waf DE BLADEN ZEGGEN. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 5 AUGUSTUS 1926 TWEEDE BLAD. Van een ontevreden kiezer. Door ,,De Nederlander'' is er aanmer king on gemaakt, dat bij de- verkiezing van leden der Eerste Kamer, in-.de Sta ten van Overijsel een der Chr. Histo rische^ Statenleden afwezig was. ..Wij lazen tot heden nergens, zegt het blad, wie van de Statenleden ontbrak "('eel minder vonden wij een reden vocm dpe afwezigheid vermeld. Maar wij -moeten aanciringèn op ernstig ondei- zoek, opdat blijke wie ontbrak en om -welke reden hij verzuimde zijn stem op de Christelijk Historische lijst te-ke» men. uitbrengen. Dat in de Oostelijke Statengroêp (an ders dan in Zuid-Hólland) door hét vèi lies van één stem nog niet een kamer zetel in gevaar wordt gebracht, is geen geldige verontschuldiging. -Niemand weet, of misschien op het laatste oogea blik, een zijner medeleden, in* de', eigen of in andere provincie, door ernstig on geval van de vergadering wordt terug - gehouden. Iioe dit zij, wij moeten, als Christelijk Historisphen op elkander kunnen reke nen. Die zich door wisse-wasjes van een zoo .gewichtige handeling, - waarbij het publiek belang betrokken is. laai terughouden, verbeurt het vertrouwen., vereischt -voor het zitting hebben in openbare college's". Het blad hoopt dat het lid, dat af wezig bleef, zijn houding of liever zqne onthouding afdoende zal kun nen rechtvaardigen. „Kan hij dit niet, dan zou hij, als eerlijk man, de consé kwentïes hebben te trekken, die uit zijn afwezigheid, bij zoo belangrijke stem ming, voortvloeien". In antwoord hierop schrijft thans het /Statenlid, de heer Bulten, die zich als de afwezige kiezer ontpopt: „Natuurlijk geef ik Uwe Redactie to<k dat alleen ernstige redenen tot af we zigheid bij een dergelijke verkiezing mogen leiden. Dat ik dit zoo opvat, bewees ik reeds dertien jaar geleden, toen ik met ge vaar voor eigen leven, tégen- het advies van mijn geneesheer, tóch per zieken auto naai' de Statenzitting ben gekomen om het College van Gedeputeerde Sta ten en de Eerste Kamer rechts te hel pen houden. Destijds verscheen, voorzoo ver mq be kend, er geen entrefilet in „De Neder lander", omdat er geen lid ontbrak. jVoor een wissewasje toch was dat lid niet thuisgebleven. Thans ontbrak datzelfde lid, dat in 1913 trots zijn ernstige ziekte toch zqn plicht deed. Nu echter alle bittere ironie ove* de terechtwijzing ter zijde. Het spreekt vanzelf, 'dat gewichtige redenen mq hebben bewogen de voor de Unie minst schadelijken vorm te kiezen om „mqn stem uit te brengen". Aan de liefde en den eerbied, die ik voor onze leiders in de Unie koestef is het te danken, dat ik geen vorm heb gekpzen, welke de „groote lantaarns met de kleine lichten in de schaduw zoude hebben gesteld. Ik zal niet de bezwaren, welke ik ta- gen de gekozenen heb, noch tegen ds wqze hunner candideering hier in hei licht stellen; deels zijn ze bekend, ak- derdeels zal ik mijn houding wel recht vaardigen jegens hen, die mij afvaar digden. Want hierin verschil' ik met uwe redactie, dat hier niet het belang der Unie domineert. Mijn eigen consciëntie en het mandaat dat m'n kiezers mij verstrekten, geven bq de beoioi'deeling alleen den doorslag,. (De Unie als zoodanig gaat het niets aan. Dat is Christelijk Historisch, 't Is ons toch immers niet om de majo riteit, doch om de autoriteit te doen? Ik meen ojp heden nog volkomen eens geestes te ?qn met hen, die mij hebben afgevaardigd naai' de Staten van Over ijssel, en het zal nog moeten blijken of def kiezers over principieele- en