NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 19 JUNI 1926 MISSTANDEN IN HET AANBESTEDINGSWEZEN. I Aan het referaat door Mr. P. G. Knibbe op de jaarvergadering van <le Chr. Middenstandsvereen. gehouden en waaraan wij in verband met onze be perkte ruimte slechts weinig aandacht konden schenken is het volgende ont leend: De inleider noemde het een bewijs van activiteit en tevens een bewijs van de groote urgentie van het vraagstuk van de Misstanden in het aanbeste dingswezen, dat de vereeniging van den Chr. Handeldr. en Industr. Midden stand het noodig geoordeeld heeft dit moeilijke onderwerp tot een punt van bespreking te maken op haar jaar- lijksch congres. Zelfs de beste regeling zou nog niet alle misstanden wegnemen om dat het kwaad niet voortkomt uit de m.a of meer onvolledige of zelfs verkeerde wetten of maatschappij-ordeningen; neen. niet aan de inzettingen, maai en den mensch zelf moet de ongcrech tigheid in deze wereld geweten wor den. Dit ontslaat echter niet van den plicht het „bouwen en bewaren" den mensch, in den aanvang der wereld geschiedenis door God zelf tot taak ge steld, ook in dezen zin uit te werken, dat het maatschappelijk levcn indien eenigszins mogelijk van onderen op, maar indien zulks niet mogelijk is des noods van boven af, zoo geregeld wor de, dat het kwaad en het onrecht zoo min mogelijk gelegenheid krijgt om uit te groeien. Op de speciale bedrijfs- of vakver- eenigingen zooals de Aannemersbon den enz. hebben de Middenstandsver- eenigingen dit voor, dat onder hare leden verschillende groote en kleine leveranciers van bouwmaterialen, onderaannemers, benevens ook veel aanbesteders schuilen, waardoor eene alzijdige vruchtdragende bespreking zeer zeker mogelijk zal zijn. Het blijft daarom evenwel noodzake lijk, dat de direct-betrokkenen van el ke groep zich nauwer aaneensluiten in speciale bedrijfsorganisaties, alwaar de detailpunten tot in de diepste fines ses kunnen en moeten nageplozen wor den. Het moet daarbij als een verblijdend verschijnsel aangemerkt worden, dat zij het dan laat, op initiatief van de vereeniging van handelaren in bouw materialen, samenwerking gekomen is tusschen de organisaties van de ver schillende groepen bij het bouwbedrijf betrokken. Echter zullen ook deze betrekkelijk weinig kunnen bereiken, indien zij niet vakorganisaties als de Uwe krach- tige hulp ontvangen en de algemeene volksovertuiging hun pogen niet on- dersteunt. Het vraagstuk werd door den inlei der niet in zijn vollen omvang aan de orde gesteld. Alleen al het noemen van de namen Bouwwetgeving, Bouw- borgtocht en Cessies doen voor de in gewijden bergen van moeilijkheden op doemen. Naast de algemeene lijnen, welke voornamelijk gevolgd zijn, werd echter op één punt meer in het bijzon der de aandacht geconcentreerd en dat wel op de verhouding tusschen de in schrijvers en den publiekrechtelijkcn aanbesteder, terwijl de referent op de verhouding van den aannemer en den particulieren aanbesteder N veel min der licht liet vallen. Nu schijnen de speciale vakorgani saties, zooals de Ned. Aannemersbond, de R.K. Bouwvakpatroons enz zich blijkens de laatste berichten te werpen op de verhouding tusschen den parficu lieren aanbesteder en den aannemer, door den eisch te stellen, dat geen hun ner leden in zal schrijven op een werk als door den particulieren aanbeste der borgen geëischt worden. Spreker deelde daarbij mede, dat de door de Kamer van Koophandel te Leiden te dezer zake ingestelde Commissie wel sympathiek tegen dit streven staat, maar dat deze