NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN MAANDAG 12 JULI 1926
TWEEDE BLAD.
De nieuwe Onderwijscommissie.
Het is begrijpelijk, zegt de Neder
lander, dat het huidige Kabinet het
gewenscht achtte, bovengenoemde
staatscommissie in het leven te reepen
Dat zit vooral op onderwijsgebied
tegenwoordig in de lucht.
Voor' een jaar of vier was er een
sterke strooming in de Kamer, die riep
om bezuiniging op het gebied van het
Hooger Onderwijs. Die stroom viel
schijnbaar niet te keeren. Een staats
commissie werd benoemd onder lei
ding van den heer Galijn. Zij bracht
een rapport uit en de vrucht was
nihil, omdat de commissie na ernstig
onderzoek onmachtig bleek belangrij
ke bezuinigingsvoorstellen te doen.
Daarna kreeg het Hooger Onderwijs
in dit opzicht eenige rust, maar kwam
het Middelbaar Onderwijs aan. de
beurt. Weder drong men sterk van uit
de Kamer op de benoeming van een
staatscommissie aan, vooral om de on
gelijke behandeling van het openbaar
en bijzonder Middelbaar onderwijs,
door de gemeenten onder de oogen te
zien. Ongeveer anderhalf jaar is sinds
dien verloopen en nog hoort men van
de resultaten dezer commissie niets.
Zou ook bier het resultaat nihil blij
ken te zijn?
En nn is men eindelijk bij de staats
commissie voor het lager onderwijs
aangeland. Begrijpelijk is het dat zij
kwam. Men drong en drong. Van links
wil men vooral bezuiniging, van rechts
meerder vrijheid. Dat zijn de heide be
weegredenen, die een henziehing der
L.O.-wet in grooten stijl zullen'moeten
brengen. Wij wachten met groote be
langstelling af, of het deze oommissie
zal gelukken, met volledige handha
ving der pacificatie, dit werk tot stand
te brengen. Wij kunnen niet anders
dan bet goede er van hopen.
Want het resultaat zou toch wèl zeer
poover zijn, na al de klachten, die van
links en rechts zijn opgegaan. Indien
men teil slotte alleen kwam tot eer.
nieuwe schoolgeldregeling, een herzie
ning van de artikelen 100 en 101, en
enkele technische verbeteringen, voor
al waar de opzet der samenstelling be
zuiniging is en rechts voor een deel
de nieuwe schoolwet smaadde om de
belemmering der vrijheid.
Voorstellen, die den vrede op onder
wijsgebied bevorderen en tevens ten
goede van dat onderwijs komen kun
nen, mogen de vrucht van de werk
zaamheid dezer nieuwe commissie zijn
KJ£RK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Aangenomen: naar Buiksloot
ds. 'H. M. E. Bremer te Breskens;
naa/r Dwingelo J. J. Homan te Nieuw-
Beejrta.
B e d a n 'kt: voor SchJoonrewoerd W*
v. /Leeuwen, godsdienstonderwijzer te
Dordrecht; voor 's-Gravendeel, A.
Buurman te Wijk bij Duurstede.
Aangenomen: naar den Helder
(Evangelisatie), Jac. de Pree, te Weert
(Lltmburg).
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te SliedreCht, M. Hof
man te Krabbendijke.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: te Hilversum (als mis
sionair dienaar des Woords) cand. A.
Bikker te Noordeloos.
Zendeling Bikker.
Zooals ^ïit de beroepingeberickten
blijkt, heeft de Chr. Geref. Kerk te Hil
versum den heer Bikker, theol. cand.
beroepen voor den missionairen dienst
Dit is de eerste zendeling, die van
wege de Chr. Geref. Kerk wordt uitge
zonden.
Naar wij vernemen is ale zendings
terrein gekozen de Zuidelijke punt
van Celebes, een nog onontgonnen ter
rein, waar nog nooit het Evangelie der
zaligheid is gepredikt.
Den jeugdigen missionairen Dienaar
des Woords wacht geen gemakkelijke
taak. Van het volk waarheen hij zich
gaat begeven, is zelfs de taal nog niet
bekend. Hij is dus in alle opziehteu
een pionier.
Vermoedelijk zal de lieer Bikker
eerst nog eenigen tijd op de zendings
school te Oegstgeest doorbrengen, ten
einde zich e'enigszins met de Indi
sche tal©n en het Oostersche leven op
de hoogte te stellen.
