Purol Verzacht en Geneest ontstoken Huid bij Babies
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 6 OCTOBER 1926
TWEEDE BLAD.
MJ ÜE BLADEN ZEGGEN.
RECLAME
Eerbetoon op commando?
Bij het bericht, dat de regeering voor
nemens zou zijn een algemeenen maat
regel van bestuur uit te lokken, die de
gemeentebesturen belasten zou met de
zorg, op verjaardagen der leden van
het Koninklijk Huis de vlag uit te ste
ken, teekent De Volkskrant het
volgende aan:
Indien de regeering-inderdaad zulk
een „aanvankelijk" voornemen liet ft
zal ze verstandig doen het niet uit te
voeren.
Om de eenvoudige reden, dat men
een acte van toewijding en trouw,
zelfs een daad van hoffelijkheid, niet
moet commandeeren.
Zulke dingen moet. men overlaten
aan de sovjet-regeering en aan Mus
solini.
Zij passen volkomen in liet systeem
van dwang, dat de een en de ander uit
oefenen, maar niet in een vrij land.
Als sociaal-democraten niet tot, het
in?icht kunnen komen, dat een beleefd
heid jegens het staatshoofd verlooche
ning van geen enkel beginsel mee
brengt; dat een 30ciaal-dernocratisch
gemeentebestuur, even goed hoffelijk
kan zijn als een sociaal-democratisch
burgemeester of wethouder het is, die
de koningin ontvangt en geleidt, als
de sociaal-democratische Kamerleden
pas zijn geworden, die bij het binnen
komen der koningin in de Ridderzaal
en bij het verlaten zich van hun zetels
verheffen, dan is dit een tekort in hun
opvoeding en beschaving.
Men kan er op rekenen, dat ook dit,
tekort mettertijd wel zal worden aan
gevuld, wij wenschen er niet door een
bevel uit Den Haag in te voorzien.
Niemand zal er aan denken, de gewoon
te van vele gemeentebesturen om de
Kpningin op haar verjaardag een tele-
grafischen gelukwensch te sturen, tot
een verplichting voor allen uit to brei
den; welke waarde zou zulk een ge
lukwensch hebben, indien hij moest
komen van een denkbare communis
tische raadsmeerderheid of een com
munistische meerderheid in het col
lege van B. en W.
Welnu, zoo moet ook het vlaggen een
vrijwillige acte blijven.
Van geweldig belang is de heele
zaak trouwens niet.
Maar ze krijgt een hinderlijken, min
of meer agacanten kant, als men met
een voorschrift komt.
Men loopt liet gevaar verzet te ont
moeten ook van een zijde, die, vrijwil
lig, geen enkele bedenking zou hebben
om aan de Koningin een beleefdheid
te bewijzen, maar. min of meer geprik
keld zou worden, als het haar werd ge
commandeerd.
Zulk commandeeren van eerbetoo-
ning is uit den tijd.
En niemand, ook niet hot hoofd van
den staat, kan er op gesteld zijn, op
die wijze te worden gehuldigd.
Laat derhalve de regeering het aan
vankelijke voornemen niet in een be
sluit om zetten, maar wachte zij liever
den tijd van het doorbreken!
van verhelderd inzicht af, wat ieder
Nederlander moet wenschen: de Ko
ningin, buiten en boven de partijen,
door allen zonder onderscheid als
hoofd van den staat geëerd.
Bewaarscholen.
In een circulaire van „Volksonder-
Wijs" zoo lezen we in „De Zeeuw"
wordt ook van het bewaarschoolonder-
wijs gesproken.
Herinnerd wordt, dat de voorstan
ders van het bijzonder onderwijs in tal
van plaatsen ook bijzondere bewaar
scholen stichten, waaraan da<n wordt
vastgeknoopt de opmerking, dat nu de
Overheid in tal van plaatsen voor de
bevordering'van het openbaar vervolg
onderwijs weinig blijkt te gevoelen, üTt
eigen middelen neutrale bewaarscho
len moeten worden gesticht, teneinde
op die wijze de openbare school te steu
nen. Zoo komen we langzamerhand op
den goeden weg.
