NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1926 TWEEDE BLAD. W3Ï DE BLADEN ZEGGEN. De Pers over de Troonrede. De Standaard (a.r.Bdhrijft cü.m. De inhoud der Troonïddle Weeft wei nig verrassing gebracht., Van Wet in termezzo-Kabinet, dat thans Wet be wind voert, zijn geen principieels her vormingen te verwachten. Bovendien1 blijft de financieele toestand van het land voortdurend zorg eischen, zoo- als in de Troonrede terecht wordt ge zegd. De rede gjöeft dan ooik gjeen voet' aan de hier en daar in Wet land' op duikende gedachte dat 'de zorgtelijke, toestand van 's lands financiën nu| voorbij is, en tegen het geleidelijk ver meerderen der uitgaven Wiet zooveeli bezwaar meer bestaat. 'Ook al geeft men zich rekenschap' van de beperking, die het intermezzo- Kabinet zich Weeft opgelegd, dan blijft het 'toch eene teleurstelling, dat een ontwerp als de nieuwe Zondagswet, naar te vreezen is, niet tot afdoeningi zal' komen. Dit is een van de kwade] gevolglen van het voitum van 11 No vember. Aan de vermelding van de belemmer ringen in den afzet van land- en tuin bouwproducten in het buitenland voegt de Troonrede toe, dat er met kracnt naar wordt gestreefd, dit euvel een ein de te doen nemen. De vraag komt op, waarin die kracht gelegen mocWt zijn. In toenemende mate wordt die klacht gehoord, dat onze tariefwetgleving bil onderhandelingen met Wet buitenland aan de regeering de middelen tot krachtsoefening juist ontWoudt. De bettreikkmgen, welke de regee ring met andere mogendheden onder houdt, .zijn van den meest vriendscWap- pelijkén aard, zegt de Troonrede. Zou iemand hier den naam Rusland noe men, dan kon hem geantwoord wor den, dat met 'die mogendheid geen be trekkingen worden onderhouden. Wat het buitenland betreft, wordt de toetre ding van Duitschland i*>t den Vol kenbond herdacht en wordt medege deeld, dat met verschillende mogend heden besprekingen worden gevoerd, pver het sluiten van arbitrage- en ver- Zoeningsverdragen. Het verheugt ons: 'dat minister van Kamebeek daarmedei werkzaam blijft in de richting door prof. Anema een paar jaar geleden! in de Eerste Kamer verdedigd. Dat van de verkiezing van Nederland int den Volkenbond geen melding wordt' gemaakt,schijnt eene omissie, maar zal' wel toe te schrijven zijn aan de om Btandigheid, dat die verkiezing nog geen feit was, toen de inhoud der 'Troonrede werd vastgesteld. Als geheel opent ae Troonrede Wet vooruitzicht op eene zitting zonder Schokkende gebeurtenissen; eene zit ting die, aï is zij rustig, toch met on vruchtbaar behoeft te zijn. De inhoud van de Troonrede stemt „De Nederlander (c.h.) tot gerustheid en hoop. Het trof echter het blad, „dat in de veelszins uitvoerige xoonrede over de belangen van nationale defen sie, zoowel wat oorlog als marine be treft, en wat daarmede samenhangt, geheel wordt gezwegen'. Inderdaad betoogt het blad het is nuttig werk, dat de regeering aan kondigt, maar het blijft klein werk. Dat is de algemeen teleurstellende indruk van deze troonrede. ,De Tijd" (r.k.) wijst er ook op, dat de rede geen nieuwe gezichtspunten brengt „Men behoeft zich hierover niet te verwonderen. Immers, sedert zijn op treden in Maart j.l., heeft het Kabinet De Geer zoo goed als niets kunnen tot stand brengen. De Tweede Kamer had nog allerlei min of meer belangrijk werk te doen. Behalve instelling der Staatscommissie voor het Lager On derwijs is van het toen gepubliceerde regeeringsprogram hoegenaamd niets verwezenlijkt. In. de gegeven omstan digheden kan de Troonrede dan ook niets anders z$n dan wat zij is: een schrale aanvulling van bet