WAT BE BLADEN ZEGGEN. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 29 JUNI 1926 TWEEDE BLAD. Colijn gerechtvaardigd. Wij lezen in de „N. Pr. Gr. Crt.": Tiet ligt voor de hand, dat de so ciaal-democraten ten onzent verlegen zijn met het-gebeuren in België en de iredevoeringen van partijgenoot van ider Velde. Deze leider, eindelijk zoo fel voor !cle werkelijkheid geplaatst, dat geen (uitvluchten, kunnen baten, begint de Klingen nu te zien zooals zij zijn. En bij spreekt"zooals minister Colijn sprak. De tranc#moet verdedigd, zoo zegt hij nu, omdat het de franc is van den arbeider. M.-a.w. de stabilisatie van -den franc is in de eerste plaats noodig tot be- ihoud van den kleinen man. Alles wat thans in België en Frankrijk gespro ken en gedaan wordt om den franc te behouden, is een rechtvaardiging, voor den arbeid van minister Colijii, zooals een staatsman zelden een recht vaardiging ontvangt. En dit moet wel tot het Nederlandsche volk doordrin gen. Het moet wel begrijpen, hoe mis leidend de actie van onze socialisten was, hoe zij 'het volkomen verkeerd inzagen en volkomen verkeerd han delden; maar dat het gelijk even vol komen was aan de zijde van den lei- <|der der antirevolutionaire partij'. De tociaal-democraten zijn er zoo ver* legen onder, dat zijl zelfs moeite heb ben, hun praatje te vinden. En dat zegt wat. Poch komen er natuurlijk wei praat jes. Zoo schreef de „Voorwaarts": De Nederlandsche sociaal-democra ten hebben nooit het belang van den gaven gulden onderschat, maar zij' heb ben er zich krachtig tegen verzet, dat (het behoud van den gulden werd mis (bruikt, om allerlei reactionaire maat regelen doorgevoerd te krijgen. De [Colijn van den gaven gulden was ook Ide Colijn van de Vlootwet, wat de on oprechtheid van zijn leuze al voldoen de in het licht stelt. „De Tijd" geeft hierop een raak ant woord. Het blad zegt: wij betwijfelen het, Of het waar is, dal de Nederland-*, sche sociaal-democraten het belang vaii den gaven gulden nooit hebben onderschat. Zeide de heer Trojèlstra niet, dat !een beetje inflatie zoo erg, niet wks? Jioe is er niet gescholden op minis ter Colijjn, die 'den volke werd voor gesteld als den man, die alleen maar aan den gulden dacht, ja aan den gul- iden van aen rijke. Maar dan komt de tweede opmer king: de Colijn van den gaven gul den was ook de Colijn van de Vloot wet. Nu heeft het een met het an der niets te maken. Wij' hebben dit meer dan eens aangetoond; Maar met den heer Van der Veilde en de Belgische weermacht staat het anders. Immers ook in de zeer benar de omstandigheden, waarin de franc verkeert,laat minister Van der Vel de de landsverdediging het Belgi sche militairisme zooals de „Voor waarts" het zeggen zou vóór alles gaan. „De Tijd" zegt: België heeft nu nog een jaarlijksqli contingent van 56.000 man en een diensttijd van 10'maanden; er vzijn daar raar verhouding meer officieren en on der-officieren dan onderwijzers. En Minister- Van der Velde is niet van plan, nu daarin verandering te bren gen, om den franc te redden. Bij ons werden eerst het contingent i.ot '19.500 man en de oefentijd tot 51/2 maand verminderd. Daarna is men met de bezuiniging op andere uitgaven oegonnen. Nu willen wij, het den heer van dei- Velde niet kwalijk nemen, dat, hij de lands verdediging niet wil verwaarloo- zen. E11 nog minder, dat hij eindelijk le groote fout heeft ingezien van zijn eigen politieke streven. Alleen in, ons land behoort de er