Wanneer er behoefte bestaat, aan in
richtingen voor voorbereidend onder
wijs. dan moet niet de Overheid daar
voor zorgen, maar dan rust de zorg
daarvoor op de ouders.
En blijkt het noodig, dat de Over
heid de helpende hand biedt, clan al
leen zóó, dat alle richtingen op voet
van gelijkheid worden, behandeld.
Dan kunnen zoowel de voorstanders
van de z.g. neutrale als van bijzondere
bewaarscholen er voor zorgen, dat er
geen ouders zijn. die zooals „Volks
onderwijs" vreest, om financieele re
denen de school die hun eigenlijk lief
is, den rug toekeeren.
Er zijn nog altijd gemeenten, waar
de meening heerscht, dat de z.g. open- j
bare bewaarscholen uit de publieke
kassen moeten worden bekostigd en
dat de bijzondere bewaarscholen door
particulieren moeten worden betaald.
Een geheel averechtsche oovatting.
De gemeente heeft geen bewaarscho
len te onderhouden.
Maar als ze het doet, dan behooren
ook de bijzondere inrichtingen, geheel
op voet van gelijkheid te worden be
kostigd.
KERK EN SCHOOL.
bouwer Verhoef, Meegedeeld werden
verschillende voorloopige besluiten, die
Maandagavond door den nieuwen ker-
keraad zijn genomen. Met instemming/
nam men van deze besluiten kennis.
Als rechtskundig adviseur werd aan
gewezen mr. Van Proosdij te Amster,
dam. De andere partij heeft mr. Gros
heide uit Amsterdarn tot advocaat.
Een commissie werd benoemd om
plannen te beramen om re komen tot
het verkrijgen van een nieuw kerkge
bouw. Men hoopt daarmee reeds deze
maand gereed te zijn.
Van de leden van buiten Tienhoveni
werden enkele aangenomen, anderen
is geadviseerd te wachten op de be
sluiten van de kerkelijke vergadering!
op 11 October.
De predikbeurten en de catechisaties
zullen voorloopig nog worden gehou
den in den stal van oen heer Verhoef.
Zondagmorgen zal 4s. Smelik, des'
avonds ds. Buskes van Amsterdam
voorgaan.
Ds. Smelik deelde mede, dat er ver
schillende aanzienlijke giften zijn bill
nengekomen; Zondag is er voor een
bedrag van f188 gecollecteerd.
NED. HERV KERK.
Bedankt: Voor Huizen, J. J. Tim
mer te Ermelo.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Nieuwdorp, D. J.
Velsink, te Arum; en K. Winkelman,
te Maastricht. Te Utrecht. K. J.^Cre-
mer, te Gees, en Mr. \V'. S. de Vries,,
te Tzum. Te Hilversum (eerste twee
tal), Dr. C. Bouma, te Zwolle, «-n P.
Noraes, te Delfshaven; (tweede twee
tal1), J. v. Herksen te Hillegom, en G.
B. wurth te Souburg.
Beroepen: Te Apeldoorn, J. Wij-
menga, te Charlois.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Harderwijk, J. B. G.
Croes te Bussum en G. Salomons Ie
Amersfoort.
Bedankt: Voor Zaandam, H. Vis
ser te Leeuwarden.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Beroepen: Te Veenwouden, O
A. Sepp, te Edam.
Bevestiging, Afscheid en Intrede.
Zondag Jieett Ds. H. Th. Bar
bas afscheid genomen van de Ned.
Herv. Gem. te Vreeland met een pre
dikatie over 2 Tim. 3 14a.
D s. A. W ij n g a a r d e n hoopt 31i
Oct. a.s. afscheid te nemen van de
Geref. Kerk van Baarland om 14 Nov.
intrede te doen te Bedum. Bevestiger,
is Ds. C. Bos van Uithuizen.
Ds. A. B. W. M. Kok hoopt
Zondag 19 Dec. a.s. intrede te doen,
in de Geref. Kerk van Zaamslag, nai
bevestigd te zijn door den consulent
Ds. J. S. Post, van Axel.
