NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1920 1 WELDE BLAD. H Uit de Schriften. LIJDZAAMHEID EN BfiVINBING, W tknde, dat de verdrukKing lyazaanmeia werlct; en de ltyu zaanuieiü bevinding. Kom. 5:3, 4. Voorzeker vvaz de apos.el er .oer ge- ioeiead in, te roemen ook ^1 de ver di umangeii. IVinar mj wii ons oox een miuudel in de nand des Hoeren zijn, om er ons toe op te leiden. liii Jtiij zegt als 't ware: Hue kan dat. verurukkiiig een stone voor ons, om in den Heere te roemen hoe kan dat Hij antwoordt: Omdat de Heere ons dit leert door zijn Woord en zijnen Geeet en in de ervaring, omda: we d i t weien, met een kennis die in het geestelijk leven ingeschapen is, <lar. de verdrukking 'lijdzaamheid werkt. Natuurlijk worden alle deze dingen hier gezegd in die meening en met dien v erstande, dat genade ha re- kracht er in openbare. De verdrukking werkt 1 ij d z a a m- h ei d. Het woord is elders in de Schrift ook wel vertaald door: volharding. Het zie: eigenlijk op het geestelijk weerstandsvermogen, het draagvermo gen. Ook op lichamelijk en nabuur'ijk ge bied gaat he^ door, dat het dragen van lasten relurig ~n aanhoudend en bii toeneming, de draagkracht Sterk en oefent. Nu be^edt de He~re de verdrukkirr gen onder-cheiden'ijk toe. Daar zijn wel van ziiVe kinderen, die z°er lie felijk beleid woeden znuder gronde zwa righeden, en die noch thans verre van ion geoefend zijn in het geestelijk le ven. Gewoonlijk echter kent een ieder zijn ri^en verdrukkingen wel. De een spreekt er echter meer van 'dan de ander. Die er hett meest van (spreken, hebben het soms niet het zwaarst. Iemand kan em aard hebben, dat hij van een klein gewicht hce1 wat ophef maakt En een ander kan veri dragen, terwijl hu toch bii' zich- zelven wel een<5 oordeelt, dat hii «chic- zolder kastijd;ng is. or, vreest, dat hij wel eens een bastaard kon zijn. Maar het gaat in het geestelijk leven wel zóó, dat, wanneer er zoo geen- verdrukking gekend wordtt. het ge ringste. dat er komt, het leven gansch van «treek maakt. Men kan dan zoo weinig hebben, en wordt d^or het geringste licht uitliet spoor gebracht en van moed befoofd. Maar komt de Heere met lasten 1dat leert dragen. Verdrukkingen het vleesch mort er tegen; maar als gebade ze heiligt, stalen ze he* ;ge~.«telijk leven, vermd~r-k>ren ze ep loe'Wieo Zfv geest^1 idee draagkracht Ze brengen er levensernst in. Ze ■doen gevoelen wat de wereld door Ide zonde ^eword^n is. Ze leer?n ons onze hulpeloosheid en machteloosheid en drijven uit tot God. Ze bepalen ons ook bij hetge°n wij door de zonde verdiend hebbei Ze brengen tot onze beschaming wel aan het licht, hoe weinig geneigd wij van o7"1 «celven zijn om ons aan God te on derwerpen en het kruis achter Chris tus te dragen. Maar, door genade bestierd, bren gen ze ons onder het juk des Heeren, En ze zijn vaak een Wb.ame teu™!, waardoor we wem1"ouden worden ver van God af te dolen, mar de zonde te hunkeren en naar het kwade te loonen. Ze kunnen ons het bemosel genten van 1 e" rHkhaken naar een beter lie ven, ons meer he* lijden van Chris'n- om onze T"den d n wcar^—cn. en e-"u"gen lu«t er in te doen vinden', hem re'b'kvormig te worden. Verdrukking scheurt als het ware 'de schijngeloovigen wel eens wexr uit himnè fcMpan'"'' 1 ing aan den Hp^ro FEUILLETON. Uit spannende dagen. (Ken Vlaauisch verhaal). 