Bij Scheren PUROL NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1920 KERK EN SCHOOL. NED. HERV KERK Beroepe n: Te Sexbierum, E. War- molts, te Keerde. Te Gouderak, J. D. van Hof, te Wilnis. Te Vlaardingen, (vac. J. Kat), Pb. J. Vreugdenhil te Garinchem. GEREF. KERKEN Beroepen: Te 's-Gravenbage-West, P. C. de Bruyn, te Apeldoorn. chr. g: ::ep. kerk. Beroepen: Te 's-Gravenhage, H. Visser, te Leeuwarden. Te Steenwtjk, H. Holtrap, te Ulrum. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: Te Vlaardingen, H. A. Minderman te Lisse. Bevestiging, Afscheid en Intrede. Na den vangen avond te zgjn beves tigd, deed Donderdagavond Ds. C. J. Wie lenga, gekomen van Zierikzee, intrede in de Geref. Kerk van Zaandam. Z.Eerw. had tot tekst I Car. 3 20 23. Na de toespraken van Ds. W„ sprak Ds._ Breukelaar den nieuwen leeraar Har telijk toe namens kerkeraad en gemeen te, herinnerende aan ann voorganger Ds. de Vries, wiens prediking en ster ven in het teeken des kruises stond. Op verzoek van Ds. Breukelaar zong de gemeente haar nieuwen leeraar toe Ps ao 1. Ds. Alberts van Warmerveer voerde het woord namens de classis Zaandam en de Kerken aan de Zaanstreek. Ds. C. Ferguson, te Dur- gerdam, hoopt Zondag afscheid te ne men van de Ned. Herv. Gem. aldaar, Ds. Ferguson zal optreden als jeugd- predikant der Ned. Heifv. Gem. in Den Confessioneels Vereeniging. Verschenen is de agenda van de Don derdag 30 September a.s. in „De Da geraad" te 's-Gravenhage te houden 24 ste algemeene vergadering van de afd. Zuid-Holland der Confessioneele Vereeni ging. De morgenvergadering zal aan vangen om 101/2 uur en is gewijd aan de behandeling van diverse nuisnoude- Ipke zaken. In deze vergadering moet ook de verkiezing plaats hebben vdn 4 bestuursleden, waarvoor gekandideerd zjjn de heeren A. Henkemans te 's- Gravenhage (aftr.), P. F. Möhring te Woerden, Ds. D. A. v. d. Bosch te 's- Gravenhage (aftr.), Ds. J. Raveslootta 's-Gravenhage, Ds. J. J. H. Klomp te Aarlanderveen (aftr.), Ds. J. Nauta te Katwijk aan Zee, J. F. Jansen te 's- Gravenhage (aftr.), en A. Ph. v. Strien te 's-Gravenhage. In deze ve gadering zal de evangelist der vereeniging op Voorne en Putten, de heer C, J. v. Drunen, verslag van zijn arbeid te brengen, In de middagvergjdering za! Prof. Dr. Th. Haitjema van Groningen, zoo als gemeld, refereeren over „De As:er Synode en het Schriftgezag of: Het conflict Geelkerken en het Schriftge zag". Riften. Iemand, die onbekend wenscht te blij ven, hfeeft aan de Geref. Kerk van Am sterdam de som van f 30:0 geschonken, als Volgt te vcrdeelen: Fonds Kerkbouw f 1000; Miss. dienst, Med. dienst Evan gelisatie, Gereï. Jeugdcentra e, Ned. en Oranje, Patrimonium, Geref. Ziekenver pleging, Ned. Chr. Radiovereeniging eik f 250. Villa „Ruimzicht". De geestelijke strcoming, waarvan de kwesti .-Dr: Geelk.r..en vergezeld gaat, neemt Dr. Bouma waar bij „de bewoners van de villa „Ruimzicht", aldus ue „He raut". ,„Er is ook in on e K.rken een groep van mens 1 n, die e: meer aan hangen uan er ug hóuren. 'Wien het eigenlijk in onze Kerken veel te eng en te be nauwd en te bekrompen is. Het is mjpder de leer dan' het leven van he' Gereformeerde volk, dat heu etgert. Het móet alles zoo precies. Zoo ot.