CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
ADVERTENTIE-PRIJS
Oit nummer bestaat ui! TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
STADSNIEUWS.
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
7de JAARGANG
DINSDAG 24- AUGUSTUS 1926
NUMMER 1907
COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waax agenten gevestigd zijn
Per kwartaal 2.50
Per week 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
BUREAUHooigracht 35
i Leiden
TeL 1278, Postgiro 58936
i Postbox 20
Gewone advert en tiSn pet regel 22*/» ««at
Ingezonden Mededeeiingen, dobbel tariei
Bij eontraot, belangrijke redactie.
Kleine advert en tiSn bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent
Ontzag voor het gezag.
„Uitkijk" schrijft in de Rijnland-
sche Courant o.m. over hetgeen Mr.
Wijtema, Burgemeester van Rotter
dam overkwam toen hij persoonlijk
den toestand bij de Van der Takstraat
wilde opnemen. Men weet, dat een
troep straatjongens den Burgemeester
uitjouwde, zoodot hij zich genood
zaakt zag om onverrichterzake zoo
spoedig mogelijk in zijn auto weg te
rijden.
Hij vervolgt dan:
Voor mij is het trouwens de vraag,
of de heer Wijtema wijs gedaan heeft,
door met zijn auto weg te gaan.
Wanneer hij werkelijk ervan over
tuigd was, dat zijn plicht hem daar
riep en dat hij daar aanwezig moest
zijn, dan moest hij voor een kwajon
gensrelletje niet op zij gaan, maar,
zonder provoceerend op te treden,
nochtans voor zichzelf vrij baan maken.
Een autoriteit moet ten slotte ook
„autoriteit" blijven en mag zijn
gezag niet nit handen geven.
Wanneer in zulke gevallen nog het
gewenschte resultaat wordt bereikt,
wordt men hl brutaler en veeleischen
der.
De dagten, dat het ambt alléén
reeds eerbied afdwong, zijn voorbij.
De bekleeder van het ambt moot door
woord en daad toonen, dat hij een
hoogstaand man is, die niemand noo-
deloos prikkelt.
Daarvoor behoeft hij nog volstrekt
niet een aristocraat te zijn, die zich
met het mindere volk niet in' laat,
maar hij kan een echte democraat
zijn, die meeleeft met z'n gemeentele
den.
Juist in onze dagen nu het gezag
toch reeds zoo veel geleden heeft, moe
ten de ambtsbekleeders dubbel voor
zichtig zijn met hun woorden en een
waarschuwing is allerminst misplaatst
Soms hooren we zelfs uit den mond
van vertegenwoordigers van het wet
tig gezag uitdrukkingen, die het ambt
naar beneden halen in plaats van om
hoog brengen.
't Moge misschien als onschuldige
loslippigheid bedoeld zijn, de uitwer
king en de gevolgen zijn verre van on
schuldig.
't Is te hopen, dat men in ons land
va toenemende mate de beschikking
krijge over mannen, die met groote
wijsheid en behoedzaamheid hun ge
zagspositie weten te handhaven, want
naarmate de eerbied voor gezag en
wet afneemt, zinkt het volk te dieper
weg.
Wij zijn het hiermede eens. Naar
cnze meening had de heer Wijtema
verstandiger gedaan om het niet er
op te laten aankomen en alleen zich
tusschen de menigte te wagen.
Anderzijds is de houding der burge
rij uiterst laf en inderdaad een uiting
van ergerlijke ontaarding.
V Aangifte mijnongevallen.
Dezelfde „Uitkijk", wien wij boven
aanhaalden, schrijft ook over het niet
aangeven van' mijnongevallen, waar
van de bladen reeds een en ander mede
deelden.
Hij ziet hierin een relletje van „Het
Volk", dat- hieruit munt tracht te
slaan.
Zijn oordeel is, dat de mijneigenaren
niets verkeerds deden, immers in
geen enkel opzicht de belangen der
werknemers schaadden.
Er wordt niets verzwegen, zegt
hij maar iedere behandeling van
een ongeval, van hoe geringen aard
ook, wordt dadelijk in een daarvoor
bestemd register ingeschreven, zoodat
bij een ingesteld onderzoek onmiddel-
ijk alle inlichtingen konden worden
verstrekt.
