gelegen, zijn belofte)
van onderteekenirig weer heeft terug
genomen;
2o. dat Ds. Vermaat wel krachtens)
zijn onderteekening van het ondertee-
keningsformuiier bereid was een na
dere verklaring van zijn gevoelen te
geven ten aanzien van Artt. 28 en
29 der Ned. Gel. Bed., dat hij erkent
dat de Geref. Kerken zijn de ware Ker
ken, in die Artt. bedoeld, in dien zin*
dat zij ^ijn de zuiverste openbaring
van het lichaam van Christus en „een
iegeluk schuldig is zich daarbij te voe
gen" en „dat het niemand toekomt
zich daarvan te scheiden".
3o. dat Ds. Vermaat ten aanzien van
Artt. 37 der Belijdenis wel erkent,
dat de H.S. in haar geheel en in hare
deelen Gods Woord is, en ook wat
haar inhoudv betreft, maar wat aan
gaat den vorm, daarvan nog geen .na
dere verklaring kan geven, en ook
niet kan zeggen, wanneer hij het zouj
kunnen doen:
constateerende, dat Ds. Vermaat dus
niet geweigerd heeft uit kracht vani
het ond er ^eekeningsfor mul ier een na
dere verklaring van gevoelen te geven,
maar nog niet in staat was dit te doen,
ten aanzien van het Goddelijk karak
ter van den vorm der H.S. en ook zijn
belofte tot onderteekening van de ver
klaring bovengenoemd heeft terugge
nomen;
verklaart, dat er genoegzame reden
TWEEDE BLAD.
Gezin en ioon.
IJveraars voor verbreiding van het
instituut van den kindertoeslag bij de
loonsbepaling, aldus onze Pi o 11., heb
ben dezer dagen een krachtigen steun
voor hun streven gekregen in het ar
tikel, dat de rector van liet Anister-
damsch Lyceuim, Dr. C. P. Gunning,
plaatste in het Octobernumrner van
het Haagsche Maandblad.
Sympathiek is in dit opstel over
Gezin en loon de ernst, waarmee het
misleidende van de leuze „gelijk loon
voor gelijke arbeid" wordt aangetoond
Wie voor den kindertoeslag bet pleit
voeren ruilen het beginsel „loon naar
arbeid" niet in voor het principe
„loon naar behoefte".
L0011 naar arbeid, loon voor arbeid,
beduidt evenwel loon voor den arbei
der.
Waar nu arbeid het aangewezen
middel is om in het levensonderhoud
te voorzien, mag het alleszins ratio
neel heeten dat hij de loonsbepaling
wordt rekening gehouden met de ge
wichtigste factor welke de kosten van
het levensonderhoud beheerscht, na
melijk de gezinsgrootte.
Loon voor arbeid beteekent loon
voor den arbeider.
De arbeid is geen ijle, op zich-zelf-
staande grootheid.
De arbeid is onlosmakelijk met den
mensch verbonden, in den mensch be
lichaamd.
Arbeid is geen koopwaar.
Was arbeid een waar, dan zou gel-
dén: wat gaat die arbeider met zijn
behoeften, met zijn vrouw ©n kinde
ren mij aan? Dan koopt men den ar
beid, gelijk men koffie, thee koopt,
zonder dat zedelijke verplichting
bindt aan den verkooper van die wa
ren.
Was de arbeid een waar, dan zou
voor den kindertoeslag geen plaats
zijn. Maar wel moet voor dezen loon-
vorm ruimte worden gemaakt in de
beschouwing, welke in de arbeidsver
houding ook ziet eene zedelijke ge
meenschap, die den patroon dwingt
zooveel mogelijk voor den economisch
afhankelijke de voorwaarden te schep
pen, welke het bestaan van hem en
zijn gezin mogelijk maken.
KERK EN SCHOOL,
NED. HERV KERK
Beroep en: Te Putten, 2de pred.-
plaats, A. de Geus te Wadoinxveen. Te
.ioon op. Zand, J. D. van Hof te Wil-
uis. Te Hoenderloo, J. H. Ch. Israël
ce Asch.
OHR. GEREF. KERK.
Bedankt: Voor Lisse, J. L. de
Tries te Rjjnsburg.
Bevestiging, Afscheid en Intrede.
Woensdagavond nam Dr. D. H. Th.
Vollenhoven, predikant der Geref. Kerk
Ie Den Haag-West wegens benoeming
tot hoogleeraar aan de V. U. in. dei
Nieuwe Zui der kerk afscheid van zijn
gemeente. De scheidende prediker be
paalde zijn gehoor bij Fiiippe zen 4
vers 7, „en de vrede Gods die ale
-verstand e boven gaat, zal uwe har
ten en uwe zinnen Bewaren in Chris
tus Jezus".
