tweede bla.d, staten-generaal! kerk en school. uit onze indien. feuilleton. NIEUWE LÈIDSÖHE COURANT VAN VRIJDAG 25 JUN1192Ö EERSTE KAMER. Vergadering van gisteren. (Vervolg). Indische begrooting. De heer KONINGSBERGER, Minis ter van Koloniën, de sprekers beant woordende, zegt dat hij bepaalde maatregelen ter bevordering der auto nomie niet noodzakelijk acht? De nieuwe bestuursverkiezing voor Ned. Indië laat meer dan genoeg ruim te om te komen tot het doel. Voor een 3-tal stukken van Java, voor een 4-tal stukken van Sumatra en nog enkele andere gebieden bestaat de mogelijk heid zich te ontwikkelen tot eenheden die over een bijna geheele autonomie kunnen beschikken. De ministei is net geneigd om reeds nu weer een ocmm. tot herziening van de Indische Staatsregeling in het le ven te roepen. Voor de verdere ontwik keling is stilstand noodig. Een derge lijke commissie zou hebben te oordee- len over punten die voor beoordeeling nog niet rijp zijn, o.m. het punt of In dië een unitarisch of een federatief karakter zal moeten hebben. Zooals het nu staat is spr. geneigd over te hellen naar de laatste moge lijkheid doch het is zeer goed moge lijk, dat de ontwikkeling zoodanig zal zijn dat over 10 of 20 jaren een andere organisatie wenschelijk is. In de laat ste jaren is het tempo naar de auto nomie al zeer versneld. Steeds meer bevoegdheden zijn aan het inlandsch bestuur overgedragen. De ontvoogding heeft zich reeds over geheel Java uitgestrekt. Het woord ethiek hoort men inderdaad niet meer, de apostelen zijn deels uit Indië ver dwenen, deels overleden, maai* de uit werking van hun arbeid laat zich zeer goed zien. Omtrent de welvaart van Indië deelt de minister mede, dat er op de begroo ting voor 1927 een vermindering van belasting met 15 millioen kan worden tegemoet gezien, door afschaffing van het hoofdgeld op Java, een verminde ring met 10 pet. De suikercultuur beslaat nog geen 1/20 van de bevloeibare sawa's. Van een bedreiging van de inlandsche cul tuur door de suiker is dus ook geen sprake. Wat de Javasche bank betreft, naar sprekers oordeel is het complex fac toren, dat samenwerkte om den in.ii- schen gulden te doen dalen, zoo inge wikkeld, dat een analyse, daarvan niet bereikbaar is. Het kan zijn, dat de lei ding van de Javasche Bank in die da gen heeft gefaald, doch het heeft geen zin, haar nu nog daarover lastig te vallen. Wat de geestelijke verzorging be treft, art. 123 beschouwt hij niet als een middel om de expansie van den godsdienst tegen te hóuden „doch slechts als een middel om in streken, waar om staatkundige redenen de ex pansie tijdelijk ongewenscht is, deze tégen te gaan. Intusschen ontving spr. een brief van de missievereeniging waarin aan de hand werd gedaan een overleg tus- schen plaatselijke besturen en het cen traal gezag. Wellicht kan in deze rich ting iets gedaan worden. Inzake de sociale wetgeving, kan de minister mededeelen, dat indiening van de burgerlijke kinderwetten aan staande is. Tegenover de bestuursopleiding aan de Utrechtsche Universiteit stond spr. aanvankelijk niet zoo sympathiek. Die schroom vond zijn oorzaak in het kun nen brengen van een splijtzwam. Toen de regeering eenmaal dit instituut had gesanctioneerd is spr. van het stand punt uitgegaan, dat een volkomen ge lijke behandeling van afgestudeerden te Utrecht en Leiden moet plaats heb ben. Over eenige jaren zal men over de kwestie Utrecht-Leiden niet meer spre ken. De begrooting werd hierna z. h. s. aangenomen. De Soc.