Purol Verzacht en Geneest ontstoken Huid bij Babies NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 6 OCTOBER 1926 TWEEDE BLAD. MJ ÜE BLADEN ZEGGEN. RECLAME Eerbetoon op commando? Bij het bericht, dat de regeering voor nemens zou zijn een algemeenen maat regel van bestuur uit te lokken, die de gemeentebesturen belasten zou met de zorg, op verjaardagen der leden van het Koninklijk Huis de vlag uit te ste ken, teekent De Volkskrant het volgende aan: Indien de regeering-inderdaad zulk een „aanvankelijk" voornemen liet ft zal ze verstandig doen het niet uit te voeren. Om de eenvoudige reden, dat men een acte van toewijding en trouw, zelfs een daad van hoffelijkheid, niet moet commandeeren. Zulke dingen moet. men overlaten aan de sovjet-regeering en aan Mus solini. Zij passen volkomen in liet systeem van dwang, dat de een en de ander uit oefenen, maar niet in een vrij land. Als sociaal-democraten niet tot, het in?icht kunnen komen, dat een beleefd heid jegens het staatshoofd verlooche ning van geen enkel beginsel mee brengt; dat een 30ciaal-dernocratisch gemeentebestuur, even goed hoffelijk kan zijn als een sociaal-democratisch burgemeester of wethouder het is, die de koningin ontvangt en geleidt, als de sociaal-democratische Kamerleden pas zijn geworden, die bij het binnen komen der koningin in de Ridderzaal en bij het verlaten zich van hun zetels verheffen, dan is dit een tekort in hun opvoeding en beschaving. Men kan er op rekenen, dat ook dit, tekort mettertijd wel zal worden aan gevuld, wij wenschen er niet door een bevel uit Den Haag in te voorzien. Niemand zal er aan denken, de gewoon te van vele gemeentebesturen om de Kpningin op haar verjaardag een tele- grafischen gelukwensch te sturen, tot een verplichting voor allen uit to brei den; welke waarde zou zulk een ge lukwensch hebben, indien hij moest komen van een denkbare communis tische raadsmeerderheid of een com munistische meerderheid in het col lege van B. en W. Welnu, zoo moet ook het vlaggen een vrijwillige acte blijven. Van geweldig belang is de heele zaak trouwens niet. Maar ze krijgt een hinderlijken, min of meer agacanten kant, als men met een voorschrift komt. Men loopt liet gevaar verzet te ont moeten ook van een zijde, die, vrijwil lig, geen enkele bedenking zou hebben om aan de Koningin een beleefdheid te bewijzen, maar. min of meer geprik keld zou worden, als het haar werd ge commandeerd. Zulk commandeeren van eerbetoo- ning is uit den tijd. En niemand, ook niet hot hoofd van den staat, kan er op gesteld zijn, op die wijze te worden gehuldigd. Laat derhalve de regeering het aan vankelijke voornemen niet in een be sluit om zetten, maar wachte zij liever den tijd van het doorbreken! van verhelderd inzicht af, wat ieder Nederlander moet wenschen: de Ko ningin, buiten en boven de partijen, door allen zonder onderscheid als hoofd van den staat geëerd. Bewaarscholen. In een circulaire van „Volksonder- Wijs" zoo lezen we in „De Zeeuw" wordt ook van het bewaarschoolonder- wijs gesproken. Herinnerd wordt, dat de voorstan ders van het bijzonder onderwijs in tal van plaatsen ook bijzondere bewaar scholen stichten, waaraan da<n wordt vastgeknoopt de opmerking, dat nu de Overheid in tal van plaatsen voor de bevordering'van het openbaar vervolg onderwijs weinig blijkt te gevoelen, üTt eigen middelen neutrale bewaarscho len moeten worden gesticht, teneinde op die wijze de openbare school te steu nen. Zoo komen we langzamerhand op den goeden weg. Wanneer er behoefte bestaat, aan in richtingen voor voorbereidend onder wijs. dan moet niet de Overheid daar voor zorgen, maar dan rust de zorg daarvoor op de ouders. En blijkt het noodig, dat de Over heid de helpende hand biedt, clan al leen zóó, dat alle richtingen op voet van gelijkheid worden, behandeld. Dan kunnen zoowel de voorstanders van de z.g. neutrale als van bijzondere bewaarscholen er voor zorgen, dat