CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS Oit nummer bestaat ui! TWEE Bladen. EERSTE BLAD. STADSNIEUWS. Belangrijkste nieuws in dit Nummer. 7de JAARGANG DINSDAG 24- AUGUSTUS 1926 NUMMER 1907 COURANT ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waax agenten gevestigd zijn Per kwartaal 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 BUREAUHooigracht 35 i Leiden TeL 1278, Postgiro 58936 i Postbox 20 Gewone advert en tiSn pet regel 22*/» ««at Ingezonden Mededeeiingen, dobbel tariei Bij eontraot, belangrijke redactie. Kleine advert en tiSn bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent Ontzag voor het gezag. „Uitkijk" schrijft in de Rijnland- sche Courant o.m. over hetgeen Mr. Wijtema, Burgemeester van Rotter dam overkwam toen hij persoonlijk den toestand bij de Van der Takstraat wilde opnemen. Men weet, dat een troep straatjongens den Burgemeester uitjouwde, zoodot hij zich genood zaakt zag om onverrichterzake zoo spoedig mogelijk in zijn auto weg te rijden. Hij vervolgt dan: Voor mij is het trouwens de vraag, of de heer Wijtema wijs gedaan heeft, door met zijn auto weg te gaan. Wanneer hij werkelijk ervan over tuigd was, dat zijn plicht hem daar riep en dat hij daar aanwezig moest zijn, dan moest hij voor een kwajon gensrelletje niet op zij gaan, maar, zonder provoceerend op te treden, nochtans voor zichzelf vrij baan maken. Een autoriteit moet ten slotte ook „autoriteit" blijven en mag zijn gezag niet nit handen geven. Wanneer in zulke gevallen nog het gewenschte resultaat wordt bereikt, wordt men hl brutaler en veeleischen der. De dagten, dat het ambt alléén reeds eerbied afdwong, zijn voorbij. De bekleeder van het ambt moot door woord en daad toonen, dat hij een hoogstaand man is, die niemand noo- deloos prikkelt. Daarvoor behoeft hij nog volstrekt niet een aristocraat te zijn, die zich met het mindere volk niet in' laat, maar hij kan een echte democraat zijn, die meeleeft met z'n gemeentele den. Juist in onze dagen nu het gezag toch reeds zoo veel geleden heeft, moe ten de ambtsbekleeders dubbel voor zichtig zijn met hun woorden en een waarschuwing is allerminst misplaatst Soms hooren we zelfs uit den mond van vertegenwoordigers van het wet tig gezag uitdrukkingen, die het ambt naar beneden halen in plaats van om hoog brengen. 't Moge misschien als onschuldige loslippigheid bedoeld zijn, de uitwer king en de gevolgen zijn verre van on schuldig. 't Is te hopen, dat men in ons land va toenemende mate de beschikking krijge over mannen, die met groote wijsheid en behoedzaamheid hun ge zagspositie weten te handhaven, want naarmate de eerbied voor gezag en wet afneemt, zinkt het volk te dieper weg. Wij zijn het hiermede eens. Naar cnze meening had de heer Wijtema verstandiger gedaan om het niet er op te laten aankomen en alleen zich tusschen de menigte te wagen. Anderzijds is de houding der burge rij uiterst laf en inderdaad een uiting van ergerlijke ontaarding. V Aangifte mijnongevallen. Dezelfde „Uitkijk", wien wij boven aanhaalden, schrijft ook over het niet aangeven van' mijnongevallen, waar van de bladen reeds een en ander mede deelden. Hij ziet hierin een relletje van „Het Volk", dat- hieruit munt tracht te slaan. Zijn oordeel is, dat de mijneigenaren niets verkeerds deden, immers in geen enkel opzicht de belangen der werknemers schaadden. Er wordt niets verzwegen, zegt hij maar iedere behandeling van een ongeval, van hoe geringen aard ook, wordt dadelijk in een daarvoor bestemd register ingeschreven, zoodat bij een ingesteld onderzoek