De Geref. kerk in de hoofdstad.
De kerkeraad der Geref. kerk te Am
sterdam heeft met eenparige stemmen
besloten, het vraagstuk van de toe-
koinsi der kerk in de hoofdstad (kerk-
splitsing c.a.) opnieuw onder de oogen
te zien. Een commissie werd benoemd,
bestaande uit drie predikanten, drie
ouderlingen en drie diakenen, die om.
in opdracht heeft, met de kerkeraden
van Amsterdam-West en Amsterdam
Zuid saam te spreken over een moge
lijke wijziging der kerkelijke grenzen.
De kerktelefoon.
De kerkeraad der Geref. kerk van
Nijkerk heeft besloten de huiszilten-
den telefonisch aan te sluiten, zoodat
zij den Dienst des Woords thuis kun
nen volgen.
Het aantal Lutherschen.
De redactie van de (Ned.) „Wart-
burg" had enkele maanden geleden
een bedrag van f 25 uitgeloofd voor het
beste antwoord op de vraag:
„Wat is de oorzaak van den achter
uitgang van het zielental in de Ned.
Luthersche Kerk? Welke middelen
zouden in dezen achteruitgang veran
dering ten goede kunnen brengen?"
Er zijn, naar het blad thans bericht,
heel wat antwoorden ingekomen maar
geen er van munt zoo zeer boven de
anderen uit, dat de uitgeloofde prijs
van f25 toegekend kon worden. Wel
resumeert de redacteur, ds. C. F. Wes-
termann, enkele ingekomen ant woor
den, en merkt daarbij op:
..Eigenaardig dat slechts weinige in
zenders blijk geven het groote beteekc-
nisvolle werk van het Ned. Lutk. Ge
nootschap te verstaan, zooals ge
schied is en nog gecbiedt, en aanlei
ding tot kring- en gemeentevorming
gegeven beeft te Bussum, Hilversum,
Apeldoorn, Ede, Baam, Winschoten en
Heerlen. Eigenaardig, dat geen der in
zenders als krachtig middel om in den
achteruitgang verandering te brengen,
aanbevelen vermeerderden steun aan
de Inwendige Zendingsactie van voor
noemd Genootschap. Eigenaardig
want de feiten lagen hier toch voor het
grijpen en de cone-.usie niet min lor.
Giften.
Een familie te Grand Rapids stelde
een som van 50.000 dollar ter beschik
king van bet Curatorium .van Calvin
College en de Theol. School der Chr.
Geref. Kerk, bestemd voor de stichting
van een bibliotheekgebouw.
Radiopre diking.
Ds. B. v. d. Werff schrijft in het
„Doornsch Kerkblad":
Een wondere vinding, die radio- uit
zending Ze kan tot rijken zegen strek
ken, maar ook ten vloek wezen. Ze is,
ovenals de pers, een stap ten hemel en
ter hel.
Hoe heerlijk is het, dat onze zieken
en zwakken en zoovelen, die met hen
niet de samenkomsten der gemeeute
kunnen bijwonen, nu toch ook des Zon
dags een preek kunnen beluisteren.
Ook hier is echter een schaduwzijde
aan.
Er zijn er, die de verleiding niet kun
nen weerstaan, om dezen of genen ge-
vierden „spreker" ook eens te hooren.
Men blijft thuis, of vormt een gezel
schapje rond den „luidspreker" en laat
de eigen onderlinge samenkomsten na.
Dit is niet bevorderlijk aan den bloei
van het kerkelijke leven; ook niet aan
de opbrengst van de collecten.
Zou 'tom dit radio-gevaar te ontko
men. niet wenschelijk zijn, dat de ra
dio-diensten in de week werden ge
houden?
Misschien staat de radio-prediker
dan niet voor zulk een „volle kerk"
maar de uitzending bereikt toch het
beoogde doel, n.l. om zieken, zwakken,
enz. te bereiken, en ze doet bet kerke
lijk leven geen afbreuk.
In „De Bazuin" voegt Ds. Schilder
hieraan toe:
Natuurlijk stemmen we Ds. B. v. d.
