tweede bla.d,
staten-generaal!
kerk en school.
uit onze indien.
feuilleton.
NIEUWE LÈIDSÖHE COURANT VAN VRIJDAG 25 JUN1192Ö
EERSTE KAMER.
Vergadering van gisteren.
(Vervolg).
Indische begrooting.
De heer KONINGSBERGER, Minis
ter van Koloniën, de sprekers beant
woordende, zegt dat hij bepaalde
maatregelen ter bevordering der auto
nomie niet noodzakelijk acht?
De nieuwe bestuursverkiezing voor
Ned. Indië laat meer dan genoeg ruim
te om te komen tot het doel. Voor een
3-tal stukken van Java, voor een 4-tal
stukken van Sumatra en nog enkele
andere gebieden bestaat de mogelijk
heid zich te ontwikkelen tot eenheden
die over een bijna geheele autonomie
kunnen beschikken.
De ministei is net geneigd om reeds
nu weer een ocmm. tot herziening van
de Indische Staatsregeling in het le
ven te roepen. Voor de verdere ontwik
keling is stilstand noodig. Een derge
lijke commissie zou hebben te oordee-
len over punten die voor beoordeeling
nog niet rijp zijn, o.m. het punt of In
dië een unitarisch of een federatief
karakter zal moeten hebben.
Zooals het nu staat is spr. geneigd
over te hellen naar de laatste moge
lijkheid doch het is zeer goed moge
lijk, dat de ontwikkeling zoodanig zal
zijn dat over 10 of 20 jaren een andere
organisatie wenschelijk is. In de laat
ste jaren is het tempo naar de auto
nomie al zeer versneld.
Steeds meer bevoegdheden zijn aan
het inlandsch bestuur overgedragen.
De ontvoogding heeft zich reeds over
geheel Java uitgestrekt. Het woord
ethiek hoort men inderdaad niet meer,
de apostelen zijn deels uit Indië ver
dwenen, deels overleden, maai* de uit
werking van hun arbeid laat zich zeer
goed zien.
Omtrent de welvaart van Indië deelt
de minister mede, dat er op de begroo
ting voor 1927 een vermindering van
belasting met 15 millioen kan worden
tegemoet gezien, door afschaffing van
het hoofdgeld op Java, een verminde
ring met 10 pet.
De suikercultuur beslaat nog geen
1/20 van de bevloeibare sawa's. Van
een bedreiging van de inlandsche cul
tuur door de suiker is dus ook geen
sprake.
Wat de Javasche bank betreft, naar
sprekers oordeel is het complex fac
toren, dat samenwerkte om den in.ii-
schen gulden te doen dalen, zoo inge
wikkeld, dat een analyse, daarvan niet
bereikbaar is. Het kan zijn, dat de lei
ding van de Javasche Bank in die da
gen heeft gefaald, doch het heeft geen
zin, haar nu nog daarover lastig te
vallen.
Wat de geestelijke verzorging be
treft, art. 123 beschouwt hij niet als
een middel om de expansie van den
godsdienst tegen te hóuden „doch
slechts als een middel om in streken,
waar om staatkundige redenen de ex
pansie tijdelijk ongewenscht is, deze
tégen te gaan.
Intusschen ontving spr. een brief
van de missievereeniging waarin aan
de hand werd gedaan een overleg tus-
schen plaatselijke besturen en het cen
traal gezag. Wellicht kan in deze rich
ting iets gedaan worden.
Inzake de sociale wetgeving, kan de
minister mededeelen, dat indiening
van de burgerlijke kinderwetten aan
staande is.
Tegenover de bestuursopleiding aan
de Utrechtsche Universiteit stond spr.
aanvankelijk niet zoo sympathiek. Die
schroom vond zijn oorzaak in het kun
nen brengen van een splijtzwam. Toen
de regeering eenmaal dit instituut had
gesanctioneerd is spr. van het stand
punt uitgegaan, dat een volkomen ge
lijke behandeling van afgestudeerden
te Utrecht en Leiden moet plaats heb
ben. Over eenige jaren zal men over de
kwestie Utrecht-Leiden niet meer spre
ken.
De begrooting werd hierna z. h. s.
aangenomen.
De Soc.-Dem.i die aanvankelijk had
den aangekondigd, dat zij tegen de
begrooting zouden stemmen, verklaar
den dat zij geacht wenschten te wor
den te hebben tegen gestemd.
