Bij Scheren
PUROL
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1920
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV KERK
Beroepe n: Te Sexbierum, E. War-
molts, te Keerde. Te Gouderak, J. D.
van Hof, te Wilnis. Te Vlaardingen,
(vac. J. Kat), Pb. J. Vreugdenhil te
Garinchem.
GEREF. KERKEN
Beroepen: Te 's-Gravenbage-West,
P. C. de Bruyn, te Apeldoorn.
chr. g: ::ep. kerk.
Beroepen: Te 's-Gravenhage, H.
Visser, te Leeuwarden. Te Steenwtjk,
H. Holtrap, te Ulrum.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: Te Vlaardingen, H. A.
Minderman te Lisse.
Bevestiging, Afscheid en Intrede.
Na den vangen avond te zgjn beves
tigd, deed Donderdagavond Ds. C. J.
Wie lenga, gekomen van Zierikzee,
intrede in de Geref. Kerk van Zaandam.
Z.Eerw. had tot tekst I Car. 3 20
23.
Na de toespraken van Ds. W„ sprak
Ds._ Breukelaar den nieuwen leeraar Har
telijk toe namens kerkeraad en gemeen
te, herinnerende aan ann voorganger
Ds. de Vries, wiens prediking en ster
ven in het teeken des kruises stond.
Op verzoek van Ds. Breukelaar zong de
gemeente haar nieuwen leeraar toe Ps
ao 1.
Ds. Alberts van Warmerveer voerde
het woord namens de classis Zaandam
en de Kerken aan de Zaanstreek.
Ds. C. Ferguson, te Dur-
gerdam, hoopt Zondag afscheid te ne
men van de Ned. Herv. Gem. aldaar,
Ds. Ferguson zal optreden als jeugd-
predikant der Ned. Heifv. Gem. in Den
Confessioneels Vereeniging.
Verschenen is de agenda van de Don
derdag 30 September a.s. in „De Da
geraad" te 's-Gravenhage te houden 24
ste algemeene vergadering van de afd.
Zuid-Holland der Confessioneele Vereeni
ging. De morgenvergadering zal aan
vangen om 101/2 uur en is gewijd aan
de behandeling van diverse nuisnoude-
Ipke zaken. In deze vergadering moet
ook de verkiezing plaats hebben vdn
4 bestuursleden, waarvoor gekandideerd
zjjn de heeren A. Henkemans te 's-
Gravenhage (aftr.), P. F. Möhring te
Woerden, Ds. D. A. v. d. Bosch te 's-
Gravenhage (aftr.), Ds. J. Raveslootta
's-Gravenhage, Ds. J. J. H. Klomp te
Aarlanderveen (aftr.), Ds. J. Nauta te
Katwijk aan Zee, J. F. Jansen te 's-
Gravenhage (aftr.), en A. Ph. v. Strien
te 's-Gravenhage.
In deze ve gadering zal de evangelist
der vereeniging op Voorne en Putten,
de heer C, J. v. Drunen, verslag van
zijn arbeid te brengen,
In de middagvergjdering za! Prof.
Dr. Th. Haitjema van Groningen, zoo
als gemeld, refereeren over „De As:er
Synode en het Schriftgezag of: Het
conflict Geelkerken en het Schriftge
zag".
Riften.
Iemand, die onbekend wenscht te blij
ven, hfeeft aan de Geref. Kerk van Am
sterdam de som van f 30:0 geschonken,
als Volgt te vcrdeelen: Fonds Kerkbouw
f 1000; Miss. dienst, Med. dienst Evan
gelisatie, Gereï. Jeugdcentra e, Ned. en
Oranje, Patrimonium, Geref. Ziekenver
pleging, Ned. Chr. Radiovereeniging eik
f 250.
Villa „Ruimzicht".
De geestelijke strcoming, waarvan de
kwesti .-Dr: Geelk.r..en vergezeld gaat,
neemt Dr. Bouma waar bij „de bewoners
van de villa „Ruimzicht", aldus ue „He
raut".
,„Er is ook in on e K.rken een groep
van mens 1 n, die e: meer aan hangen
uan er ug hóuren. 'Wien het eigenlijk
in onze Kerken veel te eng en te be
nauwd en te bekrompen is.