W. aanstonds toe, dat verzuim van den
dienst in eigen kerk ter wille van een
radiopreek sterk af te keuren is. Men
breekt den band der gemeenschap er
meè; maakt alle geroep om de „actie
ve medewerking' der geloovigen zelf in
den eeredienst (liturgische dienst!) tot
oen bespotting; onttrekt zich aan den
dienst der gebeden; geeft een slecht
voorbeeld; verzuimt zijn „offerande";
brengt in den godsdienst de grilligheid
van het toevallige in de plaats "van de
stelligheid van het gebod; vergeet dat
men niet ,naar een redenaar" moet
luisteren, maar iets anders heeft te
doen des Zondags; en probeert de be
zieling en de geestdrift bij den liturg
in eigen kerk te dooden.
Toch kan ik niet met den voorslag
van Ds. v. d. W. meegaan; want:
le. zoo raakt men in de delinquen
ten de zonde zelf niet aan, doch wil
alleen haar practisch effect verhinde
ren; daarmee is de kwaal evenwel nog
niet genezen;
2e. de zieken willen zoo graag juist
op den Zondag met de gemeente me
deleven; en daar hebben ze gelijk aan;
wij mogen niet den indruk wekken,
alsof een stichtelijk uur „in de week"
gelijk staat met een Zondagskerk.
Men herinnert zich de uitlating van
zieken ,die juist zoo dankbaar zijn, dat
ze een heel gewonen dienst kunnen
volgen: gewoon gebed, gezang enz. In
een weekdienst zou <3it alles onmoge
lijk zijn en is ook het „onopzettelijke"
eraf;
3e. zoolang men Hilversum niet mis
sen kan, is bezetting-van een geschikt
uur in de week" eenvoudig onmo
gelijk.
Een theologische faculteit.
Uit de „Statistische gegevens" be
treffende de Universiteit te Amster
dam blijkt, dat het aantal theologische
studenten aan de Universiteit van Am
sterdam 't vorig jaar was gedaald lot
8. Voor deze 8 studenten waren 6 pro
fessoren beschikbaar.
De kosten per student bedroegen ge
middeld f981, maar iedere theologi
sche student kostte aan de gemeente
f5262.
Vrije Universiteit.
Geslaagd voor 't candidaatsexamen
letteren de heer T. ten Kate te Kampen
Het hospitaalkerkschip „De Hoop."
Het hospitaal-kerkschip De Hoop,
dat 26 Mei van IJinuidew vertrok voor
zijn eersten kruistocht oud r de haring
visscher op de Noordzee, is Vrijdag te
IJ muiden teruggekeerd.
Door den geneesheer, dr. F. G. van
Asperen te Haarlem, werden 93 oitien
ten behandeld, waarvan 8 Duit sobers.
Hiervan werden er 7 in het nospUaal
aan bcora opgenomen. Vijf patiënten
werden meegenomen naar IJmuiden,
n.l. 2 uit Katwijk aan Zee. 2 uit Sche-
veningen en 1 uit Hellevoetsluis. Deze
allen waren echter aan boord weer in
zooverre hesteld, dat ze op eigen gele
genheid naar hun woonplaatsen kon
den gaan.
Van de 93 patiënten werden er 88 in
de haven van Lerwick behandeld en
5 op zee. Verdeeld naar de'herkomst
der thuishavens kwamen de patiënten
van de volgende schepen: 13 uit Kat
wijk aan Zee, 13 uit Scheveningen, 13
uit Vlaardingen, 5 uit Maassluis, 4 uit
IJmuiden en 8 uit Emden.
De predikant, ds. U. Engelsma uit
Zwartsluis, verleende geestelijken bij
stand aan boord der schepen en is
meermalen opgetreden in St. Clemens
Hall Church te Lerwick.
De monteur van De Hoop, Jac. Ie
Best uit Katwijk, verleende aan ver
scheidene loggers technische hulp.
BINNENLAND.
De gevolgen van de Padang-ramp.
Van den gouverneur-generual van
Nederlandsch-Indië is op 10 Juli het
volgende telegram uit Weltevreden
ontvangen, vermoedelijk verbonden
op 9 Juli:
„Resident van Padang seinde totaal
aantal dooden ressort Fadaug Pand-
jang 222, waarvan ter hoofdplaats 74,
Onderdistrict Soempoer ressort Pa
dang Pandjang 27 dooden, waarvan in
Nagari Goegoek Westzijde Singkara-
meer 15 slachtoffers door opgestuwd
meerwater meegesleurd.