Hij looft integendeel deze behande
ling, omdat daardoor de Rijksverze
keringsbank voor deze kleine onge
vallen f 65,— per ongeval aan admi
nistratieve onkosten bespaard wordt.
Hiermede zijn wij het niet eens.
Afgescheiden van het al of niet
strijdige van dit achterhouden van de
aangiUe met de bepalingen der Onge
vallenwet, verdient het afkeuring om
aangiften achter te houden, aange
zien dit noodwendig leiden moet tot
verkeerde statistieken.
Het is voor een goede wetstoepas
sing noodzakelijk, dat de Rijksverze
keringsbank alle gegevens in handen
krijgt.
Wij meenen, dat straks uit de rap
porten van het onderzoek dat ook
V.wel blijken zal.
Gerei. Schoolveieeniging.
In tegenwoordigheid van een groot
aantal belangstellenden, meest uit on
derwij skrinigen, had gisterenavond
in het schoolgebouw aan de Hoogland
sche Kerkgracht de installatie plaats
van den heer W. G. Aldershoff Jr
als hoofd der aldaar gevestigde ULO.-
schooL
De voorzitter der Geref. Schoolver-
eeniging, de heer J. Schaap H'z.
opende de vergadering met gebed en
las vervolgens Psalm 111.
In zijn openingswoord wees spr. op
het tweeledig karakter der samen
komst. Van ons is heengegaan de heer
Vros, die sedert 1908 hoofd is geweest,
eerst der geheele school en daarna
na de splitsing, van de ULO-afdeeling
Hij heeft zijn werk verricht met inzet
zijner geheele persoonlijkheid, die
door God met uitnemende didactische
gaven was versierd. Om gezondheids-
rédenen moest hij zijn ontslag nemen,
maar het bestuur blijft hem dankbaar
voor het goede werk door hem ver
richt en wenscht hem toe, dat hij in
zijn rustjaren de nabijheid zijns Gods
naar liciiaam en ziel mag ondervin
den.
Nadat de heer Nijkamp van s-Gra-
venhage gedurende 9 maanden tijdens
het ziekteverlof van den heer Vros de
leiding heeft gehad, mag het bestuur
thans het nieubenoemde hoofd, den
heer Aldershoff welkom heeten. Hij
is in het ulo-onderwijs geen onbeken
de en spr. wenscht hem toe, dat hij
tal van jaren met veel vrucht aan
deze school mag werkzaam zijn.
Spr. schetst wat noodig is voor een
Hoofd eener Geref. School. Hij moet
zijn een krachtige persoonlijkheid met
veel levenswijsheid, noodig in den om
gang met het personeel, met de kin
deren en met de ouders; hij moet ook
zijn een goed gereformeerd Christen,
die al zijn kracht van boven verwacht
Aan het einde van zijn openings
woord deelde de voorzitter nog mede,
dat een gelukwensch was ingekomen
van den kerkeraad der Chr. Geref. ge
meente en gaf daarna het woord aan
het nieuwbenoemde Hoofd.
De heer W. G. A 1 d er s h o f f Jr.
begon met een terugblik op den 80-
jarigen schoolstrijd, die in de vorige
eeuw gestreden is. Spr. gedenkt die
oude voortrekkers met hun groot ge
loof, hun vast vertrouwen, ziende in
't gebod, blind in de toekomst. Wij jou
geren weten nauwelijks, hoe groote
offers de ouderen gebracht hebben,
nu in onzen tijd de primitieve scholen
worden afgebroken of vervangen door
schoolpaleizen.
Spr. schetste de hooge beteekenis
van het Christelijk Onderwijs: nobles
se oblige adeldom verplicht.
Vooral het Geref. onderwijsmoet
zich dien adeldom bewust zijn. om
dat het onkomt uit het Calvinistisch
beginsel, dat absoluut is. Wel hebben
wij den tijd niet mee, want onze tijd
is relativistisch; hij wil autonomie,
geen heteronomie. Zelfs werd dooi* m
geleerde als Prof. Dr. J. A. Cramer in
het begin dezes jaars te Zwolle aan
de Christelijke onderwijzers verweten
dat er zooveel ongeloof in onzen tijd
bestaat; dat kwam door het bijbelsch
onderwijs op de Christelijke school.
