waf DE BLADEN ZEGGEN.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 5 AUGUSTUS 1926
TWEEDE BLAD.
Van een ontevreden kiezer.
Door ,,De Nederlander'' is er aanmer
king on gemaakt, dat bij de- verkiezing
van leden der Eerste Kamer, in-.de Sta
ten van Overijsel een der Chr. Histo
rische^ Statenleden afwezig was.
..Wij lazen tot heden nergens, zegt het
blad, wie van de Statenleden ontbrak
"('eel minder vonden wij een reden vocm
dpe afwezigheid vermeld. Maar wij
-moeten aanciringèn op ernstig ondei-
zoek, opdat blijke wie ontbrak en om
-welke reden hij verzuimde zijn stem
op de Christelijk Historische lijst te-ke»
men. uitbrengen.
Dat in de Oostelijke Statengroêp (an
ders dan in Zuid-Hólland) door hét vèi
lies van één stem nog niet een kamer
zetel in gevaar wordt gebracht, is geen
geldige verontschuldiging. -Niemand
weet, of misschien op het laatste oogea
blik, een zijner medeleden, in* de', eigen
of in andere provincie, door ernstig on
geval van de vergadering wordt terug -
gehouden.
Iioe dit zij, wij moeten, als Christelijk
Historisphen op elkander kunnen reke
nen. Die zich door wisse-wasjes van
een zoo .gewichtige handeling, - waarbij
het publiek belang betrokken is. laai
terughouden, verbeurt het vertrouwen.,
vereischt -voor het zitting hebben in
openbare college's".
Het blad hoopt dat het lid, dat af
wezig bleef, zijn houding of liever
zqne onthouding afdoende zal kun
nen rechtvaardigen. „Kan hij dit niet,
dan zou hij, als eerlijk man, de consé
kwentïes hebben te trekken, die uit zijn
afwezigheid, bij zoo belangrijke stem
ming, voortvloeien".
In antwoord hierop schrijft thans het
/Statenlid, de heer Bulten, die zich als
de afwezige kiezer ontpopt:
„Natuurlijk geef ik Uwe Redactie to<k
dat alleen ernstige redenen tot af we
zigheid bij een dergelijke verkiezing
mogen leiden.
Dat ik dit zoo opvat, bewees ik reeds
dertien jaar geleden, toen ik met ge
vaar voor eigen leven, tégen- het advies
van mijn geneesheer, tóch per zieken
auto naai' de Statenzitting ben gekomen
om het College van Gedeputeerde Sta
ten en de Eerste Kamer rechts te hel
pen houden.
Destijds verscheen, voorzoo ver mq be
kend, er geen entrefilet in „De Neder
lander", omdat er geen lid ontbrak.
jVoor een wissewasje toch was dat lid
niet thuisgebleven.
Thans ontbrak datzelfde lid, dat in
1913 trots zijn ernstige ziekte toch zqn
plicht deed.
Nu echter alle bittere ironie ove*
de terechtwijzing ter zijde.
Het spreekt vanzelf, 'dat gewichtige
redenen mq hebben bewogen de voor de
Unie minst schadelijken vorm te kiezen
om „mqn stem uit te brengen".
Aan de liefde en den eerbied, die ik
voor onze leiders in de Unie koestef
is het te danken, dat ik geen vorm heb
gekpzen, welke de „groote lantaarns
met de kleine lichten in de schaduw
zoude hebben gesteld.
Ik zal niet de bezwaren, welke ik ta-
gen de gekozenen heb, noch tegen ds
wqze hunner candideering hier in hei
licht stellen; deels zijn ze bekend, ak-
derdeels zal ik mijn houding wel recht
vaardigen jegens hen, die mij afvaar
digden. Want hierin verschil' ik met
uwe redactie, dat hier niet het belang
der Unie domineert.
Mijn eigen consciëntie en het mandaat
dat m'n kiezers mij verstrekten, geven
bq de beoioi'deeling alleen den doorslag,.
(De Unie als zoodanig gaat het niets aan.
Dat is Christelijk Historisch, 't Is ons
toch immers niet om de majo
riteit, doch om de autoriteit te doen?
