AAN HET ZOEKUCHI. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 19 AUGUSTUS 1926 TWEEDE BLAD. m BE B11BEN ZESGEN. Inconsequente vrijhandelaars. De voorstanders van den Tienzijd ig vrijen invoer in ons and, zegt de hotter d,. willen niets weten van tarieven, welke eenig verweer tegen buiten landsch protectionisme kunnen bieden. Ze klagen wel over de hooge tarief- muren, welke onze handel en indus trie al meer omknellen; doek ze schelden op ieder, die slechts naar die belemmeringen met dreigenden vinger durft te wijzen. Om ons glazen huis is elke omrastering contrabande. Maar consequent zijn ze niet. Toen onlangs de Nederlandsche lee ning aan Duitschland verlengd en de lente verlaagd werd, waren ze heel slecht te spreken over de onderhande laars, die niet meer economische ta- riefsvoordeelen bedongen hadden. Geen enkel oogenblik schenen ze de vrees te koesteren, dat Duitschland dit wel eens met represaille-maatregelen be antwoorden kon. Een dwaze veronderstelling, zegt ge wellicht. Best mogelijk, maar niet dwazer dan de meening, dat bescher ming onzer industrie het buitenland tot weerwraak nopen zou. Even inconsequent als toen, is thans de vrijhandelspers in ons land, nu Frankrijk waarschijnlijk zal trachten een leening in ons land te plaatsen. Onmiddellijk reageert men daarop niet den aandrang, dat hier voor onze regeering een taak ligt. Deze moet namelijk zorgen, dat de medewerking afhankelijk wordt gesteld van Frank- rijk's geneigdheid om af te schaffen de hatelijke „surtaxes d'entrepöt et 'd'origine", waardoor onze havens in zooveel ongunstiger positie worden ge bracht dan b.v. Antwerpen. De aandrang is rechtmatig, we geven het zonder voorbehoud toe. Doch het is in strijd met de vrijhandels- leuze, welke men tot heden durft oor- rigeeren Ala ü-it gc«'ij lucid is bij een leening niet alleen een behoorlijk rentetype en goede garantie te bedingen, doch ook economische voordeelen; dan kan er ook niets tegen zijn om retorsie maatregelen te nemen, wanneer het buitenland onzen uitvoer blokkeert. Voor een volk met een schapenna- tuur kan de wereld geen respect heb ben; wie den moed der zelfverdediging toont te bezitten, dwingt eerbied af. Zondagstreinen. Naar aanleiding van wat we schreven omtrent het onthouden v. advertentiën door den dienst der Spoorwegen aan een blad dat weigerde, een advertentie waarin ook Zondagstreinen werden aanbevolen, schrijfi. de Standaard: „Indien dit bericht juist is, kan het bij deze simpele medeieeling niet blijven. De Nederlandsche Spoorwegen zijn naar den vorm een patriculier bedrijf, maar een bedrijf waarvan de tekorten door de Nederlandsche belasting betalers worden bijgepast. Tot die belastingbetalers behooren ook dege nen, die bezwaar hebben tegen spe ciale Zondagstreinen met verlaagde tarieven. Van hen te vergen, dat zij deson danks in hunne bladen daarvoor re clame maken, op straffe van onthou ding van alle andere advertentiën, riekt naar den tijd van 50 jaarterug. De Directie der Spoorwegen is maeh tig; maar we zouden haar toch den raad willen geven, op die macht niet al te veel te bouwen en zich niet in te beelden, da zij op haar terrein onge straft de methoden der vroegere libe rale overheersching kan toepassen. Het zal haar toch niet ten eennmale ont gaan zijn, dat er in den loop der jaren op dit terrein een en ander gewijzigd is. Wij althans zijn niet voornemens om ons in stilte op die wijze te laten trappen. Indien de Spoorwegen eigener be weging al niet wenschen te rekenen met de bezwaren tegen deze speciale Zondagstreinen ingebracht, dan be hooren zij het althans te eerbiedig .r., dat sommige bladen weigeren daar voor reclame-advertentiën op te ne men, en komt de meer dan geniepige kneep van onthouding van alle ande re advertentiën niet te pas. Wo zullen de uitdrukkingen, die men in het dagelijksch leven voor zulke „streken" pleegt te bezigen, hier niet overnemen. De Directie kent ze