er geen ouders zijn. die zooals „Volks onderwijs" vreest, om financieele re denen de school die hun eigenlijk lief is, den rug toekeeren. Er zijn nog altijd gemeenten, waar de meening heerscht, dat de z.g. open- j bare bewaarscholen uit de publieke kassen moeten worden bekostigd en dat de bijzondere bewaarscholen door particulieren moeten worden betaald. Een geheel averechtsche oovatting. De gemeente heeft geen bewaarscho len te onderhouden. Maar als ze het doet, dan behooren ook de bijzondere inrichtingen, geheel op voet van gelijkheid te worden be kostigd. KERK EN SCHOOL. bouwer Verhoef, Meegedeeld werden verschillende voorloopige besluiten, die Maandagavond door den nieuwen ker- keraad zijn genomen. Met instemming/ nam men van deze besluiten kennis. Als rechtskundig adviseur werd aan gewezen mr. Van Proosdij te Amster, dam. De andere partij heeft mr. Gros heide uit Amsterdarn tot advocaat. Een commissie werd benoemd om plannen te beramen om re komen tot het verkrijgen van een nieuw kerkge bouw. Men hoopt daarmee reeds deze maand gereed te zijn. Van de leden van buiten Tienhoveni werden enkele aangenomen, anderen is geadviseerd te wachten op de be sluiten van de kerkelijke vergadering! op 11 October. De predikbeurten en de catechisaties zullen voorloopig nog worden gehou den in den stal van oen heer Verhoef. Zondagmorgen zal 4s. Smelik, des' avonds ds. Buskes van Amsterdam voorgaan. Ds. Smelik deelde mede, dat er ver schillende aanzienlijke giften zijn bill nengekomen; Zondag is er voor een bedrag van f188 gecollecteerd. NED. HERV KERK. Bedankt: Voor Huizen, J. J. Tim mer te Ermelo. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Nieuwdorp, D. J. Velsink, te Arum; en K. Winkelman, te Maastricht. Te Utrecht. K. J.^Cre- mer, te Gees, en Mr. \V'. S. de Vries,, te Tzum. Te Hilversum (eerste twee tal), Dr. C. Bouma, te Zwolle, «-n P. Noraes, te Delfshaven; (tweede twee tal1), J. v. Herksen te Hillegom, en G. B. wurth te Souburg. Beroepen: Te Apeldoorn, J. Wij- menga, te Charlois. CHR. GEREF. KERK. Tweetal: Te Harderwijk, J. B. G. Croes te Bussum en G. Salomons Ie Amersfoort. Bedankt: Voor Zaandam, H. Vis ser te Leeuwarden. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Beroepen: Te Veenwouden, O A. Sepp, te Edam. Bevestiging, Afscheid en Intrede. Zondag Jieett Ds. H. Th. Bar bas afscheid genomen van de Ned. Herv. Gem. te Vreeland met een pre dikatie over 2 Tim. 3 14a. D s. A. W ij n g a a r d e n hoopt 31i Oct. a.s. afscheid te nemen van de Geref. Kerk van Baarland om 14 Nov. intrede te doen te Bedum. Bevestiger, is Ds. C. Bos van Uithuizen. Ds. A. B. W. M. Kok hoopt Zondag 19 Dec. a.s. intrede te doen, in de Geref. Kerk van Zaamslag, nai bevestigd te zijn door den consulent Ds. J. S. Post, van Axel. D s. J. W. S w aan is voornemens, 14 Nov. afscheid te nemen van de Ned Herv. Gemeente te Völlenhove en 21' Nov. intrede te doen te Domburg, na bevestiging door Ds. H. J. RooseboomJ van Delft. Cand. H. Holtrop werd Zon dag j.l. bij de Geref. Kerk van Vel- seroord bevestigd door Ds. J. Voer man, van Joure, met een predikatie over Math. 13 1 tot 9. De nieuwe leeraar hield een predi- kattie over 1 Cor. 1 vs. 23 en 24, waar na gebruikelijke toespraken volgden. Os. E. L. Smelik. A. S. Vrijdagavond zal in de Luth., Kerk te 's Gravenhage voor de ver- leeniging „Woord en Geest" optreden) Ds. E. L. Smelik, Geref. pred. ta Tienhoven, die vorige week afgezet werd, met het onderwerp: „Kerkelij ke boetedoening". De vergadering zal toegankelijk zijn voor belijdende en doopleden der Ge reformeerde Kerken. Scheuring in de Geref. Kerk te Tienhoven. Gisteravond hebben ds. E. L. Sme lik te Tienhoven en het deel der Geref. Gemeente, dat met hem meeding, ver gaderd in de boerderij van aen land BINNENLAND. Calvinistische Burgemeesters, Wet houders en Secretarissen. De Vereeniging van Burgeraee9ter9, Wethouders en Secretarissen van Cal