AAN HET ZOEKUCHI.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 19 AUGUSTUS 1926
TWEEDE BLAD.
m BE B11BEN ZESGEN.
Inconsequente vrijhandelaars.
De voorstanders van den Tienzijd ig
vrijen invoer in ons and, zegt de
hotter d,. willen niets weten van
tarieven, welke eenig verweer tegen
buiten landsch protectionisme kunnen
bieden.
Ze klagen wel over de hooge tarief-
muren, welke onze handel en indus
trie al meer omknellen; doek ze
schelden op ieder, die slechts naar die
belemmeringen met dreigenden vinger
durft te wijzen. Om ons glazen huis is
elke omrastering contrabande.
Maar consequent zijn ze niet.
Toen onlangs de Nederlandsche lee
ning aan Duitschland verlengd en de
lente verlaagd werd, waren ze heel
slecht te spreken over de onderhande
laars, die niet meer economische ta-
riefsvoordeelen bedongen hadden. Geen
enkel oogenblik schenen ze de vrees
te koesteren, dat Duitschland dit wel
eens met represaille-maatregelen be
antwoorden kon.
Een dwaze veronderstelling, zegt ge
wellicht. Best mogelijk, maar niet
dwazer dan de meening, dat bescher
ming onzer industrie het buitenland
tot weerwraak nopen zou.
Even inconsequent als toen, is thans
de vrijhandelspers in ons land, nu
Frankrijk waarschijnlijk zal trachten
een leening in ons land te plaatsen.
Onmiddellijk reageert men daarop
niet den aandrang, dat hier voor onze
regeering een taak ligt. Deze moet
namelijk zorgen, dat de medewerking
afhankelijk wordt gesteld van Frank-
rijk's geneigdheid om af te schaffen
de hatelijke „surtaxes d'entrepöt et
'd'origine", waardoor onze havens in
zooveel ongunstiger positie worden ge
bracht dan b.v. Antwerpen.
De aandrang is rechtmatig, we
geven het zonder voorbehoud toe. Doch
het is in strijd met de vrijhandels-
leuze, welke men tot heden durft oor-
rigeeren
Ala ü-it gc«'ij lucid is bij een leening
niet alleen een behoorlijk rentetype
en goede garantie te bedingen, doch
ook economische voordeelen; dan kan
er ook niets tegen zijn om retorsie
maatregelen te nemen, wanneer het
buitenland onzen uitvoer blokkeert.
Voor een volk met een schapenna-
tuur kan de wereld geen respect heb
ben; wie den moed der zelfverdediging
toont te bezitten, dwingt eerbied af.
Zondagstreinen.
Naar aanleiding van wat we schreven
omtrent het onthouden v. advertentiën
door den dienst der Spoorwegen aan
een blad dat weigerde, een advertentie
waarin ook Zondagstreinen werden
aanbevolen, schrijfi. de Standaard:
„Indien dit bericht juist is, kan het
bij deze simpele medeieeling niet
blijven.
De Nederlandsche Spoorwegen zijn
naar den vorm een patriculier bedrijf,
maar een bedrijf waarvan de tekorten
door de Nederlandsche belasting
betalers worden bijgepast. Tot die
belastingbetalers behooren ook dege
nen, die bezwaar hebben tegen spe
ciale Zondagstreinen met verlaagde
tarieven.
Van hen te vergen, dat zij deson
danks in hunne bladen daarvoor re
clame maken, op straffe van onthou
ding van alle andere advertentiën,
riekt naar den tijd van 50 jaarterug.
De Directie der Spoorwegen is maeh
tig; maar we zouden haar toch den
raad willen geven, op die macht niet
al te veel te bouwen en zich niet in te
beelden, da zij op haar terrein onge
straft de methoden der vroegere libe
rale overheersching kan toepassen. Het
zal haar toch niet ten eennmale ont
gaan zijn, dat er in den loop der jaren
op dit terrein een en ander gewijzigd
is.
Wij althans zijn niet voornemens
om ons in stilte op die wijze te laten
trappen.