43) -o- De laatsten, die vechtend als leeu wen de stad waren ingetogen, waren de jongelieden van Waldegnem. welke door Bruno aangevoerd, zelfs tegen het paardenvolk zich opwierpen en slechts stap voor stap zich van de plaats verwijderden, waar zij eerst hadden gestaan; maar de bevelen der Fransche Oversten werden zoo krachtig en zoo aanjagend, dat de rui terij welhaast als een onweerstaanba re drom zich vooruitwierp en door do ru.c- v li de,- ,.-a-. .,cu K-...:uu alleen de Belgische strijders verplet terde of tot diep in de stad terugdreef Nu rlam de bloedige worsteling een ander voorkomen aan: uit de huizen, waartusschen de Franschen gedrongen waren, v, erd een hevig vuur op hen ge richt; kelders, vensters, daken, het spuwde al dood en vernieling op hen. De soldaten, door dezen nieuwen aan val verrast, zouden waarschijnlijk te ruggeweken zijn, hadde het voortdrin- gen van het achterste gedeelte der le gers hun dit niet belet. Er kwam onder het Fransche paar denvolk een oogenhlik van aarzeling, eene poging tot terugkeeren, die den strijdenden burgeren «teniee verpoo- /Eing gaf. Maar verdrukking bevestigt de ware geloovigen. Hun leven wortelen worden ie vas ter en te krachtiger en te breeder in den goeden grond gespreid. Het zijn onweders, die een veilige schuil plaats deen zoeken. Hun hart wordt tesderder, en ze worden er door geoefend tot onder worp enhe:d an den Heere. De verdrukking werkt lijdzaamheid. En de lijdzaamheid werkt bevin ding. Dat wil zeggen: Het geeft pro-even* wie de Heere voor ons is. Want worden dc verdrukkingen door genade geheiligd en vermeerderen en oefenen ze de geestelijke draagkraoht dan geschiedt dat in zulk een weg, dat wij ons niet bestand bevinden, te gen hetgeen op ons aankomt. Wij ioo- pen gevaar, overweldigd te worden, den moed te verliezen, van den Heere af te wijken. Maar nu werkt de .genade in ons, dat wij ge cherpt en verlevendigd wor dei in het toevlucht nemen tot den Heme en zijne genade Wij worden be- hoeftiger, en krijgen den Heere meer in alles noodig, in veel, waarin we Hem vroeger zoo niet zodhten. En dan hè'pt de Heere; dan onder steunt en s'erkt Hij.; dan redt hij' uit Dan stierf- hij de dingen en de wegeh zóó, dat het vuur ons niet verbrandt en de wateren ons niet overs'el pen. Dan komen er ervarineen van, wie de Heere K Dan versnreidt onze goe de belh'deni? haar glans in ons inwen dig leven. Dan worden er proeven van ge:rr.aakt, wie de Heere voor ons is. Ontloop* em mensch den H.eere. als God verdrukkingen zendL keert bü dan God den rug toe dan zal he1" hem nie* gebeuren, proeven te ont vano-gn welt- een uitreddend en zege nend God de Heere ook in de ver drukt-in p-eu vnnr 'de zhnen is. Maar wordt zijn p-e^^t^h'ike draag kracht gesterkt en geoefend, is er in beginsel onderworpenheid en hed-e om ondeTworpenheid, is gr teederheid d^s1 p-emoeds dan werkt de lijdzaamheid bevinding, ervaring van hetgeen de Heere is. in b«rt en leven.. e<Zóó was het bij den psalmist, toen hij uitriep: Maakt den Heere met mij grpot, ei laat ons Zijnen naam samen verhoogen. Ik l eb den Heere gezocht en Hii heeft mij geantwoord, en mij uit alle mijne vreezen gered. Zij hebben op Hem gezien, ja Hem als een waterstroom aange'oopen en hunne aangezichten zijn niet schaam rood reword en. De^e ellendige 'riep, en de Heere' hoorde en Hii verlokte hem uit alle zijne benauwdheden". (Ps. 34.; MIJN VASTE GROND. Wat is de grond Dat ik, bij