kenning, te, komen van den kant der sociaal-democraten, dat heel hun canv oagne tegen minister Colijn berustte jp laat ons den voor hen besten vorm nemen misverstand, op een liet doorzien van den eiscii van den .oestand. Hel wil ons voorkomen, dat de hec- ren wat moeten voortmaken. Want an ders is ons volk in 2ijn geheel hen daarin voor. KERK EN SCHOOL. ned. herv. kerk. Drietal: Te Naarden, H. H. Dor- gelo te Culemborg, J. P. Chr. Polder vaart, voorganger Prot. Bond te Utrecht en F. W. J. v. d. Poel te Tiel. Beroepen: Te Franeker, E. P. Bergman te Klooster-Ter-Apel. A.angenomen: Naar Rjjperkerk, W G. G. Beerekamp te Leeuwarden. Bedankt: voor Sexbierüm, Br. W. Lodder, te Doorn. geref. kerken. Beroepen: Te Kollum, D. J. E Allaart, cand. te Oegstgeest. Te Sellin- gen. Joh. de Boer, cand. te Zwartsluis. Te Houwerznl, J. Smelik, cand. te Hil- legom. Te Thoïen, Dr. C. Veltenaar, te 's Gravenhage. Bedankt: Voor Zaamslag, ,W. H. v. d. Vegt te Drachtster-Compagnie Voor Woerden, B. van Halsema te Er- inelo. CHR. GEREF. KERK. Bedankt: Voor 's Gravenhage, A H. Hilbers te Enschedé. geref. gemeenten. Bedankt: Voor Grand Rapids en foor Giessendam, M. Hofman te Krab- bendijke. doopsgezinde gemeente. Beroepen: Te Zaandam-Oostzijde, S. J. v. a. Meulen te Ytens. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Ds. J. L. G. Gregory te Loenen a.d. Vecht, hoopt Zondag5 Sept. a.s. afscheid te nemen van cle Ned/ Herv. Gem. aldaar en Zondag 12 Sept. d.a.v. zijn intrede te doen te Gorssel, na be vestigd te zjjn door Ds. H. E. Beke? van Haarlem. Beroepingswerk. Te Den Haag is door „Evangelie en Belijdenis" het volgende drietal voor gedragen ter vervulling van de 17de predikantsplaats in de Ned. Herv. Gem speciaal voor den jeugddienst: C. Fergu son te Durgerdam, J. W. Groot Enze- rink te Leiden en L. C. W. Ekering te Amsterdam. Prof. Dr. C. v. Gelderen. „De Stand." meldt, - dat Prof. Dr. C. van Gelderen, hoogleeraar an de Vrije Universiteit, binnenkort naar Zuid-Afri- ka zal vertrekken, teneinde van advies te dienen en behulpzaam te zjjn bij de vertaling van het Oude Testament in het Zuiu-Afrikaansch. Het antwoord van Ds. C. Vermaat. Op aan hem door de classis Bols- ward der Geref. Kerken gestelde vra- fen heeft Ds. C. Vermaat, te Makkum et navolgende antwoord Ofschoon ik bereict ben, mij zooveel mogelhk te voegen in de dooi* u vast gestelde wijze van behandeling van mijn zaak, is het mii toch bii nadere over weging onmogelijk gebleken, om op elk uwer vier vragen met een enkel „ja" of „neen" te antwoorden. Ik zou mrj schuldig maken aan misverstand. Ik antwoord als volgt: 1. Wat het zich ambtelijk conformee- ren betreft aan de beslissingen der As ser Synode in zake Gen. 2 en 3, dat ik geen ander antwogrd te geven heb, dan ik reeds aan uwe commissie gaf. Ik laat dit antwoord ten overvloede hier nog eens volgen: „Dat. hoewel mij eenerzrjds het gees- telflk verstand van het Paradijsverhaal in menig opzicht ontbrak, ik toch an derzijds behalve dan in den onlangs door mij gedanen voorslag 0111 het spre ken der slang figuurlijk op te vatten al de jaren van mijn ambtsbediening Zoowel op den kansel als op de cate chisatie, m mijn voorstellingen van het Paradijsverhaal mii steeds gehouden heb aan de letterlijke bewoordingen van de H. Schrift; dat ik dit ook voortaan zal blijven doen, tenzij 'dan, dat ik te eeni- fertijd tot de stellige overtuiging mocht omen, dat de Schrift niet letterlijk wil opgevat hebben, wat de