NIEUWE LEIDSCHE
COURANT VAN ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1920
1 WELDE BLAD.
H Uit de Schriften.
LIJDZAAMHEID EN BfiVINBING,
W tknde, dat de verdrukKing
lyazaanmeia werlct; en de ltyu
zaanuieiü bevinding.
Kom. 5:3, 4.
Voorzeker vvaz de apos.el er .oer ge-
ioeiead in, te roemen ook ^1 de ver
di umangeii. IVinar mj wii ons oox
een miuudel in de nand des Hoeren
zijn, om er ons toe op te leiden.
liii Jtiij zegt als 't ware: Hue kan
dat. verurukkiiig een stone voor
ons, om in den Heere te roemen
hoe kan dat
Hij antwoordt: Omdat de Heere ons
dit leert door zijn Woord en zijnen
Geeet en in de ervaring, omda: we d i t
weien, met een kennis die in het
geestelijk leven ingeschapen is, <lar. de
verdrukking 'lijdzaamheid werkt.
Natuurlijk worden alle deze dingen
hier gezegd in die meening en met
dien v erstande, dat genade ha re-
kracht er in openbare.
De verdrukking werkt 1 ij d z a a m-
h ei d.
Het woord is elders in de Schrift
ook wel vertaald door: volharding.
Het zie: eigenlijk op het geestelijk
weerstandsvermogen, het draagvermo
gen.
Ook op lichamelijk en nabuur'ijk ge
bied gaat he^ door, dat het dragen
van lasten relurig ~n aanhoudend
en bii toeneming, de draagkracht
Sterk en oefent.
Nu be^edt de He~re de verdrukkirr
gen onder-cheiden'ijk toe. Daar zijn
wel van ziiVe kinderen, die z°er lie
felijk beleid woeden znuder gronde zwa
righeden, en die noch thans verre van
ion geoefend zijn in het geestelijk le
ven.
Gewoonlijk echter kent een ieder
zijn ri^en verdrukkingen wel.
De een spreekt er echter meer van
'dan de ander. Die er hett meest van
(spreken, hebben het soms niet het
zwaarst.
Iemand kan em aard hebben, dat
hij van een klein gewicht hce1
wat ophef maakt En een ander kan
veri dragen, terwijl hu toch bii' zich-
zelven wel een<5 oordeelt, dat hii «chic-
zolder kastijd;ng is. or, vreest, dat hij
wel eens een bastaard kon zijn.
Maar het gaat in het geestelijk leven
wel zóó, dat, wanneer er zoo geen-
verdrukking gekend wordtt. het ge
ringste. dat er komt, het leven gansch
van «treek maakt.
Men kan dan zoo weinig hebben, en
wordt d^or het geringste licht uitliet
spoor gebracht en van moed befoofd.
Maar komt de Heere met lasten
1dat leert dragen. Verdrukkingen
het vleesch mort er tegen; maar
als gebade ze heiligt, stalen ze he*
;ge~.«telijk leven, vermd~r-k>ren ze ep
loe'Wieo Zfv geest^1 idee draagkracht
Ze brengen er levensernst in. Ze
■doen gevoelen wat de wereld door
Ide zonde ^eword^n is. Ze leer?n ons
onze hulpeloosheid en machteloosheid
en drijven uit tot God.
Ze bepalen ons ook bij hetge°n wij
door de zonde verdiend hebbei Ze
brengen tot onze beschaming wel aan
het licht, hoe weinig geneigd wij van
o7"1 «celven zijn om ons aan God te on
derwerpen en het kruis achter Chris
tus te dragen.
Maar, door genade bestierd, bren
gen ze ons onder het juk des Heeren,
En ze zijn vaak een Wb.ame teu™!,
waardoor we wem1"ouden worden ver
van God af te dolen, mar de zonde
te hunkeren en naar het kwade te
loonen.
Ze kunnen ons het bemosel genten
van 1 e" rHkhaken naar een beter lie
ven, ons meer he* lijden van Chris'n-
om onze T"den d n wcar^—cn. en
e-"u"gen lu«t er in te doen vinden', hem
re'b'kvormig te worden.
