CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN Dit oummer bestaal uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. STADSNIEUWS. Belangrijkste nieuws in dit Mummer. 7ae JAARGANG WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1926 NUMMER 1932 COURANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden wear agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.50 Per week i 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 BUREAUHooigracht 35 Leiden TcL 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertent!Sn per regel 22"/» cen( Ingezonden Mede deelingen, dnbbel Uriel Bij contract, belangrijke reductie. Klein# advartentiSn bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent V Ongewone belemmeringen. H. M. de Koningin heeft gisteren in de troonrede gezegd, dat land en tuin bouw in verschillende van ziin takken bedreigd wordt door ongewone, naar gehoopt mag worden tijdelijke, belem meringen in den afzet van zijn produc ten elders. Daarop liet H.M. volgen de meest krachtige term uit heel de rede, n.l.: Er wordt met kracht naar gestreefd dit euvel een einde te doen nemen. Van verschillende zijden heeft men zich afgevraagd, wat, toch wel die krachtige maatregelen zouden zijn. Ge dacht werd aan bescherming door in voerrechten, of repressaille maatrege len door belemmeringen op artikelen van invoer. Anderen meenden,'dat hier bedoeld is overleg door ons Departement van Buitenlandsche Zaken, met de Regee ringen van de landen, waarheen onze land- en tuinbouwproducten aftrek moeten vinden. IHet komt ons voor, dat deze opvat ting de eenig juiste kan zijn. In de eerste plaats volgt dit deel van de troonrede op dat waarin sprake is van herstel van het economisch leven en de moeilijkheden daarbij ondervon den. Wel is daarbij sprake van het In ternationale ruilverkeer, maar dat wordt alleen genoemd verband met de onstandvastige waarde der munt eenheid in verschillende landen. Is de druk der tijden min of meer ©en verschijnsel, dat slechts langzaam voorbijgaat, hier is gedacht aan bijzon dere cftnstandigheden, die daarom ook bijzondere maatregelen eischen. Daar om zijn ze afzonderlijk genoemd. Moesten wij hier denken ahn be scherming van land- en tuinbouw langs den weg# van het tarief, dan was het hier al zeer weinig op zijn plaats. Wanneer toch deze regeering voor nemens mocht zijn om de fiscale lijn in onze tariefswetgeving te verlaten, dan zou ongetwijfeld verwacht mogen worden, dgt zij hij dat ^eel van de troonrede, waarin sprakis van de landsfinanciën. daarvan mededeeling zou doen. Maar in de troonrede is sprake van een reeds nu in gang zijnd streven om het euvel te doen den. Zet •men dit in verband met de menigvul dige» verzoeken. reeds tot de Regeering gericht om de helpende hand te bie den, dan komt het ons voor, dat de troonrede op al die verzoeken als het* ware het antwoord geeft. Een ant woord, dat oók in het h-"*«nland aan dacht trekt en daarom van dubbele be- teekenis moet worden geacht. Hiermede in overeenstemming is, dunkt ons, de geheele toon. Immers is er sprake van onepwone belemme ringen, van bedreigin g, van een euvel en van krach t i g streven. Wii hopen, dat deze passus niet iidel zal ziin en dat krachtige maatregelen spoedig het gewenschte resultaat zul len hebben. Intrenzede van prof. dr. H. T. de Graaf. Prof. dr. H. T. de Graaf, bijzonder hoogleeraar in de leer der godsdien stige gemeenschap aan de Rijksuniver siteit te Utrecht, benoemd tot gewoon hoogleeraar aan de Universiteit te Leiden, als opvolger van wijlen prof. dr. K. H. Roessingh om onderwijs te geven in de encyclopaedia der godge leerdheid, de wijsbegeerte van den godsdienst en de zedekunde, heeft van middag in het groot auditorium der Leidsche Universiteit zijn