-ouUerwcisch er, zoo eouservad.r. ie mag niet naa. een ba! en niet naai' de komedie en je mag niet onikreed gaan naai- de laatste mode en je moet aitpdc naar de kerk, waar je hcoren moet van zonde en genade, van dood -en eeuwigheid. Voor zulke menschen is het in de RECLAME. géén Pijn en naschrijnen of stukgaan der huid, indien men vóór het inzeepen de baardopperrlakte inwrijft met Doos 30, Tabs 80 ct. Gereformeerde Kerken om te stikken. (Hoewel doode zielen niet gauw stik ken.) En ze haken naar (vergeef me het woord, lezer) Reformatie. )Ze zien zuchtend uit naar den dag, waarop het in onze Kerken wat anders wordt. Niet nauwer, maar wijder. Rui mer. Vrijer. De vensters moeten open. D. w. z. de danszalen. En de schouw burgen. En de bioscopen. En de oonver- 6atie-kringen der wereld. En dan kun nen de kerken wel wat meer dieht. Eén kort preekje des morgens is im mers meer, dan genoeg. Zóo znn de be woners van de villa „Ruimzicht". Per soonlijk ken ik ze niet, maar ik weet, dat ze er zjjn. Door des Heeren genade hebben de ze menschen'nog nooit hun wagen aan het rollen kunnen krijgen in onze Ker ken. Maar ze hebben het onophoudelijk beproefd. En het is een bedroevend, maar niet te verwonderen verschijnsel, dat ze ook Geelkerken en zjjn beweging hebben toegejuicht. Minder om de wetenschap pelijke kwestie, waaruit ze geboren is, dan wel in de hoop, dat door hem eindelijk de begeerde vrijheid en lo6heid in de Gereformeerde Kerken zou wor den ge,mporteerd." AAN HET ZOEKUCHl. DE VROUW IN PALESTINA. Een vrouw, aldus Mevr. A. v. Hoog stratenSchoch in de ..Ned.", kan) honderdmaal beter vertellen dan ear* man. Een vrouw daalt dadelijk naar het hart van de zaak af, en als je een poosje stil naar haar geluisterd hebt, weet je in eens alles en ziet het ge heel duidelijk voor je. Zoo ook, om precies te weten hoe het leven in Palestina op het oogen- blik is, moet je het van een vrouw hooren. Eva Stern-Hamburg, een Duitsche vrouw, heeft een reis naar Palestina, gemaakt en vertelt er van in een vrou wenblad. „Als ge in Jaffa aankomt", schrijft ze, „denk je dadelijk als je het bonte straatbeeld beschouwt en al die ver schillende naties door elkander ziet krioelen: waar zijn nu de' vrouwen? Zeker, je ziet er wel één hier ot daar snel voorbijgaand met een. dikken, zwarten sluier voor 't gezicht, met haar lichten, elhstischen tred, een vuil kind' op haar rug. over haar schouder of aan haar rok hangend. Maar dat is ujtzóndering. Het openbare leven be hoort aan de mannen, ze vullen 'de pleinen, bevolken de nauwe straten en winkels. De wereld van haar thuis is voor de Arabische vrouw. Het zou b.v. onmogelijk zijn, dat ze een kopje koffie dronk in een café. Café's zijn door de mannen geannex eerd. Hoe komt hare positie nu zoo? Wel, als een klein Arabisch joffgie zoo'n beetje den baard in de keel' krgt, gaat hij sparen. Om een vrouw te kunnen koopen, weet u. Hoe spaarzamer hij is, des te mooier vrouw kan hij koopen en heeft hij een goede som dan koopt hil zichj een vrouw uit beteren stand. Je be taal tusschen de twintig en veertigi dollar. De vrouwen, die een lichte gelaatskleur hebben, zijn heel duur. Hij marchandeert met den vadeir vanj de bruid, en heeft vaak zijn vrouw van te voren nooit gezien. Is hij eindeiijk in t gelukkig bezit, dan breekt voor' den Arabier -^en rus tige tijd aan niet voor de „ver- en^elschten" of gedoopten, die zijn zoo niet. Hij moei nu rente zien te krijger* van zijn geld. De vrouw zoigt voor de geheeie huishouding, landbouwdoe- nuig, kinderen enz., '«aait