Ooerzitten^
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 30 JUNI 1926
TWEEDE BLAD.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Nadat verschillende wetsontwerpen
van ondergeschikten aard waren afge
daan, kwam aan 'de orde de interpel
latie van den heer Moller, inzake
de classificatie der gemeenten
«ooals die is neergelegd in het bezol
digingsbesluit van burgerlijke ambte
naren.
De heer Moller (R.K.) stelde de
volgende vragen:
1. Is de Regeering niet van oordeel,
dat het. stelsel van classificatie, der
gemeenten volgens het bezoldigings
besluit Voor burgerlijke ambtenaren
in vele opzichten zoo onjuist wordt
toegepast, dat vele gemeenten te laag
zjjn gerangschikt en nog andere onbil
lijkheden uit. die onjuiste toepassing
voortkomen?
2. Zoo ja, is de Regeering bereid, alle
onbillijkheden die door de onjuiste
toepassing van het stelsel tot op den
dag van 'de afschaffing, zijn of worden
veroorzaakt, te herstellen?
3. Is de regeering daarenboven niet
van oordeel, dat 't geheele stelsel van
klassenindéeling van de gemeenten,
volstrekt onhoudbaar is, doordat vele
factoren niet in rekening gebracht
kunnen worden, doordat de omstan
digheden in vele, zoo niet alle gemeen
ten zich voortdurend wijzigen, doordat
de nadeelen evenals de voordeelen_ in
de verschillende gemeenten onderling
zeer verschillen, en dikwijls op onder
ling geheel verschillende wijze tegen
elkaar opwegen, en dat derhalve de
eènige billijke regeling is, geen enkele
klassenindeeling van de gemeenten en
geen standplaatsaftrek van de norma
le bezoldiging?
De heer DE GEER, Minister van Fi
nanciën, is niet van de meening, in
de eerste vraag bedoeld, al bleven er
na de laatste herziening eenige onef
fenheden die te verbeteren zijn.
Op de tweede vraag antwoordt spr.
dat herziening der classificatie voors
hands niet in het voornemen der re
geering ligt, althans niet op ruime
schaal en niet, met terugwerkende
kracht.
Op de derde vraag antwoordt spr.
dat het stelsel hem allerminst on
houdbaar toeschijnt. Bovendien moet
er onderscheid worden gemaakt voor
verschillende categorieën van ambte
naren. Er is toch groote differentiatie
b.v. ook ten aanzien van burgemees
ters en gemeentesecretarissen.
Intussehen zal spr. de bezwaren van
den interpellant tegen de jongste her
ziening nog eens ernstig nagaan.
De heer MOLLER repliceert. De mi
nister heeft vrijwel gezwegen en geen
van spr.'s argumenten weerlegd. Er is
geen sprake van dat de cijfers op de
juiste wijze zijn verkregen; er is in bét
geheel niet op wetenschappelijk-sta-
tistische wijze te werk gegaan.
Spr. 'dient een tweetal moties in: de
eerste strekt om uit te spreken dat de
classificatie veel onbillijkheden omvat
en de regeering' uitnoodigt, de klasse-
indeelmg in te trekken en den standr
plaatsaftrek in te trekken. De tweede
motie noodigt de regeering uit, de fou
ten in de toepassing van de classifica-
tieregelmg te verwijderen.
De heeh KETELAAR (V.D.) zegt, vele
klachten te hebben gehoord ook uit*
andere plaatsen van die, door den heer
Moller genoemd. Hij zou echter niet
verder willen gaan 'dan den minister
op de cijfers te wijzen en te vragen, of
hij daaraan de aandacht wil schenken,
die zij verdienen. De twee moties van
den heer Moller zijn naast elkaar niet
bestaanbaar.Met de eerste motie kan
spr. niet meegaan, 'de tweede acht hij
niet absoluut noodzakelijk.
De heer BAKKER (C.H.) meent, dat
de classificatie moet worden gehand
haafd, doch dat zij dient te worden
herzien. Voor de eerste motie gevoelt
spr. dus niets. Een nauwkeurig onder
hoek dient te worden ingesteld om on
billijkheden, die zich hebben voorge
daan, weg te nemen. Hij zal tegen bei
de stemmen.
