NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 11 AUGUSTUS 1926 TWEEDE BLAD. BE VALLEIEN DER WALDENZEN. liet comité voor de behartiging van de geestelijke belangen der Walden- zen heef7 aan de algemeen© synode tier iNcii. Herv. Kerk het volgende ver slag aangeboden: Het verslag van de Kerken der Wal denzen in Italië, dat wij de eer heb ben 11 aan te bieden, spreekt ook dit jaar over het schoolvraagstuk. Het onderwijs aan de jeugd is ook wel één der voornaamste punten op bet programma der werkzaamheden van onze commissie. Gedurende verschei dene jaren reeds geeft het school vraagstuk aanleiding tot moeilijkhe den .zonder tal, daar het hijbelsch onderwijs in het Fransch den onder grond vormt van het godsdienstige leven der Waldenzen. De Waldenzen maken op het oogen- hlik een uiterst moeilijke periode door /Niemand weet hoe de Roomsch-Ka- tholieke invloed in Italië weer toe neemt. Midden in een roomsch laaid hebben de Waldenzen het altijd moei lijk gehad, en al is er nu geen sprake van een herhaling der vervolgingen uit vroeger dagen, toch mag men den moeilijken tijd, dien zij nu doorma ken, niet ouderschattem Inderdaad, men weet niet, dat het ministerie Mus solini, in zijn prachtige poging tot we deropbloei van het vaderland, steunt op het Roomsch-Katholicisme en op den paus. De regeering ziet in de roomsche Kerk één der machtigste steunpilaren van den Staat. Alles wat roomsch is, is officieel beschermd. Daaruit volgt, dat de roomsche gees telijkheid, die zich gesteund voelt, den strijd heeft hervat tegen alles, dat niet bij de kerk behoort en onze Waldenzen zijn ieder oogenblik ge noodzaakt hun rechten op te eiechen. Er wordt al gezegd, dat wie geen goed katholiek is, evenmin een goed vader lander kan zijn. De Waldenzen. houden niet op te protesteeren en door alle mogelijke middelen te bevestigen, dat men een goed vaderlander en tegelijk een goed protestant kan zijn. Dezen toestand vindt men trouwens in alle landen terug. Het protestantisme wordt door een groot gedeelte van het volk als een vreemden indringer beschouwd. De beele geschiedenis der Waldenzen is evenwel een bewijs van bun geeste lijk en sociaal standpunt, wat dan ook door een groot aantal vooraanstaan de mannen wordt erkend. In onze vorige verslagen hebben wij uiteengezet den ermstigen toestand, waarin de scholen nu al verscheidene jaren verkeeren. Langen tijd zijn ze onafhankelijk van den Staat geweest. Zij hadden hun edgen onderwijzers, die door de kerk en de commissie der Waldenizen werden benoemd en gesa larieerd. Daarna zijn ze door een nieu we wet bij bet algemeen onderwijs door den Staat opgenomen. De onder wijzers worden van rijkswege bo- noemd en gesalarieerd, bovendien wordt door bet rijk het leerplan opge maakt. Aan het onderwijs in de Fran- sche taal en dat van den bijbel wor den vroeger zooveel uren besteed, als de gemeenten der Waldenzen noodig achtten; latei* konden deze twee vak ken slechts buiten den gewonen schooltijd onderwezen worden en wer den als bijzaken behandeld. Daarna moesten om bezuinigingsre denen een groot aantal scholen met weinig leerlingen opgeheven worden. De 'Waldenizen, die veel scholen met een gering aantal leerlingen hadden, gaven toen evenwel den moed niet op. Overal, waar het noodig bleek, heb ben de kerken op hun eigen kosten de lagere scholen onderhouden. Alles scheen goed te gaan, tot in den herfst van. het vorige jaar een nieuwe ramp ons trof. Een nieuw wetsontwerp, nog ongunstiger voor