Indien de Spoorwegen eigener be
weging al niet wenschen te rekenen
met de bezwaren tegen deze speciale
Zondagstreinen ingebracht, dan be
hooren zij het althans te eerbiedig .r.,
dat sommige bladen weigeren daar
voor reclame-advertentiën op te ne
men, en komt de meer dan geniepige
kneep van onthouding van alle ande
re advertentiën niet te pas.
Wo zullen de uitdrukkingen, die men
in het dagelijksch leven voor zulke
„streken" pleegt te bezigen, hier niet
overnemen. De Directie kent ze ook
wel, al drukken wij ze niet opnieuw af
Maar wij noodigen onze locale pers
dringend uit, ons van al deze dingen
goed op de hoogte te houden; we zul
len er getrouw melding van maken
niet alleen, maar ook zorgen, dat het
Ministerie van Waterstaat er van op
de hoogte wordt gesteld.
En dan zullen we verder zien
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Aangenomen: Naar Barchem, J.
Ritter te Franeeker.
GEREF. KERKEN.
Beroe pen: Te St. Jaeobi-parochie,
cand. J. Bresselhuys te Winschoten. Te
Fijnaart, cand. J. H. Antuma te Enuma-
.til. Te Embden en te Ihrhoven (0. Fr.),
B. H. Lankamp te Esche. (Bentheim,i
CÏÏR. GEREF. KERK.
Bedankt: V,oor Delft en 's Graven
deel, cand. A. Bikker te Noordeloos, die
de roeping van Hilversum voor den mis
sionairen dienst op Celebes heeft opge
volgd. (Zie het no. van gisteren).
Bevestiging, Intrede, Aficheld.
Dr. J. v. d. B e r g hoopt 26 Sepi.
a.s. afscheid te nemen van zijn gemeente
te Fijenoord om op Zondag 3 Oct. d.a.v.
zijn intrede te doen bh de Geref. Kerk
van Rhoon.
Ds. Th. M. Loran, predikant dei
Ned. Herv. Gem. te De 'Dier, nam Zon
dag j.l. afscheid van zjjn gemeente we
gens vertrek naar Den Briel.
Tot afscheidstekst was gekozen 2 Tim.
!219.
Ds. Loran werd hartelijk toegespro
ken door ouderling A. Luyendijk, door
den heer G. H. de Visser, het hoofd der
Ohr. school, door Ds. A. van Geest
van '3 Gravezande, namens het comité
voor Bijbelverspreiding, door den heer
De Hoog, namens de Evangelisaties ta
Naaldwijk en Honselaarsdjjl; en ten slot
te door den consulent Ds. C. Bastiaau-
se van 't W,oudt.
Toegezongen werd Ps. 121:4.
Zondag heeft Ds. H. Steen af
scheid genomen van de Geref. kerk van
Zoutkamp.
De leeraar, die naar Den Helder ver
trekt, had tot tekst Iiand. 20:32.
Hi) werd namens den kerkeraad en
Gemeente toegesproken door ouderling
de .Vries, namens de classis Warffum
door Ds. van der Munnik, van Leens;
namens de Kerk van Ulrum door D&
Neerken en namens de Kerk van Hou
werzijl dcor ouderling Zwaagman; en
nog door het hoofd der Chr. schooi
de heer .Volbeda.
Toegezongen werd Ps. 134:3.
Na door Ds. H. G. de Jonge van
's Gravemoer met een predicatie over
Col. 1:81 te zijn bevestigd, deed Zon
dag cand. J. C. H a a r t s e n uit Sou
burg, intrede bij de Geref. Kerk van
Driesum.
Na de toespraken zong de gemeente
haar nieuwen dienaar des Woords tos
Ps. 134:3.
Beide malen was het kerkgebouw tjok
vol.
Br. Rado.
Dr. 'Rado te Poerbolinggo, die tot
veler leedwezen, niet het minst van Dr.
Esser, den dienst der Zending gaat vei
laten, is voornemens zich als particu
lier arts. te vestigen te Poerwokèrta
Hii blijft dus dicht in de buurt.
Legaat.
