Dit nummer bestaat uit TWEE Biadeu. EERSTE BLAD. De flatwoning. CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN I ADVERTENTIE-PRIJS STADSNIEUWS. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 7de JAARGANG DONDERDAG 2 SEPTEMBER 1920 NUMMER 1915 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal I 2.90 Het is geen wonder, dat men van de zijde, waar alleen met de economie gerekend wordt, waar de meer ideëeie behoeften en met name de beginsel- bezwaren voor bet gezinsleven, veel miinder tellen, de oplossing van de >e*\ oningmoeilijkheden in de flatwo ning zoeKï. Men bereikt daarmede, dat men on afhankelijk wordt van dienstboden De huishoudelijke bezigheden worden tot oen minimum beperkt. Men kan profiteeren van wat moderne woon- techniek en hyglène aanbieden tegen een niet te hoogen prijs, omdat de wo ning (of liever dat deel van het ge heel) die men bewoont, niet grooter is dan het strikt noodige, tejwi.il de fi- nancieele lasten daarvan gemeen schappelijk gedragen worden. Nieuw is dit woontype niet. Reeds in de 16e eeuw vond men in Engeland en Schotland flatwoningen voor de burgers in navolging van de inrich ting van paleizen en kasteelen. waar in voor de families der hofhouding afzonderlijke woonruimten waren in gericht. Tot voor een dertigtal jaren heeft dit woningtype echter weinig toepas sing gevonden. Eerst met het in ge bruik nemen van liften, centrale ver warmingen. warmwaterinrich tingen en dergelijke, kwamen de voordeelen -van dit woningtype tot hun recht. Het groote genot en de voordeelen van de moderne bouwtechniek en hy giëne, individueel nog slechts voor de •zeer gegoeden in hun woningen te be reiken wordt thans voor den flatbouw onder veler her eik gebracht. De levenswijze in een flat is te ver kiezen hoven het leven in hotels of pensions, waartoe ten gevolge van de dienstböaenmoeilijkheden thans zoo veel families genoodzaakt zijn. In ons land is het, meenen wij Den Haag geweest, dat baanbrekend op trad. Het eerste flatgebouw, eenige jaren geleden opgericht, is daar ge volgd door een viertal complexen, op verschillende punten van de stad, waarvan enkele reeds in gebruik zijn. Reeds nu meent men te kunnen vaststellen, dat de flatwoningen niet worden betrokken door de menscben die men hoopte te trekken. Men geeft daarvan nu nog de schuld aan het uit Amerika en Engeland geimporteer de type, en eisoht daarom van onze architecten dat zij voor onzen Ne der - landschen volksaard iets nieuws zul len scheppen. Wij gelooven niet, dat het gemak kelijk gaan zal ons Hollanders te overtuigen van het ideale der flatwo ning. Hoe aanlokkelijk ook moge zijn de centrale verwarming, de centrale keuken waar men alles halen kan, de over het algemeen comfortabele in richting, zelfs de mooie omgeving, de flatwoning blijft voor ons gevoel toch min of meer de hotelkamer, waarin wij rusten en slapen. Zij verkrijgt niet dat intieme dat voor ons gelegen is in de vrije woning. In de flatwoning is ons gezin een deel van het geheel. Met dat geheel moet gerekend wor den. Het individueele gaat gedeelte lijk -verloren. Maar voor ons Christenen heeft de flatwoning nog een ander bezwaar. Observator wees er ons nog kort ge leden op, dat een huisvader met vijf kinderen in Den Haag geen woning kon krijgen. De buiseigenaren vonden dat gezin te groot. Nu was bet daar nog alleen de huis eigenaar, die over dat gezin zijn af keurend oordeel uitsprak, maar in 'n flat zijn het bovendien nog de mede bewoners. Wel foei, stel ie voor, Mijn beer en Mevrouw zitten rustig in fiun „home1' en dan zouden de kinderen van de buren mogen storen. Neen, geen