pra*. tische punten van Christehjke politiek denken, zooals blijkbaar die Statenleden doen, welke deze Eerste- Kamer-leden weer hebben helpen verkiezen. En dasi* uit zal men dan de noodzakelijke c-on clusies 'moeten trekken." „De Nederlander' is door dit ant woord niet tevreden gesteld en schrijft oim.: „Wat de wqze van candideering aan- aat, daarover kunnen wij niet oor- eelen. Echter, voor zoover wij weten geschiedde deze in een samenkomst van ae Statenleden der vier provinciën, zon der inmenging van eenig óestuurscol lege in de Unie. De Statenleden hebben dus kunnen handelen naar hun geweten, in overeenstemming met hun roeping Dat de samenstelling onzer Eerste Kamerfractie met volle erkenning Van de groote bekwaamheden en ver diensten, in dien kleinen kring aanwe zig niet die veelzijdigheid heeft, welke velen in de Unie zouden wenscheu., Onze Eerste Kamerleden zijn niet on genegen dit zelf te erkennen. De waar- deering, die het aftredend anti-revoln tionair li<i de heer Amelink, ook in. hunnen kring vond, bewijst deze go zindheid. Indien de heer Bulten dus ernstig had willen medew.erken tot bevordering van een eenigszinsandere samenstelling on' zer Eerste Kamerfractie,'sroo. ware de juiste weg geweest, deze zaak tq dig tér Sprake, te brengen in' de Staien-club van Overnssel, waartoe hij behoort. Daarna had deze club overleg kunnen plegen met de aftredende Eerste Kamerleden en'met de andere aangewezen Christe lijk Historische Statencrabs.. Als dan ook het provincialisme een weinig ware to ruggetreden, had misschien iets van be teekenis kunnen worden bereikt. Nu deze weg niet is bewandeld, oi, voorzoover zij werd bewandeld, niet tot een uitkomst leidde, in den geest, blijk baar door den heer Bulten gewenscnt nu hadden alle overwegingen moeten wqken voor de trouw aan ne t vaan del. Wat de heer Bulten bedoelt met den anderen vorm, die hri had kunnen kie zen en met de „groote lantaarns met de kleine lichten" is ons niet duidelijk. Vast staat, dat de heer Bulten is ge kozen als lid 'dier Christelijk Historiscne .Unie. En niemand kiezer of niet-kie zer kon of mocht anders verwachten, dan dat de heer Bulten, met dezelfde trouw, door hem in 1913 aan den dag gelegdj zou opkomen voor de Christe hjk Historische vertegenwoordiging in de Eerste Kamer. Wq kunnen van. ons schrijven van gis teren dan ook geen woord terugnemen'. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK Beroepen: Te Brussel, D. Kuil man, te Borne. Te Barcliem, J. Bit ter, te Franeker. Bedankt voor Echtelt: J. F. Rolh, te Almkerk. Aangenomen: naar 's-Graven- hage, C. Ferguson, te Durgerdam. naar Gasselternijveen, P. Siemeling, te Burum. naar Nieuwveen (Z.-H.) W. van Dooren, te Blokker (N.-H.) naar YhorstDe Wijk, P. E. C. Boon stra, te WeheZuurdijk, stra, te WeheZuurdijk. naar Nieuwveen, W. v. Dooren, te Oost- en West-Blokker. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen: Te oGes, H. A. Min- derman, te Lisse. GEREF. KERKEN. Bedankt voor Utrecht: A. M. Boeyinga, te Sassenheim. