NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1926
TWEEDE BLAD.
W3Ï DE BLADEN ZEGGEN.
De Pers over de Troonrede.
De Standaard (a.r.Bdhrijft cü.m.
De inhoud der Troonïddle Weeft wei
nig verrassing gebracht., Van Wet in
termezzo-Kabinet, dat thans Wet be
wind voert, zijn geen principieels her
vormingen te verwachten. Bovendien1
blijft de financieele toestand van het
land voortdurend zorg eischen, zoo-
als in de Troonrede terecht wordt ge
zegd. De rede gjöeft dan ooik gjeen voet'
aan de hier en daar in Wet land' op
duikende gedachte dat 'de zorgtelijke,
toestand van 's lands financiën nu|
voorbij is, en tegen het geleidelijk ver
meerderen der uitgaven Wiet zooveeli
bezwaar meer bestaat.
'Ook al geeft men zich rekenschap'
van de beperking, die het intermezzo-
Kabinet zich Weeft opgelegd, dan blijft
het 'toch eene teleurstelling, dat een
ontwerp als de nieuwe Zondagswet,
naar te vreezen is, niet tot afdoeningi
zal' komen. Dit is een van de kwade]
gevolglen van het voitum van 11 No
vember.
Aan de vermelding van de belemmer
ringen in den afzet van land- en tuin
bouwproducten in het buitenland voegt
de Troonrede toe, dat er met kracnt
naar wordt gestreefd, dit euvel een ein
de te doen nemen. De vraag komt op,
waarin die kracht gelegen mocWt zijn.
In toenemende mate wordt die klacht
gehoord, dat onze tariefwetgleving bil
onderhandelingen met Wet buitenland
aan de regeering de middelen tot
krachtsoefening juist ontWoudt.
De bettreikkmgen, welke de regee
ring met andere mogendheden onder
houdt, .zijn van den meest vriendscWap-
pelijkén aard, zegt de Troonrede. Zou
iemand hier den naam Rusland noe
men, dan kon hem geantwoord wor
den, dat met 'die mogendheid geen be
trekkingen worden onderhouden. Wat
het buitenland betreft, wordt de toetre
ding van Duitschland i*>t den Vol
kenbond herdacht en wordt medege
deeld, dat met verschillende mogend
heden besprekingen worden gevoerd,
pver het sluiten van arbitrage- en ver-
Zoeningsverdragen. Het verheugt ons:
'dat minister van Kamebeek daarmedei
werkzaam blijft in de richting door
prof. Anema een paar jaar geleden!
in de Eerste Kamer verdedigd. Dat
van de verkiezing van Nederland int
den Volkenbond geen melding wordt'
gemaakt,schijnt eene omissie, maar
zal' wel toe te schrijven zijn aan de om
Btandigheid, dat die verkiezing nog
geen feit was, toen de inhoud der
'Troonrede werd vastgesteld.
Als geheel opent ae Troonrede Wet
vooruitzicht op eene zitting zonder
Schokkende gebeurtenissen; eene zit
ting die, aï is zij rustig, toch met on
vruchtbaar behoeft te zijn.
De inhoud van de Troonrede stemt
„De Nederlander (c.h.) tot gerustheid
en hoop. Het trof echter het blad, „dat
in de veelszins uitvoerige xoonrede
over de belangen van nationale defen
sie, zoowel wat oorlog als marine be
treft, en wat daarmede samenhangt,
geheel wordt gezwegen'.
Inderdaad betoogt het blad het
is nuttig werk, dat de regeering aan
kondigt, maar het blijft klein werk.
Dat is de algemeen teleurstellende
indruk van deze troonrede.