De Weesinrichting te NeerBosch ont
ving een legaat uit Rotterdam, ten be
drage van f 1000.
Kerkbouw.
Door den Pastor loei Ds. -Ozinga
werd de eerste steen gelegd van een
nieuw te bouwen Geref. Kerk te Ben
nekom.
Veel publiek woonde deze plechtig
heiü bij.
Inlandscbe predikanten.
De „Soer. Crt." .schrijft over de piar,
11e n tot oprichting van een opleidings
school vcor voorgangers "(Inlandsche pre
dikanten) van het Nederlandsch Zen-
delingsgenootschap, op Soekoen te Ma.
lang.
Men hoopt de volgende maand met
den bouw op Soekoen een aanvang jo
kunnen maken.
Het ligt in de bedoeling de school
1 Jan. 1927 te openen. Aan de inrich
ting worden verbonden de heeren Ci
W. Nortier en B. M. Schuurman, mo
menteel doceerende aan de voorberei-
dingsopleidingsschool te Kediri.
bovendien zal, aan de opleidingsschool
op Soekoen Dr. Kraemer, de Dekenue
Islamkenner, afgevaardigde van het Nen
Bijbelgenootschap, als docent optreden
'Zooals thans de verwachtingen zgn,
zal aan den cursus worden deelgeno
men door een 24-tal 'leerlingen, van wie
c.a. 50 pet. getrouwd is de inrich
ting js verdeeld in een afdeeling voor
gehuwden en ongehuwden, die dus ovet
komen met hun gezin.
Ceutrale Jeugdraad.
Bjj Kon. Besluit van 13 dezer zijn
herbenoemd:
ie. tot lid en voorzitter van den cen-
tralen Jeugdraad:
Dr. A. 1. M. J. baron van Wijnber
gen te Utrecht, lia van de Tweede Kar
mer der Staten Generaal;
2e. tot leden:
Dr. C. P. Gunning te Amsterdam,
voorzitter der Afd. Amsterdam van de
Vereen. De Nederlandsche Padvinders,
tevens lid van het Hoofdbestuur;
G. Lamers S. J., te Oudenbosch, ree
tor van het Berchmans-College te On-
denbosch;
Mevr. M. E. H. Sandberg, geboden
Geisweit van der Netten, te 's Graven
hage, secretaresse van de vereen. NaU
Reizend Museum voor ouders en op-
Voeders.
Ds. J. E. .Vonkenberg te Huizen N.tL.
predikant der Geref. Kerk aldaar.
Werel dconi ereuties.
Op 23 Augustus en volgende dagen
vergaderen in Bern de voortzettings-
comité's der beide groote wereldconfe
renties, welke naar wegen zoeken 0111
de gescheiden Christelijke kerken dioh-
terDij elkander te brengen.
De bekende wereldconferentie voor ge
lcof en organisatie roept haar voort
zettingscomité bijeen om de wereldcon
ferentie te Lausanne in 1927 voor te
bereiden.
Het comité omvat 60 leden. Voorzitter
is bisschop Brent uit New York. De An-
glicaansene kerken zijn door 10 af
gevaardigden, de Oostersch-orthodoxen
door 8, de oud-Katholieke kerken door
den Zwitserschen bisschop Dr. Küry
ver tegenwoordigd.
De overige leden zijn afgevaardigd
door de verschillende Protestantsche
kerken.
De Roomsche Kerk weigert aan de
besprekingen deel te nemen. Als pun
ten van behandeling zijn opgegeven:
De roep naar eenheid. Het wezen der
Kerk. De gemeenschappelijke belijdenis
der Kerk. Het geestelijk ambt. De sacra
menten. De eenheid der Christenheid
en de positie der verschillende kerken,
Terwijl deze conferentie meer uitgaat
naar een eigenlijke hereeniging der kei
ken, streeft de conferentie voor prao-
tisch Christendom meer naar samenwer
king van de verschillende kerken op
.practisch Christelijk gebied.
Deze conferentie hield in 1925 te
Stockholm haar groote economische ver
gadering onder voorzitterschap van
den Zweedschen aartsbisschop van Up-
sala, Nathan Söderblom.