Het is mjpder de leer dan' het leven
van he' Gereformeerde volk, dat heu
etgert. Het móet alles zoo precies. Zoo
ot.-ouUerwcisch er, zoo eouservad.r. ie
mag niet naa. een ba! en niet naai' de
komedie en je mag niet onikreed gaan
naai- de laatste mode en je moet aitpdc
naar de kerk, waar je hcoren moet
van zonde en genade, van dood -en
eeuwigheid.
Voor zulke menschen is het in de
RECLAME.
géén Pijn en naschrijnen of stukgaan
der huid, indien men vóór het inzeepen
de baardopperrlakte inwrijft met
Doos 30, Tabs 80 ct.
Gereformeerde Kerken om te stikken.
(Hoewel doode zielen niet gauw stik
ken.) En ze haken naar (vergeef me
het woord, lezer) Reformatie.
)Ze zien zuchtend uit naar den dag,
waarop het in onze Kerken wat anders
wordt. Niet nauwer, maar wijder. Rui
mer. Vrijer. De vensters moeten open.
D. w. z. de danszalen. En de schouw
burgen. En de bioscopen. En de oonver-
6atie-kringen der wereld. En dan kun
nen de kerken wel wat meer dieht.
Eén kort preekje des morgens is im
mers meer, dan genoeg. Zóo znn de be
woners van de villa „Ruimzicht". Per
soonlijk ken ik ze niet, maar ik weet,
dat ze er zjjn.
Door des Heeren genade hebben de
ze menschen'nog nooit hun wagen aan
het rollen kunnen krijgen in onze Ker
ken. Maar ze hebben het onophoudelijk
beproefd.
En het is een bedroevend, maar niet
te verwonderen verschijnsel, dat ze ook
Geelkerken en zjjn beweging hebben
toegejuicht. Minder om de wetenschap
pelijke kwestie, waaruit ze geboren is,
dan wel in de hoop, dat door hem
eindelijk de begeerde vrijheid en lo6heid
in de Gereformeerde Kerken zou wor
den ge,mporteerd."
AAN HET ZOEKUCHl.
DE VROUW IN PALESTINA.
Een vrouw, aldus Mevr. A. v. Hoog
stratenSchoch in de ..Ned.", kan)
honderdmaal beter vertellen dan ear*
man.
Een vrouw daalt dadelijk naar het
hart van de zaak af, en als je een
poosje stil naar haar geluisterd hebt,
weet je in eens alles en ziet het ge
heel duidelijk voor je.
Zoo ook, om precies te weten hoe
het leven in Palestina op het oogen-
blik is, moet je het van een vrouw
hooren.
Eva Stern-Hamburg, een Duitsche
vrouw, heeft een reis naar Palestina,
gemaakt en vertelt er van in een vrou
wenblad.
„Als ge in Jaffa aankomt", schrijft
ze, „denk je dadelijk als je het bonte
straatbeeld beschouwt en al die ver
schillende naties door elkander ziet
krioelen: waar zijn nu de' vrouwen?
Zeker, je ziet er wel één hier ot daar
snel voorbijgaand met een. dikken,
zwarten sluier voor 't gezicht, met haar
lichten, elhstischen tred, een vuil kind'
op haar rug. over haar schouder of
aan haar rok hangend. Maar dat is
ujtzóndering. Het openbare leven be
hoort aan de mannen, ze vullen 'de
pleinen, bevolken de nauwe straten
en winkels. De wereld van haar thuis
is voor de Arabische vrouw.
Het zou b.v. onmogelijk zijn, dat ze
een kopje koffie dronk in een café.
Café's zijn door de mannen geannex
eerd. Hoe komt hare positie nu zoo?
Wel, als een klein Arabisch joffgie
zoo'n beetje den baard in de keel'
krgt, gaat hij sparen.
Om een vrouw te kunnen koopen,
weet u. Hoe spaarzamer hij is, des te
mooier vrouw kan hij koopen en heeft
hij een goede som dan koopt hil zichj
een vrouw uit beteren stand. Je be
taal tusschen de twintig en veertigi
dollar. De vrouwen, die een lichte
gelaatskleur hebben, zijn heel duur.
Hij marchandeert met den vadeir vanj
de bruid, en heeft vaak zijn vrouw
van te voren nooit gezien.