De heer SMEENK (A.R.) sluit zich
aan hij den heer Ketelaar., Men kan
niet ontkennen, dat er tusschen ver
schillende gemeenten een groot soci-
aal-economisch verschil bestaat. Wél
erkent spr. dat er in het bestaande
verschil veel onbillijkheden schuilen
cn dat verscheiden steden verkeerd
zijn geclassificeerd. Een correctie zou
misschien te vinden zijn in die richtng
dat voor ambtenaren, die kinderen
hebben van boven 12 jaren, die voort
gezet onderwijs volgen, een herziening
plaats heeft.
De heer MOLLER trekt de tweede
motie in.
De heer J. TER LAAN (S.D.A.P) ver
wondert zich erover, dat de heer Mol
ler een interpellatie heeft gehouden
als hij gedaan heeft, zonder rekening
te houden met de nu bestaande ver
houding tusschen overheid en perso
neel. Dit onderwerp behoort thuis bij
de Centrale Commissie van Overleg.
De heer v. GIJN (V.B.) acht de clas
sificatie beter dan de standplaatstoe
lage. Ten aanzien van het duurder on
derwijs, waarover de heef Smeenk
sprak, zou misschien tegemoet te ko
men zijn door den kindertoeslag, die
er toch reed9 is, eenigszins te ver-
li oogen.
De heer BRAAT (P.B.) acht het on
billijk, dat plattelands-ambtenaren,
die hetzelfde werk doen als stads-amb
tenaren niet evengoed betaald worden
te meer, daar het leven te plattelande
in vele opzichten duurder is dan in
de stad. Spr. zal vóór de motie-Moller
stemmen.
De heer HERMANS (R.K.) dient do
volgende motie in:
.,De Kamer, van oordeel, dat de her-
classificatie van sommige gemeenten
bij de laatste herziening van het be
zoldigingsbesluit voor de in die ge
meenten wonende ambtenaren tot ge
volg moet hebben een aan de klasse-
verhooging evenredige verhooging van
het inkomen, gaat. over tot de orde van
den dag."
De Minister van Financiën, de heer
DE GEER, .zegt, dat als de motie-Mol
ler wordt aangenomen, hij zal hebben
te overwegen of hij haar kan uitvoe
ren. Wat de motie-Hermans betreft,
d.eze behelst de uitlegging van een ar
tikel. De minister zal 'deze zaak ernstig
overwegen.
De heer HERMANS trekt zijn motie
in. De stemming over de motie-Moller
heeft plaats Woensdag te 1 uur.
De vergadering wordt te 5 uur ver
daagd.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK
Berjoiepen: Te Zegveld, J. II. Th.
Rappard, te BarnevelcY. Te Hedel, H.
Ewoldt te Raamsdonk.
GEREF. KERKEN.
Tweletal: Te Hilversum, A. M'.
Boeijinga, te Sassenheim ea P. No-
mes te Delfshaveu. Te Zeist, J. Gil*
ldbaard te N.-Scbafwcude en J. van
IHerksen, te H ill ego m.
B ©(roepen: Te Westzaan, DJ.
B. Allaart cand. te Oegstgeest. Te
Bierum (Gr.), S. P. .Vermeer, te Ou-
Idemirdum.
Bedankt: Voor Bunschoten'Spa-
kenburg A., A. Wijngaarden, te Baar
land.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Rozenburg. J. Ree-
sink te Aalten.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Bero epen: Te W.esl-Terschelling,
(O. T. Zijlkema, prop. te Amsterdam.
Te Dantumawoude c.a.Ds. J. Yntema
jte OuderBuiltzijl.
Aangenomen: Naar Rotteva'le*
[Witteveen, G. E. Doyer, te Arnhem.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
De heer L. H p 11 r i g t e r, die be*
tnoémd is tot voorganger bij de Chr.
LGea*ef. Gemeente te Nieuwendam, zal
a.s. Donderdagavond te halt acht door
Ds. A. M. Berkhoft van Amsterdam,
tot zijn werk worden ingeleid.
Ds. G. S'tra ting, te GasseP
'ternijveen, hoopt Zondag 4 Juli '1923
zijin intrede te aoen bij de Ned. Herv.