,De Tijd" (r.k.) wijst er ook op, dat
de rede geen nieuwe gezichtspunten
brengt
„Men behoeft zich hierover niet te
verwonderen. Immers, sedert zijn op
treden in Maart j.l., heeft het Kabinet
De Geer zoo goed als niets kunnen tot
stand brengen. De Tweede Kamer had
nog allerlei min of meer belangrijk
werk te doen. Behalve instelling der
Staatscommissie voor het Lager On
derwijs is van het toen gepubliceerde
regeeringsprogram hoegenaamd niets
verwezenlijkt. In. de gegeven omstan
digheden kan de Troonrede dan ook
niets anders z$n dan wat zij is: een
schrale aanvulling van bet program
uit de Regeeningsverklaring van 11
Maart j.l."
Het blad wijst er dan op, dat de mi
litaire paragraaf in de rede geheel ont
breekt Het blad voortgaande zegt:
„Naast de voorgenohie/i belasting
wijziging, belooft da Minister van Fi
nanciën een wetsontwerp, waarbij
naar het buitenland gevluchte kapi-
taalbezittende Nederlanders verplicht
worden een deel van hun inkomen bij
te dragen voor de openbare middelen
van bun vaderland, dat zij in den steek
laten, een ontwerp, dat, als de prac-
tiscke uitwerking er van aannemelijk
is, door velen met voldoening zal wor
den begroet'
De Minister van Onderwiis, naar het
blad ten slotte opmerkt, lieeft een
heel sober program.
Minister de Geer heeft het niet noo-
dig geacht, aldus De Maasbode (R.K.)
om de lijn, idie het Kabinet op 11 Maart
j.l. heeft uitgestippeld, nog eens door
H. M. de Koningin te laten aangeven.
Daar herhaling is uitgesloten en het
nog af te werken program groot ge
noeg is om er jaren aan te arbeiden,
is het begriipelijk, dat deze Troonrede
zoo goed. als niets nieuws bevat, maar
is geworden een aaneenschakeling van
stellingen en gemeenplaatsen, die wei
nig zeggen of voor zich zelf spreken,
Wie gehoopt had, in deze Troonrede
de aankondiging te lezen van groote
gebeurtenissen, is zeker teleurgesteld.
Wanneer men zich echter op het stand
punt stelt, dat bit dit staatsstuk on
afscheidelijk de regeeringsverklaring
van 11 Maart hoort, krijgt men wat
meer inzicht in de planr--- van het
Kabinet, zooals deze sedert die verkla
ring zijn gegroeid1.
„Het Centrum" (r.k.) is van oerdeel,
dat hoewel de Troonrede verwijst naar
hetgeen „in den loop van dit jaar"
werd aangekondigd, men toch zeker
omtrent belangrijke punten van staats
beleid meer zou hebben verwacht, dan
de Rede te lezen geeft.
De Regeering heeft volkomen gelijk
met niet te veel hooi op de vork te
nemen en geen beloften te doen, op de
vervulling waarvan weinig uitzicht
bestaat. Maar er is sinds de Regeerings
verklaring verscheen, alweer een half
jaar verloopen en nu zwijgt de Troon
rede over onderwerpen,, waaromtrent
een nadere aankondiging, preciseering
of detailleering zeker niet onwelkom
noch overbodig zou zijn geweest. Zij
staat daardoor te veel in het teeken
van algemeenheid en spreekt van voor
bereiding, waar een positiever woord
op zijn plaats zou zijn geweest. Heb
ben wij de oorzaak daarvan te zoeken
in onzekerheid, in een zekere aarzeling
en weifeling, omtrent te treffen maat
regelen, of zijn, er andere motieven?
In elk geval, zoo besluit het blad,
blijft tegenover deze Troonrede afwach
ten de boodschap en hebben wij dus
ons oordeel over haar inhoud en be-
teekenis voorloopig op te schorten.
„Bet Volk" (SDAP.) acht de Troonre
de tamelijk kleurloos, ook in dien zin,
„dat zelfs omtrent de punten van wet
geving die de regeering toezegt aan
te snijden, men uit de bewoordingen
waarin dat geschiedt, t--wijzer
wordt."