onze scholen dan alle vorige, werd aangenomen. Hei is verboden op de lagere school een vreemde taal te on derwijzen. Daaruit volgt de geheele verdwijning van de Fransche taai in de daien der Waldenizen, de scholen opgeheven en ten slotte verdwijnt cok de kerk. Dat verdwijnen zou een groot na deel zijn voor het werk der Walden- zen. Het Fransch is het herkennings- teeken der Waldenzen, daardoor wa ren zij altijd te onderscheiden van de R.K. Italiaansche bevolking. De Fram- sche taal is één der kostbaarste tra dities van dit kleine volk, het is. de taal van liun Godsdienst. Bovendien heeft de Fransche taal ook nog stof felijke waarde voor hen; gedurende de lange wintermaanden is er in de hooge hergen geen arbeid mogelijk; vele jonge lieden en jonge meisjes ver laten in dit jaargetijde het land en gaan in Frankrijk werken, meestal in den Cöte d' Azur. In de lente keeren zij terug. Door de kennis van de Fran sche taal kunnen de kinderen der huisgezinnen, die te talrijk zijn voor de magere gronden van de hooge val leien, daar een werkkring vinden. De verdwijning van de Fransche taal zou dus voor het land en voor de ker ken een achteruitgang zijn op maat schappelijk, cultureel en godsdienstig gebied. Hoe komt men er echter toe, dit be sluit uit te vaardigen? De kerkeraden der Waldenizen ver zekerden ons. dat deze maatregel niet tegen' hen gericht is. Inderdaad niet alleen de Fransche taal, maai' elke viee.rnae taal is verboden. Met die ver bod heeft men vooral het oog op de vroegere Oostentrijksche provincies, die na den oorlog ltaliaansch zij a ge- woin.l. Hoog-Adige *o Zuii- Tirol. In deze landstreken onderwees meL Duihch naast ltaliaansch in de scholen, de Duitsche pers schreef op zienbarend over het brandende vraag stuk van de annexatie, klaagde luid over vervolgingen. Mussolini, die er niet van houdt, dat vreemdelingen zich bemoeien mei wat er in Italië voorvalt, nam als weerwraak bovengenoemden maatre gel. Er mag geen Duitsch meer onder wezen worden, iedereen zal ltali aansch spreken. Om echter geen ver wijten te hooren, heeft men er een algemeen besluit van gemaakt: in ge heel Itajië is het geven van onderwijs in een vreemde taal op alle lagere scholen verboden. Dadelijk zijn er stappen gedaan, om tenminste toestemming te verkrijgen tot het geven van lessen in de Fran sche taal na den gewonen schooltijd. Het is mogelijk, dat de minister toe stemming geeft; en bovendien de da gen, dat er geen school is, Donderdags en 's Zondags kan men bijbelklassen vormen waar dan tevens in 't Fransch les gegeven wordt. Zonder de offici- eele toestemming kan men echter niets beginnen, op het oogenblik dreigt al te spoedig de beschuldiging van antipatriotisme tegen elke opval lende onafhankelijkheid. Alle Waldenzen ondersteunen onze pogingen om de taal der vaderen te bewaron en men kan op voldoenden geldelijken steun rekenen.Men zou ook den steun van den gemeenteraad moeten hebben in de dorpen der Wal denizen. Dit zou het geval zijn, indien zooals vroeger burgemeester en ge meenteraad, door hun medeburgers gekozen, een zekere macht en eenig zelfbestuur hadden. Het fascisme heeft in die bestaande organisatie der gemeenten een belangrijke verande ring gebracht; een groot aantal ge meenten, en dat aantal neemt steeds toe, heeft geen burgemeester meer.