NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN MAANDAG 12 JULI 1926 TWEEDE BLAD. De nieuwe Onderwijscommissie. Het is begrijpelijk, zegt de Neder lander, dat het huidige Kabinet het gewenscht achtte, bovengenoemde staatscommissie in het leven te reepen Dat zit vooral op onderwijsgebied tegenwoordig in de lucht. Voor' een jaar of vier was er een sterke strooming in de Kamer, die riep om bezuiniging op het gebied van het Hooger Onderwijs. Die stroom viel schijnbaar niet te keeren. Een staats commissie werd benoemd onder lei ding van den heer Galijn. Zij bracht een rapport uit en de vrucht was nihil, omdat de commissie na ernstig onderzoek onmachtig bleek belangrij ke bezuinigingsvoorstellen te doen. Daarna kreeg het Hooger Onderwijs in dit opzicht eenige rust, maar kwam het Middelbaar Onderwijs aan. de beurt. Weder drong men sterk van uit de Kamer op de benoeming van een staatscommissie aan, vooral om de on gelijke behandeling van het openbaar en bijzonder Middelbaar onderwijs, door de gemeenten onder de oogen te zien. Ongeveer anderhalf jaar is sinds dien verloopen en nog hoort men van de resultaten dezer commissie niets. Zou ook bier het resultaat nihil blij ken te zijn? En nn is men eindelijk bij de staats commissie voor het lager onderwijs aangeland. Begrijpelijk is het dat zij kwam. Men drong en drong. Van links wil men vooral bezuiniging, van rechts meerder vrijheid. Dat zijn de heide be weegredenen, die een henziehing der L.O.-wet in grooten stijl zullen'moeten brengen. Wij wachten met groote be langstelling af, of het deze oommissie zal gelukken, met volledige handha ving der pacificatie, dit werk tot stand te brengen. Wij kunnen niet anders dan bet goede er van hopen. Want het resultaat zou toch wèl zeer poover zijn, na al de klachten, die van links en rechts zijn opgegaan. Indien men teil slotte alleen kwam tot eer. nieuwe schoolgeldregeling, een herzie ning van de artikelen 100 en 101, en enkele technische verbeteringen, voor al waar de opzet der samenstelling be zuiniging is en rechts voor een deel de nieuwe schoolwet smaadde om de belemmering der vrijheid. Voorstellen, die den vrede op onder wijsgebied bevorderen en tevens ten goede van dat onderwijs komen kun nen, mogen de vrucht van de werk zaamheid dezer nieuwe commissie zijn KJ£RK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Aangenomen: naar Buiksloot ds. 'H. M. E. Bremer te Breskens; naa/r Dwingelo J. J. Homan te Nieuw- Beejrta. B e d a n 'kt: voor SchJoonrewoerd W* v. /Leeuwen, godsdienstonderwijzer te Dordrecht; voor 's-Gravendeel, A. Buurman te Wijk bij Duurstede. Aangenomen: naar den Helder (Evangelisatie), Jac. de Pree, te Weert (Lltmburg). GEREF. KERKEN. Beroepen: Te SliedreCht, M. Hof man te Krabbendijke. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: te Hilversum (als mis sionair dienaar des Woords) cand. A. Bikker te Noordeloos. Zendeling Bikker. Zooals ^ïit de beroepingeberickten blijkt, heeft de Chr. Geref. Kerk te Hil versum den heer Bikker, theol. cand. beroepen voor den missionairen dienst Dit is de eerste zendeling, die van wege de Chr. Geref. Kerk wordt uitge zonden. Naar wij vernemen is ale zendings terrein gekozen de Zuidelijke punt van Celebes, een nog onontgonnen ter rein, waar nog nooit het Evangelie der zaligheid is gepredikt. Den jeugdigen missionairen Dienaar des Woords wacht geen gemakkelijke taak. Van het volk waarheen hij zich gaat begeven, is zelfs de taal nog niet bekend. Hij is dus in alle opziehteu een