kinderen in de flat. of hoogstens een of twee, die kunnen tenminste be hoorlijk opgevoed worden. Maar drie, vier. vijf of meer kinderen, neen dat gaat niet. Daarom ook is de flatwoning een gevaar voor onze menschen. Zelfs ook al zou het mogelijk zijn om een flat te doen bewonen door en kel menschen van Christelijke belijde nis, dan nog meen on wij dat er een verkeerde stimuians zou uitgaan tan deze samenwoning, welke alleen schikt is voor gezinnen van ongeveer geliike samenstelling. Wij kunnen dan ook onmogelijk de flatwoning als een ideaal begroeten. Zij zal voor enkelen geschikt zijn maar niet voor het doorsnee Neder landsche gezin. Met al zijn geriefelijk heden en gemakken maakt dit soort woning een te groote inbreuk op ons volkskarakter en met name is zij een gevaar voor het Christelijk gezin Vatten wij onze beschouwingen van IDSGHE COURANT BUREAUHooigracht 35 Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 Gewone advertentiën per regel 227» cent Ingezonden Mededeellngen, dobbel Uriel. Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advert en tiin bij vooruitbetaling van ten hoogete 30 woorden, worden dage» lijk» geplaatst ad 40 cent Maandag en vandaag samen, dan is de slotsom: le. dat er reden is om ook inzake de uiterlijke en innerlijke eischen on zer woning naar bezuiniging te stre ven; dat deze bezuiniging moet be staan in werkelijke versobering, niet in het nastreven van het z.g.. gemeen schappelijk dragen door samenwoning in flatgebouwen. Nog op een omstandigheid willen wij wijzen. Opzichzelf beschouwd, zoo zegt de heer Van der Kaa, wiens prae-advies we Maandag aanhaalden, is de eenige- zinswoning niet duurder, eerder goed- kooper dan een gelijkwaardige wo ning in een meergezinshuis. Dat komt natuurlijk omdat een huis van' groo- tere afmeting meer kosten eisclit aan hechtheid'en uiterlijk schoon dan een klein huis. De beteekenende bezuini ging wordt yerkregen door het getal woningen zoo groot mogelijk op te voeren door bezuiniging op den grond prijs. Wanneer nu de grondprijs toch al hoog is en bovendien nog belangrijk verhoogd wordt door werken voor op hooging en fundeering, kan het een eisch van economie zijn om tot meer- gezinswoningbouw over te gaan. Maar tot den bouw van meergezins- huizen mag alleen in die gemeenten worden overgegaan, waar de kosten van ophooging en fundeering per wo ning zoo hoog zijn, dat zelfs, wanneer de ruwe grond ongeveer tegen land- bouwwaarde zou kunnen worden ver kregen, de bewoner een belangrijk grooter deel van zijn inkomen aan huur zou moeten besteden dan in de overige gemeenten. Doch ook in die steden zal het zeker niet noodig zijn om in alle wijken tot dien bouwtrant over te gaan. Het gemeentebestuur heeft daar een ernstige taak om ten goede te helpen door wetgevende be palingen. Onze taak op woningbouwgebied is nog lang niet ten einde. Evenmin is bet vraagstuk van be woning opgelost. Terdege moeten we ons rekenschap geven of onze woon stand in overeenstemming is met den welstand dien we van God verkregen. ANTI-REVOLUTIONAIRp KIESVER EENIGING. Afscheid van den heer R. Zuidema. Gisteravond vergaderde in de bo venzaal van „Amicitia" de Anti-Revo lutionaire Kiesvereeniging. De voorzitter, de heer R. Zuide ma, opende de vergadering met ge bed, las een gedeelte van Joz. 24, heet te vervolgens de aanwezigen welkom, die ondanks het warme weer in groo- ten getale waren opgekomen. Dit is een verheugend teeken, want inzonderheid ook hier in Leiden is het zoo noodig, dat we schouder aan schouder staan. De toestand voor on ze partij is tamelijk ongunstig Eener- zijds zijn er de socialisten, die