ook wel, al drukken wij ze niet opnieuw af Maar wij noodigen onze locale pers dringend uit, ons van al deze dingen goed op de hoogte te houden; we zul len er getrouw melding van maken niet alleen, maar ook zorgen, dat het Ministerie van Waterstaat er van op de hoogte wordt gesteld. En dan zullen we verder zien KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Aangenomen: Naar Barchem, J. Ritter te Franeeker. GEREF. KERKEN. Beroe pen: Te St. Jaeobi-parochie, cand. J. Bresselhuys te Winschoten. Te Fijnaart, cand. J. H. Antuma te Enuma- .til. Te Embden en te Ihrhoven (0. Fr.), B. H. Lankamp te Esche. (Bentheim,i CÏÏR. GEREF. KERK. Bedankt: V,oor Delft en 's Graven deel, cand. A. Bikker te Noordeloos, die de roeping van Hilversum voor den mis sionairen dienst op Celebes heeft opge volgd. (Zie het no. van gisteren). Bevestiging, Intrede, Aficheld. Dr. J. v. d. B e r g hoopt 26 Sepi. a.s. afscheid te nemen van zijn gemeente te Fijenoord om op Zondag 3 Oct. d.a.v. zijn intrede te doen bh de Geref. Kerk van Rhoon. Ds. Th. M. Loran, predikant dei Ned. Herv. Gem. te De 'Dier, nam Zon dag j.l. afscheid van zjjn gemeente we gens vertrek naar Den Briel. Tot afscheidstekst was gekozen 2 Tim. !219. Ds. Loran werd hartelijk toegespro ken door ouderling A. Luyendijk, door den heer G. H. de Visser, het hoofd der Ohr. school, door Ds. A. van Geest van '3 Gravezande, namens het comité voor Bijbelverspreiding, door den heer De Hoog, namens de Evangelisaties ta Naaldwijk en Honselaarsdjjl; en ten slot te door den consulent Ds. C. Bastiaau- se van 't W,oudt. Toegezongen werd Ps. 121:4. Zondag heeft Ds. H. Steen af scheid genomen van de Geref. kerk van Zoutkamp. De leeraar, die naar Den Helder ver trekt, had tot tekst Iiand. 20:32. Hi) werd namens den kerkeraad en Gemeente toegesproken door ouderling de .Vries, namens de classis Warffum door Ds. van der Munnik, van Leens; namens de Kerk van Ulrum door D& Neerken en namens de Kerk van Hou werzijl dcor ouderling Zwaagman; en nog door het hoofd der Chr. schooi de heer .Volbeda. Toegezongen werd Ps. 134:3. Na door Ds. H. G. de Jonge van 's Gravemoer met een predicatie over Col. 1:81 te zijn bevestigd, deed Zon dag cand. J. C. H a a r t s e n uit Sou burg, intrede bij de Geref. Kerk van Driesum. Na de toespraken zong de gemeente haar nieuwen dienaar des Woords tos Ps. 134:3. Beide malen was het kerkgebouw tjok vol. Br. Rado. Dr. 'Rado te Poerbolinggo, die tot veler leedwezen, niet het minst van Dr. Esser, den dienst der Zending gaat vei laten, is voornemens zich als particu lier arts. te vestigen te Poerwokèrta Hii blijft dus dicht in de buurt. Legaat. De Weesinrichting te NeerBosch ont ving een legaat uit Rotterdam, ten be drage van f 1000. Kerkbouw. Door den Pastor loei Ds. -Ozinga werd de eerste steen gelegd van een nieuw te bouwen Geref. Kerk te Ben nekom. Veel publiek woonde deze plechtig heiü bij. Inlandscbe predikanten. De „Soer. Crt." .schrijft over de piar, 11e n tot oprichting van een opleidings school vcor voorgangers "(Inlandsche pre dikanten) van het Nederlandsch Zen- delingsgenootschap, op Soekoen te Ma. lang. Men hoopt de volgende maand met den bouw op Soekoen een aanvang jo kunnen maken. Het ligt in de bedoeling de school 1 Jan. 1927 te openen. Aan de inrich ting worden verbonden de heeren Ci W. Nortier en B. M. Schuurman, mo menteel doceerende aan de voorberei- dingsopleidingsschool te Kediri. bovendien zal, aan de opleidingsschool op Soekoen Dr. Kraemer, de Dekenue Islamkenner, afgevaardigde van het Nen Bijbelgenootschap, als docent optreden 'Zooals thans de verwachtingen zgn, zal aan den cursus worden deelgeno men door een 24-tal 'leerlingen, van wie c.a. 50 pet. getrouwd is de inrich ting js verdeeld in een afdeeling voor gehuwden en ongehuwden, die dus ovet komen met hun gezin. Ceutrale Jeugdraad. Bjj Kon. Besluit van 13 dezer zijn herbenoemd: ie. tot lid en voorzitter van den cen- tralen