In bedoeld onderdistrict 674 huizen
ingstort of zwaar beschadigd. Schade
met inbegrip van sawahleidingen enz,
geschat op ruim f25Ö.00U. Treinver
keer heeft sedert 5 dezer over het ge-
heele net weder plaats volgens de nor
male regeling, behoudens het lijnvak
Padang Pandjang-Soiök, dat tot na
dere bekendmaking is gesloten. Mijn
ingenieur Akkersdijk var. den vulkaan
dienst, vertrok 3 dezer naar Padang
met seismoloog Visser van observato
rium, terwijl een sectie g?nietrocpen
niet barakken verzonden".
Vreugde en weeën in valutatijd.
,De Limburgsche redacteur van de
„Mrb." schrijft uit Maastxicht:
Zender het te merKen zijn wij op-
nituw in een valuta-pcrmde terecht
gekomen. Toen Duitscnlaa I. nu Bel-
gu', Luik begint voor l.uid-Limburg te
oeteekenen wat inderiijd Aken was:
uc groote inkoopcentrale. Eiken avond
kan men uit de te Maastricht arri-
veerende treinen stoeten van mot aller
lei pakken beladen koopers zien arri-
veeren. De treinen komen te laat, bin
nen, want de douanen te Eijsdcn heb
ben nu druk werk. De Luiksch0 ma
gazijnen en café's hebben af en toe
haast evenveel Limburgsch als
Waalsch publiek.
De z.g. vrije markt te Maastricht,
welke op Woensdag wordt gehouden,
is plots tot enormen bloei gekomen.
Op dit punt toont zich de Belgische
valuta-concurrentie veel gevaarlijker
dan de Duitsche, want de Belgen ko
men zelf hun waren brengen. Woens
dag in den vroegen morgen komen zij
met Fordjes en karretjes, mei groote
koffers en kisten naar Maastricht. Ze
rukken aan van Verviers, Luik, Visé,
Tongeren, Hasselt Maeseyck met
schoenen, garen en band, stoffen (een
mansbroek voor een gulden!) en keu
kengerei. In den laatsten tijd zien wij
een waar koekoffensief. Peperkoek en
wafels beginnen een specialen hoek
van het geheel met kraampjes en uit
stallingen gevulde enorme markt
plein in te nemen. De peperkoek wordt
verkocht voor 40 cent per kilo, de wa
fels van zes voor een kwartje. In alle
talen schreeuwen, zingen en gillen de
verkoopers den lof hunner waren. Ia
echt „Vlomsch", Waalsch, Franscb,
waarnaast zich het Joodsch-Hollandsch
toch nog immer gelden laat. Het Lim
burgsch hoort gij nauwelijks meer on
der de verkoopers, want het inheem-
sche element bij de venters verdwijnt
tusschen al dat vreemde. Om de ka
kelbontheid te completeeren leuren
er nog wat Algerijnsche of Turksche
„Chouks" hun kleedjes, negers (hier
Krabbia's genoemd) hun „goed-voor-
borst" en enkele Chineezen of Japan
ners hun papierknutselarijen.
Voor toeristen dié Zuid-Limburg be
zoeken, kunnen wij een wandeling
over de z.g. vrije matkt wel aanbeve
len: het is een bont, groot en zeer le
vendig schouwspel.
De middenstand is er natuurlijk
minder door gesticht. De winkeliers
ondervinden groote schade. De groote
bakkerijen, die peperkoek leveren,
hebben vanwege deze valuta-concur-
rentie reeds de arbeider» moeten ont
slaan.
Postrekeningen met Duitschland en
Zwitserland.
De directeurgeneraal van den post-
chèque- en girodienst brengt ter ken
nis dat voor de overschrijving van be
dragen van postrekeningen in Neder
land op die aangeboden door de Duit
sche en Zwitsersche postadministra-
tiën een omrekeningskoers geldt, wel
ke zooveel mogelijk in overeenstem
ming is met die voor postwissels.
Met nadruk wordt er voorts aan
herinnerd dat voor genoemde over
schrijvingen gewone girobiljetten kun
nen worden gebezigd en dat aan de
voorzijde bovenaan op de drie deelen
der biljetten zoowel als op den om
slag, waarin toezending aan het Cen
trale girokantoor geschiedt, de aanwij
zing „Buitenland" duidelijk moet wor
den aangegeven.