onmiddel- ijk alle inlichtingen konden worden verstrekt. Hij looft integendeel deze behande ling, omdat daardoor de Rijksverze keringsbank voor deze kleine onge vallen f 65,— per ongeval aan admi nistratieve onkosten bespaard wordt. Hiermede zijn wij het niet eens. Afgescheiden van het al of niet strijdige van dit achterhouden van de aangiUe met de bepalingen der Onge vallenwet, verdient het afkeuring om aangiften achter te houden, aange zien dit noodwendig leiden moet tot verkeerde statistieken. Het is voor een goede wetstoepas sing noodzakelijk, dat de Rijksverze keringsbank alle gegevens in handen krijgt. Wij meenen, dat straks uit de rap porten van het onderzoek dat ook V.wel blijken zal. Gerei. Schoolveieeniging. In tegenwoordigheid van een groot aantal belangstellenden, meest uit on derwij skrinigen, had gisterenavond in het schoolgebouw aan de Hoogland sche Kerkgracht de installatie plaats van den heer W. G. Aldershoff Jr als hoofd der aldaar gevestigde ULO.- schooL De voorzitter der Geref. Schoolver- eeniging, de heer J. Schaap H'z. opende de vergadering met gebed en las vervolgens Psalm 111. In zijn openingswoord wees spr. op het tweeledig karakter der samen komst. Van ons is heengegaan de heer Vros, die sedert 1908 hoofd is geweest, eerst der geheele school en daarna na de splitsing, van de ULO-afdeeling Hij heeft zijn werk verricht met inzet zijner geheele persoonlijkheid, die door God met uitnemende didactische gaven was versierd. Om gezondheids- rédenen moest hij zijn ontslag nemen, maar het bestuur blijft hem dankbaar voor het goede werk door hem ver richt en wenscht hem toe, dat hij in zijn rustjaren de nabijheid zijns Gods naar liciiaam en ziel mag ondervin den. Nadat de heer Nijkamp van s-Gra- venhage gedurende 9 maanden tijdens het ziekteverlof van den heer Vros de leiding heeft gehad, mag het bestuur thans het nieubenoemde hoofd, den heer Aldershoff welkom heeten. Hij is in het ulo-onderwijs geen onbeken de en spr. wenscht hem toe, dat hij tal van jaren met veel vrucht aan deze school mag werkzaam zijn. Spr. schetst wat noodig is voor een Hoofd eener Geref. School. Hij moet zijn een krachtige persoonlijkheid met veel levenswijsheid, noodig in den om gang met het personeel, met de kin deren en met de ouders; hij moet ook zijn een goed gereformeerd Christen, die al zijn kracht van boven verwacht Aan het einde van zijn openings woord deelde de voorzitter nog mede, dat een gelukwensch was ingekomen van den kerkeraad der Chr. Geref. ge meente en gaf daarna het woord aan het nieuwbenoemde Hoofd. De heer W. G. A 1 d er s h o f f Jr. begon met een terugblik op den 80- jarigen schoolstrijd, die in de vorige eeuw gestreden is. Spr. gedenkt die oude voortrekkers met hun groot ge loof, hun vast vertrouwen, ziende in 't gebod, blind in de toekomst. Wij jou geren weten nauwelijks, hoe groote offers de ouderen gebracht hebben, nu in onzen tijd de primitieve scholen worden afgebroken of vervangen door schoolpaleizen. Spr. schetste de hooge beteekenis van het Christelijk Onderwijs: nobles se oblige adeldom verplicht. Vooral het Geref. onderwijsmoet zich dien adeldom bewust zijn. om dat het onkomt uit het Calvinistisch beginsel, dat absoluut is. Wel hebben wij den tijd niet mee, want onze tijd is relativistisch; hij wil autonomie, geen heteronomie. Zelfs werd dooi* m geleerde als Prof. Dr. J. A. Cramer in het begin dezes jaars te Zwolle aan de Christelijke onderwijzers verweten dat er zooveel ongeloof in onzen tijd bestaat; dat kwam door het bijbelsch onderwijs op de Christelijke