doet ze ook nog betaalden huisarbeid en vóór alle dingen bedient zij haar man. „Kinderzorg" verkeert daar nog in pre-historisclien toestand. De kinderen groeien op zooals 't uitvalt, de klee- Ledden, 25 Sept. 1«A k Ben geschrokken! Een van m'n vrienden maakte de op merking, dat m'n zoeklichtlantaaro rood glas moest hebben. Ik heb ze dadelijk nog eens nageke ken, maar neen boor, 'tia alles zuiver wit glas. Maar weet je wat misschien de oor zaak is. Het stuift de laatste weken verbazend en 't is allemaal rood stol. Zoo kwam bet waarschijnlijk, dat op bet licht, dat ik liet uitstralen, een rose gloed lag. Inderdaad is het toch zoo dat wie de revolutie wil keeren. een open oog moet hebben voor alle verhoudingen. In de gezagsverhoudingen zien we ook de kameraadschap. Wie is beter vriend van me dan mijn vader en tot wien gevoel ik mij meer in liefde aangetrokken dan tot mijn zoon en toch, waar meer en beter gezagsverhouding. Iets daarvan kan alle lagen van het leven doorstralen. Iets daarvan kan ook in het leger gezien worden. Dat is helder witte waarheid, die door Socialistische propaganda niet verkleurd kan worden, al lijkt het óok zoo. OBSERVATOR. ren „groeien" mee tot ze 't opgeven. 't Schoolbezoek is weinig geregeld en de meiskes hebben een korte jeugx| daar ze op dertienjarigen leeftijd moe ten trouwen. Overal echter waar de invloed van de Zending gevoeld wordt wordt alles beter. Heerlijk toch, dit te kunnen getuigen. Op de dorpen, waaji een kerk of Klooster staat en de inr- woners gedoopt fijn, woiüt dadelijk alle gezinsverhouding beter. De „Fellachin" de vrouw op hei lland draagt geen sluier en je ziet haar ongelooflijk zware lasten op bet) hoofd dragen. In de vrouwen-spoortrein-coupé's, kan men ze goed gadeslaan, de vrou wen van het land en je hart doet) pijn als je ziet, hoe ze vroeg veis ouderd zijn door het zware werken en de weinige zofg, ontvangen na de tal rijke geboorten en door net ontbreken* van medische hulp bij oogziekten eo malaria. De mannen doen al hun best, zich te modernisoeren en brokstukken! van Europeesche spreekwijzen op tel vangen om die dan in 't verkeer met de vreemdelingen weer te gebruiken., Zijn vrouw houdt de Arabier echter inl strenge afzondering. De Bedouinen-vrouwen gelijken wed, iets op onze woonwageovrouwen. Zij wonen echter in tenten en ziin lang niet zoo teruggetrokken als de „fel- la chins-". Ze helpen bij de verzon- ging van het vee. Aan den vorm den tenten kan je zien of de man een of, meer vrouwen heeft. Haar gezichten! zijn met blauwe puntjes getatoueerdL, Van de Joodsche vrouw zou 7e kun nen zeggen, 'dat ze ontwaakt is. Bij die! orthodoxe Joden geniet ze thuis hoogt achting, maar de Joodsche vrouwen, 'die buitenaf moeten wérken en intj Europa zijn overgekomen, verlangen! politieke gelijkstelling. Er is m Jeruzalem een vrouwemr vereeniging opgericht onder den naam van Histadrut na naschim, die tot doel heeft alleenstaande vrouwen te helpen, vooral ook wat betreft de kweal tie van inwoning. In de nederzettingen door Rothschild oorspronkelijk gefinancierd, ziet men, dat de vrouw voor het huishouden zorgt en de man voor den landbouw. Dit zijn orthodox-Joodsche instellingen Overal in'de steden, waar die vrouwen! zich bewust zijn geworden, van haar: veronachtzaamden toestand, zijn ze ontwaakt en zijn sociaienarbeid be gonnen. Men ziet er zuigedingaverple- gmgsinrichtingen, openbare