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Ds. W. A. Noest heeft Zondag zijn intrede gedaan bij de Ned. Herv. Gem. te Grootegast en Doezum, met een pre dicatie over 2 Cor. 4 7. Ds. J. Dekker H z 11., hoopt Zondag 22 Aug. a.s. van de Geref. Kerk van Ambt-Vollenhove afscheid te ne men en Zondag 29 Aug. d.a.v. bij de Geref. Kerk van Lexmond intrede tc doen. Als bevestiger treedt op Ds. F. Brunsma, van Meerkerk. Eervol ontslag. Op verzoek eervol ontslagen onder dankbetuiging als inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie Rot- t erdam, J. H. van .Westendorp-J.Dzn. Algem. Synode der Ned. Herv. Kerk. De Koningin-Moeder heeft telegra fisch aan de Synode haar dank be tuigd voor den gelukwènsch. De heer Tammens rapporteert over een voorstel van Dr. C. F. Niemeyer tot wijziging van het reglement op het examen. Dit rapport wordt ter visie gelegd. Daarna is het woord aan dr. Haitje- ma over een voorstel van den heer Van der Veen tot wijziging van art. 11 reglement kerkeraden, zoodat herko zen ouderlingen en diakenen niet op nieuw behoeven te worden bevestigd. De rapporteerende commissie keurt dit af, omdat het zou kunnen voorko men, dat bep. in kleinere gemeenten, gedurende vele jaren geen bevestiging van kerkeraadsleden zou plaats heb ben. Na een diensttijd van ten hoogste vier jaren is ,<Jë ambtstaak af^eloopen en vangt deze bij herbenoeming op nieuw aan. Er zouden oök kerkeraads- ledèh kunnen1 zijn, die den zegen eener nieuwe bevestiging- niét gaarne zou den missen, ér wijl. 'deze plechtigheid ook voor de gemeente van belang is. Overeenkomstig HÓ conclusie wordt het. voorstel Afgévyezgn. De heer Van Zwet'heeft onlangs ge- rapporteert! over. decombinatiën in verband.met art. 22* van het reglement op de predikantstraktementen, Dit rapport met vele conclusies komt nü in behandeling. Besloten wordt aan Je Synodale commissie het inwinnen vóór 1 April 1927 van nog ontbrekende gegevens op te dragen, en voorts in geen der besproken gevallen de wen- schelijkheid, c.q. de noodzakelijkheid van combinatie volgens genoemd arti kel uit te spreken. De heer Veenman bespreekt een ver zoek van den kerkeraad te Leeuwar den, om te vernemen, of de kerkeraad dan wel de kerkvoogdij het zielental moet bepalen bij de opgaaf aan den naad van beheer. De kerkeraad zou ook wenschen vernietiging door de synode van het besluit van den raad van beheer betreffende 1 veranderde classificatie van Leeuwarden. Op voorstel van den president wordt, besloten aan den kerkeraad te berich ten, dat de raad van beheer betreffen de het zielenaantal den kerkeraad vals allereerst daartoe aangewezen) heeft te raadplegen, doch tevens bevoegd is in lichting te wagen, van de kerkvoogdii en dat deze Raad zich ook op»andere wijze de zekerheid kan en moet ver schaffen die hij behoeft. Buiten de be voegdheid der Synode ligt het inwilli gen van het.tweede verzoek van den kerkeraad. Na behandeling van eenige huishou delijke aangelegenheden rapporteert dr. Schokking over een voorstel van de classicale vergadering van Zwolle tot wijziging van art. 15 reglement Godsdienstonderwijs. Het. blijkt dat men juist datgene wat indertijd bij de vaststelling van de nieuwe redactie van het artikel met betrekking tot de examen-eischen wel is overwogen, weer zou wilen veranderen. Overeen komstig de conclusie wordt het voor stel verworpen. De Christelijke Nationale Werk mansbond heeft, met verwijzing naar een circulaire, welke vele jaren gele den door de Synode is uitgevaardigd, verzocht, dat zij opnieuw de aandacht zal vestigen op den arbeid, welke op christelijk sociaal gebied wordt ver richt. Op voorstel van den president wordt besloten te antwoorden, dat de Syno de het werk van den Christelijken Nationalen Werkmansbond op groo- ten prijs stelt, en het van groote be- teekenis acht voor de Ned. Hervormde Kerk, maar dat het de propaganda voor dat werk aan den Bond zelf moet overlaten. Besloten wordt, aan de N.V. tot het indicideeren van kerkelijke archieven een subsidie van f 200 te verleenen. H. Wagenvoort, f Te Utrecht is in den ouderdom van G5 