pionier. Vermoedelijk zal de lieer Bikker eerst nog eenigen tijd op de zendings school te Oegstgeest doorbrengen, ten einde zich e'enigszins met de Indi sche tal©n en het Oostersche leven op de hoogte te stellen. De Geref. kerk in de hoofdstad. De kerkeraad der Geref. kerk te Am sterdam heeft met eenparige stemmen besloten, het vraagstuk van de toe- koinsi der kerk in de hoofdstad (kerk- splitsing c.a.) opnieuw onder de oogen te zien. Een commissie werd benoemd, bestaande uit drie predikanten, drie ouderlingen en drie diakenen, die om. in opdracht heeft, met de kerkeraden van Amsterdam-West en Amsterdam Zuid saam te spreken over een moge lijke wijziging der kerkelijke grenzen. De kerktelefoon. De kerkeraad der Geref. kerk van Nijkerk heeft besloten de huiszilten- den telefonisch aan te sluiten, zoodat zij den Dienst des Woords thuis kun nen volgen. Het aantal Lutherschen. De redactie van de (Ned.) „Wart- burg" had enkele maanden geleden een bedrag van f 25 uitgeloofd voor het beste antwoord op de vraag: „Wat is de oorzaak van den achter uitgang van het zielental in de Ned. Luthersche Kerk? Welke middelen zouden in dezen achteruitgang veran dering ten goede kunnen brengen?" Er zijn, naar het blad thans bericht, heel wat antwoorden ingekomen maar geen er van munt zoo zeer boven de anderen uit, dat de uitgeloofde prijs van f25 toegekend kon worden. Wel resumeert de redacteur, ds. C. F. Wes- termann, enkele ingekomen ant woor den, en merkt daarbij op: ..Eigenaardig dat slechts weinige in zenders blijk geven het groote beteekc- nisvolle werk van het Ned. Lutk. Ge nootschap te verstaan, zooals ge schied is en nog gecbiedt, en aanlei ding tot kring- en gemeentevorming gegeven beeft te Bussum, Hilversum, Apeldoorn, Ede, Baam, Winschoten en Heerlen. Eigenaardig, dat geen der in zenders als krachtig middel om in den achteruitgang verandering te brengen, aanbevelen vermeerderden steun aan de Inwendige Zendingsactie van voor noemd Genootschap. Eigenaardig want de feiten lagen hier toch voor het grijpen en de cone-.usie niet min lor. Giften. Een familie te Grand Rapids stelde een som van 50.000 dollar ter beschik king van bet Curatorium .van Calvin College en de Theol. School der Chr. Geref. Kerk, bestemd voor de stichting van een bibliotheekgebouw. Radiopre diking. Ds. B. v. d. Werff schrijft in het „Doornsch Kerkblad": Een wondere vinding, die radio- uit zending Ze kan tot rijken zegen strek ken, maar ook ten vloek wezen. Ze is, ovenals de pers, een stap ten hemel en ter hel. Hoe heerlijk is het, dat onze zieken en zwakken en zoovelen, die met hen niet de samenkomsten der gemeeute kunnen bijwonen, nu toch ook des Zon dags een preek kunnen beluisteren. Ook hier is echter een schaduwzijde aan. Er zijn er, die de verleiding niet kun nen weerstaan, om dezen of genen ge- vierden „spreker" ook eens te hooren. Men blijft thuis, of vormt een gezel schapje rond den „luidspreker" en laat de eigen onderlinge samenkomsten na. Dit is niet bevorderlijk aan den bloei van het kerkelijke leven; ook niet aan de opbrengst van de collecten. Zou 'tom dit radio-gevaar te ontko men. niet wenschelijk zijn, dat de ra dio-diensten in de week werden ge houden? Misschien staat de radio-prediker dan niet voor zulk een „volle kerk" maar de uitzending bereikt toch het beoogde doel, n.l. om zieken, zwakken, enz. te bereiken, en ze doet bet kerke lijk leven geen afbreuk. In „De Bazuin" voegt Ds. Schilder hieraan toe: Natuurlijk stemmen we Ds. B. v. d. W. aanstonds