program uit de Regeeningsverklaring van 11 Maart j.l." Het blad wijst er dan op, dat de mi litaire paragraaf in de rede geheel ont breekt Het blad voortgaande zegt: „Naast de voorgenohie/i belasting wijziging, belooft da Minister van Fi nanciën een wetsontwerp, waarbij naar het buitenland gevluchte kapi- taalbezittende Nederlanders verplicht worden een deel van hun inkomen bij te dragen voor de openbare middelen van bun vaderland, dat zij in den steek laten, een ontwerp, dat, als de prac- tiscke uitwerking er van aannemelijk is, door velen met voldoening zal wor den begroet' De Minister van Onderwiis, naar het blad ten slotte opmerkt, lieeft een heel sober program. Minister de Geer heeft het niet noo- dig geacht, aldus De Maasbode (R.K.) om de lijn, idie het Kabinet op 11 Maart j.l. heeft uitgestippeld, nog eens door H. M. de Koningin te laten aangeven. Daar herhaling is uitgesloten en het nog af te werken program groot ge noeg is om er jaren aan te arbeiden, is het begriipelijk, dat deze Troonrede zoo goed. als niets nieuws bevat, maar is geworden een aaneenschakeling van stellingen en gemeenplaatsen, die wei nig zeggen of voor zich zelf spreken, Wie gehoopt had, in deze Troonrede de aankondiging te lezen van groote gebeurtenissen, is zeker teleurgesteld. Wanneer men zich echter op het stand punt stelt, dat bit dit staatsstuk on afscheidelijk de regeeringsverklaring van 11 Maart hoort, krijgt men wat meer inzicht in de planr--- van het Kabinet, zooals deze sedert die verkla ring zijn gegroeid1. „Het Centrum" (r.k.) is van oerdeel, dat hoewel de Troonrede verwijst naar hetgeen „in den loop van dit jaar" werd aangekondigd, men toch zeker omtrent belangrijke punten van staats beleid meer zou hebben verwacht, dan de Rede te lezen geeft. De Regeering heeft volkomen gelijk met niet te veel hooi op de vork te nemen en geen beloften te doen, op de vervulling waarvan weinig uitzicht bestaat. Maar er is sinds de Regeerings verklaring verscheen, alweer een half jaar verloopen en nu zwijgt de Troon rede over onderwerpen,, waaromtrent een nadere aankondiging, preciseering of detailleering zeker niet onwelkom noch overbodig zou zijn geweest. Zij staat daardoor te veel in het teeken van algemeenheid en spreekt van voor bereiding, waar een positiever woord op zijn plaats zou zijn geweest. Heb ben wij de oorzaak daarvan te zoeken in onzekerheid, in een zekere aarzeling en weifeling, omtrent te treffen maat regelen, of zijn, er andere motieven? In elk geval, zoo besluit het blad, blijft tegenover deze Troonrede afwach ten de boodschap en hebben wij dus ons oordeel over haar inhoud en be- teekenis voorloopig op te schorten. „Bet Volk" (SDAP.) acht de Troonre de tamelijk kleurloos, ook in dien zin, „dat zelfs omtrent de punten van wet geving die de regeering toezegt aan te snijden, men uit de bewoordingen waarin dat geschiedt, t--wijzer wordt." „Op die wijze heeft men weinig aan de troonrede. Zelfs omtrent wat de re geering. naar wel schijnt vast te staan zeker van plan is, wordt gezwegen. Zoo verluidde reeds, dat in de begroo ting niet onbelangrijke militaire be zuinigingen aanhangig gemaakt zullen worden. De troonrede zegt er geen woord van. Het schijnt wel het oog merk der samenstellers te zijn ge weest, zoo weinig mogelijk vat te ge ven." Van intermezzo-kabinet wordt de re geering. zegt bet blad. van zelf een slap zaken-kabinet, dat de zaken han gende houdt, zonder veel aan de orde te stellen. De volksnooden moeten wachten. „Wij zeggen niet, dat dit de schuld der regeering is. Het ontbreken eener parlementaire regeering maakt