„Op die wijze heeft men weinig aan
de troonrede. Zelfs omtrent wat de re
geering. naar wel schijnt vast te staan
zeker van plan is, wordt gezwegen.
Zoo verluidde reeds, dat in de begroo
ting niet onbelangrijke militaire be
zuinigingen aanhangig gemaakt zullen
worden. De troonrede zegt er geen
woord van. Het schijnt wel het oog
merk der samenstellers te zijn ge
weest, zoo weinig mogelijk vat te ge
ven."
Van intermezzo-kabinet wordt de re
geering. zegt bet blad. van zelf een
slap zaken-kabinet, dat de zaken han
gende houdt, zonder veel aan de orde
te stellen. De volksnooden moeten
wachten.
„Wij zeggen niet, dat dit de schuld
der regeering is. Het ontbreken eener
parlementaire regeering maakt het
moeilijk anders mogelijk. De schuld
ligt bij die politieke partijen, die tot
geen daad komen kunnen. Met name
ligt de schuld bij de katholiek staats
partij, die een koalitiekabinet onmoge
lijk heeft gemaakt en ook aan een de-
mokratisch kabinet niet wil meewer
ken."
Zij is in de eerste plaats, aldus „Het
Volk" verantwoordelijk voor de poli
tiek van onvruchtbaarheid, waarvan
deze troonrede getuigt.
„Het Vader la nd"' (lib.) komt
in Lijn beschouwing over de troonrede
tot de conclusie:
De Troonrede is een bescheiden stuk,
dat van zelfkennis getuigt van het In
termezzc-kabinet wat zijne positie be
treft, en ze zal bij velen het verlangen
jfersterken, dat de Kamer dit ministerie
'corshands rustig zijn gang zal laten
gaan".
„Het Handelsblad" (lib.) is van
meening. dat de eerste troonrede, die
onder net ministerie-De Geer aan de
vereenigde vergadering der beide Ka
mers is voorgelezen, een stuk zonder
stijl is. De rede verraadt door haar
bouw en door haar inhoud, hoezeer de
oplossing oer regeringscrisis in Maart
1.1. een verlegenheidsoplossing was.
Dat had zfc* niet behoeven te zgn.
„De Nieuwe Rott. Courant"
(lib.) verklaart, dat dit nu met recht
eene troonrede is. om niet veel van te
zeggen. Zij geeft geen aanleiding tot
ernstige critiek, noch ook tot vrooltj-
ken lof. Het is meer een keuveltje, een
Trconpraatje, dan een Troonredenen
men mag vragen, of de Regeering niet,
inzonderneid van het jaar, nu de Ko
ningin nog als gevolg van een gelukkig
genezen ziekte moeite heeft met Haar
stem. een wat bondiger en pittiger stuk
had kunnen ontwerpen.
Overigens zullen wjj over de vlakheid
en, tot op zekere hoogte, de gemoede
lijkheid van de rede niet klagen. Zij
hangen samen met den aard van het
kabinet, dat, gelijk het opnieuw, en in
heel weinig correct Nederlandsch, wordt
medegedeeld, „op politiek gebied, in
afwachting van normale verhoudingen
de lijn, in den loop van het achterliggen
de zittingjaar uitgestippeld' zal blijven
volgen.
KERK EN SCHOOL.
Ds. G. Husmazm.
Heden viert Ds. G. Husmann, Geref.
predikant te Bunde in Oost-Frieland,
zijn zilveren ambtsjubileum.
De jubilaris ii November 187S ge
boren, werd in 1901 candidaat, om 22
September van dat jaar te Ihrhove het
predikambt te aanvaarden.
15 Juni 1919 verwisselde de jubilaris
deze standplaats met zijn tegenwoordige
Ds. Husmann, die cok classicaal depu-
taat yoor Soemba is, woonde de zittin
gen der Gen. Synode te Assen van 31
Augustus—10 September j.l. bij als se
cundus-afgevaardigde voor de graaf
schap Bentheim en Oost-Friesland.