zooveel schreiend wee En bitter leed als d'aarde biedt, Niet sidder als het ranke riet Van vreeze? Wat is de grond Dat ik, wanneer de zondemacht Met woest geweld mij komt te na Niet hulpeloos sta En bevend? Wat is de grond Dat ik, geen uur mijzelf gelijk, Met trouw en ontrouw liefde en haat, Om beurt in 't hart, bij al dat kwaal, Blijf hopen? Wat is de grond Dat ik, die weet. dat 't heiiig oog Van God mijn zondaarsziel doorboort, Zijn oor zelfs mijn gedachten hoort, Durf sterveii? Dit is de grond, De vaste grond, dat Gij, o God, In Christus mijne schuld vergaaft, En niet mijn zwakke hand U greep En hield, maar dat Uw groote kracht In mijne zwakheid werd volbracht; Dat Gij zóó Uw beloften staaft En trouwe houdt in eeuwigheid, Daar Gij altoos dezelfde zijt. Dat is mijn grond. Bruno, nog omringd van het grootste gedeelte zijner gezellen, riep op dit oo genhlik lot hen, terwijil hij met wan hoop naar dein vijand vooruitsprong: „Vrienden, volgt mij! Onze gewonde broeders, mijne moeder! Zij vallen in handen des vijands. Om Gods wil, nog ééne poging 1" Onversaagd tegen het paardenvolk oploopend, en door zijne moedigste ge zellen gevolgd, drong hij waaldijk een eind verre door den vijand, totdat hij 'tliuis bereikte waar hij zijne moeder en Genoveva bij de gekwetsten had go- la ten. Maar hier kwa.ni eene grootere bende ruiterij op hem en zijne mak kers aangedrongen; deze laatsten wer den teruggedreven. Bruno stond alleen en verweerde zich met ongemeene ver woedheid, totdat een sabelhouw hem het geweer in de handen verbrijzelde. Terzelfder tijd riep eene bekende stem hem toe: „Geef u gevangen, snoode dweper, of gij zijt dood!" „Ah, Simon! Simon!" riep Bruno met bitteren spot, „uw vaderland vergaat: gij zegepraalt!" Reeds waren eenige soldaten toege- loopen, het zwaard hing reeds boven Bruno s hoofd; maar Simon-Brutus riep op bevelenden toon: Houdt op! neemt hem gevangen: gij verantwoordt mij voor zijnen persoon en zijn leven!" Ondertusschen waren de Franschen bozig met de deuren der huizen open te loopen, om de mannen te zoeken. KERK EN SCHOOL. NED. H£RV. KERK Twaalftal: Te Zuidlaren: (Alph.I J. Boonstra te Gieten, W. F: Dikboom te Wildervank. J. G. Franck te Coe* vorden, H. de Groot te Emmen, F. 1* Kan te Bovensmilde, B. R. Knottnerus te Vries; G. Koenekoop te Meppel, «1 M. Natzijl te Langezwaag, W. G. Plan ten te Goor, A. N. Pijnacker Hordijk te Sappemeer, J. N. Seulijn te Renning wolde, P. A. Tichelaar te Beilen. Aangenomen: Naar Diepenhem\ (toez.), A. Weeder, te Koog a. d. Zaan GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Kampen, A. J. Bouma te Wanswerd en D. van Dijk te Gro ningen. GEREF. GEMEENTEN. Tweetal: Te Sliedrecht, J. R. vel Oordt, te Opheusden en M. A. Mindei* man te Lisse. Bevestjying, Intrede, Afscheid. Dr. 0. N 0 r e 1, em. pred. te Heem stede en beroepen bq de Ned. Hen Gem. te Leeuwarden in de vacature Dg. Oberman, hoopt dén 24sten October a.g aldaar zijn intrede te doen. Ds. J. de Pee. Het Prov. Kerkbestuur van Noord- Brabant heeft aan Ds. J. de Pree, Ned Herv. pred. te Weert, die de benoeming tot voorganger der Evangelisatie te Helder aannam, met ingang van 12 Sep tember eervol ontslag verleend en hem lie bevoegdheid van emeritus-predikant toegekend. Dr„ A. Kuyper Jr. Naar de Stand, verneemt, baart de toestand van Dr. A. Kuyper Jr., Gerei predikant te Rotterdam, nog steeds zorg