Keukens, scholen en baby-verblijfplaatsen: opge richt. Overai wordt gelet op orde, re gelmaat, netheid en zuiverheid in del woonvertrekken". Als sommige mannen in onzen tijd nog wel eéns zoo smalend over ao vrouwenbeweging spreken, moeten ze zich al deze verkeerde toestanden, maar eens te binnen halen, waarin mannen aar honderden vrouwen hebben laten leven. TWEEDE BLAD. Uit de Schriften. RUST VOOR UW ZIEL. Zoo zegt de Heerestaat op de wegen, en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zjj, en wandelti daarin, zoo zult gtj rust vinden voor uw ziel; maar zjj zeggen wij zullen niet wandelen. Jeremia 6 16. Rust voor uw ziel Ja. dat is de schoonheid van dei* goeden weg. Dat is de vrucht van het wandelen! in de paden Gods. Want die weg voert niet, gelijk do breede heirbanen der wereld, tot aard- sche grootheid en stoffelijke weelde, en die weg strekt zich niet uit over hoogten van tijdelijke eer en uiterlijk© schittering, maar op den goeden weg wordt zielevrede en harterust genoten. Rust voor uw ziel Die rust had Juda noodig. Maar het volk begeerde die ïn Je remiads'dagen niet. Het hunkerde naar gansch anderen vrede, en het droomde van geheel an dere stilte. Het was alleen vervuld] met de begeerte naar uitwendige rust en nationalen vrede, en daprmee hiel den de harten zich in groote span ning bezig. Wjat zou de politieke toe stand baren Welke toekomst zou zich uit de volkeren verwarring ontwikke len Zou Babel's wereldmacht Juda's zelfstandigheid sparen, of straks ook deze heilige goederen aan het volk des verbonds ontrukken? En zou er nog iets komen van de toenadering der kleine natiën tot elkander om in ge meenschap pelijken bond den gewelde naar uit Mesopotamië te weerstaan? Deze dingen legden beslag op aller zinnen en péinzen, Nationale grootheid en nationale rust was het ideaal, dat de scharen bezielde, en' de weg, dia tot dat doel leidde, was zeker de goe de weg. Maar aan rust voor de ziel, en aan vrede des harten dachten slechts weinigen. Aan innerlijke kalm te, zóó, dat het hart stil mag zijn in. de gemeenschap met God, voélden nbch de leidslieden noch do menigte behoefte, want zij waren immers des Heeren erve; zij waren het bondsvolk zij hadden den tempel van Jehovah én God Zelf in hun midden; de offers werden gebracht en het' zoenbloed stroomde, enzielerustDat sprak van zelf.Dat was de vraag met. Volksrust was de brandende kwestie, en laat toch die profeet Jere mia ophouden met zijn vroom en week gepraat, en met de vele waarschuwin gen, alsof zij zóó slecht zijn.En toch, wat Juda noodig heeft, het al lermeeste, on allereerste noodig heeft, is rust voor de ziel. Wat het volk mist en niet ontberen kan is vrede.met God, en o, de arme, killes, leege, mis leide harten hebben schreiend behoef te die rust, die de armoede weg neemt, die de kilhoidd voor warmte doet wijken. en in de leegheid uit stort de volheid van 's Heeren liefde. Hoort, die rust Wordt geboden. Geboden door God zelf. Gij, schuldig volk, zult rust vinden voor uw ziel. Wanneer gij tot stilstand komt en de góede keuze doet. wanneer gij 'den goeden weg bewandelt, en - treedt in Mijn spoor, leidt die goede weg u tot den blijden vrede, die temidden van alle wereldberoenngen en onder alle stormen van deze emotievolle tijden •uw hart met heilige kalmte vervult, en u stü doet zijn in Mijn hoede. Ja, dan rust voor uwe zielen. Dan ge niet gij de weldaad der verzoening, wier schaduw ge dag in dag uit aan schouwt in Mijn heiligdom, en dan komt over uw ziel die sabbatskalmte, die eons uw vromen koning Divid deed zingen: immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil; dood gij, o mijn ziel, zwijg Gode; want van Hem is mijn verwachting. Rust voor uw ziel. Dat is het, wat wij noodig hebben. FEUILLETON. Door leed en strijd. 