Zij heeft een „oproep aan de Chris
tenheid" de wereld ingezonden. Reeds
de geschiedenis van dezen oproep be
wijst, dat de pogingen om de Christelij
ke kerken op practisch gebied tot el
kander te brengen, even moeilijk zijn
als die, welke" een kerkelijke vereeni-
ging jiedoelen.
Desondanks werd eveneens een voort
zettingscomité gekozen, eveneens uit
60 leden bestaanden. Dit comité nu komt
op den sósten Aug. te Bern bijeen.
Voorzitter is wederom aartsbisschop
Söderblom. De oud-Katholieke kerken
zijn in dit comité niét vertegenwoordigd.
Wel heeft men bisschop Küry uitge-
noodigd de besprekingen bij te wonen.,
Het voornaamste punt van behancle
ling is de oprichting van een instituut
voor sociale studie. Zweden had voorge
FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
(Een Vlaamsch verhaal).
54)
Degenen, die van Waldeghem wa
ren, maar bovenal Karei uit „de
Leeuw" drukten de handen van de
maagd met minzame geestdrift, en
poogden haar door woorden van on
versaagdheid en strijdlust te troosten.
Jan de knecht brak echter spoedig
•deze samenspraak af en deelde aan
allen het ontwerp van verlossing me
de, ziooals Genoveva het had beraamd.
De jongelingen van Herenthals wer
den vooraangesteld, om door bosch
en struik den weg te wijzen; men
vertrok onmiddellijk in de rilchtmg
der stad.
In de volledigste stilzwijgendheid
stapten Bruno's vrienden met haast
door de duisternis, langs heggen en
Krachten eikander van nabij volgend;
zij richtten hun weg op zulke wijze,
dat zij over geen landstraat of groote
baan te gaan hadden.
Wanneer zij na een goed half uur
de stad naderden, vertraagden zij
hun gang. Er werd een nog diepere
stilte bevolen; men moest i)n het. stap
pen zelfs den grond met voorzichtig-
1 heid raken en alle geritsel van takken
of bladeren pogen te vermijden.
Wat verder nog legden allen zich
plat ter aarde en begonnen als slui
pende dieren voort te kruipen naar
den voet der vesting.
Onderwijl was Genoveva ter zijde
naar de landstraat geweken en hield
zi'ch daar eenige oogenblikken in een
mastbosch verborgen, ten einde den
mannen den tijd te laten om de stad
te naderen. Zij begaf zich welhaast
vooruit; onderweg zag zij de vrien
den van Bruno nevens de baan als
zwarte schaduwen of onbezielde lij
ken ten gronde uitgestrekt liggen;
geen enkele verroerde zich bij haar
doorgang. Alles was dus klaar, ieder
was gereed.
De maagd, op eenige treden van de
poort staandei, riep met schijnbaar
benauwde stem:
„Soeurs de Charité' Soeurs de Cha-
ritél"
De schildwacht ging tot den ser
geant, die met het hoofd op de tafel
ingesluimerd lag, en wekte hem.
„Citoyen sergeant" sprak hij, „daar
zijn de nonnen terug. Zij vragen om
te worden binnengelaten."
„Het is wel" antwoordde de Over
ste, zich de oogen wrijven d, „wij zul
len gaan zien."
„Zij zijn haastilg" bemerkte de sol
daat, „mij dunkt, dat zij verschrikt
zijn."
De Overste vatte den sleutel en
volgde den schildwacht tot hij de
poort; hier legde hij den mond tegen
_het kijkgat en vroeg naar buiten.
„Wie is daar?"
Soeurs de Charité" werd hem ge
antwoord.
„Zijt gij het, Zuster?" vroeg hij nog
maals.
„Ik hen het, die gij daar straks uit
liet; maar spoed u toch, Citoyen, ilk
ben zoo vervaard!"
De sergeant ontsloot de poort, doch
zoo weinig, dat Genoveva er nauwe
lijks zou hebben kunnen doordringen.
