TWEEDE BLAD. WOT OE mm ZEGGEN. KERK EN SCHOOhJ Uit het Sociale Leven. FEUILLETON. Uit spannende dagen. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 20 JULI 1926 De basis is er nog. Naar aanleiding' ,van een artikel van Ti. A. d. 0. in de Standaard" over een door baron van Wijnbergen op den 'Trieschen Landdag gehouden rede, schrijft thans de hëer v. Wijnbergen in „De Maasbode": Dat men, nagaand de gestie ten op zichte van het Gezantschap bij het Vati caan van het najaar 1914 tot 11 No vember 1925, ook aan. Katholieke zjjde fouten .zal ontdekken, staat wel' vast. Wanneer de schrijver verder vraagt op herstel van dien gezantschapspost niet aan te dringen, dan zouden we de ge ruststellende verklaring willen geven, dat wij ons niet kunnen voorstellen dat j,le Ratholieken nog ooit hunne me dewerking tot zoodanig herstel zouden willen verleenen, indien niet de meest afdoende waarborg werd 'gegeven, dat een onhoffelijkheid, als nu werd g« jpleegd en waaraan de anti-revoluti onairen het bljj ve steeds dankbaal erkend hebben geweigerd mede te werken beslist uitgesloten wezen zou iWanneer vervolgens den katholieke» gevraagd wordt te willen bedenken, dat net houden van optochten door R. 1L ïereenigingen in protestantsche streken op Zondag „de protestantsche gevoelens van velen terecht of ten onrechte Boodeloos kwetst', willen we wel zeg gen dezelfde opmerking meermalbn in eigen Katholieken kring vernomen te hebben. Wordt gevraagd aï te zien van het verlangen naar de opheffing van het Processieverbod, dan zij opgemerkt, dat Grondwetsherziening allicht in de naas te toekomst wel met voor zal komen, en dat komt rij eenmaal weer aan de orde, die zaak en in Katholieken kring èn ja vooral in sommige protes tantsche kringen met de noodige rust en kalmte zal moeten worden bekeken, terwijl dan, naar ons oordeel, die zaai niet zal wezen degene, die de grootste moeilijkheden za l opleveren bg eene herziening van het hoofdstuk, den .Gods dienst betreffende. Wü; zullen echter niet verder op de onderdeelen ingaan, teneinde te voor- komein, dat pit net oog zou worden ver loren de groote beteekenis van het ar tikel in zpn geheel. Me>t groot genoegen toch ontmoetten we in den schrijver iemand, die onze Friesiche rede volkomen heeft verstaan en d/ie openlijk- den wensch uit waar medjs we natuurlijk van heeler harte in stemmen, dat het aldaar door ons gestelde „algemeene grondslag, moge worden voor het staatkundig streven van allen ,die Christus' Koningsohap ook in de» Staat wenschen te zien geëerbiedigd. Moge die wensch in vervulling gaan. Gaarne zullen wij voor zoover dat in ons vermogen is daartoe bijdra gen, hetgeen van Katholieke zijde mag worden verwacht. Maar laat men dan ook in protestant scha kringen de woorden van den heet den O. ter harte nemen. In de rede door het lid der Tweede Eiamer, den heer J. R. Snoeok Henko- raanB, de vorige week te Lunteren ge houden, zeide deze, blijkens het verslag dier „N. R. Crt" van 3 Juli 11.: „De begrootingspost voor het gezant ■échap bij net Vaticaatfwerd verworpen "en sleepte in zijn val mede het pas ge vormde Kabinet-Colijn, en de geheels basis, waarop sedert 40 jaren Eet po litiek gebouw der zegenrijke rechtscha samenwerking was gevestigd". Welnu, zoo is bet, God zij dank; niet Die basis is er nog. Wij hebben zulks op den Frieschen Landdag gepoogd aan te toonen en uit het Standaard-artikel meenen we te mogjen besluiten, dat we in dat pogen zjjn geslaagd. De vraag is alleen voor ons nog maai of allen, van wie zulks krachtens de beginselen, die ie verklaren te beltt- den, verwacht mag worden, zich op dia basis te zullen plaatsen. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Oosterbierum, J. Oosterbierum, J, ;Steenbeek te Dantpma (Woude. Bedankt: Voor Zegveld, J. H. Th. Rappard te Barneveld. Voor Loenen 0. d.. Veluwe, Wi C. Posthutnus Meyes te Nijmegen. Voor Brussel, E. B. Couvée directeur-voorzitter der Ned. Hervorm de Stadszending te Utrecht, GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Genderen (N. Br.), A. B. TJ£. M. Kok te .Wommels. Te Me- liskerke, D. J. B. ^Ulaarf. cand. te Oegstgeest. Te Franeker, Mr. W. K de Vries te Tzum. Te Goënga, E. H. Woldring te Kornhorn. Bedankt: Voor Bierum (Gr.), S P. Vermeer te Oudemirdum (Fr.). Aangenomen: Naar Batavia, J. Ubels te Heemstede. CHR. GEREF. KERK. Drietal: Te.Nieuwe Pekela, cand W. Kremer te Zwolle. J. Reesink te Aalten. W. Vos te Dokltum. Tweetal: Te Leerdam, H. Hoogen doorn te Bunschoten, en cand. W. Kre mer te Zwolle. 3 Bevestiging, Intrede, Afscheid. Na Zondagmorgen bevestigd te zijn door Ds. D. B. J. v. 3. Meulen van Oostermeer, heeft Ds. S. van Leste nten, gekomen van Franeker, 's avonds zg'n intrede gedaan bh de Geref. Kerk te IJmuiden, sprekende over 2 Cor. 4 vers 7. De nieuwe Ieeraar werd toegesproken door ouderling T. van Popta en Ds. J. D. Boerkool uit Velsen. Ds. A. J. Wormgoor, van Al- blasserdam gekomen, is Zondagmorgen Uoor Dr. J. Buenk van Amsterdam be vestigd als predikant der Ned. Herv. Gem. te Burum. met een predicatie over Iiukas 85a. Ds. Wormgoor deed in den avond dienst intrede met een leerrede over 'Ef. 3:14, 16 en 17. Ds. A. H. J. G. v. Voorthui zen heeft Zondag, na door Ds. Leen- mans uit Gameren te znn bevestigd, in trede gedaan bij .de Ned. Herv. Gemeen te te Nnkerk met een predicatie over Col. 128. Emeritaat. Ds. C. Veen, Ned. Herv. predikant te Haarlem, heeft tegen November eme ritaat aangevraagd. Ds. Veen aanvaardde in 1876 deambts bediening te Hall (Veluwe) en stond nadien te Enter, Stedum en te Schiedam. In 1892 kwam Z. Eerw. te Haar lem, Op 29 October a.s. hoopt hij zijn. gouden jubileum Ue vieren. Dr. D. H. Tb. Vollenhoven. De raad der Geref. Kerk van Gra- venhage-West beeft inzake zijn predi kant Dr. D. H. Th. Vollenhoven besloten dat hjj vanaf een nader door hem in overleg met bet moderamen van den kerkeraad te bepaléS datum, vrijstelling van alle ambtelijk werk zal kunnen ver- krijegn. Ds. H. G. de Jonge. Ds. H. G. de Joiige, emeritus predi kant van de Geref. Kerk van Dordrecht die sinds 1 October 1922 de kleine kerk van 's Gravenmoer (Br.) dient, is voor nemens met Oct. a.s. zijn overeenkomst met laatstgenoemde Kerk te beëindigen Ds. de Jonge, die bijkans 52 dienst jaren heeft, zal zich metterwoon elders Vestigen. De Geref, Kerk van 's-Gravenhage- West. Het beroepingswerk in de Geref. Kerk van 's Gravenbage-West voortdurende door het hadanken van Ds. J. Wymen- ga te Charlois in de vac. Ds. M. Schuur man, die met emeritaat gaat, is in ver band met de vacantdes nu tot Septem ber stilgezet. Alsdan moet ook vervuld worden de vac. Dr. D. H. Th. Vollenhoven. De schorsing van Ds. v. d. Brink. Aan een verslaggfever van de Rott. deelde Ds. v. d. Brink gisteren mede;, dat IHj verwacht met zijn kerkeraau door de classis Haarlem te zullen wor den afgezet, terwijl hjj ook verwacht, dat de eerstvolgende elassis-verga dering een voorstel "ter tafel zal ko men om de geheele zaak naar de Gene rale Synode der Geref. Kerken door te zenden. Op de vraag, of de Gemeente achtei tem staat, deelde Ds. van den Brink 'mede, dat naar zjjn verwachting een scheuring ontstaan zal, waardoor da kleine Geref. Kerk