inaugureele rede gehouden, welke tot titel droeg: Meening of waarheid. Spreker begon met op te merken* dat reeds in bet oudste denken-en vra- ?en van Europa een ingespannen aan lacht is gewijd, soms niet zonder hartstocht, aan de betrekking tusschen meening en waarheid. Welke plaats, *ldus spr. neemt de waarheid in in de aeening, wat is de oorzaak, dat een ïieening waarheid kan bevatten zon- ler dat zij bewuste, logische gronden kent? En als Plato deze gronden be handelt, gebruikt hij woorden en wen- lingen, die men ook terugvindt hij een Ier grootste moderne denkers. Kant. Het dagelijksch leven dringt ons ge- lurig het vraagstuk der meeningen op 5n wij behoeven ons bij het onderzoek Ier meening niet te r---^rken tot de eenlingen, want ook bij groepen van grooter en kleiner omvang treffen wij Ineeningen aan en zi1 hebben dan den uiterst belangwekkenden vorm van JCezamenlijke meening. Waarheid is échter tusschen al die meeningen een teldzame heester en dit is de oorzaak ?an de inspanning en den hartstocht. Ae kunnen het toch niet uithouden jonder de waarheid. Wii moeten stel- jg meermalen in de meening de waar heid erkennen en haar plaats bepalen, maar in het dagelijksch leven kunnen we niet altijd wachten op de waarheid. Er valt soms niet meer dan waar schijnlijkheid te bereiken en daarmede moeten we dan tot daden komen. Spr. betoogt? dat hierin de rechtvaardiging en de begrenzing ligt van de pragma tische methode, en zet daarna uiteen, dat hoe meer de meeningen steunen op de logische gronden, des te meer zij ook naderen tot het weten, en deei hebben aan waarheid. Vandaar, dat Kant de meening omschreef als een soort bewustzijn, zoowel subjectief als objectief ontoereikend voor-waar-hou den. Kant's omschrijving is echter niet voldoende, want de meening als ac tueel zielsverschijnsel houdt verband met de daad, wil zich in de daad uit werken Meening zonder samenhang met onderneming is een abstractie. Wij zijn 'wezens, die streven en waar de verwezenlijken willen. Maar be halve dit bepaalt het denken in 'smen- schen geest de zitting van zijn streven. De meening vórmt het midden tus schen wensch en inbeelding en gowaar wording eenerzijds en weten ander zijds en daarom heeft zij deel aan de waarheid van den' beginne af, steeds grooter deel naarmate zij meer waar heid wordt. Spr. gaat dan de verhou ding na van ons streven tot de vervor ming daarvan, met behulp van den waarheidsarbeid. Voor velen hebben geloof en weten evenveel waarde als waarheid, voor anderen is de waar heidsmaatstaf vervlochten met bruik baarheidsmaatstaven. Wetenschap is een functie van het leven in zijn être- ven van de cultuur, maar dan in dien zin, dat de richtig van het leven waar Iiik wetenschap eisebt. Hoe onmisken baar het verband is tusschen weten schap en leven, in de wetenschap geldt allereerst een waarheidsmaatstaf. Ook voor de cultuur is het raadzaam, dat de meeningen aan de kennis onderge schikt blijven en zich wijzigen op grond van logisch doordenken, van nieuwe ervari-van fijner waarde schatting. Wanneer men nu bedenkt,, w*elk een machtig richtende factor de bijzondere en gezamenlijke meeningen zijn in het samenleven, dan voelt men de noodzakelijkheid van- den arbeid voor hare loutering. Deze noodzaak zal het sterkst worden gevoeld waar de voor waarheid gehouden meening door velen als niet meer dan meening wordt erkend; stelselmatig kan ech ter alleen het wetenschappelijk bedrijf de meeningen louteren. Uitvoerig be toogt spr. dan dat leven en wetenschap innig samenhangen, maar dat voor waarde voor goede verstandhouding is de zelfstandigheid van het weten schappelijk goed. De hierboven ontwikkelde samen hang van waarheid en meenftig is ook dienstig, aldus spr. voor de goudsien stige