NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 24 JUNI 1926
f TWEEDE BLAD.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren.
(Vervolg).
Bij het wetsontwerp tot nadere be
stemming van de bezittingen van het
Kon. Nat. Steuncomité zegt mevr. POT
HUISSMIT (S.D.) niet bijzonder in
genomen te zijn met de wijze, waarop
de gelden van het Kon. Nat. Steunco
mité zullen worden besteed. Toch zal
de S.D.-fractie niet medewerken aan
verwerping van dit ontwerp, omdat
het ten minste iets doet voor sommi
gen.
Minister DE GEER ontkent, dat de
oud-gepensionneerden recht hebben
op een hooger pensioen dan dat hun in
uitzicht is gesteld als deel der arbeids
voorwaarden. De oplossing, i hier ge
vonden, komt den minister zeer na
tuurlijk voor. In de meest schrijnende
gevallen kan hier hulp worden gebo
den. Wanneer de gelden niet toerei
kend zullen zijn, zullen in de toekomst
maatregelen moeten worden getroffen
om de bedoelde stichting meer midde
len te verschaffen.
Het ontwerp wordt aangenomen.
Indische begrooting.
Aan de orde is de begrooting van
Ned.-Indië voor 1926.
De heer MENDELS (S.D.) zegt, dat
de minister van Koloniën toen hij zijn
functie aanvaardde, als politieke fi
guur een onbeschreven blad is. Toen
is een periode gekomen van goede ver
wachtingen van dezen minister. Deze
periode heeft niet lang geduurd. Al
dadelijk bij zijn eerste begrooting
moest de S.D.-fractie in de Tweede Ka
mer tegenstemmen. In de Eerste Ka
mer zullen de sociaal-democraten even
eens tegenstemmen.
De Minister geeft in zijn memorie
van antwoord blijk, niet te beseffen
wat er woelt en gist onder de inland-
sche bevolking. Van een ethische po
litiek is geen sprake. Die is volmaakt
doodgeloopen. Er is geen figuur meei,
die representatief is voor die politiek.
Men denkt in Indië in guldens, men
heeft lak aan de belangen der Inland-
sche bevolking, de decentralisatie-wet
geving is bloedloos, de bestuurshervor-
ving is zuiver administratief maar
heeft met autonomie niets te maken.
Deze week is in den Volksraad ter
sprake gekomen de onthulling van ge
heime notulen van een conferentie van
deii Politiek Economischen Bond met
het Suikersyndicaat om op de regenten
invloed te oefenen voor de verkiezing
van de Regentschapsraden. En die
conferentie werd door een vertegen
woordiger der regeering, mr. Schriecke
bijgewoond.
Volgens Aneta betitelt de heele In
dische pers dit als een politiek schan
daal van den eersten rang. De minister
dient ten spoedigste over deze zaak in
lichtingen in te winnen en zijn bevin
dingen bij afzonderlijke nota tot ken
nis der Kamer te brengen. Van een
ernstig tekort aan welstand onder de
inlandsche bevolking is den Minister
niets gebleken! De Minister haalt met
groote tevredenheid de eindconclusie
van hot Welvaartsrapport aan, maar
uit het rapport zelf blijkt wel degelijk
van een tekort aan welstand. Er zijn
inkomens van f 100, f 120 of f 150 per
jaar, gemiddeld zijn de inkomens v. 46
pet der inlandsche bevolking f 800. 10
pet. van de waarde van hun schamel
inkomen moet de inlandsche bevol
king aan belasting betalen.
Bij deze ten hemel schreiende toe
standen moet een serieus bewinds
man een woord van verzet laten hoo-
ren. Men moet dus niet zeggen dat er
geen ondergrond is voor de ontevre
denheid en dat deze alleen door een
paar buitenlandsche raddraaiers is ge
ïmporteerd. Op krasse wijze is er be
zuinigd; de hygiène is verwaarloosd.
En dat in een land waar de financieele
omstandigheden zoo gunstig zijn als
in Indië!
De Minister glijdt over al deze din
gen heen: 't is precies de Graaf redi-
vivus. En dat is geen compliment.