Ik meen ojp heden nog volkomen eens
geestes te ?qn met hen, die mij hebben
afgevaardigd naai' de Staten van Over
ijssel, en het zal nog moeten blijken
of def kiezers over principieele- en pra*.
tische punten van Christehjke politiek
denken, zooals blijkbaar die Statenleden
doen, welke deze Eerste- Kamer-leden
weer hebben helpen verkiezen. En dasi*
uit zal men dan de noodzakelijke c-on
clusies 'moeten trekken."
„De Nederlander' is door dit ant
woord niet tevreden gesteld en schrijft
oim.:
„Wat de wqze van candideering aan-
aat, daarover kunnen wij niet oor-
eelen. Echter, voor zoover wij weten
geschiedde deze in een samenkomst van
ae Statenleden der vier provinciën, zon
der inmenging van eenig óestuurscol
lege in de Unie. De Statenleden hebben
dus kunnen handelen naar hun geweten,
in overeenstemming met hun roeping
Dat de samenstelling onzer Eerste
Kamerfractie met volle erkenning
Van de groote bekwaamheden en ver
diensten, in dien kleinen kring aanwe
zig niet die veelzijdigheid heeft,
welke velen in de Unie zouden wenscheu.,
Onze Eerste Kamerleden zijn niet on
genegen dit zelf te erkennen. De waar-
deering, die het aftredend anti-revoln
tionair li<i de heer Amelink, ook in.
hunnen kring vond, bewijst deze go
zindheid.
Indien de heer Bulten dus ernstig had
willen medew.erken tot bevordering van
een eenigszinsandere samenstelling on'
zer Eerste Kamerfractie,'sroo. ware de
juiste weg geweest, deze zaak tq dig tér
Sprake, te brengen in' de Staien-club van
Overnssel, waartoe hij behoort. Daarna
had deze club overleg kunnen plegen
met de aftredende Eerste Kamerleden
en'met de andere aangewezen Christe
lijk Historische Statencrabs.. Als dan ook
het provincialisme een weinig ware to
ruggetreden, had misschien iets van be
teekenis kunnen worden bereikt.
Nu deze weg niet is bewandeld, oi,
voorzoover zij werd bewandeld, niet tot
een uitkomst leidde, in den geest, blijk
baar door den heer Bulten gewenscnt
nu hadden alle overwegingen moeten
wqken voor de trouw aan ne t vaan
del.
Wat de heer Bulten bedoelt met den
anderen vorm, die hri had kunnen kie
zen en met de „groote lantaarns met de
kleine lichten" is ons niet duidelijk.
Vast staat, dat de heer Bulten is ge
kozen als lid 'dier Christelijk Historiscne
.Unie. En niemand kiezer of niet-kie
zer kon of mocht anders verwachten,
dan dat de heer Bulten, met dezelfde
trouw, door hem in 1913 aan den dag
gelegdj zou opkomen voor de Christe
hjk Historische vertegenwoordiging in
de Eerste Kamer.
Wq kunnen van. ons schrijven van gis
teren dan ook geen woord terugnemen'.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Brussel, D. Kuil
man, te Borne. Te Barcliem, J. Bit
ter, te Franeker.
Bedankt voor Echtelt: J. F. Rolh,
te Almkerk.
Aangenomen: naar 's-Graven-
hage, C. Ferguson, te Durgerdam.
naar Gasselternijveen, P. Siemeling,
te Burum. naar Nieuwveen (Z.-H.)
W. van Dooren, te Blokker (N.-H.)
naar YhorstDe Wijk, P. E. C. Boon
stra, te WeheZuurdijk,
stra, te WeheZuurdijk. naar
Nieuwveen, W. v. Dooren, te Oost- en
West-Blokker.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: Te oGes, H. A. Min-
derman, te Lisse.
GEREF. KERKEN.
Bedankt voor Utrecht: A. M.
Boeyinga, te Sassenheim.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Ds. W. A. Noest heeft Zondag zijn
intrede gedaan bij de Ned. Herv. Gem.
te Grootegast en Doezum, met een pre
dicatie over 2 Cor. 4 7.
Ds. J. Dekker H z 11., hoopt
Zondag 22 Aug. a.s. van de Geref. Kerk
van Ambt-Vollenhove afscheid te ne
men en Zondag 29 Aug. d.a.v. bij de
Geref. Kerk van Lexmond intrede tc
doen. Als bevestiger treedt op Ds. F.
Brunsma, van Meerkerk.