Is hij eindeiijk in t gelukkig bezit,
dan breekt voor' den Arabier -^en rus
tige tijd aan niet voor de „ver-
en^elschten" of gedoopten, die zijn
zoo niet.
Hij moei nu rente zien te krijger*
van zijn geld. De vrouw zoigt voor
de geheeie huishouding, landbouwdoe-
nuig, kinderen enz., '«aait doet ze ook
nog betaalden huisarbeid en vóór alle
dingen bedient zij haar man.
„Kinderzorg" verkeert daar nog in
pre-historisclien toestand. De kinderen
groeien op zooals 't uitvalt, de klee-
Ledden, 25 Sept. 1«A
k Ben geschrokken!
Een van m'n vrienden maakte de op
merking, dat m'n zoeklichtlantaaro
rood glas moest hebben.
Ik heb ze dadelijk nog eens nageke
ken, maar neen boor, 'tia alles zuiver
wit glas.
Maar weet je wat misschien de oor
zaak is. Het stuift de laatste weken
verbazend en 't is allemaal rood stol.
Zoo kwam bet waarschijnlijk, dat op
bet licht, dat ik liet uitstralen, een
rose gloed lag.
Inderdaad is het toch zoo dat wie de
revolutie wil keeren. een open oog
moet hebben voor alle verhoudingen.
In de gezagsverhoudingen zien we ook
de kameraadschap.
Wie is beter vriend van me dan
mijn vader en tot wien gevoel ik mij
meer in liefde aangetrokken dan tot
mijn zoon en toch, waar meer en beter
gezagsverhouding.
Iets daarvan kan alle lagen van het
leven doorstralen. Iets daarvan kan
ook in het leger gezien worden.
Dat is helder witte waarheid, die
door Socialistische propaganda niet
verkleurd kan worden, al lijkt het
óok zoo.
OBSERVATOR.
ren „groeien" mee tot ze 't opgeven.
't Schoolbezoek is weinig geregeld
en de meiskes hebben een korte jeugx|
daar ze op dertienjarigen leeftijd moe
ten trouwen. Overal echter waar de
invloed van de Zending gevoeld wordt
wordt alles beter. Heerlijk toch, dit te
kunnen getuigen. Op de dorpen, waaji
een kerk of Klooster staat en de inr-
woners gedoopt fijn, woiüt dadelijk
alle gezinsverhouding beter.
De „Fellachin" de vrouw op hei
lland draagt geen sluier en je ziet
haar ongelooflijk zware lasten op bet)
hoofd dragen.
In de vrouwen-spoortrein-coupé's,
kan men ze goed gadeslaan, de vrou
wen van het land en je hart doet)
pijn als je ziet, hoe ze vroeg veis
ouderd zijn door het zware werken en
de weinige zofg, ontvangen na de tal
rijke geboorten en door net ontbreken*
van medische hulp bij oogziekten eo
malaria. De mannen doen al hun best,
zich te modernisoeren en brokstukken!
van Europeesche spreekwijzen op tel
vangen om die dan in 't verkeer met
de vreemdelingen weer te gebruiken.,
Zijn vrouw houdt de Arabier echter inl
strenge afzondering.
De Bedouinen-vrouwen gelijken wed,
iets op onze woonwageovrouwen. Zij
wonen echter in tenten en ziin lang
niet zoo teruggetrokken als de „fel-
la chins-". Ze helpen bij de verzon-
ging van het vee. Aan den vorm den
tenten kan je zien of de man een of,
meer vrouwen heeft. Haar gezichten!
zijn met blauwe puntjes getatoueerdL,
Van de Joodsche vrouw zou 7e kun
nen zeggen, 'dat ze ontwaakt is. Bij die!
orthodoxe Joden geniet ze thuis hoogt
achting, maar de Joodsche vrouwen,
'die buitenaf moeten wérken en intj
Europa zijn overgekomen, verlangen!
politieke gelijkstelling.
Er is m Jeruzalem een vrouwemr
vereeniging opgericht onder den naam
van Histadrut na naschim, die tot
doel heeft alleenstaande vrouwen te
helpen, vooral ook wat betreft de kweal
tie van inwoning.
In de nederzettingen door Rothschild
oorspronkelijk gefinancierd, ziet men,
dat de vrouw voor het huishouden
zorgt en de man voor den landbouw.