Nadat vervolgens nog enkele kleine
ontwerpen werden afgedaan werd de
vergadering verdaagd tot Dinsdag 13
Juli a.s.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Ritthem, H. van
Oyen, hulppred. te Heemstede. Te Loe-
nen op de Veluwe, (toez.) W. O. Post-
humes Meyjes te Nijmegen.
Bedankt: Voor Huizen, J. E. Klomp
te Oldebroek.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Ouddorp (Z. H.), S.
Ronner te Doornspijk.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Dr. M. v a n R jj n te Driebergen,
hoopt Zondag 25 Juli des middags zijn
intrede te doen te Groesbeek, na be
vestigd te zijn door Ds. J. A. van
iSelms van Nijmegen.
Ds. G. tra ting is voornemens
Zondag^27 (Juni afscheid te nemen van
de Ned. Herv. Gem. te Gasselterniie-
veen en Zondag 4 Juli *d.a.v. zijn in
trede te doen te Wagénborgen, na be
vestigd te znn door Ds. H. van Dijk
van Nieuwolda.
Beroepbaar.
Cand. G. S. P jj 1 g r 0 m s, Schoolstraat
20 te Sneek, stelt zich beroepbaar in
de Ned. Herv. Kerk.
Dr. A. Kuyper en Ds. 6. Elshove.
Deze beide kranke predikanten van
de# Geref. Kerk van Rotterdam beginnen
"beiden te bretellen.
De toestand van Dr. A. Kuyper is
goed vooruitgaande. Indien de tempe
ratuur blijft, zooals die in de laatste
week was, zal de patiënt binnen eenigen
tqd het bed mogen verlaten en ook
het herstel van Ds. G. Elshove neemt
langzaam toe. Waarschijnlijk zal hij over
een paar weken naar het buitenland
vertrekken.
Theol. School.
Te Kampen is gisteren de jaarlrjksche
Schooldag der Theologische School ge
houden.
Woensdagmiddag kwamen hoogleera
ren en studenten bijeen in de kleine
Aula voor het sluiten van de lessen.
De Rector, Prof. Dr. T. Hoekstra,
liet zingen Ps. 95:1, las daarna Majtth.
25: l3~3°, en hield toen een toespraak.
Geëindigd werd met het zingen van
Psalm 140:1 en 3.
De$ avonds werd een bidstond gehou
den onder leiding vp,n Ds. W. L. Milo
van Almelo, die sprak naar aanleiding
van Matth. 11:25.
Er valt zoo besloot spr. zqn rede'
voor de School te danken en te
bidden. God te aanbiddèn vopr zijn be
stel. om, wat voor wereldsche wijsheid
verborgen gehouden wordt, te openba
ren aan de eenvoudigen, die tegelijk
met noeste vlüt zich beijveren om he
antwoord op allerlei vragen te zoeken.
In de bede om den zegen Gods vooi
onze School, voor allen, die aan haar
verbonden zijn, z(jn wij allen één. In
het bidden, dat onze mannbn en toe-
komstigè predikanten mogen uitgroei*
en_ als volwassen^ mannen en tegelijk
bljjven als de kinderkens. Zoo móge
onze trouwe Goa onze Theologische
School zegenen tot in lengte van dagen
en tot een rijken zegen stellen vooi
onze Kerken.
Om kwart voor 10 uur ving gister
morgen de Schooldag in de Burgwal-
kerk onder presidium van Prof. Dr.
H. Bouwman aan.
De voorzitter hield een korte toe
spraak, waarna de rector, Prof. Dr.
T. Hoekstra de openingsrede hield.
Het Tweede Kamerlid, de heer J.
Schouten van Rotterdam, refereerde ver
volgens over: „Kerk en Maatschappij"
in de middagvergadering, die om 2
uur aanving, spraken Ds. P. v. Dijk
van Zaamsiag en Ds. A. H. Minnen
van 's Gravenzande. De eerste over:
„Rechten des harten".
Ds. v. Minnen over: „Leiden en loe
ren".
Theol. School te Apeldoorn.
In verband met de aan de TheoL
school der Chr. Geref. Kerk te hou
den examens, zal Ds. P. d$ Groot, pre*
sident-curator, op Maandag 5 Juli een
bidstond leiden.