Eervol ontslag.
Op verzoek eervol ontslagen onder
dankbetuiging als inspecteur van het
lager onderwijs in de inspectie Rot-
t erdam, J. H. van .Westendorp-J.Dzn.
Algem. Synode der Ned. Herv. Kerk.
De Koningin-Moeder heeft telegra
fisch aan de Synode haar dank be
tuigd voor den gelukwènsch.
De heer Tammens rapporteert over
een voorstel van Dr. C. F. Niemeyer tot
wijziging van het reglement op het
examen. Dit rapport wordt ter visie
gelegd.
Daarna is het woord aan dr. Haitje-
ma over een voorstel van den heer
Van der Veen tot wijziging van art. 11
reglement kerkeraden, zoodat herko
zen ouderlingen en diakenen niet op
nieuw behoeven te worden bevestigd.
De rapporteerende commissie keurt
dit af, omdat het zou kunnen voorko
men, dat bep. in kleinere gemeenten,
gedurende vele jaren geen bevestiging
van kerkeraadsleden zou plaats heb
ben.
Na een diensttijd van ten hoogste
vier jaren is ,<Jë ambtstaak af^eloopen
en vangt deze bij herbenoeming op
nieuw aan. Er zouden oök kerkeraads-
ledèh kunnen1 zijn, die den zegen eener
nieuwe bevestiging- niét gaarne zou
den missen, ér wijl. 'deze plechtigheid
ook voor de gemeente van belang is.
Overeenkomstig HÓ conclusie wordt
het. voorstel Afgévyezgn.
De heer Van Zwet'heeft onlangs ge-
rapporteert! over. decombinatiën in
verband.met art. 22* van het reglement
op de predikantstraktementen, Dit
rapport met vele conclusies komt nü
in behandeling. Besloten wordt aan Je
Synodale commissie het inwinnen
vóór 1 April 1927 van nog ontbrekende
gegevens op te dragen, en voorts in
geen der besproken gevallen de wen-
schelijkheid, c.q. de noodzakelijkheid
van combinatie volgens genoemd arti
kel uit te spreken.
De heer Veenman bespreekt een ver
zoek van den kerkeraad te Leeuwar
den, om te vernemen, of de kerkeraad
dan wel de kerkvoogdij het zielental
moet bepalen bij de opgaaf aan den
naad van beheer. De kerkeraad zou
ook wenschen vernietiging door de
synode van het besluit van den raad
van beheer betreffende 1 veranderde
classificatie van Leeuwarden.
Op voorstel van den president wordt,
besloten aan den kerkeraad te berich
ten, dat de raad van beheer betreffen
de het zielenaantal den kerkeraad vals
allereerst daartoe aangewezen) heeft te
raadplegen, doch tevens bevoegd is in
lichting te wagen, van de kerkvoogdii
en dat deze Raad zich ook op»andere
wijze de zekerheid kan en moet ver
schaffen die hij behoeft. Buiten de be
voegdheid der Synode ligt het inwilli
gen van het.tweede verzoek van den
kerkeraad.
Na behandeling van eenige huishou
delijke aangelegenheden rapporteert
dr. Schokking over een voorstel van
de classicale vergadering van Zwolle
tot wijziging van art. 15 reglement
Godsdienstonderwijs. Het. blijkt dat
men juist datgene wat indertijd bij de
vaststelling van de nieuwe redactie
van het artikel met betrekking tot de
examen-eischen wel is overwogen,
weer zou wilen veranderen. Overeen
komstig de conclusie wordt het voor
stel verworpen.
De Christelijke Nationale Werk
mansbond heeft, met verwijzing naar
een circulaire, welke vele jaren gele
den door de Synode is uitgevaardigd,
verzocht, dat zij opnieuw de aandacht
zal vestigen op den arbeid, welke op
christelijk sociaal gebied wordt ver
richt.
Op voorstel van den president wordt
besloten te antwoorden, dat de Syno
de het werk van den Christelijken
Nationalen Werkmansbond op groo-
ten prijs stelt, en het van groote be-
teekenis acht voor de Ned. Hervormde
Kerk, maar dat het de propaganda
voor dat werk aan den Bond zelf moet
overlaten.
Besloten wordt, aan de N.V. tot het
indicideeren van kerkelijke archieven
een subsidie van f 200 te verleenen.
