TWEEDE BLAD.
WOT OE mm ZEGGEN.
KERK EN SCHOOhJ
Uit het Sociale Leven.
FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 20 JULI 1926
De basis is er nog.
Naar aanleiding' ,van een artikel van
Ti. A. d. 0. in de Standaard" over een
door baron van Wijnbergen op den
'Trieschen Landdag gehouden rede,
schrijft thans de hëer v. Wijnbergen in
„De Maasbode":
Dat men, nagaand de gestie ten op
zichte van het Gezantschap bij het Vati
caan van het najaar 1914 tot 11 No
vember 1925, ook aan. Katholieke zjjde
fouten .zal ontdekken, staat wel' vast.
Wanneer de schrijver verder vraagt op
herstel van dien gezantschapspost niet
aan te dringen, dan zouden we de ge
ruststellende verklaring willen geven,
dat wij ons niet kunnen voorstellen
dat j,le Ratholieken nog ooit hunne me
dewerking tot zoodanig herstel zouden
willen verleenen, indien niet de meest
afdoende waarborg werd 'gegeven, dat
een onhoffelijkheid, als nu werd g«
jpleegd en waaraan de anti-revoluti
onairen het bljj ve steeds dankbaal
erkend hebben geweigerd mede te
werken beslist uitgesloten wezen zou
iWanneer vervolgens den katholieke»
gevraagd wordt te willen bedenken, dat
net houden van optochten door R. 1L
ïereenigingen in protestantsche streken
op Zondag „de protestantsche gevoelens
van velen terecht of ten onrechte
Boodeloos kwetst', willen we wel zeg
gen dezelfde opmerking meermalbn in
eigen Katholieken kring vernomen te
hebben.
Wordt gevraagd aï te zien van het
verlangen naar de opheffing van het
Processieverbod, dan zij opgemerkt, dat
Grondwetsherziening allicht in de naas
te toekomst wel met voor zal komen,
en dat komt rij eenmaal weer aan de
orde, die zaak en in Katholieken kring
èn ja vooral in sommige protes
tantsche kringen met de noodige rust
en kalmte zal moeten worden bekeken,
terwijl dan, naar ons oordeel, die zaai
niet zal wezen degene, die de grootste
moeilijkheden za l opleveren bg eene
herziening van het hoofdstuk, den .Gods
dienst betreffende.
Wü; zullen echter niet verder op de
onderdeelen ingaan, teneinde te voor-
komein, dat pit net oog zou worden ver
loren de groote beteekenis van het ar
tikel in zpn geheel.
Me>t groot genoegen toch ontmoetten
we in den schrijver iemand, die onze
Friesiche rede volkomen heeft verstaan
en d/ie openlijk- den wensch uit waar
medjs we natuurlijk van heeler harte in
stemmen, dat het aldaar door ons
gestelde „algemeene grondslag, moge
worden voor het staatkundig streven van
allen ,die Christus' Koningsohap ook in
de» Staat wenschen te zien geëerbiedigd.
Moge die wensch in vervulling gaan.
Gaarne zullen wij voor zoover dat
in ons vermogen is daartoe bijdra
gen, hetgeen van Katholieke zijde mag
worden verwacht.
Maar laat men dan ook in protestant
scha kringen de woorden van den heet
den O. ter harte nemen.
In de rede door het lid der Tweede
Eiamer, den heer J. R. Snoeok Henko-
raanB, de vorige week te Lunteren ge
houden, zeide deze, blijkens het verslag
dier „N. R. Crt" van 3 Juli 11.:
„De begrootingspost voor het gezant
■échap bij net Vaticaatfwerd verworpen
"en sleepte in zijn val mede het pas ge
vormde Kabinet-Colijn, en de geheels
basis, waarop sedert 40 jaren Eet po
litiek gebouw der zegenrijke rechtscha
samenwerking was gevestigd".