Dr. Geelkerken.
In het begin van de volgende maand
zal aan Dr. J. Gr. Geelkerken een door
den schilder Louis Gardinaals vervaar
digd schilderij ten geschenke worden
aangeboden.
Het toont den predikant, zittende in
zijn werkkamer in de weken, vooraf
gaande aan de Generale Synode "te Assen
Dit geschenk zal worden aangeboden
door 3 Amsterdammers, behoorende tot
geheel verschillende kerkgenootschap
pen en is bestemd om geplaatst te wor
den in de kerkeraadskamer van de his
torische Parkkerk in de Gerard Brand
straat te Amsterdam.
In eere hersteld.
Meermalen is door voorstanders van
Dr. Geelkerken de voorstelling gewekt,
dat Dr. Geelkerken door Prof. H. H
Kuyper en anderen zou zijn weggewerkt
Het zouden deze mannen zijn geweest
die het 0 pden ondergang van Dr. G.
die het op den ondergang van Dr. G.
hadden toegelegd.
Deze voorstelling is nu door Dr. G.
zelf weersproken.
Op een te 's Gravenhage gehouden
vergadering, belegd om bezwaarden te
maken, vertelde Dr. G. om te bewijzen,
hoe de Synode gestemd was, het volgen
de:
„Prof. Kuyper had met Ds. Brus-
eaard besproken de gronden, welke Dr.
Geelkerken in zijn stuk zou aanvoeren
Toen spr. aan deze wenken van Prof.
Kuyper hem door zijn collega Brussaard
overgebracht, gehoor had gegeven, en
de zaak op de synode toch mis liep,
vroeg .Ds. Brussaard aan Prol Kuyper
hoe dit mogelijk was.
Ja, zei Prof. Kuyper, ik had de Sy
node ook niet meer in mijn macht".
M.a.w. als Prof. Kuyper de Synode
w e 1 in zijn macht had gehad, dan zou
alles anders geloopen zyn.
Wij .weten niet, of wat Dr. G. ver
telde juist is.
Maar in elk geval blijkt hieruit, dat
de meermalen van zekere zijde gegeven
voorstelling omtrent het optreden van
Prof. K. onjuist is.
Dr. Kromsigt over kerkelijke tucht.
In de vergadering van ambtsdragers
der Ned. Herv. Kerk waarvan wijf
reeds gisteren melding maakten, heeft
Dr. P. J. Kromsigt gerefereerd over
„Kerkelijke tucht of Partij-discipline
in verband met de Asser Synode
Men heeft aldus spr. de kwes
tie-Geelkerken gebruikt als argument
tegen de reorganisatie. Daarom wor
den we wel genoopt daarop in te gaan
en over het wezen der kerkelijke tucht,
in tegenstelling van Partijdiscipline
iets zeggen. Wat is het voornaamste:
het Wjoord (met de sacramenten) of
de organisatie en de kerkelijke tucht
Het Wioord is 't voornaamste, maar
voor de mannen van Assen dreig de
organisatie te worden het een en het
al. T.o.v. dr. Geelkerken vroeg spr.
of een predikant om zoo geringe af
wijking, niet van het woord, maar van
de uitlegging van het woord moest
worden afgezet. Bit de Asser beslis
sing is wel in 't bijzonder den na1-*
druk op de organisatie gelegd. Eau
dit springt te meeir in liet oog al
dus spr. naast het feit dat men
een gravamen van dr. A. Kuyper te
gen art. 86 gemakkelijk heeft 'over
genomen, de belijdenis yermihkt en
met deze verminkte belijdenis nu reeds
jaren lang (sinds 1905) heeft voort-
fewerkt zonder tot een nieuwe belijd
enis op het bestreden punt te ko
men.
Het gevolg van deze toegeeflijke
houding was, dat 't Boek der boeken
als bindend voor de Overheid is op
zij gezet en door een kunstige, wijs-
geerige redeneering het boek der ge
meen e gratie" er voor in de plaats is
gesteld. Men heeft als Kerk de prao
tijk eenvoudig nageloopen en haar fei
telijk gemaakt zoo zeide spr. tot
dienares van de practische politiek.
Spr. acht het wezen der thans toe
gepaste tucht een wettische en niet leem
evangelische tuchtoefening.