.Gem. te Wagenborgen.
Als bevestiger zal optreden Ds. H.
van Dijk te Nieuwolde.
Ds. Smelik geschorst.
Naar gemeld wordt, hceit de classis
.Breukelen der Geref. Kerken in haar
'buitengewone vergadering van giste
ren, Ds. E. L'. Smelik, predikant te
Tienheven wegens zijn bezwaren te
gen de besluiten van Assen voor drie
maanden geschorst.
Bezwaarde predikanten.
Gisteravond is te Haarlem een ver
gadering gehouden van de commissie
door de classis Haarlem der Geref.
Kerken, benoemd om met de üezwaar
de predikanten en ouderlingen een sa*
menspreking te houden om zoo moge
lijk gerezen misverstand op te heffen.
De commissie van advies, door de
Synode te Assen Benoemd, nam aan
deze bespreking deel; de eerstgenoem
de commissie bestaat uit de predikan
ten Greenewegen te Plalfweg, Wielen"
ga te Hoofddorp en Kramer te Bever
wijk, en den ouderling Borst te Hoofd
dorp. i
Ds. .Van den Brink was, op advies
va4i den kerkeraad te Zandvoort, niet
verschenen. Wel waren aanwezig de
Bezwaarde predikanten Ds. Brussaard
te Bloemendaal en Ds. Brinkman te
Haarlem. Eveneens was tegenwoordig
Ds. Van Duin te Haarlemmermeer O.
De besprekingen droegen een ver
trouwelijk karakter. De beide eerst:
genoemde predikanten zetten uitvoerig
hun bezwaren uiteen.
De beraadslagingen- werden met tot
een einde gebracht en zullen binnen
korc worden voortgezet.
Het conflict met Ds. Van der Brink
werd zeer ernstig geacht; zoodat. ver
wacht wordt, dat in de classis-vergade
ring van 6 Juli maatregelen tegen hem
zullen worden genomen.
In het geschil met Ds. Brussaard en
Ds. Brinkman wordt een gunstige op
lossing waarschijnlijk geacht.
Kerkbouw.
De verbouwing van de Geref. Kerk
te Voorburg is aan den laagsten in
schrijver, den heer W:. v: Genderen
te Haarlem, voor f -f9.195 opgedragen.
De Friesche Zending.
Naar de „Stand." verneemt, is Ds.
C. v. d. Woude te Gorredijk aangezocht
om als tweede missionaire dienaar des
Woords naar Keboemen, in het Zuid
westen van Kedoe het zendingsveld
van de Geref. Kerken van Friesland
te willen gaan.
BINNENLAND.
De Weeldebelasting.
Maandagavond heeft de minister
van financiën, jhr. mr. D. de Geer, de
vertegenwoordigers ontvangen uit het
hotel-, café- en restaurantbedrijf ter
bespreking van de wijziging van de
Zegelwet (hotelbelasting).
De minister kon niet begrijpen dat
het verzet uit de organisaties zoo sterk
was, omdat toch niet de hotelhouders,
c.s., maar het publiek de belasting zal
moeten betalen.
De organisaties voerden hiertegen
aan, dat onbekendheid met de finisses
van het bedrijf in het algemeen wel tot
deze opvatting van den minister kan
leiden, maar dat, niettegenstaande oo-
genschijnlijk het publiek de belasting
zal betalen, cle organisaties gevoelen,
dat haar bedrijven feitelijk de dupe
zullen worden. De minister moest toch
door het krachtige verzet der organi
saties overtuigd worden, dat die be
drijven ernstige benadeeling door de
nieuwe belasting duchten.
De vertegenwoordigers der organisa
ties legden zeer grooten nadruk op den
buitengewonen invloed, welke deze be
lasting zal hebben op het vreemdelin
genverkeer. Deze belasting zal door de
ons omringende landen met hun lage
valuta ten koste van ons land terdege
worden uitgebuit tot groote schade
voor het hotelbedrijf in het algemeen
en van de van 'dat bedrijf mede be -
staande industrieën en leveranciers.
Tenslotte bepleitten de vertegen
woordigers der hotelindustrie de in
stelling van een bijzondere commis
sie van onderzoek over de nadeelige
'gevolgen der wet voor hun zaken.