Natuurlijk maken onze tegenstanders
daar gebruik van om ons te bestrijden
Spr. eindigde met een beroep op de
ouders, hem met vertrouwen en liefde
tegen te treden, dankte het bestuur
voor het in hem gestelde vertrouwen,
en sprak de hoon uit, dat hij met den
inspecteur op aangename wijze zou
kunnen samenwerken. Daarna richtte
spr. zich tot den heer Goslinga, dien
hij dankte voor de hartelijke ont
vangst, hem bereid, tot de heeren
Bred er veld en de Groot, met wien hij
hoopt samen te werk*" tot den bloei
der school, en tot de collega's hoofden
van scholen in Leiden en omgeving;
hun scholen zijn de romp, waarvan
de ulo-school de kop is.
Na de rede van den heer Aldershoff
waarop applaus volgde, voerde Ds. H.
J. Kouwenhoven, die met den
heer W. J. Blommendaal den kerke
raad vertegenwoordigde, het woord.
Wij denken dikwijls, dat het hooge
Noorden, waaruit de heer Aldershoff
afkomstig is, koud en koel is aldus
spr. maar dan heeft deze „intree
rede" het toch anders bewezen, want
zij getuigde van warmte, van warme
liefde voor het Chr. Onderwijs, voor
de kinderen en voor het Gereformeerd
beginsel. Het is voor de kerk zulk een
aangename en kostbare zaak, wan
neer wij 'n man als hoofd der school
zien optreden, aan wien wij onze kin
deren met vrijmoedigheid kunnen toe
vertrouwen en spr. eindigde met den
wensch uit te spreken, dat God den
heer Aldershoff tot in lengte van ja
ren tot een rijken zegen mocht stellen
en hem alles schenken wat hij noo
dig heeft voor de vervulling zijner
taak.
Nadat gepauzeerd was, sprak de
heer J. Baak, inspecteur van het L.
O. die dankte voor de tot hem ge
richte uitnoodiging en er zijn blijd
schap over uitsprak, dat er zooveel
belangstellenden aanwezig waren.
Spr. ving zijn toespraak aan met
een herinnering aan Engeland, waar
hij een tweetal weken had doorge
bracht op een congres van schoolman
nen en waar het hem had getroffen,
hoe daar hij de hoogsten in den lande
zoo groote waardeering bestaat voor
de mannen, aan wie de opvoeding der
jeugd is toevertrouwd. In ons land zijn
we nog niet zoover, maar 'tgaat wel
in deze richting.
Spr. feliciteerde den heer Aldershoff
met zijn benoeming uit een groot aan
tal sollicitanten. Spr. wist dat de heer
A. een principieel man is, en dit moet
een onderwijzer zijn, hij moet voor
zich de lijnen uitstippelen, waarlangs
de opvoeding gaan moet; men kan
daarbij zijn vol waardeering voor an-
derer denkbeelden. Spr. eindigde met
den heer A. een prettigen werkkring
en veel succes in zijn arbeid toe te
wenschen.
Namens de plaatselijke schooicom-
misie sprak de heer T. S. Goslinga
die allereerst een woord van weemoe
dige hulde aan den voörganger van
den heer A. wijdde en hem daarna
hartelijk wrelkom heette.
Er is veel strijd in de Leidsche
schoolwereld, zegt spr. en hij uitte
den wensch. dat de heer A. een vurig
strijder mocht worden voor goed on
derwijs.
Moge het den heer A. gegeven wor
den, den uitnemenden naam, dien de
Geref. Schoolvereeniging heeft, onder
Gods zegen te bevestigen en tot in
lengte van dagen met veel vrucht in
deze stad werkzaam te zijn.
De heer J. Brederveld riep na
mens de college's den heer A. een har
telijk welkom toe. Het verheugt spr.
dat het schip thans weer een kapitein
heeft en hij gelooft wel dat het onder
dezen kapitein goed zal varen.
Spr. eindigde met den wensch uit te
spreken, dat de samenwerking in alle
opzichten gezegend moge zijn.