De heeor VAN EMBDEN (V.DJ be
spreekt de Indologisclie leerstoelen in
Utrecht. De oprichters zijn alle inclus-
trieelen ,en handelslichamen, bestemd
om winst te maken. Zij steken geld in
de academische opleiding van Indi
sche ambtenaren omdat zij ambtena
ren willen koopen die hun financieele
belangen niet kunnen schaden.
Deze leerstoelen zijn toegelaten op
grond van de positie van het Nedei-
landsche bijzondere onderwijs maar
Indië staat er geheel buiten. De Minis-
ter moet Indië beschermen tegen de
funeste mogelijkheid dat Indië twee
soorten ambtenaren krijgt: een die het
stempel draagt der Leidsche Alma Ma
ter, een die het fabrieksmerk draagt
der groot-ondernemers. Dat de Minis
ter gecommitteerden naar de examens
wil zenden, baat niet. Het gaat niet om
het intellectueel peil dezer ambtena
ren. Neen, de Minister snij de den
Utrechtschen abituriënten den weg af
voor een benoeming-.
De heer DE SA ORNIN J.OHMAN
(C.-H.) acht het weinig aanlokkelijk
opnieuw te spreken over dit wetsont
werp doch het zou een verkeerden in
druk wekken indien spr. het betoog
van den heer Van Embden onweer
sproken liet. Met de oprichting van een
Indologischen leerstoel is een eminent
landsbelang gediend. Men duidt de In
dische ondernemers aan als broodhee-
ren van de professoren, alsof niet ook
andere professoren broodheeren heb
ben (de Staat, de gemeenteraad van
Amsterdam, de contribuanten van de
Vrije Universiteit). Reeds is de on
juistheid gebleken van de voorspelling
dat slechts tweederangspersonen zich
als Curatoren voor de stichting be
schikbaar stellen. Spr. spreekt zijn vol
doening uit over het feit, dat Neder
land een instelling is rijker geworden
die de wetenschappelijke en politieke
belangstelling van Nederland in In
dië bevordert.
Men moet bewondering hebben voor
den moed dergenen die zich voor zoo
bescheiden salaris voor het professo
raat hebben laten vinden. Ook is dank
verschuldigd aan de Regeering die de
ze stichting heeft toegelaten eii den
abituriënten den weg naar Indië niet
heeft afgesneden.
Spr. juicht de instelling toe omdat
hij zich met haar doelstelling kan ver
eenigen en omdat daardoor gebroken
wordt met de concurrence van het
Staatshoogeronderwijs en het parti
culier initiatief zich hier doet géiden.
Het verheugt spr. dat de Regeering
is doof gebleven voor de ongemotiveer
de agitatie tegen de instelling. De Mi
nister heèft in een interview in „De
Avondpost" van 26 Mei ook gezegd, /'at
de Utrechtsche instelling meer reke
ning houdt met de eischen der reali
teit. ^Zeker moet de Regeering een oog
in het zeil houden, maar dat oog moet
gericht blijven zoowel op Leiden ais op
Utrecht. De instelling verlangt niet
meer dan een fair chance, die de Mi
nister haar dan ook wil geven. Met een
woord van voldoening tegenover den
Minister beëindigt spr. zijn rede.
De vergadering wordt verdaagd tot
Donderdagochtend 11 uur.
KERK EN SCHOOL,
NED. HERV. KERK.
Zes tl al: Te Maarssen, D:. J. v. d.
Graaf te Ridderkerk. J. D. van Hof te
Wilnis, H. A. Leenmans te Delft, W.
J. van Lokhorst te Delfshaven, G. J.
Koolhaas te Oud-Beüerland en J. H.
F. Remme te Amsterdam.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Middelburg, G. Laar
man te Klundert. Te Zaandam, C. J. Wie
lenga te Zierikzee.
CHR. GEREF. KERK.
Aangenomen: Naar Zeist, A.
Zwiep te Hillëgom.
Bedankt: Voor 's Gravendeel, A.
Zwiep te Hillëgom. Voor Maassluis, J.
B. G. Croes te Bussum.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
De heer M. O v e r d u i n, oefenaar
der Geref. Gemeente te Utrecht, deed
znn intrede «btf de Oud-Geref. Gem. te
Werkendam, na bevestigd te zijn door
Ds. J. van Vliet, van Dordrecht, met
een predikatie over Joh. 21:18. Des
avonds deed Ds. M. O verduin zijn intrede
met 1 Cor. 2:2. Bede malen was het
kerkgebouw overvol.