Begrafenis A. Koekkoek.
Onder groote belangstelling is Maan
dag het stoffelijk overschot van den
heer A. Koekoek, in leven voorganger
der Chr. Geref. Gemeente te Nieuwer-
oord, aldaar ter aarde besteld.
Een groote menigte volgde de baar
Aan de geopende groeve werd het
woord gevoerd door den consulent na
mens de Kerkeij van Nieuweroord en
Hoogeveen, door Ds. de Bruijne van
Zwolle, namens de classis en door den
heer, J. .van der Net, namens de Ned,
Herv Kerk te Nieuweroord. Ook wa
ren er afgevaardigden aanwezig uit de
fémeente Teuge, waar de thans overle-
ene enkele jaren met zegen heeft ge
arbeid. De heer Koekoek bereikte den
leeftijd van 71 jaren.
Jubileum P. H. v. Dijk.
Zondagmiddag is de heer P. H. v.
Dijk ter gelegenheid^ van zijn zilveren
jubileum als evangelist van wijk II der
Ned. Herv. Gemeente te 's-Grayenhage.
door de Zondagsschool, waar hij 20 jaar
aan het hoofd staat, gehuldigd. Toespra
ken werden gehouden door Ds. D. A.
v. d. Bosch en den heer _J. Gijzeman,
terwijl de kinderen den jubilaris toe
aongen.
Ben predikant, die zijn roeping
gevoelde.
Het gebeurde dezer dagien in het
Oosten van ons land, zoo meldt Det
Standaard, dat in een Gereformeerde!
Kerk wegens liet nie': beschikbaar zijn
van een predikant, tweemaal leesdienst'
zou worden gehouden. Onder de kerk
gangers bij den namiddagdienst be
vond zich o.a. een lieer, die ook desl
morgens tegenwoordig was geweest eni
in een naburig hotel in pension was.
Toen deze bemerkte, dat ook m denj
tweeden diens'; „gelezen" zou worden,
verliet hij zijn zitplaats en vroeg aani
een der ouderlingen, of hij misschien;
eens mocht probeeren te preeken. DeJ
kerkganger bleek *n.l. em Gerefor
meerd predikant uit een ander deel!
van het land te zijn, die nu ge'heei
onvoorbereid een predikatie hield over
een tekst uit Ricnteren 15.
Spanning in de Zendinqskringen.
Die is er en neemt met den dag toe.
In de achter ons liggende maanden
van dit jaar werd „de groote trom"
de „noodklok" of hoe men dat noemen
mag niet zoo vaak gehoord. Dat ver
blijdt. omdat altijd-weer-vragen ver
moeit. Er is bovendien een stijging
waar te nemen in de kleine bijdragen.
Maar.met de voor dit jaar benoo
digde gelden zijn de Besturen er bij
lange niet. Daarom werd m deze da
gen aan een aantal Zendingsvriendin
een bijdrage gevraagd. Daarom zien de
leidende mannen met spanning uit hoe
de Christelijke gemeenten zich in de
a.s. Zen'dingsweek zullen houden. De
inleidende circulaire is dezer dagen
verspreid. Alle personen die in klei
nen of grooten kring leiding geven,
werden 'door liet Zendingsbureau te
Oegstgeest gevraagd de voorbereiding
tijdig ter hand te nemen. Aan wie be
hoeft met vele woorden duidelijk te
worden gemaakt dat het voor de Zen
ding van heel groote beteekenis is op
welke wijze er aan dit verzoek wordt
voldaan?
Zij er veel enthousiasme.
De Vrije Universiteit,
Hedenmiddag werd door Prof. Dr. F.