Verdrukking scheurt als het ware
'de schijngeloovigen wel eens wexr uit
himnè fcMpan'"'' 1 ing aan den Hp^ro
FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
(Ken Vlaauisch verhaal).
43) -o-
De laatsten, die vechtend als leeu
wen de stad waren ingetogen, waren
de jongelieden van Waldegnem. welke
door Bruno aangevoerd, zelfs tegen
het paardenvolk zich opwierpen en
slechts stap voor stap zich van de
plaats verwijderden, waar zij eerst
hadden gestaan; maar de bevelen
der Fransche Oversten werden zoo
krachtig en zoo aanjagend, dat de rui
terij welhaast als een onweerstaanba
re drom zich vooruitwierp en door do
ru.c- v li de,- ,.-a-. .,cu K-...:uu
alleen de Belgische strijders verplet
terde of tot diep in de stad terugdreef
Nu rlam de bloedige worsteling een
ander voorkomen aan: uit de huizen,
waartusschen de Franschen gedrongen
waren, v, erd een hevig vuur op hen ge
richt; kelders, vensters, daken, het
spuwde al dood en vernieling op hen.
De soldaten, door dezen nieuwen aan
val verrast, zouden waarschijnlijk te
ruggeweken zijn, hadde het voortdrin-
gen van het achterste gedeelte der le
gers hun dit niet belet.
Er kwam onder het Fransche paar
denvolk een oogenhlik van aarzeling,
eene poging tot terugkeeren, die den
strijdenden burgeren «teniee verpoo-
/Eing gaf.
Maar verdrukking bevestigt de
ware geloovigen.
Hun leven wortelen worden ie vas
ter en te krachtiger en te breeder
in den goeden grond gespreid. Het
zijn onweders, die een veilige schuil
plaats deen zoeken.
Hun hart wordt tesderder, en ze
worden er door geoefend tot onder
worp enhe:d an den Heere.
De verdrukking werkt lijdzaamheid.
En de lijdzaamheid werkt bevin
ding.
Dat wil zeggen: Het geeft pro-even*
wie de Heere voor ons is.
Want worden dc verdrukkingen door
genade geheiligd en vermeerderen en
oefenen ze de geestelijke draagkraoht
dan geschiedt dat in zulk een weg,
dat wij ons niet bestand bevinden, te
gen hetgeen op ons aankomt. Wij ioo-
pen gevaar, overweldigd te worden,
den moed te verliezen, van den Heere
af te wijken.
Maar nu werkt de .genade in ons,
dat wij ge cherpt en verlevendigd wor
dei in het toevlucht nemen tot den
Heme en zijne genade Wij worden be-
hoeftiger, en krijgen den Heere meer
in alles noodig, in veel, waarin we
Hem vroeger zoo niet zodhten.
En dan hè'pt de Heere; dan onder
steunt en s'erkt Hij.; dan redt hij' uit
Dan stierf- hij de dingen en de wegeh
zóó, dat het vuur ons niet verbrandt
en de wateren ons niet overs'el pen.
Dan komen er ervarineen van, wie
de Heere K Dan versnreidt onze goe
de belh'deni? haar glans in ons inwen
dig leven. Dan worden er proeven
van ge:rr.aakt, wie de Heere voor ons
is.
Ontloop* em mensch den H.eere.
als God verdrukkingen zendL keert
bü dan God den rug toe dan zal
he1" hem nie* gebeuren, proeven te ont
vano-gn welt- een uitreddend en zege
nend God de Heere ook in de ver
drukt-in p-eu vnnr 'de zhnen is.
Maar wordt zijn p-e^^t^h'ike draag
kracht gesterkt en geoefend, is er in
beginsel onderworpenheid en hed-e om
ondeTworpenheid, is gr teederheid d^s1
p-emoeds dan werkt de lijdzaamheid
bevinding, ervaring van hetgeen de
Heere is. in b«rt en leven..
e<Zóó was het bij den psalmist, toen
hij uitriep: Maakt den Heere met
mij grpot, ei laat ons Zijnen naam
samen verhoogen.
Ik l eb den Heere gezocht en Hii
heeft mij geantwoord, en mij uit alle
mijne vreezen gered.
Zij hebben op Hem gezien, ja Hem
als een waterstroom aange'oopen en
hunne aangezichten zijn niet schaam
rood reword en.
