NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 11 AUGUSTUS 1926
TWEEDE BLAD.
BE VALLEIEN DER WALDENZEN.
liet comité voor de behartiging van
de geestelijke belangen der Walden-
zen heef7 aan de algemeen© synode
tier iNcii. Herv. Kerk het volgende ver
slag aangeboden:
Het verslag van de Kerken der Wal
denzen in Italië, dat wij de eer heb
ben 11 aan te bieden, spreekt ook dit
jaar over het schoolvraagstuk. Het
onderwijs aan de jeugd is ook wel
één der voornaamste punten op bet
programma der werkzaamheden van
onze commissie. Gedurende verschei
dene jaren reeds geeft het school
vraagstuk aanleiding tot moeilijkhe
den .zonder tal, daar het hijbelsch
onderwijs in het Fransch den onder
grond vormt van het godsdienstige
leven der Waldenzen.
De Waldenzen maken op het oogen-
hlik een uiterst moeilijke periode door
/Niemand weet hoe de Roomsch-Ka-
tholieke invloed in Italië weer toe
neemt. Midden in een roomsch laaid
hebben de Waldenzen het altijd moei
lijk gehad, en al is er nu geen sprake
van een herhaling der vervolgingen
uit vroeger dagen, toch mag men den
moeilijken tijd, dien zij nu doorma
ken, niet ouderschattem Inderdaad,
men weet niet, dat het ministerie Mus
solini, in zijn prachtige poging tot we
deropbloei van het vaderland, steunt
op het Roomsch-Katholicisme en op
den paus.
De regeering ziet in de roomsche
Kerk één der machtigste steunpilaren
van den Staat. Alles wat roomsch is,
is officieel beschermd.
Daaruit volgt, dat de roomsche gees
telijkheid, die zich gesteund voelt,
den strijd heeft hervat tegen alles,
dat niet bij de kerk behoort en onze
Waldenzen zijn ieder oogenblik ge
noodzaakt hun rechten op te eiechen.
Er wordt al gezegd, dat wie geen goed
katholiek is, evenmin een goed vader
lander kan zijn.
De Waldenzen. houden niet op te
protesteeren en door alle mogelijke
middelen te bevestigen, dat men een
goed vaderlander en tegelijk een goed
protestant kan zijn. Dezen toestand
vindt men trouwens in alle landen
terug. Het protestantisme wordt door
een groot gedeelte van het volk als
een vreemden indringer beschouwd.
De beele geschiedenis der Waldenzen
is evenwel een bewijs van bun geeste
lijk en sociaal standpunt, wat dan ook
door een groot aantal vooraanstaan
de mannen wordt erkend.
In onze vorige verslagen hebben wij
uiteengezet den ermstigen toestand,
waarin de scholen nu al verscheidene
jaren verkeeren. Langen tijd zijn ze
onafhankelijk van den Staat geweest.
Zij hadden hun edgen onderwijzers,
die door de kerk en de commissie der
Waldenizen werden benoemd en gesa
larieerd. Daarna zijn ze door een nieu
we wet bij bet algemeen onderwijs
door den Staat opgenomen. De onder
wijzers worden van rijkswege bo-
noemd en gesalarieerd, bovendien
wordt door bet rijk het leerplan opge
maakt. Aan het onderwijs in de Fran-
sche taal en dat van den bijbel wor
den vroeger zooveel uren besteed, als
de gemeenten der Waldenzen noodig
achtten; latei* konden deze twee vak
ken slechts buiten den gewonen
schooltijd onderwezen worden en wer
den als bijzaken behandeld.
Daarna moesten om bezuinigingsre
denen een groot aantal scholen met
weinig leerlingen opgeheven worden.
De 'Waldenizen, die veel scholen met
een gering aantal leerlingen hadden,
gaven toen evenwel den moed niet op.
Overal, waar het noodig bleek, heb
ben de kerken op hun eigen kosten de
lagere scholen onderhouden.
Alles scheen goed te gaan, tot in
den herfst van. het vorige jaar een
nieuwe ramp ons trof. Een nieuw
wetsontwerp, nog ongunstiger voor
onze scholen dan alle vorige, werd
aangenomen. Hei is verboden op de
lagere school een vreemde taal te on
derwijzen. Daaruit volgt de geheele
verdwijning van de Fransche taai in
de daien der Waldenizen, de scholen
opgeheven en ten slotte verdwijnt cok
de kerk.