D s. J. W. S w aan is voornemens,
14 Nov. afscheid te nemen van de Ned
Herv. Gemeente te Völlenhove en 21'
Nov. intrede te doen te Domburg, na
bevestiging door Ds. H. J. RooseboomJ
van Delft.
Cand. H. Holtrop werd Zon
dag j.l. bij de Geref. Kerk van Vel-
seroord bevestigd door Ds. J. Voer
man, van Joure, met een predikatie
over Math. 13 1 tot 9.
De nieuwe leeraar hield een predi-
kattie over 1 Cor. 1 vs. 23 en 24, waar
na gebruikelijke toespraken volgden.
Os. E. L. Smelik.
A. S. Vrijdagavond zal in de Luth.,
Kerk te 's Gravenhage voor de ver-
leeniging „Woord en Geest" optreden)
Ds. E. L. Smelik, Geref. pred. ta
Tienhoven, die vorige week afgezet
werd, met het onderwerp: „Kerkelij
ke boetedoening".
De vergadering zal toegankelijk zijn
voor belijdende en doopleden der Ge
reformeerde Kerken.
Scheuring in de Geref. Kerk te
Tienhoven.
Gisteravond hebben ds. E. L. Sme
lik te Tienhoven en het deel der Geref.
Gemeente, dat met hem meeding, ver
gaderd in de boerderij van aen land
BINNENLAND.
Calvinistische Burgemeesters, Wet
houders en Secretarissen.
De Vereeniging van Burgeraee9ter9,
Wethouders en Secretarissen van Cal
vinistische levens- en wereldbeschou
wing „Groen van Prinsterer" houdt
een vergadering te Zwolle in de Buiten
sociëteit op Vrijdag 15 Oetóber 1926.
De agenda vermeldt een voordracht
van den heer J. J. Talsma, Burgemees
ter van Kamerik en Zegveld, te Woer
den, lid van het bestuur der Ver. van
Ned. gemeenten, over*. „De regeling
der financieele verhouding tuss.chen
Rijk en gemeenten.
De volgende stellingen zullen ver
dedigd worden:
1. De regeling der financieele ver
houding tusschen Rijk en de gemeen
ten is in- de eerste plaats een vraag
stuk van organisatie van het Staats
bestuur en raakt tevens t stelsel, waar
naar en de mate, waarin van het na
tionaal inkomen een deel wordt afge
zonderd tot dekking van gemeenschap
pplijke behoeften.
2. Voor eene bevredigende regeling
dier financieele verhouding is het noo
dig, dat een behoorlijke systematische
taakverdeeling tusschën Rijk en ge
meente worde doorgevoerd. en het be
lastingstelsel' van het Rijk en gemeen
te niet naar invallen ep oogpnblikkeüj-
ke utiliteitsoverwegingen, doch naar
vaste beginselen in onderling verband
worde geregeld.
3. Voor een behoorlijke taakverdee
ling is terugkeer tot en verdere door
voering van ons oude, in de historie
geworteld, grondwettig stelsel de van
zelf aangewezen weg.
4. Ter voorkoming van nog meer
chaotische meer ingewikkelde en daar
door nog moeilijker te ontwarren toe
standen, is inperking der provinciale
arbeidsfeer tot haar oorspronkelijken
omvang na te streven. In het bijzonder
geldt dit voor maarregelen van socia
len aard. In plaats daarvan worde
de spoedige totstandkoming eener
meer op de eischen van den tijd pas
sende wettelijke regeling der samen
werking van gemeenten bevorderd.
5. Een spoedige afdoende regeling
der financieele verhouding van Rijk en
gemeente in boven aangëgéven zin, is
naast eisch van doelmatige organisa
tie van het Staatsbestuur, ei9ch van
rechtvaardigheid.
6. In afwachting van zoodanige al-
gemeene, afdoende regeling, 'worde
een noodregeling getroffen, op grond
waarvan in den nood van die gemeen
ten, die in den meer strikten zin in fi
nancieele moeilijkheden zijn geraakt,
met inachtneming van hunne bizon-de
re omstandigheden worde voorzien.