H. Wagenvoort, f
Te Utrecht is in den ouderdom van
G5 jaar overleden-de heer H. Wagen
voort, oud-hoofd van de school der
Nederl. Herv. Gemeente .aldaar aan
het Kleine Geestekarkiiof.
De overledenen Wds een zeer beken
de figuur in de kringen van het Chris
telijk onderwijs. Als leeraar aan de
Christelijke normaallessen .te Utrecht
heeft hij tot personen, thans werk
zaam bij liet Christelijk onderwijs, ge
vormd. Ook op de vergaderingen van
de Vereeniging voor paedagogiek was
hij een geziene figuur.
De Wesleyaansche methodisten.
Reeds gedurende verscheidene jaren
hangen er in Engeland onderhandelingen
tusschen de Wesleyaansche Methodi?-.
tische, de „Primitief' Methodistische en
de Vereen. Meth. kerkgroepen, om met
elkander te vereenigen.
Op de conferentie der Wesleyaansche
Methodisten, de voornaamste der drie
betrokken kerkengroepen, dezer dagen
te York gehouden, werd een heelen dag
over de nereenigingskwestie gesproken
en daarna een proefstemming ter zake
gehouden. Deze stemming had tot re
sultaat, dat 414 vöor vereeniging sten?
den en 123 tegen. De meerderheid vooi
vereeniging bleek veel grooter dan men
gedacht had.
Thans zal op grond van dëzén Aifc
slag de zaak formeel als voorstel op de
Mei-agenda's der; drie kerkgroepen. in
1927 worden ingediend en behandeld
Zal de zaak slagen, dan moet 75 pet
der Wesleyane'n voor steramen. Deze
voorwaarde werd in de proefstemming
vervuld. De vereeniging kan dus in
1927^ een feit worden.
Bij de debatten trok zeer de aandacht
de verklaring van een der bekendstu
leiders der Wesleyaansche Methodisten.
Dr. J. H. Ritson, oudsten secretaris, van
het Britsch en Buitenlandsch Bijbelgu
nootschap. Deze verklaarde, dat hq to\
dusver altqd tegën de voorgestelde ver
eeniging geweest was, doch nu voor de
.eerste maal zou voorstemmen, en we\
omdat zijns inziens de geweldige toe
neming der Romaniseerende invloeden
in de Engelsche staatskerk een nauwere
,aaneensluiting van de protestanten ir#
Engeland, zoo aaneensluiting ook maak
eenigszins mogelijk was, ten zeerste
wenschelijk maakte.
Op dezelfde vergadering kwam ook
ter sprake de vraag, of ae vrouw o]j
denzelfden voet als de man het ambt
van predikant en ouderling zou mogen
bekleeden.
Met 187 tegen 173 steramen, dus më<
een meerderheid van slechts 14 stem
ïnen, werd een desbetreffend voorstel
aangenomen.
Ingevoegd werd, dat de vrouw de voo*
gestelde rechten zal hebben op gelijken
voet als de man „zoover als dit mogelijk
is". Hiermee werd gedoeld op de huwe
lijksomstandigheid. Huwelijk zou bete«i-
kenen „afstand doen van het ambt".
Anderen brachten ter vergadering
(hiertegen in, dat een roeping tot het
ambt, welke kerkelijk als van Godswege
geschied, was geaccepteerd, niet dook
een huwelijk kon worden opgeheveiu
En ook, dat, als men aan een huwelijk
dogmatisch een dergelijke roeping ver
nietigende beteekenis toekende, dit juist
lag op de lijn der zoo sterk bestreden
Roomsche idee.
Het bleek duidelijk, dat de leden dei
vergadering deze konsekwenties nog al
lerminsfc hadden doorgedacht.
Aan den anderen kant, zoo merkt tie
„Church Times" op, werd ter zake |ïëi
uitgesproken, dat de apostolische auijr-
riteit zich uitspreekt voor de geestelqke
gelijkheid in de Christelijke kerk van
man en vrouw, doch werd volkomen 0vet
het hoofd gezien, dat dezelfde apostol's
cche autoriteit in de Christelijke kerk de
vrouw van het predikants- en ouderlin
genambt Uitsluit.
Geweigerd.