vinistische levens- en wereldbeschou wing „Groen van Prinsterer" houdt een vergadering te Zwolle in de Buiten sociëteit op Vrijdag 15 Oetóber 1926. De agenda vermeldt een voordracht van den heer J. J. Talsma, Burgemees ter van Kamerik en Zegveld, te Woer den, lid van het bestuur der Ver. van Ned. gemeenten, over*. „De regeling der financieele verhouding tuss.chen Rijk en gemeenten. De volgende stellingen zullen ver dedigd worden: 1. De regeling der financieele ver houding tusschen Rijk en de gemeen ten is in- de eerste plaats een vraag stuk van organisatie van het Staats bestuur en raakt tevens t stelsel, waar naar en de mate, waarin van het na tionaal inkomen een deel wordt afge zonderd tot dekking van gemeenschap pplijke behoeften. 2. Voor eene bevredigende regeling dier financieele verhouding is het noo dig, dat een behoorlijke systematische taakverdeeling tusschën Rijk en ge meente worde doorgevoerd. en het be lastingstelsel' van het Rijk en gemeen te niet naar invallen ep oogpnblikkeüj- ke utiliteitsoverwegingen, doch naar vaste beginselen in onderling verband worde geregeld. 3. Voor een behoorlijke taakverdee ling is terugkeer tot en verdere door voering van ons oude, in de historie geworteld, grondwettig stelsel de van zelf aangewezen weg. 4. Ter voorkoming van nog meer chaotische meer ingewikkelde en daar door nog moeilijker te ontwarren toe standen, is inperking der provinciale arbeidsfeer tot haar oorspronkelijken omvang na te streven. In het bijzonder geldt dit voor maarregelen van socia len aard. In plaats daarvan worde de spoedige totstandkoming eener meer op de eischen van den tijd pas sende wettelijke regeling der samen werking van gemeenten bevorderd. 5. Een spoedige afdoende regeling der financieele verhouding van Rijk en gemeente in boven aangëgéven zin, is naast eisch van doelmatige organisa tie van het Staatsbestuur, ei9ch van rechtvaardigheid. 6. In afwachting van zoodanige al- gemeene, afdoende regeling, 'worde een noodregeling getroffen, op grond waarvan in den nood van die gemeen ten, die in den meer strikten zin in fi nancieele moeilijkheden zijn geraakt, met inachtneming van hunne bizon-de re omstandigheden worde voorzien. 7. De circulaire van den Minister van Binnenl. Zaken en Landbouw van 19 Juli 1.1. no. 5110, afd. B.B., geeft geen juisten indruk van de verhoudingen en draagt daardoor bij tot eene, in het algemeen niet billijke, beoordeeling van de geste der gemeenten. Zij ver liest vooral uit het oog, dat de onbe vredigende financieele toestand veler gemeenten niet in de eerste plaats de schuld is harer besturen, doch van de ongunstige wijziging, welke in den loop der jaren sedert 1897 door het Rijk op eenzijdige wijze in de finan cieele verhouding tot de gemeenten is aangebracht. Het rapport der spoorcommissie vastgesteld. De door de directie der Nederland- sche Spoorwegen ingestelde deskundi ge commissie tot onderzoek naar de oorzaken van het spoorwegongeluk bij De Vink heeft Maandag haar rapport vastgesteld. De commissie is. hoewei zij verschil lende mogelijkheden onder ie oogen heeft gezien, volgens de „Tel." tot geen definitieve conclusie gekomen ten aan zien van de oorzaak van liet ongeluk. Bestrijding van Mond- en Klauwzeer. In een nota van wijzigingen betref fende hoofdstuk V der Staatsbegroo- ting voor 1926 wordt voorgesteld voor de bereiding van het imimuunserum tegen mond- en klauwzeer f 90.000 meer te besteden. In verband met het voornemen om van het serum gebruik te maken bij de bestrijding van het mond- en klauw zeer van Rijkswege, zal van het op nieuw aangevraagde bedrag van f 90.000 vermoedelijk niet meer dan f 65.000 in de schatkist terugvloeien. Afscheid overste Eroeling van het 13e R. I. Zondagmorgen heeft overste Froe- ling, aldus meldt men aan „Het Volk", benoemd commandant van het 5e re giment infanterie te Amersfoort, af scheid genomen van het kader van het 13e