De^e ellendige 'riep, en de Heere'
hoorde en Hii verlokte hem uit alle
zijne benauwdheden". (Ps. 34.;
MIJN VASTE GROND.
Wat is de grond
Dat ik, bij zooveel schreiend wee
En bitter leed als d'aarde biedt,
Niet sidder als het ranke riet
Van vreeze?
Wat is de grond
Dat ik, wanneer de zondemacht
Met woest geweld mij komt te na
Niet hulpeloos sta
En bevend?
Wat is de grond
Dat ik, geen uur mijzelf gelijk,
Met trouw en ontrouw liefde en haat,
Om beurt in 't hart, bij al dat kwaal,
Blijf hopen?
Wat is de grond
Dat ik, die weet. dat 't heiiig oog
Van God mijn zondaarsziel doorboort,
Zijn oor zelfs mijn gedachten hoort,
Durf sterveii?
Dit is de grond,
De vaste grond, dat Gij, o God,
In Christus mijne schuld vergaaft,
En niet mijn zwakke hand U greep
En hield, maar dat Uw groote kracht
In mijne zwakheid werd volbracht;
Dat Gij zóó Uw beloften staaft
En trouwe houdt in eeuwigheid,
Daar Gij altoos dezelfde zijt.
Dat is mijn grond.
Bruno, nog omringd van het grootste
gedeelte zijner gezellen, riep op dit oo
genhlik lot hen, terwijil hij met wan
hoop naar dein vijand vooruitsprong:
„Vrienden, volgt mij! Onze gewonde
broeders, mijne moeder! Zij vallen in
handen des vijands. Om Gods wil, nog
ééne poging 1"
Onversaagd tegen het paardenvolk
oploopend, en door zijne moedigste ge
zellen gevolgd, drong hij waaldijk een
eind verre door den vijand, totdat hij
'tliuis bereikte waar hij zijne moeder
en Genoveva bij de gekwetsten had go-
la ten. Maar hier kwa.ni eene grootere
bende ruiterij op hem en zijne mak
kers aangedrongen; deze laatsten wer
den teruggedreven. Bruno stond alleen
en verweerde zich met ongemeene ver
woedheid, totdat een sabelhouw hem
het geweer in de handen verbrijzelde.
Terzelfder tijd riep eene bekende stem
hem toe:
„Geef u gevangen, snoode dweper, of
gij zijt dood!"
„Ah, Simon! Simon!" riep Bruno met
bitteren spot, „uw vaderland vergaat:
gij zegepraalt!"
Reeds waren eenige soldaten toege-
loopen, het zwaard hing reeds boven
Bruno s hoofd; maar Simon-Brutus
riep op bevelenden toon:
Houdt op! neemt hem gevangen: gij
verantwoordt mij voor zijnen persoon
en zijn leven!"
Ondertusschen waren de Franschen
bozig met de deuren der huizen open
te loopen, om de mannen te zoeken.
KERK EN SCHOOL.
NED. H£RV. KERK
Twaalftal: Te Zuidlaren: (Alph.I
J. Boonstra te Gieten, W. F: Dikboom
te Wildervank. J. G. Franck te Coe*
vorden, H. de Groot te Emmen, F. 1*
Kan te Bovensmilde, B. R. Knottnerus
te Vries; G. Koenekoop te Meppel, «1
M. Natzijl te Langezwaag, W. G. Plan
ten te Goor, A. N. Pijnacker Hordijk te
Sappemeer, J. N. Seulijn te Renning
wolde, P. A. Tichelaar te Beilen.
Aangenomen: Naar Diepenhem\
(toez.), A. Weeder, te Koog a. d. Zaan
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Kampen, A. J. Bouma
te Wanswerd en D. van Dijk te Gro
ningen.
GEREF. GEMEENTEN.
Tweetal: Te Sliedrecht, J. R. vel
Oordt, te Opheusden en M. A. Mindei*
man te Lisse.
Bevestjying, Intrede, Afscheid.
Dr. 0. N 0 r e 1, em. pred. te Heem
stede en beroepen bq de Ned. Hen
Gem. te Leeuwarden in de vacature Dg.
Oberman, hoopt dén 24sten October a.g
aldaar zijn intrede te doen.
