WAT BE BLADEN ZEGGEN.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 29 JUNI 1926
TWEEDE BLAD.
Colijn gerechtvaardigd.
Wij lezen in de „N. Pr. Gr. Crt.":
Tiet ligt voor de hand, dat de so
ciaal-democraten ten onzent verlegen
zijn met het-gebeuren in België en de
iredevoeringen van partijgenoot van
ider Velde.
Deze leider, eindelijk zoo fel voor
!cle werkelijkheid geplaatst, dat geen
(uitvluchten, kunnen baten, begint de
Klingen nu te zien zooals zij zijn. En
bij spreekt"zooals minister Colijn
sprak. De tranc#moet verdedigd, zoo
zegt hij nu, omdat het de franc is
van den arbeider.
M.-a.w. de stabilisatie van -den franc
is in de eerste plaats noodig tot be-
ihoud van den kleinen man. Alles wat
thans in België en Frankrijk gespro
ken en gedaan wordt om den franc
te behouden, is een rechtvaardiging,
voor den arbeid van minister Colijii,
zooals een staatsman zelden een recht
vaardiging ontvangt. En dit moet wel
tot het Nederlandsche volk doordrin
gen. Het moet wel begrijpen, hoe mis
leidend de actie van onze socialisten
was, hoe zij 'het volkomen verkeerd
inzagen en volkomen verkeerd han
delden; maar dat het gelijk even vol
komen was aan de zijde van den lei-
<|der der antirevolutionaire partij'. De
tociaal-democraten zijn er zoo ver*
legen onder, dat zijl zelfs moeite heb
ben, hun praatje te vinden. En dat
zegt wat.
Poch komen er natuurlijk wei praat
jes. Zoo schreef de „Voorwaarts":
De Nederlandsche sociaal-democra
ten hebben nooit het belang van den
gaven gulden onderschat, maar zij' heb
ben er zich krachtig tegen verzet, dat
(het behoud van den gulden werd mis
(bruikt, om allerlei reactionaire maat
regelen doorgevoerd te krijgen. De
[Colijn van den gaven gulden was ook
Ide Colijn van de Vlootwet, wat de on
oprechtheid van zijn leuze al voldoen
de in het licht stelt.
„De Tijd" geeft hierop een raak ant
woord.
Het blad zegt: wij betwijfelen het,
Of het waar is, dal de Nederland-*,
sche sociaal-democraten het belang
vaii den gaven gulden nooit hebben
onderschat.
Zeide de heer Trojèlstra niet, dat
!een beetje inflatie zoo erg, niet wks?
Jioe is er niet gescholden op minis
ter Colijjn, die 'den volke werd voor
gesteld als den man, die alleen maar
aan den gulden dacht, ja aan den gul-
iden van aen rijke.
Maar dan komt de tweede opmer
king: de Colijn van den gaven gul
den was ook de Colijn van de Vloot
wet. Nu heeft het een met het an
der niets te maken. Wij' hebben dit
meer dan eens aangetoond;
Maar met den heer Van der Veilde
en de Belgische weermacht staat het
anders. Immers ook in de zeer benar
de omstandigheden, waarin de franc
verkeert,laat minister Van der Vel
de de landsverdediging het Belgi
sche militairisme zooals de „Voor
waarts" het zeggen zou vóór alles
gaan.
„De Tijd" zegt:
België heeft nu nog een jaarlijksqli
contingent van 56.000 man en een
diensttijd van 10'maanden; er vzijn daar
raar verhouding meer officieren en on
der-officieren dan onderwijzers. En
Minister- Van der Velde is niet van
plan, nu daarin verandering te bren
gen, om den franc te redden.
Bij ons werden eerst het contingent
i.ot '19.500 man en de oefentijd tot
51/2 maand verminderd. Daarna is men
met de bezuiniging op andere uitgaven
oegonnen.
Nu willen wij, het den heer van dei-
Velde niet kwalijk nemen, dat, hij de
lands verdediging niet wil verwaarloo-
zen. E11 nog minder, dat hij eindelijk
le groote fout heeft ingezien van zijn
eigen politieke streven.
Alleen in, ons land behoort de er
kenning, te, komen van den kant der
sociaal-democraten, dat heel hun canv
oagne tegen minister Colijn berustte
jp laat ons den voor hen besten
vorm nemen misverstand, op een
liet doorzien van den eiscii van den
.oestand.