vreest, dat het niet voor directe verwezenlijking vatbaar zal zijn. De verwachting is dan ook niet ge heel en al ongegrond, dat de particu liere aangesteders niet zonder str-ijd de borgstelling zullen laten vallen, zoo dat de organisaties al hare krachten zullert moeten besteden in hunne ac tie tegen de particuliere aanbestedei3 die borgen eischen. Juist omdat de particuliere organi saties al hare krachten noodig zullen hebben, zou het kunnen gebeuren, dat men het verband, hetwelk onlosmake lijk bestaat -tusschen de handhaving van «de borgstelling, geëischt door den publiekrechtelijken aanbesteder en die door den particulieren aanbesteder ge vorderd, uit het oog zou verliezen. Zou de borgstelling bij de publiekrechtehj ke lichamen onverzwakt blijven be staan* dan moet gevreesd worden, dat de strijd tegen de borgstelling bij par ticulieren weinig blijvend succes zal opleveren. Aanvankelijk bestond bij den sp.'e ker de vrees, dat men aanstevende op afschaffing van elke borgstelling, ook waar deze geëischt werd door eon publiekrechielijk lichaam. In de stel lingen, welke reeds eenigen tijd ge ie den ingezonden zijn, zal elk lezer da de duidelijke sporen wel van ontdek hebben. Spreker wijst daarbij op stel ling 7. Nu het echter zoo goed als vast staat, dat de publiekrechtelijke aanbe steder voorloopig bij de actie der bo vengenoemde bonden is uitgeschakeld., ligt de^ in de stellingen voorgeslagen weg nog geheel open. Slechts door een gelijktijdige actie, eenerzijds door een bindend besluit cn anderzijds, bij den publiekrechtelijkcn aanbestede^ door langzame, mai zekere uitholling, kan de kracht der borgstelling in het maatschappelijk leven gebroken worden. De speciale organisaties zullen de particuliere aanbesteders, welke bor gen eischen, te overtuigen hebben. De meer algemeene organisaties, waaron der ik versta o.a. de Middenstandsor ganisaties, maar vooral ook de Ka mers van Koophandel, zullen voor een belangrijk deel de taak op zich kun nen nemen om de langzame maar ge stadige uitholling der borgstelling bij de z.g. publiekrechtelijke aanbestedin gen voor hare rekening te nemen. Spr. is dan ook gerechtigd om mede te deelen, dat de Kamer van Koophan del te Leiden, welke te dezer zake een Commissie heeft benoemd, in deze richting wenscht werkzaam te zijn. Dat door haar nauw contact gezocht zal worden met de speciale organisa ties spreekt wel van zelf. Men zal het van mij kunnen begrijpen, wanneer ik de Kamer van Koophandel te Leiden, niet alleen bij het bewerkstelligen van dit contact, maar ook bij de nog zoo veelszins moeilijke taak om met de publieke aanbesteders tot een goede samenwerking te komen, volledig suc ces toeweiisch. De inleider vestigde voorts in ver band met stelling 12 er de aandacht op dat de Commissie der Kamer het zeer wenschelijk zou achten, als in de be stekken de bepaling werd opgenomen, dat e.v. cessies in een register door de Kamer van Koophandel te houden in geschreven zouden moeten worden. Bij de uiteenzetting van de kans, welke men heeft op goed succes, bij de pogingen om de borgstelling, geëischt door een publiekrechtelijk lichaóm, zooveel mogelijk uit te schakelen, wenschte de referent eerst het vraag stuk in zijn algemeenheid in het juiste licht te plaatsen. Als een van de hoofdoorzaken van de vele en ernstige misstanden in het aannemersbedrijf, wordt genoemd de persoonlijke borgstelling. Deze heeft in het bijzonder tot verergering der misstanden aanleiding gegeven. Het is dan ook geen wonder, dat tegen deze de scherpste aanvallen