12) Ik ben ook vader, Alexis, en voel voor u. Ach, ik begrijp zoo volkomen den angst van de kleine Velia, mijn arm lammetje." Hij zette zich op de bank en nam bet bevende kleine meisje in zijn armen. De tranen rolden hem over de wangen. Hij schaamde zich diep over de taak, die hij moest vol brengen. Dit wreede bevel, hetwelk hij in eigen persoon moest ten uitvoeb leg gen. scheen hem een gruwelijke in breuk op het recht der ouders te we zen het oorspronkelijke recht, dat bestond voordat de Kerk gesticht was. Hij zat eenige oogenblikken zwijgend ter neer, totdat hij zijn stem weer in bedwang had. Van tijd tot tijd streek hij Velio, over het haar of streelde haar langs de wangen, en blijkbaar getroost vlijde het kind zich vertrou welijk tegen hem aan. „Wij moeten doen wat wij kunnen om het bevel te verzachten" sprak hij met onvaste stem. „En het verder aan God overlaten" vervolgde Alexis. „Maar hoe kan ik mijn dochtertje juist nu alleen laten?" „Laat haar met mijn kleine meisjes gaan spelen" antwoordde Vader Cyril- lus, „de Matoushka zal als een moeder voor haar zorgen. Wij zullen het kind aan mijn huis afzetten, want ik moet Wat de moede men&ch van heden behoeft. Wat onze arme tijd ontbeert. En wat die duizenden niet zoeken. Wieet ge, wat men met hartstocht najaagt? Rust in het stoffelijke leven, opdat toch eindelijk de economische onze kerheid wijke, en de druk plaats make voor welvaart en bloed. Rust in dei sociale verhoudingen, opdat «enerzijds* niet het kapitaal heer&cbe over den arbeid, en aan den anderen kant niet de organisatie den werkgleiver aan ban den leggie. Rust in de wereld der vol keren, opdat niet langer Europa niets vreeze en beven vervuld zij over het geweldige, dat ineens onverwachts kam uitbarsten. En zeker, ook die levens rust is begeer 1 ij k^ maar waar vragen de menschen, de jagende, drukke menj schen van onze eeuw, om rust voor him ziel Waar is het roepen om, het schreien tot, de dorst naar Hem, Die) des harten vrede is? O, daar klinken wel enkele kreten, die ons zeggien, dat sommige nobele geesten het in hun ar moede en tekort niet kunnen uithou den, maar waar is de waarachtige begeerte naar zielevrede met God En bij al' ons streven en al ons wer ken in en voor Gods Koninkrijk, leeft veel te zwak in onze harten hot vu rige verlangen naar de rust der ziel door de verzoening der zonden. Hoort, hier wordt dan rust geschon ken Gij zult rust vinden voor uw zielen. Weet ge waar, en bij Wien? Op den goeden weg en bij Jezusi Chnstus. Want Hij is de weg en de waarheid) en het leven, en wie op dien weg wandelt, vindt blijde, vindt vertroosten de rust voor zijn ziel. Rust in <denj vrexje met God aoor de kwijtschelding van schuld. Rust,in het kinderlijk ver trouwen, dat alle straf gedragen is. Rust in de eeuwige Vaderarmen, van Hem, Die u toefluistert: Mijn kind. Rust in strijd en moeite, die alle in Gods vree verstillen. Rust onder het zachte juk en den lichten last van onzen Heiland, want