toe, dat verzuim van den dienst in eigen kerk ter wille van een radiopreek sterk af te keuren is. Men breekt den band der gemeenschap er meè; maakt alle geroep om de „actie ve medewerking' der geloovigen zelf in den eeredienst (liturgische dienst!) tot oen bespotting; onttrekt zich aan den dienst der gebeden; geeft een slecht voorbeeld; verzuimt zijn „offerande"; brengt in den godsdienst de grilligheid van het toevallige in de plaats "van de stelligheid van het gebod; vergeet dat men niet ,naar een redenaar" moet luisteren, maar iets anders heeft te doen des Zondags; en probeert de be zieling en de geestdrift bij den liturg in eigen kerk te dooden. Toch kan ik niet met den voorslag van Ds. v. d. W. meegaan; want: le. zoo raakt men in de delinquen ten de zonde zelf niet aan, doch wil alleen haar practisch effect verhinde ren; daarmee is de kwaal evenwel nog niet genezen; 2e. de zieken willen zoo graag juist op den Zondag met de gemeente me deleven; en daar hebben ze gelijk aan; wij mogen niet den indruk wekken, alsof een stichtelijk uur „in de week" gelijk staat met een Zondagskerk. Men herinnert zich de uitlating van zieken ,die juist zoo dankbaar zijn, dat ze een heel gewonen dienst kunnen volgen: gewoon gebed, gezang enz. In een weekdienst zou <3it alles onmoge lijk zijn en is ook het „onopzettelijke" eraf; 3e. zoolang men Hilversum niet mis sen kan, is bezetting-van een geschikt uur in de week" eenvoudig onmo gelijk. Een theologische faculteit. Uit de „Statistische gegevens" be treffende de Universiteit te Amster dam blijkt, dat het aantal theologische studenten aan de Universiteit van Am sterdam 't vorig jaar was gedaald lot 8. Voor deze 8 studenten waren 6 pro fessoren beschikbaar. De kosten per student bedroegen ge middeld f981, maar iedere theologi sche student kostte aan de gemeente f5262. Vrije Universiteit. Geslaagd voor 't candidaatsexamen letteren de heer T. ten Kate te Kampen Het hospitaalkerkschip „De Hoop." Het hospitaal-kerkschip De Hoop, dat 26 Mei van IJinuidew vertrok voor zijn eersten kruistocht oud r de haring visscher op de Noordzee, is Vrijdag te IJ muiden teruggekeerd. Door den geneesheer, dr. F. G. van Asperen te Haarlem, werden 93 oitien ten behandeld, waarvan 8 Duit sobers. Hiervan werden er 7 in het nospUaal aan bcora opgenomen. Vijf patiënten werden meegenomen naar IJmuiden, n.l. 2 uit Katwijk aan Zee. 2 uit Sche- veningen en 1 uit Hellevoetsluis. Deze allen waren echter aan boord weer in zooverre hesteld, dat ze op eigen gele genheid naar hun woonplaatsen kon den gaan. Van de 93 patiënten werden er 88 in de haven van Lerwick behandeld en 5 op zee. Verdeeld naar de'herkomst der thuishavens kwamen de patiënten van de volgende schepen: 13 uit Kat wijk aan Zee, 13 uit Scheveningen, 13 uit Vlaardingen, 5 uit Maassluis, 4 uit IJmuiden en 8 uit Emden. De predikant, ds. U. Engelsma uit Zwartsluis, verleende geestelijken bij stand aan boord der schepen en is meermalen opgetreden in St. Clemens Hall Church te Lerwick. De monteur van De Hoop, Jac. Ie Best uit Katwijk, verleende aan ver scheidene loggers technische hulp. BINNENLAND. De gevolgen van de Padang-ramp. Van den gouverneur-generual van Nederlandsch-Indië is op 10 Juli het volgende telegram uit Weltevreden ontvangen, vermoedelijk verbonden op 9 Juli: „Resident van Padang seinde totaal aantal dooden ressort Fadaug Pand- jang 222, waarvan ter hoofdplaats 74, Onderdistrict Soempoer ressort Pa dang Pandjang 27 dooden, waarvan in Nagari Goegoek