school. Natuurlijk maken onze tegenstanders daar gebruik van om ons te bestrijden Spr. eindigde met een beroep op de ouders, hem met vertrouwen en liefde tegen te treden, dankte het bestuur voor het in hem gestelde vertrouwen, en sprak de hoon uit, dat hij met den inspecteur op aangename wijze zou kunnen samenwerken. Daarna richtte spr. zich tot den heer Goslinga, dien hij dankte voor de hartelijke ont vangst, hem bereid, tot de heeren Bred er veld en de Groot, met wien hij hoopt samen te werk*" tot den bloei der school, en tot de collega's hoofden van scholen in Leiden en omgeving; hun scholen zijn de romp, waarvan de ulo-school de kop is. Na de rede van den heer Aldershoff waarop applaus volgde, voerde Ds. H. J. Kouwenhoven, die met den heer W. J. Blommendaal den kerke raad vertegenwoordigde, het woord. Wij denken dikwijls, dat het hooge Noorden, waaruit de heer Aldershoff afkomstig is, koud en koel is aldus spr. maar dan heeft deze „intree rede" het toch anders bewezen, want zij getuigde van warmte, van warme liefde voor het Chr. Onderwijs, voor de kinderen en voor het Gereformeerd beginsel. Het is voor de kerk zulk een aangename en kostbare zaak, wan neer wij 'n man als hoofd der school zien optreden, aan wien wij onze kin deren met vrijmoedigheid kunnen toe vertrouwen en spr. eindigde met den wensch uit te spreken, dat God den heer Aldershoff tot in lengte van ja ren tot een rijken zegen mocht stellen en hem alles schenken wat hij noo dig heeft voor de vervulling zijner taak. Nadat gepauzeerd was, sprak de heer J. Baak, inspecteur van het L. O. die dankte voor de tot hem ge richte uitnoodiging en er zijn blijd schap over uitsprak, dat er zooveel belangstellenden aanwezig waren. Spr. ving zijn toespraak aan met een herinnering aan Engeland, waar hij een tweetal weken had doorge bracht op een congres van schoolman nen en waar het hem had getroffen, hoe daar hij de hoogsten in den lande zoo groote waardeering bestaat voor de mannen, aan wie de opvoeding der jeugd is toevertrouwd. In ons land zijn we nog niet zoover, maar 'tgaat wel in deze richting. Spr. feliciteerde den heer Aldershoff met zijn benoeming uit een groot aan tal sollicitanten. Spr. wist dat de heer A. een principieel man is, en dit moet een onderwijzer zijn, hij moet voor zich de lijnen uitstippelen, waarlangs de opvoeding gaan moet; men kan daarbij zijn vol waardeering voor an- derer denkbeelden. Spr. eindigde met den heer A. een prettigen werkkring en veel succes in zijn arbeid toe te wenschen. Namens de plaatselijke schooicom- misie sprak de heer T. S. Goslinga die allereerst een woord van weemoe dige hulde aan den voörganger van den heer A. wijdde en hem daarna hartelijk wrelkom heette. Er is veel strijd in de Leidsche schoolwereld, zegt spr. en hij uitte den wensch. dat de heer A. een vurig strijder mocht worden voor goed on derwijs. Moge het den heer A. gegeven wor den, den uitnemenden naam, dien de Geref. Schoolvereeniging heeft, onder Gods zegen te bevestigen en tot in lengte van dagen met veel vrucht in deze stad werkzaam te zijn. De heer J. Brederveld riep na mens de college's den heer A. een har telijk welkom toe. Het verheugt spr. dat het schip thans weer een kapitein heeft en hij gelooft wel dat het onder dezen kapitein goed zal varen. Spr. eindigde met den wensch uit te spreken, dat de samenwerking in alle opzichten gezegend moge zijn. De heer S. Gaasterland voerde, mede namens de collega's Moyer en Bakema het woord tot den heer Al dershoff. Het is ons een blijdschap, dat we al? hoofden der