Ds. G. Renting.
Ds. G. Renting, Geref. Pred. te Win
terswijk heeft, naar de „Stand." meldt,
in de inrichting voor ooglijders te Gro
ningen een goed geslaagde operatie on
dergaan. De patient heeft de inrichting
reeds weer verlaten.
Vergadering van ambtsdragers.
Gisteren is te Utrecht een vergade
ring gehouden van ambtsdragers en
gemeenteleden der' Ned. Herv. Kerk,
samengeroepen door de Amsterdam-
scbe reorganisatiecommissie.
Nadat eerst Dr. Kr om si g t van
Amsterdam had gerefereerd over:
„Kerkelijke tucht of partijdiscipline in
verband met 'de Asser Synode" trad.
als spreker op Dr. J. Riem ens met
het onderwerp: -.„Eenheid in Christus
en Reorganisatie."
Aan het verslag in het H d b 1. ont-
leenen wij bet volgende:
Wat ons samenbrengt is liefde voor
onze moeder, de Herv. Kerk. Wij heb
ben baar lief met haar schatten van
traditie. In haar ontvingen wij het
beste van ons leven, den Christus. Zij
dreigt door partijschap uiteen te val
len. Nu zijn twee dingen noodig: sa
menwerking op prineipieele gronden,
en wegneming van misverstanden.
Reeds in 1848 vergaderden de man
nen van het Reveil, Groen, Da Costa
e.a. over deze zaak der Kerk. Het ging
over de belijdenis van Jezus Christus.
Zestien jaar later herinnert prof. Van
Toorenenbergen zich die vergadering
met weemoed. Er kwam een gevaar
van rechts. Een separatistisch en dog
matisch streven. Zoo is 't nu nog. Het
separatistisch streven belichaamd in
Kuyper: Calvinistisch ging boven
Christelijk. Toen kwam Hoedemaker,
die vasthield aan de belijdenis, maar
ook aan „heel de kerk en heel het
volk." Hij had oog voor de Katholici
teit der Kerk.
Nu de vraag: hoe wil men de een
heid in Christus formuleeren? In de
persoonlijke houding tegenover Chris
tus spreken geloof en ongeloof zich
uit. „Indien gij niet gelooft, dat Ik die
ben, gij zult in uwe zonde sterven."
Hier is de antithese. Wie Christus aan
vaardt is in principe confessioneel.
Bete ekent eenheid in Christus nu
ook kerkelijke eenheid? In 1 Corinthe
XI bant Paulus de ontheiligers niet
van het Avondmaal. Op een andere
plaats verblijdt hij zich, als Christus
onder een deksel wordt gepredikt. De
apostelen waren dus ruim. Echter ook
andere stemmen: Wie den Zoon loo
chent heeft ook den Vader niet. Wie
den Heere Jezus niet liefheeft zij een
vervloeking. Hier houdt de ruimheid
op en komt de antithese te voor
schijn.
Wie gehoorzaam wil zijn aan het
Woord moet kerkelijk éen blijken met
allen, die den Zaligmaker gelooven.
Spreker zegt: al léf; drijft naar reor
ganisatie. Een struikelblok is dat de
lijn is opgebroken, door partijschap,
oneerlijkheid en wantrouwen.
Vóór reorganisatie komt, moeten wij
eerst reorganise eren onze houding te
genover elkaar.
De kerk heeft een mond noodig.
Daarom is de Dordtsche kerkorde,
waaronder de kerk in de 18de eeuw
verviel, nog niet terug te begeeren.
Méér vrijheid van (beweging is noodig.
Maareerst de houding tegen
over elkaar veVbeteren. Bijvoorbeeld:
het optreden tegenover elkaar in Evan
gelisaties. Spr. doet dat niet meer.
(Applaus).
2e. De gezangenquaestie: Men moet
ook in deze een klankbodem vormen
voor kerkelijke eenheid. Zou niet een
commissie' een bundel uit de gezangen
kunnen samenstellen, die den Chris
tus belijden?
3e. De stomme „e" en dergelijke
vormelijkheden, zulke quaesties moe
ten uit den weg. Hoewel spr. niet te
gen de „e" is. Kuyper heeft ons daar
mee opgeknapt.