De heer S. Gaasterland voerde,
mede namens de collega's Moyer en
Bakema het woord tot den heer Al
dershoff. Het is ons een blijdschap,
dat we al? hoofden der scholen weer
met z'n vieren zijn, en het is onze
wensch, zegt Spr. dat er hartelijkheid
en toegenegenheid onder ons moge
zijn, en goede collegealiteit. Dikwijls
zullen we met elkaar moeten spreken
en elkaar om raad vragen, en het is
veel waard, dat dit kan geschieden in
een geest van vriendschappelijkheid.
De heer v. d. Z w e t bedankte na
mens de Chr. scholen uit de omgeving
voor de tot hen gerichte uitnoodiging.
Spr. wees er op, dat een hoofd eerier
school behoefte heeft aan den steun en
de belangstelling van allen die in be
trekking staan tot zijn persoon en
werk .Moge daarom ook onze collega
gesteund worden door veler liefde en
gebed.
De heer J. P 1 o o y riep als secreta
ris der afdeeling Leiden en omstreken
van de Ver. van Christelijke Onder
wijzers den heer Aldershoff het wel
kom toe. Spr. hoopte dat hij den heer
A. ook in het vereenigingsïeven dik
wijls zou mogen ontmoeten en dat hij
bij zijn uitgebreiden werkkring als
hoofd eener uitgebreide school nog
tijd ook daarvoor zou mogen over
houden.
De heer N ij k a m p richtte nog een
enkel woord van dank tot de heeren
de Groot en Bredeveld voor de trouwe
vriendschap en medewerking van hen
ondervonden en hoopte dat ook de
heer Aldershoff daarvan nog lang zou
mogen genieten.
De heer Schaap dankte ten slotte
de verschillende sprekers voor de goe
de woorden door hen gesproken, en
sprak de hoop uit dat God de Heere
de goede wenschen in vervulling
mocht deen gaan, waarna de heer Zijl
stra in dankgebed voorging.
De gemcf^tefinanciën.
Wij hebben er gisteren op gewezen,
dat de gemeenterekening 19S5 met n
exploitatiesaldo van ruim f 70.000. een
bevredigend resultaat geeft.
Temeer is dit het geval omdat de
gemeente voor een uitgaaf kwam te
staan van f 433447, waarop niet was
gerekend, welk bedrag door het rijk
werd ingehouden als aandeel van de
gemeente in de kwade posten wegens
de directe belastingen.
Had men deze tegenvaller niet ge
kregen, dan zou er een voordeelig ex
ploitatiesaldo zijn geweest van ruim
f 500.000.
Dat ondanks dezen geweldigen tegen
valler toch het evenwich tusschen
ontvangsten en uitgaven kon worden
behouden, is zeker niet zonder betee
kenis en een bewijs, dat door B. en
W. de noodige zuinigheid is betracht.
Dit blijkt trouwens ook wel, wan
neer men de cijfers van de rekening
meer van nabij beziet.
Zoo werd Voor jaarwedden enz. van
ambtenaren ter gemeentesecretarie
minder uitgegeven dan geraamd was
f 8377. voor druk- en bindwerk f4977,
voor jaarwedden van politiepersoneel
f 12912, voor kleeding en uitrusting
der politie f 2837, voor wachtgebouw
der politie, enz. f 1510, kosten van
bruggen en overzetveeren f 2188, kos
ten van havens, vaarten enz. f 3041,
onderhoud van schoolmeuhelen f 2590
schoolboeken, leermiddelen f 2678, ver
lichtingenz. schoolgebouwen f 5566,
verlichting enz. Gem. H. B. Scholen
f 1115, schoolmeuhelen enz. id. f2094.
Bij deze meevallers kwam nog, dat
het armbestuur en werkloozenzorg
in totaal een f 100000 minder vroegen
dan geraamd was.
Toch zou het gunstig© eindcij'fer,
dat bereikt werd. niet verkregen zijn,
indien met name de lichtfabrieken
niet zulke buitengewoon hooge win
sten hadden gemaakt.
Zoo gaf de gasfabriek een winst bo
ven de raming, van ruim f 76.000 en
de electriciteitsfabriek zelfs een van
f 213.575.
Door B. en W. is indertijd toege
zegd, dat naar een meer zuivere ra
ming zou worden gestreefd. Dat zulks
gewenscht is blijkt uit bovenstaande
cijfers. Het verschil tusschen een
winstraming van f 126.000 en een uit
komst van f 339.000 is toch al te groot
Men herinnert zich misschien, dat
van Soc. Dem. zijde het vorig jaar
een voorstel werd gedaan, om de meer
winst van de bedrijven, de winst,
die gemaakt werd boven het geraam
de bedrag, te reserveeren, welk voor
stel echter door den gemeenteraad
werd verworpen.