Dat verdwijnen zou een groot na
deel zijn voor het werk der Walden-
zen. Het Fransch is het herkennings-
teeken der Waldenzen, daardoor wa
ren zij altijd te onderscheiden van de
R.K. Italiaansche bevolking. De Fram-
sche taal is één der kostbaarste tra
dities van dit kleine volk, het is. de
taal van liun Godsdienst. Bovendien
heeft de Fransche taal ook nog stof
felijke waarde voor hen; gedurende
de lange wintermaanden is er in de
hooge hergen geen arbeid mogelijk;
vele jonge lieden en jonge meisjes ver
laten in dit jaargetijde het land en
gaan in Frankrijk werken, meestal in
den Cöte d' Azur. In de lente keeren
zij terug. Door de kennis van de Fran
sche taal kunnen de kinderen der
huisgezinnen, die te talrijk zijn voor
de magere gronden van de hooge val
leien, daar een werkkring vinden. De
verdwijning van de Fransche taal zou
dus voor het land en voor de ker
ken een achteruitgang zijn op maat
schappelijk, cultureel en godsdienstig
gebied.
Hoe komt men er echter toe, dit be
sluit uit te vaardigen?
De kerkeraden der Waldenizen ver
zekerden ons. dat deze maatregel niet
tegen' hen gericht is. Inderdaad niet
alleen de Fransche taal, maai' elke
viee.rnae taal is verboden. Met die ver
bod heeft men vooral het oog op de
vroegere Oostentrijksche provincies,
die na den oorlog ltaliaansch zij a ge-
woin.l. Hoog-Adige *o Zuii-
Tirol. In deze landstreken onderwees
meL Duihch naast ltaliaansch in de
scholen, de Duitsche pers schreef op
zienbarend over het brandende vraag
stuk van de annexatie, klaagde luid
over vervolgingen.
Mussolini, die er niet van houdt,
dat vreemdelingen zich bemoeien mei
wat er in Italië voorvalt, nam als
weerwraak bovengenoemden maatre
gel. Er mag geen Duitsch meer onder
wezen worden, iedereen zal ltali
aansch spreken. Om echter geen ver
wijten te hooren, heeft men er een
algemeen besluit van gemaakt: in ge
heel Itajië is het geven van onderwijs
in een vreemde taal op alle lagere
scholen verboden.
Dadelijk zijn er stappen gedaan, om
tenminste toestemming te verkrijgen
tot het geven van lessen in de Fran
sche taal na den gewonen schooltijd.
Het is mogelijk, dat de minister toe
stemming geeft; en bovendien de da
gen, dat er geen school is, Donderdags
en 's Zondags kan men bijbelklassen
vormen waar dan tevens in 't Fransch
les gegeven wordt. Zonder de offici-
eele toestemming kan men echter
niets beginnen, op het oogenblik
dreigt al te spoedig de beschuldiging
van antipatriotisme tegen elke opval
lende onafhankelijkheid.
Alle Waldenzen ondersteunen onze
pogingen om de taal der vaderen te
bewaron en men kan op voldoenden
geldelijken steun rekenen.Men zou
ook den steun van den gemeenteraad
moeten hebben in de dorpen der Wal
denizen. Dit zou het geval zijn, indien
zooals vroeger burgemeester en ge
meenteraad, door hun medeburgers
gekozen, een zekere macht en eenig
zelfbestuur hadden. Het fascisme
heeft in die bestaande organisatie der
gemeenten een belangrijke verande
ring gebracht; een groot aantal ge
meenten, en dat aantal neemt steeds
toe, heeft geen burgemeester meer.-
Deze is vervangen door een ambte
naar, een gemachtigde van den pre
fect en van het rijk; deze gemachtigde
dien men den Podesta noemt, regeert
onder toezicht van zijn raad, welke
echter geen ander recht bezit dan
raad geven.
Op het oogenblik is het zoo met de
scholen der Waldenzen gesteld. Men
wacht en hoopt. En al wachtende zal
het comité der Waldenizen in Neder
land met alle krachten de Waldenzen
ondersteunen, die tegen eiken prijs
hun mooie rijke traditie willen vast
houden.