De minister deed ten slotte de toe
zegging, over de instelling van de ge
vraagde commissie te zullen nadenken
en verzocht aan de organisatie hun
standpunt nog eens nader schriftelijk
vast te leggen.
Het bestuur van den Nederl. Bond
van Chr. fabrieks- en transportarbei
ders heeft een adres gezonden aan den
minister vau financiën, waarin wordt
gezegd, dat met verwondering er ken-
RECLAME.
bij Wielrijders. T23
een door de zon Verschroeide huid.
Schrijnen en Smetten.verzacht en j
fieneestmenmetpy^Q^j
"bij Apoth.en ProétsterT"
nis van is genomen dat de Nederland-
sche aardewerkproducten, welke over
het algemeen uit gewone volksartike
len bestaan, in het ontwerp-weeldebe-
lasting zijn opgenomen, en waarin ver
zocht wordt, met het oog op het alge-
men belang voor de betrokken indus
trie en de daarbij belang hebbende ar
beiders, uit voornoemd wetsontwerp
terug te nemen de heffing op produc
ten van aardewerk.
GEMENGD NIEUWS.
Aanval op een w i s s e 1 lo op er-
Te Parijs moest een wisselloopér,
'bediende van de Banque du Rhin, een
wissel gaan inn én bij^ een kamerhuur
der in ae rue Pierre Chausson.
Niet zoodra had hij voet in 'dien ka
mer gezet, of 'hij: wérd met een ijzeren
staaf op het hoofd geslagen, zoodar
hij bewustelbos neerviel. Zijn geldtasch
werd hem ontrukt en de daaer holde
'de trappen af. de gerante van het hotel
voorbij, en de straat op.
Op net hulpgeroep der gerante. die
(hoewel niet wetende wat er gebeurd
was, vermoedde dat er een misdaad
had plaats gehad, werd de man spoe
dig gegrepen en aan de politie overge
leverd.
Het mysterieuse in het heele geval is
tlafc de huurder van de kamer, bri wlen
ide wissel moest worden gepresenteerd,
Spoorloos verdwenen is, zoodat men
vermoedt, dat hij met den misdadiger
samen, een Italiaan, met name'Marti
ni, een complot tot berooving van den
wissellooper gesmeed heeft. Deze is
naar het hospitaal overgebrachtmen
heeft hem nog niet kunnen ondervra
gen, doch hoopt hem in het leven te
'behouden.
Amerikanen naar Europa.
De uittocht van'Amerikanen naar
Europa bereikte wel zijn hoogtepunt
'de raafste twee dagen met het vertrek
van twaalf transatlantische booten, elk
tot de uiterste capiciteit geladen en die
kunnen mieer dan 12000 passagiers-
naar dezer zijde van den Oceaan over
brengen.
Het rampjaar. Elk jaar ple
gen 'de speciale tijdschriften onder
analoge opschriften, de revue te laten
passeeren de twaalf maanden die zijn
vervloden en zulks ten aanzien van
hetgeen den lezers bizonder moet in
teresseeren. Zoo zal 't eene tijdschrift
het hebben over het rechts jaar, 't an
dere over he: paedagogisch jaar enz.
Het Fransche orgaan der Roode Kruis
vereenigingen heeft het over de cata*
strophen. En dan publiceert liet eene
indrukwekkende statistiek van de na
tuurrampen die van 1 September 1924
tot 1 September 1925 de wereld heb
ben geteisterd.
Het blijkt dan dat er 30 aardbevin
gen hebben plaats gehad, b' aardver
schuivingen, 100 overstroomingen, 74
cyclonen, tornado's en dergelijke
stormrampen, 14 droógten, G spring
vlcseidien, b vulcaniscRe uitbarstingen,
'29 branden. 8 hongersnooden, en 15 re
gens van sprinkhanen, in totaal 282 na
tuurrampen in één jaar.
De meest geteisterde streek was Eu
ropa, waar men o.ia. 10 ovevstroomin
fcjen telde in Italië, 9 in. frankrijk, 7
stormen in Spanje, enz. Het werelddeel
dat er het best is afgékomei moet
Afrika geweest zijn.