Hel wil ons voorkomen, dat de hec-
ren wat moeten voortmaken. Want an
ders is ons volk in 2ijn geheel hen
daarin voor.
KERK EN SCHOOL.
ned. herv. kerk.
Drietal: Te Naarden, H. H. Dor-
gelo te Culemborg, J. P. Chr. Polder
vaart, voorganger Prot. Bond te Utrecht
en F. W. J. v. d. Poel te Tiel.
Beroepen: Te Franeker, E. P.
Bergman te Klooster-Ter-Apel.
A.angenomen: Naar Rjjperkerk, W
G. G. Beerekamp te Leeuwarden.
Bedankt: voor Sexbierüm, Br. W.
Lodder, te Doorn.
geref. kerken.
Beroepen: Te Kollum, D. J. E
Allaart, cand. te Oegstgeest. Te Sellin-
gen. Joh. de Boer, cand. te Zwartsluis.
Te Houwerznl, J. Smelik, cand. te Hil-
legom. Te Thoïen, Dr. C. Veltenaar,
te 's Gravenhage.
Bedankt: Voor Zaamslag, ,W. H.
v. d. Vegt te Drachtster-Compagnie
Voor Woerden, B. van Halsema te Er-
inelo.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt: Voor 's Gravenhage, A
H. Hilbers te Enschedé.
geref. gemeenten.
Bedankt: Voor Grand Rapids en
foor Giessendam, M. Hofman te Krab-
bendijke.
doopsgezinde gemeente.
Beroepen: Te Zaandam-Oostzijde,
S. J. v. a. Meulen te Ytens.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Ds. J. L. G. Gregory te Loenen
a.d. Vecht, hoopt Zondag5 Sept. a.s.
afscheid te nemen van cle Ned/ Herv.
Gem. aldaar en Zondag 12 Sept. d.a.v.
zijn intrede te doen te Gorssel, na be
vestigd te zjjn door Ds. H. E. Beke?
van Haarlem.
Beroepingswerk.
Te Den Haag is door „Evangelie en
Belijdenis" het volgende drietal voor
gedragen ter vervulling van de 17de
predikantsplaats in de Ned. Herv. Gem
speciaal voor den jeugddienst: C. Fergu
son te Durgerdam, J. W. Groot Enze-
rink te Leiden en L. C. W. Ekering
te Amsterdam.
Prof. Dr. C. v. Gelderen.
„De Stand." meldt, - dat Prof. Dr. C.
van Gelderen, hoogleeraar an de Vrije
Universiteit, binnenkort naar Zuid-Afri-
ka zal vertrekken, teneinde van advies
te dienen en behulpzaam te zjjn bij
de vertaling van het Oude Testament
in het Zuiu-Afrikaansch.
Het antwoord van Ds. C. Vermaat.
Op aan hem door de classis Bols-
ward der Geref. Kerken gestelde vra-
fen heeft Ds. C. Vermaat, te Makkum
et navolgende antwoord
Ofschoon ik bereict ben, mij zooveel
mogelhk te voegen in de dooi* u vast
gestelde wijze van behandeling van mijn
zaak, is het mii toch bii nadere over
weging onmogelijk gebleken, om op elk
uwer vier vragen met een enkel „ja"
of „neen" te antwoorden. Ik zou mrj
schuldig maken aan misverstand.
Ik antwoord als volgt:
1. Wat het zich ambtelijk conformee-
ren betreft aan de beslissingen der As
ser Synode in zake Gen. 2 en 3, dat ik
geen ander antwogrd te geven heb, dan
ik reeds aan uwe commissie gaf.