jaar overleden-de heer H. Wagen voort, oud-hoofd van de school der Nederl. Herv. Gemeente .aldaar aan het Kleine Geestekarkiiof. De overledenen Wds een zeer beken de figuur in de kringen van het Chris telijk onderwijs. Als leeraar aan de Christelijke normaallessen .te Utrecht heeft hij tot personen, thans werk zaam bij liet Christelijk onderwijs, ge vormd. Ook op de vergaderingen van de Vereeniging voor paedagogiek was hij een geziene figuur. De Wesleyaansche methodisten. Reeds gedurende verscheidene jaren hangen er in Engeland onderhandelingen tusschen de Wesleyaansche Methodi?-. tische, de „Primitief' Methodistische en de Vereen. Meth. kerkgroepen, om met elkander te vereenigen. Op de conferentie der Wesleyaansche Methodisten, de voornaamste der drie betrokken kerkengroepen, dezer dagen te York gehouden, werd een heelen dag over de nereenigingskwestie gesproken en daarna een proefstemming ter zake gehouden. Deze stemming had tot re sultaat, dat 414 vöor vereeniging sten? den en 123 tegen. De meerderheid vooi vereeniging bleek veel grooter dan men gedacht had. Thans zal op grond van dëzén Aifc slag de zaak formeel als voorstel op de Mei-agenda's der; drie kerkgroepen. in 1927 worden ingediend en behandeld Zal de zaak slagen, dan moet 75 pet der Wesleyane'n voor steramen. Deze voorwaarde werd in de proefstemming vervuld. De vereeniging kan dus in 1927^ een feit worden. Bij de debatten trok zeer de aandacht de verklaring van een der bekendstu leiders der Wesleyaansche Methodisten. Dr. J. H. Ritson, oudsten secretaris, van het Britsch en Buitenlandsch Bijbelgu nootschap. Deze verklaarde, dat hq to\ dusver altqd tegën de voorgestelde ver eeniging geweest was, doch nu voor de .eerste maal zou voorstemmen, en we\ omdat zijns inziens de geweldige toe neming der Romaniseerende invloeden in de Engelsche staatskerk een nauwere ,aaneensluiting van de protestanten ir# Engeland, zoo aaneensluiting ook maak eenigszins mogelijk was, ten zeerste wenschelijk maakte. Op dezelfde vergadering kwam ook ter sprake de vraag, of ae vrouw o]j denzelfden voet als de man het ambt van predikant en ouderling zou mogen bekleeden. Met 187 tegen 173 steramen, dus më< een meerderheid van slechts 14 stem ïnen, werd een desbetreffend voorstel aangenomen. Ingevoegd werd, dat de vrouw de voo* gestelde rechten zal hebben op gelijken voet als de man „zoover als dit mogelijk is". Hiermee werd gedoeld op de huwe lijksomstandigheid. Huwelijk zou bete«i- kenen „afstand doen van het ambt". Anderen brachten ter vergadering (hiertegen in, dat een roeping tot het ambt, welke kerkelijk als van Godswege geschied, was geaccepteerd, niet dook een huwelijk kon worden opgeheveiu En ook, dat, als men aan een huwelijk dogmatisch een dergelijke roeping ver nietigende beteekenis toekende, dit juist lag op de lijn der zoo sterk bestreden Roomsche idee. Het bleek duidelijk, dat de leden dei vergadering deze konsekwenties nog al lerminsfc hadden doorgedacht. Aan den anderen kant, zoo merkt tie „Church Times" op, werd ter zake |ïëi uitgesproken, dat de apostolische auijr- riteit zich uitspreekt voor de geestelqke gelijkheid in de Christelijke kerk van man en vrouw, doch werd volkomen 0vet het hoofd gezien, dat dezelfde apostol's cche autoriteit in de Christelijke kerk de vrouw van het predikants- en ouderlin genambt Uitsluit. Geweigerd. Geel. Staten van Zuid-Holland heb ben vrijstelling geweigerd aan het hoofd eener R. K. school te Delft om de betrekking van bezoldigd admini strateur van het schoolbestuur te aan vaarden DE VOLKSHUISVESTING