4e. De naam „Ethisch." De afge
scheidenen maken daarvan een partij
naam. Bijtoelsch-orthodoxen vindt men
echter onder Ethischen en Confessio-
neelen beiden. Onder Ethischen vindt
men die de theologie des Woords pre
diken, onder Confessioneelen die de
theologie der ervaring voorstaan.
5e. Het woord „Gereformeerd." Men
noemt de vrienden van Ivohlbrugge
Lutheranen. Moéten die de kerk dan
uit? Bij velen wordt „Gereformeerd"
de naam; Christen de bijnaam.
6e. Wij moeten eindelijk uitspreken
in den zin van Christus tolerant te
willen zijn. In afwachting van een aan
vulling onzer confessie ijveren voor de
confessie als eenheid. Wij kennen ten
deele.
Echter is de Kerk in gevaar. Rome!
Negatie! Rationalisme! Laat ons om
Christus wil de handen inéén slaan!
Ds. H a s e 1 a ger van Weesp, thans
aan het woord komende, waarschuwt
tegen generaliseeren. Ook tegen het
ahstraheeren; het losmaken van een
waarheid uit het geheel. Reorganisa
tie stelt ons voor de zichtbare kerk.
Wat heeft dat gemeen met de eenheid
der onzichtbare kerk van de ware ge-
loovigen? Achter dit vragen ligt een
onschriftuurlijk kerkbegrip. Wat ver
staan wij onder kerk? Is, zooals de
Schrift ons leert, de kerk bet lichaam
van Christus op aarde, dan houden wij
vast aan het: ik geloof ééne heilige
algem. Chr. kerk. Ook in den Cate
chismus-Zondag over de kerk is de
kerk èn onzichtbaar èn zichtbaar. Die
twee mogen van elkaar niet losge
maakt. Er- zijn niet twee kerken, een
onzichtbare, waarvan Christus 'thoofd
is en een zichtbare waarin wij de za
ken kunnen inrichten zooals wij wil
len.
Nu kunnen er door historische ont
wikkeling verschillende belijdenissen
zijn, maar dit heft de eenheid in Chris
tus niet op.
Nu heeft de kerk de roeping om al
les te toetsen aan het Woord van
Christus. Wij moeten de tegenstelling
niet zoeken in de verscheidenheid,
maar in het „waar of valsch."
De eenheid in Christus staat lijn
recht tegenover cle valsclie kerk, die
zich verheft boven Christus en Zijn
Woord.
Nu moeten wij blijven bij de Refor
matorische onderscheiding van ware
en va-lscho kerk. Dan kunnen wij het
separatisme veroordeelen, maar toch
aan de eenheid van het lichaam van
Christus vasthouden en daarheen ons
zelf en de gescheidenen terugroepen.
Dan zien wij de eenheid in de ver
scheidenheid.
De organisatie van. 1816 beoogde een
scbijnéénbeid; in de practijk werd het
een handhaven van belijden en ver
loochenen van den Christus.
Hoedemaker toonde aan, dat de or
ganisatie van 1816 de uitdrukking is
van een politieke grondgedachte. Men
zegt vaak: 't is maar een quaestie van
kerkvorm. Maar er zit meer achter!
Waarom vreest men anders zfoo, dat
de kerk weer zal leven uit haar Hoofd
naar Gods Woord?
Wat de kerkorde betreft, Christus
heeft ons geen model gegeven. Hij-zelf
is het model. Maar cle Presbyteria-Ie
regeering is daarom de beste, omdat
alle heerschappij van den éen over den
ander is uitgesloten. Zoo regeert Chris
tus in zijn leden.
Spreker eindigt met Hoedemakers
woord: „De transformatie der Kerk
is, God zij dank. 'geen transsubstanti
atie. Achter de organisatie van 1816
leeft nog Christus' Kerk." (Applaus).
Ds. Gravemejjer van Den Haag
wijst er op, dat, zooals dr. Riemens
zei, wij drie kwajongens hebben, die
den spoorweg bederven, maar dan zegt
spr.; dat komt omclat wij geen wegbè-
waking hebben. Wij hebben nu de
tucht van keurmeesters enz. juist om
dat wij geen kerkelijke tucht hebben.