Ds. J. de Pee.
Het Prov. Kerkbestuur van Noord-
Brabant heeft aan Ds. J. de Pree, Ned
Herv. pred. te Weert, die de benoeming
tot voorganger der Evangelisatie te
Helder aannam, met ingang van 12 Sep
tember eervol ontslag verleend en hem
lie bevoegdheid van emeritus-predikant
toegekend.
Dr„ A. Kuyper Jr.
Naar de Stand, verneemt, baart de
toestand van Dr. A. Kuyper Jr., Gerei
predikant te Rotterdam, nog steeds zorg
De inwendige infectie is nog niet ovei
wonnen. Hq zal in ieder geval nog ge-
ruimen tijd het bed moeten houden.
M. E. Koning.
De heer M. E. de Koning, evangelist
bij de Ned. Herv. gem. te 2e Exloëp-
mond, heeft wegens verandering van ge
voelens afscheid genomen van zijn gö!
meence. p^Jieer de Koning zal over
gaan .naar;de Ghr. Geref. Kerk en zien
te Onstwedde' vestigen.
Emeritaat.
Door de classis Zwolle der Geref. Kev
ken is-op verzpek aan Ds. J. Slu ijs te
Staphorst emeritaat verleend met ir*
gang van 1 November.
Ds. Sluijs heeft ruim 40 jaren in het
ambt gestaan en diende voorheen de
kerken van Laar, Roodeschool en Rot
tevalle.
Algem. Synode der Ned. Herv. Kerk.
De president heet den heer G. J.
van der Flier Jr. welkom, die als se
cundus van den secretaris dezen bij de
vervulling van zijn werkzaamheden za»
bijstaan.
In behandeling komt een voorstel tot
wijziging van het Reglement op het exa
men van den heer J. 0. Niemeyer, die
van oordeel is, dat de klachten ovei
minder voldoende bekwaamheid van som
mige leden der provinciale kerkbestu
ren en over de ongelijkheid in het ai
nemen der examina door de onderschei
dene kerkbesturen, gerechtvaardigd moe
ten heeten. Daarom stelt hii voor, twee
examon-commissies in het ï^en te roe
pen.
De eene, gevestigd te 's Gravenhagc
wordt gevormd door de leden uit ae
provinciën Is oord Holland, u trecht, 'a
-ïoliafid, Zeeland en Noord Brabant mei
Limburg; de andere gevestigd te z,wohe
door leden uit de andere provinciën.
Elke commissie beslaat uit zeven le
den met hun secundi. Aan hen word;
opgedragen een van de zeven vakken
waarover het e-uunen loopt. Zy woruen
benoemd door de Algumeene Synode uit
voordrachten van twee personen vooi
elk examenvak afzonderlijk ingedienu
door de provinciale kerkbesturen. Hun
zit tings tijd i zev» 11 jaren. Le voor steil ét
heuil utze uoobigvTichüe naawKeuri,*
in aan te brengen reglenicntswijzigiagon
Lilge werkt.
L»ver ait voorstel is de commissie vei
•deeld, d.w.z. de meerderheid op éen iid
na, wil het aiwjjzen:
ie. omdat he. tfarakter van hel pro
ponenis-exanicü wegvalt;
2e. omdat zq niet erkent, dat het
examen zoo slecht wordt argenomea,
die uit kelders en vensters op heil scho
ten. Zoo gelukte het hun, na zekeren
t ij tl deze bevechting te doen ophouden;
en welhaast drongen zij onweerstaan
baar voort tot op de Markt.
De boeren hadden eindelijk hunne
onmacht bespeurd; de meesten waren
langs andere poorten in het veld ge
vlucht; velen echter hadden zich in de
huizen der burgers verborgen met de
hoop, dat men hen niet zou herkennen.
De vliichlelingen van andere dorpen
vrouwen, kinderen en grijsaards, had
den reeds bij het gezicht aer gewonden
die men uit den strijd 'naar de Markt
had gebracht, en bovena.l bij het ge
donder der kanonnen in allerijl de
stad verlaten en in de omliggende boö
schen eene schuilplaats gezocht.
Toen de Franschen de Markt betrok
ken. zagen zij geene gewapende boeren
meer, en zij namen zonder tegenstand
bezit van de stad.