IN 1925. Dezer dagen is verschenen het Jaar verslag van den hoofdinspecteur voor de volkshuisvesting over 1925 welk verslag is opgenomen in de Verslagen en Mededeelingen betreffende de volks gezondheid. De heer v. d. wijst er o.m. op dat op grond van de cijfers de verwachting alleszins gerechtvaardigd is dat aan de koopkrachtige vraag naar wopiri- gen binnenkort absoluut zal zijn vol daan. Dat wil zeggen, dat de woning nood.waaronder is te verstaan het tekort aan woningen tengevolge van de stagnatie van den bouw gedurencU de oorlogsjaren dan voorbij is. Dit blijkt ook uit de gestadige toeneming in het verslagjaar van het aantal leegstaande woningen in ver schillende groote gemeenten. Schr. komt dan tot de slotsom, dat thans vrijwel overal de koopkrachtige vraag niet geringer is dan vóór den oorlog, m.a.w. dat geen geringer per centage van het theoretische aantal voor een woning in aanmerking ko mende gezinnen zich een afzonderlijke woning kan veroorloven. Waar de gezinsverdunning sedert het begin van den oorlog sterk is voort geschreden, beteekent het feit, dat pro centsgewijze een even groot aantal ge zinnen een afzonderlijke woning kan verkrijgen, dat er per hoofd der be volking beduidend meer woningruimte beschikbaar is. Nochtans dient er naar te worden gestreefd de koopkrachtige vraag naar woningen zoo groot mogelijk te doen zijn, d.w.z. het percentage der gezin nen, dat de huur van eén afzonderlij ke woning kan betalen, zoo hoog mo gelijk óp te voeren. Dit kan geschiedon door daling van de huren, dus door verlaging van de bouw- en exploitatie kosten. De rentevoet is gelukkig dalen de, zoodat er alle aanleiding is om te overwegen de rente voor de voorschot ten krachtens de Woningwet, die vóör den oorlog voor elk geval afzonderlijk bepaald werd naar den koers van ie 3 pet. N. W. S. bij het uitbreken van den oorlog gefixeerd werd op 3 7/8 pet. en sindsdien geleidelijk werd opge voerd tot 4& pet. (Jan. -1916), 5 pet. £5 Juni 1919) en 6 pet. (1 December 1920; te verlagen. Inmiddels is deze rente voet, hoewel na het einde van het ver slagjaar, verlaagd tot 5 pet. De'rente der voorschotten, in verband met den rentevoet der jongste staatsleeningen op 6 pet. gesteld, had een, zij het ook niet bedoeld, prohibitief karakter. Nu de rente gedaald is, mag dus ver wacht worden, dat de bouwbedrijvig- heid zal voortgaan, en dat blijvend zal worden voorzien in de koopkrachtige vraag, welke, na de door de rentever laging teweeggebrachte verlaging der exploitatiekosten zooals betoogd, ze ker geen kleiner percentage van het berekende aantal woningbehoevende gezinnen zal omvatten dan vóór den oorlog. Om de koopkrachtige vraag nog verder uit te breiden, dient, zooals ge zegd gestreefd te worden naar een verdere verlaging van de bouwkosten, exploitatie-uitgaven en retributiën. De bouwkosten zijn sedert 1923 vrijwel op hetzelfde peil gebleven; Tij bewegen zich ongeveer op de lijn van hét algemeen indexcijfer. Hoewel zulks op zichzelf alleszins bevredigend is, vooral wanneer men in aanmerking neemt, dat de bouwkosten in den duur sten tijd hooger dan het drievoudige van vóór den oorlog hebben gestaan, terwijl het algemeen indexcijfer van de kosten van levensonderhoud het' cijfer 200 niet beduidend heeft over schreden, dient aan de hoogte van de bouwkosten nog steeds bijzondere aan dacht te worden gewijd. De prijzen van de bouwmaterialen van binnenlandschenoorsprong staan ongeveer op het peil van het gestegen levensonderhoud. Evenwel wordt In verschillende industrieën geklaagd over de lage