van Zandvoort in twee vrjjwel geljjke deelên zal uiteen vallen. Voorts vernam de Rotterd., dat een aantal .predikanten in de classis Haar lem, die in de Dinsdag .gehouden ver gadering tegen de schorsing van Ds van den Brink gestemd hebben, gister morgen ten huize van Dr. J. Brinkman Geref. pred. te Haarlem, zjjn saamge- komen om zich' over de nu ontstane si tuatie nader te beraden en vertrouwe lijk samen te spreken. De Kerkeraad van Zandvoort heeft de Gemeente voor een bijzondere ver gadering tegen a.s. Woensdagavond sa mengeroepen. Zondagmorgen na den Kerkdienst had een correspondent van de „Tel." een kort onderhoud met Ds. van den Brink. Veel had hij, aan hetgeen hij in de kerk gezegd had, niet toe te voegen. Hij wees er nog even op, dat de Kerk van Zandvoort zich niet buiten het kerk verband stelt, integendeel het streven van Zandvoort is, om in het kerkverband te bljjven. Het is nu evenwel de vraagt wat de classicale vergadering a.s. Dins dag zal doen. Wat zijn uw verwachtingen? Ik vrees zoo antwoordde Ds. Van den Brink dat de classis op den ingeslagen weg zal voortgaan; dan volgt Dinsdag pijjn afzetting. Het gunstigste geval, dat" ik mjj kan denken is, dat ae classis zal zeggen: laten wjj in Zana voort de zaken nu even op haar beloop laten en de beslissing van de Synode van Assen afwachten. Maar dit is wel het allergunstigste, dat ik mij kan indenken. Het is diiidelgjk op de laatste classicale vergadering gezegd, dat de broeders, die vcor een schorsing zouden stemmen, zich goed rèkenschap moes ten geven van dp gevolgen. Er was al fezegd: „Hij dat was ik treedt an toch op zoodat een schorsing uit moest loopen op een afzetting. Giften. Aan de Geref. Kerk van Weesp is 'n bedrag van f 5000 geschonken met de volgende bestemming: voor Kerk Dia conie, Kerkbouw, en Ziekenverpleging ieder f 1000; voor het Orgelfonds en voor Centrale verwarming ieder f 500. Diaconie en werkloosheid. „De Stand." meldt, dat enkele diake nen uit de Geref. Kerk van 's Graven hage-Oost en -West een commissie ge vormd hebben om te komen tot het in het leven roepen van een bureau vool arbeidsbemiddeling. Chr. Soc. Conferentie. Na den door Dr. Brouwer geleiden bidstond, was in de zitting van vrijdag het woord aan Mr. Dr. A. A. van Éhijn van Amsterdam, een der conferentio- voorzitters, orn een overzicht te geven van dén gehouden cursus. Mr. Dr. v. Rhijn ving aan, met et oj> te wijzen, dat wij hier op den berg zijn geweest. De vraag is nu: hoe heb ben wij ons Chr. sociaal ideaal' gezien': In ons Christelijk-sociaal ideaal zit verborgen drieërlei element. Wij eischen het Koningschap van Christus ook op voor het sociale leven. ie. Dat is de religieuze factor. 2e. In ons ideaal zit in de tweede plaats een gerechtigheidsfactor; het S3' ciale vraagstuk is een rechtsprobleem en niet een van philantropie. 3e. Wij zien in ons ideaal in de der» de plaats een persoonlijk element: d& groote waarde van de menschenziel, welke het Evangelie van Christus ons leert. Spr. ging na, wat die drie elementen in het Christeljjk-sociale ideaal ons te peggen hebben, ten aanzien van de on derwerpen, die zijn behandeld: de mede zeggenschap, de jeugdbeweging en het vraagstuk der Indische vakorganisatie. Bij 'de medezeggenschap moet voorop worden gesteld, dat de arbeider een goddelijk beroep vervult, dat zulks ook in de maatschappelijke organisatie blij ken moet. Wij staan hier voor de groo te vraag, in hoeverre moet eerst de gezindheid der menschen veranderen^ alvorens hervormingen der maatschappij tot stand kunnen worden gebracht. Deze vraag kan alleen bij gehoorzaam