In zijn inleiding gewaagde Dr. Vol
lenhoven van de bezorgdheid die zich
zoo licht van ons meester maakt, wan.
neer we staan voor moeilijkheden.
Toch mag hij, wetende dat de begeer
ten ook van de plaatselijke kerk met -
bidden en smeeken God onder dank
zegging bekendworden gemaakt, zijn
ambtelijk werk in haar midden sluiten
met de beloften vervat in het gekozen
tekstwoord. Spr. stond acht er eem'vol
gens stil bij den oorsprong en de wer
king van den vrede Gods hier be
doeld.
Na den tusschenzang richtte Dr. Vol
lenhoven zich allereerst tot de gemeen
te die hij lief had gekregien als een
stadskerk met een eigen geschiedenis,
en een eigen karakter, zich openba
rend in het verstaan der jeugd en de
aanpassing aan de eischen des tijds.
Spr. herdacht hier de overleden predi-
FEUILLETON.
Door leed en strijd.
27)
Eer durfde hij het papier, dat een
brief van Vader Cyril lus bleek te zijn,
niet openen, uit vrees voor spionnen,
„Mijn beide zonen, Michaël en Ser-
gius" aldus las hij „ik zag u
dezen nacht de kleine Clava uit mijn
huis wegvoeren, maftr ik kon het niet
van mij verkrijgen u daarin te verhin
deren. Ik bad tot uw God en mijn God,
tot uw Vader en mijn Vader om u te
zegenen! Want wie te laken zijn, niet
gij. Gij steldet uw ouders boven de
priesters, en handeldet dit doende vol
gens goddelijke en menschelijke wet
ten. Hebt uw ouders lief; eert, gehoor
zaamt en bemint hen. God gaf ze u en
schonk u aan hen: geen mensch kan
dien band verbreken. U wachten een
heirleger van moeilijkheden, ontberin
gen en rampen; maar herinnert u, dat
men u nooit kan brengén, waar God
niet is. Ik zal u twee spreuken meege
ven; daaraan moet ge dagelijks den
ken: „Al daalde ik ook neder in de
hel, daar zijt Gij!" en: ,.A1 ging ik ook
in een dal der schaduwen des doods,
Ik zou geen kwaad vreezen, want Gij
zijt met mij; Uw stok en Uw staf ver
troosten mij." Dood en hel zijn vol van
de tegenwoordigheid Gods. Zeg uwen
Vader nogmaals, Michaël, dat Vel ia
mij als een dochter zijn zal. Kus de
kleine Clava voor mij dat lieve
kind!
Ik ben en blijf, al wilt gij dit niet
erkennen
Uw Vader in Christus.
Michaël bracht den brief aan zijne
lippen en boog het hoofd over de han
den, die hij boven het papier gevou
wen had. Met welk een liefde, met hoe
groote dankbaarheid dacht hij aan
Vader Cyrillus! O, indien alle Batoush
ka's waren als deze! Dan zouden zijn
vader en de Stundistische broederen
er nooit toe gebracht zijn de Ortho
doxe Kerk te verlaten. De knaap wist
nog niet hoe diep ingrijpend het ge
loofsverschil was. dat zijn volk van de
Staatskerk scheidde. Hij begreêb daar
entegen ten volle welk een gevaar èr
voor Vader Cyrillus in gelegen kon
?,ijn, wanneer een dergelijk schrijven
van zijn hand gevonden werd. Hij be
gon dus den brief onmiddellijk van
buiten te leeren, en na zich overtuigd
te hebben, dat hij den inhoud woorde
lijk in zijn geheugen had geprent, stak
hij een lucifer aan en hield het papier
in de vlam, totdat zijn vingers bijna
geschroeid waren, maar nu was er ook
geen spoor meer van den brief te vin
den. Markovin sloeg hem aandachtig
gade en knikte goedkeurend.
„Een verstandige jongen! Een voor
zichtige knaap!" prevelde hii bij zich
zeiven; „hij gebruikt zijn verstand.
Zoo iemand kan men een geheim toe
vertrouwen."
Den volgenden dag reisde Michaël
alleen langs den weg, dien hij met zjjn
vader gegaan was na zijn terugkomst
uit Schotland. Aan hetzelfde station,
waar hij destijds was afgestapt, zou
hij zich thans bij het transport misda
digers en vrije bannelingen voegen.