Welnu, zoo is bet, God zij dank; niet
Die basis is er nog. Wij hebben zulks
op den Frieschen Landdag gepoogd aan
te toonen en uit het Standaard-artikel
meenen we te mogjen besluiten, dat we
in dat pogen zjjn geslaagd.
De vraag is alleen voor ons nog maai
of allen, van wie zulks krachtens
de beginselen, die ie verklaren te beltt-
den, verwacht mag worden, zich op dia
basis te zullen plaatsen.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Oosterbierum, J.
Oosterbierum, J, ;Steenbeek te Dantpma
(Woude.
Bedankt: Voor Zegveld, J. H. Th.
Rappard te Barneveld. Voor Loenen 0.
d.. Veluwe, Wi C. Posthutnus Meyes te
Nijmegen. Voor Brussel, E. B. Couvée
directeur-voorzitter der Ned. Hervorm
de Stadszending te Utrecht,
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Genderen (N. Br.),
A. B. TJ£. M. Kok te .Wommels. Te Me-
liskerke, D. J. B. ^Ulaarf. cand. te
Oegstgeest. Te Franeker, Mr. W. K
de Vries te Tzum. Te Goënga, E. H.
Woldring te Kornhorn.
Bedankt: Voor Bierum (Gr.), S
P. Vermeer te Oudemirdum (Fr.).
Aangenomen: Naar Batavia, J.
Ubels te Heemstede.
CHR. GEREF. KERK.
Drietal: Te.Nieuwe Pekela, cand
W. Kremer te Zwolle. J. Reesink te
Aalten. W. Vos te Dokltum.
Tweetal: Te Leerdam, H. Hoogen
doorn te Bunschoten, en cand. W. Kre
mer te Zwolle. 3
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Na Zondagmorgen bevestigd te zijn
door Ds. D. B. J. v. 3. Meulen van
Oostermeer, heeft Ds. S. van Leste
nten, gekomen van Franeker, 's avonds
zg'n intrede gedaan bh de Geref. Kerk
te IJmuiden, sprekende over 2 Cor. 4
vers 7.
De nieuwe Ieeraar werd toegesproken
door ouderling T. van Popta en Ds. J.
D. Boerkool uit Velsen.
Ds. A. J. Wormgoor, van Al-
blasserdam gekomen, is Zondagmorgen
Uoor Dr. J. Buenk van Amsterdam be
vestigd als predikant der Ned. Herv.
Gem. te Burum. met een predicatie over
Iiukas 85a.
Ds. Wormgoor deed in den avond
dienst intrede met een leerrede over
'Ef. 3:14, 16 en 17.
Ds. A. H. J. G. v. Voorthui
zen heeft Zondag, na door Ds. Leen-
mans uit Gameren te znn bevestigd, in
trede gedaan bij .de Ned. Herv. Gemeen
te te Nnkerk met een predicatie over
Col. 128.
Emeritaat.
Ds. C. Veen, Ned. Herv. predikant
te Haarlem, heeft tegen November eme
ritaat aangevraagd.
Ds. Veen aanvaardde in 1876 deambts
bediening te Hall (Veluwe) en stond
nadien te Enter, Stedum en te Schiedam.
In 1892 kwam Z. Eerw. te Haar
lem, Op 29 October a.s. hoopt hij zijn.
gouden jubileum Ue vieren.
Dr. D. H. Tb. Vollenhoven.
De raad der Geref. Kerk van Gra-
venhage-West beeft inzake zijn predi
kant Dr. D. H. Th. Vollenhoven besloten
dat hjj vanaf een nader door hem in
overleg met bet moderamen van den
kerkeraad te bepaléS datum, vrijstelling
van alle ambtelijk werk zal kunnen ver-
krijegn.
Ds. H. G. de Jonge.