ziet: midden in dit woelige, gejaagde, drukke leven, en midden in deze van teleurstelling vervulde en door fiasco'^geslagen we reld staat Jezus, Die vol liefde en vol genade Zijn handen, naar ons uitstrekt, en zegt: komt herwaarts tot Mij, allenj die vermoeid en belast zijt; en Ik zal u rust geven. Neemt Mijn juk op u, eai leert van Mij, dat Ik zachtmoe dig ben en nederig van hart; en gij' zult rust vinden voor uw zielen. Want Mijnjuk is zacht en Mijn last is licht. Gij ook O, van Juda moet de Heere getui gen: maar zij zeggen: wij zullen daar in niet wandëlen. N Van Israël moet Jezus Christus zeg gen: gij hebt niet gewild. Hoe staat het met opze zielen? Zonder zielerust hier geen eeuwi ge rust Maar wie op het wel smalle, doch foede pad, dat len hemel leidt, kent en vrede des harten, in onzen Hei land, hij mag heengaan, eeuwig in Gods rust geborgen, Want voor Zijn volk blijft ae rust over. O, BRENG MIJ TOT ÜW KUD JE WEER. Getrouwe Herder, dierb're Heer, O breng mij tot Uw kudde weer. Ver^ ben ik van U afgedwaald, Och, werd ik door U weergehaald. 'k Verliet de plaats vol lieflijkheid, Waar thans uw kudde rustig weidt, De stille waat'ren van Uw Woord En dool nu droef en eenzaam voort. 'k Verga van honger, koude en dorst, O, neem m' en druk mij aan Uv^ borst! Verlos mij uit deez' wildernis, Waar nergens hoop op uitkomst is. Gij, Gij alleen verkwikt dc ziel, Hoe ver ik weck hoe diép ik viel, Gij kunt mij redder, zoo G^j wilt, En dan is alle pijn gestild. G-etrouwe Herder, dierb're Heer, O, breng mij tot Uw kudde weer, En berg mij in Uw liefdeiiart, Daar is het eind van al mijn smart. mijn vrouw nog zeggen, dat ik een of twee nachten weg zal blijven." Orthodoxe redeneerüigen. Terwijl zij in het tweewielig rijtuig je zonder veeren, dat door de oude merrie op haar gewonen sukkeldraf voortgetrokken werd, door de steppe reisden, had Vader Cyrillus beter ge legenheid om door Alexis op de hoogte gebracht te worden van de leeringen en van de geschiedenis der jeugdige sekte. De Batoushka stond verbaasd over den grooten eenvoud en de volko men oprechtheid, door den boer aan den dag gelegd, gepaard aan een groo te mate van zedelijke kracht en een duidelijk inzicht in zijn taak. Alexis was geen redenaar, hij had geen theologische school bezocht zoo als Vader Cyrillus. Hij sprak gelijk de Galileesche visschers zouden geproken hebben, en ziin overtuiging was even sterk als het geloof dergenen, die den Heer met hun oogen gezien en met hun ooren gehoord haddeü. Vader Cy rillus moest zijn ondanks bekennen, dat de Godsvereering dfr Stundisten vrij'wat meer in overeenstemming was met de aanbidding uit den tijd der apostelen dan de opgesmukte, menig vuldige en luisterrijke ceremoniën van de Orthodoxe Iierk, en hij moest toegeven, dat de boeren in hun onwe tendheid aan de beelden goddelijke eer bewezen. Wat de grondwaarheden, der Schrift betrof, daarover waren bij en Alexis het geheel eens. Zij baden te zamen het Onze Vader; zij geloofden in den zelfden Heer; zij lazen dezelfde Ge wijde Schriften. Er bestond inderdaad geestelijke gemeenschap tusschen de twee mannen, die langzaam met el kander verder reisden over de steppe, thans ih haar bruin najaarskleed ge huld en bedekt door een dunnen nevel, die den horizon verborg en alles met een zacht, wazig licht overgoot. Toen men eindelijk Kovylsk bereikt had, was het reeds te laat, om