Wij willen dit vei*3lag niet eindigen,
zonder melding te maken van het be
zoek, dat ds. Frank Thomas, van Ge-
nève, onlangs heeft gebracht aan de
valleien van Piémont. Deze beroemde
prediker, vergezeld van mevrouw
Tlïomas, heeft La Tour bezocht, An-
grogne, Saint-Jean, le Villar en Tu
rin. In 6 dagen heeft hij 14 maal ge
sproken en een groote menigte heeft
zijn lezingen en predicaties gevolgd.
Evenals allen, die deze vallèien be
zocht hebben, heeft hij de levemskrach
ten kunnen bewonderen van dit klei
ne volkje en van hun kerken; zij wil
len niets .loslaten van alles, wat hun
geschiedenis en hun eer uitmaakt.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Nfiehaske (toez.),
J. A. Steenbeek te Dantumawoude. Te
Elburg, J. Enkelaar te Rijssen.
Aangenomen: Naar Altforst, oand
J. v. d. Touw te Apeldoorn.
Bedankt: Voor Maarssen, J. H. F..
Remme te Amsterdam.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Schoonoord (Dr.l,
J. H. Antuma, cand. te Enumatil. Te
Bolnes, J. A. Schep te Dronrijp.
Bedankt: Voor Zwartewaal, J. A
Verhoog te Nieuw-Dordrecht.
CHR. GEREF. KERK.
Beroep en: Te Werkendam, B. Oost
hoek, cand. te Apeldoorn. Te Baren-
drecht, cand. J .Drenth te Hoogeveen.
Te Zwijndrecht, cand. W. Kremer te
Zwolle.
Be»estlglng, Intrede, Afscheid.
Ds. J. Schol ten heeft Zondag met
een predicatie over Efeze 6:10 afscheid
genomen van de Geref. Kerk van Goënga
De vertrekkende leeraar werd tos-
gesproken door ouderling S. Leenstra
namens de Gemeente en door Ds. Koop
man, namens de classis.
De gemeente zong hem de zegenbede
uit Ps. i2i en Ps. 134 toe.
Ds. P. G. d e G r 0 01 zal op Zoit
dag 29 Augustus afscheid nemen van
de Ned. Herv. Gem. te Vianen en op
Zondag 5 September intrede doen te
Zuilen.
Cand. T. G. A. v. D p k van En
schedé hoopt Zondag 19 September a.s.
intrede te doen brj de Ned. Herv. Ge
meente van Garst'huiüen (Gr.), na be
vestigd te zpn door Ds. J. Groenewe&
directeur der Chr. Phil. Inrichtingen
te Doetinchem.
Begrafenis Ds. P ,v. Wijk Ji.
Op de begraafplaats „Rustoord" ts
Diemerbrug is gistermiddag onder gros
te belangstelling ter aarde besteld hei
stoffelijk overschot van Ds. P. van
Wjjk, emeritus-predikant der Evang
Luth. Gemeente te Amsterdam.
Nadat de kist door bestuursleden en
leden der Chr. Werkliedenvereniging
„Maarten Luther" grafwaarts was ge
dragen, werd aan de geopende groeve
achtereenvolgens het woord gevoerd
door Ds. P. Groote, namens de Syno
dale Commissie der Evang. Luth. Kers
door Ds. H. L. Boerlijst, namens oen
Kerkeraad der Evang. Luth. Kerk te
Amsterdam, door Ds. C. F. Weste;
mann, namens het Ned. Luth. Genoot
schap voor In- en Uitwendige Zending,
door Ds .Joh. Rauws namens het be
stuur der Alg. Ned. Zendingsconferen,
tie, door Ds. J. W. Brass, namens da
Evang. Luth. Gem. te Rotterdam, dooi
Ds. P. Neideck namens den kerkeraaa
der Herst. Evang. Luth. Gemeente ts
Amsterdam, door den heer Steinharat
namens „Maarten Luther", door den
heer L. Whrdeniann namens de Duit
sehe Zeemans- en Stadszending, dooi
den heer Smit namens de Vereen. Wees
Getrouw en ten slotte door Ds. Da
Hoogh als vriend.
Een broeder van den overledene, de
heer L. J. van Wijk, dankte voor de bo-
toonde belangstelling, waarna Ds. 1.