Ds. H. G. de Joiige, emeritus predi
kant van de Geref. Kerk van Dordrecht
die sinds 1 October 1922 de kleine kerk
van 's Gravenmoer (Br.) dient, is voor
nemens met Oct. a.s. zijn overeenkomst
met laatstgenoemde Kerk te beëindigen
Ds. de Jonge, die bijkans 52 dienst
jaren heeft, zal zich metterwoon elders
Vestigen.
De Geref, Kerk van 's-Gravenhage-
West.
Het beroepingswerk in de Geref. Kerk
van 's Gravenbage-West voortdurende
door het hadanken van Ds. J. Wymen-
ga te Charlois in de vac. Ds. M. Schuur
man, die met emeritaat gaat, is in ver
band met de vacantdes nu tot Septem
ber stilgezet.
Alsdan moet ook vervuld worden de
vac. Dr. D. H. Th. Vollenhoven.
De schorsing van Ds. v. d. Brink.
Aan een verslaggfever van de Rott.
deelde Ds. v. d. Brink gisteren mede;,
dat IHj verwacht met zijn kerkeraau
door de classis Haarlem te zullen wor
den afgezet, terwijl hjj ook verwacht,
dat de eerstvolgende elassis-verga
dering een voorstel "ter tafel zal ko
men om de geheele zaak naar de Gene
rale Synode der Geref. Kerken door
te zenden.
Op de vraag, of de Gemeente achtei
tem staat, deelde Ds. van den Brink
'mede, dat naar zjjn verwachting een
scheuring ontstaan zal, waardoor da
kleine Geref. Kerk van Zandvoort in
twee vrjjwel geljjke deelên zal uiteen
vallen.
Voorts vernam de Rotterd., dat een
aantal .predikanten in de classis Haar
lem, die in de Dinsdag .gehouden ver
gadering tegen de schorsing van Ds
van den Brink gestemd hebben, gister
morgen ten huize van Dr. J. Brinkman
Geref. pred. te Haarlem, zjjn saamge-
komen om zich' over de nu ontstane si
tuatie nader te beraden en vertrouwe
lijk samen te spreken.
De Kerkeraad van Zandvoort heeft
de Gemeente voor een bijzondere ver
gadering tegen a.s. Woensdagavond sa
mengeroepen.
Zondagmorgen na den Kerkdienst had
een correspondent van de „Tel." een
kort onderhoud met Ds. van den Brink.
Veel had hij, aan hetgeen hij in de kerk
gezegd had, niet toe te voegen. Hij
wees er nog even op, dat de Kerk van
Zandvoort zich niet buiten het kerk
verband stelt, integendeel het streven
van Zandvoort is, om in het kerkverband
te bljjven. Het is nu evenwel de vraagt
wat de classicale vergadering a.s. Dins
dag zal doen.
Wat zijn uw verwachtingen?
Ik vrees zoo antwoordde Ds.
Van den Brink dat de classis op den
ingeslagen weg zal voortgaan; dan volgt
Dinsdag pijjn afzetting. Het gunstigste
geval, dat" ik mjj kan denken is, dat
ae classis zal zeggen: laten wjj in Zana
voort de zaken nu even op haar beloop
laten en de beslissing van de Synode
van Assen afwachten. Maar dit is
wel het allergunstigste, dat ik mij kan
indenken. Het is diiidelgjk op de laatste
classicale vergadering gezegd, dat de
broeders, die vcor een schorsing zouden
stemmen, zich goed rèkenschap moes
ten geven van dp gevolgen. Er was al
fezegd: „Hij dat was ik treedt
an toch op zoodat een schorsing uit
moest loopen op een afzetting.
Giften.
Aan de Geref. Kerk van Weesp is 'n
bedrag van f 5000 geschonken met de
volgende bestemming: voor Kerk Dia
conie, Kerkbouw, en Ziekenverpleging
ieder f 1000; voor het Orgelfonds en
voor Centrale verwarming ieder f 500.
Diaconie en werkloosheid.