het moeilijk anders mogelijk. De schuld ligt bij die politieke partijen, die tot geen daad komen kunnen. Met name ligt de schuld bij de katholiek staats partij, die een koalitiekabinet onmoge lijk heeft gemaakt en ook aan een de- mokratisch kabinet niet wil meewer ken." Zij is in de eerste plaats, aldus „Het Volk" verantwoordelijk voor de poli tiek van onvruchtbaarheid, waarvan deze troonrede getuigt. „Het Vader la nd"' (lib.) komt in Lijn beschouwing over de troonrede tot de conclusie: De Troonrede is een bescheiden stuk, dat van zelfkennis getuigt van het In termezzc-kabinet wat zijne positie be treft, en ze zal bij velen het verlangen jfersterken, dat de Kamer dit ministerie 'corshands rustig zijn gang zal laten gaan". „Het Handelsblad" (lib.) is van meening. dat de eerste troonrede, die onder net ministerie-De Geer aan de vereenigde vergadering der beide Ka mers is voorgelezen, een stuk zonder stijl is. De rede verraadt door haar bouw en door haar inhoud, hoezeer de oplossing oer regeringscrisis in Maart 1.1. een verlegenheidsoplossing was. Dat had zfc* niet behoeven te zgn. „De Nieuwe Rott. Courant" (lib.) verklaart, dat dit nu met recht eene troonrede is. om niet veel van te zeggen. Zij geeft geen aanleiding tot ernstige critiek, noch ook tot vrooltj- ken lof. Het is meer een keuveltje, een Trconpraatje, dan een Troonredenen men mag vragen, of de Regeering niet, inzonderneid van het jaar, nu de Ko ningin nog als gevolg van een gelukkig genezen ziekte moeite heeft met Haar stem. een wat bondiger en pittiger stuk had kunnen ontwerpen. Overigens zullen wjj over de vlakheid en, tot op zekere hoogte, de gemoede lijkheid van de rede niet klagen. Zij hangen samen met den aard van het kabinet, dat, gelijk het opnieuw, en in heel weinig correct Nederlandsch, wordt medegedeeld, „op politiek gebied, in afwachting van normale verhoudingen de lijn, in den loop van het achterliggen de zittingjaar uitgestippeld' zal blijven volgen. KERK EN SCHOOL. Ds. G. Husmazm. Heden viert Ds. G. Husmann, Geref. predikant te Bunde in Oost-Frieland, zijn zilveren ambtsjubileum. De jubilaris ii November 187S ge boren, werd in 1901 candidaat, om 22 September van dat jaar te Ihrhove het predikambt te aanvaarden. 15 Juni 1919 verwisselde de jubilaris deze standplaats met zijn tegenwoordige Ds. Husmann, die cok classicaal depu- taat yoor Soemba is, woonde de zittin gen der Gen. Synode te Assen van 31 Augustus—10 September j.l. bij als se cundus-afgevaardigde voor de graaf schap Bentheim en Oost-Friesland. Begrafenis A. Koekkoek. Onder groote belangstelling is Maan dag het stoffelijk overschot van den heer A. Koekoek, in leven voorganger der Chr. Geref. Gemeente te Nieuwer- oord, aldaar ter aarde besteld. Een groote menigte volgde de baar Aan de geopende groeve werd het woord gevoerd door den consulent na mens de Kerkeij van Nieuweroord en Hoogeveen, door Ds. de Bruijne van Zwolle, namens de classis en door den heer, J. .van der Net, namens de Ned, Herv Kerk te Nieuweroord. Ook wa ren er afgevaardigden aanwezig uit de fémeente Teuge, waar de thans overle- ene enkele jaren met zegen heeft ge arbeid. De heer Koekoek bereikte den leeftijd van 71 jaren. Jubileum P. H. v. Dijk. Zondagmiddag is de heer P. H. v. Dijk ter gelegenheid^ van zijn zilveren jubileum als evangelist van wijk II der Ned. Herv. Gemeente te 's-Grayenhage. door de Zondagsschool, waar hij 20 jaar aan het hoofd staat, gehuldigd. Toespra ken werden gehouden door Ds. D. A. v. d. Bosch en den heer _J. Gijzeman, terwijl de kinderen den jubilaris toe aongen. Ben predikant, die