Groote de plechtigheid met dankzegging
Bloot.
Mej. M. Gerritsma.
Mej. M. Gerritsma, Doopsgez. predi
kante te Nes op Ameland, zal met Sep
tember het predikambt neerleggen.
Zij is voornemens in October naai
Engeland te vertrekken, om van do
beweging der Woodbrookers studie te
maken.
Ambtsjubileum.
Gisteren herdacht Ds. Tj. Tak
Ned. Herv. predikant te Zevenhuizen
(Z. H.), den dag, waarop hij 25 jaat
(geleden te Zijderveld in zijn ambt be
vestigd werd.
Achtereenvolgens diende hij de ge
meenten N. en St. Joosland en Fjjnaart
Sedert 14 Sept. 1924 is hii in zijn
tegenwoordige standplaats werkzaam.
Prof. Cr. S. Greydanus.
Na de Synode van de Chr. Geref
Kerk te Englewood (Chicago) te hebben
bijgewoond als deputaat van de Geref
Kerken in Nederland, zou Prof. Dr. S
Greydanus van- Kampen, nog spreek
(beurten houden of in" de bediening des
Woords voorgaan, achtereenvolgens ta
Kalamazoo, Holland, Grand Rapids
in deze stad zou hij j.l. Zondag S Aug.
prediken in 3 kerken"Muskegon en
Cleveland.
Geref. Theo!, studenten in Hongarije.
De studenten van de Hbngaarsche Go-
reformeerde Hoogescholen en die van
■de Geref. Faculteit aan de Staatsun-
versiteit te Debrecen vormen een af
zonderlijken Bond, die jaarlijks aan het
einde van het schooljaar in conferentie
bijeenkomt.
In dit jaar vond de conferentie plaats
te Sarospatak, waar de Hongaarsche
Gereformeerden een van hun meest be
roemde Hoogescholen, met prachtige,
oude, groote bibliotheek en vele be
zienswaardigheden hebben.
De conferentie besprak verschillende
onderwerpen als volgt:
„De verdieping van het leven van
den Theol. student". „De psychologie
'der bekeering". „Het optreden van The
ol. studenten onder de leerlingen van
middelbare scholen'. „De financieele
toestand der Theol. studenten". „De
vriendschap ender de Theol. studenten*
„De verdere studie -r.er Theol. studen
ten". „Het Calvinisme en het Hongaar
sche volk", enz.
De conferentie stond onder leiding
van de professoren der Theol. Hoogo
school te Sarospatak.
Voor a.s. onderwijzers.
Naar men aan de „N. Pr. Gron. Crt"
uit goede bron mededeelt, bestaat het
voornemen in 1927 voor de thans bij
de gewone onderwijzersexamens afge
wezenen nog eenmaal een examen te
doen afnemen volgens het oude pro
gramma.
Hiermede zullen heel wat jongelui
die dit jaar zonder succes zich aan
het examen onderwierpen, en waarvan
de meesten niet in de gelegenheid zul
len zijn zich voor het nieuwe, uitge
breidere programma voor te bereidei\
ten zeerste gebaat zijn.
GEMENGD NIEUWST
Vier Vingers a i'gcsne den.
De timmerman H., te Roermond, had
bij Tiet fra'i&en het ongeluk mét zijn
hand tussdften 'de machine te komen,
waardoor hein een viertal v ingers wer
den afgesnedden. Hij is in het zieken
huis opgenomen.
Een zeeslag. Een ware zee
slag is Zaterdag bij Capodistrr:»: <*t>ij
Triest) geleverd tuschen twee vis-
Bchersvloten, de e'en afkomstig van
Capodistria, de andere van Chioggia.
De oorzaak van den strijd was: brood
nijd.
De vloot van. Chioggia was- in den
aanvang de sterkste. Zij omsing'cLde
de andere partij en trachtte haar sche
pen te enteren. Daar evenwel verde
digde men zich met leeuwenmoed
iniet van zins een duimbreed te wij
ken. De schepen werden op elkaar
aangestuurd en er ontstond een alge
meen e botsing. Roeiriemen knapten at
hier en daar zonk $en schuitje, de
messen werden getrokken en weldra
pntstond en verwoed gevecht van man
tegen man.