Jeugdraad: Dr. A. 1. M. J. baron van Wijnber gen te Utrecht, lia van de Tweede Kar mer der Staten Generaal; 2e. tot leden: Dr. C. P. Gunning te Amsterdam, voorzitter der Afd. Amsterdam van de Vereen. De Nederlandsche Padvinders, tevens lid van het Hoofdbestuur; G. Lamers S. J., te Oudenbosch, ree tor van het Berchmans-College te On- denbosch; Mevr. M. E. H. Sandberg, geboden Geisweit van der Netten, te 's Graven hage, secretaresse van de vereen. NaU Reizend Museum voor ouders en op- Voeders. Ds. J. E. .Vonkenberg te Huizen N.tL. predikant der Geref. Kerk aldaar. Werel dconi ereuties. Op 23 Augustus en volgende dagen vergaderen in Bern de voortzettings- comité's der beide groote wereldconfe renties, welke naar wegen zoeken 0111 de gescheiden Christelijke kerken dioh- terDij elkander te brengen. De bekende wereldconferentie voor ge lcof en organisatie roept haar voort zettingscomité bijeen om de wereldcon ferentie te Lausanne in 1927 voor te bereiden. Het comité omvat 60 leden. Voorzitter is bisschop Brent uit New York. De An- glicaansene kerken zijn door 10 af gevaardigden, de Oostersch-orthodoxen door 8, de oud-Katholieke kerken door den Zwitserschen bisschop Dr. Küry ver tegenwoordigd. De overige leden zijn afgevaardigd door de verschillende Protestantsche kerken. De Roomsche Kerk weigert aan de besprekingen deel te nemen. Als pun ten van behandeling zijn opgegeven: De roep naar eenheid. Het wezen der Kerk. De gemeenschappelijke belijdenis der Kerk. Het geestelijk ambt. De sacra menten. De eenheid der Christenheid en de positie der verschillende kerken, Terwijl deze conferentie meer uitgaat naar een eigenlijke hereeniging der kei ken, streeft de conferentie voor prao- tisch Christendom meer naar samenwer king van de verschillende kerken op .practisch Christelijk gebied. Deze conferentie hield in 1925 te Stockholm haar groote economische ver gadering onder voorzitterschap van den Zweedschen aartsbisschop van Up- sala, Nathan Söderblom. Zij heeft een „oproep aan de Chris tenheid" de wereld ingezonden. Reeds de geschiedenis van dezen oproep be wijst, dat de pogingen om de Christelij ke kerken op practisch gebied tot el kander te brengen, even moeilijk zijn als die, welke" een kerkelijke vereeni- ging jiedoelen. Desondanks werd eveneens een voort zettingscomité gekozen, eveneens uit 60 leden bestaanden. Dit comité nu komt op den sósten Aug. te Bern bijeen. Voorzitter is wederom aartsbisschop Söderblom. De oud-Katholieke kerken zijn in dit comité niét vertegenwoordigd. Wel heeft men bisschop Küry uitge- noodigd de besprekingen bij te wonen., Het voornaamste punt van behancle ling is de oprichting van een instituut voor sociale studie. Zweden had voorge FEUILLETON. Uit spannende dagen. (Een Vlaamsch verhaal). 54) Degenen, die van Waldeghem wa ren, maar bovenal Karei uit „de Leeuw" drukten de handen van de maagd met minzame geestdrift, en poogden haar door woorden van on versaagdheid en strijdlust te troosten. Jan de knecht brak echter spoedig •deze samenspraak af en deelde aan allen het ontwerp van verlossing me de, ziooals Genoveva het had beraamd. De jongelingen van Herenthals wer den vooraangesteld, om door bosch en struik den weg te wijzen; men vertrok onmiddellijk in de rilchtmg der stad. In de volledigste stilzwijgendheid stapten Bruno's vrienden met haast door de duisternis, langs heggen en Krachten eikander van nabij volgend; zij richtten hun weg op zulke wijze, dat zij over geen landstraat of groote baan te gaan hadden. Wanneer zij na een goed half uur de stad naderden, vertraagden zij hun gang. Er werd een nog diepere stilte bevolen; men moest i)n het. stap pen zelfs den grond met voorzichtig- 1 heid raken en alle geritsel van takken of bladeren pogen te vermijden. Wat verder nog legden allen zich plat ter aarde en begonnen als slui pende dieren voort te kruipen naar den voet der vesting. Onderwijl was Genoveva ter zijde naar