Westzijde Singkara- meer 15 slachtoffers door opgestuwd meerwater meegesleurd. In bedoeld onderdistrict 674 huizen ingstort of zwaar beschadigd. Schade met inbegrip van sawahleidingen enz, geschat op ruim f25Ö.00U. Treinver keer heeft sedert 5 dezer over het ge- heele net weder plaats volgens de nor male regeling, behoudens het lijnvak Padang Pandjang-Soiök, dat tot na dere bekendmaking is gesloten. Mijn ingenieur Akkersdijk var. den vulkaan dienst, vertrok 3 dezer naar Padang met seismoloog Visser van observato rium, terwijl een sectie g?nietrocpen niet barakken verzonden". Vreugde en weeën in valutatijd. ,De Limburgsche redacteur van de „Mrb." schrijft uit Maastxicht: Zender het te merKen zijn wij op- nituw in een valuta-pcrmde terecht gekomen. Toen Duitscnlaa I. nu Bel- gu', Luik begint voor l.uid-Limburg te oeteekenen wat inderiijd Aken was: uc groote inkoopcentrale. Eiken avond kan men uit de te Maastricht arri- veerende treinen stoeten van mot aller lei pakken beladen koopers zien arri- veeren. De treinen komen te laat, bin nen, want de douanen te Eijsdcn heb ben nu druk werk. De Luiksch0 ma gazijnen en café's hebben af en toe haast evenveel Limburgsch als Waalsch publiek. De z.g. vrije markt te Maastricht, welke op Woensdag wordt gehouden, is plots tot enormen bloei gekomen. Op dit punt toont zich de Belgische valuta-concurrentie veel gevaarlijker dan de Duitsche, want de Belgen ko men zelf hun waren brengen. Woens dag in den vroegen morgen komen zij met Fordjes en karretjes, mei groote koffers en kisten naar Maastricht. Ze rukken aan van Verviers, Luik, Visé, Tongeren, Hasselt Maeseyck met schoenen, garen en band, stoffen (een mansbroek voor een gulden!) en keu kengerei. In den laatsten tijd zien wij een waar koekoffensief. Peperkoek en wafels beginnen een specialen hoek van het geheel met kraampjes en uit stallingen gevulde enorme markt plein in te nemen. De peperkoek wordt verkocht voor 40 cent per kilo, de wa fels van zes voor een kwartje. In alle talen schreeuwen, zingen en gillen de verkoopers den lof hunner waren. Ia echt „Vlomsch", Waalsch, Franscb, waarnaast zich het Joodsch-Hollandsch toch nog immer gelden laat. Het Lim burgsch hoort gij nauwelijks meer on der de verkoopers, want het inheem- sche element bij de venters verdwijnt tusschen al dat vreemde. Om de ka kelbontheid te completeeren leuren er nog wat Algerijnsche of Turksche „Chouks" hun kleedjes, negers (hier Krabbia's genoemd) hun „goed-voor- borst" en enkele Chineezen of Japan ners hun papierknutselarijen. Voor toeristen dié Zuid-Limburg be zoeken, kunnen wij een wandeling over de z.g. vrije matkt wel aanbeve len: het is een bont, groot en zeer le vendig schouwspel. De middenstand is er natuurlijk minder door gesticht. De winkeliers ondervinden groote schade. De groote bakkerijen, die peperkoek leveren, hebben vanwege deze valuta-concur- rentie reeds de arbeider» moeten ont slaan. Postrekeningen met Duitschland en Zwitserland. De directeurgeneraal van den post- chèque- en girodienst brengt ter ken nis dat voor de overschrijving van be dragen van postrekeningen in Neder land op die aangeboden door de Duit sche en Zwitsersche postadministra- tiën een omrekeningskoers geldt, wel ke zooveel mogelijk in overeenstem ming is met die voor postwissels. Met nadruk wordt er voorts aan herinnerd dat voor genoemde over schrijvingen gewone girobiljetten kun nen worden gebezigd en dat aan de voorzijde bovenaan op de drie deelen der biljetten zoowel als op den om