prijzen, die een loónende productie onmogelijk maken; met na me is dit het geval in de baksteenin dustrie. De loonen der bouwvakarbei ders zijn nog steeds twee a driemaal van vóór den oorlog; dit komt vooral uit, wanneer men let op de tarieven, die in stukwerk worden betaald. Dat niettegenstaande deze hooge loonen de totale bouwkosten van eene woning niet belangrijk boven bet algëmeeu indexcijfer uitkomen is te danken aaa de prijzen van de bouwmaterialen. Voorts werken nog andere factoren tot verlaging van de bouwkosten me de, met name verschillende moderne constructiemethoden en de machinale vervaardiging van verschillende voor den bouw benoodigde constructieoh- derdeelen. De eenige factor, die nog voor verla ging vatbaar zou kunnen zijn, is de loonfactor. Beschouwt men de FEUILLETON. Uit spannende dagen. (Een Vlaamsch verhaal). 42) Nauwelijks was men bezig met de .uitvoering dezer beslissing ie bezorgen of degenen, de buiten de stad zich in gelederen' hadden geschaard, zagen uit tie verte het stof der baan in de hoog te stijgen, en een verwarden hoop men schen, waaronder vele vrouwen en kin deren waren, tot zich komen geloopen. Ofschoon zij vervolgd waren en voor den vijand vluchtten, men hoorde geene geweerschoten meer. Daarom, de strijdvaardige mannen bleven met het wapen in den arm, in afwachting van hetgeen er ging gebeuren. P :ir de vluchtelingen met grooten. spoed vooruitsnelden, kon men wel haast beter onderscheiden wat dit ge vaarte bet eeken de Het was onmiskenbaar de bevolking van een of ander dorp, dat door den vijand was ingenomen; want men zag er vrouwen onder en jonge meisjes en kinderen en grijsaards, Velen droe gen nog een pak geredde goederen, an deren hielden hunne schoenen in de hand en liepen barrevoets. Met een droevig misbaar naderden 'de eersten tot den ingang der stad; men poogde hen te wederhouden, om te weten van waar zij kwamen/ en wat .er was geschied; doch de arme vluch telingen stroomden sprakeloos en hui ten adem ter stad in. Slechts eehigen antwoordden in het voorbijgaan.: „Van Waldeghem! De vliegende ko- lonnen! Zij komen!" Een enkel gewapend man vertoond® zich tusschen de vluchtelingenhet was een tamelijk bejaarde boer. klein van gestalte, met kromgebogen rug, houdende cene vrouw Liij de hand en haar pogende te troosten, daar zij aan de grievendste wanJhoop overgeleverd scheen. Aan de andere zijde der vrouw en haar ondersteunende ging eene jon ge maagd, wier- fonkelend oog en in drukwekkende schoonheid de aan- sohouwers met verwondering sloegen. Een man met grijze haren sukkelde afgemat en moedeloos achter de vrouw en hare geleiders voort. Deze vier personen waren- Jan de knecht, Bruno's móéder, zijne vrien din Genoveiva en hun ongelukkige dorpsgenoot de brouwer. Simons va der. Tamelijk lang duurde het, vooraleer het aankomen der vluchtelingen op hield; velen, gansch uitgeput van ver moeidheid, en schrikkelijk aan de voe ten bezeerd, hadden de voorsten niet kunnen volgen en waren achtergeble ven; maar de vervaardheid zweepte hen voort, en beurtelings kwamen zij insgelijks stedewaarts geloopen. Eensklaps zag men, dat het stof der baan in de verte weder als eene wolk zich verhief; men twijfelde niet of de vijand naderde De Oversten deden den haan overtrekken en elk zich vaar dig houden tot den aanval. Nogtans, toen men beter onderschei den kon Mat zich in het verschiet op deed, bemerkte men, dat men zich had misgrepen, het wgs eene bende gewa» pende boeren; hun 'kleedsel liet daar over geenen twijfel. In korten tijd had ook dit gevaarte