zich nog naar den aartsbisschop te bege ven. Maar den volgenden morgen vroeg meldde Vader Cyrillus zich bij het consistorie aan en vroeg om Va der Yaissy, die in het gansche bisdom voor de rechterhand van den aartsbis schop doorging, te mogen spreken. Zij waren tegelijkertijd op het seminarium geweest en hadden daar op vriend- schappelijken voet met elkaar omge gaan; maar zij hadden elkander niet meer gezien nadat Vader Yaissy be sloten had toe te treden tot die gees telijke orde, welke het celibaat ver plichtend steld, en waaruit men alleen tot de hoogere rangen der Rus sische Kerk kon »bevorderd worden. Hij was reeds nu een persoon van gewicht. Een klein man met scherp ge- teekende trekken, een zachte stem ep een voortdurenden glimlach om de dunne lippen. „Vader Cyrillus dorpsgeestelijke van Knishi" zeide hij op vragenden toon, zich niet verwaardigend om m den be zoeker een ouden studiemakker te her kennen. „O ja! gij hebt een moeilijke gemeente. De ketterij schijnt daar aan stekelijk te wezen. Wij moetep ze uit roeien met wortel en tak uitroeien!' „Ik ben bier gekomen in de hoop, den aartsbisschop te zien" sprak Va der Cyrillus. ,/Hij bevindt zich op het oogenbllk te Moskou" viel Vader Yaissy hem in de rede, „maar ik treed op in zijne plaats." Dit was een bittere teleurstelling voor Vader Cyrillus ;de aartsbisschop hhd hem nooit een samenkomst gewei gerd en hij had 'groote verwachtingen gekoesterd van diens toegevendheid. Het was gemakkelijker 'n zaak te voor komen, dan hetgeen eenmaal geschied was ongedaan te maken. Daar was geen spoor van toegevendheid in het strenge gelaat tegenover hem. „Ik kwam om een goed woord te doen voor mijn arme gemeentenaren zoo begon Hij schroomvallig „voor de arme ouders, die hun kinderen zul len moeten afstaan. Sommigen zijn nog zoo jong, dat zij de zorg hunner moeder niet kunnen missen de op passing hunner moeder, als zij ziek zijn. Alleen de liefde en het geduld eener moeder kunnen een kind door de eerste zeven levensjaren been hel pen. Het kinderhart is ontvankelijk voor groote droefheid en ziin geest wordt zoo dikwijls gebroken, wanneer bet in een vreemde omgeving wordt geplaatst, gescheiden van alles, waar aan het sedert zijn geboorte gehecht was." „Inderdaad!" zeide Vader Yaissy, zóó diep ademhalende, dat het scheen of hij zuchtte. „De arme menschen, die onze Hei lige Kerk verlaten hebben" ging Vauer Cyrillus, hierdoor eenigszins bemoe digd, voort, „zijn liefhebbende ouders. Zij zijn gewoon bun kinderen met de meeste zorgvuldigheid en de grootste teederheid op te voeden. Zij beschou wen de opvoeding der kleinen al9 een hun door God Zelf opgelegde verant woordelijkheid. Misschien dwalen zij hierin, maar het is hun' heilige over tuiging. Hun kinderen hooren nooit een onbehoorlijk woord, zien nooit een dronken mensch in het ouderlijke huis. Bedenk eens, Eerwasirde, wat het voor kinderen, die zoo zorgvuldig opgevoed zijn, wezen moet verplaatst te worden in de woningen van ruwe, onwetende boeren, die aan het vodkadrinken ve* slaafd zijn! Het zal zeer bezwaarlijk wezen om een geschikt onderkomen voor hen te vinden in de gezinnen on zer Orthodoxe gemeenteleden „Gij schijnt een hoogen dunk van uw ketters te hebben" zeide Vader Yaissy op schamperen toon. Vader Cyrillus gevoelde, dat hy te ver was gegaan. iW ordt vervol®!^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5