Zijn vader had hem opgedragen on
derweg het geld, dat aan de kerken
van het district behoorde, in handen
te geven van den man, dien men in
plaats van Alexis Ivanoff tot voorgan
ger genoemd had. Bovendien had hij
verscheidene boodschappen van de
Stundisten te Kovylsk over te brengen
aan de kleine gemeenten in de ver
spreid liggende dorpen. Men had ge
meend, dat het veiliger was een knaap
dan een man met deze zending te be
lasten, want men moest met de grootst
mogelijke omzichtigheid te werk gaan,
ten einde geen achterdocht te wekken.
Michaël bereikte het station, waar
hij zich bij de anderen zou voegen,
ongeveer een uur voor de aankomst
van den trein, waarmee men verder
moest reizen, want het eerste gedeelte
van den weg zou per spoor afgelegd
worden, hoewel in afzonderlijke wa
gens.
Hij drentelde in den omtrek van het
station heen en weer, verlangend uit
ziende naar de aankomst der banne
lingen. De stationschef raasde en tier
de over het te laat komen van het
transport. Op een zijspoor stónden ee-
mge kleine, onooglijke wagens, niet
veel beter dan veewagens, met dit on-
is, om op grond van; Artt. 79 en 80
der Kerkenordening tot schorsing' van
Ds. .Vermaat in zijn ambt als Dienaar
de3 Woords bij oe Geref. Kerk van
Makkum oiVer te gaan, tot dat hij aan
den eisch van 'de classis heeft voldaan
en besluit, overeenkomstig heit advies)
der Dep. Synodi, in de eerste plaats!
haar afkeuringuit te spreken qver del
lichtvaardige wijze, waarop Dsl. Ver
maat in het weekbla'di „fW|. en P-1' Hp.
'7, tweede kolom, zich hejeft uitgelaten)
over wat hij „de algemeen1 hejerscta**
jde Gereformeerde opinie" noemt en in
He tweede plaats) aan Idien kprkeraadl
van Makkum te beriehteo, Hat hijl metf
dien van een genabüuide Kerk, over
eenkomstig Artt. 79 eat 80 K'. O. Voor
den tijd van 3 maanden tot schorsing!
van Ds. Vermaat in zijn ambt als Die
naar des Woords heeft over te gaan.
Van dit besluit wordt mededeeliiagi
gedaan aan den kerkeraad1 van Mak
kum en aan Ds. G. Vermaat.
Vrije Universiteit.
Inaugureele oratie Prof. Dr.
H. Dooyew eerd»
Hedenmiddag heeft Prof. Dr. JL
Dooyeweerd het hoogleeraarsambt aan
da Vriie Universiteit aanvaard met het
.uitspreken van een rede over:
j j De betêekenis der wetsidee voor
j de Rechtswetenschap en Rechts-
I philosophie.
In den aanvang van zgn rede schetste
spreker de innerlijke antinomie, die aan
een geheel type van levens- en wereld-
schouwingen, ondanks alle onderlinge,
schier antithetische nuanceeringen, m-
haerënt is.
_Spr. gaat dan na, hoe die antinomie
bij net Humanisme gevonden wordt. Het
wezen der antinomie ligt niet in de bloo-
te tegenstelling, maar in de tegenstrij
digheid. Zij ontstaat overal daar, waar
men de gelding van een souvereinen
wetskring,_ die alleen binnen zijn kring
souverein is, buiten zijn wetsgrenzen uit
fcet. Dan komt de eene wetsknng met de
andere in botsing, en ontstaat de anti
nomie, de tegenstrijdigheid in de wet.
Om de antinomie te ontgaan, moet men
boven de individueele souvereine wets
kringen zoeken naar de wetsidee, die
den diepsten geldingsgrond, de onder-,
linge verhouding in den organischen
eenheidssamenhang der wetskringen aan
wijst. Zoekt men op deze wjjze naar de
wetsidee der humanistische levens- en
wereldbeschouwing, dan komt men tot
een gemeenzame grondstructuur, die on
danks alle verschil in nadere uitwerking
deze twee elementen als constanten aan
wijst: het wetenschaps- en het persoon
lijkheids ideaal.