Wat betreft dat Paulus zich verblijdt,
dat het Evangelie onder een deksel
wordt verkondigd, Paulus spreekt er
niet over menschen, die een ander
Evangelie prediken, maar die het ver
kondigen (bet rechte) uit haat en nijd.
Ds. Lingbeek zegt, dat de con
fessioneelen het heil niet zoeken in de
stomme „e" maar spreker wijst erop,
dat het heil evenmin is gelegen in het
gemis van die e. Laat men daarom
van ethische zijde ophouden op die
„stomme e" af te geven.
Ds. De Wi 1 de van-Reitsum vraagt
hoe wordt die eenheid in Christus be
reikt? Toch alleen door het Woord!
Dan moeten wij ook eenheid hebben
in Schriftbeschouwing. Moeten wij
daarmee niet eerst beginnen?
Br. Bloot van Leiden, wijst op de
noodzakelijkheid van het gebed. Is het
de tijd nog niet van de verlossing, laat
het dan die der voorbereiding zijn!
De heer V o d e g e 1 van Amsterdam
AAN HET ZOEKUCHT.
Leiden, 24 Juni 1926.
De Soc. Democraten te Leiden heb
ben nu de voorwaarden waarop zij
het volgend jaar wethouderszetels wil
Jen aanvaarden gepubliceerd.
De eischen die gesteld worden zijn
niet hoog. 't Gaat blijkbaar meer om
den buit dan om het beginsel.
Er moet n.l. in den Gemeenteraad
een meerderheid zijn die - e e n i g e
eischen van het Soc. Dem. gemeente-
program wil verwezenlijken.
Maar dan. moet men ook twee wet
houders-zetels aan de S.D.A.P. afstaan.
Dat lijkt me een heel billijke eisch.
Als men ongeveer een vierde van het
aantal leden heeft, dan heeft men wel
het recht de helft van de wethouders
zetels op te eischen!
Een andere vraag is of er onder de
roode raadsleden twee zullen zijn die
dit haantje zullen ambieeren.
De te kiezen wethouders moeten
n.l. uitdrukkelijk vooraf verklaren dat
ze zoo nauw mogelijk contact willen
houden met de fractie en de afd. en
dat ze op het eerste sein van dien kant
zullen aftreden.
Nu is cadavergeboorzaamheid bij de
S.D.A.P. iets heel gewoons.
Maar dat de te kiezen heeren zoo wei
nig karakter hebben, dat ze zich reeds
bij voorbaat volkomen onder curateeie
laten stellen, dat wil er bij mij toch
niet in( OBSERVATOR.
dringt aan op het houden van elassi-
cale vergaderingen voor leerquaesties.
De heer K r 0 m s i gt wijst op het be
denkelijke van bij de huidige toestan
den censuur over de leer te willen
oefenen, maar spr. juicht toe het hou
den van buitengewone classical e ver
gaderingen. De staat des geschils moet
daar dan eens worden vastgesteld.
Ds. Hij mans van Uithoorn merkt
op, dat velen, die huiveren voor,reor
ganisatie, niet huiveren om te huigen
voor Gods Woord, maar wel voor een
zekere opvatting van Gods Woord.
Gunning wilde wel, dat de Kerk de
waarheid zou uitspreken, maar dat
men het dan verder aan ieders eigen
geweten zou overlaten of hij in de
Kerk zou blijven.
Dr. Riemens constateert hoe noo
dig een vergadering ais deze blijkt te
zijn. Volge weldra wéér een, waar
men dan over de Schriftbeschouwing
spreke! En dan zij cr vooral concen
tratie om Jezus Christus.
Verder propageer© men de reorgani
satie in de classical vergadering.
GEMENGD NIEUWS.
D i amant diefstallen. Dia
mantdief stall en zijin aan de orde van
ld en dag. Het schijnt wel. dat een
buitengewoon geslepen bende aan heL
werk is, die zich te voren van alle
kansen uitstekend op de hoogte stelt.
In één maand tijds zijn drie partijen
diamanten, alle van Madrid uit-per
post verzonden, verdwenen. Dfen groot
sten buit maakten de dieven met een
partij' ter waarde van 5000 pond, gea
dresseerd aan de firma Tyler en Co.
te Londen.