Ik laat dit antwoord ten overvloede
hier nog eens volgen:
„Dat. hoewel mij eenerzrjds het gees-
telflk verstand van het Paradijsverhaal
in menig opzicht ontbrak, ik toch an
derzijds behalve dan in den onlangs
door mij gedanen voorslag 0111 het spre
ken der slang figuurlijk op te vatten
al de jaren van mijn ambtsbediening
Zoowel op den kansel als op de cate
chisatie, m mijn voorstellingen van het
Paradijsverhaal mii steeds gehouden heb
aan de letterlijke bewoordingen van de
H. Schrift; dat ik dit ook voortaan zal
blijven doen, tenzij 'dan, dat ik te eeni-
fertijd tot de stellige overtuiging mocht
omen, dat de Schrift niet letterlijk wil
opgevat hebben, wat de Synode beweert
dat letterlijk opgevat moet worden en
<dat ik nu de Synode eenmaal in deze
materie uitspraak heeft gedaan en zoo
lang zij die uitspraak niet teruggeno
men heeft, de door haar voorgestane
opvatting als de eenig toelaatbare in de
Geref. Kerken geldt in het voordra
gen van zulk een eventueele overtui
ging mijn handteekening onder het on-
derteekeningsformulier gestand zal doen
2e. Op uw vraag, of ik beloof, dat ik
mii voortaan onthouden zal van alle on
kerkelijke actie tegen de besluiten van
Assen, antwoord ik: ja.
3e. Op uw vraag, of ik mijn leedwezen
betuig over mijn pogen om den Ker-
keraad en eventueel de leden der ge
meente op te wekken tot verzet tegen
de Generale Synode, zie ik mij genood
zaakt een tweeledig antwoord te geven:
a. Wat de poging als zoodanig be
treft: neen.
b. Voor zoover ik bii die pogingen
de bedoeling ^ler Synode om, met al wat
in haar is. de Geref. Kerken te behoe
den voor het afdwalen,op h.i. verderfe
lijke paden, niet gewaardeerd heb en
mij daardoor in mgn concept-protest te
scherp heb uitgedrukt: ja.
4e. Op uw eisch van terugname van
de gewraakte uitdrukking pit bet slot
artikel over: „Confessionalisme" -ant
woord ik, dat ik terstond bereid ben de
ze uitdrukking zoodanig te wijzigen, dat
de onbillijke generale aanklacnt van
geesteloosheid, die er in kan gelezen
worden, tegen allen, die met de belij
denis van de autoriteit van Gods Woord
alleen de letterlijke opvatting van Gen
2 en 3 bestaanbaar achten, er uit weg
valt.
Wat de vermaning betreft, genoemd
onder e. van het Classicaal besluit, heeft
Ds. Vermaat op de classicale vergade
ring verklaard, dat hij deze niet aan
nam.
Ds. E. L. Smelik.
Men schrijft aan het „Hdbl.":
Dat de gemeente van Tienhoven (UB
(Geref. Kerkt in het levende besef ver
keert, dat de buitengewone classis-ver
gadering heden te Breukelen voor haar
van ingrijpend belang kan worden, bleek
uit de nietgewone belangstelling, waar
mede zij Zondagmorgen den dienst, die
door Ds, Smelik geleid werd, bijwoonde,
Na de prediking verzocht een der aan
wezige leden der Gemeente, als blijk
van meeleven in deze voor haar dienaar
en haar zelf zoo gewichtige dagen, Da
Smelik, het tweede vers van Ps. 121
toe te zingen (Hij is, al treft u 't felst
verdriet, enz.).
Diep onder den indruk, dat deze dienst
die in alles een gewoon karakter droeg
toch voor haar wellicht een afscheids
uur kon zijn, verliet de gemeente het
kerkgebouw.
De diepe ontroering, die velen niet
vermochten te onderdrukken, bewees*
welke banden van liefde en aanhanke
lijkheid reeds in het kort getal maanden
dat Ds. S. met zooveel zegen in haai
midden mag werken tusscnen leeraa*
en gemeente gelegd waren.
Lit naburige gemeenten waren vele
personen gekomen 0111 mede van hun
belangstelling blijk te geven.
Een oude rat.
Het voorstel tot reorganisatie der Ned
Herv. Kerk, aldus Ds. de Bruin in ,.De
Wekker", is door do Synode dier Kerk
voor de zcoveelste maal verworpen.
Geen wondei* die Synode begrijpt heel
goed, dat zjj bij aanname zichzelf om
den hals brengt en daarom is zii niet
genegen het juk te verbreken, dat Ko
ning Willem I in 1816 heeft opgelegd
Opheffing der organisatie van 1S1Ó
zou leiden tot leertucht en ontbinding
der Herv. Kerk als genootschap met
leervrijheid.