„De Stand." meldt, dat enkele diake
nen uit de Geref. Kerk van 's Graven
hage-Oost en -West een commissie ge
vormd hebben om te komen tot het in
het leven roepen van een bureau vool
arbeidsbemiddeling.
Chr. Soc. Conferentie.
Na den door Dr. Brouwer geleiden
bidstond, was in de zitting van vrijdag
het woord aan Mr. Dr. A. A. van Éhijn
van Amsterdam, een der conferentio-
voorzitters, orn een overzicht te geven
van dén gehouden cursus.
Mr. Dr. v. Rhijn ving aan, met et
oj> te wijzen, dat wij hier op den berg
zijn geweest. De vraag is nu: hoe heb
ben wij ons Chr. sociaal ideaal' gezien':
In ons Christelijk-sociaal ideaal zit
verborgen drieërlei element.
Wij eischen het Koningschap van
Christus ook op voor het sociale leven.
ie. Dat is de religieuze factor.
2e. In ons ideaal zit in de tweede
plaats een gerechtigheidsfactor; het S3'
ciale vraagstuk is een rechtsprobleem
en niet een van philantropie.
3e. Wij zien in ons ideaal in de der»
de plaats een persoonlijk element: d&
groote waarde van de menschenziel,
welke het Evangelie van Christus ons
leert.
Spr. ging na, wat die drie elementen
in het Christeljjk-sociale ideaal ons te
peggen hebben, ten aanzien van de on
derwerpen, die zijn behandeld: de mede
zeggenschap, de jeugdbeweging en het
vraagstuk der Indische vakorganisatie.
Bij 'de medezeggenschap moet voorop
worden gesteld, dat de arbeider een
goddelijk beroep vervult, dat zulks ook
in de maatschappelijke organisatie blij
ken moet. Wij staan hier voor de groo
te vraag, in hoeverre moet eerst de
gezindheid der menschen veranderen^
alvorens hervormingen der maatschappij
tot stand kunnen worden gebracht.
Deze vraag kan alleen bij gehoorzaam
heid aan God juist worden beantwoord
ook inzake de jeugdbeweging geldt de
eisch van het Koningschap van Chris
tus.
Vragen als massa-vorming of elite*
vorming moeten in dat licht worden be
zien. En welk een groote taak hebben
wij nog niet dezen eisch op het terrein
der Indische vakbeweging, waar het
Christendom nog zooveel minder invloed
heeft dan in Nederland.
Spr. past daarna het tweede element
in net Christelijk-sociaal ideaal, de ge
rechtigheidsfactor op de behandelde on
derwerpen toe.
Bij ae medezeggenschap vooral moet
vaststaan, dat wij hier hebben een vraag
stuk van gerechtigheid. Dus niet een
vraagstuk van philanthropic en ook niet
een vraagstuk van macht, gelijk de so*-
ciaal-democraten zeggen, wier opvat
ting evenwel op alléënzeggenschap van
den arbeider uitloopt.
We moeten komen; tot samenwerking
tusschen patroon en arbeider, waarbij
de arbeider, tegenover zijn rechten ook
zijn plichten, ook zijn verantwoordelijk
heid zal gevoelen.
Tenslotte behandelt spr. het derde ele
ment in het Christelijk-sociaal ideaal;
het persoonlijk element, de waarde dei
menschelijke persoonlijkheid, waarop
Talma steeds zoo sterk den nadruk ge
legd heeft, omdat Christus' woorden en
Christus' verlossingswerk daarvan voort
durend spreken.
Wri hebben nog bij de medezeggen
schap te bedenken, dat de arbeider is
een denkend mensch, die zijn leven aan
fcet bedrijf geeft en daarom invloed op
dit bedrijf moet kunnen uitoefenen, al
zal daarbij ook weer datgene, wat spe
cifiek pp het terrein der ondernemers
ligt, moeten worden ontzien. Ook in de
jeugdbeweging streven wij die ontplooi
ing van den mensch na.