Synode beweert dat letterlijk opgevat moet worden en <dat ik nu de Synode eenmaal in deze materie uitspraak heeft gedaan en zoo lang zij die uitspraak niet teruggeno men heeft, de door haar voorgestane opvatting als de eenig toelaatbare in de Geref. Kerken geldt in het voordra gen van zulk een eventueele overtui ging mijn handteekening onder het on- derteekeningsformulier gestand zal doen 2e. Op uw vraag, of ik beloof, dat ik mii voortaan onthouden zal van alle on kerkelijke actie tegen de besluiten van Assen, antwoord ik: ja. 3e. Op uw vraag, of ik mijn leedwezen betuig over mijn pogen om den Ker- keraad en eventueel de leden der ge meente op te wekken tot verzet tegen de Generale Synode, zie ik mij genood zaakt een tweeledig antwoord te geven: a. Wat de poging als zoodanig be treft: neen. b. Voor zoover ik bii die pogingen de bedoeling ^ler Synode om, met al wat in haar is. de Geref. Kerken te behoe den voor het afdwalen,op h.i. verderfe lijke paden, niet gewaardeerd heb en mij daardoor in mgn concept-protest te scherp heb uitgedrukt: ja. 4e. Op uw eisch van terugname van de gewraakte uitdrukking pit bet slot artikel over: „Confessionalisme" -ant woord ik, dat ik terstond bereid ben de ze uitdrukking zoodanig te wijzigen, dat de onbillijke generale aanklacnt van geesteloosheid, die er in kan gelezen worden, tegen allen, die met de belij denis van de autoriteit van Gods Woord alleen de letterlijke opvatting van Gen 2 en 3 bestaanbaar achten, er uit weg valt. Wat de vermaning betreft, genoemd onder e. van het Classicaal besluit, heeft Ds. Vermaat op de classicale vergade ring verklaard, dat hij deze niet aan nam. Ds. E. L. Smelik. Men schrijft aan het „Hdbl.": Dat de gemeente van Tienhoven (UB (Geref. Kerkt in het levende besef ver keert, dat de buitengewone classis-ver gadering heden te Breukelen voor haar van ingrijpend belang kan worden, bleek uit de nietgewone belangstelling, waar mede zij Zondagmorgen den dienst, die door Ds, Smelik geleid werd, bijwoonde, Na de prediking verzocht een der aan wezige leden der Gemeente, als blijk van meeleven in deze voor haar dienaar en haar zelf zoo gewichtige dagen, Da Smelik, het tweede vers van Ps. 121 toe te zingen (Hij is, al treft u 't felst verdriet, enz.). Diep onder den indruk, dat deze dienst die in alles een gewoon karakter droeg toch voor haar wellicht een afscheids uur kon zijn, verliet de gemeente het kerkgebouw. De diepe ontroering, die velen niet vermochten te onderdrukken, bewees* welke banden van liefde en aanhanke lijkheid reeds in het kort getal maanden dat Ds. S. met zooveel zegen in haai midden mag werken tusscnen leeraa* en gemeente gelegd waren. Lit naburige gemeenten waren vele personen gekomen 0111 mede van hun belangstelling blijk te geven. Een oude rat. Het voorstel tot reorganisatie der Ned Herv. Kerk, aldus Ds. de Bruin in ,.De Wekker", is door do Synode dier Kerk voor de zcoveelste maal verworpen. Geen wondei* die Synode begrijpt heel goed, dat zjj bij aanname zichzelf om den hals brengt en daarom is zii niet genegen het juk te verbreken, dat Ko ning Willem I in 1816 heeft opgelegd Opheffing der organisatie van 1S1Ó zou leiden tot leertucht en ontbinding der Herv. Kerk als genootschap met leervrijheid. Ds. Lingbeek beveelt echter aan ge duld te oefenen. Men heeft immers nog maar 110 jaar geprotesteerd, en wat in 1816 geschiedde, was reeds meer dan 200 jaren lang door de Overheid voor bereid, zegt Ds. L. Die