Ds. Lingbeek beveelt echter aan ge
duld te oefenen. Men heeft immers nog
maar 110 jaar geprotesteerd, en wat
in 1816 geschiedde, was reeds meer dan
200 jaren lang door de Overheid voor
bereid, zegt Ds. L. Die dus ongeduldig,
worden met al dat vergeefscbe protes-
teeren, moeten bedenken, dat zij nog
wel honderd jaar lano* kunnen protes
teeren, eer zij aan die 200 jaar toe
zqn, en intusschen moet men maar toe
laten, dat op denzelfden kansel moderne
en orthodoxe predikanten elk hunne lee:
verkondigen.
Tot bemoediging wijst Ds. Lingbeek
op de fabel van La Fontaine, over den
leeuw, die in een net gevangen, daar
uit zichzelven niet kon verlossen. Maar
dan kwam een rat, die al de rnazén van
het net doorknaagde en alzco den leeuw
verloste.
En nu profeteert Ds'. L„ dat ook zoo
zal geschieden met de Herv. Kerk. De
rat is al aan het knagen en zij zal het
Hier is geen arbeidsgeschil meer; da
staking isdoodgeloopen.
De stakende arbeiders zijn door an
dere werkwilligen vervangen; dus 1»
de toestand weer normaal.
Geen sprake van, betoogden de ar
beidersleiders tegenover den Minister.
De staking duurt onverminderd voort.
Dat bewijzen de stakingsuitkeeringen.
Dat weet ieder in Blokzijl. Dat verkon
digt u de groote politiemacht. Dat ziet
ge ook aan t' halve bedrijf.
Nochtans verleende de Minister de
gevraagde overwerkvergunning.
Hij sprong dus ongewild de
firma, wier optreden hij als Christelijk
sociaal man verfoeit, bij. En werkt zoo
mee aan een oplossing der kwestie,
welke buiten de firma niemand bevre
diging schenkt.
Was dat noodig? zoo vragen wij.
Kon de Minister werkelijk niet anders?
En zoo ja, indien de staking dus wer
kelijk voorbij is, aanvaardt de Minister
dan ook de consequentie, dat de werk-
looze arbeiders weer uitkeering uit de
Werkloozenkas kunnen genieten? Of
blijft dit orgaan van het departement
cle „stakers" uitsluiten?
Hier dient opheldering gevraagd to
worden.
De arbeidstijd in het Houtbedrijf.
Op een verzoek van den Bond van
Werkgevers in het Houtbedrijf te Zaan
dam, daartoe strekkende, dat in de on
dernemingen (houthandel, houtzage
rijen en -schaverijen) van de tot het
collectief contract voor het houtbedrijf
te Zaandam toegetreden werkgevers
door arbeiders aangesloten bij den
Centr. Bond van Transportarbeiders,
den Bond van Ned. Chr. Houtbewer
kers, Meubelmakers, Behangers en
Aanverwante Vakgenooten, den Ned.
R.-K. Bond van Houtbewerkers, Meu-
helmakers, Behangers en Aanverwan
te Vakgenooten „St. Antonius van Pa
dua" en de Ned. Fed. van Transport
arbeiders, arbeid mag worden verricht,
in afwijking van het bepaalde bij art.
24 der Arbeidswet 1919; heeft de Mi
nister van Arbeid vergund, dat tot en
met 2 Oct. 1926 door arteiders, aange
sloten bij bovengenoemde arbeiders
organisaties, in genoemde onderne
mingen ,in afwijking van het bepaalde
bij art. 24 der Arbeidswet 1919, op de
eerste vijf werkdagen der weck ten
hoogste 10 uren per dag en op Zater
dag ten hoogste 5K uur arbeid wordt
verricht, met dien verstande, dat door
jeugdige personen van 16 jaar of ouder
of door vrouwen niet langer dan 55
uren per week arbeid mag worden ver
richt.
De Hongaarsche textielindustrie.
Ondanks het feit, dat de productie
kracht van de Hongaarsche textielin
dustrie in de laatste tien jaar verdub
beld is, bedroeg de invoer van textiel-
goederen in •Hongarije over 1925 nog al
tijd een waarde van 196,4 millioen'.
goudkronen; dat is meer dan 50 pet.
van den totalen invoer van afgewerkte
goederen.