regiment infanterie te Maas tricht. In een korte toespraak bracht over ste Froeling den onderoffi deren dank voor cien hem geboden steun bij de uit oefening van zijn functie als hoofdin- structeur van het 13e regiment infan terie. Hij zeide daarbij o.m.: „Ik heb vaak der: heelen iran van u geëischt, maar uw dienst doen is mede oorzaak, dat ik van het 13e re- gjment infanterie-, waarbij ik in opvol gende rangen diende, de aangenaam ste herinneringen mag bewaren.' Be financieele toestand van Vaals. In den gemeenteraad van Vaals deed de voorzitter mededeeling van een missive van den ministei van bin- nenlandsche zaken inzake de hulpver leening aan Vaals. De regeering zal per jaar f 4500 subsidie geven, zoolang Vaals geen hoogere uitkeering van het mijnrecht en niet de vergoeding voor de tekorten op de met rijksvoorschot gebouwde woningen krijgt. Verder zal het rijk, wat de gemeente meer moet betalen tengevolqo van het niet-converteerbaar zijn van een twee tal leeningen, deze meerdere uitgaven overnemen. Dit beteekent voor dit jaar een totaal van f 12.000. Het rijk en de provincie blijven voorts nog garant voor een lecning, groot f 130.000, die dienen moet om de gemeentefinancien gezond te maken. Een voorstel aan den Raad om deze leening te sluiten, werd zonder hoof delijke stemming aangenomen. AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 6 October 1926. Te Noordwijkerhout had een moord plaats. Zeer was men allerwege onder den indruk. Aan het graf van den versla- gene werd ontroerend gesproken. Wat mij echter bijzonder trof was het volgende: Pastoor Quant roept zijn parochianen op om boete te doen en de gemeente gehoorzaamt. Zie, wij zijn niet Roomsch, verwach ten ook van zoo'n boetedoening geen blijvende leven9verbetering. Maar wel gevoelen wij eerbied voor het geeste lijk overwicht, dat zoo'n ziéleherder heeft. In prote3tantsehe kringen, on verschillig of die kring Ned. Herv., Ge ref., Chr. Geref., of hoe dan ook, heet, staat men vaak lauw en laat de Do- miné's roepen. Beschamend is het voor ons wel. OBSERVATOR. UIT DE OMGEVING. NOORDWIJKERHOUT. Zaterdagmiddag 2 uur werd onder enorme belangstelling het stoffelijk over schot van Johs. Martinus Schwink, geb. te Zutphen. 6 September 1888, welke 11. Maandag bjj het Café van G. van Dam, door bezoekers van dat Café zoo danig is mishandeld, dat hij aan de bekomen wonden is overleden, ter aar de besteld. Het Protestantsoh Zieken fonds zorgde belangeloos voor dragers, Onder de doffe toonen der dorpsklok schreed men zeer langzaam naar het kerkhof. Achter de baar volgden voor aan drie zuster3 en 2 zwagers van den verslagene, de Loco-Bnrgemeester en den Secretaris der Gemeente, welke ge volgd werden door een groote schare. Door de goede zorg der politie, w.o. ook de Brigadecommandant der Rjjks- veldwacht te Noordwjjk, en enkele agen ten uit de omgeving, had allee een zeer ordelijk verloop. Aan de groeve trad het eerst Ds. P. Hofstede naar voren, Spr. wees er op, hoe wjj hier staan aan het graf van een jongen man, van wien wij feitelijk zee weinig weten, hij was slecht3 voor enkele dagen in onze gemeente en hij is gevallen als slachtoffer van een feest welke op zijn zachtst gesproken uit den tijd is en zeker nu ook hier niet meer gevierd zal worden. Wij staan hier voor de ontzettende ge volgen der zonde, want ook deze ont slapene was een mensch naar Gods beeld geschapen en evenals vrij allen geroepen om Hem te zoeken, Die alleen ware vreugde en blijdschap geven kan. Wi] zullen hier geen oordeel uitspre ken over de daders dezer misdaad, dit laten wij gaarne aan de Rechterlijke Macht over, doch wel willen wij het hier uitspreken, dat allen, die mede de ker mis in stand hebben gehouden, zedelijk mede schuldig staan aan den dood van dezen verslagene. Daarvoor past ver ootmoediging en schuldbewustzijn en een vlieden tot Hem, Die alleen waar lijk gelukkig Maken kan. Bil God de