-Dem.i die aanvankelijk had den aangekondigd, dat zij tegen de begrooting zouden stemmen, verklaar den dat zij geacht wenschten te wor den te hebben tegen gestemd. Nadat vervolgens nog enkele kleine ontwerpen werden afgedaan werd de vergadering verdaagd tot Dinsdag 13 Juli a.s. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Ritthem, H. van Oyen, hulppred. te Heemstede. Te Loe- nen op de Veluwe, (toez.) W. O. Post- humes Meyjes te Nijmegen. Bedankt: Voor Huizen, J. E. Klomp te Oldebroek. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Ouddorp (Z. H.), S. Ronner te Doornspijk. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Dr. M. v a n R jj n te Driebergen, hoopt Zondag 25 Juli des middags zijn intrede te doen te Groesbeek, na be vestigd te zijn door Ds. J. A. van iSelms van Nijmegen. Ds. G. tra ting is voornemens Zondag^27 (Juni afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gem. te Gasselterniie- veen en Zondag 4 Juli *d.a.v. zijn in trede te doen te Wagénborgen, na be vestigd te znn door Ds. H. van Dijk van Nieuwolda. Beroepbaar. Cand. G. S. P jj 1 g r 0 m s, Schoolstraat 20 te Sneek, stelt zich beroepbaar in de Ned. Herv. Kerk. Dr. A. Kuyper en Ds. 6. Elshove. Deze beide kranke predikanten van de# Geref. Kerk van Rotterdam beginnen "beiden te bretellen. De toestand van Dr. A. Kuyper is goed vooruitgaande. Indien de tempe ratuur blijft, zooals die in de laatste week was, zal de patiënt binnen eenigen tqd het bed mogen verlaten en ook het herstel van Ds. G. Elshove neemt langzaam toe. Waarschijnlijk zal hij over een paar weken naar het buitenland vertrekken. Theol. School. Te Kampen is gisteren de jaarlrjksche Schooldag der Theologische School ge houden. Woensdagmiddag kwamen hoogleera ren en studenten bijeen in de kleine Aula voor het sluiten van de lessen. De Rector, Prof. Dr. T. Hoekstra, liet zingen Ps. 95:1, las daarna Majtth. 25: l3~3°, en hield toen een toespraak. Geëindigd werd met het zingen van Psalm 140:1 en 3. De$ avonds werd een bidstond gehou den onder leiding vp,n Ds. W. L. Milo van Almelo, die sprak naar aanleiding van Matth. 11:25. Er valt zoo besloot spr. zqn rede' voor de School te danken en te bidden. God te aanbiddèn vopr zijn be stel. om, wat voor wereldsche wijsheid verborgen gehouden wordt, te openba ren aan de eenvoudigen, die tegelijk met noeste vlüt zich beijveren om he antwoord op allerlei vragen te zoeken. In de bede om den zegen Gods vooi onze School, voor allen, die aan haar verbonden zijn, z(jn wij allen één. In het bidden, dat onze mannbn en toe- komstigè predikanten mogen uitgroei* en_ als volwassen^ mannen en tegelijk bljjven als de kinderkens. Zoo móge onze trouwe Goa onze Theologische School zegenen tot in lengte van dagen en tot een rijken zegen stellen vooi onze Kerken. Om kwart voor 10 uur ving gister morgen de Schooldag in de Burgwal- kerk onder presidium van Prof. Dr. H. Bouwman aan. De voorzitter hield een korte toe spraak, waarna de rector, Prof. Dr. T. Hoekstra de openingsrede hield. Het Tweede Kamerlid, de heer J. Schouten van Rotterdam, refereerde ver volgens over: „Kerk en Maatschappij" in de middagvergadering, die om 2 uur aanving, spraken Ds. P. v. Dijk van Zaamsiag en Ds. A. H. Minnen van 's Gravenzande. De eerste over: „Rechten des harten". Ds. v. Minnen over: „Leiden en loe ren". Theol. School te Apeldoorn. In verband met de aan de TheoL school der Chr. Geref. Kerk te hou den examens, zal Ds. P. d$ Groot, pre* sident-curator, op Maandag 5 Juli een bidstond