zijn roeping gevoelde. Het gebeurde dezer dagien in het Oosten van ons land, zoo meldt Det Standaard, dat in een Gereformeerde! Kerk wegens liet nie': beschikbaar zijn van een predikant, tweemaal leesdienst' zou worden gehouden. Onder de kerk gangers bij den namiddagdienst be vond zich o.a. een lieer, die ook desl morgens tegenwoordig was geweest eni in een naburig hotel in pension was. Toen deze bemerkte, dat ook m denj tweeden diens'; „gelezen" zou worden, verliet hij zijn zitplaats en vroeg aani een der ouderlingen, of hij misschien; eens mocht probeeren te preeken. DeJ kerkganger bleek *n.l. em Gerefor meerd predikant uit een ander deel! van het land te zijn, die nu ge'heei onvoorbereid een predikatie hield over een tekst uit Ricnteren 15. Spanning in de Zendinqskringen. Die is er en neemt met den dag toe. In de achter ons liggende maanden van dit jaar werd „de groote trom" de „noodklok" of hoe men dat noemen mag niet zoo vaak gehoord. Dat ver blijdt. omdat altijd-weer-vragen ver moeit. Er is bovendien een stijging waar te nemen in de kleine bijdragen. Maar.met de voor dit jaar benoo digde gelden zijn de Besturen er bij lange niet. Daarom werd m deze da gen aan een aantal Zendingsvriendin een bijdrage gevraagd. Daarom zien de leidende mannen met spanning uit hoe de Christelijke gemeenten zich in de a.s. Zen'dingsweek zullen houden. De inleidende circulaire is dezer dagen verspreid. Alle personen die in klei nen of grooten kring leiding geven, werden 'door liet Zendingsbureau te Oegstgeest gevraagd de voorbereiding tijdig ter hand te nemen. Aan wie be hoeft met vele woorden duidelijk te worden gemaakt dat het voor de Zen ding van heel groote beteekenis is op welke wijze er aan dit verzoek wordt voldaan? Zij er veel enthousiasme. De Vrije Universiteit, Hedenmiddag werd door Prof. Dr. F. \Y. Grosheide het Rectoraat der Vrije Universiteit te Amsterdam, overgedra gen aan Prof. Dr. A. Goslinga, na het uitspreken van een rede. De aftreden de Rector maakte eerst eenigè opmer kingen over het studentenprobleem. In abstracto moge een Universiteit zonder studenten kunnen bestaan, ze is dan toch niet meer dan het gezin zonder kinderen. Zoo bestaat aan ell.e Universiteit de begeerte om studenten te krijgen en komen er te veel, dan rijst weder de vraag, waar zuilen de afgestudeerden blijven. Ernstiger dan deze waag is die omtrent de levens houding der studenten. Dat is ook in het afgeloopen jaar aan de VU. geble ken. Het standpunt, dat de VU. van het begin aan ingenomen heeft is, ie dere student is bij ons Welkom. Wel de hoogleeraren, niet de studenten be hoeven Gereformeerd te zijn. Maar ais er niet-Gereformeerde studenten zijn, dan zal dit vanzelf ook uftkomen. Aan de andere zijde mag en moet aan ieder die aan de VU. studeert de eisch ge steld, dat hii rekening houdt met üo inrichting, aan welke hij is. Evenwel de VU. naar haar studenten beoorriee- len, gaat niet op. Komende tot de feiten werd vermeld het aftreden van den heer W. de Vlugt als Directeur van de Vereen} v. HO. op Gerei'. Grondslag en het optreden als zoodanig van den lieer J. J C. van Dijk. De Vereeniging mocht vtan H. M. de Koningin ten behoeve van de Uni versiteit een viertal etsen van Bauer ontvangen, welke thans de Senaatszaal versieren. De heer Colijn werd' be noemd tot Commandeur in de O* de van den Nederlandschen Leeuw. Gevoelvolle woorden werden géwNjd aan Dr. de Moor, die in de afgeluopdn periode overleed. Als nieuwe Curatcte* werd Ds. Ferwerda welkom geheeten- De heer Heemskerk werd benoemd tot Minister van Staat. Wat de hoogleeraren betreft, zoo