Doch in het heetst van den strijd
kwam er interventie. Een torpedoboot
van Pirano verscheen op het tooneel
ei> maakte een eind aan den strijd.
Dooden zijn er niet gevallen, wel een
groot aantal gewonden.
Chineesche anecdote. Li,
een portretschilder, zat met een mis
noegd gezicht voor zijn ezel Er kwam
geen klant om hem een opdracht te
teven. En Li klaagde zijn nood biï
uurman Ka. Die raadde den schil
der aan, een portret van zichzelf met
zijn mooie vrouw te schilderen en dat
als reclame buiten de deur te hangen
Dan zouden de klanten wel niet uit
blijven.
Li voigae dezen raad op en schilder
de zichzelt aan de zijde van zijn beeld
schoon vrouwtje.
,Op een dag kwam zijn schoonva
der voorbij. Die groette njn schoon
zoon en vroeg: „Wat is dat voor een
vrouw, die je daar geschilderd hebt?"
,,Dat is uw dochter, edele schoon
vader".
„Zoo? En hoe komt het dan, dat
dat je vrouw zich, zij aan rij, laat
schilderen met een vreemden jongen
man ?t Laat jij je zóó iets-welgeval'
len?
Mij nd ra ma. Op de mijn van
St. Rómy (Frankrijk) waren twèemijn-
werkers Alexandre Reine, 45 jaar
oud en Rene Vaubrun, 27 jaar oud,
in een 48 meter diepen put gevallen.
Men dacht eerst aan een ongeval,
imaar na den dood van Reine, di^
bij zijn overbrenging naar het hospi
taal van Caen stierf, ontdekte men
sporen van een geveent aan cLjt rand
van den put en getuigen vertollen, dat
Vaubrun, die zwaar gewond v. crd op
getrokken, een heftige woordenwisse
ling met zijn kameraad had gelrad.
De overlevende zegt'.zich niets te
kunnen herinneren, maar de zoon van
Reine verklaart dat hij ziin vader ©eni
ge minuten voor den r al tot Vaubrun
heeft hooren zeggen: „Je gaat me toch
niet in den put gooien".
Uit Halle wordt gemeld, dat een
motorfiets waarop een dame. en een
heer gezeten waren, tegen den grond
sloeg, doordien een hert tegen het
rijwiel opsprong. De berijders bekwa
men ernstig letsel.
Een Italiaan bedrogen.
De 27-jarige Italiaansche vloer legger
J. M., die te Rotterdam in ee'n loge
ment vertoefde, wilde naar Amerika
vertrekken, doch had geen geld om
de passage te betalen. Onlangs maak
te hij kennis met twee schepelingen,
aan wie hij zijn verlangen vertelde.
De mannen wisten er wel raad op,
ze waren resp. machinist en kok op
een schip dat naar Amerika voer, be
weerden ze en hadden een boven
stebesten kapitein. Die zou M. wel
voor een kleinigheid den oceaan wil
len overbrengen, als hij van te voren
maar toonde, een. kleinigheid te wil
len betalen.
M. geloofde de mannen en_ gal hun
twee maal een briefje van 25 gulden,
waarna de zaak beklonken was.
De boot zou eerstdaags vertrekken
en M. moest 's avonds voor het ver
trek maar in een logement aan de
Leuvenhaven komen, vanwaar hij met
'den kapitein, machinist en kok aan
boord zou gaan.
M. verscheen, docli bleei alleen, de reis
ging niet door. Hij deed aangilte bij
bij de politie opgelicht te zijn voor oU
gulden.
Scheepsbrand te Delft.
Gistermiddag omstreeks 1 uur onis-
sttond brand in de kajuit van net plei-
zierjacht van den heer J. H. een,,
uit Amsterdam, terwijl de eigenaar be
zig was aan het Zuideinde aldaar jde
benzine-tanks te vullen. De brand-
technische dienst der poliiie, die spoe
dig ter plaatse was, begon onmid
dellijk met liet blusschingswerk. Plot
seling sprong een tank, innoudend on
ge veer 50 liter, uit eikaar, ten gevol
ge waarvan inspecteur Roelotsen en-
hele brandwonden aan hoofd en han
den bekwam. Poor /len luchtdruk:
werd een agent van politie in het
water geslingerd.
De brand was spoedig geblusciu.