leiden. Dr. Geelkerken. In het begin van de volgende maand zal aan Dr. J. Gr. Geelkerken een door den schilder Louis Gardinaals vervaar digd schilderij ten geschenke worden aangeboden. Het toont den predikant, zittende in zijn werkkamer in de weken, vooraf gaande aan de Generale Synode "te Assen Dit geschenk zal worden aangeboden door 3 Amsterdammers, behoorende tot geheel verschillende kerkgenootschap pen en is bestemd om geplaatst te wor den in de kerkeraadskamer van de his torische Parkkerk in de Gerard Brand straat te Amsterdam. In eere hersteld. Meermalen is door voorstanders van Dr. Geelkerken de voorstelling gewekt, dat Dr. Geelkerken door Prof. H. H Kuyper en anderen zou zijn weggewerkt Het zouden deze mannen zijn geweest die het 0 pden ondergang van Dr. G. die het op den ondergang van Dr. G. hadden toegelegd. Deze voorstelling is nu door Dr. G. zelf weersproken. Op een te 's Gravenhage gehouden vergadering, belegd om bezwaarden te maken, vertelde Dr. G. om te bewijzen, hoe de Synode gestemd was, het volgen de: „Prof. Kuyper had met Ds. Brus- eaard besproken de gronden, welke Dr. Geelkerken in zijn stuk zou aanvoeren Toen spr. aan deze wenken van Prof. Kuyper hem door zijn collega Brussaard overgebracht, gehoor had gegeven, en de zaak op de synode toch mis liep, vroeg .Ds. Brussaard aan Prol Kuyper hoe dit mogelijk was. Ja, zei Prof. Kuyper, ik had de Sy node ook niet meer in mijn macht". M.a.w. als Prof. Kuyper de Synode w e 1 in zijn macht had gehad, dan zou alles anders geloopen zyn. Wij .weten niet, of wat Dr. G. ver telde juist is. Maar in elk geval blijkt hieruit, dat de meermalen van zekere zijde gegeven voorstelling omtrent het optreden van Prof. K. onjuist is. Dr. Kromsigt over kerkelijke tucht. In de vergadering van ambtsdragers der Ned. Herv. Kerk waarvan wijf reeds gisteren melding maakten, heeft Dr. P. J. Kromsigt gerefereerd over „Kerkelijke tucht of Partij-discipline in verband met de Asser Synode Men heeft aldus spr. de kwes tie-Geelkerken gebruikt als argument tegen de reorganisatie. Daarom wor den we wel genoopt daarop in te gaan en over het wezen der kerkelijke tucht, in tegenstelling van Partijdiscipline iets zeggen. Wat is het voornaamste: het Wjoord (met de sacramenten) of de organisatie en de kerkelijke tucht Het Wioord is 't voornaamste, maar voor de mannen van Assen dreig de organisatie te worden het een en het al. T.o.v. dr. Geelkerken vroeg spr. of een predikant om zoo geringe af wijking, niet van het woord, maar van de uitlegging van het woord moest worden afgezet. Bit de Asser beslis sing is wel in 't bijzonder den na1-* druk op de organisatie gelegd. Eau dit springt te meeir in liet oog al dus spr. naast het feit dat men een gravamen van dr. A. Kuyper te gen art. 86 gemakkelijk heeft 'over genomen, de belijdenis yermihkt en met deze verminkte belijdenis nu reeds jaren lang (sinds 1905) heeft voort- fewerkt zonder tot een nieuwe belijd enis op het bestreden punt te ko men. Het gevolg van deze toegeeflijke houding was, dat 't Boek der boeken als bindend voor de Overheid is op zij gezet en door een kunstige, wijs- geerige redeneering het boek der ge meen e gratie" er voor in de plaats is gesteld. Men heeft als Kerk de prao tijk eenvoudig nageloopen en haar fei telijk gemaakt zoo zeide spr. tot dienares van de practische politiek. Spr. acht het wezen der thans toe gepaste tucht een wettische en niet leem evangelische tuchtoefening. Wat met dr. Geelkerken gebeurd is, noemde spr. een caricatuur