Terwijl in alle richtingen benden
werden uitgezonden, om de huizen
open te slaan en de gevluchte boeren
op te zoeken, en te vermoorden, stond
de Generaal met een deel zijns legers
bii het stadhuis.
Hij raasde en tierde over het alles
zins aanzienlijk verlies, dat hij had
onderstaan, en deelde de wreedste be
velen uit onder het mompelen van al
lerlei wraakzuchtige bedreigingen.
Nevens hem stond Simon-Brutusc
die zijne gramschap nog meer aan
vuurde. De zoon des brouwers var
Waldeghem scheen in groote gemeen
als de voorsteller meent, terwijl zjj met
inziet, dat het dan beter zal gaan;
3 e. omdat het volstrekt niet zeker ia.
dat de meest geschikte personen tot
examinatoren zullen worden benoemt;
Volgens de grondgedachte van den
voorsteller is het examen een controle
op het academisch onderwijs, terwijl he;
integendeel bij dit examen de vraag
is, of een candidaat geschikt is vooï
het ambt.
Een lid van de commissie voelt wë\
de bovengenoemde bezwaren, maar ei
kent de juistheid van de toelichting,
die Dr. Niemeyer heeft gegeven.
Dr. Knappert vereenigt zien met het
geen Dr. Niemeyer in zijn toelichting
heeft gezegd, maar hij legt er allen
nadruk op, dat de Kerk het recht moe»
behouden hare dienaren toe te lateu
Dr. Baitjema adviseert tot .,1a mort
sans phrase'. Hier in het bijzonder wordt
het ontkerkelijking van, de kerk en eo
culaseering van hare instellingen.
De secretaris sluit zich aan bij den
prae-adviseur uit Groningen. Na de
niet lang geleden aangebrachte wijzi
ging, welke ten doel had, het examen
meer kerkelijk te maken, is dit stre
van niet sympathiek.
De vice-president acht de klachten
over de examinatoren zeer overdreven
Ook hij merkt op; dat niet de kerk,
maar een commissie zal toelaten tot do
Evangelie-bediening.
Dr Schokking merkt op, dat de vo
rige sprekers al te zeer het provinciaal
kerkbestuur met de kerk vereenzelvi
gen. Dat kerkbestuur is toch ook een
college.
Dr. Niemeyer herhaalc, dat hij altoos
klachten heeft vernomen. Zeker, hij
vindt niet alles' verkeerd^ maar er om
breekt heel wat aan. Er zijn nu te veel
menschen, die tot examineeren zqn ge
roepen, waarbij dan komt het gebrek
aan uniformiteit. Hij wil echter de ven
andering zoo gering mogelijk doen zijn
en heeit daarom de examenvakken ia
tact gelaten.
De president, Dr. Weijiand, zou ook
het proponents-examen met het vooi-
bereidend-kerkelijk vereenigd willen
zien, terwijl de eigenlijke toelating io\
liet ambt, het afnemen van de verkla
ring en belofte bij de provinciale keri*
besturen zouden moeten blijven. Hij ge
lool't echter niet, dat nu reeds zoo kort
na het in werking treden der nieuw0
regeling opnieuw ingrijpende wqzigin
gen moeten worden aangebracht.
De conclusies van de eerderheid (ver
werping van het voorstel) wordt aai»
genoen met 10 tegen 3 stemmen.
De hr. Dr. Haitjema rapporteert ovei
vooKtellen van de comissie benoemd
tot het houden van nader overleg om
trent het verband tusschen kerk ea
zending.
Deze commissie heeft een volledig
„reglement voor het zendingswerk*' op
gesteld, waarvan art. 2 luidt:
„De Algemeene bynode bestuurt en
beneert het Zendingswerk der Hervorm
de kerk door de Algemeene Zendings-
commissie". Dit Zendingswerk wordt m
de classicale ressorten behartigd dooi
classicale Zendingscommissies; in Qe
Waalsche gemeenten door een coinnua
sie, welxe benoemd wordt door de Waa*
sche Reüni. In de aizonderiqke gemeen
te wordt het zendingswerk benartigó
door gemeentelijke Zendingscommissiea
In de commissie ad hoe bleek geen
meerderheid te zijn, die principieel vooi
de idee van kerkelijke zenuing wilde,
staan. Een lid vreesde zeLs groote scna
de voor het Zendingswerk, indien nei
zou woruen betrokken in den kerkeL>
ken richbingsstrijd.