Beroepskeuze, psychotechniek moeten
dienen als middel om mede te werKen
dat ieder zooveel jriogelijk naar zijn
aanleg wordt behandeld. En in de In
dische vakbeweging moet het ideaal van.
de ontplooiing van den mensch zeker
wel zeer sterk worden gesteld, daar de
[inlander thans zelf niet leidt, maar dik
wijls laat leiden, soms dcor verkeerde
elementen.
Spr. eindigde met den oproep om het
beginsel in het sociale leven uit te dra
gen, ter uitbreiding yamhet Koninkrijk
Gods. (Applaus).
Na het zingen van Psalm 121:4 sloot
Mr. v. Rhijn de conferentie met dank
zegging.
De derde sociale cursus mag uitne
mend geslaagd heeten, Ze werd begun
stigd door prachtig weer, zoodat alle
zittingen, in de open lucht konden woi
den gehouden, terwijl 'de geest uitne
mend was.
Aan den maaltjjd, die het geheel ba
sloot, konden de heeren K. Kruithof en
Js. S. Ruppert, in hun tafelredevoeriu
gen, terecht woorden van voldoening
spreken over dit welslagen.
Het aantal deelnemers aan de derde
Chr.-sociale conferentie bedroeg ongo*
veer honderd.
Chr. Nat. Werkmansbond.
Naar wij vernemen zal de jaarver
gadering van den Christ. Nat. Werk
mansbond 24 en 25 Augustus a.s. te
Utrecht gehouden worden.
De C. B. P. P. T. en het N. Ve V.
In de dezer dagen gehouden verga
dering van het hoofdbestuur van den
C.B.P.T.T., stelde dit bestuur zich op
het standpunt, dat leden van een co
mité, dat poogt scheuring in den bond
te brengen, door propaganda te voe
ren voor de stichting van een nieuwe
organisatie, onvoorwaardelijk voor
royement in aanmerking komen.
Aan de bestuursleden van het N.V.V.
comtié is van dit standpunt kennis
gegeven, met verzoek, te berichten
vóór 27 Juli a.s., of zij bereid zijn, ver
deren steun aan het comité te onthou
den, dan wel hun medewerking willen
verleenen het comité te ontbinden.
In de vacature in het hoofdbestuur,
ontstaan door het ontslag nemen van
den heer Van der Jagt als voorzitter,
zal niet worden voorzien.De werk
zaamheden, thans verricht door de be
zoldigde bestuurders worden overge
dragen op de niet-bezoldigde.
HET VERDRAG NEDERLAND—
BELGIë.
Zooals wij gisteren reeds meedeel
den heeft de Belgische Kamer liet
wer.sontwerp tot goedkeuring van het
verdrag NederlandBelgië met bijna
algemeene stemmen goedgekeurd.
In verband met het wantrouwen,
dat bij velen in 011s land nog altijd
bestaat ten opzichte van de Belgische
bedoelingen, laten wij hier volgen een
gedeelte van d-e rede waarmede Mi
nister Vandervelde het verdrag verde
digde..
Het is, zdb zeide hij, niet van Bel
gische zijde alléén, dat het oatwerp
van verdrag onder politiek oogpunt
opwerpingen doet rijzen en bezorgd
heid verwekt. In het voorloopig ver
slag dat zooeven aan de Nederland-
sche Tweede Kamer voorgelegd werd
treft mij een passus, die, van onzen
kant, een onmiddellijk en duidelijk
antwoord vereischt. Daarin, wordt aan
België verweten, dat het door zijn po
litieke eischen in Nederland mistrou
wen heeft verwekt. Men beweert, dat
het van geen opgeven zijner "desidera
ta te dien opzichte wil weten; dat liet
deze enkel voor betere tijden laat rus
ten. Men zegt dat het tegenwoordig
verdrag, van Belgische zijde, slechts
als een voorschot wordt aanvaard.