\Y. Grosheide het Rectoraat der Vrije
Universiteit te Amsterdam, overgedra
gen aan Prof. Dr. A. Goslinga, na het
uitspreken van een rede. De aftreden
de Rector maakte eerst eenigè opmer
kingen over het studentenprobleem.
In abstracto moge een Universiteit
zonder studenten kunnen bestaan, ze
is dan toch niet meer dan het gezin
zonder kinderen. Zoo bestaat aan ell.e
Universiteit de begeerte om studenten
te krijgen en komen er te veel, dan
rijst weder de vraag, waar zuilen de
afgestudeerden blijven. Ernstiger dan
deze waag is die omtrent de levens
houding der studenten. Dat is ook in
het afgeloopen jaar aan de VU. geble
ken. Het standpunt, dat de VU. van
het begin aan ingenomen heeft is, ie
dere student is bij ons Welkom. Wel
de hoogleeraren, niet de studenten be
hoeven Gereformeerd te zijn. Maar ais
er niet-Gereformeerde studenten zijn,
dan zal dit vanzelf ook uftkomen. Aan
de andere zijde mag en moet aan ieder
die aan de VU. studeert de eisch ge
steld, dat hii rekening houdt met üo
inrichting, aan welke hij is. Evenwel
de VU. naar haar studenten beoorriee-
len, gaat niet op.
Komende tot de feiten werd vermeld
het aftreden van den heer W. de Vlugt
als Directeur van de Vereen} v. HO.
op Gerei'. Grondslag en het optreden
als zoodanig van den lieer J. J C. van
Dijk. De Vereeniging mocht vtan H. M.
de Koningin ten behoeve van de Uni
versiteit een viertal etsen van Bauer
ontvangen, welke thans de Senaatszaal
versieren. De heer Colijn werd' be
noemd tot Commandeur in de O* de
van den Nederlandschen Leeuw.
Gevoelvolle woorden werden géwNjd
aan Dr. de Moor, die in de afgeluopdn
periode overleed. Als nieuwe Curatcte*
werd Ds. Ferwerda welkom geheeten-
De heer Heemskerk werd benoemd tot
Minister van Staat.
Wat de hoogleeraren betreft, zoo is
het aftreden van Prof. Geesink ea het
optreden van de heeren Waterink. Vol-
lenhove en Dooyeweerd aanstaande.
Uit de benoeming van Dr. Walërink
blijkt, dat het contract met Geref or m.
Schoolverband werd afgesloten. Prof.
Bouman werd van gewoon buitenge
woon hoogleeraar. hetgeen ook veran
deringen bracht in de kliniek en liet
laboratorium aan het Valeriusplein.
Gewaardeerd werd de uitbreiding
aan het Jaarboek gegeven, waarna
werd medegedeeld, welke regeling is
getroffen inzake de récensie en exa
mina van studenten in militairen
dienst. Voor het Calvijnfonds hoopt
over niet al te langen tijd een buiten
land sch Gereformeerd geleerde op te
treden.
Nadat was opgenoemd welke bijzon
dere plichten de Rector te verrichten
had. werd verslag gedaan over de stu
denten. Geëxamineerd werden 339 stu-
FEUILLETON.
Door leed en strijd,
8)
Eindelijk begonnen de solda
ten zich te schamen, en een hunner
zeide zelfs, dat zij een flinke meid
was. Dat meisje was de grootmoeder
van mijn grootvader, en men spreekt
in Schotland nog alti.j'd over haar moe
dig gedrag.
Maar het Iqopt niet altijd zoo goed
af. Gij kent allen de arme Paraska,
en weet, dat men haar beide kinderen
weggenomen heeft. Welnu, dat kan
ons ook overkomen, niet de groote jon
gens en meisjes, zooals Marfa en Ser-
gius en ik, men zal ons behandelen
als de groote menschen maar de
kleintjes bedoel ik. Maar 0, wanneer
men u van uw ouders wegneemt, dan
moet gij altijd aan hen blijven denken
en nimmer vergeten wat zij u geleerd
hebben. Gil moet aan hen en aan God
getrouw blijven. Wij moeten getrouw
blijven, al zouden we er,voor moeten
sterven. 'Wij mogen niet voor de heili
gen knielen en tot niemand anders
bidden dan tot God. Nimmer! Nim
mer! Het is niet erg om te sterven, als
wij God liefhebben.