de stad bereikt. Het waren de strijd bare mannen van Waldeghem. onder geleide van Bruno, die 'ten koste van hun leven de vlucht hunner dorpsge- nooten hadden beschermd en den aan val des vijands zoolang hadden weer staan, om aan de vrouwen en weerloo- ze grijsaards den tijd tot redding te geven. Vele gezellen hadden zij verloren, vele lijken hadden zij in de bosschen laten liggen. Slechts vier gekwetsten voerden zij met zich; dezen werden door de anderen op geweren, in vorm eener berrie, gedragen. Bruno zelf had een wonde aan het voorhoofd: bloed liep hem van de wan gen en over de horst; hij scheen even wel daardoor noch van moed noch van kracht beroofd. Nadat de jongelingen van Walde ghem aan de Oversten bij de poort in eenige woorden hadden doen verstaan, dat zij hun dorp waren ontvlucht, en door eene vliegende kolonne vervolgd, al vechtend tot hier waren geweken, trokken zij insgelijks ter stad in, om hunne gekwetsten ergens in huis te doen verbinden en verzorgen. Terwijl de brouwer de andere vluch telingen dieper in de stad was gevolgd had Jan de knecht in de eerste straat stilgehouden om zijnen meester in te wachten; de moeder van Bruno stond nevens hem, benauwd en, bevend, uit ziende of zij haren zoon niet naderen zag. Nauwelijks had zii hem bemerkt, of zij sprong met eenen angstschreeuw vooruit en vloog hem om den hals. Het bloed op zijn aangezicht had haar den noodkreet ontrukt, doch nu hij zijne borst tegen haren boezem" voelde kloppen, nu zij de stem haars kinds hoorde, nu juichte zij dankbaar en blij en bezweek schier van geluk. De jongeling omhelsde haar tusschen liet uitspreken van troostende woor den, stelde haar gerust over het bloed dat hem van het voorhoofd leekte, en leidde haar met de hand voort tot in een huis der Beneclenry. In aller haast deed hij daar een rust bed voor zijne ongelukkige gezellen in richten, en, door zijne moeder en Ge- nceva geholpen, verbond hij zelf zoo goed mogelijk hunne wonden, terwijl hij iemand uitzond om te gaan ver nemen of er geen geneesheer te vinden wras. Alzoo hij zijnen gekwetstèn1 vrien den de eerste zorgen had toegediend, en 41 u met zijne moeder en Genoveva in stille, zoete woorden sprak, klcnk eensklaps door c»e straat de krijgsroep door de lieden van Waldeghem aange heven. Bruno, t« wapen! te wape. .n! D? vijand komt! Naar de poort! Naar de poort!" De jongeling sprong recht en vatte zijn geweer; zijne moeder omhelsd® hem met grievende klachten en scheen hem te willen wederhouden; doch hij rukte zich zachtjes uit hare armen, zeg gende: „Moeder, moeder,et oogenhlik is daar Zou ik de eenige zijn, die het gevaar zou ontvluchten, nu het misschien het begin dei- verlossing van mijn vader- rand geldt. Ons lot is zoo:' God wil het. De bange vrouw sloeg weenend de handen voor het aangezicht én zuchtte pijnlijk: Ga, ga, een goede engel bescherm e mijn kind!" Bruno drukte Genoveva's hand, leg de nog een kus op het voorhoofd zij ner moeder, gebood den knecht, dat hij blijven zou om de vrouwen te be waken, en sprong dan ter deure uit. Zijne gezellen, die met ongeduld op hem gewacht hadden, juichten bij zijn verschijning in de straat en volgden hem in'zijnen snellen gang naar de poort. Hier schikte hij zijne mannen nevens de benden, die er reeds strijdvaardig stonden, en blikte in de verte, naar het vijandelijk leger, dat zeer langzaam naderde, of misschien zelfs nu stilhield want men kon weinig beweging tus schen zijne verschillende vaadels be speuren. y f Wordt vervol ff dj.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5