- Deze is vervangen door een ambte naar, een gemachtigde van den pre fect en van het rijk; deze gemachtigde dien men den Podesta noemt, regeert onder toezicht van zijn raad, welke echter geen ander recht bezit dan raad geven. Op het oogenblik is het zoo met de scholen der Waldenzen gesteld. Men wacht en hoopt. En al wachtende zal het comité der Waldenizen in Neder land met alle krachten de Waldenzen ondersteunen, die tegen eiken prijs hun mooie rijke traditie willen vast houden. Wij willen dit vei*3lag niet eindigen, zonder melding te maken van het be zoek, dat ds. Frank Thomas, van Ge- nève, onlangs heeft gebracht aan de valleien van Piémont. Deze beroemde prediker, vergezeld van mevrouw Tlïomas, heeft La Tour bezocht, An- grogne, Saint-Jean, le Villar en Tu rin. In 6 dagen heeft hij 14 maal ge sproken en een groote menigte heeft zijn lezingen en predicaties gevolgd. Evenals allen, die deze vallèien be zocht hebben, heeft hij de levemskrach ten kunnen bewonderen van dit klei ne volkje en van hun kerken; zij wil len niets .loslaten van alles, wat hun geschiedenis en hun eer uitmaakt. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Nfiehaske (toez.), J. A. Steenbeek te Dantumawoude. Te Elburg, J. Enkelaar te Rijssen. Aangenomen: Naar Altforst, oand J. v. d. Touw te Apeldoorn. Bedankt: Voor Maarssen, J. H. F.. Remme te Amsterdam. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Schoonoord (Dr.l, J. H. Antuma, cand. te Enumatil. Te Bolnes, J. A. Schep te Dronrijp. Bedankt: Voor Zwartewaal, J. A Verhoog te Nieuw-Dordrecht. CHR. GEREF. KERK. Beroep en: Te Werkendam, B. Oost hoek, cand. te Apeldoorn. Te Baren- drecht, cand. J .Drenth te Hoogeveen. Te Zwijndrecht, cand. W. Kremer te Zwolle. Be»estlglng, Intrede, Afscheid. Ds. J. Schol ten heeft Zondag met een predicatie over Efeze 6:10 afscheid genomen van de Geref. Kerk van Goënga De vertrekkende leeraar werd tos- gesproken door ouderling S. Leenstra namens de Gemeente en door Ds. Koop man, namens de classis. De gemeente zong hem de zegenbede uit Ps. i2i en Ps. 134 toe. Ds. P. G. d e G r 0 01 zal op Zoit dag 29 Augustus afscheid nemen van de Ned. Herv. Gem. te Vianen en op Zondag 5 September intrede doen te Zuilen. Cand. T. G. A. v. D p k van En schedé hoopt Zondag 19 September a.s. intrede te doen brj de Ned. Herv. Ge meente van Garst'huiüen (Gr.), na be vestigd te zpn door Ds. J. Groenewe& directeur der Chr. Phil. Inrichtingen te Doetinchem. Begrafenis Ds. P ,v. Wijk Ji. Op de begraafplaats „Rustoord" ts Diemerbrug is gistermiddag onder gros te belangstelling ter aarde besteld hei stoffelijk overschot van Ds. P. van Wjjk, emeritus-predikant der Evang Luth. Gemeente te Amsterdam. Nadat de kist door bestuursleden en leden der Chr. Werkliedenvereniging „Maarten Luther" grafwaarts was ge dragen, werd aan de geopende groeve achtereenvolgens het woord gevoerd door Ds. P. Groote, namens de Syno dale Commissie der Evang. Luth. Kers door Ds. H. L. Boerlijst, namens oen Kerkeraad der Evang. Luth. Kerk te Amsterdam, door Ds. C. F. Weste; mann, namens het Ned. Luth. Genoot schap voor In- en Uitwendige Zending, door Ds .Joh. Rauws namens het be stuur der Alg. Ned. Zendingsconferen, tie, door Ds. J. W. Brass, namens da Evang. Luth. Gem. te Rotterdam, dooi Ds. P. Neideck namens den kerkeraaa der Herst. Evang. Luth. Gemeente ts Amsterdam, door den heer Steinharat namens „Maarten Luther", door den heer L. Whrdeniann namens de Duit sehe Zeemans- en Stadszending, dooi den heer Smit namens de Vereen. Wees Getrouw en ten slotte door Ds. Da Hoogh als vriend. Een broeder van den overledene, de heer L. J. van Wijk, dankte voor de