Twee leuen gevoelen zeer levendig,
dat kerkelijke zending het iueaal m
maar gelet op ue veelszins verwaruc
ooestanuen in ons kerkeiqk leven dui
ven zq het tüans nog niet met dit r»
giemeiit te wagen, aen lid* zou zien vei
uiqden, inuien net reglement werd aan
genomen.
Na eenige bespreking werd op vooi
stel van den secretaris besloten, in deze
vergadering der by nu de deze zaak me»
tot uesikjouig «e brengen, maar liet rap
port-, zooveel het op den weg uer Óy-
node ligt, ter aigoineeiie kennis te bren
gen, teneinde het in liet volgend jaai
,in behandeling te nemen.
Up voorstel yah uen president zal lie»
rapport, begeleid door dat der con»
missie au hue aan de counniHsie u>»
overleg women gezonuen met verzoek,
naarovtr het au vies der betrokkenen
uer zendingscorporalies in te winnen
zaamheid mot den Generaal te verkee
ren en zijne volle gene&eniieid to do
zitten. Al hadden zijne ware onver
saagdkeid en zijne diepe vork leef dheit
aan al wat Fransch was, heim deze ge
negenheid niet aangewonnen, zajni
hoedanigheid van Comissaris van het
Centraal bes turn gaf hem recht op de
achting en den eerbied des Generaals
Tegen het stadhuis, tusschen een
sterke wacht soldaten, stonden de hoe
ren die men in den strijd had gevangen
genomen. Bruno, aan eene bijzonder-
wacht toevertrouwd, zat niet verre var
daar met geböndene handen op eenei
steen. Een Fransch soldaat uit barn
hardigheid had hem het bloeden
hoofd met eenen nieuwen doek omwoa
den.
De jongeling staarde met verglaas
den blik ten gTonde en scheen in dood
sehe mijmering verzonken. Gewis, bij
moest hevige smarten lijden, daar h
het lot zijns vaderlands, het lot zijne
moeder en zijner vriendi-nne overwoog
Reeds waren sommige Oversten dea
Generaal oorlof komen vragen om d
krijgsgevangenen onmiddellijk door
den kop te schieten: doch de Veldheer
scheen onderscheid te maken tusscher
de boeren, die men onder de opene
lucht had gevangen genomen, en de
genen, die men binnen de huizen do
Benedenry had ontdekt; de eersten wi
de hij slechts ter dood brengen na de
zoogezegd© beslissing van den krijgs
raad; de laatsten moesten oogenhlik
AAN HET ZOEKUCHT.
Leiden 7 Augustus 1926.
We klagen tegenwoordig en met
recht! over de hooge belastingen,
maar vroeger schijnt 't al niet veel
beter te zijn geweest.
In de beschrijving van Leiden in 't
begin der 17e eeuw waarop ik dezer
dagen de aandacht vestigde kan men
althans o.m. het volgende lezen:
„Leyden is een grote schone plaisante
ende volcryke statt, ja die populenste
naest Amsterdam, oock die grootste
ende.... die meest contribueert".
Leiden droeg dus 't meest bij in de
algemeene lasten en dat, terwijl de
zelfde schrijver omtrent de bevolking
het volgende opmerkt:
„Daer syn 17000 menschen, die al
leen van aalmoesen leven, behalve die
Walen, Engelschen, Lutheranen ende
Menisten; deze onderhouden elck die
synen".
Uit een en ander mag dunkt me woi-
den afgeleid dat de fiscus ook in die
dagen wel op een behoorlijk of wil
men onbehoorlijk deel van de inko
mens der ingezetenen beslag zal heb
ben gelegd.
Een kleine troost misscLiei» voor
ingezetenen die het allesbehalve als
een voorrecht beschouwen lat Leyden
een der plaatsen is waar men het
meest contribueert.
OBSERVATOR
en dat advies aan de Synode van 192?
te doen toekomen.
Taal en leven.