heid aan God juist worden beantwoord ook inzake de jeugdbeweging geldt de eisch van het Koningschap van Chris tus. Vragen als massa-vorming of elite* vorming moeten in dat licht worden be zien. En welk een groote taak hebben wij nog niet dezen eisch op het terrein der Indische vakbeweging, waar het Christendom nog zooveel minder invloed heeft dan in Nederland. Spr. past daarna het tweede element in net Christelijk-sociaal ideaal, de ge rechtigheidsfactor op de behandelde on derwerpen toe. Bij ae medezeggenschap vooral moet vaststaan, dat wij hier hebben een vraag stuk van gerechtigheid. Dus niet een vraagstuk van philanthropic en ook niet een vraagstuk van macht, gelijk de so*- ciaal-democraten zeggen, wier opvat ting evenwel op alléënzeggenschap van den arbeider uitloopt. We moeten komen; tot samenwerking tusschen patroon en arbeider, waarbij de arbeider, tegenover zijn rechten ook zijn plichten, ook zijn verantwoordelijk heid zal gevoelen. Tenslotte behandelt spr. het derde ele ment in het Christelijk-sociaal ideaal; het persoonlijk element, de waarde dei menschelijke persoonlijkheid, waarop Talma steeds zoo sterk den nadruk ge legd heeft, omdat Christus' woorden en Christus' verlossingswerk daarvan voort durend spreken. Wri hebben nog bij de medezeggen schap te bedenken, dat de arbeider is een denkend mensch, die zijn leven aan fcet bedrijf geeft en daarom invloed op dit bedrijf moet kunnen uitoefenen, al zal daarbij ook weer datgene, wat spe cifiek pp het terrein der ondernemers ligt, moeten worden ontzien. Ook in de jeugdbeweging streven wij die ontplooi ing van den mensch na. Beroepskeuze, psychotechniek moeten dienen als middel om mede te werKen dat ieder zooveel jriogelijk naar zijn aanleg wordt behandeld. En in de In dische vakbeweging moet het ideaal van. de ontplooiing van den mensch zeker wel zeer sterk worden gesteld, daar de [inlander thans zelf niet leidt, maar dik wijls laat leiden, soms dcor verkeerde elementen. Spr. eindigde met den oproep om het beginsel in het sociale leven uit te dra gen, ter uitbreiding yamhet Koninkrijk Gods. (Applaus). Na het zingen van Psalm 121:4 sloot Mr. v. Rhijn de conferentie met dank zegging. De derde sociale cursus mag uitne mend geslaagd heeten, Ze werd begun stigd door prachtig weer, zoodat alle zittingen, in de open lucht konden woi den gehouden, terwijl 'de geest uitne mend was. Aan den maaltjjd, die het geheel ba sloot, konden de heeren K. Kruithof en Js. S. Ruppert, in hun tafelredevoeriu gen, terecht woorden van voldoening spreken over dit welslagen. Het aantal deelnemers aan de derde Chr.-sociale conferentie bedroeg ongo* veer honderd. Chr. Nat. Werkmansbond. Naar wij vernemen zal de jaarver gadering van den Christ. Nat. Werk mansbond 24 en 25 Augustus a.s. te Utrecht gehouden worden. De C. B. P. P. T. en het N. Ve V. In de dezer dagen gehouden verga dering van het hoofdbestuur van den C.B.P.T.T., stelde dit bestuur zich op het standpunt, dat leden van een co mité, dat poogt scheuring in den bond te brengen, door propaganda te voe ren voor de stichting van een nieuwe organisatie, onvoorwaardelijk voor royement in aanmerking komen. Aan de bestuursleden van het N.V.V. comtié is van dit standpunt kennis gegeven, met verzoek, te berichten vóór 27 Juli a.s., of zij bereid zijn, ver deren steun aan het comité te onthou den, dan wel hun medewerking willen verleenen het comité te ontbinden. In de vacature in het hoofdbestuur, ontstaan door het ontslag nemen van den heer Van der Jagt als voorzitter, zal niet worden voorzien.De werk zaamheden, thans verricht