Invoerrecht sigarettenpapier in Indlë.
De Minister van Koloniën heeft aan
den voorzitter der Tweede Kamer een
brief gezonden, waarin hij meedeelt,
dat de gouverneur-generaal van Indië
in verband niet de in de ontwerp-be-
grooting voor 1927 opgenomen verhoo
ging van het bestaande invoerrecht
van 12 pet. der waarde van sigaretten
papier, waardoor op de in Indië uit in
gevoerde tabak vervaardigde sigaret
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 12 Juli 1920.
In het Hdbl. geeft de heer Nijpels eea
beschrijving van een reis van het Sue*
kanaal naai' Jeruzalem.
Hij vertelt hoe tal van reizigers in
het bezit zijn van een Bijbel, waarin
zij dan die gedeelten lezen, die op de
plaatsen, die gepasseerd worden, be
trekking hebben.
Telkens en telkens worden de Bij
bels opgeslagen, maai* als men Jerusa
lem nadert, dan is het niet meer bij te
houden; dan leest men van de vlakte
van Ajalon, waar Jozua de Gibeonie-
ten versloeg, terwijl zon en maan ble
ven stilstaan; Ekron, waarheen de ark
kwam met al het onheil over de Fili
stijnen; het dal van Ela, waar David
Goliath versloeg; bet dal van Sorek,
waar Simson zijn daden verrichtte en
Delila vandaan kwam
„En, aldus besluit de heer Nijpels,
zoc gaat het door, langs heel de lijn,
door heel Palestina.om me spijt te
doen krijgen als haren op mijn hoofd,
dat ik vroeger op school niet beter heb
opgelet bij de geschiedenislessen, en
dat het lezen van den bijbel me toen
verboden was!"
Spijt als haren op zijn hoofd dat hem
vroeger het lezen van den Bijbel ver
boden was!
En dan nog maar alleen uit histo
risch en aardrijkskundig oogpunt.
Of het weren van den Bijbel van de
openbare school ons volksleven ook
verarmt!
OBSERVATOR.
«Ti Sf
een verbruiksbelasting komt te rusten
van ongeveer 1/3 van het invoerrecht,
verschuldigd voor de import-siga.Tet,
een ordonnantie heeft vastgesteld
krachtens welke met ingang van 15
dezer het invoerrecht voor sigaretten
papier wordt verhoogd tot f 0.50 per
1000 stuks sigarettenpapier in den
vorm van sigarettenhulzen of van
bandjes van niet meer dan 25 c.M*. op
pervlakte, al dan niet in boekjes en
tot f (VM -er M".
van meer dan 25 c M2. oppervlakte, in
bladen of vellen, al dan niét opgerold,
zulks ter voorkoming van opslag van
groote voorraden sigarettenpapier dooi
importeurs, waardoor de verhooging
in den eersten tijd zonder effect,zou
blijven.
De weeldeverteringsbelasting.
Aan de Tweede Kamer heeft de Ned.
Bond van Piano- en Orgelhandelaren
en Fabrikanten een adres gezonden,
waarin hij zegt getroffen te zijn door
de opneming in het ontwerp Weelde
verteringsbelasting van all© piano s,
vleugelpiano's, pianola's phonola's en
andere mechanische piano's met toe-
behooren, als muziekrollen en platen.
Adressant herinnert dat hij reeds, naar
aanleiding van het ingetrokken ont
werp tot wijziging Zegelwet 1917, be
zwaren heeft gemaakt in eea verzoek
schrift tegen het opnemen van al ie
mechanische piano's. Nu zoude behal
ve de mechanische, ook alle overige
piano's zonder ©enig onderscheid met
10 en 12 ten honderd van den prijs be
last worden.
Aanschaffing van een eenvoudige
piano is geen weelde, de
openbare meening beschouwt echter
de piano veeleer als een schier onmis
baar instrument ten dienste van alge-
meene ontwikkeling en opvoeding,-
daargelaten de gevallen, waarin de
piano dient tot broodwinning.