7. De circulaire van den Minister
van Binnenl. Zaken en Landbouw van
19 Juli 1.1. no. 5110, afd. B.B., geeft geen
juisten indruk van de verhoudingen
en draagt daardoor bij tot eene, in het
algemeen niet billijke, beoordeeling
van de geste der gemeenten. Zij ver
liest vooral uit het oog, dat de onbe
vredigende financieele toestand veler
gemeenten niet in de eerste plaats de
schuld is harer besturen, doch van de
ongunstige wijziging, welke in den
loop der jaren sedert 1897 door het
Rijk op eenzijdige wijze in de finan
cieele verhouding tot de gemeenten is
aangebracht.
Het rapport der spoorcommissie
vastgesteld.
De door de directie der Nederland-
sche Spoorwegen ingestelde deskundi
ge commissie tot onderzoek naar de
oorzaken van het spoorwegongeluk bij
De Vink heeft Maandag haar rapport
vastgesteld.
De commissie is. hoewei zij verschil
lende mogelijkheden onder ie oogen
heeft gezien, volgens de „Tel." tot geen
definitieve conclusie gekomen ten aan
zien van de oorzaak van liet ongeluk.
Bestrijding van Mond- en Klauwzeer.
In een nota van wijzigingen betref
fende hoofdstuk V der Staatsbegroo-
ting voor 1926 wordt voorgesteld voor
de bereiding van het imimuunserum
tegen mond- en klauwzeer f 90.000
meer te besteden.
In verband met het voornemen om
van het serum gebruik te maken bij
de bestrijding van het mond- en klauw
zeer van Rijkswege, zal van het op
nieuw aangevraagde bedrag van
f 90.000 vermoedelijk niet meer dan
f 65.000 in de schatkist terugvloeien.
Afscheid overste Eroeling van het
13e R. I.
Zondagmorgen heeft overste Froe-
ling, aldus meldt men aan „Het Volk",
benoemd commandant van het 5e re
giment infanterie te Amersfoort, af
scheid genomen van het kader van
het 13e regiment infanterie te Maas
tricht.
In een korte toespraak bracht over
ste Froeling den onderoffi deren dank
voor cien hem geboden steun bij de uit
oefening van zijn functie als hoofdin-
structeur van het 13e regiment infan
terie. Hij zeide daarbij o.m.:
„Ik heb vaak der: heelen iran van
u geëischt, maar uw dienst doen is
mede oorzaak, dat ik van het 13e re-
gjment infanterie-, waarbij ik in opvol
gende rangen diende, de aangenaam
ste herinneringen mag bewaren.'
Be financieele toestand van Vaals.
In den gemeenteraad van Vaals
deed de voorzitter mededeeling van
een missive van den ministei van bin-
nenlandsche zaken inzake de hulpver
leening aan Vaals. De regeering zal
per jaar f 4500 subsidie geven, zoolang
Vaals geen hoogere uitkeering van het
mijnrecht en niet de vergoeding voor
de tekorten op de met rijksvoorschot
gebouwde woningen krijgt.
Verder zal het rijk, wat de gemeente
meer moet betalen tengevolqo van het
niet-converteerbaar zijn van een twee
tal leeningen, deze meerdere uitgaven
overnemen. Dit beteekent voor dit jaar
een totaal van f 12.000.
Het rijk en de provincie blijven
voorts nog garant voor een lecning,
groot f 130.000, die dienen moet om de
gemeentefinancien gezond te maken.
Een voorstel aan den Raad om deze
leening te sluiten, werd zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 6 October 1926.
Te Noordwijkerhout had een moord
plaats.
Zeer was men allerwege onder den
indruk. Aan het graf van den versla-
gene werd ontroerend gesproken.
Wat mij echter bijzonder trof was
het volgende: Pastoor Quant roept zijn
parochianen op om boete te doen en
de gemeente gehoorzaamt.