Zij bleef echter buitenstaan, terwijl
zij met geveinsde verschriktheid zei:
„O Citoyen, wacht een oogenbiiik,
als het u belieft; mijn zuster komt
ginder in de duisternis aanloopen.
Twee mannen hebben ons tot hier
vervolgd; wij zijn op de vlucht ge
gaan; mijn zuster is nog achter, ik
hoor ze, zij is niet verre."
Door deze woorden bedrogen, open
de de sergeant de poort veel meer en
kwam buiken bij de maagd. Hij poog
de door de duisternis in de baan te
zien en zeide tot Genoveva:
„Maar ik hoor niets. Uw zuster zal
in de handen der Brigands gevallen
zijn. Wij zullen die schalmen morgen
wei krijgen."
„Neen, neen, zij komt" hernam de
maagd; haar stem verheffende riep
zij: „Zuster Ann! Zuster Ann!"
Bij dilen roep liep zij vooruit in de
donkere baan.
„Wat doet gij? Wat doet gij?" riep
de sergeant. „Ik kan hier niet
Hij had geen tijd om zijn gezegde te
steld zulk een instituut in het leven
te roepen. Vooraanstaande personen van
andere kerken waren echter van mee
ning;, dat de kerken zich niet met so
ciale aangelegenheden moesten bemoei
en maar dat zij deze gecompliceerde
zaken aan deskundigen moesten over-
laten.
De Engelschen en Amerikanen (laat
entegen voelden veel voor zulk een idee.
Het instituut zal, wanneer het werke
lijkheid wordt, zijn zetel hebben in
Zwitserland.
De verhandelingen van beide comité's
welke in het Bondspaleis zullen plaats
vinden, zijn niet openbaar. Wel is men
van plan eenige openbare algemeene
samenkomsten te organiseeren. De vei
vergaderingen der Lausanner Wereld
conferentie zullen Zondag 22 Augustus
met een godsdienstoefening in de Mun
sterkerk, die der Stockholmer confe
rentie den 2Ósten Augustus eveneens
in de Munsterkerk geopend worden.
Den 29sten Augustus zullen gelijktij
dige godsdienstoefeningen plaats vinden
in de Munster-, Engelsche, Fransche en
Oud-Katholieke Kerk.
Het Christendom in Japan.
Het Christendom zal met langer meer
een onwettige religie zijn, wanneer het
voorstel van het Japansche ministerie
van onderwijs door net parlement zal
zgn aangenomen.
De Christelijke kerk' werd reeds stil
zwijgend geruimen tijd in Japan geduld
zonder dal evenwel haar positie wette
lijk geregeld was.
Ten tijde der Sjoguns was het Chris
tendom verboden en dit verbod is eigen
lijk nooit opgegeven.
De nieuwe wet, die zeker door het
parlement zal worden aangenomen, er
kent het Christendom als gelijk gerech
tigd met de andere religies, zooals het
Boeddhisme en het Sjintoïsme. Even
als deze laatste zaï de Christelijke kerk
vrijgesteld zijn van inkomsten-, perso
neem- en grondbelasting.
Een faire behandeling van alle legi
tieme godsdiensten is het voornaamste
doel der nieuwe wetgeving, zooals de
Japansche minister van onderwijs, Ry-
ohei Okade verklaard heeft.
Japans bereidheid om het Christendom
te erkennen is volgens dezen minister
vcoal op twee factoren terug te voeren
Vooreerst op het groeiende liberalisme,
dat vcor elke godsdienstige gemeen
schap de deur opent en vervolgens op
de overtuiging, dat het Christendom nïe'c
langer een bedreiging der nationale tra
dities en instellingen van het Japansche
volk beteekent.
„Het Christendom past zich zeer goed
aan brt de zeden en gebruiken van ons
land. Ik ben overtuigd, dat het in het
Japansche leven diepe wortelen slaan
kan, zonder dat het met onze tradities
in botsing komt'.
De wet verleent echter aan den mi
nister de bevoegdheid om aan iederen
bedienaar van welke religie ook, hex
preeken en onderrichten te verbieden,
wanneer de minister meent, dat dooi
de betreffende persoon de openbare or
de of het staatsbelang bedreigd wordt
BINNENLAND.