Wat met dr. Geelkerken gebeurd is,
noemde spr. een caricatuur van ware
schriftuurlijke, kerkelijke tuchtoefe
ning.
Dit volgt ook nog op andere wijze
uit het karakter der scheddingskeir-
ken. Zij zijn toch partijkerken, geboren
uit partijvorming in de Landskerk
waarbij in Dooperschen trant het ge-
(nadeverbohd werd losgelaten. Zij moes
ten wel Doopersche „sociëteiten" of
vereenigingen worden, waarin het sta
tuut op wettische wijze heersoht; zij
„werken uit een verbroken werkver
bond".' Zij kunnen niet anders dan
partij'besluiten nemen, die rieken naar
{de studeerlamp der professoren van
zekere universiteit, maar geen gezond
kerkelijk leven ademen. Daarom stel
den wir 'de vraag over de „doode
takken' in het Paradijs. Niet bij wijze
van aardigheid (daarvoor zijln ae vra
gen die samenhangen met 's menschen
zondeval te ernstig), maar om te laten
gevoelen hoe wij ons van „curieuze
onderzoekingen" hebben te onthou
den en hebben te erkennen dat we
ook fn de dogmatiek een groot ge
bied hebben over te laten voor de
„docta ignotia" /wijze onwetendheid).
Bij de kwestie-Geelkerken trekt men
echter opeens terug op de strengste
letterlijke verklaring zonder een an
dere ook maar disputabel te willen'
stellen. Spr. is het eens met wat een
zoo bezadigd man als dr. Locher hier
over in zijln kerkblaadje schreef Voor
'een levende belijdenis, waarbij ook
behoorlijk onderscheid wordt gemaakt
(zooals reeds in den reformatiedjTd) tus-
schen fundamenteele artikelen en wat
meer op den omtrek ligt treedt zoo'
meer en meer een spitsvondig, scholas
tiek leersysteem in de plaats. Hier
blijft niets over van de sohoone con
centratie, ojp het evangelie, zooals men
die in bevestigingsformulieren en ca
techismus vindt. De vrijheid-van exe
gese en een zekere „vrijheid van pro
fetie" in de gemeente komt geheel in
het gedrang; Moet men onze jonge
menschen b.v. zoo een leersysteem op
leggen Zoo wordt het geloof een wet
tische toestemming der waarheid, een
bloot-historisch, verstandelijk geloof,
precies zooals in de Roomsche kerk.
Het reformatorische standpunt wordt
■prijsgegeven, het middelpunt van alles,
het evangelie der verzoening, wordt
verduisterd. Onder den schijn van voor
het gezag des Wpords op te komen,
worat aan het geestelijk gezag van
Gods Woord groote schade gedaan.
Een nieuwe inquisitie wordt inge
voerd, zooals reeds in een soort koorts
achtige opgewondenheid door prof. dr.
.V. Hepp is verdedigd.
Zulk een tuchtoef ening, die alle gees
telijk karakter inboet, kan dan ook
nooit een argument zijln tegen onze re
organise 11 eb e weging, aldus spr.
iWjtj willen ware, schrif tuurlijke tucht
iHoe spr. zich deze tucht voorstelt,
werd vervolgens nog in eenige stellin-
en uiteengezet, waarbijl er vooral na
ruk op werd gelegd, lo. dat de tucht
behoort niet tot het wezen, maar tot
het welwezen der kerk, dat de eerste
sleutel (het Woord) dus altijd de eer
ste blijven moet, opdat men niet kome
op de Doopersche lijn, 2o. dat de tucht
steeds een evangelisch en dus winnend
karakter moet dragen, niet afstooteind
80. dat de trappen der tucht ernstig
in acht genomen (hetgeen ook bij dr.
Geelkerken niet is geschied) en- dat
met de bijzondere omstandigheden
moet worden gerekend, vooral ook bij'
de Hervormde' Kerk.
Als het geheele lichaam krank is,
moet een tijdlang niet anders dan het
Woord gebruikt ter genezing, maar de
weg tot tuchtoefening moet worden
geopend.
Op dit referaat volgde een leven
dige discussie.
Na het referaat* van Dr. Kromsigt
kreeg eerst het woord D s. Klomp
van Capelle. Deze verdedigde de hou
ding der Asser Synode tegenover Dr.
Geelkerken, die terecht was afgezet.