de landstraat geweken en hield zi'ch daar eenige oogenblikken in een mastbosch verborgen, ten einde den mannen den tijd te laten om de stad te naderen. Zij begaf zich welhaast vooruit; onderweg zag zij de vrien den van Bruno nevens de baan als zwarte schaduwen of onbezielde lij ken ten gronde uitgestrekt liggen; geen enkele verroerde zich bij haar doorgang. Alles was dus klaar, ieder was gereed. De maagd, op eenige treden van de poort staandei, riep met schijnbaar benauwde stem: „Soeurs de Charité' Soeurs de Cha- ritél" De schildwacht ging tot den ser geant, die met het hoofd op de tafel ingesluimerd lag, en wekte hem. „Citoyen sergeant" sprak hij, „daar zijn de nonnen terug. Zij vragen om te worden binnengelaten." „Het is wel" antwoordde de Over ste, zich de oogen wrijven d, „wij zul len gaan zien." „Zij zijn haastilg" bemerkte de sol daat, „mij dunkt, dat zij verschrikt zijn." De Overste vatte den sleutel en volgde den schildwacht tot hij de poort; hier legde hij den mond tegen _het kijkgat en vroeg naar buiten. „Wie is daar?" Soeurs de Charité" werd hem ge antwoord. „Zijt gij het, Zuster?" vroeg hij nog maals. „Ik hen het, die gij daar straks uit liet; maar spoed u toch, Citoyen, ilk ben zoo vervaard!" De sergeant ontsloot de poort, doch zoo weinig, dat Genoveva er nauwe lijks zou hebben kunnen doordringen. Zij bleef echter buitenstaan, terwijl zij met geveinsde verschriktheid zei: „O Citoyen, wacht een oogenbiiik, als het u belieft; mijn zuster komt ginder in de duisternis aanloopen. Twee mannen hebben ons tot hier vervolgd; wij zijn op de vlucht ge gaan; mijn zuster is nog achter, ik hoor ze, zij is niet verre." Door deze woorden bedrogen, open de de sergeant de poort veel meer en kwam buiken bij de maagd. Hij poog de door de duisternis in de baan te zien en zeide tot Genoveva: „Maar ik hoor niets. Uw zuster zal in de handen der Brigands gevallen zijn. Wij zullen die schalmen morgen wei krijgen." „Neen, neen, zij komt" hernam de maagd; haar stem verheffende riep zij: „Zuster Ann! Zuster Ann!" Bij dilen roep liep zij vooruit in de donkere baan. „Wat doet gij? Wat doet gij?" riep de sergeant. „Ik kan hier niet Hij had geen tijd om zijn gezegde te steld zulk een instituut in het leven te roepen. Vooraanstaande personen van andere kerken waren echter van mee ning;, dat de kerken zich niet met so ciale aangelegenheden moesten bemoei en maar dat zij deze gecompliceerde zaken aan deskundigen moesten over- laten. De Engelschen en Amerikanen (laat entegen voelden veel voor zulk een idee. Het instituut zal, wanneer het werke lijkheid wordt, zijn zetel hebben in Zwitserland. De verhandelingen van beide comité's welke in het Bondspaleis zullen plaats vinden, zijn niet openbaar. Wel is men van plan eenige openbare algemeene samenkomsten te organiseeren. De vei vergaderingen der Lausanner Wereld conferentie zullen Zondag 22 Augustus met een godsdienstoefening in de Mun sterkerk, die der Stockholmer confe rentie den 2Ósten Augustus eveneens in de Munsterkerk geopend worden. Den 29sten Augustus zullen gelijktij dige godsdienstoefeningen plaats vinden in de Munster-, Engelsche, Fransche en Oud-Katholieke Kerk. Het Christendom in Japan. Het Christendom zal met langer meer een onwettige religie zijn, wanneer het voorstel van het Japansche ministerie van onderwijs door net parlement zal zgn aangenomen. De Christelijke kerk' werd reeds stil zwijgend geruimen tijd in Japan geduld zonder dal evenwel haar positie wette lijk geregeld was. Ten tijde der Sjoguns was het Chris tendom verboden en dit verbod is eigen lijk nooit opgegeven. De nieuwe wet, die zeker door het parlement zal worden aangenomen, er kent het Christendom als gelijk gerech tigd met de andere religies, zooals het Boeddhisme en het Sjintoïsme. Even als deze laatste zaï de Christelijke kerk vrijgesteld zijn van inkomsten-, perso neem- en grondbelasting. Een faire behandeling van alle