bo- toonde belangstelling, waarna Ds. 1. Groote de plechtigheid met dankzegging Bloot. Mej. M. Gerritsma. Mej. M. Gerritsma, Doopsgez. predi kante te Nes op Ameland, zal met Sep tember het predikambt neerleggen. Zij is voornemens in October naai Engeland te vertrekken, om van do beweging der Woodbrookers studie te maken. Ambtsjubileum. Gisteren herdacht Ds. Tj. Tak Ned. Herv. predikant te Zevenhuizen (Z. H.), den dag, waarop hij 25 jaat (geleden te Zijderveld in zijn ambt be vestigd werd. Achtereenvolgens diende hij de ge meenten N. en St. Joosland en Fjjnaart Sedert 14 Sept. 1924 is hii in zijn tegenwoordige standplaats werkzaam. Prof. Cr. S. Greydanus. Na de Synode van de Chr. Geref Kerk te Englewood (Chicago) te hebben bijgewoond als deputaat van de Geref Kerken in Nederland, zou Prof. Dr. S Greydanus van- Kampen, nog spreek (beurten houden of in" de bediening des Woords voorgaan, achtereenvolgens ta Kalamazoo, Holland, Grand Rapids in deze stad zou hij j.l. Zondag S Aug. prediken in 3 kerken"Muskegon en Cleveland. Geref. Theo!, studenten in Hongarije. De studenten van de Hbngaarsche Go- reformeerde Hoogescholen en die van ■de Geref. Faculteit aan de Staatsun- versiteit te Debrecen vormen een af zonderlijken Bond, die jaarlijks aan het einde van het schooljaar in conferentie bijeenkomt. In dit jaar vond de conferentie plaats te Sarospatak, waar de Hongaarsche Gereformeerden een van hun meest be roemde Hoogescholen, met prachtige, oude, groote bibliotheek en vele be zienswaardigheden hebben. De conferentie besprak verschillende onderwerpen als volgt: „De verdieping van het leven van den Theol. student". „De psychologie 'der bekeering". „Het optreden van The ol. studenten onder de leerlingen van middelbare scholen'. „De financieele toestand der Theol. studenten". „De vriendschap ender de Theol. studenten* „De verdere studie -r.er Theol. studen ten". „Het Calvinisme en het Hongaar sche volk", enz. De conferentie stond onder leiding van de professoren der Theol. Hoogo school te Sarospatak. Voor a.s. onderwijzers. Naar men aan de „N. Pr. Gron. Crt" uit goede bron mededeelt, bestaat het voornemen in 1927 voor de thans bij de gewone onderwijzersexamens afge wezenen nog eenmaal een examen te doen afnemen volgens het oude pro gramma. Hiermede zullen heel wat jongelui die dit jaar zonder succes zich aan het examen onderwierpen, en waarvan de meesten niet in de gelegenheid zul len zijn zich voor het nieuwe, uitge breidere programma voor te bereidei\ ten zeerste gebaat zijn. GEMENGD NIEUWST Vier Vingers a i'gcsne den. De timmerman H., te Roermond, had bij Tiet fra'i&en het ongeluk mét zijn hand tussdften 'de machine te komen, waardoor hein een viertal v ingers wer den afgesnedden. Hij is in het zieken huis opgenomen. Een zeeslag. Een ware zee slag is Zaterdag bij Capodistrr:»: <*t>ij Triest) geleverd tuschen twee vis- Bchersvloten, de e'en afkomstig van Capodistria, de andere van Chioggia. De oorzaak van den strijd was: brood nijd. De vloot van. Chioggia was- in den aanvang de sterkste. Zij omsing'cLde de andere partij en trachtte haar sche pen te enteren. Daar evenwel verde digde men zich met leeuwenmoed iniet van zins een duimbreed te wij ken. De schepen werden op elkaar aangestuurd en er ontstond een alge meen e botsing. Roeiriemen knapten at hier en daar zonk $en schuitje, de messen werden getrokken en weldra pntstond en verwoed gevecht van man tegen man. Doch in het heetst van den strijd kwam er interventie. Een