door de be zoldigde bestuurders worden overge dragen op de niet-bezoldigde. HET VERDRAG NEDERLAND— BELGIë. Zooals wij gisteren reeds meedeel den heeft de Belgische Kamer liet wer.sontwerp tot goedkeuring van het verdrag NederlandBelgië met bijna algemeene stemmen goedgekeurd. In verband met het wantrouwen, dat bij velen in 011s land nog altijd bestaat ten opzichte van de Belgische bedoelingen, laten wij hier volgen een gedeelte van d-e rede waarmede Mi nister Vandervelde het verdrag verde digde.. Het is, zdb zeide hij, niet van Bel gische zijde alléén, dat het oatwerp van verdrag onder politiek oogpunt opwerpingen doet rijzen en bezorgd heid verwekt. In het voorloopig ver slag dat zooeven aan de Nederland- sche Tweede Kamer voorgelegd werd treft mij een passus, die, van onzen kant, een onmiddellijk en duidelijk antwoord vereischt. Daarin, wordt aan België verweten, dat het door zijn po litieke eischen in Nederland mistrou wen heeft verwekt. Men beweert, dat het van geen opgeven zijner "desidera ta te dien opzichte wil weten; dat liet deze enkel voor betere tijden laat rus ten. Men zegt dat het tegenwoordig verdrag, van Belgische zijde, slechts als een voorschot wordt aanvaard. Men voegt hieraan toe dat dat het mi litair verdrag tusschen Frankrijk en België, waarvan de inhoud geheim is, ook een aanleiding tot ongerustheid blijft. Men verwijt ons, ten slotte, dë Fransche regeering te hebben aange zet stappen te doen om Nederland aan het Pact van Locarno te doen deelne men. Ik houd er aan geen enkele dezer be weringen onbeantwoord te laten. Wij beschouwen het Nederlandsch- Belgisch Verdrag niet als een voor schot; wij zien er integendeel eene minzame en bevredigende oplossing in van het vraagstuk, dat, zonder dit akkoord, zou op te lossen blijven. Ik voeg hieraan toe dat, indien, in andere tijden, Belgische politieke man nen aan andere oplossingen hebben kunnen denken, die territoriale over drachten hadden noodzakelijk ge maakt, zulks altijd geschied is met het gedacht dat deze oplossingen door Nederland, mits vergeldingen vanwe ge Duitschland, vrij zouden aanvaard worden. Maar reeds gedurende den oorlog verklaarde de toenmalige mi nister van buitenlandsche zaken, ba ron Beyens, krachtdadig eiken maat regel af te keuren die tot doel zou heb ben op de intregiteit van het Neder- landsch grondgebied inbreuk «te ma ken. Welnu, deze verklaring wordt door den minister van buitenlandsche zaken van heden herhaald, en deze is zooveel te meer bevoegd om ze te hor halen dat hij zich? in 1919, als lid dei* regeering duidelijk uitsprak tegen de genen die, zonder mandaat noch ver antwoordelijkheid, eene annexioniiti- sche campagne voerden die op voor hand tot eene zekere mislukking ver oordeeld was. Moet er eens te meer worden her haald, dat het verdrag tusschen Frank rijk en België geen enkel© geheime po litieke bepaling bevat en dat, afgekon digd zooals het is door den Volken bond heel zijn beteekenis in zijnen ti tel zelf besloten ligt: „Defensief ak koord in geval van een niet uitgelok- ten aanval1'. Wat het verwijt betreft als zouden wij den brief van den heer Herriot aan den heer de Fleurian over eene evëu- tueele deelneming van Nederland aan de akkoorden van Locarno ingegeven hebben, zal mijn antwoord hierop n'et minder duidelijk zijn. Hier volgt bet: Het is heel en al onjuist te beweren dat de Belgische regeering Frankrijk zou aangezet hebben de Nederlanusche regeering bij de akkoorden van Locar no te betrekken. De Fransche inzichten dienaangaan de werden, terzelfder tijd als aan .'e Engelsche regeering, in het begin va a het jaar 1925, aan het Kabinet te Brus sel onderworpen. Al erkende de Belgi sche regeering de waarde van de nu'p die de toetreding der regeering van. 