Dit zijn orthodox-Joodsche instellingen
Overal in'de steden, waar die vrouwen!
zich bewust zijn geworden, van haar:
veronachtzaamden toestand, zijn ze
ontwaakt en zijn sociaienarbeid be
gonnen. Men ziet er zuigedingaverple-
gmgsinrichtingen, openbare Keukens,
scholen en baby-verblijfplaatsen: opge
richt. Overai wordt gelet op orde, re
gelmaat, netheid en zuiverheid in del
woonvertrekken".
Als sommige mannen in onzen tijd
nog wel eéns zoo smalend over ao
vrouwenbeweging spreken, moeten ze
zich al deze verkeerde toestanden, maar
eens te binnen halen, waarin mannen
aar honderden vrouwen hebben laten
leven.
TWEEDE BLAD.
Uit de Schriften.
RUST VOOR UW ZIEL.
Zoo zegt de Heerestaat
op de wegen, en ziet toe, en
vraagt naar de oude paden,
waar toch de goede weg zjj,
en wandelti daarin, zoo zult
gtj rust vinden voor uw ziel;
maar zjj zeggen wij zullen
niet wandelen.
Jeremia 6 16.
Rust voor uw ziel
Ja. dat is de schoonheid van dei*
goeden weg.
Dat is de vrucht van het wandelen!
in de paden Gods.
Want die weg voert niet, gelijk do
breede heirbanen der wereld, tot aard-
sche grootheid en stoffelijke weelde,
en die weg strekt zich niet uit over
hoogten van tijdelijke eer en uiterlijk©
schittering, maar op den goeden weg
wordt zielevrede en harterust genoten.
Rust voor uw ziel
Die rust had Juda noodig.
Maar het volk begeerde die ïn Je
remiads'dagen niet.
Het hunkerde naar gansch anderen
vrede, en het droomde van geheel an
dere stilte. Het was alleen vervuld]
met de begeerte naar uitwendige rust
en nationalen vrede, en daprmee hiel
den de harten zich in groote span
ning bezig. Wjat zou de politieke toe
stand baren Welke toekomst zou zich
uit de volkeren verwarring ontwikke
len Zou Babel's wereldmacht Juda's
zelfstandigheid sparen, of straks ook
deze heilige goederen aan het volk des
verbonds ontrukken? En zou er nog
iets komen van de toenadering der
kleine natiën tot elkander om in ge
meenschap pelijken bond den gewelde
naar uit Mesopotamië te weerstaan?
Deze dingen legden beslag op aller
zinnen en péinzen, Nationale grootheid
en nationale rust was het ideaal, dat
de scharen bezielde, en' de weg, dia
tot dat doel leidde, was zeker de goe
de weg. Maar aan rust voor de ziel,
en aan vrede des harten dachten
slechts weinigen. Aan innerlijke kalm
te, zóó, dat het hart stil mag zijn in.
de gemeenschap met God, voélden
nbch de leidslieden noch do menigte
behoefte, want zij waren immers des
Heeren erve; zij waren het bondsvolk
zij hadden den tempel van Jehovah én
God Zelf in hun midden; de offers
werden gebracht en het' zoenbloed
stroomde, enzielerustDat
sprak van zelf.Dat was de vraag
met. Volksrust was de brandende
kwestie, en laat toch die profeet Jere
mia ophouden met zijn vroom en week
gepraat, en met de vele waarschuwin
gen, alsof zij zóó slecht zijn.En
toch, wat Juda noodig heeft, het al
lermeeste, on allereerste noodig heeft,
is rust voor de ziel. Wat het volk
mist en niet ontberen kan is vrede.met
God, en o, de arme, killes, leege, mis
leide harten hebben schreiend behoef
te die rust, die de armoede weg
neemt, die de kilhoidd voor warmte
doet wijken. en in de leegheid uit
stort de volheid van 's Heeren liefde.
Hoort, die rust Wordt geboden.
Geboden door God zelf.
Gij, schuldig volk, zult rust vinden
voor uw ziel.