torpedoboot van Pirano verscheen op het tooneel ei> maakte een eind aan den strijd. Dooden zijn er niet gevallen, wel een groot aantal gewonden. Chineesche anecdote. Li, een portretschilder, zat met een mis noegd gezicht voor zijn ezel Er kwam geen klant om hem een opdracht te teven. En Li klaagde zijn nood biï uurman Ka. Die raadde den schil der aan, een portret van zichzelf met zijn mooie vrouw te schilderen en dat als reclame buiten de deur te hangen Dan zouden de klanten wel niet uit blijven. Li voigae dezen raad op en schilder de zichzelt aan de zijde van zijn beeld schoon vrouwtje. ,Op een dag kwam zijn schoonva der voorbij. Die groette njn schoon zoon en vroeg: „Wat is dat voor een vrouw, die je daar geschilderd hebt?" ,,Dat is uw dochter, edele schoon vader". „Zoo? En hoe komt het dan, dat dat je vrouw zich, zij aan rij, laat schilderen met een vreemden jongen man ?t Laat jij je zóó iets-welgeval' len? Mij nd ra ma. Op de mijn van St. Rómy (Frankrijk) waren twèemijn- werkers Alexandre Reine, 45 jaar oud en Rene Vaubrun, 27 jaar oud, in een 48 meter diepen put gevallen. Men dacht eerst aan een ongeval, imaar na den dood van Reine, di^ bij zijn overbrenging naar het hospi taal van Caen stierf, ontdekte men sporen van een geveent aan cLjt rand van den put en getuigen vertollen, dat Vaubrun, die zwaar gewond v. crd op getrokken, een heftige woordenwisse ling met zijn kameraad had gelrad. De overlevende zegt'.zich niets te kunnen herinneren, maar de zoon van Reine verklaart dat hij ziin vader ©eni ge minuten voor den r al tot Vaubrun heeft hooren zeggen: „Je gaat me toch niet in den put gooien". Uit Halle wordt gemeld, dat een motorfiets waarop een dame. en een heer gezeten waren, tegen den grond sloeg, doordien een hert tegen het rijwiel opsprong. De berijders bekwa men ernstig letsel. Een Italiaan bedrogen. De 27-jarige Italiaansche vloer legger J. M., die te Rotterdam in ee'n loge ment vertoefde, wilde naar Amerika vertrekken, doch had geen geld om de passage te betalen. Onlangs maak te hij kennis met twee schepelingen, aan wie hij zijn verlangen vertelde. De mannen wisten er wel raad op, ze waren resp. machinist en kok op een schip dat naar Amerika voer, be weerden ze en hadden een boven stebesten kapitein. Die zou M. wel voor een kleinigheid den oceaan wil len overbrengen, als hij van te voren maar toonde, een. kleinigheid te wil len betalen. M. geloofde de mannen en_ gal hun twee maal een briefje van 25 gulden, waarna de zaak beklonken was. De boot zou eerstdaags vertrekken en M. moest 's avonds voor het ver trek maar in een logement aan de Leuvenhaven komen, vanwaar hij met 'den kapitein, machinist en kok aan boord zou gaan. M. verscheen, docli bleei alleen, de reis ging niet door. Hij deed aangilte bij bij de politie opgelicht te zijn voor oU gulden. Scheepsbrand te Delft. Gistermiddag omstreeks 1 uur onis- sttond brand in de kajuit van net plei- zierjacht van den heer J. H. een,, uit Amsterdam, terwijl de eigenaar be zig was aan het Zuideinde aldaar jde benzine-tanks te vullen. De brand- technische dienst der poliiie, die spoe dig ter plaatse was, begon onmid dellijk met liet blusschingswerk. Plot seling sprong een tank, innoudend on ge veer 50 liter, uit eikaar, ten gevol ge waarvan inspecteur Roelotsen en- hele brandwonden aan hoofd en han den bekwam. Poor /len luchtdruk: werd een agent van politie in het water geslingerd. De brand was spoedig geblusciu. De heer en mevr. Veen bekwamen geen letsel. Verzekering dekt de vrij aanvienlijke schade. Een arbeider zwaar gewond In de meuwe schacht van ,de Do- maniale mijn te Kerkrade ging" gister avond een laag steenen los, die den ar beider H. in den rug troffen en. de FEUILLETON. Uit spannende dagen. (Een Vlaamsch verhaal). 