Chr. Werkgeversvereniging.
De Chr. Werkgeversvereen. hoopt 6
en 7 Sept. a.s in de officierensociëteit
in het Park te Rotterdam in jaarver
gadering bijeen te komen. De plaats
van samenkomst is gekozen in ver
band met het eerste lustrum der Rot-
terd. Chr. Werkgeversclub, dat dan
tevens zal worden gevierd.
De vergadering op 6 Sept. vangt des
middags te half drie aan. De voorzit
ter der regelingscommissie, de heer
A. Borst Pzn. spreekt een welkomst
woord, waarna de voorzitter der Ver-
eeniging, de heer F. L. v d Born, de
openingsrede houdt.
Hierna refereert Prof. Mr. F. de
Vries, hoogleeraar aan de Handelshoo
geschool te Rotterdam, over „Het ver
drag HollandBelgië.
's Avonds is er een diner aan boord
van het s.s. „Tjerimai" aangeboden
door de directie van den Rott. Lloyd.
De huishoudelijke vergadering vangt
den volgenden, dag te 11 uur aan.
Na afloop is er een gemeenschap
pelijke lunch in de officierensociëteit.
De middagvergadering begint half
drie. Dan refereert Mr. G. H. A. Gros
heide, uit Amsterdam, over „De nieu-
eindigen. Vijftig mannen stonden eens
klaps in de duisternis vecht; zij-' wa
ren al kruipende zoo dicht tot den
sergeant genaderd, lat deze hen nitet
eerder bemerkte clan wanneer zij hem
hadden aangegrepen.
De mond werd hem verstopt; men
nield hem bee nen en armen vast, om
hem alle beweging te beletten, en men
rukte hem van de poort naar do over
zijde der haan, zonder dat het hem
mogelijk was een enkel teeken aan
zijn gezellen te geveu.
Geen der hoeren had een woi-r.i ge
sproken of het minste gerucht ge
maakt.
Terwijl vijf of zes den sergeant op
den grond hielden neergestrekt, lie
pen de overigen even zwijgend ter
poort, overrompelden daar den schild
wacht en stormden het wachthuis
binnen.
De soldaten, die aan de deur eenig
gerucht hadden gehoord, waren recht
gesprongen en meenden met hun wa
penen naar de poort te snellen, toen
de ito trede der boeren hun dit kwam
beletten.
Eenige geweerschoten werden er ge
lost; men streed een wijl met ie sa
bel en met de bajonet; doch door ver
rassing ontsteld en onder het groot
getal hunner vijanden zwichtend, wa
ren de Franschen welhaast neergesa
beld of weerloos gemaakt. Twee of
drie soldaten hadden echter al vech
tend de straat bereikt an auwan -dq
Leiden, 10 Augustus 1986.
„Wij willen schrijft de Directie
van „Het Volk" in September min
stens 2000 nieuwe abonné's voor onze
krant inschrijven."
Nu worden lang niet alle wenechen
vervuld en zoo zal 't misschien ook
hier wel gaan.
Toch lijkt 't me volstrekt niet onmfo
gelijk dat deze wensch voor een groot
deei in vervulling gaat.
En dat niet omdat de Volkdirectie
zooveel beter dan andere directies
de kunst verstaat om propaganda te
maken, en zaken te doen, maar om
dat zij achter zich heeft een leger van
onbezoldigde propagandisten, die uit
gaan in straten en stegen om de
krant er „in" te werken.
Avond aan avond trekken ze er op
uit, óók in Leiden, vooral in de volks
buurten, om de menschen te overtui
gen dat ze het roode orgaan behooren
te lezen.
De beginselen van de socialisten
bestrijd ik.
Maar voor den ijver van vele soci
alisten lieb ik alle respect.
Als bij ons, niet dezelfde ijver,
maar een tiende deel ervan gevonden
werd; als onze mannen en vrouwen
met hetzelfde élan voor onze bladen
werkten als de socialisten voor de
hunne dan was wat onze pers be
treft, de zaak gezond.