gericht worden Ook echter de zakelijke borgstelling kan tegenwoordig bij velen weinig ge nade meer vinden. Ook zegt de zakelijke borgstelling ten aanzien van de financieel? draag kracht voor velen nog zeer weinig, daar een in verhouding tot het werk niet in het minst kapitaalkrachtige aannemer, zij het door een hoogt risi co-premie en de noodige cessies, toch meer dan eens er in slaagt otn de cau- tis te storten. Naar de meening van de Commissie der Kamer zou het reeds eene groote schrede voorwaarts zijn, als niet meer de persoonlijke borgstelling, die tot al lerlei misstanden aanleiding geeft, maar uitsluitend de zakelijke in de be stekken opgenomen zou worden. Het zou dan ook verkeerd zijn den eisch van algeheele afschaffing van el ke borgstelling ook bij aanbestedingen door publiekrechtelijke lichamen tot in zijn verste consequenties öjor te voeren. Bij dit alles vergete men echter de hoofdzaak niet, n.l. dat de borgstelling daardoor zoo tot verergering van Je misstanden heeft aanleiding gegeven, omdat de aanbesteder tot nog toe zoo goed als uitsluitend heeft gerekend al leen met zich zelf en niet de minste verantwoordelijkheid heeft getoond ten aanzien der overige betrokkenen. - Hadden de aanbesteders steeds vol doende verantwoordelijkheidsbesef had, dan waren de huidige toestanden niet mogelijk geweest. Anderzijdo zal, echter juist de omstandigheid, dat ge woonlijk niet met opzet is ^gezondigd, het m.i. gemakkelijker maken, In zon derheid'tegenover de publiekrechtelij ke aanbesteders veel te bereiken. Noodig is dat algemeen erkend wor de, dat het hier betreft niet alleen een geldkwestie, maar ook een sociaal ethisch probleem, daar het anders moeilijk, zoo niet onmogelijk zal zijn. eene maar eenigszins bevredigende oplossing te verkrijgen. Het moet daarom algemeen als so ciaal-ethisch ongeoorloofd worden be schouwd om, speculeerend op de bor gen, het werk te gunnen aan iemand, van wien men met een groote mate waarschijnlijkheid moet vermoeden, dat hij het werk niet tot een goed ein de kan brengen. Niet alleen, dat men een overeen komst aangaat, waaromtrent men van te voren zoo goed als zeker weet, dat de betrokken borgen er in zullen loo- pen, maar nog veel zekerder weet men vaak, dat men het werk gunt aan een aannemer, die niet in staat zal zijn om zijn onderaannemers en leveranciers der materialen te betalen. Niet het Kaïnsprincipe „ben. ik mijn broeders, hoeder", maar de zoo echt so ciale, de zoo echt christelijke solidari- teitsgedachte, moet het leven, ook het maatschappij-leven, beheerschen. De aanbesteder moet daarom, om dat hij de keus heeft bij de gunning, zedelijk verantwoordelijk gesteld wor den tegenover de onderaannemers en leveranciers. Het is zelfs de'vraag of de door de aanbesteders gevorderde borgstelling niet dikwijls een vrijbrief is voor de-lichtzinnigheid bij de keuze van een aannemer. Als op de publiekrechtelijke aanbe steders het Rijk, Gemeente, de Provin cies, Waterschappen, maar ook de Spoorwegen, de groote concerns enz. een dergelijk krachtig beroep gedaan wordt, zal men met volle recht mogen verwachten, dat genoemde Colleges en concerns, mits er een acceptabele rege ling aangeboden kan worden, ook uit eigenbelang er voor te vinden zullen zijn om daadwerkelijk hunne mede werking te verleenen, bij het scheppen van gezonde toestanden bij aanbeslc dingen Degenen, die over een gunning heb ben te adviseeren, of te beslissen, cn met den aannemer, die niet aan zijn verplichtingen kan voldoen, de schik kingen hebben te treffen, zien dan