47) „Miaar gij hoort immers wel wa-t mijn nicht zegt? Laat ons wachten en hopen; waarschijnlijk heeft de vrouw Overste reeds den Generaal verlaten; en waarom, lieve moeder, waarom ons al de smarten der grootste ramp aandoen op het oogenblik zelf, dat men misschien met zajn genade tot ons terugkeert? Al verkregen wij slechts een uitstel, dan konden wij meer po gingen aanwenden; des Generaals gramschap zou bedaren; en het zou ons gemakkelijker worden, de genade te bekomen, die men ons in een oogen blik van verbolgenheid zou geweigerd hebben. De vrouw Overste heeft im mers beloofd, dat zij noch moeite, noch smeekingen zal sparen?" De benauwde moeder glimlachte we der, alsóf het gevoel der hoop opnieuw in haren boezem was gedaald. Zij vat te Genoveva's hand met een dankbare uitdrukking en meende op hare troos tende geizegden te antwoorden; doch nu hief zij bet hoofd op en richtte de glinsterende oogen naar de deur. Op de trap hoorde men de stappen en de stem van iemand, die onder het opklimmen bevelen gaf. „Daar is zij!" riepen Bruno's moe der en Genoveva. terwijl zij bevend en met jagenden boezem rechteprongen. De deur werd geopend. Nauwelijks had de arme moeder een blik op het treurig gelaat der intre dende Overste geworpen, of zij hief de handen klagend ten hemel en kermde met grievende stem: „Het is gedaan, o God! Mijn zoon, mijn ongelukkige zoon!" „Welnu? welnu? riep Genoveva in de uiterste ontsteltenis. „Ach" zuchtte de Overste met diep medelijden, „ik beklaag uw ongeluk. Denk, dat God hem de kroon der mar telaren heeft voorbestemd." ,,'Hrij moet sterven! Mijn eenig kind!' huilde de lijdende moeder. „O Go<\, wees barmhartig, roep mij tot U, gun mij den dood, voordat de kogel hem treffe!" „Alle hoop is dus verloren!" gilde Genoveva, terwijl zij insgelijks zich op den zetel nedervallen liet. „Ik heb den Generaal gesproken" hernam de Overste, „ik heb gesmeekt, gebeden, geknield. Hij hoorde mij met welwillendheid aan, doch zeide, dat hij niets aan het vonnis van den krijgsraad veranderen mag: daarenbo ven, dat de kapitein der lieden van Waldeghem de eigen krijgsgevangen© van den Commissaris van het Cen traal Bestuur is, en dat, zoo het mo gelijk ware iets ten zijnen gunste te 'doen; het niemand zon kunnen be proeven dan de Commissaris zelf. De moeder richtte zich op: zij sid derde van haast en scheen eensklaps door een wegvoerende gedachte over- heerscht. De hand van Genoveva aan grijpende, sprak zfj: „Simon Meulemans? Hij zou mijn kind kunnen redden? Kom, kom, Ve- va, laat ons tot hem gaan. Ik zal knie lens, kruipen voor zijn voeten, mijn tra nen zullen hem overwinnen: bij is geen vreemdeling, hij zal medelijden hebben met een stervende moeder.." „Simon Meulemans?" riep Genove va met afschrik. „Ach, gij kent hem niet! Hij is wreeder nog dan de vreem de dwingelanden; hij zal zich in onze smart verblijden. Bruno is hem een vijand, dien hij haat, wiens dood hij wensoht; en ware het niet zoo, veeleer zouden wij ©en steen vermurwen dan het ijzeren hart van dien beul..!" „Neen, neen" antwoordde de moe der, „ik zal dit laatste reddingsmiddel niet verlaten. Al moest ik dwars door de vlammen tot Simon gaan, ik zal het