scholen weer met z'n vieren zijn, en het is onze wensch, zegt Spr. dat er hartelijkheid en toegenegenheid onder ons moge zijn, en goede collegealiteit. Dikwijls zullen we met elkaar moeten spreken en elkaar om raad vragen, en het is veel waard, dat dit kan geschieden in een geest van vriendschappelijkheid. De heer v. d. Z w e t bedankte na mens de Chr. scholen uit de omgeving voor de tot hen gerichte uitnoodiging. Spr. wees er op, dat een hoofd eerier school behoefte heeft aan den steun en de belangstelling van allen die in be trekking staan tot zijn persoon en werk .Moge daarom ook onze collega gesteund worden door veler liefde en gebed. De heer J. P 1 o o y riep als secreta ris der afdeeling Leiden en omstreken van de Ver. van Christelijke Onder wijzers den heer Aldershoff het wel kom toe. Spr. hoopte dat hij den heer A. ook in het vereenigingsïeven dik wijls zou mogen ontmoeten en dat hij bij zijn uitgebreiden werkkring als hoofd eener uitgebreide school nog tijd ook daarvoor zou mogen over houden. De heer N ij k a m p richtte nog een enkel woord van dank tot de heeren de Groot en Bredeveld voor de trouwe vriendschap en medewerking van hen ondervonden en hoopte dat ook de heer Aldershoff daarvan nog lang zou mogen genieten. De heer Schaap dankte ten slotte de verschillende sprekers voor de goe de woorden door hen gesproken, en sprak de hoop uit dat God de Heere de goede wenschen in vervulling mocht deen gaan, waarna de heer Zijl stra in dankgebed voorging. De gemcf^tefinanciën. Wij hebben er gisteren op gewezen, dat de gemeenterekening 19S5 met n exploitatiesaldo van ruim f 70.000. een bevredigend resultaat geeft. Temeer is dit het geval omdat de gemeente voor een uitgaaf kwam te staan van f 433447, waarop niet was gerekend, welk bedrag door het rijk werd ingehouden als aandeel van de gemeente in de kwade posten wegens de directe belastingen. Had men deze tegenvaller niet ge kregen, dan zou er een voordeelig ex ploitatiesaldo zijn geweest van ruim f 500.000. Dat ondanks dezen geweldigen tegen valler toch het evenwich tusschen ontvangsten en uitgaven kon worden behouden, is zeker niet zonder betee kenis en een bewijs, dat door B. en W. de noodige zuinigheid is betracht. Dit blijkt trouwens ook wel, wan neer men de cijfers van de rekening meer van nabij beziet. Zoo werd Voor jaarwedden enz. van ambtenaren ter gemeentesecretarie minder uitgegeven dan geraamd was f 8377. voor druk- en bindwerk f4977, voor jaarwedden van politiepersoneel f 12912, voor kleeding en uitrusting der politie f 2837, voor wachtgebouw der politie, enz. f 1510, kosten van bruggen en overzetveeren f 2188, kos ten van havens, vaarten enz. f 3041, onderhoud van schoolmeuhelen f 2590 schoolboeken, leermiddelen f 2678, ver lichtingenz. schoolgebouwen f 5566, verlichting enz. Gem. H. B. Scholen f 1115, schoolmeuhelen enz. id. f2094. Bij deze meevallers kwam nog, dat het armbestuur en werkloozenzorg in totaal een f 100000 minder vroegen dan geraamd was. Toch zou het gunstig© eindcij'fer, dat bereikt werd. niet verkregen zijn, indien met name de lichtfabrieken niet zulke buitengewoon hooge win sten hadden gemaakt. Zoo gaf de gasfabriek een winst bo ven de raming, van ruim f 76.000 en de electriciteitsfabriek zelfs een van f 213.575. Door B. en W. is indertijd toege zegd, dat naar een meer zuivere ra ming zou worden gestreefd. Dat zulks gewenscht is blijkt uit bovenstaande cijfers. Het verschil tusschen een winstraming van f 126.000 en een uit komst van f 339.000 is toch al te groot Men herinnert zich misschien, dat