Dan konden ook onze bladen de
vleugels uitslaan en zouden op veel
grooter schaal dan tot nu toe, onze
beginselen gepropageerd kunnen wor
den.
't Is wel jammer, dat dit niet meer
en beter wordt beseft.
Wat dit betreft kunnen we aan de
socialisten een voorbeeld nemen.
OBSERVATOR
we wet op de naamlooze vennoot
schappen in Nederland."
De heer J. Schouten, lid der Twee
de Kamer en Wethouder van Finan
ciën te Rotterdam, houdt een opwek
kende rede.
Minister Doener en de poiitie-rechter.
Ongetwijfeld hebben alle juristen»
die op de een of pndere wijze met het
Strafrecht in aanraking komen, met
belangstelling kennis genomen van de
circulaire van Minister Donner, waar
in deze er bij den Procureur-Generaal
van de verschillende Hoven op aan
drong, de noodige maatregelen te ne
men, opdat de om verschillende rede
nen niet eenvoudige zaken aan de be-
oordeeling van de Meervoudige Ka
mers der Rechtbanken, en niet aan de
alleenspraak van den Politierechter
zouden worden onderworpen.
Het is merkwaardig, dat deze cir
culaire, die volkomen in overeenstem
ming geacht mag worden met de be
doeling van den Wetgever en dis dan
ook door de meeste juristen als een
correctie op een onjuist systeem ten
zeerste is toegejuicht, in zekere krin
gen aan een felle en ongemotiveerde
critiek werd onderworpen.
In het bekcr.de artikel 369 van hot
sinds 1 Januari "926 in wer&ing ge
treden Wetboek van Strafvordering
vinden we het volgende:
Het recht sgeding wordt voor den
Politierechter vervolgd, indien naar
net aanvankelijk oordeel van den
vervolgenden ambtenaar, de /aak
van eenvoudigen aard is, bepaaldelijk
ook ten aanzien van hte bewijs en het
toepassen der wet, en daar 1 geen
zwaardere hoofdstraf dan gevangenis
straf van een door den Koning te be-
palen aantal maanden, ten hoogste
zes, dient te worden opgelegd
Het komt mij foor, dat de Minister,
die als zoodanig staat aan het hoofd
van de staande Magistratuur in den
lande,niet alleen volkomen bevoegd,
maar ook zonder twijfel te recht deze
circulaire heeft uitgevaardigd
Laat ons hopen, dat nu waar de
praktijk aa nhet woord gekomen is, de
officieren van justitie zich zullen hou
den aan wet en ministrieel voor
schrift, aldus schrijft Mr. C. J. G., in
het „Handelsblad".
de Markt alarm gaan schreeuwen.
De geweerschoten hadden reeds de
soldaten gewekt, die bij het stadhuis
waren gelegerd; de trommels en trom
petten begonnen hun vervaarlijk
stormgeroep, en gansche drommen
soldaten kwamen van de Markt naar
de poort afgehakt.
Maar de boeren hadden insgelijks
hun tijd niet verzuimd; zij hadden de
gevangenen uit hun kerker gehaald
en stroomden er juichend mede ter
poort uit, toen de eerste bende sol
daten in de verte naderde.
Op eenigen afstand van de poort
stond Genoveva te wachten. Zoohaast
zij de stem van Bruno hoorde, vloog
zij hem om den hals en hing met het
hoofd op zijn borst. Hare tranen vlo
ten als een stroom; zij sprak woor
den van geluk en teederheid tot hem,
zij dankte God in vurige aanbidding.
Bruno meende met zijn moe»dige
vrienidin al de liefde, al de erkente
nis, die zijn hart tot 9tortens toe ver
vulde, in diepbezielde woorden te be
tuigen; maar een twintigtal kogels,
die huilend over hun hoofden voor
bijvlogen. en de woeste wraakkreten
der soldaten deden hun begrijpen,
dat het levensgevaar nog niet was
ontweken.
„In het hout! In het hout!" riep Ka-
rel uit „de Leeuw" en allen spron
gen ter zijde der haan tusschen de
heesters weg.
(W.ordt vervolgdl