levensvormen. De godsdienstwet tenschap, deel van het zelfstandig we tenschappelijk goed, is op religieus ge bied als gids der meeningen te erken nen. Spr. wil echter daarmede niet be weren, dat de wetenschap zoo ongeveer de leidende kracht der religie zou zijn Verbreking van den tusschen de godsdienstige gemeenschap en de we tenschap zou spr. een groote schade achten. In het bijzonder is het weten schappelijk "-oheel te rechtvaardigen als men beproeft, de gegevens en uit komsten van verkregen kennis samen te vatten in een algemeene weten- schap. Of liet raadzaam is deze weten schap metaphysica te noemen, mag men in twijfel trekken, als men zich met dezen naam eenmaal in neo-Kan- tiaansch gezelschap heeft vertoond. Reeds bij dit begrip wordt de weten schap gedragen door het leven. Als wii er aan denken, dat zij strevende, waar- deerende wezens zijn, dat de geest te leologisch is. dan zou men kunnep spreken van geestelijke wetenschappen die wetenschappelijk onderzoek be- oo— naar dat waar den n gelegen is. En dat niet alleen om vast te stellen, welke waarde de mensch heeft toegekend en toekent, maar ook een vergelijking der waardeschattin gen naar de maatstaven die de heden- daagsche cultuurmenschheid gebruikt. Met deze geestelijke Wetenschappen heeft de godsdienstwetenschap innige verwantschap. Ook zij heeft haar ver bindingen met de empirische studie. Maar zij behoeftdaarom niet te loo chenen, dat zij ook wil doordringeh in de hoogste, aangelegenheid van den mensch met de hulpiniddelep van het wetenschappelijk denken. Het voor werp van die godsdienstwetenschap is verschillend bepaald en sommigen zijn voor niets zoo bevreesd dan dat het godsdienstig leven haar voorwerp zou worden. Anderen willen haar voor al losmaken uit het streven onzer 'YVestersche cultuur-menschheid en haar binden, zooal niet aan een be staande kerk. dan toch aan het be staan der Christenheid. Spr. voor zich blijft voorshands geneigd om de gods dienstwetenschap in nauw verband te laten met de andere r nsrhappen en hij bespreekt pro gramma's van dezen Spr. betoogt dan verder. dat. al ont leent le theologie haar hastaansrecht aan het recht van alle geestesweten schappen, haar vorm onder ons heeft zij stellig van de existentie der Chris tenheid. Hoe meer deze Christenheid ook door middel der godsdienstweten schap heiligend en bevruchtend wer ken kan op,de cultuur, des te grooter wordt de kans, dat onze cultuur niet ondergaat, maar geneest. Geen losma ken van de cultuur zal Jieil brengen, voor de godsdienstwetenschap en voor die aangelegenheden, in wier dienst zij staat. Maar in het doordenken van de cultuurmaatstavén in de denkende be moeienissen met de hoogste aangele genheden van den mensch, zal de belij denis der Christenheid veel licht kun nen geven. Daarom zal de dsdienst- wetenschap er voor hebben te zorgen, dat de waardeschatting, waarop deze belijdenis rust, in het volle licht komt. Daarenboven heeft in den voortgang der menschelijke geschiedenis de gous dienstwetenschap thans een belangrij ke taak te vervullen. Er ontwikelen zich naast en ook wel in samenwerking met de kerken nieu we toekomstvormen van menschheids leer. De leer van den mensch en van zijn hoogste goed zijn daarbij nauw betrokken. Om het contact te bewaren in de menschen-gemeenschap is een nieuwe geloofstaal noodig, waarin de mensch der toekomst zal spreken, zich zijn hoogste aangelegenheden zal her inneren en daardoor ziin leven zal be kwamen en bevrijden van ïjdelheid en dwalingen. Hiervoor zal loutering der meeningen door benadering van tie waarheid door en door noodig zijn en waar in heden en toekomst de betee- kenis der openbare meening onmisken baar toeneemt, zal de loutering van deze meening ook door de godsdienst wetenschap een