vooral de arbeiders in onze partii track ttcu te overtuigen, dat hun plaats is ach ter de roode vaan. Aan de andere zij de zijn het de Staatkundig-Gerefor meerden, die het op onze meest prin- cipieele menschen gemunt hebben, terwijl de christelijk-historischen hun best doen, de meening te propageeren, dat de belangen der Ned. Herv. Kerk alleen bij hen veilig zijn. Die strijd is evenwel niet het erg ste, wat ons kan overkomen; erger is dat wij zeiven onze grootste vijan den zijn. Spr. herinnert in dit verband aan het voorgelezen hoofdstuk van Jozua. Telkens weer, ondanks de zegeningen die het volk Israël van God ontving, viel het van den Heere af. en ditzelf de verschijnsel zien we ook bij de voormannen, des volks. Zoo is 't zelfs* met Paulus. die oen vermaak had in de wet Gods naar den inwendigen mensch, maar toch moest betuigen, dat hij het goede, dat hij wilde, niet deed. Ook in ons leven zien we dat tra gisch conflict. Wij belijden in ons pp- treden als antirevolutionaire partij: wij willen den Heere dienen. Doch dan geldt ook van ons het woord van Jozua: Gij zult den Heere niet kunnen dienen, althans niet in eigen kracht. Dat daarom uit ons hart de bede op- stijge: „Och, schonkt. Gil ons de hulp van uwen Geest, Mocht die mij op mijn paan ten leidsman strekken.1' Wanneer we zoo de wintercampagne ingaan.-kunnen we Gods zegen ver wachten (applaus). Spr. richt zich vervolgens den heer A. Mulder, wethouder, tl., «lezer dagen jubileert en het feit herd dat hij 25 jaren deel van den ra: ui maakt. Spr. wenscht hem toe. d. t hij nog vele jaren zijn arbeid zal lui "ti voortzetten. Het nieuwbenoemde raadslid, den hqer A. J. Schoneveld wenscht spr. toe, dat hij vele jaren in den raad onze beginselen zal mogen propagee ren. Ten slotte heet spr. het nieuwe lid dea* Kiesvereeniging, den heer D. Huinink welkom, die ook spr.'s op volger is als redacteur der „Nieuwe Leidsche Courant." Spr. wenscht hém toe, dat Gods ze gen in ruime mate op zijn arbeid mo ge rusten. Vervolgens leest de secretaris, de heer G. Kuyper, de notulen der vo rige vergadering, die behoudens een enkele wijziging, op verzoek van den heer Nielsen, worden goedgekeurd. De heer J. Mulder rapporteert namens de in de vorige vergadering benoemde commissie, dat de boeken van den penningmeester in orde zijn bevonden. De beer J. v. d. Steen deelt mede, dat hem een voorstel bereikt heeft, den beer Mulder, in verband met zijn 25-jarig jubileum als eerelid der Kies vereeniging te benoemen, waarmee de vergadering door applaus instemming betuigt. De beer A. Mul der dankt voor de tot hem gerichte woorden van geluk- wensch van den voorzitter en voor de hem ten deel gevallen onderscheiding Als spr. terugziet op de 25 jaar, dat hij deel van den raad heeft uitge maakt, denkt hij er aan hoe hij zijn intrede in den raad deed te minden van een geleerd gezelschap van pro fessoren, doctoren en meesters in de rechten, al heeft spr. later wel inge zien, dat hij daar niet al te hoog te gen behoefde op te zien. Spr. heeft in de verloopén 25 jaar den geheelen raad rechtsomkeert zien maken. Wel zitten wij met een klein clubje, doch spr. heeft zich steeds gedragen gevoeld door iie sym pathie van de leden der kiesvereen. De voorzitter liee<t vervolgens nog het in de vorige vergadering ge kozen nieuwe bestuurslid, den beer Rh. J. de Leeuw hartelijk welkom, alsmede -eenige aanwezige gas een, on der wie de beer W. Warnaar. Op voorstel van den heer de Jong wordt besloten aan /«.Exc. Min. Coiijn in verhand met zijn benoeming tot commandeur in de orde van den Ned. neeuw, een eenvoudig, hartelijk, ge steld telegram