De inwendige infectie is nog niet ovei wonnen. Hq zal in ieder geval nog ge- ruimen tijd het bed moeten houden. M. E. Koning. De heer M. E. de Koning, evangelist bij de Ned. Herv. gem. te 2e Exloëp- mond, heeft wegens verandering van ge voelens afscheid genomen van zijn gö! meence. p^Jieer de Koning zal over gaan .naar;de Ghr. Geref. Kerk en zien te Onstwedde' vestigen. Emeritaat. Door de classis Zwolle der Geref. Kev ken is-op verzpek aan Ds. J. Slu ijs te Staphorst emeritaat verleend met ir* gang van 1 November. Ds. Sluijs heeft ruim 40 jaren in het ambt gestaan en diende voorheen de kerken van Laar, Roodeschool en Rot tevalle. Algem. Synode der Ned. Herv. Kerk. De president heet den heer G. J. van der Flier Jr. welkom, die als se cundus van den secretaris dezen bij de vervulling van zijn werkzaamheden za» bijstaan. In behandeling komt een voorstel tot wijziging van het Reglement op het exa men van den heer J. 0. Niemeyer, die van oordeel is, dat de klachten ovei minder voldoende bekwaamheid van som mige leden der provinciale kerkbestu ren en over de ongelijkheid in het ai nemen der examina door de onderschei dene kerkbesturen, gerechtvaardigd moe ten heeten. Daarom stelt hii voor, twee examon-commissies in het ï^en te roe pen. De eene, gevestigd te 's Gravenhagc wordt gevormd door de leden uit ae provinciën Is oord Holland, u trecht, 'a -ïoliafid, Zeeland en Noord Brabant mei Limburg; de andere gevestigd te z,wohe door leden uit de andere provinciën. Elke commissie beslaat uit zeven le den met hun secundi. Aan hen word; opgedragen een van de zeven vakken waarover het e-uunen loopt. Zy woruen benoemd door de Algumeene Synode uit voordrachten van twee personen vooi elk examenvak afzonderlijk ingedienu door de provinciale kerkbesturen. Hun zit tings tijd i zev» 11 jaren. Le voor steil ét heuil utze uoobigvTichüe naawKeuri,* in aan te brengen reglenicntswijzigiagon Lilge werkt. L»ver ait voorstel is de commissie vei •deeld, d.w.z. de meerderheid op éen iid na, wil het aiwjjzen: ie. omdat he. tfarakter van hel pro ponenis-exanicü wegvalt; 2e. omdat zq niet erkent, dat het examen zoo slecht wordt argenomea, die uit kelders en vensters op heil scho ten. Zoo gelukte het hun, na zekeren t ij tl deze bevechting te doen ophouden; en welhaast drongen zij onweerstaan baar voort tot op de Markt. De boeren hadden eindelijk hunne onmacht bespeurd; de meesten waren langs andere poorten in het veld ge vlucht; velen echter hadden zich in de huizen der burgers verborgen met de hoop, dat men hen niet zou herkennen. De vliichlelingen van andere dorpen vrouwen, kinderen en grijsaards, had den reeds bij het gezicht aer gewonden die men uit den strijd 'naar de Markt had gebracht, en bovena.l bij het ge donder der kanonnen in allerijl de stad verlaten en in de omliggende boö schen eene schuilplaats gezocht. Toen de Franschen de Markt betrok ken. zagen zij geene gewapende boeren meer, en zij namen zonder tegenstand bezit van de stad. Terwijl in alle richtingen benden werden uitgezonden, om de huizen open te slaan en de gevluchte boeren op te zoeken, en te vermoorden, stond de Generaal met een deel zijns legers bii het stadhuis. Hij raasde en tierde over het alles zins aanzienlijk verlies, dat hij had onderstaan, en deelde de wreedste be velen uit onder het mompelen van al lerlei wraakzuchtige bedreigingen. Nevens hem stond