Zie, wij zijn niet Roomsch, verwach
ten ook van zoo'n boetedoening geen
blijvende leven9verbetering. Maar wel
gevoelen wij eerbied voor het geeste
lijk overwicht, dat zoo'n ziéleherder
heeft. In prote3tantsehe kringen, on
verschillig of die kring Ned. Herv., Ge
ref., Chr. Geref., of hoe dan ook, heet,
staat men vaak lauw en laat de Do-
miné's roepen.
Beschamend is het voor ons wel.
OBSERVATOR.
UIT DE OMGEVING.
NOORDWIJKERHOUT.
Zaterdagmiddag 2 uur werd onder
enorme belangstelling het stoffelijk over
schot van Johs. Martinus Schwink, geb.
te Zutphen. 6 September 1888, welke
11. Maandag bjj het Café van G. van
Dam, door bezoekers van dat Café zoo
danig is mishandeld, dat hij aan de
bekomen wonden is overleden, ter aar
de besteld. Het Protestantsoh Zieken
fonds zorgde belangeloos voor dragers,
Onder de doffe toonen der dorpsklok
schreed men zeer langzaam naar het
kerkhof. Achter de baar volgden voor
aan drie zuster3 en 2 zwagers van den
verslagene, de Loco-Bnrgemeester en
den Secretaris der Gemeente, welke ge
volgd werden door een groote schare.
Door de goede zorg der politie, w.o.
ook de Brigadecommandant der Rjjks-
veldwacht te Noordwjjk, en enkele agen
ten uit de omgeving, had allee een zeer
ordelijk verloop.
Aan de groeve trad het eerst Ds. P.
Hofstede naar voren, Spr. wees er op,
hoe wjj hier staan aan het graf van
een jongen man, van wien wij feitelijk
zee weinig weten, hij was slecht3 voor
enkele dagen in onze gemeente en hij
is gevallen als slachtoffer van een feest
welke op zijn zachtst gesproken uit den
tijd is en zeker nu ook hier niet meer
gevierd zal worden.
Wij staan hier voor de ontzettende ge
volgen der zonde, want ook deze ont
slapene was een mensch naar Gods beeld
geschapen en evenals vrij allen geroepen
om Hem te zoeken, Die alleen ware
vreugde en blijdschap geven kan.
Wi] zullen hier geen oordeel uitspre
ken over de daders dezer misdaad, dit
laten wij gaarne aan de Rechterlijke
Macht over, doch wel willen wij het hier
uitspreken, dat allen, die mede de ker
mis in stand hebben gehouden, zedelijk
mede schuldig staan aan den dood van
dezen verslagene. Daarvoor past ver
ootmoediging en schuldbewustzijn en
een vlieden tot Hem, Die alleen waar
lijk gelukkig Maken kan.
Bil God de Heere is ware blijdschap
en leven, eu allen, die tot Hem komen,
neemt Hü aan.
Ook u, Familie van den overledene,
roepen wij toe, zoek uw troost en kracht
bij Hem alleen, Die waarlijk troosfen
kan en uw droefheid in blijdschap kan
veranderen. Gods wegen zijn wonder
baar, wellicht zal ook hier uit het kwa
de nog het goede geboren worden.
De loco-burgemeester, de heer E.
Oostdam Hz., sprak ongeveer als volgt:
Familie en verdere_oelangstellenden
Ik gevoel mij verplicht hier op deze
plaats een kort woord tot u allen te spre
ken.
In de eerste plaats tot de familie van
den overledene.
Met diep leedwezen moet ik het treu
rige feit, dat zich dezer dagen in onze
gemeente heeft afgespeeld, erkennen
dat in Noordwpkerhout een jongmensch
dje hier kwam om een paar cent te ver
dienen. door wreede hand den dood
moest vinden. Zijt overtuigd, van de
deelneming van het gemeentebestuur in
dit voor u zoo smartelijk verlies, «g
gevoelen, wat het zeggen wil, aan het
graf te staan van een familielid, dat op
zulk een smartelijke wijze van u is heen
gegaan. Wij gevoelen uw mede-lijdeu
door het feit, dat u een verre reis uit
het Zuiden hebt gemaakt, om den over
ledene de laatste eer te bewijzen.