legi tieme godsdiensten is het voornaamste doel der nieuwe wetgeving, zooals de Japansche minister van onderwijs, Ry- ohei Okade verklaard heeft. Japans bereidheid om het Christendom te erkennen is volgens dezen minister vcoal op twee factoren terug te voeren Vooreerst op het groeiende liberalisme, dat vcor elke godsdienstige gemeen schap de deur opent en vervolgens op de overtuiging, dat het Christendom nïe'c langer een bedreiging der nationale tra dities en instellingen van het Japansche volk beteekent. „Het Christendom past zich zeer goed aan brt de zeden en gebruiken van ons land. Ik ben overtuigd, dat het in het Japansche leven diepe wortelen slaan kan, zonder dat het met onze tradities in botsing komt'. De wet verleent echter aan den mi nister de bevoegdheid om aan iederen bedienaar van welke religie ook, hex preeken en onderrichten te verbieden, wanneer de minister meent, dat dooi de betreffende persoon de openbare or de of het staatsbelang bedreigd wordt BINNENLAND. Chr. Werkgeversvereniging. De Chr. Werkgeversvereen. hoopt 6 en 7 Sept. a.s in de officierensociëteit in het Park te Rotterdam in jaarver gadering bijeen te komen. De plaats van samenkomst is gekozen in ver band met het eerste lustrum der Rot- terd. Chr. Werkgeversclub, dat dan tevens zal worden gevierd. De vergadering op 6 Sept. vangt des middags te half drie aan. De voorzit ter der regelingscommissie, de heer A. Borst Pzn. spreekt een welkomst woord, waarna de voorzitter der Ver- eeniging, de heer F. L. v d Born, de openingsrede houdt. Hierna refereert Prof. Mr. F. de Vries, hoogleeraar aan de Handelshoo geschool te Rotterdam, over „Het ver drag HollandBelgië. 's Avonds is er een diner aan boord van het s.s. „Tjerimai" aangeboden door de directie van den Rott. Lloyd. De huishoudelijke vergadering vangt den volgenden, dag te 11 uur aan. Na afloop is er een gemeenschap pelijke lunch in de officierensociëteit. De middagvergadering begint half drie. Dan refereert Mr. G. H. A. Gros heide, uit Amsterdam, over „De nieu- eindigen. Vijftig mannen stonden eens klaps in de duisternis vecht; zij-' wa ren al kruipende zoo dicht tot den sergeant genaderd, lat deze hen nitet eerder bemerkte clan wanneer zij hem hadden aangegrepen. De mond werd hem verstopt; men nield hem bee nen en armen vast, om hem alle beweging te beletten, en men rukte hem van de poort naar do over zijde der haan, zonder dat het hem mogelijk was een enkel teeken aan zijn gezellen te geveu. Geen der hoeren had een woi-r.i ge sproken of het minste gerucht ge maakt. Terwijl vijf of zes den sergeant op den grond hielden neergestrekt, lie pen de overigen even zwijgend ter poort, overrompelden daar den schild wacht en stormden het wachthuis binnen. De soldaten, die aan de deur eenig gerucht hadden gehoord, waren recht gesprongen en meenden met hun wa penen naar de poort te snellen, toen de ito trede der boeren hun dit kwam beletten. Eenige geweerschoten werden er ge lost; men streed een wijl met ie sa bel en met de bajonet; doch door ver rassing ontsteld en onder het groot getal hunner vijanden zwichtend, wa ren de Franschen welhaast neergesa beld of weerloos gemaakt. Twee of drie soldaten hadden echter al vech tend de straat bereikt an auwan -dq Leiden, 10 Augustus 1986. „Wij willen schrijft de Directie van „Het Volk" in September min stens 2000 nieuwe abonné's voor onze krant inschrijven." Nu worden lang niet alle wenechen vervuld en zoo zal 't misschien ook hier wel gaan. Toch lijkt 't me volstrekt niet onmfo gelijk dat deze wensch voor een groot deei in vervulling gaat. En dat niet omdat de Volkdirectie zooveel beter dan andere directies de kunst verstaat om propaganda te maken, en zaken te doen, maar om dat zij achter zich heeft een leger van onbezoldigde propagandisten, die uit gaan in straten en stegen om de krant er „in" te werken. Avond aan avond trekken ze er op uit, óók in Leiden, vooral in de volks buurten, om de menschen te overtui gen dat ze het roode orgaan behooren te lezen. De beginselen van de socialisten bestrijd ik. Maar voor den ijver van vele soci alisten lieb ik alle respect. Als bij ons, niet dezelfde ijver, maar een tiende deel ervan gevonden werd; als onze mannen en vrouwen met hetzelfde élan voor onze bladen werkten als de socialisten voor de hunne dan was wat onze pers be treft, de zaak gezond. Dan konden ook onze bladen de vleugels uitslaan en zouden op veel grooter schaal dan tot nu toe, onze beginselen gepropageerd kunnen wor den. 