Van zijn behoefte kan Hongarije uit
zijn eigen industrie dekken: 77 pet.
van de hennep en vlasstofffen, 63 pet.
van de katoenen goederen. 63 pet. var
de zijden stoffen, 58 pet. van de gebrei
de en gehaakte goederen. 45 pet. van
de wollen goederen en 75 pet. van de
conf ectiegoederen
De wraak van den Geus.
Over dit onderwerp schrijft Jan Po
litiek in „De Houten Pomp'
Er gebeuren in deze lage landen aan
de zee wonderlijke dingen.
Geen groote dingen, maar wel vreem*.
de.
Eén ervan moet hier vermeld worden
In de buurt van Leiden is op Hemel
vaartsdag een zangconcours gehouden
georganiseerd door den ring Leiden van
aen Bond van Christelijke ^angvereeni*
gingen.
Op dat concours zou ook mededingen
een zangvereeniging te Oegstgeest en
als vrij nummer nad zij opgegeven „Sal
ve Regina", een Roomsen loflied ter
eere van Maria.
Het was, of de geuzen roken welk
een schrikkelijk feit er weer gebeuren
ging.
L'e Haagsche opper-geus (in de we
FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
(Een Vlaamsch verhaal).
10)
Sprakeloos en met geheimzinnige
Kalmte dreef het eene einde dezer
schaar naar de kleine zijdeur. Terwijl
was Bruno bezig met den leeraar tot
vluchten aan te manen; en, daar de
grijsaard niet van zijn plaats wilde op
staan en verklaarde daar te willen
sterven, hief Bruno hem met geweld
van den grond en rukte hem voort.
Simon-Brutus, die vermoedde wat er
geschiedde, ofschoon hij hei niet kon
zien, riep tot zijn soldaten: Loopt,
loopt; in naam der Wet, vangt die
Brigands. (Zoo noemden cle Franschen
eik, Belg, die tegen hun dwinglandij
durfde opstaan).
Maar reeds hadden de voorste boe
ren met besluit, doch stil en koel hun
borsten tegen de bajonetten gebracht,
die de zijdeur versperden; en. of de
soldaten, die er buiten stonden, ver
rast waren door zulke zonderlinge koel
bloedigheid, of niet tot het vermoor-
der. dezer hinderlooze menseden kon
den besiuiten, zij weken een paar stap
pen achteruit. De uitgang was open:
cle dertig mannen stonden altemaal
even zwijgend en stil op het kerkhof
en sloten den verbaasden soldaten den
toegang tot de zijdeur af.
Daar kwam Bruno eensklap» met
den leeraar door de deur gevlucht!
De soldaten op het kerkhof wisten
dan wat er gebeurde; eenigen schoten
op hem; anderen staken met cle bajo
netten onder de dorpelingen, doodden
een jongeling en wondden twee boeren
Maar met bliksemsnelheid was dit
alles geschied, en even ras had dc me
nigte in de kerk bespeurd, dat le zij
deur vrij geworden was.
Een blij gejuich, een angstige vreug
dekreet stond op in den tempel: vrou
wen, mannen, kinderen, het ijlde alte
maal in koortsachtige golving als een
vloed ter zijdeur uit. De soldaten, ja,
Simon-Brutus zelf. die op het hooren
der geweerschoten was toegeloopen,
werden onweerstaanbaar, voortge
stuwd door de menigte, die als blind
en bewusteloos noch bedreigingen,
noch wapenen scheen te achten of te
vreezen.
Welhaast was er geen enkel levend
wezen meer in de kerk.
Op het kerkhof stond Simon-Brulus
met de pistool in de vuist te razen van
spijt en woecfb en te dreigen, dat Tui
den korporaal, die bij de zijdeur had
gestaan, door den kop zou schieten.
In de verte zag men nog eenige vrou
wen en kinderen vluchten; de mannen
waren reeds in de bosschen verdwe
nen. Insgelijks zag men een troep sol
daten over- en weerloopen rondom het
huis, dat niet verre van de kerk tegen
een eiken schaarhosch stond. Zij zoch
ten den leeraar, die met zijn red Ier
op deze plaat9 was verdwenen.
Eindelijk, wanneer dit zoeken een
langen tijd geduurd had, zond Simon
een ander soldaat om zijn makkers
terug le roepen.