Wanneer gij tot stilstand komt en
de góede keuze doet. wanneer gij 'den
goeden weg bewandelt, en - treedt in
Mijn spoor, leidt die goede weg u tot
den blijden vrede, die temidden van
alle wereldberoenngen en onder alle
stormen van deze emotievolle tijden
•uw hart met heilige kalmte vervult,
en u stü doet zijn in Mijn hoede. Ja,
dan rust voor uwe zielen. Dan ge
niet gij de weldaad der verzoening,
wier schaduw ge dag in dag uit aan
schouwt in Mijn heiligdom, en dan
komt over uw ziel die sabbatskalmte,
die eons uw vromen koning Divid deed
zingen: immers is mijn ziel stil tot
God; van Hem is mijn heil; dood gij, o
mijn ziel, zwijg Gode; want van Hem
is mijn verwachting.
Rust voor uw ziel.
Dat is het, wat wij noodig hebben.
FEUILLETON.
Door leed en strijd.
12)
Ik ben ook vader, Alexis, en voel voor
u. Ach, ik begrijp zoo volkomen den
angst van de kleine Velia, mijn arm
lammetje." Hij zette zich op de bank
en nam bet bevende kleine meisje in
zijn armen. De tranen rolden hem
over de wangen. Hij schaamde zich
diep over de taak, die hij moest vol
brengen. Dit wreede bevel, hetwelk hij
in eigen persoon moest ten uitvoeb leg
gen. scheen hem een gruwelijke in
breuk op het recht der ouders te we
zen het oorspronkelijke recht, dat
bestond voordat de Kerk gesticht was.
Hij zat eenige oogenblikken zwijgend
ter neer, totdat hij zijn stem weer in
bedwang had. Van tijd tot tijd streek
hij Velio, over het haar of streelde
haar langs de wangen, en blijkbaar
getroost vlijde het kind zich vertrou
welijk tegen hem aan.
„Wij moeten doen wat wij kunnen
om het bevel te verzachten" sprak hij
met onvaste stem.
„En het verder aan God overlaten"
vervolgde Alexis. „Maar hoe kan ik
mijn dochtertje juist nu alleen laten?"
„Laat haar met mijn kleine meisjes
gaan spelen" antwoordde Vader Cyril-
lus, „de Matoushka zal als een moeder
voor haar zorgen. Wij zullen het kind
aan mijn huis afzetten, want ik moet
Wat de moede men&ch van heden
behoeft.
Wat onze arme tijd ontbeert.
En wat die duizenden niet zoeken.
Wieet ge, wat men met hartstocht
najaagt?
Rust in het stoffelijke leven, opdat
toch eindelijk de economische onze
kerheid wijke, en de druk plaats make
voor welvaart en bloed. Rust in dei
sociale verhoudingen, opdat «enerzijds*
niet het kapitaal heer&cbe over den
arbeid, en aan den anderen kant niet
de organisatie den werkgleiver aan ban
den leggie. Rust in de wereld der vol
keren, opdat niet langer Europa niets
vreeze en beven vervuld zij over het
geweldige, dat ineens onverwachts kam
uitbarsten. En zeker, ook die levens
rust is begeer 1 ij k^ maar waar vragen
de menschen, de jagende, drukke menj
schen van onze eeuw, om rust voor
him ziel Waar is het roepen om, het
schreien tot, de dorst naar Hem, Die)
des harten vrede is? O, daar klinken
wel enkele kreten, die ons zeggien, dat
sommige nobele geesten het in hun ar
moede en tekort niet kunnen uithou
den, maar waar is de waarachtige
begeerte naar zielevrede met God
En bij al' ons streven en al ons wer
ken in en voor Gods Koninkrijk, leeft
veel te zwak in onze harten hot vu
rige verlangen naar de rust der ziel
door de verzoening der zonden.
Hoort, hier wordt dan rust geschon
ken
Gij zult rust vinden voor uw zielen.
Weet ge waar, en bij Wien?
Op den goeden weg en bij Jezusi
Chnstus.
Want Hij is de weg en de waarheid)
en het leven, en wie op dien weg
wandelt, vindt blijde, vindt vertroosten
de rust voor zijn ziel. Rust in <denj
vrexje met God aoor de kwijtschelding
van schuld. Rust,in het kinderlijk ver
trouwen, dat alle straf gedragen is.
Rust in de eeuwige Vaderarmen, van
Hem, Die u toefluistert: Mijn kind.