te zenden. liierna neeft de verkiezing plaats van een nieuw bestuurslid, in de va cature, ontstaan door net vertrek van aen voorzitter naar "Goes. Gekozen worat de heer T. S. Gos- linga, die de benoeming aanneemt. De voorzitter wenscht den lieer Gos- linga met zijn benoeming geluk. Vervolgens beeft de verkiezing van een voorzitter plaats. Gekozen wordt de beer G. Kuyper, die de benoeming aanneemt. De voorzitter wenscht den heer Kuyper geluk met zijn verkiezing en ae vergadering met het feit, dat de heer Kuyper de benoeming aanvaardt Moge de kiesvereeniging onder zijn leiding een tijdperk van bloei tege moet gaan, zooals we nog nimmer ge kend hebben. 'Hierna heeft de verkiezing van een viertal leden van de Staten Kieskring centrale plaats. Gekozen worden de heeren H. Lanibooy, J. Karstens, Mr. P G. Knib- be, en J. B. H. Grotenhuis. De heer G. Kuyp er wijst er naar aanleiding van het in de vorige ver gadering besprokene, op, dat percents gewijs het aantal leden der kiesver eeniging tegenover de uitgebrachte anti-rev. stemmen in Leiden kleiner is dan in de „ommelanden." Ook is 't in de stad moeilijker een behoorlijk percentage leden op de vergadering te krijgen dan op de dorpen. Naar spr. gebleken is, heeft Leiden in '23 40 pet. van de anti-rev. stem men uitgebracht, tertwjjl het aantal leden der kiesvereeniging maar 30 pet is 'van dat der kiesvereeniging en in ue Staten-centrale. Spr. dient daarom de volgende mo tie in: De A.R. Kiesvereeniging „Nederland en Oranje te Leiden, in vergadering bijeen op 1 September 1926, besluit ter kennis te brengen van bet bestuur der Statencentr. Leiden dat door de wijze waarop in 1923 de samenstelling der candidatenlijst voor de Provinci ale staten heeft plaats gevonden vol gens haar oordeel aan de stad Leiden niet die inyloed is gegund, waarop zij volgens haar uitgebrachte stemmen tal recht heeft. Dat een en ander het ge volg is van de omstandigheid, dat in een stad de verhouding tusschen uitge brachte stemmen en aantal leden der kiesvereeniiging ongunstiger is dan in een dorp en dat bovendien de verhou ding van aantal loden van de kiesver eeniging en aantal ter vergadering aanwezigen cok in een stad ongunsti ger is dan in een dorp. Daar evenwel de samenstelling van een candidaten lijst een propagandistische waarde heeft niet enkel voor de leden van de kiesvereeniging, maar veel meer voor hen die A.R. stemnm zonder lid te zijn van de ki<-«vereen..vuig, daar komt het haar voor dat waar de stad Lei den bij de statenverkiezing van '23 40 pet. der A.R. stemmen uitbracht, haar invloed bij bet samenstellen der can didatenlijst daarmede in overeenstem ming behoort te worden gebracht. Dat bij de statenverkiezing in 23 1000 stemmen minder uitgebracht werden te Leiden op de A. R. lijst, dan in '25 bij de Kamerverkiezing, is haars inziens mede te wijten geweest aan de weinig propagandistische waarde, die de candidatenlijst voor de stad Leiden had. In verband hiermede verzoekt zij, dat haar afgevaardigden naar de Sta- tencentrale gehoord zullen worden al vorens de wijze van candidaatstelling voor de Provinciale Staten vast te stellen, c.q. alvorens de voorstellen daartof ter goedkeuring naar de lo cale kiesvereenigingen worden gezon den. De motie wordt zonder hoofdejijke stemming aangenomen. De heer A. Warnaar wiist er op, dat de vorige maal de kiesvereeni ging te Leiden te laat vergaderd heeft en dat dit een van de oorzaken is van de toenmalige samenstelling der Statenlijst. Vervolgens deelt de voorzitter mede, dat evenals bij de vorige Ka merverkiezingen ook voor de a.s. Sta ten!