Men voegt hieraan toe dat dat het mi
litair verdrag tusschen Frankrijk en
België, waarvan de inhoud geheim is,
ook een aanleiding tot ongerustheid
blijft. Men verwijt ons, ten slotte, dë
Fransche regeering te hebben aange
zet stappen te doen om Nederland aan
het Pact van Locarno te doen deelne
men.
Ik houd er aan geen enkele dezer be
weringen onbeantwoord te laten.
Wij beschouwen het Nederlandsch-
Belgisch Verdrag niet als een voor
schot; wij zien er integendeel eene
minzame en bevredigende oplossing
in van het vraagstuk, dat, zonder dit
akkoord, zou op te lossen blijven.
Ik voeg hieraan toe dat, indien, in
andere tijden, Belgische politieke man
nen aan andere oplossingen hebben
kunnen denken, die territoriale over
drachten hadden noodzakelijk ge
maakt, zulks altijd geschied is met
het gedacht dat deze oplossingen door
Nederland, mits vergeldingen vanwe
ge Duitschland, vrij zouden aanvaard
worden. Maar reeds gedurende den
oorlog verklaarde de toenmalige mi
nister van buitenlandsche zaken, ba
ron Beyens, krachtdadig eiken maat
regel af te keuren die tot doel zou heb
ben op de intregiteit van het Neder-
landsch grondgebied inbreuk «te ma
ken. Welnu, deze verklaring wordt
door den minister van buitenlandsche
zaken van heden herhaald, en deze is
zooveel te meer bevoegd om ze te hor
halen dat hij zich? in 1919, als lid dei*
regeering duidelijk uitsprak tegen de
genen die, zonder mandaat noch ver
antwoordelijkheid, eene annexioniiti-
sche campagne voerden die op voor
hand tot eene zekere mislukking ver
oordeeld was.
Moet er eens te meer worden her
haald, dat het verdrag tusschen Frank
rijk en België geen enkel© geheime po
litieke bepaling bevat en dat, afgekon
digd zooals het is door den Volken
bond heel zijn beteekenis in zijnen ti
tel zelf besloten ligt: „Defensief ak
koord in geval van een niet uitgelok-
ten aanval1'.
Wat het verwijt betreft als zouden
wij den brief van den heer Herriot aan
den heer de Fleurian over eene evëu-
tueele deelneming van Nederland aan
de akkoorden van Locarno ingegeven
hebben, zal mijn antwoord hierop n'et
minder duidelijk zijn. Hier volgt bet:
Het is heel en al onjuist te beweren
dat de Belgische regeering Frankrijk
zou aangezet hebben de Nederlanusche
regeering bij de akkoorden van Locar
no te betrekken.
De Fransche inzichten dienaangaan
de werden, terzelfder tijd als aan .'e
Engelsche regeering, in het begin va a
het jaar 1925, aan het Kabinet te Brus
sel onderworpen. Al erkende de Belgi
sche regeering de waarde van de nu'p
die de toetreding der regeering van.
's-Gravenhage tot de verdragen van
Locamo zou hebben kunnen aanbren
gen, heeft zij haar twijfel uitgedrukt
betreffende de kansen van deze toetre
ding, te zien geschieden uit hoofde
van de sedert den wapenstilstand door
Nederland aangenomen politiek.
Ziehier overigens de tekst van het
antwoord dat dienaangaande door de
Belgische regeering op 31 Maart 1925
te Parijs gegeven werd:
(Een Vlaamsch verhaal),
28)
Gij zult nog zoeter dagen beleven
en gelukkig zijn op aar :1e.