is het aftreden van Prof. Geesink ea het optreden van de heeren Waterink. Vol- lenhove en Dooyeweerd aanstaande. Uit de benoeming van Dr. Walërink blijkt, dat het contract met Geref or m. Schoolverband werd afgesloten. Prof. Bouman werd van gewoon buitenge woon hoogleeraar. hetgeen ook veran deringen bracht in de kliniek en liet laboratorium aan het Valeriusplein. Gewaardeerd werd de uitbreiding aan het Jaarboek gegeven, waarna werd medegedeeld, welke regeling is getroffen inzake de récensie en exa mina van studenten in militairen dienst. Voor het Calvijnfonds hoopt over niet al te langen tijd een buiten land sch Gereformeerd geleerde op te treden. Nadat was opgenoemd welke bijzon dere plichten de Rector te verrichten had. werd verslag gedaan over de stu denten. Geëxamineerd werden 339 stu- FEUILLETON. Door leed en strijd, 8) Eindelijk begonnen de solda ten zich te schamen, en een hunner zeide zelfs, dat zij een flinke meid was. Dat meisje was de grootmoeder van mijn grootvader, en men spreekt in Schotland nog alti.j'd over haar moe dig gedrag. Maar het Iqopt niet altijd zoo goed af. Gij kent allen de arme Paraska, en weet, dat men haar beide kinderen weggenomen heeft. Welnu, dat kan ons ook overkomen, niet de groote jon gens en meisjes, zooals Marfa en Ser- gius en ik, men zal ons behandelen als de groote menschen maar de kleintjes bedoel ik. Maar 0, wanneer men u van uw ouders wegneemt, dan moet gij altijd aan hen blijven denken en nimmer vergeten wat zij u geleerd hebben. Gil moet aan hen en aan God getrouw blijven. Wij moeten getrouw blijven, al zouden we er,voor moeten sterven. 'Wij mogen niet voor de heili gen knielen en tot niemand anders bidden dan tot God. Nimmer! Nim mer! Het is niet erg om te sterven, als wij God liefhebben. Sterven duurt maar kort en dan zijn wij veilig en voor altijd bij den Heer Jezus Christus. „Zult gij dat goed onthouden?" „Ja, ja!" riepen allen als uit een mond. „Het helpt mij dikwijls" ging Mi- chaël voort, „wanneer ik er aan denk, dat onze Heer ook geweest is juist wat ik nu ben: een knaap van mijn leef tijd, die bij zijn ouders woonde en.." Hier werd het bruine handje van de kleine Clava in de hoogte gestoken, ten teeken, dat zij iets gewichtigs te vragen had. „is Hij ook zoo klein geweest als ik?" vroeg het kind. „Ja, juist zoo klein als gij, lieve Cla va" antwoordde Michael, „ook zes jaar oud. En Zijn moeder zorgde voor Hem. zooals uw moeder voor u zorgt, en Hij maakte haar zoo gelukkig, want Hij was nooit stout. Wanneer wij in ver zoeking komen, moeten wij onszelven afvragen wat Hij in onze plaats zou gedaan hebben. Denkt er aan, dat de Heer Jezus den marteldood is gestor ven, en dat wij bereid moeten ";te om Ziin voorbeeld te volgen. Men be hoeft niet eerst groot te worden om een martelaar te kunnen wezen." Vader Cyrillus. Terwijl Michaël nog sprak, werd de opening van de hut verduisterd door de schaduw van een man, die zich aan den ingang vertoonde. De kinderen vlogen naar een hoek als een troep verschrikte schapen, maar Michaël en Sergius hielden danper stand. Angst en teleurstelling vervulde het har', der beide knapen. Niemand minder dan Vader Cyrillus, de Baloushka, had hunne schuilplaats ontdekt. „Zijt gij zoo bang voor mij. kinde ren?" sprak hij op vriendelijken toon, terwijl hij zich op een der boomstam men neerzette en de handen naar de verschrikte kleinen uitstrekte. „Kom hier, kleine Velia; kom bij mij, lieve Clava. dan moogt gij op mijn knie zit ten, ik heb lekkers voor u meege bracht. Geeft mij een hand, jongens" vervolgde hij, zich tot Michaël en