van Soc. Dem. zijde het vorig jaar een voorstel werd gedaan, om de meer winst van de bedrijven, de winst, die gemaakt werd boven het geraam de bedrag, te reserveeren, welk voor stel echter door den gemeenteraad werd verworpen. Wanneer dit stelsel in 1925 in toe passing was gebracht, dan zou de re kening inplaats van met een batig slot, gesloten moeten worden met een nadeelig slot van f306.116.68, wat on vermijdelijk belasting erhooging ten gevolge zou moeten hebben. Alles bijeengenomen maakt de ge meenterekening geen slechten indruk. Integendeel, zij opent althans eenig uitzicht op verdere verlaging van de gemeentelijke inkomstenbelasting. Aan B. en W. mag een woord van hulde voor het gevoerde beheer niet worden onthouden. De Jan Steententoonstelling. Als men Schaepman's met zooveel bra vour geschreven „Onze Nationale Kunst" leest, zou men willen gelooven, dat ons volk zijn oude meesters vereert als zijn hoogste en heiligste bezit, aldus vangt de jjHors d'oeuvre"-sch]Tjver in de „Msb." znn „Weekpraatje" aan. Ons volk heeft heusch wel' wat anders te doen, het heeft zijn taveernen met en zonder muziek, zijn bioscopen en dancings, zijn voetbalwedstrijden en 'boksmatches. Maar zijn oude kunst, och, dat weet het veilig opgeborgen in de musea, het interesseert zich met voor oude schil derijen in gouden of houten lijst, waai* het zijn levende beelden heeft in den staag wisselenden bioscoop. Als onze provincialen in het zomer seizoen naar Amsterdam en Den Haag trekken, dan mogen zij curiositeitshal ve al eens het pompeuss Rijksmuseum of het meer bescheiden Mauritshuis bin nen gaan, vluchtig slungelen zij langs de oude doeken, zonder zich om den meester te bekommeren, die zijn volk dit meesterstuk schonk tot een altoos- durend bezit. Aan .„reizen en trekken" doet ons volk tegenwoordig veel, maar het zal er niet aan denken, in buitenlandsche mu sea de geniale landgenooten in hunne kunst te gaan groeten, die aan het klei ne Holland de onsterfelijke glorie en den h oogsten roem hebben verleend Van de overmoedige jongeren kunnen wij hooren, dat zij de eigenlijke kunst, die eenige beteekenis heeft, pas nu hebben ontdekt, en dat al die oude meesters tcch eigenlijk maar ziellooze stumperds en armelijke peuteraars zijn Binnenland. Staking aan de motoreniabrlek Bol nes uitgebroken. De noodtoestand van reehondors en veehandelaars. Buitenland Generaal Feng vertoeit te Mokoo. Twee belangrijke arrestaties in vtr- band met het spoorwegongelnk bij Lehrte. Belangrijke wijziging der Japanache emigratiepoll Hek. De gevangen genomen Crieksche dictator Pangalos zal voor het hoogge- rechtshof gedaagd worden. Een regeling Inzake het conflict tusschen Kerk en Staat ln Mexico aan staande? En nu opeens worden wij, natuurlijk door een paar fanatici, er aan herinnerd dat het dit jaar drie eeuwen geleden is, dat Jan Steen werd geboren. Jan Steen, nu wat zou dat. De meesten hebben er misschien nooit van gehoord. 01 misschien itqch wel, vroeger, in hun kinderjaren, als vader mopperend thuis kwam als de boel wat ongezellig overhoop was gehaald, en hg mopperde, dat het wel een huishonden leek van Jan Steen. Ja, die Jan Steen moet wel een rare snoeshaan zijn geweest, een vent, die altijd in de taveerne zat, en zijn huis houden erbarmelijk verwaarloosde. En dan herinneren we ons uit school boekjes, boe Jan Steen, die vaders brouwerij bestieren moest, maar waar niets meer te doen was. op een dag een koppel snaterende eenden in den brouw ketel zwemmen liet, om aan zijn vrouw haar klacht tegemoet te komen, dat er geen