slag, waarin toezending aan het Cen trale girokantoor geschiedt, de aanwij zing „Buitenland" duidelijk moet wor den aangegeven. Invoerrecht sigarettenpapier in Indlë. De Minister van Koloniën heeft aan den voorzitter der Tweede Kamer een brief gezonden, waarin hij meedeelt, dat de gouverneur-generaal van Indië in verband niet de in de ontwerp-be- grooting voor 1927 opgenomen verhoo ging van het bestaande invoerrecht van 12 pet. der waarde van sigaretten papier, waardoor op de in Indië uit in gevoerde tabak vervaardigde sigaret AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 12 Juli 1920. In het Hdbl. geeft de heer Nijpels eea beschrijving van een reis van het Sue* kanaal naai' Jeruzalem. Hij vertelt hoe tal van reizigers in het bezit zijn van een Bijbel, waarin zij dan die gedeelten lezen, die op de plaatsen, die gepasseerd worden, be trekking hebben. Telkens en telkens worden de Bij bels opgeslagen, maai* als men Jerusa lem nadert, dan is het niet meer bij te houden; dan leest men van de vlakte van Ajalon, waar Jozua de Gibeonie- ten versloeg, terwijl zon en maan ble ven stilstaan; Ekron, waarheen de ark kwam met al het onheil over de Fili stijnen; het dal van Ela, waar David Goliath versloeg; bet dal van Sorek, waar Simson zijn daden verrichtte en Delila vandaan kwam „En, aldus besluit de heer Nijpels, zoc gaat het door, langs heel de lijn, door heel Palestina.om me spijt te doen krijgen als haren op mijn hoofd, dat ik vroeger op school niet beter heb opgelet bij de geschiedenislessen, en dat het lezen van den bijbel me toen verboden was!" Spijt als haren op zijn hoofd dat hem vroeger het lezen van den Bijbel ver boden was! En dan nog maar alleen uit histo risch en aardrijkskundig oogpunt. Of het weren van den Bijbel van de openbare school ons volksleven ook verarmt! OBSERVATOR. «Ti Sf een verbruiksbelasting komt te rusten van ongeveer 1/3 van het invoerrecht, verschuldigd voor de import-siga.Tet, een ordonnantie heeft vastgesteld krachtens welke met ingang van 15 dezer het invoerrecht voor sigaretten papier wordt verhoogd tot f 0.50 per 1000 stuks sigarettenpapier in den vorm van sigarettenhulzen of van bandjes van niet meer dan 25 c.M*. op pervlakte, al dan niet in boekjes en tot f (VM -er M". van meer dan 25 c M2. oppervlakte, in bladen of vellen, al dan niét opgerold, zulks ter voorkoming van opslag van groote voorraden sigarettenpapier dooi importeurs, waardoor de verhooging in den eersten tijd zonder effect,zou blijven. De weeldeverteringsbelasting. Aan de Tweede Kamer heeft de Ned. Bond van Piano- en Orgelhandelaren en Fabrikanten een adres gezonden, waarin hij zegt getroffen te zijn door de opneming in het ontwerp Weelde verteringsbelasting van all© piano s, vleugelpiano's, pianola's phonola's en andere mechanische piano's met toe- behooren, als muziekrollen en platen. Adressant herinnert dat hij reeds, naar aanleiding van het ingetrokken ont werp tot wijziging Zegelwet 1917, be zwaren heeft gemaakt in eea verzoek schrift tegen het opnemen van al ie mechanische piano's. Nu zoude behal ve de mechanische, ook alle overige piano's zonder ©enig onderscheid met 10 en 12 ten honderd van den prijs be last worden. Aanschaffing van een eenvoudige piano is geen weelde, de openbare meening beschouwt echter de piano veeleer als een schier onmis baar instrument ten dienste van alge- meene ontwikkeling en opvoeding,- daargelaten de gevallen, waarin de piano dient tot broodwinning. Verzoeker is evenzeer getroffen door