N 0(D' <a 1 o 111 g ongeval. Te
Beekbergen werd de ongehuwde ai-
door een terugslaand stuk, dat van de
beider M. J. bij het zagen van hout
zaagmachine vloog, tegen den buik
getroffen. Onder hevige pijnen werd
hij .naar het ziekenhuis te Apeldoorn
(Overgebracht, waar hij aan cle beko
men verwondingen is overleden.
Den nek gebroken. Toen
de 63-jarige G. Kuiler te Zwolle giste
renavond bezig was met het laden van
een voer hooi ging zijn paard er plots
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 30 Juni 1926.
De Tweede Kamer-heeft zich giste
ren weer eens bezig gehouden met de
classificatie der Gemeenten in ver
band met het bezoldigingsbesluit.
En 't zal nog wel eens gebeuren ver
moed ik.
Want boe men de zaak ook wendt
of keert, er blijft heel wat onbillijks in.
Daar is b.v. een endenvijzer of oen
ambtenaar, die in 't Haagje resideert.
Hij heeft alles bij de hand: bibliothe
ken, onderwijsinrichtingen, leeszalen
enz. En hij kan van alles genieten: le
zingen. musea, concerten enz. en dan
is de belasting nog laag bovendien.
Stel daartegenover nu een collega
in Axel-of Uskwerd. Hij grijpt er altijd
naast. Geen bibliotheken, geen on.Ier-'
wasinrichtingen, geen concerten, geen-
musea, maar wel vaak: hardér werken
<m hooger belasting.
En bovendien is zijn salaris nog f
pet lager gesteld.
Ik weet wel dat een plattelander
daarom volstrekt nog niet altijd onge
lukkiger is dan zijn steedsehe colioga.
Er zijn heel jvat dingen in 't leven, die
niet in geld kunnen worden ui fee--
drukt. -
Maar daarmee is de billijkheid van
een 8 procents-aftrek naar 't mij voor
komt. nog volstrekt niet bewezen.
OBSERVATOR
van door. K. viel van den 'wagen. Hij
werd dood opgenomen.
De geneesheer constateerde dat de
nek gebroken was.
D ofcn <1 e lij k o n g e v a 1. Gis
terenmiddag had aan de wèrkzaamha
den van Maaskanalisatie te Betfeld
een doodelijk ongeval plaats. De on
gehuwde arbeid Hu.-ken; ut Heel
bij Roermond had, 'doordat\de draad
van een hijschblok urakjjhec ongeluk
«een 600 K.G. zwarejjlaatjop het 'hoofd
te krijgen. Hij was i'opjsfag Hood.
Een orgel'uitTbamboestanr
men. Ken" kerie^in^LasJfPiYiaéL-op
de Philippjjnen, heeft een orgel, waar
van de pijpen uit uitgeholde bamboe-
stammen waren vervaardigd. Het or
gel was een werk van''de' Spaanse he
Augustijnermonniken
Sinds 1863 en sinds 1882 was het
orgel onbruikbaar geworden. Eerst
was het door een aardbeving beschadigd.
later do een tyfoon met ke k en al
toe een ruïne gemaakt. Thans werd
het echter dooïr P. Faniel, een Bé»
gischen Missionairis, weer gerepv.
reerd De bamboepijpen «revesn reu'
bijzónder zachten en'zoeten klank.
^Een angstig roeitochtje.—
Twee Londensche jongens, die cien
Zondag in Sruthena hadden doorge"
bracht, maakir in den namiddag een
tochtje met hun roeiboot op zee. Zij
waren al meerdere mijlen uit de kust*
toen ze bemerkten dat hun boot lekte
en zich met water begon xc vullen. Za
brachten eenige angstige uren door,
terwijl ze door hulpgeroep de aan
dacht van passeerende booten tracht*
ten te trekken. Eerst laat in den avond
toen de roeiboot op het punt van de
zinken was, werden ze opgemerkt door
een plezierboot die van Margate naar
Lonaen terugkeerde en door e:-n door
deze gewaarschuwde motorbarkas op*
gepikt.
Een zeiljacht verdwenen.'