van ware schriftuurlijke, kerkelijke tuchtoefe ning. Dit volgt ook nog op andere wijze uit het karakter der scheddingskeir- ken. Zij zijn toch partijkerken, geboren uit partijvorming in de Landskerk waarbij in Dooperschen trant het ge- (nadeverbohd werd losgelaten. Zij moes ten wel Doopersche „sociëteiten" of vereenigingen worden, waarin het sta tuut op wettische wijze heersoht; zij „werken uit een verbroken werkver bond".' Zij kunnen niet anders dan partij'besluiten nemen, die rieken naar {de studeerlamp der professoren van zekere universiteit, maar geen gezond kerkelijk leven ademen. Daarom stel den wir 'de vraag over de „doode takken' in het Paradijs. Niet bij wijze van aardigheid (daarvoor zijln ae vra gen die samenhangen met 's menschen zondeval te ernstig), maar om te laten gevoelen hoe wij ons van „curieuze onderzoekingen" hebben te onthou den en hebben te erkennen dat we ook fn de dogmatiek een groot ge bied hebben over te laten voor de „docta ignotia" /wijze onwetendheid). Bij de kwestie-Geelkerken trekt men echter opeens terug op de strengste letterlijke verklaring zonder een an dere ook maar disputabel te willen' stellen. Spr. is het eens met wat een zoo bezadigd man als dr. Locher hier over in zijln kerkblaadje schreef Voor 'een levende belijdenis, waarbij ook behoorlijk onderscheid wordt gemaakt (zooals reeds in den reformatiedjTd) tus- schen fundamenteele artikelen en wat meer op den omtrek ligt treedt zoo' meer en meer een spitsvondig, scholas tiek leersysteem in de plaats. Hier blijft niets over van de sohoone con centratie, ojp het evangelie, zooals men die in bevestigingsformulieren en ca techismus vindt. De vrijheid-van exe gese en een zekere „vrijheid van pro fetie" in de gemeente komt geheel in het gedrang; Moet men onze jonge menschen b.v. zoo een leersysteem op leggen Zoo wordt het geloof een wet tische toestemming der waarheid, een bloot-historisch, verstandelijk geloof, precies zooals in de Roomsche kerk. Het reformatorische standpunt wordt ■prijsgegeven, het middelpunt van alles, het evangelie der verzoening, wordt verduisterd. Onder den schijn van voor het gezag des Wpords op te komen, worat aan het geestelijk gezag van Gods Woord groote schade gedaan. Een nieuwe inquisitie wordt inge voerd, zooals reeds in een soort koorts achtige opgewondenheid door prof. dr. .V. Hepp is verdedigd. Zulk een tuchtoef ening, die alle gees telijk karakter inboet, kan dan ook nooit een argument zijln tegen onze re organise 11 eb e weging, aldus spr. iWjtj willen ware, schrif tuurlijke tucht iHoe spr. zich deze tucht voorstelt, werd vervolgens nog in eenige stellin- en uiteengezet, waarbijl er vooral na ruk op werd gelegd, lo. dat de tucht behoort niet tot het wezen, maar tot het welwezen der kerk, dat de eerste sleutel (het Woord) dus altijd de eer ste blijven moet, opdat men niet kome op de Doopersche lijn, 2o. dat de tucht steeds een evangelisch en dus winnend karakter moet dragen, niet afstooteind 80. dat de trappen der tucht ernstig in acht genomen (hetgeen ook bij dr. Geelkerken niet is geschied) en- dat met de bijzondere omstandigheden moet worden gerekend, vooral ook bij' de Hervormde' Kerk. Als het geheele lichaam krank is, moet een tijdlang niet anders dan het Woord gebruikt ter genezing, maar de weg tot tuchtoefening moet worden geopend. Op dit referaat volgde een leven dige discussie. Na het referaat* van Dr. Kromsigt kreeg eerst het woord D s. Klomp van Capelle. Deze verdedigde de hou ding der