De Overste dreigde nog met zijn pis
tool, stortte een vloed grove woorden
tegen cle schuldige soldaten uit en be
klaagde bitter, dat de gelegenheid om
den onheëedigden geestelijke en de ge
vluchte loielingen te vangen, nu ver
loren was gegaan.
ii.
Tegen het vallen van den avond zat
Simon-Brutus met een tiental zijner
mannen in een groote kamer der af
spanning „de Arend."
De andere soldaten waren in de
schuur gelegerd, en men kon hun
woeste liederen en hunne verwarde
vreugdekreten hooren galmen' yan op
cien aardeweg.
Voor de deur van de afspanning
stapte er een heen en weder met het
geweer in den arm: zijn aangezicht
was zeer rocd. en hij Zwijmelde zicht
baar op zijn beenen: doch hij hield
zich evenwel ernstig en stuursch, naar
alle kanten met vele gebaren rondzien
de, als vreesde hij een verrassing.
Er vertoonde zich op clit oogenblik
een boer in de baan, die naar het dorp
leidde. De schildwacht hield de gloei
ende 0ogen op den langzaam naderen
den man gevestigd en bracht zijn ge
weer voor cle borst, als wilde hij den
haan overtrekken om vuur te geven.
De dorpeling, die onachtzaam naar
winnen. Elk jaar roepën de confessio
nelen om reorganisatie. Maar nu is
dit het verschil tusschen de rat en
de roepers om reorganisatie, dat de rat
niet riep, maar knaagde, en de voor
standers der vernietiging der synodale
organisatie van 1816 wel 110 jaar heb
ben geroepen, maar nog geeii maasje
van het net hebben doorgeknaagd.
Want als zij dat durfden te doen
werden zri uitgeworpen en kwamen te
recht brj de,Gescheidenen".
Zou misschien de oude rat geen tan
den hebben?
Kerkinstitueering.
Zondagochtend heeft de institueering
van de Geref. Kerk te Santpoort plaats
gehad. De benoemde kerkeraadsleden
werden in hun ambt bevestigd door Ds
J. C. Brussaard van Bloemejidaal.
Namens de classis Haarlem werd de
nieuw-geinstitueerde Kerk begroet door
Ds. J. D. Boerkool van Velsen.
Afgevaardigden waren aanwezig van
de Ned. Herv. Gem. en de Herv. Evan
gelisatie te Santpoort.
Theol. School te Kampen.
Ds. H. W. Laman te Assen heeft be
dankt als curator der Theol. School voor
de provincie Drente. In zijn plaats treedt
nu qp Ds. N. Duursema van Nieuw-
Amsterdam, terwijl Ds. T. Gerber te
Assen als secundus-curator fungeeren
zal.
Inplaats van wijlen Dr. J. C. de Moot
is 'tiot secundus-curator voor de pro-
vincie Utrecht benoemd Dr. H. Kaa-
jan te Utrecht.
Het admissie-exainen van cle Theol
school zal worden gehouden, 21, 22 en
23 September.
De nieuwe cursus zal Vbrjdag 24
September beginnen.
De Theol. School heeft over 1923
192b een tekort van f 2000.
Dr. H. C. Rutgers.
Dr. H. C. Rutgers, secretaris van het
hoofdbestuur der N. 0. S. V., die
Dr. Johan Mott een reis door Oost-IndiG
heeft gemaakt, is thans op „Harden*
broek" te Driebergen teruggekeerd.
Geref. predikanten in Indië.
Te Kali Oerang bij Jogja is de eer
ste conferentie gehouden van predikan
ten der Geref. Kerken in Indië. Op deze
conferentie, die een gesloten karakter
droeg, zijn verschillende onderwerpen
van kerkelijken aard besproken, refera
ten gehouden en theologische discussies
gevoerd.
Uit het Sociale Leven.
Dreigend arbeidsconflict.
Naar we vernemen, heeft Zaterdag
de te .'s-Gravenhage gehouden confe
rentie van de directie der Delftsche
Lijm- en Gelatinefabriek en de hoofd
bestuurders van de vakbonden der be
trokken werklieden met den rijksbe-
mkldelaar, den heer Van IJselsteyn,
nog geen positieve resultaten gehad.
A.s. Woensdag zal nogmaals een confe
rentie plaats hebben.