ook reeds lang uit naar de mogelijkheid om aan de ellende, wrelke uit de ge noemde inschrijvingen voortvloeit, te ontkomen. Eerst dan echter zullen publieke colleges en hierbij denkt spr. b.v. in het bijzonder aan de Gemeenteraden, er toe willen medewerken 0111 den oogenschijnlijk makkelijken weg om het werk steeds te gunnen aan don laagsten inschrijver, te verlaten, als men door een speciale regeling zal we ten te voorkomen, dat zij niet al te veel bloot staan aan allerlei onbillijke en zelfs hatelijke critiek. In stelling 8, welke overigens vooral b.eschouwd moet worden als bewijs, van de mogelijkheid van een dergelij ke regeling, wordt b.v. reeds gewezen op het voorschriftf der Genie. Dit voor schrift behoort volgens spreker tot ba sis genomen te worden voor een meer uitgebreide regeling. Daarom is deze gedachte in stelling 9 nogmaals krach tig naar voren geschoven. Wenschelijk werd geacht deze rege ling zoo eenvormig mogelijk vast te stellen, waarbij de Vereeniging van Nederl. Gemeenten mogelijk hare me dewerking zal kunnen verleenen. De publiekrechtelijke lichamen moeten er echter ook zorg voor dragen, dat haar organen in staat zijn de juiste beslis singen te nemen, waarom instructies opgesteld moeten worden, welke de adviseerende en beslissende colleges en ambtenaren verplicht zijn te volgen Deze instructies ontbreken thans ten eenen male, maar zijn zeer wel samen te stellen. In het Rapport van den Nederl. Aannemersbond van 1905, waarin de wijze van aanbesteding, in het buitenland, uiteengezet werd, kan men lezen, dat er in geen enkel land zoo oppervlakkig, zoo roekeloos met de gunning van een werk wordt omge sprongen als tot heden in ons land ge schiedt Deze uitspraak is helaas nog even waar. Als men kennis neemt van de egelen, welke in het buitenland gel den, behoeft men echter niet bevreesd te zijn, dat men de bedoelde regelen en instructies geheel en al uit eigen brein zou moeten opdiepen. Doelbewuste pogingen om behoorlij ke instructies te ontwerpen, ingesteld en ondersteund door de direct betrok ken organisaties, door de werkgevers, Middenstandsvereenigingen en niet het minst door de Kamers van Koop handel kunnen derhalve in verband ook met wat elders bekend is, eene be hoorlijke kans op succes opleveren. GEMENGD NIEUWS. ling uit: „ik heb Iiooreu zeggen, dat men mij dooden wil, maar vóór dien tijd zal ik er een paar voor mijn re kening nemen". Met zijn geweer bedreigde hij daar op twee Senegaleezen en een sergeant vervolgens ontvluchtte hij uit het tort. Op zijn weg ontmoette hij mevrouw A'ndré Delvoux, de echtgenoote van een architect met haar dochter, en den heer Emile Amoux, assuradeur en oud-raadslid met zijn echtgenoote, die rustig aan het wandelen waren. De Senegalees schoot mevrouw Del- toux en den heer Amoux op kor ten afstand dood en vluchtte daarop door de dennenbosschen in de rich ting van de kust. Nadat er geruimen tijd jacht op hem was gemaakt, wist men hem gevangen te nemen, niet eer echter, dan nadat men verschillende schoten op hem had gelost en hij ge wond was- Griezelige vondst. TeiHol 'terhoek onder Groenlo is door een jongen die vogelnestjes zocht, het lijk gevonden van een pasgeboren kind. Ons Babbelhoekje. EBg—r-g8M3= Ui u—Jk S mak e 1 ij k e t e iU De Tel. ont leent aan de verslagen van den Keu ringsdienst te Amsterdam het volgen de: In één bakkerij' bevindt zich de ,W|. C. boven den oven. De daar heer schende warmte maakte, dat men de deur openliet, waardoor de stank de •jjakkerij introk. Bovendien ging de loozingspijp van