Ser gius wendende. „Ik hoorde u te poosje geleden zingen, en na eenige moeite is het mij gelukt u te vinden!" „Batoushka" zeide Michaël aarze lend en met beven'dé stem, „deze oude hut is een geheim." „Voor mij niet meer" antwoordde Vader* Cyrillus. „maar stelt u gerust, beste jongens, ik heb achting voor uw ouders en zal hen en de hunnen niet verraden." Michaël .'rad r.u een weinig achter uit en bracht Velia en de kleine Clava met zachten dwang bij den triester. Deze nam Clava op zijn knie en sloeg den arm om Velia. terwijl ook de an dere- kinderen nader kwamen, aange trokken door zijn zacht en vriendelijk voorkomen. Zijn bleek en ernstig ge laat was dat van een nog jongen man, hoewel het ongeknipte haar, hetwelk in het midden gescheiden was en op "dn schouders afhing, en de lange haard aan zijn uiterlijk iets eerwaar digs gaven. Niettegenstaande den wee moedigen "blik. waarmee hij deze groep van jeugdige ketters beschouwde, die reeds naar het martelaarschap dongen, speelde er een glimlach om zijn lip- nen. Het was hem te moed.®» aooals het den Heer te moede zal geweest zijn, wanneer men kinderen tot Hem bracht om door Hem gezegend te worden, en Hij voorzag, dat die kleinen de hitte der vervolging zouden moeten door staan. Vader Cyrillus wist. dat dezen hulpeloozen kinderen in de naaste toe komst groote droefheid te wachten stond; hij was diep getroffen en de tranen stonden hem in de oogen. toen hii Ziin hand op het hoofd der kleine Clava legde en haar in stilte ziin zegen gaf. „Lieve kinderen" dus sprak hij hun toe, „ik zie u slechts gelden, maai' daar om stel ik niet minder belang in u allen. Gij behoort tot mijne gemeente en de Kerk heeft mij tot uw Batoush ka aangesteld. Ik zou alles willen ge ven wat ik bezit, ja, er mijn leven voor willen laten om u en uw ou ders terug te brengen tot de Kerk. die gij verlaten hebt. Ja, Michaël, ik weet 1 het, dat zoo iets niet dadelijk gebeuren kan. De Kerk moet gezuiverd en her vormd worden, maar wii zijn toch ook Christenen. Ik zou wencHien, dat nie mand het durfde wagen het teeken des Kruises te maken zonder daarbij eer biedig het Kruis vaii Christus te ge denken. En niemand zou een beeld in zijn huis mogen plaatsen dan als een herinnering aan de alomtegenwoordig-' beid Gods, voor Wiens aangezicht men eeen kwaad mag bedrijven en in Wiens bijzijn men geen boos woord mag spreken. Deze symbolen moeten deze waarheden in gedachtenis bren gen; zoo niet, dan ziin 70. ócaer dan denten. 203 theologen, 54 litteratoren, 76 juristen, 6 medici, dus 3 ingeschre venen voor meer dan één faculteit. Twee promoties hadden plaats; doc torale examens in de theologie 4 (1), in de litterairische faculteit 1. in «ie juridische le gedeelte 10 (3), 2e gedeel-* te 19 (3). Candidaatsexamen in de the ologie 22 f3), in de juridische faculteit 11, in de litterairische 7. Dan 40 pro- paedeutische examens (7), Examens naar Art. 135 HO. 6 (3). Admissie-exa- mens 13 (8). Het cijfer tusschen haak jes duidt het aantal niet geslaagden aan. Twee studenten, de heeren A. Lit- tooy en F. A. J. Ross, werden door 'den dood weggenomen. Daarna volgde de overdracht van het Rectoraat. BINNENLAND. De betooging van Zendag j.l. De heer Duymaer van Twist heeft den minister van Justitie de volgende vragen gesteld: le. Is het den Minister bekend, dat op Zondag 19 September té s-Graven- hage een betooging is# gehouden voor ontwapening en medezeggenschap, welke betooging gepaard is gegaan met optochten met muziek door de ge meente? 