Asser Synode tegenover Dr. Geelkerken, die terecht was afgezet. Verderom altijd te bidden om reor ganisatie, terwijl het nooit kwam tot een daad, was bijina godslasterlijk. Ds, E k e r i n g van Amsterdam sprak over een letterlijk aanvaarden van Genesis III, terwijl men toch feestelijk buiten de sfeer van de chrift staat. Spr. stelde tegenover elkaar letter lijk-letterlijk, en geès-telijk-letierlijk. Verder men kon de houding van de Asser Synode afkeuren, zonder in al les met Dr. Geelkerken rpee te gaan. Dr. Woldendorp van Warmond vroeg of de tijd wel rijp bvas voor reorganisatie. Zouden wij, als wij met onze partijen kwamen tot leertucht, geen herhaling leveren van de Asser Synode Ds. Bakker van Amsterdam vroeg wat referent bedoelde met Romanfr seerende invloeden. Ds. Six Dijkstra van ter kwam er tegen op, dat referent de As# ser Synode een pendant had «anoerod van ae Haags ene Synode,. Dat was verkeerd, want de Haaesche- Synode heeft in 1886 recht gedaan. De heer Enge lb erts van Stad& kanaal vroeg of men de groote rfr* node niet weer aanhangig maken koiv De heer S m e d e s vond de verbind ding tusschen den Staat en de Her vormde Kerk verderfelijk. Ds. Verwijs van Breukelen accen tueerde wat prof. Gunning altijd zei, dat tucht een geestelijke zaak was, waar mee men voorzichtig moet zijn. Dr. P. J. Kromsigt repliceerde (onder applaus) aan Dr Klomp, dat did eigenlijk moest gaan doleeren. Mocht hij terug keeren) op de lijn des ver- bondsWat den tijd betreft voor re organisatie, (Sod weet dien tijd aï^ leen, maar wij moeten de zaak blij ven propageer en. Op een vraag van Dr. Lodder, ofi in ae zaak-Geelkerken geen persoon,'" lijke sympathieën aan het woord kwal men, antwoordde dr. Kromsigt, dat dit waar was, maar tucht zooals wij ons die voorstellen, is heel wat an ders dan de caricatuur die in Assen gezien is. Zendingsdag. De Zendingsdag, uitgaande van de Classis 's GravenEage aer Chr. Geret Kerk, wordt D. V. gehouden op Woens dag 21 Juli a.s. op het schoono land goed „Raaphorst" te Wassenaar, wel willend afgestaan door H. M. de Ko ningin. Aanvang voorm. 10.30 uur. Sprekers: Ds. J. L. de Vries van RjjnsburgOpeningsrede. Ds. Joh. Jansen van Leiden: „Een handvol meel". Ds. J. D. Barth van Alphen aan den Rjjn: „De roepstem Gods, beluisterd ln het werk der Zending". Ds. H. Janssen, Leger- en Vloot-pre dikant in alg. dienst, van Den Haag: „Een oude schuld". Ds .P. Smit van Boskoop: „Alle ein den der aarde zullen het gedenken". Ds. D. Driessen van 's Gravenzande*. „Het ruischen van den Libanon". Ds. J. L. de Vries van Rjjnaburg; Slotwoord. Wéér een. De raad del gemeentes Kaatsheuvel, heeft in de gisteren gehouden raads vergadering besloten de openbare school te Loonopzand op te heffen en voor de fraters een vierklassige school te bouwen. Zijn informatie- en agitatiemethoden De Java-Bode beschrijft de ofganr satie van den dienst der geheime agen ten en van het informatie-personeel der Sovjet in Indië. De laatsten treft men het meest aan onder de Chineesche kant- en zijder verkoopers, die dagelijks langs de hui zen van onze groote steden hun waar te koop aanbieden. De meesten van. die kareis blijken bij nader on derzoek Russisch te spreken dan wel te verstaan en ónder degenen, die nog niet zoo lang in Indië zijn, komen er zeer veel voor, die als soldaat in het Roode Leger hebben gediend. 