Sinds Zondagmorgen is een zeil"
jacht, dat aan de pier te Southend'ort^
Sea gemeerd lag, spoorloos verdwe
nen. Het kan, waar de zee kalm whs
en het bovendien stevig geankerd was,
niet op drift geraakt zijn. Men Vér*
moedt derhalve, dat onbevoegden ér
zich van hebben meester gemaakt.
Het jacht was ingericht voor plezier
tochten op zee en kan veertig passa
giers bevatten.
B o t fe i n g. Te Haule onder H au
lerwijk passeerden een motor en
fietsrijder een hooiwagen. Beiden sloe
gen rechts af, met het gevolg dat ze
met elkaar in botsing kwamen. Dei
motorbestuurdei' bleet bewusteloos lig
gen. Op advies van Dr. Beumei' werd
hij onmiddellijk met gebroken borst
kas naar Groningen vervoord. Hyj
bleek te zijn hoofd der school te
Boerakker bij Tolbert. .De lie.snjdey
kreeg ernstige verwondingen aan heu
hoofd.
FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
(Een Vlaamsch verhaal).
11)
Ofschoon uit hun morrende woor
den bleek, dat zij den drank desniet
temin flauw en slecht vonden, kon
men wel op hun roode aangezichten en
in hun 'dwaze blikken bemerken, dat
zij reeds meer dan één stoop bier en
meer dan éen flesch brandewijn had
den verzwolgen.
Hier werd natuurlijk slechts de Fran
sche taal gehoord; want buiten Simon-
Brutus waren al de soldaten vreemde
lingen en verstonden geen enkel woord
Vlaamsch.
-ten sergeant sprak op dit oogenblik,
terwijl hij zich tot Simon-Brutus wend
de: „Ah ca, Citoyen Commissaire, gij
moet bekennen, dat uw geboorteland,
een vervloekt land is, nog niet goed
om er een kolonie van Fransche bede
laars J in te richten. I-Ioe? wij komen
hier om dit slavenvolk van zijn tiran
nen te verlossen; wij brengen hun de
vrijheid, wij heulen ons af voor hunne
onafhankelijkheid.en voor beloo
ning geven zij de maag vol patatten
en gekabbelde melk! Gelooven zij dan,
dat de soldaten der Fransche Repu
bliek de koorts of de geelzucht heb
ben? Die domme baas heeft ons wijs
gemaakt, dat hij van onze komst niet9
wist; maar dezen avond, Citoyen Com
missaire?" Gij, die de taal van dit arm
zalig land verstaat, gij zult ongetwij
feld zorgen, dat de soldaten der Fran
sche Republiek niet gedwongen wor
den, gelijk de kinderen met een scho
tel pap te gaan slapen?"
.,Ik denk er juist aan" antwoordde
Simon-Brutus glimlachend, „maar het
is reeds laat; er is geen slachter in
het dorp...." <s
„Welnu, maak bons" bemerkte een
ander, en zoo de baas niet recht in
zijn schoenen loopt, zal ik hem met
het plat van mijn sabel wel recht lèe-
ren gaan."
„Dit is het minste" hernam Simon-
Brutus, „onze mannen moeten insge
lijks eten, en ik meen, dat zij wel een
paar schapen zouden meester worden.
Wie zou ze slachten en bereiden?"
„Anders niet?" riep éen korporaal,
„de oude Mucius-Scevola, daar achter
in de schuur, is beenhouwer geweest.
In twee, drie uren zou hij al de dieren
slachten, die in het dorp zijn; want,
met uw oorlof, Citoyen Corrimissairé,
ik geloof niet, dat er huiten de domme
inwoners zei ven veel vee in Mit ellen
dig land kan zijn."
„En wij, zullen wij eenige kiekens
eten?" vroeg Simon-Brutus.
„Een hamelbout zou ook niet slecht
zijn!" bemerkte de sergeant.
„Zijn er in'deze gemeente geen melk
varkens?" vroeg een ander.
,yH*t is .wei" sprak Simon-Brutus,
„ik ga er voor zorgen. Citoyen korpo
raal, roep den baas!"
Een der aanwezige soldaten stond
op, opende de deur der kamer en keer
de weder met cl en molenaar.
Baas Cuylen bleef sprakeloos bij de
deur staan, met de slaapmuts in de
hand en met een onnoozel gezicht als
een sukkelaar.