Het spijt het gemeentebestuur, dat
hü, mede door de mishandelingen van
enkele ingezetenen dezer gemeenté, hier
na een pijnlijken dood moet worden ter
aarde besteld en dat ik moet getuigen,
dat het voor onze gemeente en hare om
geving een schande is wat hier is voor
gevallen.
FEUILLETON.
Door leed en strijd.
80)
„Maar zal dit alles haar dan niet
ongelukkig maken?" vroeg Michaël.
„Niet ongelukkiger dan het onzen
Heer maakt" antwoordde Alexis, „en
wat Hij kan toelaten, dat kan zij dra
gen. Zij kennen de uitkomst. Uw moe
der behoort thans tot de wolk van ge
tuigen, die wij rondom ons hebben; en
hoewel zij onze beproevingen aan
schouwen, zoo zien zij tevens de onein
dige en eeuwige heerlijkheid, die voor
ons weggelegd is, wanneer wij staande
blijven in het geVoof en overwinnaars
zijn in den goeden strijd. Reeds hier
beneden is het een vreugde en een
heerlijkheid om der wil le van Christus
te lijden."
Alexis sprak op een kalmen, blijmoe
digen toon, maar voordat hii verder
kon gaan, hoorde men de stem van
Dafnutitch, die uitriep:
„Zoo waar ik leef, daar heb ik "Mlti-
ushka vergeten; de jongen zal het be
nauwd genoeg hebben gehad, zoo lang
met een vervloekten ketter opgesloten
in dat donkere hok! Kom er maar
gauw uit, kereltje l Drommels, die
sleutel moet eens in de olie gestopt
worden, ik kan het slot haast niet om
draaien!"
Hij rammelde nog eenige oogenhlik-
ken met het slot, Michaël daardoor ge
legenheid gevende voor een laatste om
helzing, een laatst vaarwel.
Geheel ontdaan, nauwelijks wetende
wat hij deed, kwam deze naar buiten.
„Arme jongen! Arme jongen!" riep
Dafnutitch, hem bij den arm nemende
en snel met hem voortgaande, „hij is
half dood van ang9t, half dood van
angst!-Hij is altijd zoo benauwd ge
weest. Ik zal hem gauw op straat bren
gen en hen in een ommezientje terug."
De andere gevangenbewaarder trok
een ongeloovig gezicht achter zijn rug.
Men zou Dufnatitch niet voor 'n beetje
omgekocht hebben! Maar hij zou wel
zorgen, dat hij er zijn deel van kreeg!
Die vodka was puik, doch daarvoor
alleen zou Dufnatitch niet zooveel ge
waagd hebben. Zou hij het gevalletje
aan den gouverneur vertéllen? Neen,
dat maar niet. Zij waren immers goe
de vrienden! Bovendien wist .Dafnu
titch veel te veel van" hemzelf. 'tZou
maar het verstandigst wezen om zijn
mond te houden.
Geloofsverzaking.
De twee volgende dagen werden door
Michaël gebruikt om de boodschappen,
die zijn vader hem voor de broederen
te Kovylsk gegeven had, over te bren
gen. Hij deelde echter niemand mede
op welke wijze hij die boodschappen
ontvangen had, uit vrees daardoor 'den
gevangenbewaarder te verraden en al
dus de verbinding tusschen de gevan
genen en hunne vrienden in de buiten
wereld te verbreken. Hii kon niet na-
iaten te veronderstellen, dat Dafnu
titch door, den een of ander schadeloos
gesteld werd voor hetgeen hij ten ge
valle der Stundisten deed, hoewel het
in strijd met .hun beginsel en tegen
hun gewoonte was iemand om te kdb-
pen. Dafnutitch zelf verklaarde echter,
dat hij alles uit liefde deed.