cultuurtaak mogen heeten van groot gewicht. Spr, besloot zijn rede met de gebrui kelijke toespraken tot curatoren, hoog- leearen en studenten. Het Oude Boek. Om de liefde voor het oude boek aaji te*kweeken en tevens aan zich en haar werkwijze meer bekendheid te geven, houdt de fa. Burgersdijk en Nier- in a n s, boekhandel en antiquariaat, in haar magazijn s-Gravenstein een ten toonstelling van het oude hoek. De tentoonstelling zal geopend zijn van 23 Sept. tot 29 Oct. op alle werk dagen behalve 's Zaterdags en Maan dag 4 Oct.) van 2 tot 4 uur; tevens zijn dan de magazijnen te bezichtigen. Gaarne maakten wii van de ons he denmorgen geboden gelegenheid, de tentoonstelling te zien, gebruik- en wij kunnen onze lezers, voorzoover zii zich voor hoeken interesseeren, eveneens een bezoek aanbevelen. Om met de ten toons telling te begin nen, deze bevat in de eerste plaats tal van oude "-«chriften, op Leiden be- trekking hebbende: een mooi exem plaar van v. Mieris Beschrijving der stad Leiden, oude keuren en platen, w.o. een plaat van Leiden s ontzet, da- teerende uit 1596. prenten portret ten, een bundel, betrekking hebbcilde op het jubileum der universiteit m i <25, enz. Vervolgens zijn te zien de beschrij vingen van andere steden lüien maak te daar vroeger meer werk van 'an tegenwoordig!): Hoogenhergs platte gronden van vefe binnen- en buiten landsche steden, uit 157b. een prachtig ex. van Mathijs Balen, Beschrijving der stad Dordrecht, een boek over de Zeeuwsche steden, waarvan er thans verscheidene heel anders uitzien ten gevolge van brand, achteruitgang en/, ook enkele tot het verdronken iand be lmoren; ook dit boek, dat uit 1670 da teert is goed bewaard gebleven. Zeer typisch is ook het contrast tus schen een mooi exemplaar Statenbij bel met platen uit 1714 en een „Kern der kerkelijke historie" in twee deel tjes, die men in zijn vestjeszak kan steken. Ook op het gebied van natuurlijke historie zijn merkwaardige uitgaven le zien, we denken aan dure vlinder- hoeken, w.o. het bekende werk van Sepp, dat in 1728 begonnen nog niet compleet is, een boek van f900! Voorts Buff ons natuurlijke historie. ïn een ander vertrek, een der oudste gedeelten van het gebouw, ziet men oude atlassen, geneeskundige werken (Boerliaave met portretten), een hoek van Clusius, die dezer dagen herdacht zal worden, beschrijvingen van plan ten, werken van Hugo de Groot. w.o. „La verité de la Religion Chrestienne" te Parijs uitgegeven en geheel in schrijfletters gedrukt; ten slotte tal van mooie -banden en prachtig uitge voerde oude landkaarten. Na de bezichtiging dqr tentoonstel ling maakten, wij een wandeling door het eeuwenoude gebouw, dat gelijk men weet vroeger a's gevange'nis dienst deed en thans een templum Sa- lomonis sapientiae, een w: sheidstem- pel is. We zullen d<v magazijnen niet in bijzonderheden beschrijven, doch het zij genoeg te vermelden, dat hier een verzameling boeken voorradig is, die naast elkaar ge:.et eon afstand van meer dan 8 K.M. ongeveer 1H uur loo- pen) zou innemen. Hierbij is ongeveer 1 K.M. theologie, 1 KM. Grieksche en Latijnsche classieken. meerdere zalen met tijdschriften, met almanakken, met dissertaties, een groote verzame ling Noorsche litteratuur, enz. Wie zoekt, heeft heel veel kans hier te vinden, want een zoo rijke verzame ling boeken zal men elders in Neder land nauwelijks of niet aantreffen. ontsierende reclame. De Kantonrechter alhier heeft heden uitspraak gedaan in de zaak tegen T. A. v d H. te Oud-Ade en H.