beproeven. Er is iets, dat mij den boezem van hoop doet kloppen, iets. dat mij onweerstaanbaar tot dezen stap drijft.Kom, o. kom!" „Ik durf niet" zuchtte de maagd, „ik vrees Simon Meulemans meer dan den» dood." „Eilaas", hernam de moeder kla gend, „ik had gehoopt, dat uw tegen woordigheid eep gunstigen indruk op zijn gemoed zou hebben gedaan. Hij bemint u; gij zijt wellicht de eenige op aarde, die hij het leven van mijn ongelukkig kind zou schenken maar in 'e Hemels naam, blijf dan, ik zal alleen gaan.... Genioveva stond een poos met den blik ten gronde, in diepe overweging dwalend; zij stak zich de bevende hand in den boezem als om te voelen of zieker voorwerp dat zij in hare borst verborgen hield, er nog tegenwoodig was. Dan richtte zij zich op en sprak met besluit: „Welaan, moeder, kom, ik zal nie- degaan. Het is waar, ik beef, ik ben vervaard; maar toch, het is vervolging noch dood, die ik vrees: het is de lief de van Simon. die mij sidderen doet Ik zal evenwel voor hem verschij nen, mij buigen voor het wangedrocht het smeeken en vleien.O, dat God het mij vergeve: het is voor Bruno!" De hand der nonne grijpende, zeide zij, de kamer verlatende: „Zuster Kaat, goede nichte, gij weet waar de Commissaris van het Cen traal Bestuur geherbergd is. Ge'oid ons, wijs ens waar wij hem vinden kunn» n.' Onder de deelnemende wenschen der Overste daalden de drie vrouwen de trap af en verlieten het Begijnen hof. Voor een groot burgerhuis hield de non stil en zeide: „Ziet, daar is de herberg van den Commissaris, dien gij zien wilt. Ik ken geen Fransch; dat Veva den sol daat aanspreke, die voor de deur zit." De maagd richtte zich stoutelijk tot den soldaat en deed hem verstaan dat zij den Gemachtigde van het Cen traal Bestuur om zeer dringende za ken verlangden te spreken. Of de sta tige schoonheid van Genoveva of de zoetheid barer bede den krijgsman ge troffen had, althans hii deed met ze kere minzaameid de vrouwen in den gang des huizes treden en verzocht hun te wachten, totdat hij zijn Over ste oorlof tot toelating had gaan vra gen. De soldaat verliet haai- en trad verder de gang in, waar hij zachtjes op een. zijdeur klopte en dab. binnen trad. Daar zijn Overste hem teeken deed, dat hij wachten zou, bleef hij zwijgend staan. Simon-Brutus zat bij een tafel te schrijven en las met half-luide stem een brief, dien; hij waarschijnlijk naar Antwerpen wilde sturen. Dit schrift was in de Fransche taal vervat; het einde er van luidde als volgt: nDe stad is stormenderhand in genomen; de verblinde schelmen heb ben zich verdedigd, als had de dweep zucht hen razend gemaakt; evenwel, zooals immer hebben de onoverwinne lijke helden der Fransche Republiek de zegepraal behaald. Zestig huizen tot den grond afgebrand, vierhonderd Brigands in de vlammen omgekomen, ziedaar den uitslag van dien gedenk - waardigen dag. Morgen vertrekken wij van hier, om de overblijfsels van dit bloedzuchtig ras te vervolgen. Bij ons vertrek zullen nog vijftig Bri gands door den kop geschoten worden Zulk vaarwel zal aan dit vrijheidha- tend en dom volk. het geheugen laten van de wijze, waarop de Fransche Re publiek diegenen istraft. die zich door tirannen en priesters laten verleiden tot het verstooten der vrijheid en der onafhankelijkheid, die de groote en edelmoedige Fransche natie hun aan biedt. Morgenavond waarschijnlijk het bericht eener nieuwe overwinning Heil en broederlijkheid." SJKoté* i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5