Rust in strijd en moeite, die alle in
Gods vree verstillen. Rust onder het
zachte juk en den lichten last van
onzen Heiland, want ziet: midden in
dit woelige, gejaagde, drukke leven,
en midden in deze van teleurstelling
vervulde en door fiasco'^geslagen we
reld staat Jezus, Die vol liefde en vol
genade Zijn handen, naar ons uitstrekt,
en zegt: komt herwaarts tot Mij, allenj
die vermoeid en belast zijt; en Ik zal
u rust geven. Neemt Mijn juk op
u, eai leert van Mij, dat Ik zachtmoe
dig ben en nederig van hart; en gij'
zult rust vinden voor uw zielen. Want
Mijnjuk is zacht en Mijn last is
licht.
Gij ook
O, van Juda moet de Heere getui
gen: maar zij zeggen: wij zullen daar
in niet wandëlen. N
Van Israël moet Jezus Christus zeg
gen: gij hebt niet gewild.
Hoe staat het met opze zielen?
Zonder zielerust hier geen eeuwi
ge rust
Maar wie op het wel smalle, doch
foede pad, dat len hemel leidt, kent
en vrede des harten, in onzen Hei
land, hij mag heengaan, eeuwig in
Gods rust geborgen, Want voor Zijn
volk blijft ae rust over.
O, BRENG MIJ TOT ÜW KUD JE
WEER.
Getrouwe Herder, dierb're Heer,
O breng mij tot Uw kudde weer.
Ver^ ben ik van U afgedwaald,
Och, werd ik door U weergehaald.
'k Verliet de plaats vol lieflijkheid,
Waar thans uw kudde rustig weidt,
De stille waat'ren van Uw Woord
En dool nu droef en eenzaam voort.
'k Verga van honger, koude en dorst,
O, neem m' en druk mij aan Uv^ borst!
Verlos mij uit deez' wildernis,
Waar nergens hoop op uitkomst is.
Gij, Gij alleen verkwikt dc ziel,
Hoe ver ik weck hoe diép ik viel,
Gij kunt mij redder, zoo G^j wilt,
En dan is alle pijn gestild.
G-etrouwe Herder, dierb're Heer,
O, breng mij tot Uw kudde weer,
En berg mij in Uw liefdeiiart,
Daar is het eind van al mijn smart.
mijn vrouw nog zeggen, dat ik een of
twee nachten weg zal blijven."
Orthodoxe redeneerüigen.
Terwijl zij in het tweewielig rijtuig
je zonder veeren, dat door de oude
merrie op haar gewonen sukkeldraf
voortgetrokken werd, door de steppe
reisden, had Vader Cyrillus beter ge
legenheid om door Alexis op de hoogte
gebracht te worden van de leeringen
en van de geschiedenis der jeugdige
sekte. De Batoushka stond verbaasd
over den grooten eenvoud en de volko
men oprechtheid, door den boer aan
den dag gelegd, gepaard aan een groo
te mate van zedelijke kracht en een
duidelijk inzicht in zijn taak.
Alexis was geen redenaar, hij had
geen theologische school bezocht zoo
als Vader Cyrillus. Hij sprak gelijk de
Galileesche visschers zouden geproken
hebben, en ziin overtuiging was even
sterk als het geloof dergenen, die den
Heer met hun oogen gezien en met
hun ooren gehoord haddeü. Vader Cy
rillus moest zijn ondanks bekennen,
dat de Godsvereering dfr Stundisten
vrij'wat meer in overeenstemming was
met de aanbidding uit den tijd der
apostelen dan de opgesmukte, menig
vuldige en luisterrijke ceremoniën
van de Orthodoxe Iierk, en hij moest
toegeven, dat de boeren in hun onwe
tendheid aan de beelden goddelijke eer
bewezen.
Wat de grondwaarheden, der Schrift
betrof, daarover waren bij en Alexis
het geheel eens. Zij baden te zamen
het Onze Vader; zij geloofden in den
zelfden Heer; zij lazen dezelfde Ge
wijde Schriften. Er bestond inderdaad
geestelijke gemeenschap tusschen de
twee mannen, die langzaam met el
kander verder reisden over de steppe,
thans ih haar bruin najaarskleed ge
huld en bedekt door een dunnen nevel,
die den horizon verborg en alles met
een zacht, wazig licht overgoot.