Verderom altijd te bidden om reor
ganisatie, terwijl het nooit kwam tot
een daad, was bijina godslasterlijk.
Ds, E k e r i n g van Amsterdam
sprak over een letterlijk aanvaarden
van Genesis III, terwijl men toch
feestelijk buiten de sfeer van de
chrift staat.
Spr. stelde tegenover elkaar letter
lijk-letterlijk, en geès-telijk-letierlijk.
Verder men kon de houding van de
Asser Synode afkeuren, zonder in al
les met Dr. Geelkerken rpee te gaan.
Dr. Woldendorp van Warmond
vroeg of de tijd wel rijp bvas voor
reorganisatie. Zouden wij, als wij met
onze partijen kwamen tot leertucht,
geen herhaling leveren van de Asser
Synode
Ds. Bakker van Amsterdam vroeg
wat referent bedoelde met Romanfr
seerende invloeden.
Ds. Six Dijkstra van ter
kwam er tegen op, dat referent de As#
ser Synode een pendant had «anoerod
van ae Haags ene Synode,. Dat was
verkeerd, want de Haaesche- Synode
heeft in 1886 recht gedaan.
De heer Enge lb erts van Stad&
kanaal vroeg of men de groote rfr*
node niet weer aanhangig maken koiv
De heer S m e d e s vond de verbind
ding tusschen den Staat en de Her
vormde Kerk verderfelijk.
Ds. Verwijs van Breukelen accen
tueerde wat prof. Gunning altijd zei,
dat tucht een geestelijke zaak was,
waar mee men voorzichtig moet zijn.
Dr. P. J. Kromsigt repliceerde
(onder applaus) aan Dr Klomp, dat did
eigenlijk moest gaan doleeren. Mocht
hij terug keeren) op de lijn des ver-
bondsWat den tijd betreft voor re
organisatie, (Sod weet dien tijd aï^
leen, maar wij moeten de zaak blij
ven propageer en.
Op een vraag van Dr. Lodder, ofi
in ae zaak-Geelkerken geen persoon,'"
lijke sympathieën aan het woord kwal
men, antwoordde dr. Kromsigt, dat
dit waar was, maar tucht zooals wij
ons die voorstellen, is heel wat an
ders dan de caricatuur die in Assen
gezien is.
Zendingsdag.
De Zendingsdag, uitgaande van de
Classis 's GravenEage aer Chr. Geret
Kerk, wordt D. V. gehouden op Woens
dag 21 Juli a.s. op het schoono land
goed „Raaphorst" te Wassenaar, wel
willend afgestaan door H. M. de Ko
ningin. Aanvang voorm. 10.30 uur.
Sprekers: Ds. J. L. de Vries van
RjjnsburgOpeningsrede.
Ds. Joh. Jansen van Leiden: „Een
handvol meel".
Ds. J. D. Barth van Alphen aan den
Rjjn: „De roepstem Gods, beluisterd ln
het werk der Zending".
Ds. H. Janssen, Leger- en Vloot-pre
dikant in alg. dienst, van Den Haag:
„Een oude schuld".
Ds .P. Smit van Boskoop: „Alle ein
den der aarde zullen het gedenken".
Ds. D. Driessen van 's Gravenzande*.
„Het ruischen van den Libanon".
Ds. J. L. de Vries van Rjjnaburg;
Slotwoord.
Wéér een.
De raad del gemeentes Kaatsheuvel,
heeft in de gisteren gehouden raads
vergadering besloten de openbare
school te Loonopzand op te heffen en
voor de fraters een vierklassige school
te bouwen.
Zijn informatie- en agitatiemethoden
De Java-Bode beschrijft de ofganr
satie van den dienst der geheime agen
ten en van het informatie-personeel
der Sovjet in Indië.
De laatsten treft men het meest aan
onder de Chineesche kant- en zijder
verkoopers, die dagelijks langs de hui
zen van onze groote steden hun waar
te koop aanbieden. De meesten van.
die kareis blijken bij nader on
derzoek Russisch te spreken dan wel
te verstaan en ónder degenen, die nog
niet zoo lang in Indië zijn, komen er
zeer veel voor, die als soldaat in het
Roode Leger hebben gediend.