Simon-Brutusc die zijne gramschap nog meer aan vuurde. De zoon des brouwers var Waldeghem scheen in groote gemeen als de voorsteller meent, terwijl zjj met inziet, dat het dan beter zal gaan; 3 e. omdat het volstrekt niet zeker ia. dat de meest geschikte personen tot examinatoren zullen worden benoemt; Volgens de grondgedachte van den voorsteller is het examen een controle op het academisch onderwijs, terwijl he; integendeel bij dit examen de vraag is, of een candidaat geschikt is vooï het ambt. Een lid van de commissie voelt wë\ de bovengenoemde bezwaren, maar ei kent de juistheid van de toelichting, die Dr. Niemeyer heeft gegeven. Dr. Knappert vereenigt zien met het geen Dr. Niemeyer in zijn toelichting heeft gezegd, maar hij legt er allen nadruk op, dat de Kerk het recht moe» behouden hare dienaren toe te lateu Dr. Baitjema adviseert tot .,1a mort sans phrase'. Hier in het bijzonder wordt het ontkerkelijking van, de kerk en eo culaseering van hare instellingen. De secretaris sluit zich aan bij den prae-adviseur uit Groningen. Na de niet lang geleden aangebrachte wijzi ging, welke ten doel had, het examen meer kerkelijk te maken, is dit stre van niet sympathiek. De vice-president acht de klachten over de examinatoren zeer overdreven Ook hij merkt op; dat niet de kerk, maar een commissie zal toelaten tot do Evangelie-bediening. Dr Schokking merkt op, dat de vo rige sprekers al te zeer het provinciaal kerkbestuur met de kerk vereenzelvi gen. Dat kerkbestuur is toch ook een college. Dr. Niemeyer herhaalc, dat hij altoos klachten heeft vernomen. Zeker, hij vindt niet alles' verkeerd^ maar er om breekt heel wat aan. Er zijn nu te veel menschen, die tot examineeren zqn ge roepen, waarbij dan komt het gebrek aan uniformiteit. Hij wil echter de ven andering zoo gering mogelijk doen zijn en heeit daarom de examenvakken ia tact gelaten. De president, Dr. Weijiand, zou ook het proponents-examen met het vooi- bereidend-kerkelijk vereenigd willen zien, terwijl de eigenlijke toelating io\ liet ambt, het afnemen van de verkla ring en belofte bij de provinciale keri* besturen zouden moeten blijven. Hij ge lool't echter niet, dat nu reeds zoo kort na het in werking treden der nieuw0 regeling opnieuw ingrijpende wqzigin gen moeten worden aangebracht. De conclusies van de eerderheid (ver werping van het voorstel) wordt aai» genoen met 10 tegen 3 stemmen. De hr. Dr. Haitjema rapporteert ovei vooKtellen van de comissie benoemd tot het houden van nader overleg om trent het verband tusschen kerk ea zending. Deze commissie heeft een volledig „reglement voor het zendingswerk*' op gesteld, waarvan art. 2 luidt: „De Algemeene bynode bestuurt en beneert het Zendingswerk der Hervorm de kerk door de Algemeene Zendings- commissie". Dit Zendingswerk wordt m de classicale ressorten behartigd dooi classicale Zendingscommissies; in Qe Waalsche gemeenten door een coinnua sie, welxe benoemd wordt door de Waa* sche Reüni. In de aizonderiqke gemeen te wordt het zendingswerk benartigó door gemeentelijke Zendingscommissiea In de commissie ad hoe bleek geen meerderheid te zijn, die principieel vooi de idee van kerkelijke zenuing wilde, staan. Een lid vreesde zeLs groote scna de voor het Zendingswerk, indien nei zou woruen betrokken in den kerkeL> ken richbingsstrijd. Twee leuen gevoelen zeer levendig, dat kerkelijke zending het iueaal m maar