dus ongeduldig, worden met al dat vergeefscbe protes- teeren, moeten bedenken, dat zij nog wel honderd jaar lano* kunnen protes teeren, eer zij aan die 200 jaar toe zqn, en intusschen moet men maar toe laten, dat op denzelfden kansel moderne en orthodoxe predikanten elk hunne lee: verkondigen. Tot bemoediging wijst Ds. Lingbeek op de fabel van La Fontaine, over den leeuw, die in een net gevangen, daar uit zichzelven niet kon verlossen. Maar dan kwam een rat, die al de rnazén van het net doorknaagde en alzco den leeuw verloste. En nu profeteert Ds'. L„ dat ook zoo zal geschieden met de Herv. Kerk. De rat is al aan het knagen en zij zal het Hier is geen arbeidsgeschil meer; da staking isdoodgeloopen. De stakende arbeiders zijn door an dere werkwilligen vervangen; dus 1» de toestand weer normaal. Geen sprake van, betoogden de ar beidersleiders tegenover den Minister. De staking duurt onverminderd voort. Dat bewijzen de stakingsuitkeeringen. Dat weet ieder in Blokzijl. Dat verkon digt u de groote politiemacht. Dat ziet ge ook aan t' halve bedrijf. Nochtans verleende de Minister de gevraagde overwerkvergunning. Hij sprong dus ongewild de firma, wier optreden hij als Christelijk sociaal man verfoeit, bij. En werkt zoo mee aan een oplossing der kwestie, welke buiten de firma niemand bevre diging schenkt. Was dat noodig? zoo vragen wij. Kon de Minister werkelijk niet anders? En zoo ja, indien de staking dus wer kelijk voorbij is, aanvaardt de Minister dan ook de consequentie, dat de werk- looze arbeiders weer uitkeering uit de Werkloozenkas kunnen genieten? Of blijft dit orgaan van het departement cle „stakers" uitsluiten? Hier dient opheldering gevraagd to worden. De arbeidstijd in het Houtbedrijf. Op een verzoek van den Bond van Werkgevers in het Houtbedrijf te Zaan dam, daartoe strekkende, dat in de on dernemingen (houthandel, houtzage rijen en -schaverijen) van de tot het collectief contract voor het houtbedrijf te Zaandam toegetreden werkgevers door arbeiders aangesloten bij den Centr. Bond van Transportarbeiders, den Bond van Ned. Chr. Houtbewer kers, Meubelmakers, Behangers en Aanverwante Vakgenooten, den Ned. R.-K. Bond van Houtbewerkers, Meu- helmakers, Behangers en Aanverwan te Vakgenooten „St. Antonius van Pa dua" en de Ned. Fed. van Transport arbeiders, arbeid mag worden verricht, in afwijking van het bepaalde bij art. 24 der Arbeidswet 1919; heeft de Mi nister van Arbeid vergund, dat tot en met 2 Oct. 1926 door arteiders, aange sloten bij bovengenoemde arbeiders organisaties, in genoemde onderne mingen ,in afwijking van het bepaalde bij art. 24 der Arbeidswet 1919, op de eerste vijf werkdagen der weck ten hoogste 10 uren per dag en op Zater dag ten hoogste 5K uur arbeid wordt verricht, met dien verstande, dat door jeugdige personen van 16 jaar of ouder of door vrouwen niet langer dan 55 uren per week arbeid mag worden ver richt. De Hongaarsche textielindustrie. Ondanks het feit, dat de productie kracht van de Hongaarsche textielin dustrie in de laatste tien jaar verdub beld is, bedroeg de invoer van textiel- goederen in •Hongarije over 1925 nog al tijd een waarde van 196,4 millioen'. goudkronen; dat is meer dan 50 pet. van den totalen invoer van afgewerkte goederen. Van zijn behoefte kan Hongarije uit zijn eigen industrie dekken: 77 pet. van de hennep en vlasstofffen, 63 pet. van de katoenen goederen. 63 pet. var de zijden stoffen, 58 pet. van de gebrei de en gehaakte goederen. 