Spr. gaat vervolgens in de moderne
humanistische rechtsphilosophie de ge-
heele innerlijke dialectiek in de huma
nistische grondstructuur der wetsidee
na, en onderscheidt daarbij:
ie. de naturalistische typen in de
rechtsphilosophie, die de continuïteit
van het wetenschapsideaal in materia-
listischen of psychologischen zin zoe
ken door te voeren;
2e. de logicistisch-functionalistische
typen - de Marburger school in de
rechtsphilosophie ten deele vermengd
met de phaenomenologische richting
van Husserl, die met behulp van het
mathematisch functiebegrip ae logische
continuïteit in idealistischen zin zoe
ken te handhaven;
3e. de personalistisch-kritische rich
tingen, die in antithetischen zin de con
tinuïteit van het subjectief gevat per
soonlij kheidsideaal in de rechtsphiloso
phie zoeken te handhaven; en
4e. de transpersonaiistisch-idealisti-
sche typen, die de continuïteit van het
persooniijkheidsideaal in objectieven,
transpersonalen zin zoeken te redden.
Spr. wees er o.m. op, dat in al deze
richtingen het specifieke type der anti-
nomieën zich laat terugvoeren op de
grondantinomie tusschen wetenschaps-
en persooniijkheidsideaal. Bezinning op
de grondstructuur der humanistische
wetsidee, voert in anthithetischen zin
tot bezinning op de grondstructuur der
Christelijke wetsidee.
Ook deize laatste wijst, ondanks alle
bonte schakeering, twee conitante fele-
menüen aan, die in alle typen terug-
keeren. De belijdenis der Goddelijke sou
vereiniteit, als diepste geldingsgrond
aller wetssferen, en de belijdenis der
Goddelijke voorzienigheid als organi
sche eenheidsband tusschen de wets-
kringen.
derscheid dat zij van een dak en van
banken voorzien waren Dit waren de
voertuigen, voor da bannelingen be
stemd.
Eindelijk hoorde men in de verte een
verward gedruisch en weldra kon men
het gerammel van kettingen, het luide
gekraak van wielen, het getrappel van
paarden en het klappen van zweepen
duidelijk onderscheiden.
Michaël moest nog leeren zich aan
al deze geluiden te wennen; thans gin
gen ze hem door merg en been. Zij
pijnigden hem naar lichaam en ziel,
en tot den laatsten -dag van zijn tocht
met de gevangenen joegen deze onheil
spellende geluiden hem een huivering
door de leden.
Gedurende de laatste mijlen had
men de gevangenen tot grooten spoed
aangezet, uit vrees, dat men te laat
voor den trein zou aankomen. Als
slachtvee werden zij onder slagen en
vloeken voortgedreven, en, niettegen
staande de zware kettingen, tot steeds
grooter haast gedwongen.
De misdadigers waren twee aan
twee aan elkander vastgeketend, waar
door het gaan niet weinig bemoeilijkt
werd, en zelfs de sterksten kwamen
ademloos en uitgeput aan. De gevan
genen, die sedert maanden in een nau
we cel opgesloten waren, stonden op
het punt in zwijm te vallen.
Er waren ongeveer tweehonderd ver
oordeelden, allen in dezelfde lange,
grijze jassen gekleed. Hun hoofden wa
ren aan de eene zijde geheel kaal ge-
Spr. gaat na, welk standpunt Augus-o
tinus, Thomas van Aquino, Luther en
Melanchton ten opzichte van deze zaak
innamen, om dan op te merken, dat het;
(Calvinisme aan de reformatie een on?,'
schatbaren dienst bewezen heeft door
weder de Christelijke levens- en wereld
beschouwing in een wetsidee van ongel-1
meen hechte structuur te fundeeren.
Als algemeene grondtrekken dezer 1
wetsidee, treden weder de beide grond-
élementen van alle Christelijk denken
op: de belijdenis der Goddelijke souve-
reiniteit en de belijdenis van het God?
delijk voorzienig wereldplan. v
In de nadere preciseering dezer grond
gedachten treden met name de_ volgende,
karaktertrekken in onze wetsidee naar
voren. De praegnante opvatting der God
delijke souvereiniteit als vrijmachtige
êouvereiniteit van Gods heiligen wil-
lover alle sferen in geheel de schepping.
De opvatting der wet op ieder ter
rein als absolute grond van alle crea
tuur aan de door God gestelde ordinan-
tië en de souvereine verhevenheid Goda
boven deze wetten. Verwerping van alle
theodicée, die zich als rechter over
(Gods wereldbestuur stelt.
Met deze grensgedachte hangt ten
pauwsta samen het universeele leer
stuk der souvereiniteit in eigen kring,
dat de onderlinge verhouding aanwast
tusschen de wetskringen, die in de wets
idee tot een organischen samenhang ver
bonden zijn.