het feit, dat zoo goed als alle overige muziekinstrumenten, ook indien deze op luxueuze wijze ol^uit kostbaar ma teriaal zijn vervaardigd, niet onder de voorgestelde belasting zouden vallen, evenmin als radiotoestellen. Deze be zwaren klemmen te meer, daar juist d© pianohandel èn tegenover cfe steed9 meer binnoii het algemeen bereik val lende automobielen ên tegenover de radio-instrumenten een zwaren: con currentiestrijd heeft te voeren. Reeds thans maken nagenoeg alle piano-haa delaren geen winst, verscheidene lij den zelfs zware verliezen. De pianos en mechanische piano s zijn reeds thans belast met de jaar lijks terugkeerende personeele belas ting op meubilair; daarnaast dient FEUILLETON. "•IIIMfii Uit spannende dagen. (Een Vlaamsch verhaal)'. 21) „Hij zal sterven!" antwoordde Si mon-Brutus mijmerende. Na een oogenblik in overpeinzing ge bleven te zijn, sprak hij: „Ik denk nochtans, dat de moorde naar ons is ontsnapt. De zoon van den notaris is ongetwijfeld de dader. Gij weet niet boe deze lieden zijn; om on ze wraak te afwijken, beschuldigen zij de afwezigen, die buiten ons bereik zijn, dewijl die ons toch geen ontken nend antwoord kunnen -geven. Daar om, ik zal den notaris zeggen, dat zjjn zoon en zijn knecht gevangen naar „de Arend" zijn geleid. Zoo zullen wij mis schien weten wat er is geschied en wie het is, die zijn moofddadige handen in het bloed van een soldaat der Fran scb© Republiek durfde doopen.' Ondeirwijl hadden de soldaten van eizestammen een soort van draagbaar gemaakt en het lijk er opgelegd. Op bevel van hun Overste laadden vier der sterksten het op de schouders, en, door de anderen gevolgd, vertrokken zij er 'mede naar de woning van den notariis. Op Iden hof gekomen, liep Simon- Brutuis tot d. notaris, die nog tusschen lijn wachten tegen het huis stond, greep hem bij den kraag, sleurde hem voor het lijk en bulderde in de Fran- sche taal: „Moordenaar! Daar ligt uw slachtof fer Zoudt gij nu nog durven loochenen dat de arme korporaal hier zijn leven liet? Schijnheilige valschaard! Maar gij zult sterven, gij en uw zoon en uw knecht, die wij verrast- hebben, terwijl zij den schrikkelijken getuige hunner onmensohelijke euveldaad poogden te begraven!" „Mijn zoon? Gij hebt mijn zoon ge vangen?" zuchtte de notaris, gansch buiten zich zeiven. „Uw zoon en uw knecht zijn gevan gen naar „de Arend" geleid. Zoo haast wij er zullen teruggekeerd zijn zal hun doodvonnis worden geveld en uitge voerd. Wat u betreft, er blijft voor u slechts één middel over om aan een zekeren dóód te ontsnappen. Zeg ons in volle rechtzinnigheid, wat hier is geschied, en wie den korporaal den ncodlottigen slag heeft toegebracht. Is bet u£r zoon, zoo verklaar het zonder terugfiouding. Het is niet noodig, dat de onschuldigen het met de plicktigen bekoopen. Zeg ons, wie heeft het ge daan? Hij zal alleen sterven; anders zal de kogel nog heden drie men^clien vai. het leven berooven." De notaris antwoordde niet spoedig genoeg. „Op uw leven, spreek-" riep Simon- Brutus, „of ik zend oogenblikkelijk 't bevel, dat uw zoon zonder uitstel voor 'den kop geschoten worde." ..Ik kan niet spreken" stamelde de notaris, „de ontsteltenis, de schrik be neemt mij den adem; ik dwaal. Een oogenblik, ik zal verhalen wat er is geschied." Hij stond een wijl met lange auem- halingen hijgend, en sprak "dan: „Ziehier, Citoyen- Commissaire, wat er is geschied. De korporaal is geko men; hij was dronken; hij heeft mij wijn gevraagd, zeggende, dat hij den requisitie-brief