Geel. Staten van Zuid-Holland heb
ben vrijstelling geweigerd aan het
hoofd eener R. K. school te Delft om
de betrekking van bezoldigd admini
strateur van het schoolbestuur te aan
vaarden
DE VOLKSHUISVESTING IN 1925.
Dezer dagen is verschenen het Jaar
verslag van den hoofdinspecteur voor
de volkshuisvesting over 1925 welk
verslag is opgenomen in de Verslagen
en Mededeelingen betreffende de volks
gezondheid.
De heer v. d. wijst er o.m. op dat op
grond van de cijfers de verwachting
alleszins gerechtvaardigd is dat aan
de koopkrachtige vraag naar wopiri-
gen binnenkort absoluut zal zijn vol
daan. Dat wil zeggen, dat de woning
nood.waaronder is te verstaan het
tekort aan woningen tengevolge van
de stagnatie van den bouw gedurencU
de oorlogsjaren dan voorbij is. Dit
blijkt ook uit de gestadige toeneming
in het verslagjaar van het aantal
leegstaande woningen in ver
schillende groote gemeenten.
Schr. komt dan tot de slotsom, dat
thans vrijwel overal de koopkrachtige
vraag niet geringer is dan vóór den
oorlog, m.a.w. dat geen geringer per
centage van het theoretische aantal
voor een woning in aanmerking ko
mende gezinnen zich een afzonderlijke
woning kan veroorloven.
Waar de gezinsverdunning sedert
het begin van den oorlog sterk is voort
geschreden, beteekent het feit, dat pro
centsgewijze een even groot aantal ge
zinnen een afzonderlijke woning kan
verkrijgen, dat er per hoofd der be
volking beduidend meer woningruimte
beschikbaar is.
Nochtans dient er naar te worden
gestreefd de koopkrachtige vraag naar
woningen zoo groot mogelijk te doen
zijn, d.w.z. het percentage der gezin
nen, dat de huur van eén afzonderlij
ke woning kan betalen, zoo hoog mo
gelijk óp te voeren. Dit kan geschiedon
door daling van de huren, dus door
verlaging van de bouw- en exploitatie
kosten.
De rentevoet is gelukkig dalen
de, zoodat er alle aanleiding is om te
overwegen de rente voor de voorschot
ten krachtens de Woningwet, die vóör
den oorlog voor elk geval afzonderlijk
bepaald werd naar den koers van ie
3 pet. N. W. S. bij het uitbreken van
den oorlog gefixeerd werd op 3 7/8 pet.
en sindsdien geleidelijk werd opge
voerd tot 4& pet. (Jan. -1916), 5 pet. £5
Juni 1919) en 6 pet. (1 December 1920;
te verlagen. Inmiddels is deze rente
voet, hoewel na het einde van het ver
slagjaar, verlaagd tot 5 pet. De'rente
der voorschotten, in verband met den
rentevoet der jongste staatsleeningen
op 6 pet. gesteld, had een, zij het ook
niet bedoeld, prohibitief karakter.
Nu de rente gedaald is, mag dus ver
wacht worden, dat de bouwbedrijvig-
heid zal voortgaan, en dat blijvend zal
worden voorzien in de koopkrachtige
vraag, welke, na de door de rentever
laging teweeggebrachte verlaging der
exploitatiekosten zooals betoogd, ze
ker geen kleiner percentage van het
berekende aantal woningbehoevende
gezinnen zal omvatten dan vóór den
oorlog.
Om de koopkrachtige vraag nog
verder uit te breiden, dient, zooals ge
zegd gestreefd te worden naar een
verdere verlaging van de bouwkosten,
exploitatie-uitgaven en retributiën.
De bouwkosten zijn sedert 1923
vrijwel op hetzelfde peil gebleven; Tij
bewegen zich ongeveer op de lijn van
hét algemeen indexcijfer. Hoewel zulks
op zichzelf alleszins bevredigend is,
vooral wanneer men in aanmerking
neemt, dat de bouwkosten in den duur
sten tijd hooger dan het drievoudige
van vóór den oorlog hebben gestaan,
terwijl het algemeen indexcijfer van
de kosten van levensonderhoud het'
cijfer 200 niet beduidend heeft over
schreden, dient aan de hoogte van de
bouwkosten nog steeds bijzondere aan
dacht te worden gewijd.