- S. te War mond, die hadden terechtgestaan, dat zij in strijd met de verordening tot het tegengaan van ontsierende recla me te Warmond reclameborden voor Harteveld's Kaagwater op hun land, gelegen in het landelijk gedeelte van Warmond, hadden geplaatst zonder vergunning van B. en W. De Kantonrechter heeft S. vrijgespro ken, omdht uit het getuigenverhoor was gebleken, dat de plaats, waar het bord stond, niet was gelegen in het landelijk gedeelte. v. d. H. werd ontslagen van rechts vervolging, omdat het feit, zooals het in de dagvaarding was omschreven, niet strafbaar was, aangezien niet was ten laste gelegd, dat het bord stond op een van het openbaar- vaarwater af zichtbare plaats, wat vorens de verordening wordt vereischt. De vorm van een getuigschrift. Vanmorgen heeft ter civiele zitting van het Kantongerecht voor het eerst gediend de zaak van H. J. van O. ont slagen werkman bij de HTM. te^en de ze Mij. v. O. wenschte geen genoegen te nemen met de formuleering van het getuigschrift en vorderde nu een ge tuigschrift. zooals hij meende dat het behoorde. Voor v. O. trad op Mr. Ro- meyn, die concludeerde overeenkom stig het rekest, waarifa nemens Mr. Stipriaan Lulscius, die voor de HTM. optrad, 4 weken voor antwoord werd gevraagd. Sumatra-Comitè. Bij het Sumatra-Comitó zijn nog de volgende giften ingekomen: F. E. Tl; Dr. T. f2.50; N. N. flj d. R. f2; W. F. v. d. R. f2.50; X. te L. f5, L. M. IC. f10; Wede. Dr. G. W.—H. f2.50; Dr. R. H. f2.50. en Dr. H. O., Den Haag, f5. Giften worden nog gaarne ingewacht bij den Penningmeester, den heer F. Muys van de Moer, Plantsoen 49, Lei den, gironummer 57471. Zweminrichting Rijn- Schickanaal tijdelijk gesloten. Aan boord van een schip, liggende in het kanaal, nabij de Lammebrug, is een geval van buiktyphus geconsta teerd. In verband daarmede is de zwem inrichting van de Leidsche Zwemclub, op advies van Dr. van der Horst vain den Gemeentelijken geneeskundigen dienst, tijdelijk gesloten. Het bestuur der Zwemclub heeft reeds maatregelen getroffen, zQodat de leden in de zweminrichting D«e Zijl mot hunt oegangskaarurn van de I.cid soke Zwemclub toegang hebben. Gister, Dinsdagmiddag is bii het bouwwerk op het terrein der Stede lijke lichtfabrieken te Leiden de 26-ja- rige bouwyakarbeider C. Brandt van een hoogte van 13 Meter van een'stei ger gevallen. Hij was op slag dood. De politie heeft het lijk in beslag geno men en wegens het veroorzaken van dood door schuld proces-verbaal opge maakt tegen dengeen, die met de. lei ding van dif bouwwerk is belast, aan gezien er niet afdoende voor de veilig heid was gezorgd. De heer J. J. Metz uit Rotterdam, een der ernstig gewonden bii het spoor wegongeluk aan de Vink. heeft giste ren in het Acad. Ziekenhuis een ope ratie ondergaan. Zijn toestand was heden redelijk. De overige gewonden maken het goed. In de volkstuintjes achter de Da Costastraat is een wit schaap onbe heerd aangetroffen, welk dier geschut is. Burgerlijke Stand. Geboren: Hendrik Johannes, z v H Helvenstein en M. Rijsbergen; Wybe, z v T. de Jong en A. C. Baars; Anna Petronella Maria, d v A. Reyngoudt en T. P. Stoel; Barbara Corna. Maria, d v C P. T. Omtzigt ep B. C. M. Laken; Alida Cornelia, d v C. v Onseien en C. P. Dekker; Bertus Marinus, z v D. Schouten en C G. Reijken; Pieter Da vid, z v D. Arentsen en M. v Weerlee; Adra. Isabella Hendrica, d v W. B. A. Leune en E. J. M v Haasteren; Gerar- dus Hendrikus, z v P Blijsw:jk en S. J. Kruyk; Trijntje Elisabeth, <1 v P. Slootweg en T. de Wilde; Carel Hen drik, z v J. W Carton ep M. Philippo; Elisabeth Alida Catha., d v J Boot en A. H. Ouwerkerk; Abraham, z v H. C. F. de Greef en P Meijer; David, z v S. Stokkel en W. Te9ke; Maarten, z v M. de Bruyn en J. Barendse, Hendrica Martina Maria, d v L. P. v. d. Geea* en M. M A. Mens; Elisabeth, d v W. Tes- ke en A, Onderwato^ llendrika Binnenland. Persstemmen ever d9 Troonrede. De militaire relletjes te Assen. Buitenland. 