Na over den ouderlingen samenhang
der souvereine wetskringen te hebben
gesproken, merkt spr. op, dat alle over
woekering van de anaere souvereine
wetskringen door den kring der weten
schap of door een personalistische kul-
tuurphilosophie reeds van de voren de
pas is afgesneden. De wetenschap heeft
een eigen hooge waarde, maar haar
draagkracht reikt niet verder dan haar
eigen souvereinen kring, waarin niet
het menschelijk denken, maar de God*
delijke Wetgever van de ordinantiën
van dit denken de ware Souverein is.
Naast haar en in organischen samen
hang met haar, staan alle andere wets
kringen in ongeschonden souvereiniteit
,Geen enkele knng kan een anderen ver
vangen of verdringen, want alle souve
reiniteit in eigen kring berust in het
wereldplan van den Oppersten Souverein
van hemel en aarde.
Nimmer mag worden vergeten, dat
het de religie is, het Christelijk Gods
besef, dat in de Calvinistische wets
idee zich praegnant belichaamt. Daar
om kan nimmer de religie tot eon wets
kring naast de andere worden gemaakt,
daar zq geheel en al primair en univer
seel aan alle souvereine kringen ten
grondslag ligt: als passieve band tot
Gods Scheppers- on Onderhouders'kracht
voorzoover we zien op de wetskringen,
waarin de redelooze natuur, als
actieve band niet God, voorzoover wö
zien op de wetskringen, waarin de
r e d e 1 ij k e natuur God dient
De zonde verscheurde den actheven
religieuzen band, maar die band werd
door Christus weder hersteld en overal,
waar die alléén in Christus mogelijke
levensverhouding weder werd aangeno
men, openbaarde de religie haar univer,
seel-regenereerende kracht, doordat het
Bchepsel op alle terrein zich weder hef
devol onder Gods ordinantiën boog.,
Gods werk in het mensehelgk hart is
niet aan wetten gebonden en jurist daar
om kan de Christelijke religie niet in
één wetskring worden opgesloten, maar
drijft ze den wedergeborene uit, om
binnen alle wetskringen Gods ordinan
tiën te doen eerbiedigen.
De beteekenis dezer wetsidee voor
rechtswetenschap en rechtsphilosophie
vat spr. in drie, onderling samenhan
gende functies samen:
ie. de heuristische;
2e. de methodische;
3 e. de kritische.
Vervolgens beziet spr. deze drie func
ties nader, om dan te concludeeren,,
dat de Calvinistische wetsidee inder
daad alle eigenschappen bezit» om een
al-omvattende Christelijke levens- en
wereldbeschouwing, hechter dan eenig
ander stelsel, te fundeeren.
Daarna hield de nieuwe hoogleeraar
toespraken tot HJL Directeuren en
Curatoren der V. U.; tot de leden der
faculteit; tot de Hoogleeraren; tot Prol
Mr. D. D. Fabius; tot de leden van
het bestuur der Dr. A. Kuyperstichting;
tot zqn Moeder en tot de studenten der
Vrije Universiteit.
schoren en blauw, terwijl het haar,
dat in de gevangenis lang geworden
was, in een verwarde massa aan den
anderen kant afhing. Het kostte Mi
chaël eenige moeite zijn vader terug
te vinden, dien hij sedert het vorige
jaar niet meer gezien had. Eindelijk
zag hij een grooten man met een ver
vallen gelaat, in eed smerig hemd en
grove linnen broek, die met moeite
voortstrompelde naast een anderen ge-^
vangene met een gemeen en ruiw uiter-,'
lijk. Deze uitgeputte man zag hem
aan met een dankbaren glimlach vaji
herkenning op het edel gelaat. Met een
doordringenden smartkreet baande Mi
chaël zich een weg door d© menigte
en sloee de armen om den hals v&p
zijn vader.
„Vader!! Vader!" snikte hij.
Maar voordat Alexis een woord kon
zeggen, trok de misdadiger, aan wien
hij geketend was, hem met een vloek
en een ruk met zich mede. De wagens,,
die voor de gevangenen bestemd wa
ren, begonnen zich snel te vullen, en
als een oude misdadiger wist deze
man, dat men zich. haasten moest teH
einde een plaats voor den nacht te ver
overen.
Kharitou Koudraty kwam dicht ach
ter hen aan; zijn vrouw en kinderen
liepen naast hem; allen waren dood
moe en hadden pijnlijke voeten, want
sedert dien morgen had men twintig:
mijlen afgelegd, en gedurende 't laat
ste uur bijna gedraafd.
(Wordt vervolgd).