Verzoeker is evenzeer getroffen door
het feit, dat zoo goed als alle overige
muziekinstrumenten, ook indien deze
op luxueuze wijze ol^uit kostbaar ma
teriaal zijn vervaardigd, niet onder de
voorgestelde belasting zouden vallen,
evenmin als radiotoestellen. Deze be
zwaren klemmen te meer, daar juist
d© pianohandel èn tegenover cfe steed9
meer binnoii het algemeen bereik val
lende automobielen ên tegenover de
radio-instrumenten een zwaren: con
currentiestrijd heeft te voeren. Reeds
thans maken nagenoeg alle piano-haa
delaren geen winst, verscheidene lij
den zelfs zware verliezen.
De pianos en mechanische piano s
zijn reeds thans belast met de jaar
lijks terugkeerende personeele belas
ting op meubilair; daarnaast dient
FEUILLETON.
"•IIIMfii
Uit spannende dagen.
(Een Vlaamsch verhaal)'.
21)
„Hij zal sterven!" antwoordde Si
mon-Brutus mijmerende.
Na een oogenblik in overpeinzing ge
bleven te zijn, sprak hij:
„Ik denk nochtans, dat de moorde
naar ons is ontsnapt. De zoon van den
notaris is ongetwijfeld de dader. Gij
weet niet boe deze lieden zijn; om on
ze wraak te afwijken, beschuldigen zij
de afwezigen, die buiten ons bereik
zijn, dewijl die ons toch geen ontken
nend antwoord kunnen -geven. Daar
om, ik zal den notaris zeggen, dat zjjn
zoon en zijn knecht gevangen naar „de
Arend" zijn geleid. Zoo zullen wij mis
schien weten wat er is geschied en wie
het is, die zijn moofddadige handen in
het bloed van een soldaat der Fran
scb© Republiek durfde doopen.'
Ondeirwijl hadden de soldaten van
eizestammen een soort van draagbaar
gemaakt en het lijk er opgelegd. Op
bevel van hun Overste laadden vier
der sterksten het op de schouders, en,
door de anderen gevolgd, vertrokken
zij er 'mede naar de woning van den
notariis.
Op Iden hof gekomen, liep Simon-
Brutuis tot d. notaris, die nog tusschen
lijn wachten tegen het huis stond,
greep hem bij den kraag, sleurde hem
voor het lijk en bulderde in de Fran-
sche taal:
„Moordenaar! Daar ligt uw slachtof
fer Zoudt gij nu nog durven loochenen
dat de arme korporaal hier zijn leven
liet? Schijnheilige valschaard! Maar
gij zult sterven, gij en uw zoon en uw
knecht, die wij verrast- hebben, terwijl
zij den schrikkelijken getuige hunner
onmensohelijke euveldaad poogden te
begraven!"
„Mijn zoon? Gij hebt mijn zoon ge
vangen?" zuchtte de notaris, gansch
buiten zich zeiven.
„Uw zoon en uw knecht zijn gevan
gen naar „de Arend" geleid. Zoo haast
wij er zullen teruggekeerd zijn zal hun
doodvonnis worden geveld en uitge
voerd. Wat u betreft, er blijft voor u
slechts één middel over om aan een
zekeren dóód te ontsnappen. Zeg ons
in volle rechtzinnigheid, wat hier is
geschied, en wie den korporaal den
ncodlottigen slag heeft toegebracht. Is
bet u£r zoon, zoo verklaar het zonder
terugfiouding. Het is niet noodig, dat
de onschuldigen het met de plicktigen
bekoopen. Zeg ons, wie heeft het ge
daan? Hij zal alleen sterven; anders
zal de kogel nog heden drie men^clien
vai. het leven berooven."
De notaris antwoordde niet spoedig
genoeg.
„Op uw leven, spreek-" riep Simon-
Brutus, „of ik zend oogenblikkelijk 't
bevel, dat uw zoon zonder uitstel voor
'den kop geschoten worde."
..Ik kan niet spreken" stamelde de
notaris, „de ontsteltenis, de schrik be
neemt mij den adem; ik dwaal. Een
oogenblik, ik zal verhalen wat er is
geschied."
Hij stond een wijl met lange auem-
halingen hijgend, en sprak "dan:
„Ziehier, Citoyen- Commissaire, wat
er is geschied. De korporaal is geko
men; hij was dronken; hij heeft mij
wijn gevraagd, zeggende, dat hij den
requisitie-brief had verloren; ik heb
hem den wijn gegeven; hij heeft er van
gedronken, en eindelijk heeft hij be
geerd, dat ik hem eenige duizenden li-
vres geld voor assignaten gave. Ik heb
geweigerd; hij heeft zijn sabel getrok
ken en mij op den grond geworpen; ik
ben opgestaan; hij heeft zijn sabel bo
ven mij geheven en mij willen dooden.