Toen het pakket aankwam leek hec
ongeschonden. Er waren negen roode
zegels op. In het zakje bevond zich
een bordpapieren doos en daarin een
tinnen busje* dat- ledig bleek, Bij na
der onderzoek bleken alle zegels te
zijn veranderd.
|Op dezelfde manier is de inhoud,
ter waarde van 3000 pond, ontvreemd
van een aangeteekend pakket met dia
manten, eveneens uit Madrid naar de
zelfde firma afgezonden, terwijl een
Parijsche firma een pakket jnet dia
manten, welker waarde op 2500 pond
werd geschat, en dat ook al aan de
|Madrileensche post was toevertrouwd,
in het geheel niet heeft ontvangen..
Studenten in kooien. De
Amerikaansche studenten zullen voort
aan, aldus wordt uit New York aan
de „Daily Mail" gemeld, in kooien
moeten reizen. En dit omdat zij zich
in de treinen onbehoorlijk gedragen
en omdat zij gevaar loopen hun nek ta
'breken door op wagons te klimmen
en tijdens den rit van den eenen wa
gon op den anderen te springen.
.Vooral bij de jongste umversiteiis
h FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
(Een Vlaamsch verhaal).
6)
Maar de knecht bleef nog ten wijl
door hel gat zien en zeide dan:
„Nu zie ik wat het is. Een vracht-
karre, die van de stad terugkeert; het
zijn de koperen nagelen aan het paar-
detuig, die zoo blinken."
„Sus, Sus, wat hebt gij mij benauwd
gemaakt!" zuchtte de baas met een
lange ademhaling.
De "knecht' stak het vaantje uit den
molen en antwoordde:
„Baas, zoudt gij gelooven, dat wij
hier onzen kop op het spel zetten? In
dien wij eens verraden werden, ik ge-
•oof, dat. dit Sankulottenvaantje ons
eon. -jitteie pijp zou doen rooken. Gij
weet, dat 'de galgetien in Antwerpen
nu ook staat?"
„Zwijg van het helsch getuig, Sus.
Al de heete Jacobijnen steken op den
Zondag immer oen driekleurig vaan
tje uit?'
„Op den Decadi, baas."
Ja, dat doet er niets toe', de vreem
delingen. die bier voorbijreizen, geven
.mij de faam van een schrikkelijk en
Republikein."
„Dat ze het maar eens goed wisten,
eh, baas?"
„Ja Sus, dat ze het wisten jongen,
■fu, zje maar wel too. Tot deze a mid-
idag; Driesken zal u eten brengen, en
ik zal er een stoop bier bijdoen
Nauwelijks was het vaantje op clen
molen verschenen, of men zag opvol
gend eenige hoofden uit liet omstaan
de kreupelhout zich verheffen en naar
alle zijden met mistrouwen rondkijken
Jongelieden traden sluipend op den
breed en aardeweg, zagen naar bei ie
einden uit én gingen clan ter afspan
ning in de herberg.
Het waren.de gevluchte ïotelingen,
die, ofschoon in de Conscriptie geval
len, weigerden de wapens als soldaten
in de Fransche legers te voeren.
Tot dan had er nooit in België een
wet hestaan, waardoor iemand kon
gedwongen worden soldaat te worden;
de legers waren er altijd uit vrijwil
ligers samengesteld geweest. Ook \an
al de slagen, door den vreemdeling
toegebracht, was er geen, die onze va
deren meer wondde en verbitterde
dan de zoogenaamde Conscriptie.
Gewis, zij scheen clen Belgen een on
gehoorde en'uiterste dwinglandij, de
wet die hen $lle oogenblikken uit hun
woning kon rukken, om hun bloed te
gaan vergieten ten voordeele dergenen
zeiven, die hen als slaven behandelden
en alles vernietigden, wat hun dier
baar was.
Voor hen, wier godsvrucht, wier ver
kleefdheid aan het voorvaderlijk ge
loof was aangegroeid in de ma/e des-
vervolging zelve, was cle martel (in
minder akelig dan de verpüchtinpro
eenige hulp te verleenen aan deaemm.
die zij niet alleen aanzagen als vijan
den van hun vaderland, maar nog
als dienaars des duivels en als voor-
loopers van den schrikkelijken Anti
christ.
Alhoewel in de meeste dorpen, die
dichter bij de steden lagen, reeds sol
daten waren verschenen, om de we-
derspannige Ïotelingen te zoeken en
te vangen, en men er werkelijk een
groot deel bad weggevoerd, in Wal-
deghem had men er nog geen gezien.