's-Gravenhage tot de verdragen van Locamo zou hebben kunnen aanbren gen, heeft zij haar twijfel uitgedrukt betreffende de kansen van deze toetre ding, te zien geschieden uit hoofde van de sedert den wapenstilstand door Nederland aangenomen politiek. Ziehier overigens de tekst van het antwoord dat dienaangaande door de Belgische regeering op 31 Maart 1925 te Parijs gegeven werd: (Een Vlaamsch verhaal), 28) Gij zult nog zoeter dagen beleven en gelukkig zijn op aar :1e. Met een zurein glimlach antwoordde Simon-Brutus: „Gij dwaalt, vpader. Hoe is liet moge lijk, dat gij tot; zooverre u hebt laten verblinden? Zkbt gij dan niet, dat de Fransche Republiek u diezelfde vrij heid komt schenken, voor welke gij nutteloos zoovoel bloed hebt gestort?11 „Vrijheid11 zuchtte de verbaasde va der. „Gij brengt ons de vrijheid? On der de keizers waren wij onafhanke- ink; onze rech ten waren onschendbaar ge.oi vrijer volk bestond er op aarde. Nu komt de vreemdeling en neemt be zit van oüs kmd. Zonder ons te raad plegen, vernietigt hij alles, wat ons dierbaar is: wetten, taal, zeden, gods dienst. Zijn woeste huurlingen behan delen ons als' slaven: zii slaan ons, zij rooven ons r;oed, zij verbranden ónze woningenen, durft iemand onzer een klacht' uitspreken, de dood of de gevangenis versmachten die vreesach tige herinne ring aan ons verloren volksrecht. JXh, en wij zouden ze moe ten beininnon, die afschuwelijke sla vernij, omdat onze beulen beweren, dat. zij vrijheid heet?11 Hoe onrechtvaardig, hoe ondank baar!" riep Simon-Brutus, Wij zijn uw weldoeners en gij noemt ons beulen 1" „Onze weldoeners?" herbaalde de brouwer, de handen in de hoogte hef fende. „Vervolging, moord en brancl weldaden? Zou de menschelijke taal van beteekenis veranderd zijn?11 „Het is, dat gij het niet begrijpt. De eeuwenlange 'onwetendheid, die de we reld in duisternis hield gedompeld, heeft uw geesten beneveld en u onbe kwaam gemaakt tot het beseffen der waarheid Gij hecht den grootsten prijs aan nietstoeduidende dingen, aan za ken, die men u heeft doen eeren en be minnen, gelijk men de kinderen hun speelgoed doet liefhebben, om hun ver stand van ernstige overwegingen af te keeren. En zoo miskent gij de kost baarste weldaden, die der menschheid kunnen worden geschonken, namelijk het licht, de rede, de onafhankelijk heid, de vrijheid, de broederliefde. En toch, dit alles brengen wij u in naam der edelmoedige Fransche Re publiek!" De brouwer had sedert een oogen- blik en met glinsterende oogen op de woorden zijn zoons geluisterd. Eens klaps stond hij recht en riep met klim mende verontwaardiging, ja, eindelijk met. gramschap: „Licht? In bloedige lastering den spot ten hemel werpen en God hoonen; de woeste begeerlijkheid in de plaats der deugden stellen; den driften den teugel vieren; geen andere wet erken nen dan den onverzadel ij ken hoog moed; in daad en woord de laagste dierlijkheid tot een drijfveer kiezen., dit is licht, dit is rede! Onafhanke- lijkhed? Een volk, dat sedert eeuwen vrij en onafhankelijk was omdat het klein en onmachtig is, van zijne taal. zijne wetten, zijne zeden berooven; het zijn schatten ontstelen, het vervolgen, martelen en verdrukken, het op het hoofd trappen en als een slavenhoop in dienstbaarheid kluisterenDit is de onafhankelijkheid, die gij brengt! Broederliefde? Heeft dit gevoel ooit bestaan in het vloekbaar land, dat gij dient, men heeft het versmacht in menischenbloed. Is 