Wanneer dit stelsel in 1925 in toe
passing was gebracht, dan zou de re
kening inplaats van met een batig
slot, gesloten moeten worden met een
nadeelig slot van f306.116.68, wat on
vermijdelijk belasting erhooging ten
gevolge zou moeten hebben.
Alles bijeengenomen maakt de ge
meenterekening geen slechten indruk.
Integendeel, zij opent althans eenig
uitzicht op verdere verlaging van de
gemeentelijke inkomstenbelasting.
Aan B. en W. mag een woord van
hulde voor het gevoerde beheer niet
worden onthouden.
De Jan Steententoonstelling.
Als men Schaepman's met zooveel bra
vour geschreven „Onze Nationale Kunst"
leest, zou men willen gelooven, dat ons
volk zijn oude meesters vereert als zijn
hoogste en heiligste bezit, aldus vangt
de jjHors d'oeuvre"-sch]Tjver in de
„Msb." znn „Weekpraatje" aan.
Ons volk heeft heusch wel' wat anders
te doen, het heeft zijn taveernen met
en zonder muziek, zijn bioscopen en
dancings, zijn voetbalwedstrijden en
'boksmatches.
Maar zijn oude kunst, och, dat weet
het veilig opgeborgen in de musea, het
interesseert zich met voor oude schil
derijen in gouden of houten lijst, waai*
het zijn levende beelden heeft in den
staag wisselenden bioscoop.
Als onze provincialen in het zomer
seizoen naar Amsterdam en Den Haag
trekken, dan mogen zij curiositeitshal
ve al eens het pompeuss Rijksmuseum
of het meer bescheiden Mauritshuis bin
nen gaan, vluchtig slungelen zij langs
de oude doeken, zonder zich om den
meester te bekommeren, die zijn volk
dit meesterstuk schonk tot een altoos-
durend bezit.
Aan .„reizen en trekken" doet ons
volk tegenwoordig veel, maar het zal er
niet aan denken, in buitenlandsche mu
sea de geniale landgenooten in hunne
kunst te gaan groeten, die aan het klei
ne Holland de onsterfelijke glorie en
den h oogsten roem hebben verleend
Van de overmoedige jongeren kunnen
wij hooren, dat zij de eigenlijke kunst,
die eenige beteekenis heeft, pas nu
hebben ontdekt, en dat al die oude
meesters tcch eigenlijk maar ziellooze
stumperds en armelijke peuteraars zijn
Binnenland.
Staking aan de motoreniabrlek Bol
nes uitgebroken.
De noodtoestand van reehondors en
veehandelaars.
Buitenland
Generaal Feng vertoeit te Mokoo.
Twee belangrijke arrestaties in vtr-
band met het spoorwegongelnk bij
Lehrte.
Belangrijke wijziging der Japanache
emigratiepoll Hek.
De gevangen genomen Crieksche
dictator Pangalos zal voor het hoogge-
rechtshof gedaagd worden.
Een regeling Inzake het conflict
tusschen Kerk en Staat ln Mexico aan
staande?
En nu opeens worden wij, natuurlijk
door een paar fanatici, er aan herinnerd
dat het dit jaar drie eeuwen geleden
is, dat Jan Steen werd geboren.
Jan Steen, nu wat zou dat.
De meesten hebben er misschien nooit
van gehoord.
01 misschien itqch wel, vroeger, in
hun kinderjaren, als vader mopperend
thuis kwam als de boel wat ongezellig
overhoop was gehaald, en hg mopperde,
dat het wel een huishonden leek van
Jan Steen.
Ja, die Jan Steen moet wel een rare
snoeshaan zijn geweest, een vent, die
altijd in de taveerne zat, en zijn huis
houden erbarmelijk verwaarloosde.
En dan herinneren we ons uit school
boekjes, boe Jan Steen, die vaders
brouwerij bestieren moest, maar waar
niets meer te doen was. op een dag een
koppel snaterende eenden in den brouw
ketel zwemmen liet, om aan zijn vrouw
haar klacht tegemoet te komen, dat
er geen leven meer was in de brouwerij
Ja, dat was nu de Jan Steen, dien
wij ons misschien herinneren.