De geruchten, die van het eene dorp
tot het andere werden overgebracht,
lieten ftvenwel vermoeden, dat de stil
le gemeente, hoezeer ook van de heir
banen verwijderd, toch insgelijks wel
op het onverwachtst door de men-
schenvangers zou worden bezocht.
Daarom, de meeste Ïotelingen hiel
den zich verborgen. De vreesachtig-
sten verbleven in de diepste der bos-
schen, waar hun, als het duister werd,
door hun huisgenooten eten en drin
ken werd gebracht; anderen, meer in
het .lot vertrouwend, hadden geheime
schuilplaatsen omtrent hun woningen,
in kelders, stallen of schuren,
Eiken Zondag, wanneer er geen
dreigende tijdingen gekomen waren,
en dat cliensvolgens het vaantje op
clen molen uitstak, vergaderden de Ïo
telingen in de afspanning „de Arend"
om van elkander of van vrienden in
hot dorp te vernemen, wat zij te vree-
zon of te hopen hadden.
Was het nieuws gunstig, dan woon
den cle meesten de godsdienstoefening
bij, om reden dat de Ïotelingen in an
dere dorpen, ten minste in die, waar
de kerken toen nog niet gesloten wa
ren, tijdens den dienst waren verrast
geworden en gevangen.
In een nevenkamer der afspanning
zaten nu reeds een twintigtal perso
nen, zijnde alle gevluchte Ïotelingen,
behalve drie of vier oudere manner-,
die uit het dorp gekomen waren om
hun zonen te zien en te spreken, of
om mede eenig nieuws te vernemen.
Er heerschte groote blijdschap in
dit vertrek; men sprak er juichend en
met luider stemme over een goede tij
ding. Allengskens echter wercl alles
weder stil; want toen men de bewij
zen van de waarheid der tijding on
derzocht, liep alles op een bloot ge
zegde uit.
De oude brouwer, die in een hoek
zat, be-weerde, dat dit nieuws niet 'ge
grond kon zijn, dewijl zijn knecht voor
drie dagen nog in de stad was geweest
en niets er van had gehoord.
„Ah, daar is Bruno!" riepen de aan
wezigen bijna te gelijk, „die zal het
wel weten!"
Inderdaad Bruno trad langzaam ter
herberg in, drukte elkeen vriendelijk
de hand en zette zich neder op een
stoel.
„Weet gij niets? Is het waar, gaat
de Republiek te niet? Zijn de Mogend
heden in Frankrijk gevallen! Is er een
nieuwe koning in Parijs?" vroeg men
hem van alle kr-nf.m.
Bruno zag zijn vrienden met wse^
moed aan. schudde het hoofd en zei-
de op treurigen toon:
„De Fransche Republiek heeft hon
derdduizenden soldaten; hare gene
raals doen alle Mogendheden beven;
en nu zij gansch Italië hebben over
meesterd", is er geen plaats genoeg
meer in Europa voor hun overmoed:
Azië zelfs hebben zij aangedaan, .en
Laat u" door geen ijdele hoop verblin
den, gezellen. Van daarboven alleen
kan hulp komen: op aarde is alles be
dreigend en hopeloos voor ons!"
„Maar, Bruno, zijt gij wel zeker van
hetgeen gij zegt? vroeg een der jon
gelingen. „Gisteren is achter Vinken-
bosch een kramer van Lier geweest;
die heef. verhaald en bevestigd, dat
de Engelschen, de Pruisen, de Oosten
rijkers, al de landen der wereld tegen
Frankrijk hebben samengespannen;
dat zij reeds de legers der Republiek
op de grenzen hebben verslagen, en
dat de nieuwe koning van Frankrijk
met hen is."
„IJdele woorden" zuchtte Bruup, „er
is niets van. Onze toestand blijft on-
verannerd; in slavernij ligt ons arm
vaderland, gebroken liggen de altar.vn
van onzen God.... Geen uitzicht
Geen menschelijke hulp kan baten.
„Wat raad weet gij dan?" vroeg de
zoon uit „de Leeuw" die er moediger
uitzag dan de anderen.
Bruno bleef sprakeloos ten gronde
Zien.