Heere is ware blijdschap en leven, eu allen, die tot Hem komen, neemt Hü aan. Ook u, Familie van den overledene, roepen wij toe, zoek uw troost en kracht bij Hem alleen, Die waarlijk troosfen kan en uw droefheid in blijdschap kan veranderen. Gods wegen zijn wonder baar, wellicht zal ook hier uit het kwa de nog het goede geboren worden. De loco-burgemeester, de heer E. Oostdam Hz., sprak ongeveer als volgt: Familie en verdere_oelangstellenden Ik gevoel mij verplicht hier op deze plaats een kort woord tot u allen te spre ken. In de eerste plaats tot de familie van den overledene. Met diep leedwezen moet ik het treu rige feit, dat zich dezer dagen in onze gemeente heeft afgespeeld, erkennen dat in Noordwpkerhout een jongmensch dje hier kwam om een paar cent te ver dienen. door wreede hand den dood moest vinden. Zijt overtuigd, van de deelneming van het gemeentebestuur in dit voor u zoo smartelijk verlies, «g gevoelen, wat het zeggen wil, aan het graf te staan van een familielid, dat op zulk een smartelijke wijze van u is heen gegaan. Wij gevoelen uw mede-lijdeu door het feit, dat u een verre reis uit het Zuiden hebt gemaakt, om den over ledene de laatste eer te bewijzen. Het spijt het gemeentebestuur, dat hü, mede door de mishandelingen van enkele ingezetenen dezer gemeenté, hier na een pijnlijken dood moet worden ter aarde besteld en dat ik moet getuigen, dat het voor onze gemeente en hare om geving een schande is wat hier is voor gevallen. FEUILLETON. Door leed en strijd. 80) „Maar zal dit alles haar dan niet ongelukkig maken?" vroeg Michaël. „Niet ongelukkiger dan het onzen Heer maakt" antwoordde Alexis, „en wat Hij kan toelaten, dat kan zij dra gen. Zij kennen de uitkomst. Uw moe der behoort thans tot de wolk van ge tuigen, die wij rondom ons hebben; en hoewel zij onze beproevingen aan schouwen, zoo zien zij tevens de onein dige en eeuwige heerlijkheid, die voor ons weggelegd is, wanneer wij staande blijven in het geVoof en overwinnaars zijn in den goeden strijd. Reeds hier beneden is het een vreugde en een heerlijkheid om der wil le van Christus te lijden." Alexis sprak op een kalmen, blijmoe digen toon, maar voordat hii verder kon gaan, hoorde men de stem van Dafnutitch, die uitriep: „Zoo waar ik leef, daar heb ik "Mlti- ushka vergeten; de jongen zal het be nauwd genoeg hebben gehad, zoo lang met een vervloekten ketter opgesloten in dat donkere hok! Kom er maar gauw uit, kereltje l Drommels, die sleutel moet eens in de olie gestopt worden, ik kan het slot haast niet om draaien!" Hij rammelde nog eenige oogenhlik- ken met het slot, Michaël daardoor ge legenheid gevende voor een laatste om helzing, een laatst vaarwel. Geheel ontdaan, nauwelijks wetende wat hij deed, kwam deze naar buiten. „Arme jongen! Arme jongen!" riep Dafnutitch, hem bij den arm nemende en snel met hem voortgaande, „hij is half dood van ang9t, half dood van angst!-Hij is altijd zoo benauwd ge weest. Ik zal hem gauw op straat bren gen en hen in een ommezientje terug." De andere gevangenbewaarder trok een ongeloovig gezicht achter zijn rug. Men zou Dufnatitch niet voor 'n beetje omgekocht hebben! Maar hij zou wel zorgen, dat hij er zijn deel van kreeg! Die vodka was puik, doch daarvoor alleen zou Dufnatitch niet zooveel ge waagd hebben. Zou hij het gevalletje aan den gouverneur vertéllen? Neen, dat maar niet. Zij waren immers goe de vrienden! Bovendien wist .Dafnu titch veel te veel van" hemzelf. 