de ,W|.C. door de bak kerij 111 een zicjh daar beviriden,deni put, die met een papieren prop was afgesloten. In dezelfde bakkerij kon den de ramen niet worden opengezet. In den kelder ónder de bakkerij be* zond zich stilstaand water. En dit alles in een pas voor het bedrijf 'ingericht perceel. In een andere bakkerij! waren in) groote hoeveelheden spiunew ebben aanwezig. Een derde bedrijf had een [VWC. in de bakkerij1. In een bedrijf werden sommige bak kerswerkzaamheden in de woonkamer Verricht, waar ook het brood werd bewaard. In de bakkerij; werd de wasch gedaan. Hieraan is een einde gemaakt. Dergelijke toestanden komen bij voorkeur, zoo niet uitsluitend voor in kleine bakkerijen. Knoeierijen ten aanzien van de sa menstelling van het brood kwamen gelukkig nagenoeg niet voor. Wel had het brood lang met altijd het vereisch- te gewicht. Van de in 1925 gekeurde brooden waren gemiddeld 2 pet. te licht. Het record in het vervaardigen van te licht brood staat voor dit jaar op naam van Diemen, namelijk 14.2 pet. Daarentegen kreeg een 18-tal an: dere, meèst 'kleine plaatsen, een eer volle vermelding, doordat aldaar geen te licht brood werd geconstateerd. Merkwaardig is, dat volgens den directeur van den Keuringsdienst het aantal overtredingen wegens het ver vaardigen van te licht brood schijnt te varieeren niet de bloemprijzen. Graad van beroemdheid. 'Een Fransch blad vroeg zijn lezers: wie zijn nu de beroemdste'Amerika nen. Ziehier het leerrijke resultaat der enquête. No. 1JHenry Ford. No. 2. Jack Dempsey. No. '6Charlie Chaplin. No.. 4President Coolidge. No. bMary Picktord. IWi a t het verkeer e i s c h t e Een wereldoverzicht van het aantal auto-ongevallen toont aan, dat in het vorig jaar 80/400 personen gedood zijn en 868.000 gewond. 80 pet. der ongevallen kwamen in Amerika voor. Smokkelen. Kommiezen te Tolbert (Gron.j hebben in beslag ge nomen zes kisten met spifitus, die met ontduiking van den accijns vervoerd zou worden. Afzender en bestemming zijn echter onbekend. Een verschrikkelijk drama heeft te Toulon plaats gevonden.Een Senegaleesch solclaat, die bij een "der forten op wacht stond, riep plotser Beste Jongens en Meisjes, Ziezoo, daar is de babbeüioek weer, en als naar gewoonte heb ik heel wa^ briefjes te beantwoorden, dus begin ik er maar vlug mee. „Blondine". Ja, is 't zoo rustig bij jullie? Nu, dat is ook wel eens prettig, aunkt me. Hoe gaat het met de klein tjes? Weet m niet. waar Roorsje en Grassprietje blijven: Ik heb in lang niets van hen gehoord. Ze zijn toch weer be ter? „Vergeet mij nietje". Alweer zoo druk met de aardrijkskunde? 'k Denk dat jij een heele geleerdheid zult worden, meis je. „Hessie". Dat lijkt me een aardig opstel, dat je gemaakt hebt. Als ik niet op „Thirza" moest zijn. kwam ik vast even luisteren. Goed ik zal naar jou en Blondkopje uitzien. Vertel mij maar eens, waar lij je plaats hebt in de kerk. Ja, Heidebloempje zag ik al bij het binnenkomen. Algesproken, als ik tijd heb, kom ik in ae pauze eventjes b\j jullie. Dank voor je raadsel, ik wil het graag gebruiken. „Rozeknopje en Reseda". Vandaag is het ook prachtig weer, Reseda, ik denk dat nu je'broertje wei buitèn ligt. Het was niets geen wonder, dat zoon klein ventje aan alles ontjyend was, maar dat komt gauw genoeg in.orde. Als hjj maar spoedig beter mag worden, he? „Pionier". Nu is het gelukkig mooi weer he, maar ja, Zondagavond was het bar met de regen. Weet je hoe dat zit? Iris en Zilverblondje deden eerverleden week voor het eerst mee en Margrietje en Leendert v. d. Kwaak de