2e. Heeft de minister kennis gekre gen, dat de optochten met muziek voor vele ingezetenen een rustige vieriiig van den Zondag, zooals de Zondagswet van 1 Maart 1815 voorschrijft, nebben onmogelijk gemaakt? 3e. Kan de Minister meledeelen, of de optochten met muziek stoornis heb ben gegeven in de godsdienstoefenin gen, gehouden in kerken waarlangs de optochten werden geleid? 4e. Zoo vraag 3 in dien geest wordt beantwoord, dat inderdaad deze stoor nis heeft plaats gehad, is het 'Inn juist dat, in strijd met artikel 5 van (enoem de Zondagswet, de plaatselijke politie van 's-Gravenhage goën zorg-, hes't ge dragen, om te voorkómen of te do^n ophouden hinderlijke bewegingen en gerucht in de nabijheid der "gebouwen, tot den openbaren eèrediensi bestem'!? 5e. Is de minister bereid, een onder zoek in te stellen en me te t dec'eii, of ingevolge de toezegging, gednn:, in <.e Memorie van Antwoord op het te «lö I hoofdstuk der Staaisbeg'ootiug vu het loopende dienstjaa»*, er bij beui ami leiding bestaat tot liet treffer, van de 1100dig gebleken voorzieningen V Verzakkingen in aa üijnsïïcri; Het verzakken van wegen >-n -1 beu ren van huizen dat in dr- mijnstiv.-k nogal voorkomt^ begint erger ie wzr-. den. Deze ontstaan of wel van ie m.n „Willem Sophia" of staatsmijn \Y;!- heljnina". Toen de coiffeur v S Zaterdagmor gen ontwaakte, bemerkte hij, dai i.u winkelruit gebarsten wu>. K-.-i.. sprong Zaterdagavond op ten w. naar Aken onder Spëkholzerhcidc -te winkelruit van den slager De po.m- bare wegen zakkenij eveneens op ver scheidene plaatsen in Bomniig" Ter breedte van I meter. Persoonlijke ongelukken l:wa;iu". nog niet voor, doch zullen op. V\-i niet uitblijven. Nederlandsche wsrk!ltrien naar Engeland. Van nit West Noord Brabant rijn gisteren wederom een 100-.ta! werklie den, ow. ongeveer 80 man uit Ouden bosch en 1-2 uit pud-Gasto., naar Enge land vertrokken om daar in de suiker campagne aan c£e B.W.S -fabrieken te werk te worden gesteld. De brug over hel Kaioxvocr. Bij rden Commissaris dor Koningin in de provincie Overijssel is bericht van den Minister van Waterstaat in- gekomes, dat aanbestodimt van den onderbouw van brug voor gewoon verkeer over cien Usel bil hel Kater- veer van L 10 tot die ;wg behooren-le boogbruggen en v*ui bijkomende wor ken is bepaald op Vrijdag 29 October nutteloos. Daar zal een tijd komen maar die is noer ver af." Hier hield Vader Cyrillus even op met een trilling in ziin stem. die aan de verzuchting "Van een afgematien strijder denken yieed. Velia drong zich diclïter tegen hètte aan, alsof hii haar vader was. en de andere kinderen kwamen steeds, nader en «tonden rond om zijn knieën geschaard. Michaël kon zijn oogen nief afwon den van het ontrcerdd gelaat van den Batoushka. 0„ hoe zou ik wenschen tot u te kunnen behooren" riep hii eindelijk. ..maar het kan nietr Het kan ntef!" „Wij kunnen toch met elkander bid den. mijne kind'eren" zeide Vader Cy rillus. Én daar in bet midden van de verlaten hut. wiiar de vervolgde Stup- disten zich alleen durfden vereenigen, knielde thans de Batoushka. omringd door de kinderetn en zond een eenvou dig gebed omhoog, zóó eenvoudig, dat zelfs de kleine Clava ieder woord Re-, begrijpen. Hij bad. dat God met hen mocht zijn in de moeilijke tijden, die aanstaande waren, en dat Hij hen voor het kwade mocht bewaren, voorai voor het kwaad van ongehoorzaamheid aan Zijne stem. wanneer H\ti door hun ge weten tot hen sprak. Toen allen van hunné> knieën waren opgestaan, kuste hij ieder kind op het voorhoofd, en allen bogen eer'biedig het hoofd, toen hij den priesterlijken zegen over hen uitsprak. tWordt vervolgdl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5