'tZou maar het verstandigst wezen om zijn mond te houden. Geloofsverzaking. De twee volgende dagen werden door Michaël gebruikt om de boodschappen, die zijn vader hem voor de broederen te Kovylsk gegeven had, over te bren gen. Hij deelde echter niemand mede op welke wijze hij die boodschappen ontvangen had, uit vrees daardoor 'den gevangenbewaarder te verraden en al dus de verbinding tusschen de gevan genen en hunne vrienden in de buiten wereld te verbreken. Hii kon niet na- iaten te veronderstellen, dat Dafnu titch door, den een of ander schadeloos gesteld werd voor hetgeen hij ten ge valle der Stundisten deed, hoewel het in strijd met .hun beginsel en tegen hun gewoonte was iemand om te kdb- pen. Dafnutitch zelf verklaarde echter, dat hij alles uit liefde deed. Nu en dan kvyamen Michaël en Ser- gius elkander op straat tegen, maar de knapen sloegen dan geen acht op el kander zij dachten, dat het veiliger was elkander niet te kennen. In iede- ren man, in elke vrouw, die denzelf den kant uitging, meenden zii een spi on te zien, en Markovin versterkte dit vertrouwen door zijn sombere voorspel lingen. Hij liad er evenwel niet het flauwste vermoeden van,, dat men Mi chaël de muren der gevangenis had weten binnen te smokkelen. De ge dachte alleen zou het hem hebben doen besterven van schrik. Hii gevoel de zich dan ook onuitsprekelijk ver licht, toen Michaël hem vaarwel zeide, hoewel hij alles, wat hii kon, voor hem gedaan had Met een diepen zucht kuste de oude man den knaap op het voorhoofd, hem toeblddende. dat Gpds zegen op hen beiden mocht rusten. „Op u en op mijzelven" sprak hij met bevende stem. Michaël en Sergius hadden elkander op den terugtocht heelwat te vertellen. De mededeelingen van Sergius waren, dit spreekt vanzelf, minder belangrijk, want hoewel men hem van harte be klaagd en vriendelijk ontvangen had als de zoon van Kharitou Koudraty, den broeder, die reeds zoo lang in den kerker gezucht had, was hij niet de zoon van den algemeen bekenden en geliefden voorganger Alexis Ivanoff, wiens gevangenneming een harde slag was geweest voor tal van kleine Stun- distische gemeenten. Bovendien had Michaël van zijn avontuurlijken tocht naar de gevangenis en zijn geheime ontmoeting met zijn vader te verhalen welk geheim hij onder belofte der grootste stilzwijgendheid aan SergiU3 toe-vertrouwde. Er mocht niet het min ste of geringste van het gebeurde uit lekken, uit vrees, dat Dafnutitch door een mogelijke ondekking in ongenade zou vallen en misschien zijn betrek king zou verliezen. De knapen verborgen de oude slede tusschen het riet, dat aan den oever der rivier groeide, en leidden het ar me, vermoeide paard, toen het donker geworden was, langs een omweg naar Ostron. Paraska ontving hen met zulk een blijdschap als zij nog nooit van de ze bedroefde vrouw gezien hadden. Het nieuws van hun terugkomst ver 9preidde zich als een loopend vuur en nog vóór middernacht sloop de eene vrouw na de andere het huis binnen om te vragen of men tijding van haar echtgenoot had meegebracht en of er hoop op spoedige invrijheidstelling be stond. Onder haar bevond zich ook de vrouw van Nicolas Yavilovitch, maar Michaël wachtte zich wel haar deelge noot te maken van het gerucht, dat haar man op het punt stond zijn ge loof te verzaken en als getuige op te treden tegen de overige Stundisten, Zoo iets was te schandelijk, en te verraderlijk, om -onder woorden te wor den gebracht. Maar het duurde niet lang of Nico las zelf keerde naar het dorp terug in een slede van het gerecht. De huizen in Knishi liepen keg en iedereen zag het voertuig na op zijn weg langs de wit besneeuwde en bevroren dorps straat. De slede reed regelrecht naar het huis van Vader Cyrillus. Nicolas had bevel gekregen zich weder aan de Kerk te onderwerpen in tegenwoordig heid van den priester zijner eigen ge meente. Toen hij onder het oog van een gerechtsdienaar diens woning bin nentrad, boog hij zich diep voor hel heiligenbeeld, vroeg met bevende sten den priester om vergeving, en ku9t< nederig diens hand. „Nicolas Yavilovitch" sprak Vadei Cyrillus, nadat hii het bevelschrift var de Synode gelezen had. „verlangt gi tot de Orthodoxe Kerk terug te kee ren?" „Ja" luidde het antwoord. „Geschiedt dit uit overtuiging voo God of uit vrees voor de menschen? vroeg de priester verder. (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5