vorige week Zoodoende kon ik de eerste twee in het raadsel en de beide laatsten in de cor respondentie verwelkomen. Ik maak het raadsel altrjd van te voren klaar. Begrijp je het nu? „Sneeuwklokje". Wat leuk. dat jq nu ook een letterraadsel inzendt, 'k Hoop het vast te gebruiken, maar Volgende week nog niet, want dan geef ik prijs raadsels en wil voor die gelegenheid eens een nieuw soort werkje opgeven Je zult het volgende week wel zien 't Zijn heusch wel gezellige briefjes die je schrijft hoor. „Wilgenkatje". Ik vond jou briefje net zoo gezellig als jullie bet teekenen vinden. Leuk, dat je er allebei plezier jn hebt. Je hebt beste plannen voor de zomervacantie, dat merk ik wel. Het is best te begrijpen, dat je er erg naar Verlangt. 1 „Lindebloesem". Je hebt de schade van verleden week ingehaald meisje 't Was een heel gezellige brief ditmaal. Ja, 't is erg leuk om in een bazaar te helpen, 'k begrijp best, dat je er zin in hebt. Nee, ik zal niet kunnen komen kijken, dus vertel je mij er maai' alles van. Ja, 't heeft hier ook heel erg ge regend. Je hebt heel aardig postpapier „Moeders Meisje". Zoo had jjj zoo extra veel huiswerk? Hoe kwam dat! xWas je achter? Best hoor, volgende week dan maar een lange. „Zilverblondje". Vindt je het niet aar dig, al die kleine diertjes? Volgende week hoop ik prijsraadsels te geven Gauw al he? [Wel gefeliciteerd alvast met kleine zus. Ja zeker, je kunt gezel;, lige briefjes schrijven. Best, stuur mü maar eens een raadsel, 't Is best te be grijpen ,dat ie naar de vacantie ver langt, als je "bij twee tantes mag gaan logeeren. „Moeders Jongste", 'k Dacht heusch, dat je ziek was, meisje. Zoo. is de vin ger nog .altijd niet beter? Wat jammer, dat je er voor thuis moet blijven. Dank voor je raadsel. Ik zal het nazien, en, als het geschikt is, een plaatsje geven. Dacht je nu heusch, dat ik zoo gauw boos was? „Iris". Je hebt zeker wel begrepen, dat je briefje vorige week te laat was en ér daarom geöii antwoord voor je in stond. Mmr nu heb je beter opge past. Je vraagt een paar schuilnamen? Hier, zoek maar uit: Korenbloem, Made liefje, Lotus, of Sneeuwwitje, Rood kapje. Maar lijkt je niet het leukste een naam, die je zelf bedenkt? No» hartelijk gefeliciteerd met je verjaar dag, meisjelief. Leuk he, zoo'n groote visite. Ja, vond je de raadsels aardig? Ik zal de jouwe nazien, en als het ge schikt is gebruiken. „Margrietje". Dat was ongewoonte, denk ik, dat je nog een beetje moeite met het raadsel haat dat zal best beter worden. Nee, die mijnheer ken ik nis! Zoo, dus jullie zijn met zes? Ben jij de oudste thuis? „Tommy". Ja, dat was een fout, ,;a moest rijm zijn. Maai' verder was hc toch in orde he? Heb je het druk bil ten of gaat het nog al? Leenaert v. d. Kwaak. Dan heb jij al Keel wat ondervonden, Leendert. al ben je nog jong. Waar is dat half broertje van je? Ook bij Opoe? Ja, dat al heel oud, maar wat heerlijk, dat zij toch nog voor je kan zorgen. 0* dat raadsels oplossen zal best wennek Op den duur gaat het steeds gemakke lijker, dat zul ie zien. „Anemoon", 'k Heb je oplossingen ont vangen met de groeten. Dat kan best eens gebeuren hoor. Een volgende keer dan maai* weer wat langer. JfHeidebloempje". Dus je krrjgt eerst nog een drukke tijd he? Maar dan va cantie. Fijn voor je. Ga je nog uit logeeren, naar Utrecht of Sassenheim. Heb je vee*.mooie dagen gemaakt? Nu je de oplossing van dat raadsel ziet 'denk ik, dat je zegt: „O, wat eenvoudig" 't niet? „Boschviooltje". Dat was naar voor je, dat je naar huis moest he? Had je iets bijzonders