'Onder hen treft men allerlei slag
lieden. Er zijn er, die er rond voor
uit komen, cfat zij gediend hebben in
dat Roode Leger, anderen pogen het
feit te verbergen evenals hun kennis
van de Russische taal. Als men ze
rustig laat spreken en hun argwaan,
niet gaande maakt, weten ze heel wat
te vertellen, over het Roode Leger,
over de geheele stakingsactie en over
den invloed van de Bolsjewisten in
China. Zoo van zelf beginnen ze dan
te iniormeeren, wie er hier alzoo voor
en wie tegen 'het communisme zijn en
zoo meer.
Steeds trekken ze voort, van huis
tot huis met hun barang beladen, dik
werf weggejaagd of ruw bejegend, we
gens hun verregaande indringerigheid.
Waar ze kunnen informeeren ze, hij'da
bedienden hier, bij een spraakzame
njonja ginder, waar ze het maar krij
gen kunnen. Soms rusten ze uit voor
de huizen, waar nadere inlormaoe, om
trent de bewoners moet worden inge
wonnen.
Uit spannende dagen.
(Een Vlaamsch verhaal).
7)
„Zóó kan het toch niet voortgaan"
hernam de andere, „wij kunnen ons
gansche leven niet verborgen blijven.
Het zal niet lang aan loop en, of ra en
zal op ons jacht maken, gelijk msn in
de andere gemeenten heeft gedaan.
Dan worden wij gevangen en veroor
deeld tot den dood; of, wat nog erger
is, naar het jeger. gesleurd om te vech
ten voor het bloedig ras, dat ons land
met voeten trapt, als waren wij het vee
van dit goddeloos volk!"
Deze woorden, met kracht gespro
ken, troffen Bruno diep; hij stond op,
legde zich de hand van den moedigen
gezel op hef hart en antwoordde:
„Er- ligt daarbinnen ook een zucht
naar dadigheid, naar wraak; maar
waartoe zou het dienen, Karei? De aar
de is zat van het bloed, dat zij .gedron
ken heeft. Waarom zouden wij onze
ouders, onze vrienden door nieuw
bloedvergieten aan vervolging, aan
den dood zelfs overleveren? Laat ons
wachtenwachten en bidden."
„Maar gij weet dus niet, dat d^ bos-
schen overal vol vluchtelingen zitten,
die niets beters wenschen dan tegen
den Franschman op te staan?"
„Ik weet het" zuchtte Bruno, „maar
ik bid God ^aeelijks uit al de kracht I
mijner ziel, dat Hij mijn landgenooten
voor zulken noodlottigen opstand be
ware. Zij zouden ons verpletteren, ver
nietigen in eenige dagen tij-cis
Karei naderde dichter bij hem en
zeide hem schertsend in het oor:
„Bruno, vriend lief, is het niet de
schrik van Genoveva te verliezen, die
u zoo blood doet zijn?"
Een hoogere verf kleurde Bruno's
wangen; hij meende te antwoorden,
doch nu trad een ander loteling bin
nen, en deze riep met uiterste vreug
de: „God zij geloofd, Vlaanderen is in
opstand! Te Rupelmonde hebben de
boeren gewapenderhand de Fransclier-
aangetast en overwonnen; het gansche
Waasland is onder de wapens! De San
kulotten van Antwerpen zijn over de
Schelde getrokken met kanonnen. De
zen keer is het gemeend!"
Onbeschrijfelijk was de indruk de
zer tijditig. Men klapte in de handen,
men omhelsde elkander met uitzinni
ge blijdschap, men zong, men juichte,
men stortte tranen van ontroering.
Bruno alleen hield zich stil en be
schouwde met een soort van medelij
den het tooneel der alge mee ne vervoe
ring.
„Welnu?" riep Karei hem toe, „daar
begint het spel, of gelooft gij deze tij
ding niet?"
„Hij weet het nieuws maar half"
antwoordde Bruno op pijnlijken toon.
„Denzelfden avond zij-n de gewapende
boeren van Rupelmonde al vechtend
in een kerk gedreven; de Sankulotten
hebben er bét vuiir in gestoken; onze
arme broeders zijn allen tot pulver
verbrand. Ganscb Waasland is op dit
oogenblik overdekt met Fransche sol
daten
Deze woorden deden iedereen vor-
bleeken; na de vervoering der blijd
schap volgde nu onmidellijk de bitter
ste onttoovering. Allen lieten 't hoofd
op ae borst zinken en bleven een wijl
sprakeloos.