Nu en dan kvyamen Michaël en Ser-
gius elkander op straat tegen, maar de
knapen sloegen dan geen acht op el
kander zij dachten, dat het veiliger
was elkander niet te kennen. In iede-
ren man, in elke vrouw, die denzelf
den kant uitging, meenden zii een spi
on te zien, en Markovin versterkte dit
vertrouwen door zijn sombere voorspel
lingen. Hij liad er evenwel niet het
flauwste vermoeden van,, dat men Mi
chaël de muren der gevangenis had
weten binnen te smokkelen. De ge
dachte alleen zou het hem hebben
doen besterven van schrik. Hii gevoel
de zich dan ook onuitsprekelijk ver
licht, toen Michaël hem vaarwel zeide,
hoewel hij alles, wat hii kon, voor
hem gedaan had Met een diepen zucht
kuste de oude man den knaap op het
voorhoofd, hem toeblddende. dat Gpds
zegen op hen beiden mocht rusten.
„Op u en op mijzelven" sprak hij met
bevende stem.
Michaël en Sergius hadden elkander
op den terugtocht heelwat te vertellen.
De mededeelingen van Sergius waren,
dit spreekt vanzelf, minder belangrijk,
want hoewel men hem van harte be
klaagd en vriendelijk ontvangen had
als de zoon van Kharitou Koudraty,
den broeder, die reeds zoo lang in den
kerker gezucht had, was hij niet de
zoon van den algemeen bekenden en
geliefden voorganger Alexis Ivanoff,
wiens gevangenneming een harde slag
was geweest voor tal van kleine Stun-
distische gemeenten. Bovendien had
Michaël van zijn avontuurlijken tocht
naar de gevangenis en zijn geheime
ontmoeting met zijn vader te verhalen
welk geheim hij onder belofte der
grootste stilzwijgendheid aan SergiU3
toe-vertrouwde. Er mocht niet het min
ste of geringste van het gebeurde uit
lekken, uit vrees, dat Dafnutitch door
een mogelijke ondekking in ongenade
zou vallen en misschien zijn betrek
king zou verliezen.
De knapen verborgen de oude slede
tusschen het riet, dat aan den oever
der rivier groeide, en leidden het ar
me, vermoeide paard, toen het donker
geworden was, langs een omweg naar
Ostron. Paraska ontving hen met zulk
een blijdschap als zij nog nooit van de
ze bedroefde vrouw gezien hadden.
Het nieuws van hun terugkomst ver
9preidde zich als een loopend vuur en
nog vóór middernacht sloop de eene
vrouw na de andere het huis binnen
om te vragen of men tijding van haar
echtgenoot had meegebracht en of er
hoop op spoedige invrijheidstelling be
stond. Onder haar bevond zich ook de
vrouw van Nicolas Yavilovitch, maar
Michaël wachtte zich wel haar deelge
noot te maken van het gerucht, dat
haar man op het punt stond zijn ge
loof te verzaken en als getuige op te
treden tegen de overige Stundisten,
Zoo iets was te schandelijk, en te
verraderlijk, om -onder woorden te wor
den gebracht.
Maar het duurde niet lang of Nico
las zelf keerde naar het dorp terug in
een slede van het gerecht. De huizen
in Knishi liepen keg en iedereen zag
het voertuig na op zijn weg langs de
wit besneeuwde en bevroren dorps
straat. De slede reed regelrecht naar
het huis van Vader Cyrillus. Nicolas
had bevel gekregen zich weder aan de
Kerk te onderwerpen in tegenwoordig
heid van den priester zijner eigen ge
meente. Toen hij onder het oog van
een gerechtsdienaar diens woning bin
nentrad, boog hij zich diep voor hel
heiligenbeeld, vroeg met bevende sten
den priester om vergeving, en ku9t<
nederig diens hand.
„Nicolas Yavilovitch" sprak Vadei
Cyrillus, nadat hii het bevelschrift var
de Synode gelezen had. „verlangt gi
tot de Orthodoxe Kerk terug te kee
ren?"
„Ja" luidde het antwoord.
„Geschiedt dit uit overtuiging voo
God of uit vrees voor de menschen?
vroeg de priester verder.
(Wordt vervolgd),