De heer en mevr. Veen bekwamen
geen letsel. Verzekering dekt de vrij
aanvienlijke schade.
Een arbeider zwaar gewond
In de meuwe schacht van ,de Do-
maniale mijn te Kerkrade ging" gister
avond een laag steenen los, die den ar
beider H. in den rug troffen en. de
FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
(Een Vlaamsch verhaal).
47)
„Miaar gij hoort immers wel wa-t
mijn nicht zegt? Laat ons wachten en
hopen; waarschijnlijk heeft de vrouw
Overste reeds den Generaal verlaten;
en waarom, lieve moeder, waarom
ons al de smarten der grootste ramp
aandoen op het oogenblik zelf, dat
men misschien met zajn genade tot ons
terugkeert? Al verkregen wij slechts
een uitstel, dan konden wij meer po
gingen aanwenden; des Generaals
gramschap zou bedaren; en het zou
ons gemakkelijker worden, de genade
te bekomen, die men ons in een oogen
blik van verbolgenheid zou geweigerd
hebben. De vrouw Overste heeft im
mers beloofd, dat zij noch moeite, noch
smeekingen zal sparen?"
De benauwde moeder glimlachte we
der, alsóf het gevoel der hoop opnieuw
in haren boezem was gedaald. Zij vat
te Genoveva's hand met een dankbare
uitdrukking en meende op hare troos
tende geizegden te antwoorden; doch
nu hief zij bet hoofd op en richtte de
glinsterende oogen naar de deur.
Op de trap hoorde men de stappen
en de stem van iemand, die onder het
opklimmen bevelen gaf.
„Daar is zij!" riepen Bruno's moe
der en Genoveva. terwijl zij bevend en
met jagenden boezem rechteprongen.
De deur werd geopend.
Nauwelijks had de arme moeder een
blik op het treurig gelaat der intre
dende Overste geworpen, of zij hief de
handen klagend ten hemel en kermde
met grievende stem:
„Het is gedaan, o God! Mijn zoon,
mijn ongelukkige zoon!"
„Welnu? welnu? riep Genoveva in
de uiterste ontsteltenis.
„Ach" zuchtte de Overste met diep
medelijden, „ik beklaag uw ongeluk.
Denk, dat God hem de kroon der mar
telaren heeft voorbestemd."
,,'Hrij moet sterven! Mijn eenig kind!'
huilde de lijdende moeder. „O Go<\,
wees barmhartig, roep mij tot U, gun
mij den dood, voordat de kogel hem
treffe!"
„Alle hoop is dus verloren!" gilde
Genoveva, terwijl zij insgelijks zich op
den zetel nedervallen liet.
„Ik heb den Generaal gesproken"
hernam de Overste, „ik heb gesmeekt,
gebeden, geknield. Hij hoorde mij met
welwillendheid aan, doch zeide, dat
hij niets aan het vonnis van den
krijgsraad veranderen mag: daarenbo
ven, dat de kapitein der lieden van
Waldeghem de eigen krijgsgevangen©
van den Commissaris van het Cen
traal Bestuur is, en dat, zoo het mo
gelijk ware iets ten zijnen gunste te
'doen; het niemand zon kunnen be
proeven dan de Commissaris zelf.
De moeder richtte zich op: zij sid
derde van haast en scheen eensklaps
door een wegvoerende gedachte over-
heerscht. De hand van Genoveva aan
grijpende, sprak zfj:
„Simon Meulemans? Hij zou mijn
kind kunnen redden? Kom, kom, Ve-
va, laat ons tot hem gaan. Ik zal knie
lens, kruipen voor zijn voeten, mijn tra
nen zullen hem overwinnen: bij is
geen vreemdeling, hij zal medelijden
hebben met een stervende moeder.."
„Simon Meulemans?" riep Genove
va met afschrik. „Ach, gij kent hem
niet! Hij is wreeder nog dan de vreem
de dwingelanden; hij zal zich in onze
smart verblijden. Bruno is hem een
vijand, dien hij haat, wiens dood hij
wensoht; en ware het niet zoo, veeleer
zouden wij ©en steen vermurwen dan
het ijzeren hart van dien beul..!"