45 pet. van de wollen goederen en 75 pet. van de conf ectiegoederen De wraak van den Geus. Over dit onderwerp schrijft Jan Po litiek in „De Houten Pomp' Er gebeuren in deze lage landen aan de zee wonderlijke dingen. Geen groote dingen, maar wel vreem*. de. Eén ervan moet hier vermeld worden In de buurt van Leiden is op Hemel vaartsdag een zangconcours gehouden georganiseerd door den ring Leiden van aen Bond van Christelijke ^angvereeni* gingen. Op dat concours zou ook mededingen een zangvereeniging te Oegstgeest en als vrij nummer nad zij opgegeven „Sal ve Regina", een Roomsen loflied ter eere van Maria. Het was, of de geuzen roken welk een schrikkelijk feit er weer gebeuren ging. L'e Haagsche opper-geus (in de we FEUILLETON. Uit spannende dagen. (Een Vlaamsch verhaal). 10) Sprakeloos en met geheimzinnige Kalmte dreef het eene einde dezer schaar naar de kleine zijdeur. Terwijl was Bruno bezig met den leeraar tot vluchten aan te manen; en, daar de grijsaard niet van zijn plaats wilde op staan en verklaarde daar te willen sterven, hief Bruno hem met geweld van den grond en rukte hem voort. Simon-Brutus, die vermoedde wat er geschiedde, ofschoon hij hei niet kon zien, riep tot zijn soldaten: Loopt, loopt; in naam der Wet, vangt die Brigands. (Zoo noemden cle Franschen eik, Belg, die tegen hun dwinglandij durfde opstaan). Maar reeds hadden de voorste boe ren met besluit, doch stil en koel hun borsten tegen de bajonetten gebracht, die de zijdeur versperden; en. of de soldaten, die er buiten stonden, ver rast waren door zulke zonderlinge koel bloedigheid, of niet tot het vermoor- der. dezer hinderlooze menseden kon den besiuiten, zij weken een paar stap pen achteruit. De uitgang was open: cle dertig mannen stonden altemaal even zwijgend en stil op het kerkhof en sloten den verbaasden soldaten den toegang tot de zijdeur af. Daar kwam Bruno eensklap» met den leeraar door de deur gevlucht! De soldaten op het kerkhof wisten dan wat er gebeurde; eenigen schoten op hem; anderen staken met cle bajo netten onder de dorpelingen, doodden een jongeling en wondden twee boeren Maar met bliksemsnelheid was dit alles geschied, en even ras had dc me nigte in de kerk bespeurd, dat le zij deur vrij geworden was. Een blij gejuich, een angstige vreug dekreet stond op in den tempel: vrou wen, mannen, kinderen, het ijlde alte maal in koortsachtige golving als een vloed ter zijdeur uit. De soldaten, ja, Simon-Brutus zelf. die op het hooren der geweerschoten was toegeloopen, werden onweerstaanbaar, voortge stuwd door de menigte, die als blind en bewusteloos noch bedreigingen, noch wapenen scheen te achten of te vreezen. Welhaast was er geen enkel levend wezen meer in de kerk. Op het kerkhof stond Simon-Brulus met de pistool in de vuist te razen van spijt en woecfb en te dreigen, dat Tui den korporaal, die bij de zijdeur had gestaan, door den kop zou schieten. In de verte zag men nog eenige vrou wen en kinderen vluchten; de mannen waren reeds in de bosschen verdwe nen. Insgelijks zag men een troep sol daten over- en weerloopen rondom het huis, dat niet verre van de kerk tegen een eiken schaarhosch stond. Zij zoch ten den leeraar, die met zijn red Ier op deze plaat9 was verdwenen. Eindelijk, wanneer dit zoeken een langen tijd geduurd had, zond Simon een ander soldaat om zijn makkers terug le roepen. De Overste dreigde nog met zijn pis tool, stortte een vloed grove woorden tegen cle schuldige soldaten