- en Gemeenteraadsverkiezingen tijdig gelegenheid zal gegeven worden bij te dragen voor de kosten der ver kiezingscampagne. De betreffende in- teekenbil jetten zullen spoedig verzon den worden. Bij de rondvraag vraagt de heer Kuyper het woord, die een harte lijk woord van afscheid spreekt tot den scheidenden voorzitter. De heer Zuidema is uit het hooge Noorden gekomen, is van Enkuuizen naar Leiden gegaan, terwijl zijn in- vloed steeds wassende was; nu gaat hij nog verder naar het Zuiden, naar Goes, waar hij zijn baton de maré- chal zal krijgen, want verder Zuide lijk te gaan is niet mogelijk, tenzij de heer Z. het land zal verlaten, wat niet waarschijnlijk is. Om den heer Z. in zijn journalistiek werk tot volle ont plooiing te brengen biedt spr. namens een daartoe gevormd comité een twee tal wenken van den Prins der journa listen aan (Pro Rege en de Gemeene Gratie), alsmede een beeltenis van hem, naar de bekende plaquette. Spr. dankt den heer Z. voor al het door hem verrichte werk en bidt hem Gods besten zegen toe. De heer A. B. Mulder sprak na mens de Geref. Schoolvereeniging den vertrekkenden voorzitter toe, die ook in den gemeenteraad een lans heeft, gebroken voor het bijzonder onder wijs, waarvoor Spr. hem dankt. De heer W. Warnaar van Sassen heim, president-Commissaris der „Nieuwe Leidsche Courant" spreekt namens Directie en Commissarissen een woord van afscheid tot den heer Zuidema. Toen u uit Enkhuizen hier heen kwaamt, aldus spr. had uw naam een goeden klank als journalist en wij hebben ons niet vergist, toen wij u tot hoofdredacteur van ons blad benoemden. Dat de „N.L.Ct." er nog niet beter voorstaat, heeft dan ook een andere oorzaak: er zijn nog te weinig personen, die de noodzakelijk heid van een Christelijk dagblad voor Leiden en omgeving inzien. Wij prijzen u om uws werks wil; zoowel in uw onderwijzende hoofdar tikelen als wanneer gij uw zoeklicht liet schijnen op de bestrijding onzer tegenstanders of~ in gezelligen kout aan groot en klein onze beginselen propageerdet, steeds hebt ge er op ge wezen, hoe arm de wereld is zonder God en hoe 't den mensch niets baat, indien hij de geheele wereld gewint en lijdt schade zijner ziel. Daarom is uw arbeid mooi: gij onderwijst begin selen, die nooit zullen teleurstellen. Ga in dat vertrouwen uw arbeid voortzetten in de provincie, die tot zinspreuk heeft: ,.Ik worstel en ont- zwem." Gij zult daar misschien ook wel met moeilijkheden hebben te worstelen, doch eenmaal zult gij zijn meer uan overwinnaar. Moge het u welgaan in Goes; juist omdat gij in Leiden in zoo velerlei opzicht een ledige plaats achterlaat, zal het u gemakkelijk vallen de le dige plaats in Goes te vervullen. Mu- ge God u en uw gezin zegenen en uw leven vruchtbaar maken voor onsgan sche vaderland. Spr. twijfelt er niet aan, of de heer Zuidema en z'n gezin zullen met genoe gen aan hun verblijf in Leiden terug denken. Wanneer de „N.L.Ct." finan cieel zooveel in de melk had te brok kelen als „De Zeeuw" kregen ze den heer Zuidema niet, maar bleef deze Leidenaar. Spr. verheugt zich, dat de heer Zuidema thans zijn ar beid onder betere omstandigheden kan voortzetten, zoo is er een climax in zijn leven, die een zegen is van God. Spr. biedt den heer Zuidema als blijk van belangstelling een mooie eikenhouten boekenmolen aan. Binnenland. De „Heemaf" heeft het bemiddelings voorstel-Van IJsselsteijn niet aangeno men. Buitenland Een brief van den gewezen Dnitschen keizer. De Britsche mijneigenaren blijven overzettelijk. Ernstig spoorwegongeluk in Spanje. Spanje krijgt geen vasten zetel in den Volkenbondsraad. Den heer J. Karstens is het een persoonlijke behoefte, nu