gelet op ue veelszins verwaruc ooestanuen in ons kerkeiqk leven dui ven zq het tüans nog niet met dit r» giemeiit te wagen, aen lid* zou zien vei uiqden, inuien net reglement werd aan genomen. Na eenige bespreking werd op vooi stel van den secretaris besloten, in deze vergadering der by nu de deze zaak me» tot uesikjouig «e brengen, maar liet rap port-, zooveel het op den weg uer Óy- node ligt, ter aigoineeiie kennis te bren gen, teneinde het in liet volgend jaai ,in behandeling te nemen. Up voorstel yah uen president zal lie» rapport, begeleid door dat der con» missie au hue aan de counniHsie u>» overleg women gezonuen met verzoek, naarovtr het au vies der betrokkenen uer zendingscorporalies in te winnen zaamheid mot den Generaal te verkee ren en zijne volle gene&eniieid to do zitten. Al hadden zijne ware onver saagdkeid en zijne diepe vork leef dheit aan al wat Fransch was, heim deze ge negenheid niet aangewonnen, zajni hoedanigheid van Comissaris van het Centraal bes turn gaf hem recht op de achting en den eerbied des Generaals Tegen het stadhuis, tusschen een sterke wacht soldaten, stonden de hoe ren die men in den strijd had gevangen genomen. Bruno, aan eene bijzonder- wacht toevertrouwd, zat niet verre var daar met geböndene handen op eenei steen. Een Fransch soldaat uit barn hardigheid had hem het bloeden hoofd met eenen nieuwen doek omwoa den. De jongeling staarde met verglaas den blik ten gTonde en scheen in dood sehe mijmering verzonken. Gewis, bij moest hevige smarten lijden, daar h het lot zijns vaderlands, het lot zijne moeder en zijner vriendi-nne overwoog Reeds waren sommige Oversten dea Generaal oorlof komen vragen om d krijgsgevangenen onmiddellijk door den kop te schieten: doch de Veldheer scheen onderscheid te maken tusscher de boeren, die men onder de opene lucht had gevangen genomen, en de genen, die men binnen de huizen do Benedenry had ontdekt; de eersten wi de hij slechts ter dood brengen na de zoogezegd© beslissing van den krijgs raad; de laatsten moesten oogenhlik AAN HET ZOEKUCHT. Leiden 7 Augustus 1926. We klagen tegenwoordig en met recht! over de hooge belastingen, maar vroeger schijnt 't al niet veel beter te zijn geweest. In de beschrijving van Leiden in 't begin der 17e eeuw waarop ik dezer dagen de aandacht vestigde kan men althans o.m. het volgende lezen: „Leyden is een grote schone plaisante ende volcryke statt, ja die populenste naest Amsterdam, oock die grootste ende.... die meest contribueert". Leiden droeg dus 't meest bij in de algemeene lasten en dat, terwijl de zelfde schrijver omtrent de bevolking het volgende opmerkt: „Daer syn 17000 menschen, die al leen van aalmoesen leven, behalve die Walen, Engelschen, Lutheranen ende Menisten; deze onderhouden elck die synen". Uit een en ander mag dunkt me woi- den afgeleid dat de fiscus ook in die dagen wel op een behoorlijk of wil men onbehoorlijk deel van de inko mens der ingezetenen beslag zal heb ben gelegd. Een kleine troost misscLiei» voor ingezetenen die het allesbehalve als een voorrecht beschouwen lat Leyden een der plaatsen is waar men het meest contribueert. OBSERVATOR en dat advies aan de Synode van 192? te doen toekomen. Taal en leven. Aan een beschouwing van de Ams rikaansche „Wachter" over de Synode der Chr. Geref. Kerk is het volgende ontleend „Reeds lang kon men zien aanko men, dat in ons kerkelijk leven