Sterven duurt maar kort en dan zijn
wij veilig en voor altijd bij den Heer
Jezus Christus.
„Zult gij dat goed onthouden?"
„Ja, ja!" riepen allen als uit een
mond.
„Het helpt mij dikwijls" ging Mi-
chaël voort, „wanneer ik er aan denk,
dat onze Heer ook geweest is juist wat
ik nu ben: een knaap van mijn leef
tijd, die bij zijn ouders woonde en.."
Hier werd het bruine handje van
de kleine Clava in de hoogte gestoken,
ten teeken, dat zij iets gewichtigs te
vragen had.
„is Hij ook zoo klein geweest als
ik?" vroeg het kind.
„Ja, juist zoo klein als gij, lieve Cla
va" antwoordde Michael, „ook zes jaar
oud. En Zijn moeder zorgde voor Hem.
zooals uw moeder voor u zorgt, en Hij
maakte haar zoo gelukkig, want Hij
was nooit stout. Wanneer wij in ver
zoeking komen, moeten wij onszelven
afvragen wat Hij in onze plaats zou
gedaan hebben. Denkt er aan, dat de
Heer Jezus den marteldood is gestor
ven, en dat wij bereid moeten ";te
om Ziin voorbeeld te volgen. Men be
hoeft niet eerst groot te worden om
een martelaar te kunnen wezen."
Vader Cyrillus.
Terwijl Michaël nog sprak, werd de
opening van de hut verduisterd door
de schaduw van een man, die zich aan
den ingang vertoonde. De kinderen
vlogen naar een hoek als een troep
verschrikte schapen, maar Michaël en
Sergius hielden danper stand. Angst
en teleurstelling vervulde het har', der
beide knapen. Niemand minder dan
Vader Cyrillus, de Baloushka, had
hunne schuilplaats ontdekt.
„Zijt gij zoo bang voor mij. kinde
ren?" sprak hij op vriendelijken toon,
terwijl hij zich op een der boomstam
men neerzette en de handen naar de
verschrikte kleinen uitstrekte. „Kom
hier, kleine Velia; kom bij mij, lieve
Clava. dan moogt gij op mijn knie zit
ten, ik heb lekkers voor u meege
bracht. Geeft mij een hand, jongens"
vervolgde hij, zich tot Michaël en Ser
gius wendende. „Ik hoorde u te poosje
geleden zingen, en na eenige moeite is
het mij gelukt u te vinden!"
„Batoushka" zeide Michaël aarze
lend en met beven'dé stem, „deze oude
hut is een geheim."
„Voor mij niet meer" antwoordde
Vader* Cyrillus. „maar stelt u gerust,
beste jongens, ik heb achting voor uw
ouders en zal hen en de hunnen niet
verraden."
Michaël .'rad r.u een weinig achter
uit en bracht Velia en de kleine Clava
met zachten dwang bij den triester.
Deze nam Clava op zijn knie en sloeg
den arm om Velia. terwijl ook de an
dere- kinderen nader kwamen, aange
trokken door zijn zacht en vriendelijk
voorkomen. Zijn bleek en ernstig ge
laat was dat van een nog jongen man,
hoewel het ongeknipte haar, hetwelk
in het midden gescheiden was en op
"dn schouders afhing, en de lange
haard aan zijn uiterlijk iets eerwaar
digs gaven. Niettegenstaande den wee
moedigen "blik. waarmee hij deze groep
van jeugdige ketters beschouwde, die
reeds naar het martelaarschap dongen,
speelde er een glimlach om zijn lip-
nen. Het was hem te moed.®» aooals het
den Heer te moede zal geweest zijn,
wanneer men kinderen tot Hem bracht
om door Hem gezegend te worden, en
Hij voorzag, dat die kleinen de hitte
der vervolging zouden moeten door
staan. Vader Cyrillus wist. dat dezen
hulpeloozen kinderen in de naaste toe
komst groote droefheid te wachten
stond; hij was diep getroffen en de
tranen stonden hem in de oogen. toen
hii Ziin hand op het hoofd der kleine
Clava legde en haar in stilte ziin zegen
gaf.