leven meer was in de brouwerij Ja, dat was nu de Jan Steen, dien wij ons misschien herinneren. En van dien misschien oolnken, maar varen kwast, wilde men opeens nu zijn driehonderdsten geboortedag vieren. Men zou hem eerbiedig gedenken nadat men den man een paar honderd jaar lang schandelijk miskend heeft Nu blflkt, dat de man heelemaal geen r,?J6 .kwasten dronkenlap is geweest die zbn °;ezin en zijn zaak ergerlijk ver waarloosde, maar een geniaal meester die heel zgn korte leven, hij werd slechts 53 jaar, ontzaglijk hard moet hebben ge werkt gezien zijn omvangrijk oeuvre, dat hn heeft nagelaten, waarvan men misschien nu een tiende op de hulde- tentoonstelling in de Lakenhal te Lei den eerbiedig heeft samengebracht En wat zien wij nu gebeuren. Leiden is nu juist geen wereldcentrum, dat be zoekers en touristen tot zich trekt De valuta wenkt en lokt den Hollan der over de grens. En toch, dat alles ten spijt, zien wij nu reeds twee maanden lang een einde- looze en onafgebroken pelgrimmage daar de oude Sleutelstad trekken om hulde te gaan brengen aan den oer- Holjandschen ouden meester. Jan Steen. Niet uit modegril, maar uit werkelijk zuiver enthousiasme over wat daar 'ia Leiden voor het gros der Hollanders daar opeens een openbaring js gewor den. Zooals de menschen gewoonlijk over het weer praten, zoo vragen zij elkan der nu opgetogen af, of zij de tentoon stelling van Jan Steen al hebbengezien. Men heeft geen spijt van den gulden entree, dien men offeren moet om kunst te gaan zien, men verdringt zich voor de honderd doeken, die in twee zalen zijn bijeengebracht. Er gaan stemmen op, om binnenkort allereerst de tentoonstelling te ver lengen, haar tegen een verlaagd entrée toegankelijk te stellen, ja, men wil zelfs met subsidie van den Staat en gemeente gratis reizen naar Leiden orgwniseeren om Jan Steen te gaan zien. Jan Steen, die opeens gekend en ge waardeerd wordt als Hollands levens echte meester, die, als geen, Hollands- psyche in zijn kunst heeft vastgelegd; Jan Steen, de meester van het Holland sche huiselijke leven, van de Holland sche bruiloft- en de verjaarfeesten, van de Holrandsche Sinterklaasvieringen en Kermispartijen. van de Hollandsefie dron kemansgelagen en messetrekkerijen, van de Hollandsche Kraam- en ziekenka mers, van de Hollandsche chirugijns en kwakzalvers. Hier zwijgt opeens alle critiek en vaderlandsche benepenheid; hier spreekt, alleen de bewondering; hier jubelt de geestdrift. Men heeft geen handleiding noodig om schilderijen te leeren zien, en kunst te waardeeren, hier komt de schoonheid u van zelf tegemoet. Hier wordt de kunst begrepen en ge dachteloos bewonderd. Hier worden geen puzzles te ontraad selen gegeven, hier staat men sprake loos voor de schoonheid van het leven. Deze wondere triomf van den ouden meester, die niet opgeborsteld, maar gepenseeld heeft, is een openbaring ge worden, maar ook een les. Een les, dat kunst zich niet berede neeren laat, maar dat zij ons spontaan overweldigen moet. En dat het deze groote kunst is, die niet een seleote genieting is van enkelen, maar het geluk van heel een volk, de kunst van alle tijden, die de eeuwen overwinnen sal. Leger des Helle, De groote tent-veldtocht van het Le ger des Hells heeft tot hiertoe een voor de leiders zeer bemoedigend ver loop. Had men eerst gevreesd dat door 't op korten termijn voorafgaan van een andere tentcampagne de be langstelling voor dit werk minder groot zou zijn. juist het tegenoverge stelde blijkt bet geval, waar geregeld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1