Aan een beschouwing van de Ams
rikaansche „Wachter" over de Synode
der Chr. Geref. Kerk is het volgende
ontleend
„Reeds lang kon men zien aanko
men, dat in ons kerkelijk leven het No-
derlandsch op den duur door het Eb-
gelsch zou worden verdreven. Men mag
aat jammer vinden en er tegen ageeren
of met, dien weg gaat het op, meer en
meervlugger en vlugger.
Ook in ait opzicht weerspiegelde de
Synode heel duidelijk en waar het leven
der kerk.
Des avonds, voor de synode tot haaf
arbeid samenkwam, begonnen we met
deftig Nederlandsch. Een degelijke pre
dicatie werd er door den president dei
vorige Synode, Ds. I. van Dellen, uit
gesproken, in zuiver, keurig Nedep
Ianasch.
En van niemand der hoorders heb
ik ook maar één khcht gehoord, dat
men de preek niet verstaan of genoten
had. En met wat bezieling werden du
schoon e Nederlandsche psalmen gezon
gen.
Ook den volgenden morgen, toen het
werk begon, ginp: eerst alles neg den
ouden gang. Neaerlan Iseh boven.
Maar al heel spoedig kwam er ver*
andering. Dat lag niet zoozeer aan het
moderamen, geloof ik; want de leden
daarvan bedienen zich minstens even
gemakkelijk van het Nederlandsch als
van het Engelsch.
Maar sprekers van buiten kwamen, dia
zich niet anders dan in de taal des lanJa
konden uitdrukken. Ze werden ingeleid
gehoord en beantwoord in de Engelscne
taal natuurlqk.
En zoo kwam het als vanzelf aan den
gang. En zoo bloef het grooten leen.
Ter synode althans, niemand zal het
kunnen ontkennen, waren we het zoo
genaamde „fifty-fifty"-stadium reeds ta
melqk ver voorbq.
Of die vreemue sprekers het dan
eigenlqk hebben gedaan? Neen. hoego
naamd' niet. Geen dwang of drang van
buiten af bracht er ons toe. Geen be
sluit werd er genomen, hoe hei wezen
moest en worden zou. Geen verzoek aau
gaande de taal werd er tot de eluu
gericht ,geen afspraak vooraf gemaakt
eheei spontaan, ah vanzelf, dreven wa
er heen, en er was niemand, die er ovet
klaagde, of er tegen murmureerde
Het leven deed het. En dat doel ons
duiuelqk zien, dat er een nieuw ga-
slacht aan het komen is, dat zonuei
opzet, oi geweld het oude, Nederlandsch
sprekende geslacht binnen korte jaren
gaat vervangen".
Geen verachdng van het Neder
landsch, zegt de Wachter, noch het ja
gen naar wat nieuws brengt die veranda
ring teweeg, maar de natuurlijke gang
van het leven.
kelijk worden vermoord.
De geweerschoten, welke men in al
le straten hoorde weergalmen, warer.
zoovele mannen, die men uit de hal*
zen had gerukt en voor hunne deuren,
door den kop schoot. Gewis werd og
deze wijze ook menig burger gedood,
die niet in den strijd was geweestt
want,, daar de Franschen de verrecht*
vaardigingen niet konden verstaan,
die zij in hunne Vaamsche moederiaal
deden gelden, werden zij meestal on
de straat gesleurd en onbarmhartig*
lijk vermoord.
Terwijl de Generaal en Simon-Bru
tus deze bloedige wraakneming in da
naaste straten en rondom de Marki^
aanschouwden bracht men uit de B6-»'
nedery langs waar Franschen in
de stad gedrongen waren, vijf of zea
bekwetste soldaten uit wier wondan
het bloed nog vloeide.
De Generaal reed hun te gemoet en
vroeg met vlammende blikken wat dit!
beduidde.
Hem werd gezegd, dat de huizeiv;
waartusschen het hevigste gevecht'
was geschied, vol vluchtelingen zaten,
die zich verstout hadden de opzoekerg
aan te vallen en met geweerschoten te
begroeten De kapitein, willende zijne,
soldaten niet blootetellen om binnen
de huizen te worden gedood, had alle
opzoeking doen staken tot nader bevel
des Generaals.
Wordl vervolgd}.