'Een bespreking van da Brltsche re geering en het mijnwerkersbestunr. De Belgische regeering verkl aart het voorstel-Loewenstein onaannemelijk. Clasina, dvC. M. v. iHaastrecht en M. W. Janmaat; Paulina Geertruida Adriana, d v L. J C. Aalbersberg en en E. H. D. Beijer; liuhertus, z v B Mieloo en W. Sinteur,Maria Helena, d v H. J. van Slagmaat en J. M. Vijl- brief; Lydia, d v J D Slijkhuis en A. Keyzer; Catharina Francina, d v J. v. d. Weijden en C. M «le Vos; Neeltje Hendrikje, d v A. Mulder en J. Hvze- lendoorn; Cor Johan, z v P. N llorree en J. v. d. K^ast; Cornells Johanna Maria, z v C. Jeuster en M. G. Bakkers; Jacobus Antonius* z v A. J Graafmans en M. van Duuren. Gverleden: C. AbspoelKret, vr. 59 j; H. de Lange; dr 3 mnd, E. C. Jonk, dr. 8 w; W. v. Velzen, z. 2 w;J. C. P Geil, vr. 80 j; J VersterKamerlingh Onnes, vr. 63 j; W. v. d. Heijden, dr. 20 mnd.; J LamanBon ,vr., 43 jA. M. Vermeulende Muynek, vr GO j.; C. A. H. Corel, zn., 3mnd A. J. Ber gers, zn., 18 j.; A. SchepperSchme- renbeek, vr., 50 j M. Webber, dr., 71 j. Gehuwd: S. Kukler, im en C. v. d. Berg, jd; A. Singeling, jm en J. Be- kooy, jd; J. v. Houten, jm en S M. Par don. jd; J. Chaudron, jm en G. v. d- Wilden, jd; J. Pardon, jm enH. Taver ne, jd; D Boon, jm en T. Onvlee, jd; I. Masurel, jm en M. E. Goddijn, jd; L G. Menijn, jm en G. v. Dijk. BINNENLAND. Extra treinen op Zondag. Op de vragen van den heer Kersten betreffende het inleggen van extra treinen *op Zondag 18 en 25 October j 1. in verband met de kermis te Luik en de in verband daarmede door de Ne derlands che Spoorwegen geplaatste ad vertenties, antwoordde de Minister van Waterstaat: Bij onderzoek is den minister geble ken, dat door de Nederlahdsche Spoor wegen gezamenlijk met de Belgische j'aarlijks bij gelegenheid van de ker mis te Luik extratreineu worden inge legd tusschen Maastricht en Luik, ten einde in het belang van publick en per soneel het zeer drukke verkeer mees ter te kunnen blijven, dat dergelijke treinen ook hebben geloopen op de in de vragen genoemde Zondagen en dat die niet in de dienstregeling voorko mende treinen per advertentie zijn be kend gemaakt, zonder welke adverten tie de inlegging geen zin zou hebben gehad Bij deze treinen is geen tariefsveria ging toegepast en was het eenige doel het vervoer te kunnen beheerschen Hoewel de Minister persoonlijk deze vermeerdering van arbeia op Zondag betreurt, kan hij hierin v. de zijde van de spoorwegdirectie geen aanmoediging tot ontheiliging van den Zondag zien en is hij van meening, dat door geen ïpoatregelen te nemen groote verwar ring zou kunnen ontstaan, wat zeker de Zondagsrust en le Zondagsheili- •ging niet zou kunnen bevorderen. De minister is van oordeel, dat toe standen, als in deze vragen worden ge wraakt langs anderen weg dan op de verlangde wijze moeten worden be streden en hij zou het daarom niet goed achten, den gevraagden invloed der regeering aan te wen ten. Op de vragen van den heer Duymaer var/ Twist betreffende het loopen van een extra-trein tegen verlaagd tarief op Zondag 18 April 1926 /an Amster dam gn van '9-Gravenliage naar Tiel, antwoordde genoemde minister: De directie der spoorwegen is ge woon, in het zomerseizoen het reizen te bevorderen, door het inleggen van treinen met verlaagd tarief. Dit ge schied op dagen en van en naar plaat sen, die aan de directie voor dit loei geschikt voorkomen, zoowel in de week als des Zondags, en in oeids ge vallen wordt een gelijke verlaging van het tarief toegepast. De minister heeft met de beantwoor ding der vragen willen wachten totdat het resultaat van het zomerseizoen 1926 bekend zou kunnen zijn, van welk uitstel hij tevens gebruik heeft kunnen maken om zijn eigen stand punt ten opzichte van dit vraagstuk te bepalen. Inmiddels beeft hij er door

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1