we gaan scheiden, zijn groote erkentelijkheid en dank aan den heer Zuidema te ba- tuigen voor de aangename wijze, waar op hij in de afgeloopen 6H jaar, voor de .N.L.Crt." met hem heeft mogen arbeiden. De geschiedenis herhaalt zich nu: de koning is dood, leve de koning. In den weg der voorzienigheid hebben we een plaatsvervanger voor den heer Zuidema gevonden in den heer Hui nink, wien spr. Gods rijken zegen toe wens cht. De heer T. S. G o s 1 i n g a, voorzit ter van de Ver. voor Fröbelscholen in Leiden, dankt den heer Zuidema voor de wijze, waarop hij den arbeid dier vereeniging in zijn persarbeid, en ook een enkele maal al9 lid van den ge meenteraad heeft gesteund. Wij heb ben elkaar gevonden, juist in den ar beid voor het Christelijk Onderwijs, zegt spr. De heer F. Eikerbout spreekt namens de rechtsche raadsfractie den heer Zuidema toe. 't Spijt ons, dat de heer Zuidema,die zooals het „Leidsch Dagblad" opmerkt als leider van de a.r. raadsfractie optrad, van ons he- nengaat. Door zijn v^lzijdige kennis had hij een helderen kijk In verschil lende aangelegenheden. Waar de Heere u in Zeeland roept, aldus spr. stelle Hij u tot een rijken zegen voor die provincie, waar nog zooveel conservatisme heers cht en waar nog heel wat te veroveren valt, voor men ook daar het koningschap van Christus erkent ten opzicht© van het sociale leven. Moge God u kracht en wijsheid ge ven om daar uw arbeid voort te zet ten. De heer D. Huinink vraagt aan. het bestuur van de kiesvereeniging en in 't bijzonder aan den voorzitter, waar het contact tusschen de kiesver eeniging en de courant thans verbro ken is, dit te willen herstellen en le vendig houden door de hartelijke sa menwerking tusschen beide organen. Spr. is door den heer Zuidema wel kom geheeten als hoofdredacteur; hij heeft er groote behoefte aan, gesteund v te worden door het gebed en het me destrijden voor onze beginselen; zoo alleen hoopt hij ten naaste bij de plaats van den heer Zuidema te kun nen vervullen. Spr. wijst op de gezegende climax in diens leven van de Veluw9Che bla den, waaraan de heer Zuidema zijn persarbeid begonnen is naar de „Vrije Westfries" t© Enkhuizen, daarna naar de „N. L. Crt." en thans naar „De Zeeuw." Spr. is verheugd, dat zijn ide aal uit vroeger jaren, zich geheel te mogen wijden aan de uitbreiding van Gods Koninkrijk, thans vervuld wordt Moge God den heer Zuidema met zijn echtgenoote. di© hem steeds tot steun is geweest bij zijn arbeid en zijn kin deren, in zijn nieuwe woonplaats na bij zijn en zegenen. De heer J. P. Mulder, vice-voor- zitter van het bestuur der Ghr.-HBS. dankt, den heer Zuidema voor den steun, dien het Chr. M.O. van hem heeft mogen ondervinden. De heer J. v. d. Steen richt zich als vriend tot den heer Zuidema. dien spr. heeft leeren kennen als een een voudig man, die nooit zichzeivo ge zocht heeft. Spr. wenscht hem toe, dat hij met blijdschap zijn weg mag rei zen en dat God hem moge bijstaan in zijn arbeid. De heer H. Lambooy dankt al» voorzitter van de anti-rev. propagan- daclub „Dr. A. Kuyper" den heer Zui dema hartelijk voor de sympathieke wijze, waarop hij steeds met hem heeft mogen samenwerken. De heer Zuidema beantwoordt de verschillende sprekers. Spr. kan nipt uitspreken wat er leeft :n zijn hart. Hij heeft de laatste dagen zoo veel bliiktn van vriendsohap, belang stelling en liefde ondervonden, dat hij er klein onder wordt. Hem vervult een gevoel van groote dankbaarheid, dat hij Leiden op deze wijze zal kun nen verlaten. Spr. heeft met de kiesvereeniging wel eens moeilijke tiiden doorge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1