't Is wel jammer, dat dit niet meer en beter wordt beseft. Wat dit betreft kunnen we aan de socialisten een voorbeeld nemen. OBSERVATOR we wet op de naamlooze vennoot schappen in Nederland." De heer J. Schouten, lid der Twee de Kamer en Wethouder van Finan ciën te Rotterdam, houdt een opwek kende rede. Minister Doener en de poiitie-rechter. Ongetwijfeld hebben alle juristen» die op de een of pndere wijze met het Strafrecht in aanraking komen, met belangstelling kennis genomen van de circulaire van Minister Donner, waar in deze er bij den Procureur-Generaal van de verschillende Hoven op aan drong, de noodige maatregelen te ne men, opdat de om verschillende rede nen niet eenvoudige zaken aan de be- oordeeling van de Meervoudige Ka mers der Rechtbanken, en niet aan de alleenspraak van den Politierechter zouden worden onderworpen. Het is merkwaardig, dat deze cir culaire, die volkomen in overeenstem ming geacht mag worden met de be doeling van den Wetgever en dis dan ook door de meeste juristen als een correctie op een onjuist systeem ten zeerste is toegejuicht, in zekere krin gen aan een felle en ongemotiveerde critiek werd onderworpen. In het bekcr.de artikel 369 van hot sinds 1 Januari "926 in wer&ing ge treden Wetboek van Strafvordering vinden we het volgende: Het recht sgeding wordt voor den Politierechter vervolgd, indien naar net aanvankelijk oordeel van den vervolgenden ambtenaar, de /aak van eenvoudigen aard is, bepaaldelijk ook ten aanzien van hte bewijs en het toepassen der wet, en daar 1 geen zwaardere hoofdstraf dan gevangenis straf van een door den Koning te be- palen aantal maanden, ten hoogste zes, dient te worden opgelegd Het komt mij foor, dat de Minister, die als zoodanig staat aan het hoofd van de staande Magistratuur in den lande,niet alleen volkomen bevoegd, maar ook zonder twijfel te recht deze circulaire heeft uitgevaardigd Laat ons hopen, dat nu waar de praktijk aa nhet woord gekomen is, de officieren van justitie zich zullen hou den aan wet en ministrieel voor schrift, aldus schrijft Mr. C. J. G., in het „Handelsblad". de Markt alarm gaan schreeuwen. De geweerschoten hadden reeds de soldaten gewekt, die bij het stadhuis waren gelegerd; de trommels en trom petten begonnen hun vervaarlijk stormgeroep, en gansche drommen soldaten kwamen van de Markt naar de poort afgehakt. Maar de boeren hadden insgelijks hun tijd niet verzuimd; zij hadden de gevangenen uit hun kerker gehaald en stroomden er juichend mede ter poort uit, toen de eerste bende sol daten in de verte naderde. Op eenigen afstand van de poort stond Genoveva te wachten. Zoohaast zij de stem van Bruno hoorde, vloog zij hem om den hals en hing met het hoofd op zijn borst. Hare tranen vlo ten als een stroom; zij sprak woor den van geluk en teederheid tot hem, zij dankte God in vurige aanbidding. Bruno meende met zijn moe»dige vrienidin al de liefde, al de erkente nis, die zijn hart tot 9tortens toe ver vulde, in diepbezielde woorden te be tuigen; maar een twintigtal kogels, die huilend over hun hoofden voor bijvlogen. en de woeste wraakkreten der soldaten deden hun begrijpen, dat het levensgevaar nog niet was ontweken. „In het hout! In het hout!" riep Ka- rel uit „de Leeuw" en allen spron gen ter zijde der haan tusschen de heesters weg. (W.ordt vervolgdl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5