uit en be klaagde bitter, dat de gelegenheid om den onheëedigden geestelijke en de ge vluchte loielingen te vangen, nu ver loren was gegaan. ii. Tegen het vallen van den avond zat Simon-Brutus met een tiental zijner mannen in een groote kamer der af spanning „de Arend." De andere soldaten waren in de schuur gelegerd, en men kon hun woeste liederen en hunne verwarde vreugdekreten hooren galmen' yan op cien aardeweg. Voor de deur van de afspanning stapte er een heen en weder met het geweer in den arm: zijn aangezicht was zeer rocd. en hij Zwijmelde zicht baar op zijn beenen: doch hij hield zich evenwel ernstig en stuursch, naar alle kanten met vele gebaren rondzien de, als vreesde hij een verrassing. Er vertoonde zich op clit oogenblik een boer in de baan, die naar het dorp leidde. De schildwacht hield de gloei ende 0ogen op den langzaam naderen den man gevestigd en bracht zijn ge weer voor cle borst, als wilde hij den haan overtrekken om vuur te geven. De dorpeling, die onachtzaam naar winnen. Elk jaar roepën de confessio nelen om reorganisatie. Maar nu is dit het verschil tusschen de rat en de roepers om reorganisatie, dat de rat niet riep, maar knaagde, en de voor standers der vernietiging der synodale organisatie van 1816 wel 110 jaar heb ben geroepen, maar nog geeii maasje van het net hebben doorgeknaagd. Want als zij dat durfden te doen werden zri uitgeworpen en kwamen te recht brj de,Gescheidenen". Zou misschien de oude rat geen tan den hebben? Kerkinstitueering. Zondagochtend heeft de institueering van de Geref. Kerk te Santpoort plaats gehad. De benoemde kerkeraadsleden werden in hun ambt bevestigd door Ds J. C. Brussaard van Bloemejidaal. Namens de classis Haarlem werd de nieuw-geinstitueerde Kerk begroet door Ds. J. D. Boerkool van Velsen. Afgevaardigden waren aanwezig van de Ned. Herv. Gem. en de Herv. Evan gelisatie te Santpoort. Theol. School te Kampen. Ds. H. W. Laman te Assen heeft be dankt als curator der Theol. School voor de provincie Drente. In zijn plaats treedt nu qp Ds. N. Duursema van Nieuw- Amsterdam, terwijl Ds. T. Gerber te Assen als secundus-curator fungeeren zal. Inplaats van wijlen Dr. J. C. de Moot is 'tiot secundus-curator voor de pro- vincie Utrecht benoemd Dr. H. Kaa- jan te Utrecht. Het admissie-exainen van cle Theol school zal worden gehouden, 21, 22 en 23 September. De nieuwe cursus zal Vbrjdag 24 September beginnen. De Theol. School heeft over 1923 192b een tekort van f 2000. Dr. H. C. Rutgers. Dr. H. C. Rutgers, secretaris van het hoofdbestuur der N. 0. S. V., die Dr. Johan Mott een reis door Oost-IndiG heeft gemaakt, is thans op „Harden* broek" te Driebergen teruggekeerd. Geref. predikanten in Indië. Te Kali Oerang bij Jogja is de eer ste conferentie gehouden van predikan ten der Geref. Kerken in Indië. Op deze conferentie, die een gesloten karakter droeg, zijn verschillende onderwerpen van kerkelijken aard besproken, refera ten gehouden en theologische discussies gevoerd. Uit het Sociale Leven. Dreigend arbeidsconflict. Naar we vernemen, heeft Zaterdag de te .'s-Gravenhage gehouden confe rentie van de directie der Delftsche Lijm- en Gelatinefabriek en de hoofd bestuurders van de vakbonden der be trokken werklieden met den rijksbe- mkldelaar, den heer Van IJselsteyn, nog geen positieve resultaten gehad. A.s. Woensdag zal nogmaals een confe rentie plaats hebben. Opheldering gewenscht. De staking te Blokzijl duurt nog steeds voort; nu