De prijzen van de bouwmaterialen
van binnenlandschenoorsprong staan
ongeveer op het peil van het gestegen
levensonderhoud. Evenwel wordt In
verschillende industrieën geklaagd
over de lage prijzen, die een loónende
productie onmogelijk maken; met na
me is dit het geval in de baksteenin
dustrie. De loonen der bouwvakarbei
ders zijn nog steeds twee a driemaal
van vóór den oorlog; dit komt vooral
uit, wanneer men let op de tarieven,
die in stukwerk worden betaald. Dat
niettegenstaande deze hooge loonen de
totale bouwkosten van eene woning
niet belangrijk boven bet algëmeeu
indexcijfer uitkomen is te danken aaa
de prijzen van de bouwmaterialen.
Voorts werken nog andere factoren
tot verlaging van de bouwkosten me
de, met name verschillende moderne
constructiemethoden en de machinale
vervaardiging van verschillende voor
den bouw benoodigde constructieoh-
derdeelen.
De eenige factor, die nog voor verla
ging vatbaar zou kunnen zijn, is de
loonfactor. Beschouwt men de
FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
(Een Vlaamsch verhaal).
42)
Nauwelijks was men bezig met de
.uitvoering dezer beslissing ie bezorgen
of degenen, de buiten de stad zich in
gelederen' hadden geschaard, zagen uit
tie verte het stof der baan in de hoog
te stijgen, en een verwarden hoop men
schen, waaronder vele vrouwen en kin
deren waren, tot zich komen geloopen.
Ofschoon zij vervolgd waren en voor
den vijand vluchtten, men hoorde
geene geweerschoten meer. Daarom,
de strijdvaardige mannen bleven met
het wapen in den arm, in afwachting
van hetgeen er ging gebeuren.
P :ir de vluchtelingen met grooten.
spoed vooruitsnelden, kon men wel
haast beter onderscheiden wat dit ge
vaarte bet eeken de
Het was onmiskenbaar de bevolking
van een of ander dorp, dat door den
vijand was ingenomen; want men zag
er vrouwen onder en jonge meisjes
en kinderen en grijsaards, Velen droe
gen nog een pak geredde goederen, an
deren hielden hunne schoenen in de
hand en liepen barrevoets.
Met een droevig misbaar naderden
'de eersten tot den ingang der stad;
men poogde hen te wederhouden, om
te weten van waar zij kwamen/ en wat
.er was geschied; doch de arme vluch
telingen stroomden sprakeloos en hui
ten adem ter stad in. Slechts eehigen
antwoordden in het voorbijgaan.:
„Van Waldeghem! De vliegende ko-
lonnen! Zij komen!"
Een enkel gewapend man vertoond®
zich tusschen de vluchtelingenhet
was een tamelijk bejaarde boer. klein
van gestalte, met kromgebogen rug,
houdende cene vrouw Liij de hand en
haar pogende te troosten, daar zij aan
de grievendste wanJhoop overgeleverd
scheen. Aan de andere zijde der vrouw
en haar ondersteunende ging eene jon
ge maagd, wier- fonkelend oog en in
drukwekkende schoonheid de aan-
sohouwers met verwondering sloegen.
Een man met grijze haren sukkelde
afgemat en moedeloos achter de vrouw
en hare geleiders voort.
Deze vier personen waren- Jan de
knecht, Bruno's móéder, zijne vrien
din Genoveiva en hun ongelukkige
dorpsgenoot de brouwer. Simons va
der.
Tamelijk lang duurde het, vooraleer
het aankomen der vluchtelingen op
hield; velen, gansch uitgeput van ver
moeidheid, en schrikkelijk aan de voe
ten bezeerd, hadden de voorsten niet
kunnen volgen en waren achtergeble
ven; maar de vervaardheid zweepte
hen voort, en beurtelings kwamen zij
insgelijks stedewaarts geloopen.
Eensklaps zag men, dat het stof der
baan in de verte weder als eene wolk
zich verhief; men twijfelde niet of de
vijand naderde De Oversten deden
den haan overtrekken en elk zich vaar
dig houden tot den aanval.
Nogtans, toen men beter onderschei
den kon Mat zich in het verschiet op
deed, bemerkte men, dat men zich had
misgrepen, het wgs eene bende gewa»
pende boeren; hun 'kleedsel liet daar
over geenen twijfel.