Met een zurein glimlach antwoordde
Simon-Brutus:
„Gij dwaalt, vpader. Hoe is liet moge
lijk, dat gij tot; zooverre u hebt laten
verblinden? Zkbt gij dan niet, dat de
Fransche Republiek u diezelfde vrij
heid komt schenken, voor welke gij
nutteloos zoovoel bloed hebt gestort?11
„Vrijheid11 zuchtte de verbaasde va
der. „Gij brengt ons de vrijheid? On
der de keizers waren wij onafhanke-
ink; onze rech ten waren onschendbaar
ge.oi vrijer volk bestond er op aarde.
Nu komt de vreemdeling en neemt be
zit van oüs kmd. Zonder ons te raad
plegen, vernietigt hij alles, wat ons
dierbaar is: wetten, taal, zeden, gods
dienst. Zijn woeste huurlingen behan
delen ons als' slaven: zii slaan ons, zij
rooven ons r;oed, zij verbranden ónze
woningenen, durft iemand onzer
een klacht' uitspreken, de dood of de
gevangenis versmachten die vreesach
tige herinne ring aan ons verloren
volksrecht. JXh, en wij zouden ze moe
ten beininnon, die afschuwelijke sla
vernij, omdat onze beulen beweren,
dat. zij vrijheid heet?11
Hoe onrechtvaardig, hoe ondank
baar!" riep Simon-Brutus, Wij zijn uw
weldoeners en gij noemt ons beulen 1"
„Onze weldoeners?" herbaalde de
brouwer, de handen in de hoogte hef
fende. „Vervolging, moord en brancl
weldaden? Zou de menschelijke taal
van beteekenis veranderd zijn?11
„Het is, dat gij het niet begrijpt. De
eeuwenlange 'onwetendheid, die de we
reld in duisternis hield gedompeld,
heeft uw geesten beneveld en u onbe
kwaam gemaakt tot het beseffen der
waarheid Gij hecht den grootsten prijs
aan nietstoeduidende dingen, aan za
ken, die men u heeft doen eeren en be
minnen, gelijk men de kinderen hun
speelgoed doet liefhebben, om hun ver
stand van ernstige overwegingen af
te keeren. En zoo miskent gij de kost
baarste weldaden, die der menschheid
kunnen worden geschonken, namelijk
het licht, de rede, de onafhankelijk
heid, de vrijheid, de broederliefde.
En toch, dit alles brengen wij u in
naam der edelmoedige Fransche Re
publiek!"
De brouwer had sedert een oogen-
blik en met glinsterende oogen op de
woorden zijn zoons geluisterd. Eens
klaps stond hij recht en riep met klim
mende verontwaardiging, ja, eindelijk
met. gramschap:
„Licht? In bloedige lastering den
spot ten hemel werpen en God hoonen;
de woeste begeerlijkheid in de plaats
der deugden stellen; den driften den
teugel vieren; geen andere wet erken
nen dan den onverzadel ij ken hoog
moed; in daad en woord de laagste
dierlijkheid tot een drijfveer kiezen.,
dit is licht, dit is rede! Onafhanke-
lijkhed? Een volk, dat sedert eeuwen
vrij en onafhankelijk was omdat het
klein en onmachtig is, van zijne taal.
zijne wetten, zijne zeden berooven; het
zijn schatten ontstelen, het vervolgen,
martelen en verdrukken, het op het
hoofd trappen en als een slavenhoop in
dienstbaarheid kluisterenDit is
de onafhankelijkheid, die gij brengt!