gegeten, of was je erg vermoeid? Gelukkig, maar, dat het zoo gauw opgeknapt- is. .Maar je zal toch niet dadelijk weer naar school kunnen gaan is 't wel? Wil je Pa en Moe en je broer* e. en zusje van mq terug groeten? et beste er mee, meisje. „Waterlelie". Jij maakt prachtige handwerken, dat merk ik wel.Je Moe is er zeker wel blij mee, dat ze al zoo n flinke dochter krijgt. Toen üj schreef, was het mooi weer,maar nu ik jou briefje beantwoord, weer heelemaal met Dank voor je raaoseL De oplossingen van de vorige week zöjn: 1. Iris en Zilverblond je heeten wivhar telïjk welkom. Onderdeelen: Londen, Zilver, Blond? je en Zwartje, Lisse, Eik, Katwijk, Heet Rijm, H. 2. Handschoenen. 3. Rjjk, Dom, Rgkdom. 4. Water en XJs. 5. Achter in onzen vgver zgn rie eenden. En hier volgen de nieuwe raadsel». 1. Mijn geheel bestaat uit 48 letters en is iets, wat jullie mg telkens zelf zeggen. -5. 42. 5- I2- 8.» 3 000 Een dik touw noemt men ook wei 122.24.2.26. Bij het bouwen van huizen heeft men 10. '18. 4. 6. 8. 7. 8 noodig. 11. 13. 25. 29. 8. 30. 14. ijllji is een ander woord voor vergadering. Een roode lap maakt een stier 44- 45» 33- 47. 34- 8. 16. 39. 41. 48. 40 is een jongensnaam Iemand die vreesachtig is, noemt men ook wel 21. 26. 28. 40. 27. 22. 38» 3* 37. 43. 39. 2. 46 is een deel van een schip. 4. W anneer men'iets herhalen moet, zegt men 23. 9. 36. T9 is D. 2. Ingezonden door Anemoon. Een meisje drijft haar ganzen op tie wei. Een gans loopt voor twee anderen, een tusschen twee anderen en een ach ter twee anderen. Hoeveel ganzen waren er? 3. Ingez. door Heasie» Waarmee eindigt de tjjd? 4. Ingez. door Boschviooltje. Wat was het gisteren.^ wat va»aaa® en wat zal het morgen zijn? 5. Ingez. door Junior. Verborgen planten: De oogst leverde slechte aardappelen op, al maakten de boeren er hooge prij zen vopr. Wilt u niet wat mosterd of peper nemen? Zie eens, hoe die kleine hagedis tel kens naar boven probeert te komen. Ziezoo jongelui, nu maar weer dap- por aan het werk. Volgende week komen er prijsraadsels, zooals ik jullie beloofd heb. 't Zal dan een ander soort raadseis zjjn als jullie gewoon zfjn, maar me dunkt, een beetje afwisseling is wel aardig. Dus dan neem ik nu maar afscheid van jullie tot volgende week met vele groeten van je Tante FRANCIEN. Scheepstij dingen. HOLLAND-AMERIKA LIJN. DINTELDIJK, van Yanoouvar naar Rotterdam, 16 Juni 300 mijl van Lanua End. LOCHOIL, van Vancouver naar Rotter dam, 17 Juni van Lob Angeles. BURGERDIJK, van Rotterdam naar New Orleans, 17 Juni van Vera Crua. EDAM, van New Orleans naar Rot terdam, 17 Juni van Vera Cruz. VEENDAM, van N. York naar* Rot terdam, 17, Juni 1200 mijl van Valemtia STOOMV. MIJ. NEDERLAND. BENGKAXJS, uitrei», pass. 16 Juni Perim. KONINGIN DER NEDERLtANDEK van Batavia naar Amsterdam, pasa. iö UROT^thuiareds, 18 Jttni te Maxseilfe KON. HOLLANDSCHE LLOYD. DELFTLAND, thuisreis, 17.. Juni 48 Teneriffe, DRECHTERLAND, uitreis, pass. 17 Juni Fernando Noronha. MAASLAND, .thuisreis, 17 Ju™ Buenos Ayre6. ZAANLAND, thuisreis, 17. Juni ven Buenos Ayree. r. KENNEMERLAND, 17, Juni van La gos naar Addah. ROTTEP.DAMSCHE LLOYD. DJEMBER. 17 Juni van Hamburg te Bremen. T MERAUKE, thuisreis, 18 Juni van Padang. MOlJOKERTO, 18 Juni van Hamburg te Middlesbro. SIANTAR, uitreis, 17. Juni van Me- dan. JACATRA, uitreis. 17 Juni van Me- dan. 1NDRAF0ERA, iS Juni van Rotter dam te Batavia. TEXEL, van Rotterdam lU'.r .-.jmvi pass. it; Juni Gibraltar. TABANAN. uitreis, iS Jua. -n bat. 1 smpton.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 7