In korten tijd had ook dit gevaarte
de stad bereikt. Het waren de strijd
bare mannen van Waldeghem. onder
geleide van Bruno, die 'ten koste van
hun leven de vlucht hunner dorpsge-
nooten hadden beschermd en den aan
val des vijands zoolang hadden weer
staan, om aan de vrouwen en weerloo-
ze grijsaards den tijd tot redding te
geven.
Vele gezellen hadden zij verloren,
vele lijken hadden zij in de bosschen
laten liggen. Slechts vier gekwetsten
voerden zij met zich; dezen werden
door de anderen op geweren, in vorm
eener berrie, gedragen.
Bruno zelf had een wonde aan het
voorhoofd: bloed liep hem van de wan
gen en over de horst; hij scheen even
wel daardoor noch van moed noch van
kracht beroofd.
Nadat de jongelingen van Walde
ghem aan de Oversten bij de poort in
eenige woorden hadden doen verstaan,
dat zij hun dorp waren ontvlucht, en
door eene vliegende kolonne vervolgd,
al vechtend tot hier waren geweken,
trokken zij insgelijks ter stad in, om
hunne gekwetsten ergens in huis te
doen verbinden en verzorgen.
Terwijl de brouwer de andere vluch
telingen dieper in de stad was gevolgd
had Jan de knecht in de eerste straat
stilgehouden om zijnen meester in te
wachten; de moeder van Bruno stond
nevens hem, benauwd en, bevend, uit
ziende of zij haren zoon niet naderen
zag. Nauwelijks had zii hem bemerkt,
of zij sprong met eenen angstschreeuw
vooruit en vloog hem om den hals. Het
bloed op zijn aangezicht had haar
den noodkreet ontrukt, doch nu hij
zijne borst tegen haren boezem" voelde
kloppen, nu zij de stem haars kinds
hoorde, nu juichte zij dankbaar en blij
en bezweek schier van geluk.
De jongeling omhelsde haar tusschen
liet uitspreken van troostende woor
den, stelde haar gerust over het bloed
dat hem van het voorhoofd leekte, en
leidde haar met de hand voort tot in
een huis der Beneclenry.
In aller haast deed hij daar een rust
bed voor zijne ongelukkige gezellen in
richten, en, door zijne moeder en Ge-
nceva geholpen, verbond hij zelf zoo
goed mogelijk hunne wonden, terwijl
hij iemand uitzond om te gaan ver
nemen of er geen geneesheer te vinden
wras.
Alzoo hij zijnen gekwetstèn1 vrien
den de eerste zorgen had toegediend,
en 41 u met zijne moeder en Genoveva
in stille, zoete woorden sprak, klcnk
eensklaps door c»e straat de krijgsroep
door de lieden van Waldeghem aange
heven.
Bruno, t« wapen! te wape. .n! D?
vijand komt! Naar de poort! Naar de
poort!"
De jongeling sprong recht en vatte
zijn geweer; zijne moeder omhelsd®
hem met grievende klachten en scheen
hem te willen wederhouden; doch hij
rukte zich zachtjes uit hare armen, zeg
gende:
„Moeder, moeder,et oogenhlik is daar
Zou ik de eenige zijn, die het gevaar
zou ontvluchten, nu het misschien het
begin dei- verlossing van mijn vader-
rand geldt. Ons lot is zoo:' God wil het.
De bange vrouw sloeg weenend de
handen voor het aangezicht én zuchtte
pijnlijk:
Ga, ga, een goede engel bescherm e
mijn kind!"
Bruno drukte Genoveva's hand, leg
de nog een kus op het voorhoofd zij
ner moeder, gebood den knecht, dat
hij blijven zou om de vrouwen te be
waken, en sprong dan ter deure uit.
Zijne gezellen, die met ongeduld op
hem gewacht hadden, juichten bij zijn
verschijning in de straat en volgden
hem in'zijnen snellen gang naar de
poort.
Hier schikte hij zijne mannen nevens
de benden, die er reeds strijdvaardig
stonden, en blikte in de verte, naar het
vijandelijk leger, dat zeer langzaam
naderde, of misschien zelfs nu stilhield
want men kon weinig beweging tus
schen zijne verschillende vaadels be
speuren. y
f Wordt vervol ff dj.