reeds 114 jaar lang. De houding der firma, die voor zich zelf het recht tot organisatie opeischt, doch de vrijheid der arbeiders in dit opzicht met voeten treedt, vindt bij niemand verdediging. Hier is elke twijfel, wie gelijk heeft, uitgesloten, 't Gaat niet om loon of ar beidsduur; 't gaat enkel om de volle, onbetwistbare vrijheid van den arbei denden stand. Maar, zoo vraagt onze Rotterd., is het dan te verdedigen, dat de Minis ter van Arbeid zich niet opzettelijk en doelbewust, maar toch praktisch aan de zijde van den werkgever schaart? Waht dit is liet geval. De firma zet het hedrijf met vreem de, ongeoefende krachten zoo goed en kwaad liet kan, voort. Het vlot natuurlijk niet; alles gaat stroef en met horten en stooten. liet werk is niet op tijd af. Dus vroeg cle firma overwerkv.T gunningen. Dat gaat niet in een bedrijf waar staking of uitsluiting hecrscht. Geen bezwaar, betoogde de iirma. de afspanning kwam, scheen in geen geval booze inzichten te kunnen voe den; hij was oud en kromgebogen dooi den arbeid en stapte met zulke slepen de beenen en zoo onverschillig daar heen, alsof hij niet had geweten wat ei* dien dag in Walgehem was geschied „Qui vive?" schreeuwde de schild wacht hem toe. De oude man nam zijn muls van hot hoofd, boog zich vele malen en groette den soldaat met allerlei gebaren. ..Qui vive?" riep deze nogmaals. - „Ik ben goed kameraad" antwoord de de dorpeling, altijd met langzame treden tot „de Arend" gaande. De soldaat grommelde binnensmonds doch liet den ouden boer naderen. Toen deze voorbij wilde, om de afspan ning binnen te treden, hielcl de schild- 1 wacht, liet staan, hief hem den kiel op en betastte hem over het geheele li chaam; echter niets vindende dat arg waan' kon doen opvatten, schoot hij uit in een langen schaterlach bij do zonderlinge gebaren en gezcihten des boers en duwde hem de herberg in, zeggende: Ga, ga, gij zoudt een schildwacht der Fransche Republiek doen lachen! De boei* stapte ter herberg in, vroeg een pint hier. ging bij den haard zitten en stak z'n pijp nan met zooveel schijn bare onverschilligheid, alsof hij tot het huisgezin van don molenaar had be hoord. Bans Cn;. lor. vatle de tang, scharde er mode in he; vuur, en zich tot. die beweging bukkend, bracht hij zijn hoofd clicht bij het hoofd van den oi^- den boer en vroeg met stille stem: „Jan, is onze leeraar weg en gered?" „Goed" morde de andere. „En Bruno? Men heeft het meest op hem gemunt," „Goed" was het stille antwoord. De baas zette de tang tegen den schoorsteen en verwijderde zich van den dorpeling. In de groote kamer daarnevens, waar Simon-Brutus met zijn gezellen zich bevond, was het veel rustiger dan in de schuur. Aan zekere teekenen op de kleeding der soldaten, die in deze kamer rondom een groote tafel zaten, kon men zien, dat Simon-Bru tus slechts de Overste, de korporaal» er in begrepen, bij zich had gelaten. Op den vloer, tegen den muur, lag eenig beddegoed tusschen busselen stroo uitgespreid; aan de wanden hin gen geweren, sabels en patroontaa- schen. Simon-Brutus, met een roode mut» op het hoofd, zat aan het oppereinde der tafel; hij had een papier en pennen voor zich en scheen te schrijven. De anderen zaten voor een groote stoop en dronken gerstebier uit stee- nen pinten. Telkenmaal dat zij zich dus een nieuwe pint uit de stoop had den geschonken, goten zij uit een ge wone flesch een scheut brandewijn er in. 1 Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5