„Weet ge wat de voerman op Gierle
eergisteren aan pachter Woens heeft
gezegd? vroeg een loteling. „Hi; zegt,
dat, zoo onze leeraar zijn eed wil doen,
men ons altemaal met vrede zal laten.'
„Zouden wij dan niet soldaat moe
ten worden?" vroeg een jonge boer,
die in een hoek zat en meer dan de
anderen bevreesd scheen.
„Neen. Zóó ten minste zegt de voer
man op Gierle."
„Wel, waarom doet hij zijn eed dan
niet?" hernam de eerste, „dan waren
wij vrij!"
„Ja, waarom doet hij zijn eed niet?
Dat zal toch zoo schrikkelijk niet zijn!'
riepen een pasr anderen.
„Vrienden" sprak Bruno, „gij weft
niet wat gij zegt. Men eischt van de
geestelijken, dat zij eeuwigen haat aan
de Fransche Republiek zouden zweren.
Kan een leeraar zulken eed doen? Op
voorhand alles goedkeuren, wat de
Jacobijnen in Parijs kunnen uitvinden
zelfs de vernietiging van den gods
dienst? Hoe het zij, de Belgische gees
telijkheid heeft geweigerd. Honderden
zijn reeds naar verre eilanden ver
voerd; de anderen zijn allen tot de
zelfde ballingschap verwezen. Onze
oude, grij.ze leeraar is insgelijks bij na
me veroordeeld. En zijt zeker, de eer
ste soldaten, die in ons dorp verschij
nen, zullen ons onzen herder ontruk
ken en onze kerk sluiten, gelijk reeds
meest overal is geschied. In alle geval,
gij bedriegt u: de eed der priesters
heeft met de Conscriptie niets gemeen.
„Waarom vlucht hij niet?"
„Waar? waar naartoe? En toch, hij
wil niet. -Hij zegt, dat hij met ons zal
blijven, zoolang hij kan; en, wil God
hem de martelkroon gunnen, hij zal
ze niet ontvlieden."
„Daar luidt de klok voor de kerk,
sprak een der aanwezigen. „Wie gaat
eerst? Bruno, zeg gij hoe wij zullen
uitgaan, of wij loopen weer altezamen
in eens van hier."
Terwijl de zoon van den notaris be
zig was met aan dit verzoek te vol
doen en de beurten aan le wijzen,
kwam baas Cuylen, die al dien tijd
aan de deur had gestaan met den be-
weegloozen blik naar het vaantje ge
richt, langzaam binnen en wenkte
den brouwer, dat hij met hem zou bui
tengaan.
Hier'stond een knoeh'die den ge
roepene een papier ikte, terwijl
hij zeide:
„Baas, dit heeft de bode voor u ge
bracht; het is heel haastig."
Na deze woordengroette hij zijn
meester en keerde terug naar het dorp
Het opschrift van dien brief moest
een machtigen indruk op den brouwer
doen; want de oude man verbleekte
en begon te beven als een riet, terwijl
hij het starend oog op de letteren ge
vestigd. hield.
Als had hij gevreesd in dien toestand
verrast te worden, ging hij wat verder
achter een eikenkant staan en las dan,
verslonden in diepe gepeinzen:
„Le, le Cile Citoyen Meulemans
Dit geschrift? Van mijn zoon! Ach,
dank, dank, o God, dat mijn eenig
kind nog leeft dat het tot mij weder
keert!"
Hij scheurde met koortsige ontstel
tenis den brief open en poogde den
eersten regel er van te lezen. Ér 9tond
Liberté, Egalité, Fraternité ou la mort.
Au Citoyen, auteur de mes jours
Maar, ofschoon de brouwer het las,
hij verstond het evenwel niai. Het
handteeken was wel van zijn zoon,
doch de vorm er van deed een vloed
angstige bedekkingen in hem ontstaan
Er was iets bij zijns zoons doopnaam
gevoegd: hil had geteekend: Simon
Brutus.
Nadat de brouwer nog een oogen
blik op den brief was blijven staren,
verborg hij hem eensklape in z'n kleed
en richtte zijn stappen naar het dorp,
zeggende:
„De koster zal het mij verklaren.
—O God, wat mag het beduiden 1"
f Wordt vervolffd).