„Neen, neen" antwoordde de moe
der, „ik zal dit laatste reddingsmiddel
niet verlaten. Al moest ik dwars door
de vlammen tot Simon gaan, ik zal
het beproeven. Er is iets, dat mij den
boezem van hoop doet kloppen, iets.
dat mij onweerstaanbaar tot dezen
stap drijft.Kom, o. kom!"
„Ik durf niet" zuchtte de maagd, „ik
vrees Simon Meulemans meer dan
den» dood."
„Eilaas", hernam de moeder kla
gend, „ik had gehoopt, dat uw tegen
woordigheid eep gunstigen indruk op
zijn gemoed zou hebben gedaan. Hij
bemint u; gij zijt wellicht de eenige
op aarde, die hij het leven van mijn
ongelukkig kind zou schenken
maar in 'e Hemels naam, blijf dan, ik
zal alleen gaan....
Genioveva stond een poos met den
blik ten gronde, in diepe overweging
dwalend; zij stak zich de bevende
hand in den boezem als om te voelen
of zieker voorwerp dat zij in hare borst
verborgen hield, er nog tegenwoodig
was. Dan richtte zij zich op en sprak
met besluit:
„Welaan, moeder, kom, ik zal nie-
degaan. Het is waar, ik beef, ik ben
vervaard; maar toch, het is vervolging
noch dood, die ik vrees: het is de lief
de van Simon. die mij sidderen doet
Ik zal evenwel voor hem verschij
nen, mij buigen voor het wangedrocht
het smeeken en vleien.O, dat God
het mij vergeve: het is voor Bruno!"
De hand der nonne grijpende, zeide
zij, de kamer verlatende:
„Zuster Kaat, goede nichte, gij weet
waar de Commissaris van het Cen
traal Bestuur geherbergd is. Ge'oid
ons, wijs ens waar wij hem vinden
kunn» n.'
Onder de deelnemende wenschen
der Overste daalden de drie vrouwen
de trap af en verlieten het Begijnen
hof. Voor een groot burgerhuis hield
de non stil en zeide:
„Ziet, daar is de herberg van den
Commissaris, dien gij zien wilt. Ik
ken geen Fransch; dat Veva den sol
daat aanspreke, die voor de deur zit."
De maagd richtte zich stoutelijk tot
den soldaat en deed hem verstaan dat
zij den Gemachtigde van het Cen
traal Bestuur om zeer dringende za
ken verlangden te spreken. Of de sta
tige schoonheid van Genoveva of de
zoetheid barer bede den krijgsman ge
troffen had, althans hii deed met ze
kere minzaameid de vrouwen in den
gang des huizes treden en verzocht
hun te wachten, totdat hij zijn Over
ste oorlof tot toelating had gaan vra
gen. De soldaat verliet haai- en trad
verder de gang in, waar hij zachtjes
op een. zijdeur klopte en dab. binnen
trad. Daar zijn Overste hem teeken
deed, dat hij wachten zou, bleef hij
zwijgend staan.
Simon-Brutus zat bij een tafel te
schrijven en las met half-luide stem
een brief, dien; hij waarschijnlijk naar
Antwerpen wilde sturen. Dit schrift
was in de Fransche taal vervat; het
einde er van luidde als volgt:
nDe stad is stormenderhand in
genomen; de verblinde schelmen heb
ben zich verdedigd, als had de dweep
zucht hen razend gemaakt; evenwel,
zooals immer hebben de onoverwinne
lijke helden der Fransche Republiek
de zegepraal behaald. Zestig huizen
tot den grond afgebrand, vierhonderd
Brigands in de vlammen omgekomen,
ziedaar den uitslag van dien gedenk -
waardigen dag. Morgen vertrekken
wij van hier, om de overblijfsels van
dit bloedzuchtig ras te vervolgen. Bij
ons vertrek zullen nog vijftig Bri
gands door den kop geschoten worden
Zulk vaarwel zal aan dit vrijheidha-
tend en dom volk. het geheugen laten
van de wijze, waarop de Fransche Re
publiek diegenen istraft. die zich door
tirannen en priesters laten verleiden
tot het verstooten der vrijheid en der
onafhankelijkheid, die de groote en
edelmoedige Fransche natie hun aan
biedt. Morgenavond waarschijnlijk
het bericht eener nieuwe overwinning
Heil en broederlijkheid."
SJKoté* i