Opheldering gewenscht.
De staking te Blokzijl duurt nog
steeds voort; nu reeds 114 jaar lang.
De houding der firma, die voor zich
zelf het recht tot organisatie opeischt,
doch de vrijheid der arbeiders in dit
opzicht met voeten treedt, vindt bij
niemand verdediging.
Hier is elke twijfel, wie gelijk heeft,
uitgesloten, 't Gaat niet om loon of ar
beidsduur; 't gaat enkel om de volle,
onbetwistbare vrijheid van den arbei
denden stand.
Maar, zoo vraagt onze Rotterd.,
is het dan te verdedigen, dat de Minis
ter van Arbeid zich niet opzettelijk
en doelbewust, maar toch praktisch
aan de zijde van den werkgever
schaart?
Waht dit is liet geval.
De firma zet het hedrijf met vreem
de, ongeoefende krachten zoo goed en
kwaad liet kan, voort.
Het vlot natuurlijk niet; alles gaat
stroef en met horten en stooten. liet
werk is niet op tijd af.
Dus vroeg cle firma overwerkv.T
gunningen.
Dat gaat niet in een bedrijf waar
staking of uitsluiting hecrscht.
Geen bezwaar, betoogde de iirma.
de afspanning kwam, scheen in geen
geval booze inzichten te kunnen voe
den; hij was oud en kromgebogen dooi
den arbeid en stapte met zulke slepen
de beenen en zoo onverschillig daar
heen, alsof hij niet had geweten wat
ei* dien dag in Walgehem was geschied
„Qui vive?" schreeuwde de schild
wacht hem toe.
De oude man nam zijn muls van hot
hoofd, boog zich vele malen en groette
den soldaat met allerlei gebaren.
..Qui vive?" riep deze nogmaals. -
„Ik ben goed kameraad" antwoord
de de dorpeling, altijd met langzame
treden tot „de Arend" gaande.
De soldaat grommelde binnensmonds
doch liet den ouden boer naderen.
Toen deze voorbij wilde, om de afspan
ning binnen te treden, hielcl de schild-
1 wacht, liet staan, hief hem den kiel op
en betastte hem over het geheele li
chaam; echter niets vindende dat arg
waan' kon doen opvatten, schoot hij
uit in een langen schaterlach bij do
zonderlinge gebaren en gezcihten des
boers en duwde hem de herberg in,
zeggende:
Ga, ga, gij zoudt een schildwacht
der Fransche Republiek doen lachen!
De boei* stapte ter herberg in, vroeg
een pint hier. ging bij den haard zitten
en stak z'n pijp nan met zooveel schijn
bare onverschilligheid, alsof hij tot het
huisgezin van don molenaar had be
hoord.
Bans Cn;. lor. vatle de tang, scharde
er mode in he; vuur, en zich tot. die
beweging bukkend, bracht hij zijn
hoofd clicht bij het hoofd van den oi^-
den boer en vroeg met stille stem:
„Jan, is onze leeraar weg en gered?"
„Goed" morde de andere.
„En Bruno? Men heeft het meest op
hem gemunt,"
„Goed" was het stille antwoord.
De baas zette de tang tegen den
schoorsteen en verwijderde zich van
den dorpeling.
In de groote kamer daarnevens,
waar Simon-Brutus met zijn gezellen
zich bevond, was het veel rustiger dan
in de schuur. Aan zekere teekenen
op de kleeding der soldaten, die in
deze kamer rondom een groote tafel
zaten, kon men zien, dat Simon-Bru
tus slechts de Overste, de korporaal»
er in begrepen, bij zich had gelaten.
Op den vloer, tegen den muur, lag
eenig beddegoed tusschen busselen
stroo uitgespreid; aan de wanden hin
gen geweren, sabels en patroontaa-
schen.
Simon-Brutus, met een roode mut»
op het hoofd, zat aan het oppereinde
der tafel; hij had een papier en pennen
voor zich en scheen te schrijven.
De anderen zaten voor een groote
stoop en dronken gerstebier uit stee-
nen pinten. Telkenmaal dat zij zich
dus een nieuwe pint uit de stoop had
den geschonken, goten zij uit een ge
wone flesch een scheut brandewijn er
in.
1 Wordt vervolgd).