het No- derlandsch op den duur door het Eb- gelsch zou worden verdreven. Men mag aat jammer vinden en er tegen ageeren of met, dien weg gaat het op, meer en meervlugger en vlugger. Ook in ait opzicht weerspiegelde de Synode heel duidelijk en waar het leven der kerk. Des avonds, voor de synode tot haaf arbeid samenkwam, begonnen we met deftig Nederlandsch. Een degelijke pre dicatie werd er door den president dei vorige Synode, Ds. I. van Dellen, uit gesproken, in zuiver, keurig Nedep Ianasch. En van niemand der hoorders heb ik ook maar één khcht gehoord, dat men de preek niet verstaan of genoten had. En met wat bezieling werden du schoon e Nederlandsche psalmen gezon gen. Ook den volgenden morgen, toen het werk begon, ginp: eerst alles neg den ouden gang. Neaerlan Iseh boven. Maar al heel spoedig kwam er ver* andering. Dat lag niet zoozeer aan het moderamen, geloof ik; want de leden daarvan bedienen zich minstens even gemakkelijk van het Nederlandsch als van het Engelsch. Maar sprekers van buiten kwamen, dia zich niet anders dan in de taal des lanJa konden uitdrukken. Ze werden ingeleid gehoord en beantwoord in de Engelscne taal natuurlqk. En zoo kwam het als vanzelf aan den gang. En zoo bloef het grooten leen. Ter synode althans, niemand zal het kunnen ontkennen, waren we het zoo genaamde „fifty-fifty"-stadium reeds ta melqk ver voorbq. Of die vreemue sprekers het dan eigenlqk hebben gedaan? Neen. hoego naamd' niet. Geen dwang of drang van buiten af bracht er ons toe. Geen be sluit werd er genomen, hoe hei wezen moest en worden zou. Geen verzoek aau gaande de taal werd er tot de eluu gericht ,geen afspraak vooraf gemaakt eheei spontaan, ah vanzelf, dreven wa er heen, en er was niemand, die er ovet klaagde, of er tegen murmureerde Het leven deed het. En dat doel ons duiuelqk zien, dat er een nieuw ga- slacht aan het komen is, dat zonuei opzet, oi geweld het oude, Nederlandsch sprekende geslacht binnen korte jaren gaat vervangen". Geen verachdng van het Neder landsch, zegt de Wachter, noch het ja gen naar wat nieuws brengt die veranda ring teweeg, maar de natuurlijke gang van het leven. kelijk worden vermoord. De geweerschoten, welke men in al le straten hoorde weergalmen, warer. zoovele mannen, die men uit de hal* zen had gerukt en voor hunne deuren, door den kop schoot. Gewis werd og deze wijze ook menig burger gedood, die niet in den strijd was geweestt want,, daar de Franschen de verrecht* vaardigingen niet konden verstaan, die zij in hunne Vaamsche moederiaal deden gelden, werden zij meestal on de straat gesleurd en onbarmhartig* lijk vermoord. Terwijl de Generaal en Simon-Bru tus deze bloedige wraakneming in da naaste straten en rondom de Marki^ aanschouwden bracht men uit de B6-»' nedery langs waar Franschen in de stad gedrongen waren, vijf of zea bekwetste soldaten uit wier wondan het bloed nog vloeide. De Generaal reed hun te gemoet en vroeg met vlammende blikken wat dit! beduidde. Hem werd gezegd, dat de huizeiv; waartusschen het hevigste gevecht' was geschied, vol vluchtelingen zaten, die zich verstout hadden de opzoekerg aan te vallen en met geweerschoten te begroeten De kapitein, willende zijne, soldaten niet blootetellen om binnen de huizen te worden gedood, had alle opzoeking doen staken tot nader bevel des Generaals. Wordl vervolgd}.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5