Sirr.on-Biutus. die intussehen nog
iets geschreven had, nam twee stukjes
Papter van de tafel en vroog aan den
baas;
„Leeft Citoyen Verloons nog?"
„Pachter Klaas, wilt gij zeggen? Ja,
hij ieeft nog, mijnheer de Commis
saris."
„Mijnheer! mijnheer!" riep de Over
ste met hevige gramschap. .Dat, ik dit
slaven woord nog hoore! Wij zijn alte-
maal Citoyens der Fransche Repu
bliek."
„Tk wilde zeggen: hij leeft nog, Chi-
toujen" stamelde de baas.
„Heeft hij nog schapen?"
„Gisteren had hij er nog vijftig, mijn
lieer de Chitoujen."
„Alweder?" riep Simon-Brutus, zoo
hard met de vuist op de tafel slaande,
dat cle baas werkelijk verschrikte en
zichtbaar beefde.
„Met uw oorlof, Citoyen Commis
saire. wat zegt 'die domkop?" vroeg de
sergeant.
„Hij heeft de stoutmoedigheid of
liever de domheid mij Mijnheer te noe
men, mij. Commissaris van het Cen
traal Bestuur!"
De sergeant ging tot den muur. trok
zijn groote sabel uit de scheede, kwam
nevens den haas staan en zeide:
„Citoyen Gommissaire, gelief hem in
zijn brabbeltaal eens te doen begrijpen,
dat ik hem mijn sabel in den nek zal
leggen bij elk Monsieur, dal nog uit
zijn morid valt."
„Neen, neen, ga zitten, Citoyen ser
geant" beval de Overste, „het avond
maal is voor alsnu de groote zaak.
En zich tot den haas wendende, zei-
de hij: „Luister wat er op dit papier
staat:
De Citoyen Verloons wordt bij deze
uitgevorderd twee schapen te leveren
voor den dienst 'der Fransche Repu
bliek.
De gemaclitijgde van het Centraal
Bestuur,
Simon-Brutus, alias Meulemans.
Verstaat gij dit?"
„Ja, mijnhzeker Chitoujen."
„Zult gij ze ons bezorgen?"
„Tegen wanneer, Chitoujen?"
^Seffens, oogenblikkelijk: dezen
avond moeten ze nog gegeten worden.'
,.Ik zal Jan van den notaris verzoe
ken, dat hij ze ga halen."
„Wat, wie? Jan van den notaris?
Zotte Jan? Leeft hij nog?"
„Tli; in van den slag op het hoofd,
dien gij hem vóór vier of vijf jaren ge
geven hebt. niet gestorven, 'mijnheer
neen, neen, Chitoujen wil ik zeg
gen, want hii zit in de voorkamer
bij den haard zijn pijp te rook ui.
„Hoe durft hij het bestaan in „de
Arend" te komen? Hij is misschien
etn spion?"
De baas bracht den vinger aan bet
voorhoofd en antwoordde met een
grimlach:
„De man is onnoozel; hij weet niet
wat hi.i doet."
„Het is wel" sprak de Overste, „ik
verlang, dat gij zelf zonder uitstel om
de schapen gaat. Hier is nog een re-
quisitie-brief voor vier kiekens; die
kunt gij zelf leveren."
„Ja maar, Chitoujen" stamelde -ie
haas. „de Chitoujens van daarachter
iu de schuur zijn al bezig met mijn
kiekens te plukken, en den haan er bij.
„Dan zoek ze waar gij ze vinden
kunt; wij moeten ze toch hebben. Ga,
en let op!"
De baas keerde zich om en stapte
ter kamer uit.
Simon-Brutus verviel een oogenblik
in gepeinzen en zag met strakke oogen
over de tafel.
„Het schijnt, dat de Citoyen Com
missaire verstrooid is" bemerkte de
sergeant, terwijl hii al de pinten vol
schonk en in elke een goeden scheut
brandewijn goot. „Daar wij niet we
ten. wat de waard in zijn nare grol-
taal hem gezegd heeft, moeten wij ten
minste onze keel daarom niet laten
drogen. Op de gezondheid der Fran
sche Republiek!"
Wordt vtrvolgé). g