't de broederliefde, die de guillotine uit de hel ophaalde, omdat er geen zwaarden genoeg tot de slachting gevonden werden? Is het de broederliefde, die den onscliuldigen ko ning en zijn huisgezin op het, schavot leidde? Is het de broederliefde, die gan sclie bevolkingen in het water deed smoren, omclat de guillotine zelve niet snél genoeg meer werken kon? Is zij liet, die de kanonnen in de straten van Parijs zelfs op Republikeinen richtte, omdat het schroot veel werk afdoet en cïe menschen neervelt als de maaier hst koren? Is zij het misschien, die den helschen Marat om honderdduizend menschenhoofden deed huilen, opdat het gezicht van gtroomen bloe'ds de liefde lot, uwe goddelooze vrijheid en uw brandenden haat tegen het mensch dom nog zou aanvuren? Is zij het, die ii naar de opgepropte kerkers dreef en u insprak, met ongehoorde razernij de duizenden gevangenen te vermoor den- en 11 tot aan de knieën in het edelste bloed van Frankrijk te baden? Ah, zeg veeleer, dat gij van God verlaten zi.it, dat de geest des» kwaads u bezit en 11 door,het ophoopen van alle euvelda den tot eeuwige verdoemenis aanwint. Gij brengt ons de vrijheid? Wanneer heeft de vreemdeling de vrijheid aan een volk gebracht? 'Wie heeft u geroe pen? Gij hecht ons vaderland aan het vuige Frankrijk. Wie heeft u recht ge geven om ons tot slaven van den vreemdeling te maken? Gij brengt ons licht? voor ons komt alle licht uit de bron der eeuwige wijsheid; het daalt van hooger op den ootmoedigen mensch; bij u is het niets dan de ver zengende bliksem, die uit den poel uwer koortsige driften stijgt en als een ijselijke godverloochening tegen1 den hemel opschiet^...1 „Houd op! Geen woord meer!" riep Simon-Brutus, met woede rechtsprin gende. „Hebt gij goden, die gij niet gaarne hoort lasteren, ik heb ook een geloof, dat ik niet wil laten verach ten! Ah, gij hebt mij bijna doen bezwij ken van verontwaardigingen, waart gij mijii vader niet11 Bij deze laatste uitroeping greep hij een pistool en wrong ze krampachtig in de vuist. „O God" gilde de arme vader, met het hoofd achterover tegen den stoel vallend en de handen in de hoogte ste kende, spaar mijn kind die euveldaad!1 De bleekheid des doods verspreidde zich over zijn gelaat; zijn oogen sloten zich, zijn armen vielen ontzenuwd ne vens zijn lichaam; hij lag daar ineen als een levenloos lijk. Bij di^ gezicht verschrikte Simon- Brutus uitermate; liep bevend tot zijn vader, drukte hem de handen, verliet hem weder, nam water en wreef-hem op het kille voorhoofd, onder het uit spreken van troostende woorden. Na lange pogingen zag hij eindelijk het leven in zijn vader terugkeeren. De grijsaard opende de oogen als met verbaasdheid, staarde een wijl bewus teloos rond de kamer en sloeg zich dan met een angstschreeuw de han den voor de oogen, om. den tranen vloed te verbergen, die eensklaps o\er zijn wangen begon te vlieten. Simon-Brutus wist niet wat te doen; men kon op zijn gelaat en aan zijn on rustige bewegingen merken, dat diepe spijt hem ontstelde: een gevoel, dat uit een vermenging van •ongeduld an schaamte ontstond. Er was iets, dat hem ze.lcle, dat zijn toestand belachelijk was; een ander gevoel poogde in zijn hart insgelijks een piaats te vinden: het medelijden voor zijns vaders droefheid. Hii vatte opnieuw zijn hund en hij sprak: „Vader, gij hebt u bedrogen; mijn meening was niet u te .bedreigen. Ik wilde u slechts zeggen, dtt.t een an der man in mijn tegenwoordigheid de Fransche Republiek niet ongestraft be lasteren zou. f W.ordt verpolgdb -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5