Ik heb de wijnflesch gegrepen, die op
de tafel stond; mij verdedigend©, heb
ik hem achter op het hoofd geslagen,
en hij is zonder leven neergestort.
De soldaten sprongen met razernij
vooruit, en onder allerlei wraakgeroep
dreigden zij den notaris op staanden
voet aan stukken te scheuren. Drie of
vier sloegen hem met vuisten, één
drukte hem zelfs de punt van de ba
jonet in de lenden. De notaris bleef
roerloos en gelaten staan, met den blik
ten gronde gericht.
„Houdt op! Stil!" riep Simon-Bru-
tus tot zijn soldaten.
„Is het wel waar wat gij verklaard
bebt?" vroeg hij den notaris.
„Het is waar' zeide deze."
„Wie liegt er dan? Wie i* het die mij
poogt te bedriegen? Of hebt gij mis
schien alle drie te zamen den armen
korpQraal overmand en vermoord?"
„Niemand heeft hem geslagen dan
ik alleen."
„Uw zoon beweert nochtans, dat bij
het alleen is, die den moord pleegde."
„Uit liefde tot mij, Citoyen Commis
saire, uit liefde, om mij te redden,
zuchtte de notaris, terwijl nieuwe tra
nen zijn oog ontvielen.
„De knecht zegt ook, dat Bruno don
slag gegeven heeft."
„Uit verkleefdheid voor zijn ouden
meester; om uwe gramschap van mij
af te keeren."
Deze verklaring beviel Simon-Bru-
tus niet; bij had veel liever gehoord,
dat Bruno aan het feit plichtig war©
geweest. Zoo had zijn haat tegen den
jongeling een vasteren schijn van
rechtvaardigheid in zijn hart gevon
den dan de herinnering aan een ouden
minnennijd; en bet ware hem mogelijk
geworden Bruno met den dood te straf
fen. ofschoon hij als loteling naar Ant
werpen moest worden gevoerd.
„Hoe verklaart gij dan. de tegenwoor
dighei'd uws zoons bij het lijk?" vroeg
hij.
„Mijn zoon was hieromtrent verbor
gen, toen het ongeluk voorviel" ant
woordde de notaris. „Ik was te zeer
ontsteld en niet in staat om onzen toe
stand te beseffen. Jan is mijn zoon in
zijn schuilplaats gaan roepen; beiden
hebben alsdan het lijk weggenomen,
om mij* zoo hot mogelijk ware, voor
uw wraak te behoeden."
„Dit is dus de waarheid?"
„Het is de waarheid."
„Begrijpt gij, Citoyen notaris" vroeg
Simon-Brutus „dat gij door deze ver
klaring uw eigen doodvonnis teekent?'
„Het zij zoo, ik heb mijn plicht ge
daan" murmelde de notaris.
Om zijn zoon van een zekeren dood
te redden, beschuldigde hij zich zeiven
mot een daad, die hij niet had ge
pleegd. Het gevoel der vaderlijke liefde
boezemde hem moed en standvastig
heid in. Ja, zoo koel en zoo vnj waren
nu zijn antwoorden, dat Simon-Brutus
en zijn mannen niet twijfelden of het
moet geschied zijn, gelijk hij had ver
haald.
De soldaten achtten zich diensvol
gens overtuigd, dat de notaris waar
lijk den korporaal had gedood. Ook
cischten zij met woedend geschreeuw
een onmiddellijke strafuitvoering.
„Citoyens camerades" sprak de Over
ste. „ziet hoier een man, die 'n soldaat
cler Fransche Republiek van het leven
heeft beroofd. Hij belijdt het zelf; het
lijk van onzen armen makker getuigt
tegen hem. Vermeent gij een genoeg
zame overtuiging over- deze zaak te
hebben ingewonnen? Ik stel u in tot
krijgsraad: beslist over zijn lot."
„Den dood! den kogel! voor den kop
geschoten" klonken al de stemmen ln
verwarring.
{Wordt vervolgd).