'Onder hen treft men allerlei slag lieden. Er zijn er, die er rond voor uit komen, cfat zij gediend hebben in dat Roode Leger, anderen pogen het feit te verbergen evenals hun kennis van de Russische taal. Als men ze rustig laat spreken en hun argwaan, niet gaande maakt, weten ze heel wat te vertellen, over het Roode Leger, over de geheele stakingsactie en over den invloed van de Bolsjewisten in China. Zoo van zelf beginnen ze dan te iniormeeren, wie er hier alzoo voor en wie tegen 'het communisme zijn en zoo meer. Steeds trekken ze voort, van huis tot huis met hun barang beladen, dik werf weggejaagd of ruw bejegend, we gens hun verregaande indringerigheid. Waar ze kunnen informeeren ze, hij'da bedienden hier, bij een spraakzame njonja ginder, waar ze het maar krij gen kunnen. Soms rusten ze uit voor de huizen, waar nadere inlormaoe, om trent de bewoners moet worden inge wonnen. Uit spannende dagen. (Een Vlaamsch verhaal). 7) „Zóó kan het toch niet voortgaan" hernam de andere, „wij kunnen ons gansche leven niet verborgen blijven. Het zal niet lang aan loop en, of ra en zal op ons jacht maken, gelijk msn in de andere gemeenten heeft gedaan. Dan worden wij gevangen en veroor deeld tot den dood; of, wat nog erger is, naar het jeger. gesleurd om te vech ten voor het bloedig ras, dat ons land met voeten trapt, als waren wij het vee van dit goddeloos volk!" Deze woorden, met kracht gespro ken, troffen Bruno diep; hij stond op, legde zich de hand van den moedigen gezel op hef hart en antwoordde: „Er- ligt daarbinnen ook een zucht naar dadigheid, naar wraak; maar waartoe zou het dienen, Karei? De aar de is zat van het bloed, dat zij .gedron ken heeft. Waarom zouden wij onze ouders, onze vrienden door nieuw bloedvergieten aan vervolging, aan den dood zelfs overleveren? Laat ons wachtenwachten en bidden." „Maar gij weet dus niet, dat d^ bos- schen overal vol vluchtelingen zitten, die niets beters wenschen dan tegen den Franschman op te staan?" „Ik weet het" zuchtte Bruno, „maar ik bid God ^aeelijks uit al de kracht I mijner ziel, dat Hij mijn landgenooten voor zulken noodlottigen opstand be ware. Zij zouden ons verpletteren, ver nietigen in eenige dagen tij-cis Karei naderde dichter bij hem en zeide hem schertsend in het oor: „Bruno, vriend lief, is het niet de schrik van Genoveva te verliezen, die u zoo blood doet zijn?" Een hoogere verf kleurde Bruno's wangen; hij meende te antwoorden, doch nu trad een ander loteling bin nen, en deze riep met uiterste vreug de: „God zij geloofd, Vlaanderen is in opstand! Te Rupelmonde hebben de boeren gewapenderhand de Fransclier- aangetast en overwonnen; het gansche Waasland is onder de wapens! De San kulotten van Antwerpen zijn over de Schelde getrokken met kanonnen. De zen keer is het gemeend!" Onbeschrijfelijk was de indruk de zer tijditig. Men klapte in de handen, men omhelsde elkander met uitzinni ge blijdschap, men zong, men juichte, men stortte tranen van ontroering. Bruno alleen hield zich stil en be schouwde met een soort van medelij den het tooneel der alge mee ne vervoe ring. „Welnu?" riep Karei hem toe, „daar begint het spel, of gelooft gij deze tij ding niet?" „Hij weet het nieuws maar half" antwoordde Bruno op pijnlijken toon. „Denzelfden avond zij-n de gewapende boeren van Rupelmonde al vechtend in een kerk gedreven; de Sankulotten hebben er bét vuiir in gestoken; onze arme broeders zijn allen tot pulver verbrand. Ganscb Waasland is op dit oogenblik overdekt met Fransche sol daten Deze woorden deden iedereen vor- bleeken; na de vervoering der blijd schap volgde nu onmidellijk de bitter ste onttoovering. Allen lieten 