„Lieve kinderen" dus sprak hij hun
toe, „ik zie u slechts gelden, maai' daar
om stel ik niet minder belang in u
allen. Gij behoort tot mijne gemeente
en de Kerk heeft mij tot uw Batoush
ka aangesteld. Ik zou alles willen ge
ven wat ik bezit, ja, er mijn leven
voor willen laten om u en uw ou
ders terug te brengen tot de Kerk. die
gij verlaten hebt. Ja, Michaël, ik weet 1
het, dat zoo iets niet dadelijk gebeuren
kan. De Kerk moet gezuiverd en her
vormd worden, maar wii zijn toch ook
Christenen. Ik zou wencHien, dat nie
mand het durfde wagen het teeken des
Kruises te maken zonder daarbij eer
biedig het Kruis vaii Christus te ge
denken. En niemand zou een beeld in
zijn huis mogen plaatsen dan als een
herinnering aan de alomtegenwoordig-'
beid Gods, voor Wiens aangezicht men
eeen kwaad mag bedrijven en in
Wiens bijzijn men geen boos woord
mag spreken. Deze symbolen moeten
deze waarheden in gedachtenis bren
gen; zoo niet, dan ziin 70. ócaer dan
denten. 203 theologen, 54 litteratoren,
76 juristen, 6 medici, dus 3 ingeschre
venen voor meer dan één faculteit.
Twee promoties hadden plaats; doc
torale examens in de theologie 4 (1),
in de litterairische faculteit 1. in «ie
juridische le gedeelte 10 (3), 2e gedeel-*
te 19 (3). Candidaatsexamen in de the
ologie 22 f3), in de juridische faculteit
11, in de litterairische 7. Dan 40 pro-
paedeutische examens (7), Examens
naar Art. 135 HO. 6 (3). Admissie-exa-
mens 13 (8). Het cijfer tusschen haak
jes duidt het aantal niet geslaagden
aan. Twee studenten, de heeren A. Lit-
tooy en F. A. J. Ross, werden door
'den dood weggenomen.
Daarna volgde de overdracht van het
Rectoraat.
BINNENLAND.
De betooging van Zendag j.l.
De heer Duymaer van Twist heeft
den minister van Justitie de volgende
vragen gesteld:
le. Is het den Minister bekend, dat
op Zondag 19 September té s-Graven-
hage een betooging is# gehouden voor
ontwapening en medezeggenschap,
welke betooging gepaard is gegaan
met optochten met muziek door de ge
meente?
2e. Heeft de minister kennis gekre
gen, dat de optochten met muziek voor
vele ingezetenen een rustige vieriiig
van den Zondag, zooals de Zondagswet
van 1 Maart 1815 voorschrijft, nebben
onmogelijk gemaakt?
3e. Kan de Minister meledeelen, of
de optochten met muziek stoornis heb
ben gegeven in de godsdienstoefenin
gen, gehouden in kerken waarlangs de
optochten werden geleid?
4e. Zoo vraag 3 in dien geest wordt
beantwoord, dat inderdaad deze stoor
nis heeft plaats gehad, is het 'Inn juist
dat, in strijd met artikel 5 van (enoem
de Zondagswet, de plaatselijke politie
van 's-Gravenhage goën zorg-, hes't ge
dragen, om te voorkómen of te do^n
ophouden hinderlijke bewegingen en
gerucht in de nabijheid der "gebouwen,
tot den openbaren eèrediensi bestem'!?