had verloren; ik heb hem den wijn gegeven; hij heeft er van gedronken, en eindelijk heeft hij be geerd, dat ik hem eenige duizenden li- vres geld voor assignaten gave. Ik heb geweigerd; hij heeft zijn sabel getrok ken en mij op den grond geworpen; ik ben opgestaan; hij heeft zijn sabel bo ven mij geheven en mij willen dooden. Ik heb de wijnflesch gegrepen, die op de tafel stond; mij verdedigend©, heb ik hem achter op het hoofd geslagen, en hij is zonder leven neergestort. De soldaten sprongen met razernij vooruit, en onder allerlei wraakgeroep dreigden zij den notaris op staanden voet aan stukken te scheuren. Drie of vier sloegen hem met vuisten, één drukte hem zelfs de punt van de ba jonet in de lenden. De notaris bleef roerloos en gelaten staan, met den blik ten gronde gericht. „Houdt op! Stil!" riep Simon-Bru- tus tot zijn soldaten. „Is het wel waar wat gij verklaard bebt?" vroeg hij den notaris. „Het is waar' zeide deze." „Wie liegt er dan? Wie i* het die mij poogt te bedriegen? Of hebt gij mis schien alle drie te zamen den armen korpQraal overmand en vermoord?" „Niemand heeft hem geslagen dan ik alleen." „Uw zoon beweert nochtans, dat bij het alleen is, die den moord pleegde." „Uit liefde tot mij, Citoyen Commis saire, uit liefde, om mij te redden, zuchtte de notaris, terwijl nieuwe tra nen zijn oog ontvielen. „De knecht zegt ook, dat Bruno don slag gegeven heeft." „Uit verkleefdheid voor zijn ouden meester; om uwe gramschap van mij af te keeren." Deze verklaring beviel Simon-Bru- tus niet; bij had veel liever gehoord, dat Bruno aan het feit plichtig war© geweest. Zoo had zijn haat tegen den jongeling een vasteren schijn van rechtvaardigheid in zijn hart gevon den dan de herinnering aan een ouden minnennijd; en bet ware hem mogelijk geworden Bruno met den dood te straf fen. ofschoon hij als loteling naar Ant werpen moest worden gevoerd. „Hoe verklaart gij dan. de tegenwoor dighei'd uws zoons bij het lijk?" vroeg hij. „Mijn zoon was hieromtrent verbor gen, toen het ongeluk voorviel" ant woordde de notaris. „Ik was te zeer ontsteld en niet in staat om onzen toe stand te beseffen. Jan is mijn zoon in zijn schuilplaats gaan roepen; beiden hebben alsdan het lijk weggenomen, om mij* zoo hot mogelijk ware, voor uw wraak te behoeden." „Dit is dus de waarheid?" „Het is de waarheid." „Begrijpt gij, Citoyen notaris" vroeg Simon-Brutus „dat gij door deze ver klaring uw eigen doodvonnis teekent?' „Het zij zoo, ik heb mijn plicht ge daan" murmelde de notaris. Om zijn zoon van een zekeren dood te redden, beschuldigde hij zich zeiven mot een daad, die hij niet had ge pleegd. Het gevoel der vaderlijke liefde boezemde hem moed en standvastig heid in. Ja, zoo koel en zoo vnj waren nu zijn antwoorden, dat Simon-Brutus en zijn mannen niet twijfelden of het moet geschied zijn, gelijk hij had ver haald. De soldaten achtten zich diensvol gens overtuigd, dat de notaris waar lijk den korporaal had gedood. Ook cischten zij met woedend geschreeuw een onmiddellijke strafuitvoering. „Citoyens camerades" sprak de Over ste. „ziet hoier een man, die 'n soldaat cler Fransche Republiek van het leven heeft beroofd. Hij belijdt het zelf; het lijk van onzen armen makker getuigt tegen hem. Vermeent gij een genoeg zame overtuiging over- deze zaak te hebben ingewonnen? Ik stel u in tot krijgsraad: beslist over zijn lot." „Den dood! den kogel! voor den kop geschoten" klonken al de stemmen ln verwarring. {Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5