Broederliefde? Heeft dit gevoel ooit
bestaan in het vloekbaar land, dat gij
dient, men heeft het versmacht in
menischenbloed. Is 't de broederliefde,
die de guillotine uit de hel ophaalde,
omdat er geen zwaarden genoeg tot de
slachting gevonden werden? Is het de
broederliefde, die den onscliuldigen ko
ning en zijn huisgezin op het, schavot
leidde? Is het de broederliefde, die gan
sclie bevolkingen in het water deed
smoren, omclat de guillotine zelve niet
snél genoeg meer werken kon? Is zij
liet, die de kanonnen in de straten van
Parijs zelfs op Republikeinen richtte,
omdat het schroot veel werk afdoet en
cïe menschen neervelt als de maaier
hst koren? Is zij het misschien, die den
helschen Marat om honderdduizend
menschenhoofden deed huilen, opdat
het gezicht van gtroomen bloe'ds de
liefde lot, uwe goddelooze vrijheid en
uw brandenden haat tegen het mensch
dom nog zou aanvuren? Is zij het, die
ii naar de opgepropte kerkers dreef en
u insprak, met ongehoorde razernij de
duizenden gevangenen te vermoor den-
en 11 tot aan de knieën in het edelste
bloed van Frankrijk te baden? Ah,
zeg veeleer, dat gij van God verlaten
zi.it, dat de geest des» kwaads u bezit en
11 door,het ophoopen van alle euvelda
den tot eeuwige verdoemenis aanwint.
Gij brengt ons de vrijheid? Wanneer
heeft de vreemdeling de vrijheid aan
een volk gebracht? 'Wie heeft u geroe
pen? Gij hecht ons vaderland aan het
vuige Frankrijk. Wie heeft u recht ge
geven om ons tot slaven van den
vreemdeling te maken? Gij brengt
ons licht? voor ons komt alle licht uit
de bron der eeuwige wijsheid; het
daalt van hooger op den ootmoedigen
mensch; bij u is het niets dan de ver
zengende bliksem, die uit den poel
uwer koortsige driften stijgt en als
een ijselijke godverloochening tegen1
den hemel opschiet^...1
„Houd op! Geen woord meer!" riep
Simon-Brutus, met woede rechtsprin
gende. „Hebt gij goden, die gij niet
gaarne hoort lasteren, ik heb ook een
geloof, dat ik niet wil laten verach
ten! Ah, gij hebt mij bijna doen bezwij
ken van verontwaardigingen,
waart gij mijii vader niet11
Bij deze laatste uitroeping greep hij
een pistool en wrong ze krampachtig
in de vuist.
„O God" gilde de arme vader, met
het hoofd achterover tegen den stoel
vallend en de handen in de hoogte ste
kende, spaar mijn kind die euveldaad!1
De bleekheid des doods verspreidde
zich over zijn gelaat; zijn oogen sloten
zich, zijn armen vielen ontzenuwd ne
vens zijn lichaam; hij lag daar ineen
als een levenloos lijk.
Bij di^ gezicht verschrikte Simon-
Brutus uitermate; liep bevend tot zijn
vader, drukte hem de handen, verliet
hem weder, nam water en wreef-hem
op het kille voorhoofd, onder het uit
spreken van troostende woorden.
Na lange pogingen zag hij eindelijk
het leven in zijn vader terugkeeren.
De grijsaard opende de oogen als met
verbaasdheid, staarde een wijl bewus
teloos rond de kamer en sloeg zich
dan met een angstschreeuw de han
den voor de oogen, om. den tranen
vloed te verbergen, die eensklaps o\er
zijn wangen begon te vlieten.
Simon-Brutus wist niet wat te doen;
men kon op zijn gelaat en aan zijn on
rustige bewegingen merken, dat diepe
spijt hem ontstelde: een gevoel, dat
uit een vermenging van •ongeduld an
schaamte ontstond.
Er was iets, dat hem ze.lcle, dat zijn
toestand belachelijk was; een ander
gevoel poogde in zijn hart insgelijks
een piaats te vinden: het medelijden
voor zijns vaders droefheid.
Hii vatte opnieuw zijn hund en hij
sprak: „Vader, gij hebt u bedrogen;
mijn meening was niet u te .bedreigen.
Ik wilde u slechts zeggen, dtt.t een an
der man in mijn tegenwoordigheid de
Fransche Republiek niet ongestraft be
lasteren zou.
f W.ordt verpolgdb -