5e. Is de minister bereid, een onder
zoek in te stellen en me te t dec'eii, of
ingevolge de toezegging, gednn:, in <.e
Memorie van Antwoord op het te «lö
I hoofdstuk der Staaisbeg'ootiug vu
het loopende dienstjaa»*, er bij beui ami
leiding bestaat tot liet treffer, van de
1100dig gebleken voorzieningen V
Verzakkingen in aa üijnsïïcri;
Het verzakken van wegen >-n -1 beu
ren van huizen dat in dr- mijnstiv.-k
nogal voorkomt^ begint erger ie wzr-.
den. Deze ontstaan of wel van ie m.n
„Willem Sophia" of staatsmijn \Y;!-
heljnina".
Toen de coiffeur v S Zaterdagmor
gen ontwaakte, bemerkte hij, dai i.u
winkelruit gebarsten wu>. K-.-i..
sprong Zaterdagavond op ten w.
naar Aken onder Spëkholzerhcidc -te
winkelruit van den slager De po.m-
bare wegen zakkenij eveneens op ver
scheidene plaatsen in Bomniig" Ter
breedte van I meter.
Persoonlijke ongelukken l:wa;iu".
nog niet voor, doch zullen op. V\-i
niet uitblijven.
Nederlandsche wsrk!ltrien naar
Engeland.
Van nit West Noord Brabant rijn
gisteren wederom een 100-.ta! werklie
den, ow. ongeveer 80 man uit Ouden
bosch en 1-2 uit pud-Gasto., naar Enge
land vertrokken om daar in de suiker
campagne aan c£e B.W.S -fabrieken te
werk te worden gesteld.
De brug over hel Kaioxvocr.
Bij rden Commissaris dor Koningin
in de provincie Overijssel is bericht
van den Minister van Waterstaat in-
gekomes, dat aanbestodimt van den
onderbouw van brug voor gewoon
verkeer over cien Usel bil hel Kater-
veer van L 10 tot die ;wg behooren-le
boogbruggen en v*ui bijkomende wor
ken is bepaald op Vrijdag 29 October
nutteloos. Daar zal een tijd komen
maar die is noer ver af."
Hier hield Vader Cyrillus even op
met een trilling in ziin stem. die aan
de verzuchting "Van een afgematien
strijder denken yieed. Velia drong zich
diclïter tegen hètte aan, alsof hii haar
vader was. en de andere kinderen
kwamen steeds, nader en «tonden rond
om zijn knieën geschaard.
Michaël kon zijn oogen nief afwon
den van het ontrcerdd gelaat van den
Batoushka.
0„ hoe zou ik wenschen tot u te
kunnen behooren" riep hii eindelijk.
..maar het kan nietr Het kan ntef!"
„Wij kunnen toch met elkander bid
den. mijne kind'eren" zeide Vader Cy
rillus. Én daar in bet midden van de
verlaten hut. wiiar de vervolgde Stup-
disten zich alleen durfden vereenigen,
knielde thans de Batoushka. omringd
door de kinderetn en zond een eenvou
dig gebed omhoog, zóó eenvoudig, dat
zelfs de kleine Clava ieder woord Re-,
begrijpen. Hij bad. dat God met hen
mocht zijn in de moeilijke tijden, die
aanstaande waren, en dat Hij hen voor
het kwade mocht bewaren, voorai voor
het kwaad van ongehoorzaamheid aan
Zijne stem. wanneer H\ti door hun ge
weten tot hen sprak.
Toen allen van hunné> knieën waren
opgestaan, kuste hij ieder kind op het
voorhoofd, en allen bogen eer'biedig
het hoofd, toen hij den priesterlijken
zegen over hen uitsprak.
tWordt vervolgdl