Toen men eindelijk Kovylsk bereikt
had, was het reeds te laat, om zich
nog naar den aartsbisschop te bege
ven. Maar den volgenden morgen
vroeg meldde Vader Cyrillus zich bij
het consistorie aan en vroeg om Va
der Yaissy, die in het gansche bisdom
voor de rechterhand van den aartsbis
schop doorging, te mogen spreken. Zij
waren tegelijkertijd op het seminarium
geweest en hadden daar op vriend-
schappelijken voet met elkaar omge
gaan; maar zij hadden elkander niet
meer gezien nadat Vader Yaissy be
sloten had toe te treden tot die gees
telijke orde, welke het celibaat ver
plichtend steld, en waaruit men
alleen tot de hoogere rangen der Rus
sische Kerk kon »bevorderd worden.
Hij was reeds nu een persoon van
gewicht. Een klein man met scherp ge-
teekende trekken, een zachte stem ep
een voortdurenden glimlach om de
dunne lippen.
„Vader Cyrillus dorpsgeestelijke van
Knishi" zeide hij op vragenden toon,
zich niet verwaardigend om m den be
zoeker een ouden studiemakker te her
kennen. „O ja! gij hebt een moeilijke
gemeente. De ketterij schijnt daar aan
stekelijk te wezen. Wij moetep ze uit
roeien met wortel en tak uitroeien!'
„Ik ben bier gekomen in de hoop,
den aartsbisschop te zien" sprak Va
der Cyrillus.
,/Hij bevindt zich op het oogenbllk
te Moskou" viel Vader Yaissy hem in
de rede, „maar ik treed op in zijne
plaats."
Dit was een bittere teleurstelling
voor Vader Cyrillus ;de aartsbisschop
hhd hem nooit een samenkomst gewei
gerd en hij had 'groote verwachtingen
gekoesterd van diens toegevendheid.
Het was gemakkelijker 'n zaak te voor
komen, dan hetgeen eenmaal geschied
was ongedaan te maken. Daar was
geen spoor van toegevendheid in het
strenge gelaat tegenover hem.
„Ik kwam om een goed woord te
doen voor mijn arme gemeentenaren
zoo begon Hij schroomvallig „voor
de arme ouders, die hun kinderen zul
len moeten afstaan. Sommigen zijn
nog zoo jong, dat zij de zorg hunner
moeder niet kunnen missen de op
passing hunner moeder, als zij ziek
zijn. Alleen de liefde en het geduld
eener moeder kunnen een kind door
de eerste zeven levensjaren been hel
pen. Het kinderhart is ontvankelijk
voor groote droefheid en ziin geest
wordt zoo dikwijls gebroken, wanneer
bet in een vreemde omgeving wordt
geplaatst, gescheiden van alles, waar
aan het sedert zijn geboorte gehecht
was."
„Inderdaad!" zeide Vader Yaissy,
zóó diep ademhalende, dat het scheen
of hij zuchtte.
„De arme menschen, die onze Hei
lige Kerk verlaten hebben" ging Vauer
Cyrillus, hierdoor eenigszins bemoe
digd, voort, „zijn liefhebbende ouders.
Zij zijn gewoon bun kinderen met de
meeste zorgvuldigheid en de grootste
teederheid op te voeden. Zij beschou
wen de opvoeding der kleinen al9 een
hun door God Zelf opgelegde verant
woordelijkheid. Misschien dwalen zij
hierin, maar het is hun' heilige over
tuiging. Hun kinderen hooren nooit
een onbehoorlijk woord, zien nooit een
dronken mensch in het ouderlijke huis.
Bedenk eens, Eerwasirde, wat het voor
kinderen, die zoo zorgvuldig opgevoed
zijn, wezen moet verplaatst te worden
in de woningen van ruwe, onwetende
boeren, die aan het vodkadrinken ve*
slaafd zijn! Het zal zeer bezwaarlijk
wezen om een geschikt onderkomen
voor hen te vinden in de gezinnen on
zer Orthodoxe gemeenteleden
„Gij schijnt een hoogen dunk van uw
ketters te hebben" zeide Vader Yaissy
op schamperen toon.
Vader Cyrillus gevoelde, dat hy te
ver was gegaan.
iW ordt vervol®!^