En van dien misschien oolnken, maar
varen kwast, wilde men opeens nu zijn
driehonderdsten geboortedag vieren.
Men zou hem eerbiedig gedenken
nadat men den man een paar honderd
jaar lang schandelijk miskend heeft
Nu blflkt, dat de man heelemaal geen
r,?J6 .kwasten dronkenlap is geweest
die zbn °;ezin en zijn zaak ergerlijk ver
waarloosde, maar een geniaal meester
die heel zgn korte leven, hij werd slechts
53 jaar, ontzaglijk hard moet hebben ge
werkt gezien zijn omvangrijk oeuvre,
dat hn heeft nagelaten, waarvan men
misschien nu een tiende op de hulde-
tentoonstelling in de Lakenhal te Lei
den eerbiedig heeft samengebracht
En wat zien wij nu gebeuren. Leiden
is nu juist geen wereldcentrum, dat be
zoekers en touristen tot zich trekt
De valuta wenkt en lokt den Hollan
der over de grens.
En toch, dat alles ten spijt, zien wij
nu reeds twee maanden lang een einde-
looze en onafgebroken pelgrimmage
daar de oude Sleutelstad trekken om
hulde te gaan brengen aan den oer-
Holjandschen ouden meester. Jan Steen.
Niet uit modegril, maar uit werkelijk
zuiver enthousiasme over wat daar 'ia
Leiden voor het gros der Hollanders
daar opeens een openbaring js gewor
den.
Zooals de menschen gewoonlijk over
het weer praten, zoo vragen zij elkan
der nu opgetogen af, of zij de tentoon
stelling van Jan Steen al hebbengezien.
Men heeft geen spijt van den gulden
entree, dien men offeren moet om kunst
te gaan zien, men verdringt zich voor
de honderd doeken, die in twee zalen
zijn bijeengebracht.
Er gaan stemmen op, om binnenkort
allereerst de tentoonstelling te ver
lengen, haar tegen een verlaagd entrée
toegankelijk te stellen, ja, men wil zelfs
met subsidie van den Staat en gemeente
gratis reizen naar Leiden orgwniseeren
om Jan Steen te gaan zien.
Jan Steen, die opeens gekend en ge
waardeerd wordt als Hollands levens
echte meester, die, als geen, Hollands-
psyche in zijn kunst heeft vastgelegd;
Jan Steen, de meester van het Holland
sche huiselijke leven, van de Holland
sche bruiloft- en de verjaarfeesten, van
de Holrandsche Sinterklaasvieringen en
Kermispartijen. van de Hollandsefie dron
kemansgelagen en messetrekkerijen, van
de Hollandsche Kraam- en ziekenka
mers, van de Hollandsche chirugijns en
kwakzalvers.
Hier zwijgt opeens alle critiek en
vaderlandsche benepenheid; hier spreekt,
alleen de bewondering; hier jubelt de
geestdrift.
Men heeft geen handleiding noodig
om schilderijen te leeren zien, en kunst
te waardeeren, hier komt de schoonheid
u van zelf tegemoet.
Hier wordt de kunst begrepen en ge
dachteloos bewonderd.
Hier worden geen puzzles te ontraad
selen gegeven, hier staat men sprake
loos voor de schoonheid van het leven.
Deze wondere triomf van den ouden
meester, die niet opgeborsteld, maar
gepenseeld heeft, is een openbaring ge
worden, maar ook een les.
Een les, dat kunst zich niet berede
neeren laat, maar dat zij ons spontaan
overweldigen moet.
En dat het deze groote kunst is,
die niet een seleote genieting is van
enkelen, maar het geluk van heel een
volk, de kunst van alle tijden, die de
eeuwen overwinnen sal.
Leger des Helle,
De groote tent-veldtocht van het Le
ger des Hells heeft tot hiertoe een
voor de leiders zeer bemoedigend ver
loop. Had men eerst gevreesd dat
door 't op korten termijn voorafgaan
van een andere tentcampagne de be
langstelling voor dit werk minder
groot zou zijn. juist het tegenoverge
stelde blijkt bet geval, waar geregeld