't hoofd op ae borst zinken en bleven een wijl sprakeloos. „Weet ge wat de voerman op Gierle eergisteren aan pachter Woens heeft gezegd? vroeg een loteling. „Hi; zegt, dat, zoo onze leeraar zijn eed wil doen, men ons altemaal met vrede zal laten.' „Zouden wij dan niet soldaat moe ten worden?" vroeg een jonge boer, die in een hoek zat en meer dan de anderen bevreesd scheen. „Neen. Zóó ten minste zegt de voer man op Gierle." „Wel, waarom doet hij zijn eed dan niet?" hernam de eerste, „dan waren wij vrij!" „Ja, waarom doet hij zijn eed niet? Dat zal toch zoo schrikkelijk niet zijn!' riepen een pasr anderen. „Vrienden" sprak Bruno, „gij weft niet wat gij zegt. Men eischt van de geestelijken, dat zij eeuwigen haat aan de Fransche Republiek zouden zweren. Kan een leeraar zulken eed doen? Op voorhand alles goedkeuren, wat de Jacobijnen in Parijs kunnen uitvinden zelfs de vernietiging van den gods dienst? Hoe het zij, de Belgische gees telijkheid heeft geweigerd. Honderden zijn reeds naar verre eilanden ver voerd; de anderen zijn allen tot de zelfde ballingschap verwezen. Onze oude, grij.ze leeraar is insgelijks bij na me veroordeeld. En zijt zeker, de eer ste soldaten, die in ons dorp verschij nen, zullen ons onzen herder ontruk ken en onze kerk sluiten, gelijk reeds meest overal is geschied. In alle geval, gij bedriegt u: de eed der priesters heeft met de Conscriptie niets gemeen. „Waarom vlucht hij niet?" „Waar? waar naartoe? En toch, hij wil niet. -Hij zegt, dat hij met ons zal blijven, zoolang hij kan; en, wil God hem de martelkroon gunnen, hij zal ze niet ontvlieden." „Daar luidt de klok voor de kerk, sprak een der aanwezigen. „Wie gaat eerst? Bruno, zeg gij hoe wij zullen uitgaan, of wij loopen weer altezamen in eens van hier." Terwijl de zoon van den notaris be zig was met aan dit verzoek te vol doen en de beurten aan le wijzen, kwam baas Cuylen, die al dien tijd aan de deur had gestaan met den be- weegloozen blik naar het vaantje ge richt, langzaam binnen en wenkte den brouwer, dat hij met hem zou bui tengaan. Hier'stond een knoeh'die den ge roepene een papier ikte, terwijl hij zeide: „Baas, dit heeft de bode voor u ge bracht; het is heel haastig." Na deze woordengroette hij zijn meester en keerde terug naar het dorp Het opschrift van dien brief moest een machtigen indruk op den brouwer doen; want de oude man verbleekte en begon te beven als een riet, terwijl hij het starend oog op de letteren ge vestigd. hield. Als had hij gevreesd in dien toestand verrast te worden, ging hij wat verder achter een eikenkant staan en las dan, verslonden in diepe gepeinzen: „Le, le Cile Citoyen Meulemans Dit geschrift? Van mijn zoon! Ach, dank, dank, o God, dat mijn eenig kind nog leeft dat het tot mij weder keert!" Hij scheurde met koortsige ontstel tenis den brief open en poogde den eersten regel er van te lezen. Ér 9tond Liberté, Egalité, Fraternité ou la mort. Au Citoyen, auteur de mes jours Maar, ofschoon de brouwer het las, hij verstond het evenwel niai. Het handteeken was wel van zijn zoon, doch de vorm er van deed een vloed angstige bedekkingen in hem ontstaan Er was iets bij zijns zoons doopnaam gevoegd: hil had geteekend: Simon Brutus. Nadat de brouwer nog een oogen blik op den brief was blijven staren, verborg hij hem eensklape in z'n kleed en richtte zijn stappen naar het dorp, zeggende: „De koster zal het mij verklaren. —O God, wat mag het beduiden 1" f Wordt vervolffd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5